VERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en tot intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU

18.10.2016 - (COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD)) - ***I

Commissie industrie, onderzoek en energie
Rapporteur: Zdzisław Krasnodębski


Procedure : 2016/0031(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0305/2016
Ingediende teksten :
A8-0305/2016
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en tot intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU

(COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0053),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 194, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0034/2016),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie internationale handel (A8-0305/2016),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Voor de goede werking van de interne energiemarkt is het nodig dat de energie die in de Unie wordt ingevoerd, volledig onderworpen is aan de regels voor de interne energiemarkt. Een interne energiemarkt die niet correct functioneert, plaatst de Unie in een kwetsbare en onvoordelige positie wat betreft energievoorzieningszekerheid, en doet afbreuk aan de potentiële voordelen van die markt voor de consumenten en het bedrijfsleven in Europa.

(1)  Voor de goede werking van de interne energiemarkt is het nodig dat de energie die in de Unie wordt ingevoerd, volledig onderworpen is aan de regels voor de interne energiemarkt. Transparantie en naleving van de Uniewetgeving vormen belangrijke elementen bij het waarborgen van een stabiele energievoorziening voor de Unie. Een interne energiemarkt die niet correct functioneert, plaatst de Unie in een kwetsbare en onvoordelige positie wat betreft energievoorzieningszekerheid, en doet afbreuk aan de potentiële voordelen van die markt voor de consumenten en het bedrijfsleven in Europa.

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Om de energievoorziening van de Unie te waarborgen is het noodzakelijk energiebronnen te diversifiëren en nieuwe energie-interconnecties tussen de lidstaten tot stand te brengen. Tegelijkertijd is het van cruciaal belang om de samenwerking op het gebied van energiezekerheid met de buurlanden van de Unie, met strategische partners en tussen de instellingen van de Unie onderling, te intensiveren.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Het doel van de strategie voor de energie-unie, die de Commissie op 25 februari 2015 heeft goedgekeurd3, is de consumenten betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden. Preciezer gezegd, de strategie voor de energie-unie benadrukt dat volledige inachtneming van het recht van de Unie bij het sluiten van overeenkomsten voor het afnemen van energie uit derde landen, een belangrijk onderdeel vormt voor het waarborgen van de energiezekerheid, voortbouwend op de reeds uitgevoerde analyse in de Europese strategie voor energiezekerheid van mei 20144. In dezelfde geest heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 19 maart 2015 er tevens toe opgeroepen dat alle overeenkomsten betreffende het aankopen van gas bij externe leveranciers volledig in overeenstemming zijn met het recht van de Unie, met name door de transparantie van die overeenkomsten en de verenigbaarheid met de bepalingen van de Unie inzake energiezekerheid te versterken.

(2)  Het doel van de strategie voor de energie-unie, die de Commissie op 25 februari 2015 heeft goedgekeurd3, is de consumenten betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden. Dit kan worden bereikt wanneer het energie-, handels- en buitenlands beleid op coherente en consistente wijze worden gevoerd. Preciezer gezegd, de strategie voor de energie-unie benadrukt dat volledige inachtneming van het recht van de Unie bij het sluiten van overeenkomsten voor het afnemen van energie uit derde landen, een belangrijk onderdeel vormt voor het waarborgen van de energiezekerheid, voortbouwend op de reeds uitgevoerde analyse in de Europese strategie voor energiezekerheid van mei 20144. In dezelfde geest heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 19 maart 2015 er tevens toe opgeroepen dat alle overeenkomsten betreffende het aankopen van gas bij externe leveranciers volledig in overeenstemming zijn met het recht van de Unie, met name door de transparantie van die overeenkomsten en de verenigbaarheid met de bepalingen van de Unie inzake energiezekerheid te versterken. De Commissie moet er daarom naar streven om, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, te waarborgen dat dominante gasleveranciers in een bepaalde regio hun positie niet misbruiken in strijd met de antitrustregels van de Unie, waarbij met name gedacht moet worden aan het rekenen van oneerlijke prijzen in lidstaten alsook aan het gebruik van onderbrekingen van de voorziening als middel voor economische en politieke chantage.

____________________

____________________

3 COM(2015)80.

3 COM(2015)0080.

4 COM (2014)330.

4 COM (2014)0330.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 15 december 2015 getiteld "Naar een Europese energie-unie"1bis benadrukt dat er behoefte is aan een grotere coherentie met betrekking tot de externe energiezekerheid van de Unie en aan meer transparantie inzake overeenkomsten op energiegebied.

 

______________

 

1 bis  Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0444

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Een hoge mate van transparantie met betrekking tot overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied stelt de Unie in staat om gecoördineerde actie te ondernemen, in een geest van solidariteit, teneinde te waarborgen dat dergelijke overeenkomsten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en de energievoorziening op doeltreffende wijze veiligstellen. Deze transparantie zal ook een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van zowel nauwere samenwerking binnen de Unie op het gebied van de externe energiebetrekkingen als de beleidsdoelstellingen van de Unie op lange termijn met betrekking tot energie, klimaat en energievoorzieningszekerheid.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Om te voorkomen dat niet wordt voldaan aan het recht van de Unie en om de transparantie te vergroten, moeten de lidstaten de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis stellen van hun voornemen om onderhandelingen te openen met het oog op nieuwe intergouvernementele overeenkomsten of wijzigingen van bestaande intergouvernementele overeenkomsten. De Commissie moet regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben de Commissie uit te nodigen om als waarnemer aan de onderhandelingen deel te nemen.

(5)  Om niet-naleving van het recht van de Unie en de bepalingen inzake de energie-zekerheid van de Unie te voorkomen en om de transparantie te vergroten, moeten de lidstaten de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis stellen van hun voornemen om onderhandelingen te openen met het oog op nieuwe intergouvernementele overeenkomsten of wijzigingen van bestaande intergouvernementele overeenkomsten. De Commissie moet regelmatig en op adequate wijze worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. De Commissie moet als waarnemer deelnemen aan de onderhandelingen, indien zij dit noodzakelijk acht met het oog op de werking van de interne energiemarkt of de energievoorzieningszekerheid in de Unie. Lidstaten moeten in ieder geval de mogelijkheid hebben de Commissie uit te nodigen om als waarnemer aan de onderhandelingen deel te nemen.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Tijdens de onderhandelingen moet de Commissie de mogelijkheid hebben om te adviseren over de manier waarop onverenigbaarheid met het recht van de Unie kan worden voorkomen. Met name zou de Commissie samen met de lidstaten facultatieve standaardclausules of richtsnoeren kunnen ontwikkelen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben om de aandacht te vestigen op de beleidsdoelstellingen van het energiebeleid van de Unie en het beginsel van de solidariteit tussen de lidstaten, alsmede op de beleidsstandpunten die in de conclusies van de Raad of de Europese Raad zijn vastgesteld.

(6)  Tijdens de onderhandelingen over een intergouvernementele overeenkomst moet de Commissie de betrokken lidstaat adviseren over de manier waarop verenigbaarheid met het recht van de Unie gewaarborgd kan worden. Met name moet Commissie samen met de lidstaten facultatieve standaardclausules of richtsnoeren ontwikkelen, alsmede voorbeelden van ontwerpclausules die in beginsel vermeden moeten worden. Deze standaardclausules of richtsnoeren moeten dienen als referentie-instrument voor de bevoegde autoriteiten en moeten de transparantie en verenigbaarheid met het recht van de Unie verhogen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben om de aandacht van de betrokken lidstaat te vestigen op de relevante beleidsdoelstellingen van het energiebeleid van de Unie en het beginsel van de solidariteit tussen de lidstaten, alsmede op de beleidsstandpunten die in de conclusies van de Raad of de Europese Raad zijn vastgesteld.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie wordt voldaan, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid zonder onnodige vertragingen. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. De lidstaten moeten het nodige doen om een passende oplossing te vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie wordt voldaan en dat de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie worden geëerbiedigd, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst zo vroeg mogelijk (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van mogelijke problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid zonder onnodige vertragingen. De Commissie moet overwegen de vastgestelde termijnen voor haar beoordeling in te korten, met name indien een lidstaat daarom verzoekt. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. Deze beoordeling mag geen afbreuk doen aan de essentie of inhoud van intergouvernementele overeenkomsten, maar moet waarborgen dat zij voldoen aan het recht van de Unie. In geval van onverenigbaarheid moeten de lidstaten een passende oplossing vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  In het licht van de strategie voor de energie-unie, blijft transparantie met betrekking tot eerdere en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten van het allergrootste belang. De lidstaten moeten derhalve aan de Commissie kennis blijven geven van alle bestaande en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten, ongeacht of zij in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast in de zin van artikel 25 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, en van alle nieuwe intergouvernementele overeenkomsten.

(8)  In het licht van de strategie voor de energie-unie, blijft transparantie met betrekking tot eerdere en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten van het allergrootste belang en vormt zij een belangrijk element bij het waarborgen van een stabiele energievoorziening voor de Unie. De lidstaten moeten derhalve aan de Commissie kennis blijven geven van alle bestaande en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten, ongeacht of zij in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast in de zin van artikel 25 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, en van alle nieuwe intergouvernementele overeenkomsten.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)  De Commissie moet nagaan of intergouvernementele overeenkomsten die in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast vóór de inwerkingtreding van dit besluit verenigbaar zijn met het recht van de Unie, en de lidstaten hiervan in kennis stellen. In geval van onverenigbaarheid moeten de lidstaten het nodige doen om een passende oplossing te vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

(9)  De Commissie moet nagaan of intergouvernementele overeenkomsten die in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast vóór de inwerkingtreding van dit besluit verenigbaar zijn met het recht van de Unie, en de lidstaten hiervan in kennis stellen. Deze beoordeling mag geenszins afbreuk doen aan de essentie of inhoud van intergouvernementele overeenkomsten, maar moet waarborgen dat zij voldoen aan het recht van de Unie. In geval van onverenigbaarheid moeten de lidstaten een passende oplossing vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Dit besluit dient alleen van toepassing te zijn op intergouvernementele overeenkomsten die een effect hebben op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie. In geval van twijfel moeten de lidstaten de Commissie raadplegen. In beginsel hebben overeenkomsten die niet langer van kracht zijn of niet meer worden toegepast, geen effect op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; zij vallen derhalve niet onder dit besluit.

(10)  Dit besluit dient alleen van toepassing te zijn op intergouvernementele overeenkomsten die een potentieel effect hebben op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie. Een dergelijke overeenkomst kan betrekking hebben op de aankoop, handel, doorvoer, verkoop, opslag of levering van energie in of aan ten minste één lidstaat, of de aanleg of exploitatie van energie-infrastructuur met een fysieke verbinding met ten minste één lidstaat. In geval van twijfel moeten de lidstaten de Commissie onverwijld raadplegen. Overeenkomsten die niet langer van kracht zijn of niet meer worden toegepast dienen derhalve in beginsel niet onder dit besluit te vallen.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  De vraag of een instrument, of delen daarvan, bindende werking heeft en niet de formele benaming van het instrument moet bepalen of het instrument voor de toepassing van dit besluit aangemerkt moet worden als een intergouvernementele overeenkomst of, als het geen bindende werking heeft, als een niet bindend instrument.

Motivering

Het is belangrijk om te benadrukken dat de inhoud van een document en niet de formele benaming ervan bepaalt om wat voor soort document het gaat.

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  De lidstaten brengen niet alleen door het sluiten van intergouvernementele overeenkomsten betrekkingen met derde landen tot stand, maar ook door middel van niet-bindende instrumenten. Ook al betreft het juridisch niet-bindende instrumenten, toch kunnen zij worden gebruikt om een gedetailleerd kader voor de energie-infrastructuur en de energievoorziening vast te stellen. In dit verband kunnen niet-bindende instrumenten voor de interne energiemarkt soortgelijke gevolgen hebben als intergouvernementele overeenkomsten, aangezien de invoering ervan zou kunnen leiden tot een schending van het recht van de Unie. Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot alle maatregelen die door de lidstaten worden toegepast en die een effect kunnen hebben op de interne energiemarkt en de energiezekerheid, moeten de lidstaten de Commissie derhalve achteraf ook in kennis stellen van de betrokken niet-bindende instrumenten. De Commissie moet de ingediende niet-bindende instrumenten beoordelen en, in voorkomend geval, de lidstaat daarvan in kennis stellen.

(11)  De lidstaten brengen niet alleen door het sluiten van intergouvernementele overeenkomsten betrekkingen met derde landen tot stand, maar ook door middel van niet-bindende instrumenten. Ook al betreft het juridisch niet-bindende instrumenten, toch kunnen zij worden gebruikt om een gedetailleerd kader voor de energie-infrastructuur en de energievoorziening vast te stellen. In dit verband kunnen niet-bindende instrumenten voor de interne energiemarkt soortgelijke gevolgen hebben als intergouvernementele overeenkomsten, aangezien de invoering ervan zou kunnen leiden tot een schending van het recht van de Unie. Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot alle maatregelen die door de lidstaten worden toegepast en die een effect kunnen hebben op de interne energiemarkt en de energiezekerheid, moeten de lidstaten de Commissie derhalve ook van de betrokken niet-bindende instrumenten vooraf in kennis stellen. De Commissie moet de ingediende niet-bindende instrumenten beoordelen en, in voorkomend geval, de lidstaat daarvan in kennis stellen.

Amendement     14

Voorstel voor een besluit

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten die in hun geheel moeten worden gemeld bij de Commissie op grond van andere wetgeving van de Unie, of die betrekking hebben op aangelegenheden zoals die in het kader van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, vallen niet onder dit besluit.

(12)  Intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten die in hun geheel moeten worden gemeld bij de Commissie op grond van andere wetgeving van de Unie, of die betrekking hebben op aangelegenheden in het kader van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, vallen niet onder dit besluit.

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Dit besluit mag geen verplichtingen scheppen ten aanzien van overeenkomsten tussen ondernemingen. De lidstaten mogen de Commissie evenwel op vrijwillige basis in kennis stellen van dergelijke overeenkomsten die uitdrukkelijk worden genoemd in intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten.

(13)  Dit besluit mag geen verplichtingen scheppen ten aanzien van overeenkomsten die uitsluitend tussen ondernemingen zijn gesloten. De lidstaten moeten er evenwel toe worden verplicht om, met volledige inachtneming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie, de Commissie in kennis te stellen van dergelijke overeenkomsten als deze uitdrukkelijk worden genoemd in intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten.

Amendement     16

Voorstel voor een besluit

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  De Commissie moet informatie die zij heeft ontvangen in beveiligde elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten stellen. De Commissie moet verzoeken van lidstaten eerbiedigen om bij haar ingediende informatie vertrouwelijk te behandelen. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling mogen echter niet de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie beperken, aangezien de Commissie voor haar eigen beoordelingen volledige informatie nodig heeft. De Commissie dient ervoor verantwoordelijk te zijn dat de inachtneming van de vertrouwelijkheidsclausule wordt gewaarborgd. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling dienen het recht op toegang tot documenten dat is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad11, onverlet te laten.

(14)  De Commissie moet informatie die zij heeft ontvangen over intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten in beveiligde elektronische vorm ter beschikking stellen van alle andere lidstaten, teneinde de coördinatie en transparantie tussen de lidstaten te verhogen en zo hun onderhandelingspositie ten opzichte van derde landen te versterken. De Commissie moet verzoeken van lidstaten eerbiedigen om bij haar ingediende informatie vertrouwelijk te behandelen. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling mogen echter niet de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie beperken, aangezien de Commissie voor haar eigen beoordelingen volledige informatie nodig heeft. De Commissie dient ervoor verantwoordelijk te zijn dat de inachtneming van de vertrouwelijkheidsclausule wordt gewaarborgd. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling dienen het recht op toegang tot documenten dat is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad11, onverlet te laten.

_________________

_________________

11 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

11 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

Amendement    17

Voorstel voor een besluit

Overweging 15

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Indien een lidstaat een intergouvernementele overeenkomst als vertrouwelijk beschouwt, verstrekt hij de Commissie een samenvatting die aan de overige lidstaten kan worden toegezonden.

(15)  Indien een lidstaat een intergouvernementele overeenkomst als vertrouwelijk beschouwt, verstrekt hij de Commissie een samenvatting van de belangrijkste elementen en relevante clausules, inclusief beperkingen, die aan de overige lidstaten kan worden toegezonden.

Amendement    18

Voorstel voor een besluit

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie, zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve standaardclausules opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Het gebruik van deze standaardclausules is bedoeld om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten strijdig zijn met het recht van de Unie, in het bijzonder de wetgeving inzake de interne energiemarkt en de mededingingswetgeving, of strijdig zijn met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud moet aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie in samenwerking met de lidstaten en zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve standaardclausules opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen, alsmede een lijst met voorbeelden van clausules die niet stroken met het recht van de Unie of de doelstellingen van de energie-unie en die in beginsel moeten worden vermeden. Het gebruik van deze standaardclausules moet ervoor zorgen dat intergouvernementele overeenkomsten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud en structuur moeten aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

Amendement     19

Voorstel voor een besluit

Overweging 17

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(17)  De verbeterde wederzijdse kennis van bestaande en nieuwe intergouvernementele overeenkomsten en van niet-bindende instrumenten moet betere coördinatie op het gebied van energieaangelegenheden tussen de lidstaten, en tussen de lidstaten en de Commissie mogelijk maken. Door een dergelijke verbeterde coördinatie kunnen de lidstaten ten volle profiteren van het politieke en economische gewicht van de Unie en kan de Commissie oplossingen voorstellen voor eventuele problemen op het gebied van intergouvernementele overeenkomsten.

(17)  De verbeterde wederzijdse kennis van bestaande en nieuwe intergouvernementele overeenkomsten en van niet-bindende instrumenten moet de transparantie en coördinatie op het gebied van energieaangelegenheden tussen de lidstaten, en tussen de lidstaten en de Commissie verbeteren. Een betere transparantie en coördinatie is met name belangrijk voor lidstaten die steunen op interconnectie met een lidstaat die over een intergouvernementele overeenkomst onderhandelt. Door een dergelijke verbeterde coördinatie kunnen de lidstaten ten volle profiteren van het politieke en economische gewicht van de Unie en kunnen zij hun onderhandelingspositie ten opzichte van derde landen versterken, en kan de Commissie de energievoorzieningszekerheid in de Unie waarborgen.

Amendement    20

Voorstel voor een besluit

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18)  De Commissie dient de coördinatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken en te stimuleren om de algehele strategische rol van de Unie te versterken door een sterke en effectief gecoördineerde benadering ten aanzien van producerende, doorvoer- en afnemerlanden.

(18)  De Commissie moet de coördinatie tussen de lidstaten vergemakkelijken en waarborgen, met als doel de algehele strategische rol van de Unie op het gebied van energie te verbeteren door middel van een duidelijk omschreven en doeltreffend gecoördineerde langetermijnbenadering ten aanzien van producerende, doorvoer- en afnemerlanden.

Amendement    21

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt te optimaliseren.

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt te optimaliseren, de energievoorzieningszekerheid te waarborgen en een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie.

Amendement    22

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – alinea 1 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  "intergouvernementele overeenkomst": een juridisch bindende overeenkomst tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen die een effect heeft op de werking of het functioneren van de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; indien een dergelijke juridisch bindende overeenkomst echter ook betrekking heeft op andere aangelegenheden, worden uitsluitend de bepalingen die energie betreffen, inclusief de algemene bepalingen die op die energiegerelateerde bepalingen betrekking hebben, geacht een "intergouvernementele overeenkomst" te vormen;

(1)  "intergouvernementele overeenkomst": een juridisch bindende overeenkomst, ongeacht de formele benaming ervan, tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, waaronder internationale organisaties, ondernemingen waarvan een derde land de grootste belanghebbende is en ondernemingen waarbinnen het derde land een grote invloed heeft op het besluitvormingsproces, die een potentieel effect heeft op de werking of het functioneren van de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie, en die betrekking kan hebben op de aankoop, handel, doorvoer, verkoop, opslag of levering van energie in of aan ten minste één lidstaat, of de aanleg of exploitatie van energie-infrastructuur met een fysieke verbinding met ten minste één lidstaat; indien een dergelijke juridisch bindende overeenkomst echter ook betrekking heeft op andere aangelegenheden, worden uitsluitend de bepalingen die energie betreffen, inclusief de algemene bepalingen die op die energiegerelateerde bepalingen betrekking hebben, geacht een "intergouvernementele overeenkomst" te vormen;

Amendement    23

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – alinea 1 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

(3)  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling of exploitatie van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

Amendement     24

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 1 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Indien de betrokken lidstaat de Commissie een dergelijke kennisgeving met betrekking tot onderhandelingen doet, houdt hij de Commissie regelmatig op de hoogte van de voortgang van de onderhandelingen.

Als de betrokken lidstaat de Commissie een dergelijke kennisgeving met betrekking tot onderhandelingen heeft gedaan, houdt hij de Commissie regelmatig op de hoogte van de voortgang van de onderhandelingen.

Amendement     25

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De aan de Commissie verstrekte informatie omvat een vermelding van de bepalingen die tijdens de onderhandelingen zullen worden besproken, de doelstellingen van de onderhandelingen en andere relevante informatie overeenkomstig de bepalingen inzake vertrouwelijkheid als bedoeld in artikel 8.

Amendement     26

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 2 – alinea 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De Commissie stelt de ontvangen informatie, met uitzondering van gedeelten die overeenkomstig artikel 8 als vertrouwelijk moeten worden aangemerkt, samen met eventuele opmerkingen over onverenigbaarheid met het recht van de Unie, ter beschikking aan alle lidstaten om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de energie-unie worden verwezenlijkt.

Amendement     27

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 3 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Wanneer de geratificeerde intergouvernementele overeenkomst of wijziging van een bestaande intergouvernementele overeenkomst uitdrukkelijk naar andere teksten verwijst, doet de betrokken lidstaat de Commissie ook deze andere teksten toekomen, voor zover ze onderdelen bevatten die een effect kunnen hebben op de werking van de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie.

Wanneer de geratificeerde intergouvernementele overeenkomst of wijziging van een bestaande intergouvernementele overeenkomst uitdrukkelijk naar andere teksten verwijst, doet de betrokken lidstaat de Commissie ook deze andere teksten toekomen, voor zover ze elementen bevatten als bedoeld in artikel 2, lid 1.

Amendement    28

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 2 en 3 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

4.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 2 en 3 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten die uitsluitend tussen ondernemingen zijn gesloten.

 

De lidstaten raadplegen de Commissie onverwijld indien twijfel bestaat over de vraag of een overeenkomst geacht moet worden een intergouvernementele overeenkomst of een bestaande intergouvernementele overeenkomst te zijn en dus over de vraag of daarvan kennisgeving moet worden gedaan overeenkomstig de artikelen 3 en 6.

Amendement    29

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Indien een lidstaat de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 1, in kennis stelt van onderhandelingen, kan de Commissie de betrokken lidstaat adviseren over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of van de wijziging van een bestaande intergouvernementele overeenkomst met het recht van de Unie kan worden vermeden. Die lidstaat kan de Commissie ook verzoeken om bijstand tijdens die onderhandelingen.

1.  Indien een lidstaat de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 1, in kennis stelt van onderhandelingen, staat de Commissie de betrokken lidstaat bij met advies en verschaft zij richtsnoeren over de wijze waarop gewaarborgd kan worden dat de intergouvernementele overeenkomst of de wijziging waarover wordt onderhandeld in overeenstemming is met het recht van de Unie en de doelstellingen van de Unie inzake energiezekerheid.

Amendement    30

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Op verzoek van de betrokken lidstaat of op verzoek van de Commissie en met de schriftelijke toestemming van de betrokken lidstaat kan de Commissie als waarnemer bij de onderhandelingen aanwezig zijn.

2.  Indien de Commissie dit met het oog op de werking van de interne energiemarkt of de energievoorzieningszekerheid in de Unie noodzakelijk acht, neemt zij als waarnemer deel aan de onderhandelingen zonder de onderhandelingsvrijheid van de lidstaten te beperken. Een betrokken lidstaat kan de Commissie verzoeken hem tijdens die onderhandelingen bij te staan.

Amendement    31

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Wanneer de Commissie als waarnemer deelneemt, kan zij de betrokken lidstaat adviseren over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of de wijziging waarover wordt onderhandeld met het recht van de Unie kan worden vermeden.

3.  Tijdens de onderhandelingen adviseert de Commissie de betrokken lidstaat over de wijze waarop gewaarborgd kan worden dat de intergouvernementele overeenkomst of de wijziging waarover wordt onderhandeld in overeenstemming is met het recht van de Unie en strookt met de doelstellingen van de energie-unie. De vertegenwoordigers van de Commissie behandelen gevoelige informatie die zij tijdens de onderhandelingen ter kennis nemen met de noodzakelijke vertrouwelijkheid.

Amendement    32

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De Commissie deelt de betrokken lidstaat binnen zes weken na de datum van kennisgeving van het volledige ontwerp van intergouvernementele overeenkomst of van de ontwerpwijziging, met inbegrip van de bijlagen daarbij, overeenkomstig artikel 3, lid 2, mee of zij twijfels heeft betreffende de verenigbaarheid van de overeenkomst of de wijziging met het recht van de Unie, met name het recht van de Unie op het gebied van de interne energiemarkt en mededinging. De Commissie wordt geacht geen twijfels te hebben indien zij binnen die termijn niet reageert.

1.  De Commissie deelt de betrokken lidstaat binnen vier weken na de datum van kennisgeving van het volledige ontwerp van intergouvernementele overeenkomst of van de ontwerpwijziging, met inbegrip van de bijlagen daarbij, overeenkomstig artikel 3, lid 2, mee of zij twijfels heeft betreffende de verenigbaarheid van de overeenkomst of de wijziging met het recht van de Unie. De Commissie wordt geacht geen twijfels te hebben indien zij binnen die termijn niet reageert.

Amendement    33

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Indien de Commissie de betrokken lidstaat overeenkomstig lid 1 meedeelt dat zij twijfels heeft, brengt zij de betrokken lidstaat binnen twaalf weken na de datum van de in lid 1 bedoelde kennisgeving (de onderzoekstermijn) advies uit over de verenigbaarheid met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en de mededinging, van het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst of de ontwerpwijziging. De Commissie wordt geacht geen bezwaren te hebben gemaakt, indien zij binnen die termijn geen advies uitbrengt.

2.  Indien de Commissie de betrokken lidstaat overeenkomstig lid 1 meedeelt dat zij van oordeel is dat een intergouvernementele overeenkomst of de wijziging niet verenigbaar is met het recht van de Unie, doet zij de lidstaat binnen twaalf weken na de datum van de in lid 1 bedoelde kennisgeving een gedetailleerd advies toekomen. De Commissie wordt geacht geen bezwaren te hebben gemaakt, indien zij binnen die termijn geen advies uitbrengt.

Amendement    34

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Indien de betrokken lidstaat daarmee instemt, kunnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden verlengd. De in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden in overleg met de Commissie ingekort als de omstandigheden dat vereisen.

3.  Indien de betrokken lidstaat daarmee instemt, kunnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden verlengd. De in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden in overleg met de Commissie ingekort als de omstandigheden dat vereisen, om te waarborgen dat de onderhandelingen tijdig worden afgesloten.

Amendement    35

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 4 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, houdt de betrokken lidstaat zoveel mogelijk rekening met het in lid 2 bedoelde advies van de Commissie.

Voor de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, geeft de betrokken lidstaat aan op welke wijze hij aan het advies van de Commissie als bedoeld in lid 2 is tegemoetgekomen om de volledige eerbiediging van het recht van de Unie te waarborgen.

Amendement     36

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Uiterlijk [3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit] stellen de lidstaten de Commissie in kennis van alle bestaande intergouvernementele overeenkomsten, met inbegrip van de bijlagen daarbij en de amendementen daarop.

Uiterlijk [3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit] stellen de lidstaten de Commissie in kennis van alle bestaande intergouvernementele overeenkomsten, met inbegrip van de bijlagen daarbij en de amendementen daarop. Indien er aanwijzingen zijn dat het mogelijk nodig is om in de toekomst onderhandelingen te beginnen met een derde land, stellen de lidstaten de Commissie daarvan in kennis.

Amendement    37

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verplichting om de Commissie overeenkomstig dit lid in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

De verplichting om de Commissie overeenkomstig dit lid in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten die uitsluitend tussen ondernemingen zijn gesloten.

Amendement    38

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De Commissie beoordeelt intergouvernementele overeenkomsten waarvan overeenkomstig lid 1 of lid 2 kennis is gegeven. Indien de Commissie na haar eerste beoordeling twijfels heeft wat betreft de verenigbaarheid van die overeenkomsten met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en de mededinging, brengt de Commissie de betrokken lidstaten hiervan binnen negen maanden na kennisgeving van die overeenkomsten op de hoogte.

3.  De Commissie beoordeelt intergouvernementele overeenkomsten waarvan overeenkomstig lid 1 of lid 2 kennis is gegeven. Indien de Commissie na haar eerste beoordeling twijfels heeft wat betreft de verenigbaarheid van die overeenkomsten met het recht van de Unie, brengt zij de betrokken lidstaten hiervan binnen negen maanden na kennisgeving van die overeenkomsten op de hoogte.

Amendement    39

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  De beoordeling door de Commissie van intergouvernementele overeenkomsten en bestaande intergouvernementele overeenkomsten laat de toepassing van de regels van de Unie inzake inbreuken, overheidssteun en mededinging onverlet en doet geen afbreuk aan de beoordeling in het kader van die regels.

Amendement    40

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zodra een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

Voordat een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie tijdig in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

Amendement    41

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 1 en 2 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

3.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 1 en 2 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten die uitsluitend tussen ondernemingen zijn gesloten.

Amendement    42

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Indien de Commissie na haar eerste beoordeling van mening is dat de maatregelen ter uitvoering van de niet-bindende instrumenten waarvan zij op grond van de leden 1 en 2 in kennis is gesteld, strijdig zouden kunnen zijn met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en het mededingingsrecht, kan de Commissie de betrokken lidstaat daarvan op de hoogte brengen.

4.  De Commissie brengt de betrokken lidstaat op de hoogte van haar twijfels omtrent de verenigbaarheid van de maatregelen ter uitvoering van het niet-bindende instrument waarvan zij op grond van de leden 1 en 2 in kennis is gesteld, met het recht van de Unie of de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie.

 

4 bis.  Voor de ondertekening of ratificering van of de instemming met een niet-bindend instrument of een wijziging, geeft de betrokken lidstaat aan welk gevolg aan het advies van de Commissie is gegeven om ervoor te zorgen dat zijn uitvoeringsmaatregelen volledig in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en de doelstellingen van de Unie op het gebied van energiezekerheid.

 

Indien de Commissie binnen een termijn van vier weken na de kennisgeving niet reageert, wordt zij geacht geen twijfels te hebben. Het advies van de Commissie over niet-bindende instrumenten is niet bindend. Bij de ondertekening of ratificering van of de instemming met een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument, houdt de betrokken lidstaat echter zoveel mogelijk rekening met het advies van de Commissie en wijzigt zij de bepalingen van deze instrumenten die problemen opleveren.

 

4 ter.  De lidstaten raadplegen de Commissie onverwijld indien twijfel bestaat over de vraag of een instrument geacht moet worden een niet-bindend instrument of een bestaand niet-bindend instrument te zijn in de zin van dit besluit en dus over de vraag of daarvan kennisgeving moet worden gedaan.

Amendement     43

Voorstel voor een besluit

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Indien een lidstaat de informatie niet overeenkomstig lid 1 als vertrouwelijk heeft aangemerkt, stelt de Commissie deze informatie in beveiligde elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten.

2.  Indien een lidstaat de informatie niet overeenkomstig lid 1 als vertrouwelijk heeft aangemerkt, stelt de Commissie deze informatie, samen met de opmerking over eventuele onverenigbaarheid met het recht van de Unie, in beveiligde elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten.

Amendement    44

Voorstel voor een besluit

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis)  informatie met betrekking tot bepalingen die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de bevoegdheid van de Unie vallen.

Motivering

De rapporteur vindt dat eveneens bijzondere nadruk moet worden gelegd op de naleving wanneer het aangelegenheden betreft die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

Amendement     45

Voorstel voor een besluit

Artikel 8 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De Commissie stelt de in lid 3 bedoelde samenvatting in elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten.

4.  De Commissie stelt de in lid 3 bedoelde samenvatting in elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten, samen met haar opmerkingen over de verenigbaarheid met de energie-unie.

Amendement     46

Voorstel voor een besluit

Artikel 8 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Verzoeken om vertrouwelijke behandeling in het kader van dit artikel houden geen beperking in van de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie. De Commissie garandeert dat de toegang tot vertrouwelijke informatie strikt beperkt blijft tot de Commissiediensten die absoluut over deze informatie moeten kunnen beschikken.

5.  Verzoeken om vertrouwelijke behandeling in het kader van dit artikel houden geen beperking in van de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie. De Commissie garandeert dat de toegang tot vertrouwelijke informatie strikt beperkt blijft tot de Commissiediensten die absoluut over deze informatie moeten kunnen beschikken. De vertegenwoordigers van de Commissie die als waarnemers deelnemen aan onderhandelingen over intergouvernementele overeenkomsten behandelen gevoelige informatie die zij tijdens deze onderhandelingen ter kennis nemen met de noodzakelijke vertrouwelijkheid.

Amendement    47

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – alinea 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het verstrekken van advies en het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

Amendement    48

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – alinea 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  het ontwikkelen, op basis van beste praktijken en in overleg met de lidstaten, van facultatieve standaardclausules waarmee, indien zij worden toegepast, toekomstige intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten aanmerkelijk beter voldoen aan het recht van de Unie;

(c)  het ontwikkelen, uiterlijk ... [datum invullen: één jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit], op basis van beste praktijken en in overleg met de lidstaten, van facultatieve standaardclausules en richtsnoeren waarmee, indien zij worden toegepast, toekomstige intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten aanmerkelijk beter voldoen aan het recht van de Unie;

Amendement    49

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Uiterlijk … [datum invullen: één jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit], ontwikkelt de Commissie op basis van beste praktijken en na raadpleging van de lidstaten een geaggregeerde-gegevenssysteem, dat de vertrouwelijkheid van gevoelige informatie beschermt en een verhoogde transparantie van de belangrijkste onderdelen van intergouvernementele overeenkomsten waarborgt, teneinde een indicatieve benchmark te realiseren die door de lidstaten tijdens onderhandelingen kan worden gebruikt om misbruik van machtsposities door derde landen te voorkomen.

Amendement     50

Voorstel voor een besluit

Artikel 10 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Uiterlijk op 1 januari 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een verslag in over de toepassing van dit besluit.

1.  Uiterlijk [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's een verslag in over de toepassing van dit besluit.

TOELICHTING

Volgens de mededeling over de energie-unie vormt toegang tot zekere en duurzame energie tegen een concurrerende prijs voor alle Europeanen de belangrijkste component van een doeltreffend energiebeleid. Hieronder wordt besproken hoe een en ander in het IGO-voorstel aan de orde komt.

Energiezekerheid

Met betrekking tot energiezekerheid stelt de Commissie voor om niet-bindende instrumenten, zoals gezamenlijke verklaringen van EU-lidstaten en derde landen, na ondertekening aan beoordeling te onderwerpen. Dit staat in schril contrast met intergouvernementele energieovereenkomsten, die vóór ondertekening moeten worden onderzocht. Dergelijke documenten moeten door de Commissie worden beoordeeld alvorens zij groen licht krijgen. Dit zorgt niet alleen voor de noodzakelijke rechtszekerheid voor kapitaalintensieve investeringen, maar biedt ook een oplossing voor het probleem dat het binnen het EU-recht helaas ontbreekt aan een definitie van "energiezekerheid". Omdat dit begrip juridisch bijzonder moeilijk af te bakenen is, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om bij gerechtvaardigde zorgen in verband met de energiezekerheid in te grijpen. De precieze omvang van de betrokkenheid van de Commissie kan nader worden besproken om te zorgen voor een juiste afstemming op de behoeften van de lidstaten die lijden onder de dominantie van een leverancier die weigert aan de internemarktregels te voldoen. In dit kader moeten de geprivilegieerde landen van de EU solidariteit tonen met de minder geprivilegieerde landen. Als intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op dezelfde wijze worden getoetst, kan ook voorkomen worden dat partijen proberen de rechtsregels te omzeilen door de onderhandelingen te baseren op een minder intensief samenwerkingsmodel.

Mededinging

Voorafgaande toetsing van regelgevingsinstrumenten kan zorgen voor een goed functionerende interne markt zonder versnippering, en kan bijdragen aan eerlijker mededinging. De Commissie heeft geconstateerd dat onder het huidige IGO-besluit 17 intergouvernementele overeenkomsten niet verenigbaar waren met het EU-recht. Dit komt overeen met ongeveer een derde van de belangrijkste onderzochte overeenkomsten, namelijk overeenkomsten met betrekking tot infrastructuurprojecten of energievoorziening. Nadat zij deze onregelmatigheden had geconstateerd, heeft de Commissie besloten tegen geen van de betrokken lidstaten een inbreukprocedure in te leiden, omdat dit om politieke of juridische redenen te moeilijk bleek te zijn. Blijft het feit dat deze overeenkomsten de werking van de interne markt verstoren en schadelijk zijn voor het concurrentievermogen. Bovendien wordt hierdoor het vertrouwen van EU-landen die zien dat andere EU-landen overeenkomsten sluiten zonder daarbij de belangen van de Unie als geheel in het oog te houden, geschaad. Gelukkig is de Commissie erin geslaagd South Stream, de meest controversiële overeenkomst van deze aard, tegen te houden. Als South Stream wel was doorgegaan, zou dit de Europese diversificatie-inspanningen, waaronder de zuidelijke gascorridor (een van de belangrijkste investeringen van de EU op dit gebied) in gevaar hebben gebracht en zouden andere leveranciers dan Rusland van de markt zijn verdrongen. Het feit dat de Commissie het South Stream-project pas kon beoordelen op basis van de resultaten ervan, bracht de betrokken partijen in de problemen. Er waren immers reeds deals gesloten en investeringen gedaan. Dit is een extra argument voor meer transparantie tijdens onderhandelingen over energie. Immers, als alle lidstaten meer transparantie zouden betrachten, zouden investeringsrisico's worden uitgesloten en de middelen worden ingezet voor projecten die volledig in overeenstemming zijn met het EU-recht en met de doelstellingen inzake energiezekerheid.

Duurzaamheid

Het bezwaar is geuit dat duurzaamheid in het voorstel van de Commissie onvoldoende aan de orde komt, omdat de nadruk wordt gelegd op de invoer van energie in de EU, waardoor de EU nog afhankelijker wordt van externe energieleveranciers. Gesteld wordt dat de Commissie, gezien de inspanningen van de EU om de energie-efficiëntie te verhogen, de vraag naar gas wellicht te hoog inschat. Deze redenering klopt echter niet. De strategie voor verwarming en koeling is een belangrijk onderdeel van het pakket voor duurzame energie en energiezekerheid, dat uitsluitend gericht is op het matigen van de Europese vraag. Later dit jaar worden er concrete EU-wetgevingsinitiatieven verwacht. Het is belangrijk dat in het IGO-voorstel de nadruk wordt gelegd op de aanbodkant van de energiebalans. In dit verband moet niet vergeten worden dat gas een noodzakelijke overgangsbrandstof is op weg naar een koolstofarme toekomst. Als er fossiele brandstoffen geïmporteerd moeten worden, is gas de schoonste en dus de beste optie. Het is echter onjuist om te veronderstellen dat Europa de energie-invoer moet vergroten. Dit voorstel gaat niet alleen over het gasverbruik van Europa, maar ook, veel belangrijker, over invoerafhankelijkheid. In 2013 (de meest recente gegevens van Eurostat) bedroeg de invoerafhankelijkheid van Europa ongeveer 65% (ten opzichte van ongeveer 43% in 1995). De vraag naar ingevoerd gas blijft naar verwachting in ieder geval de twee komende decennia stabiel, omdat de binnenlandse productie van de EU volgens ENTSOG in de periode tot 2035 met 60% zal dalen. De conclusie is dat Europa de komende jaren veel gas zal betrekken van buiten de EU, en dat daarom de Europese diversificatie-inspanningen gemaximaliseerd moeten worden.

Energiebeleid op een tweesprong

De EU heeft dringend behoefte aan succes. Geplaagd door crises op het gebied van migratie enerzijds en de eurozone anderzijds, zou de EU gebaat zijn bij een nieuwe impuls voor de Europese integratie, om weer vooruitgang te kunnen boeken. Energie is een terrein waarop de mogelijkheden van de EU nog grotendeels onbenut zijn gebleven. Hier kan verandering in worden gebracht door de grondbeginselen waar het integratieproject op is gebaseerd, te weten solidariteit en wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten, toe te passen op toekomstige Europese activiteiten op energiegebied. We hebben nu een unieke kans om een fundamenteel ander soort wetgeving vast te stellen om te laten zien dat Europa op het gebied van energie met één stem spreekt. Als we daar niet in slagen, bestaat het serieuze gevaar dat dit cruciale beleidsterrein niet bijdraagt aan de Europese integratie, maar de lidstaten juist verder uiteendrijft.

ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken (14.9.2016)

aan de Commissie industrie, onderzoek en energie

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en tot intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU
(COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD))

Rapporteur voor advies: Eduard Kukan

AMENDEMENTEN

De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Voor de goede werking van de interne energiemarkt is het nodig dat de energie die in de Unie wordt ingevoerd, volledig onderworpen is aan de regels voor de interne energiemarkt. Een interne energiemarkt die niet correct functioneert, plaatst de Unie in een kwetsbare en onvoordelige positie wat betreft energievoorzieningszekerheid, en doet afbreuk aan de potentiële voordelen van die markt voor de consumenten en het bedrijfsleven in Europa.

(1)  Voor de goede werking van de interne energiemarkt is het nodig dat de energie die in de Unie wordt ingevoerd, volledig onderworpen is aan de regels voor de interne energiemarkt. Transparantie en naleving van de Uniewetgeving vormen belangrijke elementen bij het waarborgen van een stabiele energievoorziening voor de Unie. Een interne energiemarkt die niet correct functioneert, plaatst de Unie in een kwetsbare en onvoordelige positie wat betreft energievoorzieningszekerheid, en doet afbreuk aan de potentiële voordelen van die markt voor de consumenten en het bedrijfsleven in Europa.

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(1 bis)  Om de energievoorziening van de Unie te waarborgen is het noodzakelijk energiebronnen te diversifiëren en nieuwe energie-interconnecties tussen de lidstaten tot stand te brengen. Tegelijkertijd is het van essentieel belang dat de samenwerking inzake energiezekerheid met de buurlanden van de Unie, met strategische partners en ook tussen de instellingen van de Unie onderling wordt versterkt.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Het doel van de strategie voor de energie-unie, die de Commissie op 25 februari 20153 heeft goedgekeurd, is de consumenten betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden. Preciezer gezegd, de strategie voor de energie-unie benadrukt dat volledige inachtneming van het recht van de Unie bij het sluiten van overeenkomsten voor het afnemen van energie uit derde landen, een belangrijk onderdeel vormt voor het waarborgen van de energiezekerheid, voortbouwend op de reeds uitgevoerde analyse in de Europese strategie voor energiezekerheid van mei 20144. In dezelfde geest heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 19 maart 2015 er tevens toe opgeroepen dat alle overeenkomsten betreffende het aankopen van gas bij externe leveranciers volledig in overeenstemming zijn met het recht van de Unie, met name door de transparantie van die overeenkomsten en de verenigbaarheid met de bepalingen van de Unie inzake energiezekerheid te versterken.

(2)  Het doel van de strategie voor de energie-unie, die de Commissie op 25 februari 20153 heeft goedgekeurd, is de consumenten betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden. Dit kan worden bereikt, wanneer het energie-, handels- en buitenlands beleid op coherente en consistente wijze wordt gevoerd. Preciezer gezegd, de strategie voor de energie-unie benadrukt dat volledige inachtneming van het recht van de Unie bij het sluiten van overeenkomsten voor het afnemen van energie uit derde landen, een belangrijk onderdeel vormt voor het waarborgen van de energiezekerheid, voortbouwend op de reeds uitgevoerde analyse in de Europese strategie voor energiezekerheid van mei 20144. In dezelfde geest heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 19 maart 2015 er tevens toe opgeroepen dat alle overeenkomsten betreffende het aankopen van gas bij externe leveranciers volledig in overeenstemming zijn met het recht van de Unie, met name door de transparantie van die overeenkomsten en de verenigbaarheid met de bepalingen van de Unie inzake energiezekerheid te versterken. Gezien het bovenstaande moet de Commissie ernaar streven om, binnen haar bevoegdheden en in overeenstemming met de regels inzake subsidiariteit en evenredigheid, te waarborgen dat dominante gasleveranciers in een bepaalde regio hun positie niet misbruiken in strijd met de concurrentieregels van de Unie, waarbij met name gewezen moet worden op het rekenen van oneerlijke prijzen in lidstaten alsook op het gebruik van onderbrekingen van de voorziening als middel voor economische en politieke chantage.

____________________

____________________

3 COM(2015)80.

3 COM(2015)0080.

4 COM (2014)330.

4 COM (2014)0330.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  In dit verband heeft het Europees Parlement in zijn resolutie van 15 december 2015 getiteld "Naar een Europese energie-unie"1a de nadruk gelegd op de noodzaak van een grotere coherentie in de externe energiezekerheid van de Unie en van een grotere transparantie in overeenkomsten op energiegebied.

 

____________________

 

Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0444.

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(4 bis)  Een hoge mate van transparantie met betrekking tot overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied stelt de Unie in staat om gecoördineerde actie te ondernemen, in een geest van solidariteit, teneinde te waarborgen dat dergelijke overeenkomsten in overeenstemming zijn met het recht van de Unie en de energievoorziening op doeltreffende wijze veiligstellen. Dergelijke transparantie zou ook gunstig moeten zijn voor het verwezenlijken van zowel nauwere samenwerking binnen de Unie op het gebied van de externe energiebetrekkingen als voor de beleidsdoelstellingen van de Unie op lange termijn met betrekking tot energie, klimaat en energievoorzieningszekerheid.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)  Om te voorkomen dat niet wordt voldaan aan het recht van de Unie en om de transparantie te vergroten, moeten de lidstaten de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis stellen van hun voornemen om onderhandelingen te openen met het oog op nieuwe intergouvernementele overeenkomsten of wijzigingen van bestaande intergouvernementele overeenkomsten. De Commissie moet regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben de Commissie uit te nodigen om als waarnemer aan de onderhandelingen deel te nemen.

(5)  Om te voorkomen dat niet wordt voldaan aan het recht van de Unie en bepalingen inzake de energiezekerheid van de Unie, en om de transparantie te vergroten, moeten de lidstaten de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis stellen van hun voornemen om onderhandelingen te openen met het oog op nieuwe intergouvernementele overeenkomsten of wijzigingen van bestaande intergouvernementele overeenkomsten. De Commissie moet regelmatig en op adequate wijze worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben de Commissie uit te nodigen om als waarnemer aan de onderhandelingen deel te nemen.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Tijdens de onderhandelingen moet de Commissie de mogelijkheid hebben om te adviseren over de manier waarop onverenigbaarheid met het recht van de Unie kan worden voorkomen. Met name zou de Commissie samen met de lidstaten facultatieve standaardclausules of richtsnoeren kunnen ontwikkelen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben om de aandacht te vestigen op de beleidsdoelstellingen van het energiebeleid van de Unie en het beginsel van de solidariteit tussen de lidstaten, alsmede op de beleidsstandpunten die in de conclusies van de Raad of de Europese Raad zijn vastgesteld.

(6)  Tijdens de onderhandelingen moet de Commissie de mogelijkheid hebben om de lidstaat of lidstaten te adviseren over de manier waarop onverenigbaarheid met het recht van de Unie kan worden voorkomen. Met name moet de Commissie samen met de lidstaten facultatieve standaardclausules of richtsnoeren ontwikkelen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben om de aandacht te vestigen op de doelstellingen van het energiebeleid van de Unie, met inbegrip van de doelstellingen op het gebied van energiezekerheid, en het beginsel van de solidariteit tussen de lidstaten, alsmede op de beleidsstandpunten die in de conclusies van de Raad of de Europese Raad zijn vastgesteld.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie wordt voldaan, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid zonder onnodige vertragingen. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. De lidstaten moeten het nodige doen om een passende oplossing te vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie en de bepalingen inzake energiezekerheid van de Unie wordt voldaan, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een hoge mate van rechtszekerheid. De Commissie dient, waar mogelijk, onnodige vertragingen bij de beoordeling te vermijden en rekening te houden met informatie die de lidstaten tijdens de onderhandelingen hebben verstrekt. Verder moet de Commissie ook onnodige vertragingen vermijden die een negatief effect kunnen hebben op de onderhandelingspositie van de lidstaat. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. Indien de Commissie van oordeel is dat een ontwerp van internationale overeenkomst onverenigbaar is met het recht van de Unie, moet de lidstaat in kwestie een passende oplossing vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  In het licht van de strategie voor de energie-unie, blijft transparantie met betrekking tot eerdere en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten van het allergrootste belang. De lidstaten moeten derhalve aan de Commissie kennis blijven geven van alle bestaande en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten, ongeacht of zij in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast in de zin van artikel 25 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, en van alle nieuwe intergouvernementele overeenkomsten.

(8)  In het licht van de strategie voor de energie-unie, blijft transparantie met betrekking tot eerdere en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten van het allergrootste belang en vormt zij een belangrijk element bij het waarborgen van een stabiele energievoorziening voor de Unie. De lidstaten moeten derhalve aan de Commissie kennis blijven geven van alle bestaande en toekomstige intergouvernementele overeenkomsten, ongeacht of zij in werking zijn getreden of voorlopig worden toegepast in de zin van artikel 25 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, en van alle nieuwe intergouvernementele overeenkomsten.

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Dit besluit dient alleen van toepassing te zijn op intergouvernementele overeenkomsten die een effect hebben op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie. In geval van twijfel moeten de lidstaten de Commissie raadplegen. In beginsel hebben overeenkomsten die niet langer van kracht zijn of niet meer worden toegepast, geen effect op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; zij vallen derhalve niet onder dit besluit.

(10)  Dit besluit dient alleen van toepassing te zijn op intergouvernementele overeenkomsten die een effect hebben op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie en in doorvoerlanden. In geval van twijfel moeten de lidstaten de Commissie raadplegen. In beginsel hebben overeenkomsten die niet langer van kracht zijn of niet meer worden toegepast, geen effect op de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; zij vallen derhalve niet onder dit besluit.

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  De lidstaten brengen niet alleen door het sluiten van intergouvernementele overeenkomsten betrekkingen met derde landen tot stand, maar ook door middel van niet-bindende instrumenten. Ook al betreft het juridisch niet-bindende instrumenten, toch kunnen zij worden gebruikt om een gedetailleerd kader voor de energie-infrastructuur en de energievoorziening vast te stellen. In dit verband kunnen niet-bindende instrumenten voor de interne energiemarkt soortgelijke gevolgen hebben als intergouvernementele overeenkomsten, aangezien de invoering ervan zou kunnen leiden tot een schending van het recht van de Unie. Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot alle maatregelen die door de lidstaten worden toegepast en die een effect kunnen hebben op de interne energiemarkt en de energiezekerheid, moeten de lidstaten de Commissie derhalve achteraf ook in kennis stellen van de betrokken niet-bindende instrumenten. De Commissie moet de ingediende niet-bindende instrumenten beoordelen en, in voorkomend geval, de lidstaat daarvan in kennis stellen.

(11)  De lidstaten brengen niet alleen door het sluiten van intergouvernementele overeenkomsten betrekkingen met derde landen tot stand, maar ook door middel van niet-bindende instrumenten. Ook al betreft het juridisch niet-bindende instrumenten, toch kunnen zij worden gebruikt om een gedetailleerd kader voor de energie-infrastructuur en de energievoorziening vast te stellen. In dit verband kunnen niet-bindende instrumenten voor de interne energiemarkt soortgelijke gevolgen hebben als intergouvernementele overeenkomsten, aangezien de invoering ervan zou kunnen leiden tot een schending van het recht van de Unie. Om voor meer transparantie te zorgen met betrekking tot alle maatregelen die door de lidstaten worden toegepast en die een effect kunnen hebben op de interne energiemarkt en de energiezekerheid, moeten de lidstaten de Commissie derhalve ook in kennis stellen van de betrokken niet-bindende instrumenten. De Commissie moet de ingediende niet-bindende instrumenten beoordelen en, in voorkomend geval, de lidstaat daarvan in kennis stellen.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Overweging 16

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie, zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve standaardclausules opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Het gebruik van deze standaardclausules is bedoeld om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten strijdig zijn met het recht van de Unie, in het bijzonder de wetgeving inzake de interne energiemarkt en de mededingingswetgeving, of strijdig zijn met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud moet aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie, in samenwerking met de lidstaten en zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve standaardclausules en een leidraad opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Het gebruik van deze standaardclausules is bedoeld om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten strijdig zijn met het recht van de Unie, in het bijzonder de wetgeving inzake de interne energiemarkt en de mededingingswetgeving, of strijdig zijn met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. De Commissie moet eveneens voorzien in richtsnoeren om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten onverenigbaar zijn met de energiezekerheidsdoelstellingen van de Unie. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud moet aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt te optimaliseren.

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt te optimaliseren en een continue energievoorziening in de Unie te waarborgen.

Amendement    14

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – lid 1 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

(3)  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling of exploitatie van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Indien een lidstaat de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 1, in kennis stelt van onderhandelingen, kan de Commissie de betrokken lidstaat adviseren over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of van de wijziging van een bestaande intergouvernementele overeenkomst met het recht van de Unie kan worden vermeden. Die lidstaat kan de Commissie ook verzoeken om bijstand tijdens die onderhandelingen.

1.  Indien een lidstaat de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 1, in kennis stelt van onderhandelingen, kan de Commissie de betrokken lidstaat adviseren en richtsnoeren verschaffen over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of van de wijziging van een bestaande intergouvernementele overeenkomst met het recht van de Unie kan worden vermeden. Die lidstaat kan de Commissie ook verzoeken om bijstand tijdens die onderhandelingen.

Amendement    16

Voorstel voor een besluit

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Wanneer de Commissie als waarnemer deelneemt, kan zij de betrokken lidstaat adviseren over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of de wijziging waarover wordt onderhandeld met het recht van de Unie kan worden vermeden.

3.  Wanneer de Commissie als waarnemer deelneemt, kan zij de betrokken lidstaat adviseren en richtsnoeren verschaffen over de wijze waarop onverenigbaarheid van de intergouvernementele overeenkomst of de wijziging waarover wordt onderhandeld met het recht van de Unie en de energiezekerheidsdoelstellingen van de Unie kan worden vermeden.

Amendement    17

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 4 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, houdt de betrokken lidstaat zoveel mogelijk rekening met het in lid 2 bedoelde advies van de Commissie.

Vóór de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, houdt de betrokken lidstaat zoveel mogelijk rekening met het in lid 2 bedoelde advies van de Commissie.

Amendement    18

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Zodra een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

Voordat een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

Amendement    19

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het verstrekken van adviezen en het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

Amendement    20

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – lid 1 – letter c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  het ontwikkelen, op basis van beste praktijken en in overleg met de lidstaten, van facultatieve standaardclausules waarmee, indien zij worden toegepast, toekomstige intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten aanmerkelijk beter voldoen aan het recht van de Unie;

(c)  het ontwikkelen, op basis van beste praktijken en in overleg met de lidstaten, van facultatieve standaardclausules en richtsnoeren waarmee, indien zij worden toegepast, toekomstige intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten aanmerkelijk beter voldoen aan het recht van de Unie;

PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU

Document- en procedurenummers

COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ITRE

7.3.2016

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

AFET

7.3.2016

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Eduard Kukan

15.3.2016

Behandeling in de commissie

14.6.2016

12.7.2016

 

 

Datum goedkeuring

12.9.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

7

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Lars Adaktusson, Michèle Alliot-Marie, Nikos Androulakis, Francisco Assis, Petras Auštrevičius, Elmar Brok, Klaus Buchner, James Carver, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Arnaud Danjean, Georgios Epitideios, Knut Fleckenstein, Eugen Freund, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Afzal Khan, Eduard Kukan, Ilhan Kyuchyuk, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Andrejs Mamikins, Ramona Nicole Mănescu, David McAllister, Demetris Papadakis, Alojz Peterle, Tonino Picula, Kati Piri, Cristian Dan Preda, Sofia Sakorafa, Jacek Saryusz-Wolski, Jaromír Štětina, Charles Tannock, Miguel Urbán Crespo, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Reinhard Bütikofer, Othmar Karas, Javi López, Marietje Schaake, Traian Ungureanu

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Heidi Hautala

ADVIES van de Commissie internationale handel (26.9.2016)

aan de Commissie industrie, onderzoek en energie

inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en tot intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU
(COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD))

Rapporteur voor advies: Bendt Bendtsen

AMENDEMENTEN

De Commissie internationale handel verzoekt de ten principale bevoegde Commissie industrie, onderzoek en energie onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement    1

Voorstel voor een besluit

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 15 december 2015 getiteld "Naar een Europese energie-unie" benadrukt dat er behoefte is aan een grotere coherentie in de externe energiezekerheid van de Unie en aan een grotere transparantie in overeenkomsten op energiegebied1bis.

 

______________

 

1bis  Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0444.

Amendement    2

Voorstel voor een besluit

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie wordt voldaan, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid zonder onnodige vertragingen. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. De lidstaten moeten het nodige doen om een passende oplossing te vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

(7)  Om te garanderen dat aan het recht van de Unie en de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie wordt voldaan, moeten de lidstaten het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst (vooraf) aan de Commissie meedelen, voordat het voor de partijen juridisch bindend wordt. In een geest van samenwerking moet de Commissie de lidstaat helpen bij het identificeren van problemen ten aanzien van de vraag of het ontwerp van intergouvernementele overeenkomst dan wel de ontwerpwijziging aan het recht van de Unie voldoet. De betrokken lidstaat zou dan beter zijn voorbereid om een overeenkomst te sluiten die voldoet aan het recht van de Unie. De Commissie dient over voldoende tijd te beschikken voor een dergelijke beoordeling om te zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid zonder onnodige vertragingen, die de sluiting van de overeenkomst op het spel zouden kunnen zetten. Om ten volle te kunnen profiteren van de steun van de Commissie moeten de lidstaten afzien van het sluiten van een intergouvernementele overeenkomst totdat de Commissie de lidstaat binnen de gestelde termijn op de hoogte heeft gebracht van haar beoordeling. De lidstaten moeten het nodige doen om een passende oplossing te vinden om de vastgestelde onverenigbaarheid op te heffen.

Amendement    3

Voorstel voor een besluit

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Dit besluit mag geen verplichtingen scheppen ten aanzien van overeenkomsten tussen ondernemingen. De lidstaten mogen de Commissie evenwel op vrijwillige basis in kennis stellen van dergelijke overeenkomsten die uitdrukkelijk worden genoemd in intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten.

(13)  Dit besluit mag geen verplichtingen scheppen ten aanzien van overeenkomsten waarbij uitsluitend ondernemingen partij zijn. De lidstaten mogen de Commissie evenwel op vrijwillige basis in kennis stellen van alle dergelijke overeenkomsten die uitdrukkelijk worden genoemd in intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten. De lidstaten moeten de Commissie voorts in kennis stellen van overeenkomsten met ondernemingen uit derde landen waarvan een derde land een belangrijke belanghebbende is, wanneer deze uitdrukkelijk worden genoemd in intergouvernementele overeenkomsten of niet-bindende instrumenten.

Amendement    4

Voorstel voor een besluit

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  De Commissie moet informatie die zij heeft ontvangen in beveiligde elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten stellen. De Commissie moet verzoeken van lidstaten eerbiedigen om bij haar ingediende informatie vertrouwelijk te behandelen. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling mogen echter niet de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie beperken, aangezien de Commissie voor haar eigen beoordelingen volledige informatie nodig heeft. De Commissie dient ervoor verantwoordelijk te zijn dat de inachtneming van de vertrouwelijkheidsclausule wordt gewaarborgd. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling dienen het recht op toegang tot documenten dat is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad11, onverlet te laten.

(14)  De Commissie moet informatie die zij heeft ontvangen in beveiligde elektronische vorm ter beschikking van alle andere lidstaten stellen. De Commissie moet verzoeken van lidstaten eerbiedigen om bij haar ingediende informatie vertrouwelijk te behandelen om het niveau van vertrouwelijkheid te behouden dat noodzakelijk is om de belangen van de lidstaten tijdens de onderhandelingen met de andere partij te beschermen. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling mogen echter niet de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie beperken, aangezien de Commissie voor haar eigen beoordelingen volledige informatie nodig heeft. De Commissie dient ervoor verantwoordelijk te zijn dat de inachtneming van de vertrouwelijkheidsclausule wordt gewaarborgd. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling dienen het recht op toegang tot documenten dat is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad11, onverlet te laten.

_________________

_________________

11 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

11 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

Amendement    5

Voorstel voor een besluit

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Indien een lidstaat een intergouvernementele overeenkomst als vertrouwelijk beschouwt, verstrekt hij de Commissie een samenvatting die aan de overige lidstaten kan worden toegezonden.

(15)  Indien een lidstaat een intergouvernementele overeenkomst als vertrouwelijk beschouwt, verstrekt hij de Commissie een samenvatting met de voornaamste elementen en clausules ervan, inclusief de beperkingen, die aan de overige lidstaten kan worden toegezonden.

Amendement    6

Voorstel voor een besluit

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie, zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve standaardclausules opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen. Het gebruik van deze standaardclausules is bedoeld om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten strijdig zijn met het recht van de Unie, in het bijzonder de wetgeving inzake de interne energiemarkt en de mededingingswetgeving, of strijdig zijn met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud moet aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

(16)  Een permanente uitwisseling van informatie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten op communautair niveau moet de ontwikkeling van beste praktijken mogelijk maken. Op basis van deze beste praktijken moet de Commissie, zo nodig in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, wat het externe beleid van de Unie betreft, facultatieve positieve en negatieve standaardclausules opstellen voor gebruik in intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen om te helpen bij de wettelijke definitie van dergelijke overeenkomsten. Het gebruik van deze standaardclausules is bedoeld om te voorkomen dat intergouvernementele overeenkomsten strijdig zijn met het recht van de Unie, in het bijzonder de wetgeving inzake de interne energiemarkt en de mededingingswetgeving, of strijdig zijn met door de Unie gesloten internationale overeenkomsten. Het gebruik ervan moet facultatief zijn, en de inhoud moet aan elke bijzondere situatie aangepast kunnen worden.

Amendement    7

Voorstel voor een besluit

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18)  De Commissie dient de coördinatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken en te stimuleren om de algehele strategische rol van de Unie te versterken door een sterke en effectief gecoördineerde benadering ten aanzien van producerende, doorvoer- en afnemerlanden.

(18)  De Commissie dient de coördinatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken en te stimuleren om de algehele strategische rol van de Unie te versterken door een sterke en effectief gecoördineerde benadering ten aanzien van producerende, doorvoer- en afnemerlanden, en ook om te zorgen voor samenhang tussen de beginselen van het energiebeleid van de Unie en het gemeenschappelijk handelsbeleid.

Amendement    8

Voorstel voor een besluit

Artikel 1 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt te optimaliseren.

1.  Bij dit besluit wordt een mechanisme vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten op het gebied van energie, zoals bepaald in artikel 2, teneinde de werking van de interne energiemarkt, de energie-unie en de samenhang van de externe beleidsmaatregelen van de Unie op het vlak van energiezekerheid te optimaliseren.

Amendement    9

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  "intergouvernementele overeenkomst": een juridisch bindende overeenkomst tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen die een effect heeft op de werking of het functioneren van de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; indien een dergelijke juridisch bindende overeenkomst echter ook betrekking heeft op andere aangelegenheden, worden uitsluitend de bepalingen die energie betreffen, inclusief de algemene bepalingen die op die energiegerelateerde bepalingen betrekking hebben, geacht een "intergouvernementele overeenkomst" te vormen;

1.  "intergouvernementele overeenkomst": een juridisch bindende overeenkomst tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen of tussen één of meer lidstaten en één of meer ondernemingen uit derde landen waarvan een derde land een belangrijke belanghebbende is, die een effect heeft op de werking of het functioneren van de interne energiemarkt of op de energievoorzieningszekerheid in de Unie; indien een dergelijke juridisch bindende overeenkomst echter ook betrekking heeft op andere aangelegenheden, worden uitsluitend de bepalingen die energie betreffen, inclusief de algemene bepalingen die op die energiegerelateerde bepalingen betrekking hebben, geacht een "intergouvernementele overeenkomst" te vormen;

Amendement    10

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – punt 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

3.  "niet-bindend instrument": een juridisch niet-bindende regeling tussen één of meer lidstaten en één of meer derde landen of regionale organisaties, en tussen één of meer lidstaten en één of meer ondernemingen waarvan een deelnemend derde land een belangrijke belanghebbende is of waarin het een beslissingsbevoegdheid heeft, zoals een memorandum van overeenstemming, een gezamenlijke verklaring, een gezamenlijke ministersverklaring, een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijke gedragscode, waarin interpretaties van het recht van de Unie zijn opgenomen en de voorwaarden voor energievoorziening (zoals hoeveelheden en prijzen) of de ontwikkeling van energie-infrastructuur zijn vastgesteld;

Amendement    11

Voorstel voor een besluit

Artikel 3 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 2 en 3 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

4.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 2 en 3 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten waarbij uitsluitend ondernemingen partij zijn.

Amendement    12

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Indien de betrokken lidstaat daarmee instemt, kunnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden verlengd. De in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden in overleg met de Commissie ingekort als de omstandigheden dat vereisen.

3.  Indien de betrokken lidstaat daarmee instemt, kunnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden verlengd. De in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen worden in overleg met de Commissie ingekort als de omstandigheden dat vereisen, om te waarborgen dat de onderhandelingen tijdig worden afgesloten.

Amendement    13

Voorstel voor een besluit

Artikel 5 – lid 4 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, houdt de betrokken lidstaat zoveel mogelijk rekening met het in lid 2 bedoelde advies van de Commissie.

Vóór de ondertekening of ratificering van of de instemming met een intergouvernementele overeenkomst of een wijziging, geeft de betrokken lidstaat aan op welke wijze hij aan de in het in lid 2 bedoelde advies van de Commissie vermelde bezwaren is tegemoetgekomen om de inachtneming van het recht van de Unie en de doelstellingen van de energie-unie te waarborgen.

Amendement    14

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 1 – alinea 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De verplichting om de Commissie overeenkomstig dit lid in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

De verplichting om de Commissie overeenkomstig dit lid in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten waarbij uitsluitend ondernemingen partij zijn.

Amendement    15

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De Commissie beoordeelt intergouvernementele overeenkomsten waarvan overeenkomstig lid 1 of lid 2 kennis is gegeven. Indien de Commissie na haar eerste beoordeling twijfels heeft wat betreft de verenigbaarheid van die overeenkomsten met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en de mededinging, brengt de Commissie de betrokken lidstaten hiervan binnen negen maanden na kennisgeving van die overeenkomsten op de hoogte.

3.  De Commissie beoordeelt intergouvernementele overeenkomsten waarvan overeenkomstig lid 1 of lid 2 kennis is gegeven. Indien de Commissie na haar eerste beoordeling twijfels heeft wat betreft de verenigbaarheid van die overeenkomsten met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt, de mededinging en aangelegenheden die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de bevoegdheid van de Unie vallen, brengt de Commissie de betrokken lidstaten hiervan binnen negen maanden na kennisgeving van die overeenkomsten op de hoogte.

Motivering

De rapporteur vindt dat eveneens bijzondere nadruk moet worden gelegd op de naleving wanneer het aangelegenheden betreft die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

Amendement    16

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Zodra een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

1.  Voordat een niet-bindend instrument of een wijziging van een niet-bindend instrument wordt vastgesteld, stelt de betrokken lidstaat de Commissie in kennis van dat niet-bindende instrument of van die wijziging, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen.

Amendement    17

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 1 en 2 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen.

3.  De verplichting om de Commissie overeenkomstig de leden 1 en 2 in kennis te stellen, is niet van toepassing op overeenkomsten waarbij uitsluitend ondernemingen partij zijn.

Amendement    18

Voorstel voor een besluit

Artikel 7 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Indien de Commissie na haar eerste beoordeling van mening is dat de maatregelen ter uitvoering van de niet-bindende instrumenten waarvan zij op grond van de leden 1 en 2 in kennis is gesteld, strijdig zouden kunnen zijn met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en het mededingingsrecht, kan de Commissie de betrokken lidstaat daarvan op de hoogte brengen.

4.  Indien de Commissie na haar eerste beoordeling van mening is dat de maatregelen ter uitvoering van de niet-bindende instrumenten waarvan zij op grond van de leden 1 en 2 in kennis is gesteld, strijdig zouden kunnen zijn met het recht van de Unie, met name op het gebied van de interne energiemarkt en het mededingingsrecht, kan de Commissie de betrokken lidstaat daar binnen zes weken na de inkennisstelling van op de hoogte brengen. Binnen die periode gaat de lidstaat niet over tot ondertekening of anderszins de sluiting van het niet-bindende instrument. Het advies van de Commissie is niet bindend, maar de lidstaat kan de zorgen van de Commissie in aanmerking nemen.

Amendement    19

Voorstel voor een besluit

Artikel 8 – lid 3 – alinea 2 – letter e bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(e bis)  informatie met betrekking tot bepalingen die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de bevoegdheid van de Unie vallen.

Motivering

De rapporteur vindt dat eveneens bijzondere nadruk moet worden gelegd op de naleving wanneer het aangelegenheden betreft die in het kader van het gemeenschappelijk handelsbeleid onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

Amendement    20

Voorstel voor een besluit

Artikel 9 – letter b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

(b)  het identificeren van gemeenschappelijke problemen in verband met intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten, en het overwegen van passende maatregelen en zo nodig het verstrekken van adviezen en het aandragen van oplossingen voor deze problemen;

PROCEDURE VAN DE MEDEADVISERENDE COMMISSIE

Titel

Instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU

Document- en procedurenummers

COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD)

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ITRE

7.3.2016

 

 

 

Advies uitgebracht door

       Datum bekendmaking

INTA

7.3.2016

Rapporteur voor advies

       Datum benoeming

Bendt Bendtsen

14.3.2016

Behandeling in de commissie

13.7.2016

 

 

 

Datum goedkeuring

26.9.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

30

1

4

Bij de eindstemming aanwezige leden

Laima Liucija Andrikienė, David Campbell Bannerman, Daniel Caspary, Marielle de Sarnez, Eleonora Forenza, Karoline Graswander-Hainz, Alexander Graf Lambsdorff, Bernd Lange, David Martin, Emmanuel Maurel, Emma McClarkin, Anne-Marie Mineur, Sorin Moisă, Alessia Maria Mosca, Franz Obermayr, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Tokia Saïfi, Marietje Schaake, Helmut Scholz, Joachim Schuster, Joachim Starbatty, Iuliu Winkler, Jan Zahradil

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Eric Andrieu, Reimer Böge, José Bové, Edouard Ferrand, Gabriel Mato, Frédérique Ries, Lola Sánchez Caldentey, Jarosław Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Werner Kuhn, Verónica Lope Fontagné, Francisco José Millán Mon, Cláudia Monteiro de Aguiar, Milan Zver

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten en niet-bindende instrumenten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied en intrekking van Besluit nr. 994/2012/EU

Document- en procedurenummers

COM(2016)0053 – C8-0034/2016 – 2016/0031(COD)

Datum indiening bij EP

10.2.2016

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

ITRE

7.3.2016

 

 

 

Medeadviserende commissies

       Datum bekendmaking

AFET

7.3.2016

INTA

7.3.2016

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Zdzisław Krasnodębski

25.2.2016

 

 

 

Behandeling in de commissie

20.4.2016

4.7.2016

5.9.2016

 

Datum goedkeuring

13.10.2016

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

53

10

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nikolay Barekov, Bendt Bendtsen, Xabier Benito Ziluaga, José Blanco López, David Borrelli, Jerzy Buzek, Angelo Ciocca, Edward Czesak, Jakop Dalunde, Pilar del Castillo Vera, Christian Ehler, Fredrick Federley, Ashley Fox, Adam Gierek, Theresa Griffin, András Gyürk, Roger Helmer, Hans-Olaf Henkel, Eva Kaili, Kaja Kallas, Barbara Kappel, Krišjānis Kariņš, Seán Kelly, Jaromír Kohlíček, Zdzisław Krasnodębski, Miapetra Kumpula-Natri, Janusz Lewandowski, Ernest Maragall, Edouard Martin, Angelika Mlinar, Nadine Morano, Dan Nica, Morten Helveg Petersen, Miroslav Poche, Carolina Punset, Herbert Reul, Paul Rübig, Algirdas Saudargas, Jean-Luc Schaffhauser, Sergei Stanishev, Neoklis Sylikiotis, Antonio Tajani, Dario Tamburrano, Patrizia Toia, Evžen Tošenovský, Claude Turmes, Vladimir Urutchev, Henna Virkkunen, Martina Werner, Lieve Wierinck, Anna Záborská, Flavio Zanonato, Carlos Zorrinho

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Pilar Ayuso, Michał Boni, Rosa D’Amato, Esther de Lange, Cornelia Ernst, Francesc Gambús, Jens Geier, Benedek Jávor, Olle Ludvigsson, Vladimír Maňka, Marian-Jean Marinescu, Clare Moody, Maria Spyraki

Datum indiening

18.10.2016