VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/010 IT/Whirlpool, ingediend door Italië)

11.12.2014 - (COM(2014)0672 – C8‑0231/2014 – 2014/2170(BUD))

Begrotingscommissie
Rapporteur: Daniele Viotti

Procedure : 2014/2170(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0064/2014
Ingediende teksten :
A8-0064/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/010 IT/Whirlpool, ingediend door Italië)

(COM(2014)0672 – C8‑0231/2014 – 2014/2170(BUD))

Het Europees Parlement,

–       gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0672 – C8‑0231/2014),

–       gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1],

–       gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014‑2020[2], en met name artikel 12 hiervan,

–       gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13 hiervan,

–       gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

–       gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–       gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

–       gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0064/2014),

A.     overwegende dat de Europese Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.     overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om gebruik te maken van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.     overwegende dat de vaststelling van de nieuwe EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium "crisisafwijking" opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geraamde kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D.     overwegende dat de Italiaanse autoriteiten op 18 juni 2014 aanvraag EGF/2014/010 IT/Whirlpool hebben ingediend naar aanleiding van het ontslag van 608 werknemers bij Whirlpool Europe S.r.l., een onderneming die actief was in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 27 ("Vervaardiging van elektrische apparatuur"), en bij vijf leveranciers en downstreamproducenten;

E.     overwegende dat de aanvraag voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

1.      stelt vast dat de Italiaanse autoriteiten de aanvraag hebben ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij leveranciers en downstreamproducenten; is het met de Commissie eens dat voldaan is aan de voorwaarden van de EFG-verordening en dat Italië bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.      merkt op dat de Italiaanse autoriteiten de aanvraag voor een bijdrage uit het EFG op 18 juni 2014 hebben ingediend en dat de beoordeling ervan op 28 oktober 2014 door de Commissie beschikbaar is gesteld; is ingenomen met het feit dat de Commissie zich aan de door de EFG-verordening opgelegde krappe termijn van twaalf weken heeft gehouden;

3.      merkt op dat de Italiaanse autoriteiten aanvoeren dat de wereldwijde financiële en economische crisis zware gevolgen heeft gehad voor de consumptiekeuzen van de Italiaanse gezinnen, die hun aankopen, vooral van duurzame goederen, waaronder ook huishoudapparaten, opnieuw overwogen;

4.      wijst erop dat door de financiële en economische crisis en de aanzienlijke daling van het verbruik van de gezinnen, de Italiaanse markt voor grote huishoudapparaten met 16,5 % is gekrompen, namelijk van 3 174 miljard EUR in 2010 tot 2 649 miljard EUR in 2013;

5.      is het ermee eens dat de grote daling van de productie van elektrische apparaten in de periode 2008-2012 verband houdt met de wereldwijde financiële en economische crisis als bedoeld in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad[4], en dat Italië bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage uit het EFG;

6.      merkt op dat er tot op heden twee andere EFG-aanvragen zijn ingediend met betrekking tot de sector "Vervaardiging van elektrische apparatuur"[5], die eveneens gebaseerd zijn op de wereldwijde financiële en economische crisis;

7.      merkt op dat de werkgelegenheidssituatie in de provincie Trento, waar de werkloosheid sinds het uitbreken van de crisis is verdubbeld, namelijk van 2,9 % in 2007 tot 6,1 % in 2013, door deze ontslagen nog zal verslechteren; benadrukt dat de daling van de werkgelegenheid gevolgen heeft voor de bouwsector (- 10,3 %) en de industrie (- 2,4 %) en dat het aantal werklozen in Trentino volgens de gegevens van ISTAT in het eerste kwartaal van 2014 ongeveer 18 700 bedroeg, terwijl er in de arbeidsbureaus van de provincie ongeveer 41 800 geregistreerd waren;

8.      merkt op dat naast de 502 gedwongen ontslagen bij Whirlpool, dat als de primaire onderneming wordt beschouwd, tijdens de referentieperiode ook nog 106 werknemers gedwongen zijn ontslagen bij vijf leveranciers en downstreamproducenten, dat deze zijn opgenomen in het aantal in aanmerking komende werknemers, wat het totaal op 608 brengt, en dat zij allen gelden als werknemers die in aanmerking komen voor EFG-maatregelen;

9.      merkt op dat de totale kosten voor deze aanvraag geraamd worden op 3 150 000 EUR, waarvan 126 000 EUR voor implementatie bestemd is, en dat de financiële bijdrage uit het EFG 1 890 000 EUR bedraagt, d.w.z. 60 % van de totale kosten;

10.    is ingenomen met het feit dat de Italiaanse autoriteiten, om de werknemers snel bijstand te verlenen, hebben beslist om met de uitvoering van de individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers te beginnen op 4 februari 2014, lang vóór het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket en zelfs vóór de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG;

11.    juicht het toe dat de sociale partners betrokken waren bij de onderhandelingen over de te steunen maatregelen; stelt het tevens op prijs dat de vakbonden worden betrokken bij het toezicht op de uitvoering en de eventuele herziening van de maatregelen, alsook bij de beoordeling van de resultaten; is tevens ingenomen met het feit dat de geplande maatregelen, hun inhoud en de relevante aspecten van de uitvoering ervan (met inbegrip van een tijdschema) werden voorgesteld en besproken met de voormalige werknemers van de Whirlpool-fabriek van Spini di Gargdolo tijdens verscheidene vergaderingen (15 in totaal) die tussen februari en maart 2014 zijn gehouden, en dat van het totale aantal werknemers die aan deze bijeenkomsten hebben deelgenomen, er zich 393 hebben ingeschreven voor deelname aan deze maatregelen;

12.    merkt op dat de individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, zal bestaan uit: voorlichtingsbijeenkomsten, intake en registratie, advies en begeleiding, beoordeling van de vaardigheden, algemene opleiding en omscholing, beroepsopleiding, coaching, begeleiding na de re-integratie op de arbeidsmarkt en bij het oprichten van een eigen bedrijf, toelagen voor het zoeken naar werk, toelagen bij deelname en bijdragen in de reiskosten, en premies voor het aanwerven van werknemers;

13.    merkt op dat 16,78 % van de beoogde begunstigden onderdanen van derde landen zijn; is van mening dat bepaalde elementen van de begeleidingsmaatregelen bijzonder nuttig kunnen zijn om deze begunstigden te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

14.    pleit ervoor de concrete resultaten van de opleiding, omscholing en beroepsopleiding die aan de deelnemers is verstrekt te beoordelen om een betere kijk te hebben op de doeltreffendheid van de maatregelen;

15.    is ingenomen met de maatregelen voor begeleiding na herintreding en begeleiding naar ondernemerschap;

16.    is van mening dat de aanwervingspremie voor nieuwe werkgevers een stimulans moet zijn om de deelnemers vast of ten minste voor 12 maanden in dienst te nemen; merkt op dat naar schatting minder dan de helft (250) van alle begunstigden zal deelnemen aan deze maatregel;

17.    is ingenomen met het feit dat bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie zullen worden nageleefd;

18.    herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

19.    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

20.    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

21.    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie samen met de bijlage te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [4]  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.
  • [5]  EGF/2009/010 LT AB Snaige COM(2010) 008, EGF/2011/023 IT Antonio Merloni COM(2013) 90

BIJLAGE: BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/010 IT/Whirlpool, ingediend door Italië)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1], en met name artikel 15, lid 4,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[2], en met name artikel 12,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3], en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)      Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009[4] behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en om hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)      Het EFG mag het jaarlijkse maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden, zoals vastgelegd in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013.

(3)      Italië heeft op 18 juni 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij Whirlpool Europe S.r.l. en vijf leveranciers en downstreamproducenten in Italië en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)      Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 890 000 EUR te leveren voor de door Italië ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 1 890 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                      Voor de Raad

De Voorzitter                                                De voorzitter

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
  • [2]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [4]  PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.

TOELICHTING

I. Achtergrond

Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen aan werknemers die lijden onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[1] en van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1309/2013[2] mag het jaarlijkse maximumbedrag ten behoeve van het fonds niet meer dan 150 miljoen EUR bedragen (prijzen 2011). De benodigde bedragen worden als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.

Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[3] verloopt de procedure om het fonds te activeren als volgt: na een positieve beoordeling van een aanvraag legt de Commissie een voorstel tot beschikbaarstelling van middelen uit het fonds aan de begrotingsautoriteit voor, samen met een bijbehorend overschrijvingsverzoek. Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt een trialoogprocedure ingeleid.

II. De aanvraag voor Whirlpool en het voorstel van de Commissie

Op 28 oktober 2014 keurde de Commissie een voorstel goed voor een besluit betreffende de beschikbaarstelling van EFG-middelen ten behoeve van Italië, om de terugkeer op de arbeidsmarkt te ondersteunen van werknemers die als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis zijn ontslagen bij Whirlpool Europe S.r.l., een onderneming die actief was in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 27 ("Vervaardiging van elektrische apparatuur") en bij vijf leveranciers en downstreamproducenten

De aanvraag voor de beschikbaarstelling van een totaalbedrag van 1 890 000 EUR uit het EFG voor Italië is de achttiende die in het kader van de begroting 2014 wordt behandeld. Het gaat om in totaal 608 begunstigden. De aanvraag werd op 18 juni 2014 bij de Commissie ingediend en tot en met 13 augustus 2014 werd aanvullende informatie verstrekt. De Commissie heeft overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG.

De Italiaanse autoriteiten voeren aan dat de economie in 2009 als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis in de EU-28 en ook in Italië een drastische neergang kende. Deze recessie had zware gevolgen voor de consumptiekeuzen van de Italiaanse gezinnen, die hun aankopen, vooral van duurzame goederen, opnieuw overwogen: tijdens de periode 2009-2013 daalde de particuliere consumptie in Italië tijdens vier van de vijf jaren in vergelijking met dezelfde periode in het respectieve voorafgaande jaar. Bijgevolg kromp de Italiaanse markt voor grote huishoudapparaten met 16,5 %, namelijk van 3 174 miljard EUR in 2010 tot 2 649 miljard EUR in 2013. Dit verklaart waarom de productie van NACE Rev. 2 - afdeling 27 goederen in de EU-28 gedurende zes opeenvolgende jaren (2008-2013) constant is gedaald.

De laatste jaren heeft Whirlpool geïnvesteerd in de fabriek in Spini di Gardolo. De investering rendeerde echter niet door de daling van de vraag naar grote huishoudapparaten en de daaropvolgende daling van de productie. De groep Whirlpool Europe, die tijdens de eerste helft van 2013 in Europa in totaal 14 miljoen USD verlies leed, heeft een businessplan opgesteld om zijn productiestructuur aan de marktvraag aan te passen. Dat plan voorzag in de sluiting van de fabrieken in Norrkoeping (Zweden) en Spini di Gardolo (Italië).

De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit voorlichtingsbijeenkomsten, intake en registratie, advies en begeleiding, beoordeling van de vaardigheden, algemene opleiding en omscholing, beroepsopleiding, coaching, begeleiding na de re-integratie op de arbeidsmarkt en bij het oprichten van een eigen bedrijf, een toelage voor het zoeken naar werk, een toelage bij deelname en een bijdrage in de reiskosten, en een premie voor het aanwerven van werknemers.

Volgens de Commissie zijn de beschreven maatregelen actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

De Italiaanse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–      bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–      aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–      wanneer de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen, hun activiteiten hebben voortgezet, zijn zij hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben zij voor hun werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–      de voorgestelde acties zullen steun verlenen aan individuele werknemers en zullen niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

–      de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–      de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–      de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

Italië heeft de Commissie ingelicht dat de bron van de nationale voor- of medefinanciering als volgt is: Whirlpool Europe S.r.l. (de primaire onderneming) voor een bedrag van 1 200 000 EUR ter ondersteuning van haar voormalige werknemers, en overheidsfinanciering uit het INPS[4] voor een bedrag van 60 000 EUR.

III. Procedure

Om middelen uit het fonds te kunnen inzetten, heeft de Commissie de begrotingsautoriteit een overschrijvingsverzoek doen toekomen voor een totaalbedrag van 1 890 000 EUR uit de EFG-reserve (40 02 43) naar de EFG-begrotingslijn (04 04 01).

Dit is het achttiende voorstel tot overschrijving voor de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds dat tot dusver in 2014 naar de begrotingsautoriteit is gezonden.

Indien er geen eensgezindheid bestaat, wordt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van de EFG-verordening de trialoogprocedure ingeleid.

Overeenkomstig een interne afspraak moet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken bij dit proces worden betrokken, zodat zij op constructieve wijze kan bijdragen aan de beoordeling van de aanvragen voor steun uit het EFG.

  • [1]  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
  • [2]  PB L 347 van 30.12.2013, blz. 855.
  • [3]  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
  • [4]             Istituto Nazionale della Previdenza Sociale.

BIJLAGE BRIEF VAN DE COMMISSIE WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

ZP/ch D(2014)53726

De heer Jean Arthuis

Voorzitter van de Begrotingscommissie

ASP 09G205

Betreft: Advies inzake de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) in dossier EGF/2014/010 IT/Whirlpool, ingediend door Italië (COM(2014)672 final)

Mijnheer de Voorzitter,

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) en haar werkgroep EFG hebben de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in dossier EGF/2014/010 IT/Whirlpool onderzocht en het volgende advies goedgekeurd.

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de werkgroep EFG zijn voorstander van de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds voor het verlangde doel. De commissie formuleert in dit verband een aantal opmerkingen, zonder evenwel de betaling ter discussie te willen stellen.

Bij haar beraadslagingen is de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken uitgegaan van de volgende overwegingen:

A) overwegende dat deze aanvraag gebaseerd is op artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (EFG-verordening) en betrekking heeft op het ontslag van 608 werknemers bij Whirlpool Europe S.r.l. ("de primaire onderneming"), een onderneming die actief was in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2 - afdeling 27 ("Vervaardiging van elektrische apparatuur"), en bij vijf leveranciers en downstreamproducenten; overwegende dat de ontslagen gevallen zijn in ondernemingen die gevestigd zijn in de regio Provincia Autonoma di Trento (ITH2), tijdens de referentieperiode van 10 december 2013 tot en met 31 maart 2014;

B) overwegende dat Italië aanvoert dat er een verband is tussen de ontslagen en de wereldwijde financiële en economische crisis, met name dat de economie in 2009 als gevolg van de crisis in de EU-28 en ook in Italië een drastische neergang kende;

C) overwegende dat in de periode 2009-2013 de particuliere consumptie in Italië aanzienlijk is afgenomen en dat ook op EU-niveau de consumptie is gedaald; overwegende dat de recessie zware gevolgen had voor de consumptiekeuzen van de Italiaanse gezinnen, die hun aankopen, vooral van duurzame goederen (huishoudapparaten behoren tot deze groep), opnieuw overwogen;

D) overwegende dat de beschikbare gegevens de drastische neergang bevestigen in de productie van NACE Rev. 2, afdeling 27, waartoe de vervaardiging van huishoudapparaten behoort, zowel voor de EU als voor Italië; overwegende dat door de economische en financiële crisis en de aanzienlijke daling van het verbruik van de gezinnen, de Italiaanse markt voor grote huishoudapparaten met 16,5 % is gekrompen, namelijk van 3 174 miljard EUR in 2010 tot 2 649 miljard EUR in 2013;

E) overwegende dat 69,41 % van de werknemers waarop de maatregelen betrekking hebben, mannen zijn, en 30,59 % vrouwen; overwegende dat de meerderheid (75,99 %) van de werknemers tussen de 30 en 54 jaar oud is, 10,20 % tussen 55 en 64 jaar, en 13,81 % tussen 15 en 29 jaar;

F) overwegende dat de gedwongen ontslagen bij Whirlpool Europe S.r.l. (een van de grootste werkgevers in de regio tot zijn sluiting) en zijn leveranciers en downstreamproducenten een zeer negatieve impact zal hebben op de regionale economie en de werkgelegenheidssituatie in de Provincia di Trento nog zal verergeren, waar het werkloosheidscijfer is verdubbeld sinds het begin van de crisis, namelijk van 2,9 % in 2007 tot 6,1 % in 2013;

De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken verzoekt derhalve de ten principale bevoegde Begrotingscommissie onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie over de Italiaanse aanvraag op te nemen:

1.  merkt op dat de aanvraag gebaseerd is op artikel 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 1309/2013; is het met de Commissie eens dat voldaan is aan de voorwaarden van de EFG-verordening en dat Italië bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.  merkt op dat dit de derde EFG-aanvraag voor ontslagen werknemers in de sector vervaardiging van elektrische apparatuur is, en dat alle gebaseerd zijn op de criteria die verband houden met de wereldwijde financiële en economische crisis;

3.   merkt op dat 16,78 % van de beoogde begunstigden onderdanen van derde landen zijn; is van mening dat bepaalde elementen van de begeleidingsmaatregelen bijzonder nuttig kunnen zijn om deze werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

4.   pleit ervoor de concrete resultaten van de opleiding, omscholing en beroepsopleiding die aan de deelnemers is verstrekt te beoordelen om een betere kijk te hebben op de doeltreffendheid van de maatregelen;

5.   is ingenomen met de maatregelen voor begeleiding na herintreding en begeleiding naar ondernemerschap;

6.   is van mening dat de aanwervingspremie voor nieuwe werkgevers een stimulans moet zijn om de deelnemers vast en ten minste voor 12 maanden in dienst te nemen; merkt op dat naar schatting minder dan de helft (250) van alle begunstigden zal deelnemen aan deze maatregel;

7.   herinnert eraan dat in artikel 7 van de verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden, en dat het gecoördineerde pakket gericht moet zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

8.   juicht het toe dat de sociale partners betrokken waren bij de onderhandelingen over de te steunen maatregelen; stelt het tevens op prijs dat de vakbonden worden betrokken bij het toezicht op de uitvoering en de eventuele herziening van de maatregelen, alsook bij de beoordeling van de resultaten.

Hoogachtend,

Marita ULVSKOG,

Waarnemend voorzitter, eerste ondervoorzitter

BIJLAGE BRIEF VAN DE COMMISSIE REGIONALE ONTWIKKELING

De heer Jean ARTHUIS

Voorzitter

Begrotingscommissie

Europees Parlement

ASP 09 G 205

1047 Brussel

Mijnheer de voorzitter,

BetreftBeschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

Drie afzonderlijke Commissievoorstellen voor een besluit om middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen werden voor advies doorverwezen naar de Commissie regionale ontwikkeling. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat op een van de komende vergaderingen van de Begrotingscommissie over elk van deze voorstellen verslagen worden goedgekeurd.

De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

-          COM(2014)0630 stelt een EFG-bijdrage voor van 1 426 800 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 634 werknemers die zijn ontslagen bij STX Finland Oy te Rauma, Finland.

-          COM(2014)0662 stelt een EFG-bijdrage voor van 918 000 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 760 werknemers die zijn ontslagen bij GAD société anonyme simplifiée, Frankrijk.

-          COM(2014)0672 stelt een EFG-bijdrage voor van 1 890 000 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 608 werknemers die zijn ontslagen bij Whirlpool Europe S.r.l. en vijf leveranciers en downstreamproducenten in Italië.

-          COM(2014)0699 stelt een EFG-bijdrage voor van 1 259 610 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 1 079 werknemers die zijn ontslagen bij Fiat Auto Polen en 21 leveranciers in Polen.

-          COM(2014)0701 stelt een EFG-bijdrage voor van 25 937 813 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 5 213 werknemers die zijn ontslagen bij Air France in Frankrijk.

-          COM(2014)0702 stelt een EFG-bijdrage voor van 6 444 000 EUR voor actieve arbeidsmarktmaatregelen gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt van 600 werknemers die zijn ontslagen bij Odyssefs Fokas S.A. in Griekenland.

De commissiecoördinatoren hebben deze voorstellen besproken, en mij verzocht u te schrijven dat de Commissie regionale ontwikkeling geen bezwaar heeft tegen de beschikbaarstelling van de voornoemde bedragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, zoals door de Commissie voorgesteld.

Hoogachtend,

Iskra MIHAYLOVA

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE

Datum goedkeuring

11.12.2014

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

28

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Richard Ashworth, Gérard Deprez, José Manuel Fernandes, Eider Gardiazabal Rubial, Jens Geier, Iris Hoffmann, Monika Hohlmeier, Vladimír Maňka, Clare Moody, Siegfried Mureşan, Victor Negrescu, Jan Olbrycht, Patricija Šulin, Eleftherios Synadinos, Paul Tang, Marco Valli, Monika Vana, Daniele Viotti, Marco Zanni

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Pablo Echenique, Charles Goerens, Ernest Maragall, Andrey Novakov, Nils Torvalds

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Eric Andrieu, Kostas Chrysogonos, Isabella De Monte, Sylvie Guillaume