VERSLAG over het verslag 2016 van de Commissie over Kosovo

9.3.2017 - (2016/2314(INI))

Commissie buitenlandse zaken
Rapporteur: Ulrike Lunacek


Procedure : 2016/2314(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0062/2017
Ingediende teksten :
A8-0062/2017
Aangenomen teksten :

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verslag 2016 van de Commissie over Kosovo

(2016/2314(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de conclusies van het voorzitterschap van de bijeenkomst van de Europese Raad van 19 en 20 juni 2003 in Thessaloniki over het vooruitzicht van de landen van de Westelijke Balkan op toetreding tot de Europese Unie,

–  gezien de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de EU en Kosovo, die op 1 april 2006 in werking is getreden,

–  gezien de ondertekening van een kaderovereenkomst met Kosovo inzake de deelname aan programma's van de Unie,

–  gezien de eerste overeenkomst met beginselen voor de normalisatie van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië, die op 19 april 2013 door de premiers Hashim Thaçi en Ivica Dačić is ondertekend, en gezien het actieplan ter uitvoering daarvan van 22 mei 2013,

–  gezien Besluit (GBVB) 2016/947 van de Raad van 14 juni 2016 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (Eulex Kosovo),

–  gezien de verslagen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties over de lopende activiteiten van de VN-missie voor interim-bestuur in Kosovo (UNMIK) en de daarmee verband houdende ontwikkelingen, met inbegrip van het meest recente verslag van 26 oktober 2016, en gezien het debat dat de Veiligheidsraad op 16 november 2016 over UNMIK heeft gehouden,

–  gezien de mededeling over het EU-uitbreidingsbeleid 2016 (COM(2016) 715), die de Commissie op 9 november 2016 heeft gepubliceerd,

–  gezien het verslag over Kosovo voor 2016 (SWD(2016) 363), dat de Commissie op 9 november 2016 heeft gepubliceerd,

–  gezien de beoordeling van het economische hervormingsprogramma van Kosovo voor de periode 2016-2018, die de Commissie op 18 april 2016 heeft gepubliceerd (SWD(2016) 134),

–  gezien de gezamenlijke conclusies van de economische en financiële dialoog tussen de EU en de Westelijke Balkan en Turkije van 26 mei 2016 (9500/2016),

–  gezien de Europese hervormingsagenda, die op 11 november 2016 in Pristina is gelanceerd,

–  gezien de conclusies van het Raadsvoorzitterschap van 13 december 2016 over het uitbreidingsproces en het stabilisatie- en associatieproces,

–  gezien de conclusies van de bijeenkomsten van de Raad Algemene Zaken van 7 december 2009, 14 december 2010 en 5 december 2011, waarin werd benadrukt, respectievelijk bevestigd dat ook Kosovo, onder voorbehoud van het standpunt van de lidstaten over de status van het land, op termijn in aanmerking moet komen voor visumliberalisering zodra aan alle voorwaarden is voldaan,

–  gezien het voorstel van de Commissie van 1 juni 2016 voor een verordening tot visumliberalisering voor burgers uit Kosovo (COM(2016) 277) en gezien het vierde verslag van de Commissie van 4 mei 2016 over de vooruitgang van Kosovo met de uitvoering van de vereisten van het stappenplan voor visumliberalisering (COM(2016) 276),

–  gezien resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad, het advies van het Internationaal Gerechtshof van 22 juli 2010 over de vraag of de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming is met het internationaal recht, en resolutie 64/298 van de Algemene Vergadering van de VN van 9 september 2010, waarin nota werd genomen van het advies van het Internationaal Gerechtshof en de bereidheid van de EU tot medewerking aan een dialoog tussen Servië en Kosovo werd verwelkomd,

–  gezien de gezamenlijke verklaringen van de interparlementaire bijeenkomsten EP-Kosovo van 28-29 mei 2008, 6-7 april 2009, 22-23 juni 2010, 20 mei 2011, 14-15 maart 2012, 30-31 oktober 2013 en 29-30 april 2015, de verklaringen en aanbevelingen die zijn aangenomen tijdens de eerste en tweede bijeenkomst van het Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité EU-Kosovo van respectievelijk 16-17 mei 2016 en 23-24 november 2016, en de eerste vergadering van de Stabilisatie- en Associatieraad van 25 november 2016,

–  gezien zijn eerdere resoluties,

–  gezien artikel 52 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0062/2017),

A.  overwegende dat 114 van de 193 lidstaten van de VN, waaronder 23 van de 28 lidstaten van de EU, de onafhankelijkheid van Kosovo erkennen;

B.  overwegende dat (potentiële) kandidaat-lidstaten worden beoordeeld op hun eigen verdiensten, en dat het tijdschema voor toetreding wordt bepaald door de snelheid en kwaliteit van de vereiste hervormingen;

C.  overwegende dat de EU meermaals heeft verklaard bereid te zijn de economische en politieke ontwikkeling van Kosovo via een duidelijk Europees perspectief te steunen, in overeenstemming met het Europese perspectief van de regio, en dat Kosovo laat zien Europese integratie na te streven;

D.  overwegende dat de rechtsstaat, de grondrechten, de versterking van de democratische instellingen, met inbegrip van de hervorming van de overheidsdiensten, alsmede economische ontwikkeling en mededinging, door de EU tot speerpunten van haar uitbreidingsbeleid zijn gemaakt;

E.  overwegende dat meer dan 90 % van de Kosovaren voor werkloosheid vreest en dat meer dan 30 % van de Kosovaarse bevolking tussen 0 en 120 EUR per maand verdient;

1.  is verheugd over de inwerkingtreding van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de EU en Kosovo op 1 april 2016, als eerste contractuele verbintenis en een essentiële stap ter voortzetting van het proces voor de integratie van Kosovo in de EU; is ingenomen met de Europese hervormingsagenda, waarmee op 11 november 2016 een begin is gemaakt, en met de vaststelling van de nationale strategie voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, als platform om de uitvoering ervan te bevorderen, en roept Kosovo op duidelijke politieke wil en vastberadenheid te blijven tonen om het overeengekomen stappenplan uit te voeren, met inbegrip van het opzetten van het coördinatiemechanisme voor de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, en de door deze overeenkomst op gang gebrachte positieve dynamiek te benutten om hervormingen uit te voeren en te institutionaliseren, de sociaal-economische ontwikkeling van Kosovo te verbeteren, op diverse gebieden samenwerking met de EU tot stand te brengen, waardoor tevens de integratie van de handel en de investeringen van Kosovo zou worden bevorderd, de betrekkingen met de buurlanden aan te halen en bij te dragen aan de stabiliteit in de regio; verzoekt de regering van Kosovo zich te concentreren op de uitvoering van de brede hervormingen zonder welke het land zijn verplichtingen krachtens de stabilisatie- en associatieovereenkomst niet zal kunnen nakomen; is verheugd dat op 23-24 november 2016 de tweede bijeenkomst van het Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité is gehouden en dat op 25 november 2016 de eerste bijeenkomst van de Stabilisatie- en Associatieraad EU-Kosovo is gehouden; merkt op dat het van essentieel belang is voor de democratische toekomst van Kosovo en voor de toekomst van het proces voor de integratie van Kosovo in de EU dat er in 2017 vrije, eerlijke en transparante gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden;

2.  spreekt zijn bezorgdheid uit over de aanhoudende extreme polarisatie van het politieke landschap; roept alle partijen ertoe op verantwoordelijkheid en eigen inbreng te tonen en de voorwaarden voor een vruchtbare, oplossings- en resultaatgerichte dialoog tot stand te brengen om de spanningen te doen afnemen en dringt er met name bij de oppositie op aan de samenwerking aan te gaan en een duurzaam compromis te bereiken om het land vooruitgang te helpen boeken op zijn Europese traject;

3.  dringt er bij de leiders van de Servische gemeenschap in Kosovo op aan hun plaats en rol in de instellingen van het land volledig zelf in handen te nemen en constructief en onafhankelijk van Belgrado op te treden, in het belang van alle inwoners van Kosovo, en roept Kosovo daarnaast op de toegang van Kosovaarse Serviërs tot de Kosovaarse instellingen te blijven ondersteunen; is in dit verband verheugd dat het Servische justitiële, politie- en burgerbeschermingspersoneel van Kosovo in het Kosovaarse systeem is geïntegreerd; roept de Kosovaarse autoriteiten op het wederzijds vertrouwen tussen gemeenschappen te blijven opbouwen en tegelijkertijd hun economische integratie te bevorderen;

4.  veroordeelt in de meest krachtige bewoordingen de gewelddadige verstoring van de activiteiten in het Kosovaarse parlement door een aantal oppositieleden in de eerste helft van 2016, is verheugd dat de oppositie weer deelneemt aan de parlementaire procedures over de meeste aangelegenheden, en is tevens ingenomen met de constructieve inzet van alle leden van de gemengde parlementaire delegatie van het Europees Parlement en het parlement van Kosovo; benadrukt het belang van politieke dialoog, de actieve en constructieve deelname van alle politieke partijen aan de besluitvormingsprocessen en onbelemmerde parlementaire werkzaamheden als essentiële voorwaarden voor vooruitgang in het proces van integratie in de EU;

5.  stelt met bezorgdheid vast dat er nog steeds geen minister voor Europese integratie is aangewezen en dat dit de samenhang en de doeltreffendheid van het beleid ter uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst ondermijnt; beklemtoont dat op weg naar integratie in de EU een strategische langetermijnvisie en aanhoudende inzet voor de goedkeuring en uitvoering van de noodzakelijke hervormingen vereist zijn;

6.  constateert dat vijf lidstaten Kosovo niet hebben erkend; onderstreept dat erkenning de normalisering van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië ten goede zou komen en de geloofwaardigheid van de EU in haar eigen buitenlands beleid zou vergroten; is ingenomen met de constructieve benadering van alle lidstaten wat betreft de bevordering en de versterking van de betrekkingen tussen de EU en Kosovo teneinde de sociaal-economische ontwikkeling, de rechtsstatelijkheid en de consolidering van de democratie in de hand te werken, ten voordele van de Kosovaarse bevolking; pleit voor een positieve benadering inzake de deelname van Kosovo aan internationale organisaties;

7.  is ingenomen met de door de Commissie voorgestelde visumliberalisering, wat voor Kosovo een zeer positieve stap op weg naar Europese integratie zou zijn; stelt verheugd vast dat zowel in de EU-lidstaten als in de Schengenlanden minder asielaanvragen worden ingediend door Kosovaarse burgers en is ingenomen met de invoering van het re-integratiefonds en de re-integratieprogramma's voor teruggekeerde Kosovaarse burgers; uit zijn bezorgdheid over de impasse in het parlement met betrekking tot de ratificatie van de grensovereenkomst met Montenegro, en benadrukt dat visumliberalisering slechts kan worden verleend wanneer Kosovo aan alle criteria voldoet, onder meer door goede resultaten te boeken op het gebied van veroordelingen op hoog niveau wegens corruptie en georganiseerde criminaliteit, daarbij aanzienlijk geholpen door het IT-volgsysteem voor prominente zaken, dat Kosovo inzet in het geval van zware criminaliteit en dat ook moet worden uitgebreid naar andere strafzaken; verzoekt de autoriteiten derhalve de inspanningen ter bestrijding van het witwassen van geld, illegaal wapenbezit en de drugs-, mensen- en wapenhandel op te voeren;

8.  acht het cruciaal dat het buitenlands en veiligheidsbeleid van Kosovo aansluit bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU;

9.  is verheugd over de geboekte voortgang bij de uitvoering van de verschillende overeenkomsten die sinds augustus 2016 zijn gesloten in het kader van de normalisering van de betrekkingen met Servië, na maanden van weinig of geen vooruitgang; benadrukt dat het voor de verdere succesvolle ontwikkeling van de dialoog tussen Pristina en Belgrado van essentieel belang is dat de overeenkomsten volledig worden uitgevoerd; verzoekt zowel Kosovo als Servië meer inzet en volgehouden politieke wil aan de dag te leggen inzake de normalisering van hun betrekkingen, en zich verre te houden van acties waardoor de tot dusver geboekte vooruitgang op het spel zou worden gezet; wijst erop dat dit een voorwaarde is voor toetreding tot de EU; neemt nota van enige vooruitgang in verband met andere technische kwesties, zoals kadasters, universitaire diploma's en nummerplaten, en in verband met de uitvoering van de overeenkomst over de brug van Mitrovica; heeft de ontwikkelingen in verband met de brug van Mitrovica met bezorgdheid gevolgd en staat achter de recente overeenkomst; is verheugd over de toekenning van een eigen internationale telefooncode aan Kosovo; herhaalt zijn verzoek aan de Europese Dienst voor extern optreden om de prestaties van de partijen bij de naleving van hun verplichtingen regelmatig te evalueren en aan het Europees Parlement verslag uit te brengen over zijn bevindingen; wijst erop dat de gesloten overeenkomsten ten goede moeten komen aan het dagelijks leven van de gewone burger; merkt op dat de dialoog geen duidelijke voordelen oplevert voor de bevolking van Kosovo en Servië en benadrukt dat, in het bijzonder in Noord-Kosovo, maximale transparantie aan de dag moeten worden gelegd ten aanzien van de resultaten van de dialoog; benadrukt het belang van goede nabuurschapsbetrekkingen met alle landen van de Westelijke Balkan;

10.  veroordeelt het sturen van een Servische nationalistische trein van Belgrado naar Noord-Kosovo ten zeerste; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over oorlogszuchtige uitspraken en tegen de EU gerichte retoriek; is voorts uiterst bezorgd over de arrestatie van Ramush Haradinaj, die plaatsvond op grond van een internationaal arrestatiebevel dat in 2004 door Servië werd uitgevaardigd krachtens zijn Wet inzake de organisatie en bevoegdheden van overheidsinstanties in rechtszaken in verband met oorlogsmisdaden; betreurt dat tot dusver misbruik is gemaakt van deze wet om burgers uit landen die tot voormalig Joegoslavië behoorden te vervolgen, zoals blijkt uit deze recente zaak; dringt er bij beide partijen op aan zich te onthouden van provocatieve maatregelen en niet-bevorderlijke retoriek die het normalisatieproces in de weg kunnen staan; verzoekt de EU, Kosovo en Servië deze kwesties constructief te bespreken in het kader van de onderhandelingen over hun toetreding tot de EU;

11.  wijst erop dat de vereniging van Servische gemeenten nog niet is opgericht, dat de statuten ervan nog moeten worden opgesteld, en dat de regering van Kosovo verantwoordelijk is voor de oprichting van de vereniging; roept Kosovo op de vereniging onverwijld op te richten in overeenstemming met de overeenkomst die in het kader van de door de EU gefaciliteerde dialoog is bereikt, en met de uitspraak van het Grondwettelijk Hof van Kosovo; moedigt de Kosovaarse autoriteiten in dit verband aan een werkgroep op hoog niveau in te stellen, met een duidelijk en termijngebonden mandaat om een voorstel in te dienen voor een statuut inzake parlementaire controle en inbreng van het publiek; uit zijn bezorgdheid over het feit dat er nog steeds parallelle structuren van Servië aanwezig zijn, mede vanwege voortdurende financiële steun van dat land, en vraagt om die te ontmantelen; spoort alle belanghebbenden ertoe aan een billijke en wederzijds aanvaardbare langetermijnoplossing voor de situatie van het mijncomplex van Trepca te vinden;

12.  roept de politieke krachten op de eerbiediging van de burgerlijke vrijheden en de veiligheid van de Servische gemeenschap en haar gebedshuizen te waarborgen;

13.  juicht de instelling van gespecialiseerde kamers en het gespecialiseerd openbaar ministerie van Kosovo in Den Haag toe als een essentiële stap om voor gerechtigheid en verzoening te zorgen; benadrukt dat getuigenbescherming van cruciaal belang is voor het welslagen van de bijzondere rechtbank en roept de autoriteiten derhalve op burgers in staat te stellen zonder angst voor vergelding hierop een beroep te doen; verzoekt de EU en de lidstaten de rechtbank te blijven steunen, onder meer door voldoende middelen beschikbaar te stellen; is ingenomen met de bereidheid van Nederland om de rechtbank te huisvesten;

14.  verzoekt Kosovo het probleem van de vermisten aan te pakken, onder meer door eigendomsrechten op doeltreffende wijze te waarborgen, de inbeslagname van eigendommen te verbieden en de terugkeer en re-integratie van ontheemden te waarborgen; roept Kosovo op te garanderen dat de slachtoffers van verkrachting tijdens de oorlog daadwerkelijk worden vergoed, zoals vastgesteld in het nationale actieplan; stelt met bezorgdheid vast dat er slechts langzaam vooruitgang wordt geboekt bij het onderzoek naar, de vervolging van en de veroordeling voor oorlogsmisdaden, waaronder gevallen van seksueel geweld tijdens de oorlog in Kosovo, in de jaren 1998-1999, en dringt er bij Kosovo op aan zijn inspanningen in dit verband op te voeren;

15.  betreurt dat het maatschappelijk middenveld niet regelmatig wordt geraadpleegd als onderdeel van het besluitvormingsproces; onderstreept de noodzaak om het maatschappelijk middenveld verder te versterken en vraagt de politieke wil te tonen om met het maatschappelijk middenveld samen te werken door de minimumnormen voor de raadpleging van het publiek toe te passen;

16.  roept de politieke krachten ertoe op de rechtsstaat te waarborgen, te eerbiedigen en te ondersteunen, en meer inspanningen te leveren om de rechtsstaat, inclusief de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, te versterken en daarbij een duidelijk onderscheid te maken tussen het legitieme streven van de burgers van Kosovo naar vrijheid en rechtvaardigheid en de daden van personen die oorlogsmisdaden zouden hebben begaan, welke door de bevoegde rechterlijke instanties naar behoren vervolgd moeten worden;

17.  merkt op dat de Ombudsman een begin heeft gemaakt met de tenuitvoerlegging van de wet inzake de Ombudsman van 2015, die voorziet in meer en betere rapportage, en dringt aan op de vaststelling van de desbetreffende afgeleide wetgeving; verzoekt het parlement en de regering van Kosovo om de financiële, functionele en organisatorische onafhankelijkheid van de Ombudsman te verzekeren, in overeenstemming met de internationale normen voor nationale mensenrechteninstellingen; dringt erop aan dat de regering gevolg geeft aan de verslagen en aanbevelingen van het bureau van de hoogste auditinstantie en de Ombudsman;

18.  onderstreept dat het bureau van de Ombudsman naar behoren moet kunnen functioneren, en dat ervoor moet worden gezorgd dat het over de nodige middelen beschikt om zijn taken uit te voeren;

19.  merkt op dat er weliswaar enige vooruitgang is geboekt bij het vaststellen van wetgeving voor de goede werking van de rechterlijke macht, maar dat de rechtsbedeling traag en inefficiënt blijft verlopen en wordt belemmerd door de resterende tekortkomingen van het strafrecht, het politieke en economische opportunisme, politieke inmenging, een gebrek aan verantwoordingsplicht en beperkte financiële en personele middelen, ook binnen het speciale openbaar ministerie; spoort Kosovo ertoe aan deze kwesties prioritair aan te pakken om rechtszekerheid ten aanzien van de eigendomsrechten van buitenlandse investeerders te verzekeren; neemt nota van de inspanningen die de politie en het openbaar ministerie hebben geleverd om de georganiseerde misdaad aan te pakken; waardeert de inspanningen van de bevoegde autoriteiten om de dood van Astrit Dehari in de gevangenis te onderzoeken en dringt er bij de bevoegde autoriteiten op aan het onderzoek af te ronden;

20.  is verheugd over de ondertekening van de kaderovereenkomst inzake de deelname van Kosovo aan EU-programma's en bepleit een zo snel mogelijke inwerkingtreding en correcte tenuitvoerlegging van de overeenkomst nadat deze door het Europees Parlement is goedgekeurd;

21.  uit zijn ernstige bezorgdheid over het gebrek aan vooruitgang inzake de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid, en over de toegenomen politieke inmenging en de druk en intimidatie ten aanzien van de media; is ernstig bezorgd over het toegenomen aantal rechtstreekse bedreigingen van en aanvallen op journalisten en de wijdverbreide zelfcensuur; dringt er bij de Kosovaarse autoriteiten op aan de vrijheid van meningsuiting volledig te erkennen en te beschermen, in overeenstemming met de EU-normen, een einde te maken aan de straffeloosheid voor aanvallen op journalisten en de verantwoordelijken voor de rechter te brengen; dringt er bij de regering op aan de onafhankelijkheid en levensvatbaarheid van de openbare omroep RTK te verzekeren en een passende financieringsregeling in te voeren; vraagt om degelijke wetgeving inzake auteursrecht vast te stellen en te zorgen voor transparantie ten aanzien van de eigendomsstructuur van media;

22.  verzoekt de Kosovaarse regering ervoor te zorgen dat gevallen van fysieke agressie en andere vormen van druk ten aanzien van journalisten onverwijld worden onderzocht en de toewijzing van rechtszaken door de rechterlijke macht te bespoedigen en te versterken, alle aanvallen tegen journalisten en media ondubbelzinnig te blijven veroordelen en transparantie over media-eigendom te verzekeren, om het groeiende risico van ongepaste druk op uitgevers en journalisten tegen te gaan;

23.  is verheugd over de overeenkomst die Kosovo en Servië op 30 november 2016 hebben gesloten over de laatste stappen voor de uitvoering van de in het kader van de dialoog van 9 februari 2015 bereikte overeenkomst inzake justitie, waardoor 's lands gerechtelijke instellingen op het hele grondgebied van Kosovo kunnen gaan optreden;

24.  benadrukt dat systemische corruptie indruist tegen de fundamentele EU-waarden van transparantie en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht; spreekt nogmaals zijn bezorgdheid uit over de zeer trage vooruitgang inzake de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad en roept op tot hernieuwde inspanningen en een duidelijke politieke wil voor het aanpakken van deze kwesties, die verhinderen dat er in de toekomst beduidende economische vooruitgang wordt geboekt; betreurt dat corruptie en georganiseerde misdaad in bepaalde gebieden van Kosovo, met name in het noorden, onbestraft blijven; maakt zich zorgen over het feit dat de staat van dienst inzake onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen pover blijft en dat zelden wordt overgegaan tot de inbeslagneming en verbeurdverklaring van criminele vermogensbestanddelen, hoewel dit een essentieel instrument is in de strijd tegen corruptie; beveelt daarom aan onverwijld over te gaan tot de bevriezing van tegoeden en het aantal definitieve inbeslagnames op te voeren; moedigt het Kosovaarse Agentschap voor corruptiebestrijding aan om bij onderzoeken een proactievere houding aan te nemen; geeft uiting aan zijn bezorgdheid dat er onvoldoende gereglementeerd toezicht is op de financiering van politieke partijen en campagnes; is van mening dat de wet inzake belangenconflicten in overeenstemming moet worden gebracht met de Europese normen en dat overheidsfunctionarissen die zijn aangeklaagd of veroordeeld wegens ernstige of corruptiegerelateerde misdrijven daadwerkelijk uit hun ambt moeten worden verwijderd; uit zijn bezorgdheid over het ontbreken van doeltreffende coördinatie tussen de instanties die bevoegd zijn voor het opsporen, onderzoeken en vervolgen van corruptiezaken; uit zijn ernstige bezorgdheid over de betrokkenheid van criminele gewapende groeperingen bij grensoverschrijdende criminele activiteiten en dringt aan op rechtstreekse en doeltreffende samenwerking tussen Kosovo en Servië, alsook tussen alle landen in de regio, bij de bestrijding van georganiseerde misdaad; benadrukt dat een Kosovaars lidmaatschap van Interpol en 's lands samenwerking met Europol deze inspanningen zouden vergemakkelijken;

25.  uit zijn bezorgdheid over het feit dat Kosovo een opslag- en doorvoerland voor harddrugs blijft; is bezorgd over het ontbreken van beveiligde opslag voor in beslag genomen drugs alvorens deze worden vernietigd; geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over het beperkte aantal veroordelingen in zaken tegen mensenhandel, ondanks het feit dat Kosovo land van herkomst, doorvoer en bestemming is van verhandelde vrouwen en kinderen; uit zijn bezorgdheid over het bestaan van gewapende groeperingen en hun betrokkenheid bij georganiseerde criminele activiteiten zoals wapensmokkel, alsook de straffeloosheid waarmee zij blijkbaar over de grenzen heen kunnen opereren;

26.  roept Kosovo op zich harder in te spannen om een einde te maken aan gendergerelateerd geweld en te garanderen dat vrouwen hun rechten ten volle kunnen genieten; dringt er bij de Kosovaarse instellingen op aan passende middelen toe te wijzen voor de uitvoering van de nationale strategie betreffende huiselijk geweld, welke internationale mechanismen zoals het Verdrag van Istanbul omvat; is ingenomen met de politieke steun op hoog niveau voor de rechten van LGBTI's; is verheugd dat er voor de tweede keer een Pride Parade heeft plaatsgevonden, maar wijst er nogmaals op dat angst in de LGBTI-gemeenschap wijdverbreid blijft;

27.  verzoekt de Kosovaarse autoriteiten gendermainstreaming tot prioriteit te maken en erop toe te zien dat de bestuursorganen en overheidsinstellingen hierin het voortouw nemen; maakt zich zorgen over de structurele uitdagingen die de tenuitvoerlegging van de wet inzake gendergelijkheid belemmeren, en acht het nog altijd verontrustend dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende functies; roept Kosovo op vrouwen steeds aan te moedigen om hooggeplaatste posities na te streven; uit zijn bezorgdheid over het lage aantal vrouwen dat onroerend goed bezit, en verzoekt de autoriteiten er actief op toe te zien dat de eigendomsrechten van vrouwen, met inbegrip van erfenisrechten, worden gewaarborgd; is ingenomen met de vaststelling van een nationale strategie inzake huiselijk geweld en roept op tot de volledige toepassing ervan om vooruitgang te boeken in de strijd tegen huiselijk en gendergerelateerd geweld; wijst nogmaals op het verband tussen seksueel geweld tijdens oorlogen en conflicten en de normalisering en hoge frequentie van gendergerelateerd geweld in landen in een postconflictsituatie, indien hiertegen geen passende maatregelen worden genomen; dringt er bij de autoriteiten op aan openlijk beschermingsmechanismen en opvangmaatregelen aan te moedigen en in te voeren ten behoeve van vrouwen die de stilte verbreken en huiselijk geweld aan de kaak stellen; moedigt het werk van ngo's ter zake aan;

28.  juicht de oprichting van de interministeriële coördinatiegroep voor de rechten van de mens in 2016 toe, maar wijst erop dat er meer moet worden gedaan om de rechten van alle minderheden in Kosovo, met inbegrip van de Roma, Ashkali, Gorani en Balkan-Egyptenaren, te beschermen, door de desbetreffende wetgeving volledig ten uitvoer te leggen en voldoende middelen toe te wijzen; verzoekt de bevoegde nationale en lokale autoriteiten prioritair alle nodige wettelijke en praktische maatregelen te treffen om discriminatie te beperken en de rechten van de diverse etnische minderheden, met inbegrip van hun culturele, taalkundige en eigendomsrechten, te bekrachtigen om bij te dragen tot de ontwikkeling van een multi-etnische samenleving; dringt er bij Kosovo op aan ervoor te zorgen dat terugkerende vluchtelingen, waaronder veel Roma, volledig worden geïntegreerd en dat hun rechten als burgers worden hersteld zodat ze niet langer staatloos zijn; verzoekt Kosovo een nieuwe strategie en een nieuw actieplan voor integratie van de Roma, Ashkali en Balkan-Egyptenaren aan te nemen;

29.  is blij met de toegenomen inspanningen ter bestrijding en preventie van gewelddadig extremisme en radicalisering en erkent dat Kosovo op dit gebied belangrijk werk heeft verricht; merkt op dat er veel buitenlandse strijders naar Kosovo zijn teruggekeerd, en verzoekt de autoriteiten erop toe te zien dat ze in de gaten worden gehouden en vervolgd, alsook een brede strategie uit te werken voor doeltreffend beleid met het oog op preventie, deradicalisering en, in voorkomend geval, re-integratie; dringt erop aan de stroom buitenlandse strijders verder in kaart te brengen, potentiële strijders tegen te houden en een eind te maken aan de ontraceerbare financiering voor radicalisering; onderstreept de noodzaak van doeltreffende gemeenschapsprogramma's om de grieven die gewelddadig extremisme en radicalisering aanwakkeren aan te pakken en betrekkingen op te bouwen die tolerantie en dialoog in de hand werken;

30.  is verheugd over de verbetering van de economische situatie en de toename van de belastinginkomsten, waardoor de regering meer middelen ter beschikking heeft om haar beleid uit te voeren; vraagt zich echter met bezorgdheid af of de Kosovaarse begroting wel duurzaam is, met name gezien de hoogte van de uitkeringen aan oorlogsveteranen, en dringt in dit verband aan op een hervorming van de desbetreffende wet, zoals overeengekomen met het Internationaal Monetair Fonds; herhaalt dat structurele sociaal-economische hervormingen van cruciaal belang zijn om langetermijngroei te ondersteunen; benadrukt dat de plaatselijke industrie dringend moet worden versterkt, terwijl ook aandacht moet worden besteed aan het concurrentievermogen van lokaal vervaardigde producten zodat die aan de invoernormen van de EU kunnen voldoen; maakt zich zorgen over de afhankelijkheid van overmakingen van migranten; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de ad-hocfinancieringsbesluiten die zijn genomen en die de noodzakelijke stabiliteit voor het bedrijfsleven in het gedrang brengen; wijst eens te meer op de noodzaak van een snellere registratieprocedure voor nieuwe ondernemingen, die momenteel gehinderd worden door een onbetrouwbare administratie, onderontwikkelde infrastructuur, een zwakke rechtsstaat en wijdverbreide corruptie; roept Kosovo op om gevolg te geven aan de aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie van de Small Business Act van de EU en regelgevingsimpactbeoordelingen in te voeren om de administratieve lasten voor kmo's te verminderen, en verzoekt de Commissie meer bijstand te verlenen aan kmo's; verzoekt Kosovo om de aanbevelingen van het programma voor economische hervormingen 2016-2018 en de op 11 november 2016 gelanceerde Europese hervormingsagenda volledig ten uitvoer te leggen;

31.  neemt met bezorgdheid kennis van de hoge werkloosheid, met name onder jongeren, en uit zijn bezorgdheid over de discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, met name bij de aanwerving; verzoekt Kosovo meer inspanningen te leveren om het werkgelegenheidspeil te verhogen en de arbeidsmarktomstandigheden te verbeteren; wijst erop dat het noodzakelijk is de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, onder meer door de leerkrachten beter op te leiden, de overgang van school naar werk te ondersteunen en studievaardigheden af te stemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt, hetgeen een essentiële stap is om de torenhoge jeugdwerkloosheid aan te pakken; vraagt dat meer inspanningen worden gedaan om gezamenlijk onderwijs voor alle bevolkingsgroepen in de Kosovaarse samenleving te bevorderen; wijst op de noodzaak om de toezichtmechanismen, met name de arbeidsinspectie en -rechtbanken, te verbeteren en via de Sociaal-Economische Raad van Kosovo de dialoog tussen overheidsinstellingen en sociale partners te versterken; verwelkomt de conclusies van de Top van Parijs in 2016 en de oprichting van het eerste regionale bureau voor jongerensamenwerking;

32.  betreurt dat Kosovo maar traag inspanningen levert om een passende en efficiënte bestuurlijke capaciteit op te bouwen, waardoor het land de aangenomen wetten niet volledig ten uitvoer kan leggen en de EU-middelen niet doeltreffend kan aanwenden; betreurt de endemische corruptie, de politieke inmenging en de politisering van het personeel in overheidsdiensten op alle niveaus, alsook het feit dat bij verschillende onafhankelijke instellingen en agentschappen ambten werden bezet op basis van politieke overtuiging, veeleer dan professionele criteria; pleit voor verdere inspanningen om te komen tot een op verdienste gebaseerd aanwervingssysteem, dat nodig is om doelmatige, doeltreffende en professioneel onafhankelijke overheidsdiensten te verzekeren; vraagt dat een onderzoek wordt ingesteld naar de recente beschuldigingen van politieke inmenging in de aanwervings- en besluitvormingsprocedures van overheidsorganen;

33.  merkt op dat de voorwaarden voor opdrachten in het kader van de pretoetredingssteun zo streng zijn dat Kosovaarse of regionale bedrijven vaak zelfs niet kunnen inschrijven; vraagt daarom bijzondere aandacht te besteden aan het begeleiden en adviseren van belangstellende stakeholders; dringt er bij de autoriteiten op aan de resterende steun die nog niet is geprogrammeerd te bestemmen voor projecten die een directe impact hebben op de economie van Kosovo;

34.  is ingenomen met de verlenging van het mandaat van Eulex Kosovo en verzoekt Kosovo actief te blijven meewerken zodat Eulex zijn mandaat volledig en ongehinderd kan uitvoeren; dringt erop aan dat de EU zich ook na 2018 blijft inspannen voor de verdere versterking van een onafhankelijk justitie-, politie- en douanestelsel zodat Kosovo deze functies volledig zelf kan gaan uitoefenen; dringt aan op een efficiënte en soepele overdracht van door Eulex-aanklagers behandelde rechtszaken aan nationale aanklagers, met de nodige garanties dat wie in het verleden het slachtoffer werd van schendingen recht heeft op waarheid, gerechtigheid en genoegdoening;

35.  stelt vast dat het strafrechtelijk onderzoek naar aantijgingen van corruptie bij de Eulex-missie is afgerond; spreekt zijn tevredenheid uit over het feit dat de betrokken EU-ambtenaren van iedere blaam zijn gezuiverd; dringt bij Eulex aan op meer doeltreffendheid, volledige transparantie en een grotere mate van verantwoordelijkheid bij de missie voor de duur van het mandaat, en op de volledige tenuitvoerlegging van alle aanbevelingen die onafhankelijk deskundige Jean Paul Jacqué in zijn verslag van 2014 heeft gedaan;

36.  constateert dat Kosovo tot dusver geen belangrijke doorgangsroute is geworden voor vluchtelingen en migranten op de Westelijke Balkanroute; verzoekt de Kosovaarse autoriteiten ervoor te zorgen dat vluchtelingen en migranten op doorreis worden behandeld in overeenstemming met het Europees en internationaal recht, inclusief het EU-Handvest van de grondrechten en het Vluchtelingenverdrag van 1951; herhaalt dat financiële steun, onder meer uit hoofde van IPA II, beschikbaar moet zijn en snel en doeltreffend moet kunnen worden gemobiliseerd en ingezet in crisis- en noodsituaties;

37.  juicht toe dat verschillende Servische religieuze en culturele sites die in 2004 helaas waren vernietigd, zoals de orthodoxe kathedraal, met Kosovaars overheidsgeld zijn gerenoveerd; verwelkomt de toezegging van Kosovo om culturele erfgoedsites te beschermen en verzoekt de autoriteiten alle VN-Verdragen inzake cultureel erfgoed op alle niveaus ten uitvoer te leggen, ongeacht de status van Kosovo ten aanzien van Unesco, door het vaststellen van een passende strategie en nationale wetgeving, en een passende bescherming en beheer van culturele erfgoedsites in heel Kosovo te verzekeren; is in dit verband ingenomen met het door de EU gefinancierde programma om kleine erfgoedlocaties te beschermen en weer op te bouwen, teneinde de interculturele en interreligieuze dialoog in alle multi-etnische gemeenten te bevorderen; herhaalt dat de ontwerpwet inzake de godsdienstvrijheid moet worden goedgekeurd en dat hierin gevolg moet worden gegeven aan de desbetreffende aanbevelingen van de Commissie van Venetië;

38.  is zeer ingenomen met het besluit van de Raad van Europa om Kosovo met ingang van januari 2017 de status van waarnemer toe te kennen tijdens zittingen van zijn Parlementaire Vergadering in verband met Kosovo; steunt de inspanningen van Kosovo om zich in de internationale gemeenschap te integreren; dringt in dit verband aan op de deelname van Kosovo aan alle belangrijke regionale en internationale organisaties en verzoekt Servië zich niet langer met dit proces te bemoeien;

39.  verzoekt de Kosovaarse autoriteiten een geloofwaardige energiestrategie voor de lange termijn en een dito wetgevingskader vast te stellen op basis van energie-efficiëntie, de diversificatie van energiebronnen en de ontwikkeling van hernieuwbare energie; onderstreept de noodzaak om verder te werken aan betrouwbare elektriciteitsnetten en de energiesector duurzamer te maken, zowel wat voorzieningszekerheid als wat milieunormen betreft; roept de autoriteiten op om het memorandum van overeenstemming tussen de zes landen van de Westelijke Balkan inzake de ontwikkeling van de regionale elektriciteitsmarkt en de vaststelling van een kader voor toekomstige samenwerking met andere landen te ondertekenen; wijst erop dat Kosovo in 2017 het voorzitterschap van het Energiegemeenschapsverdrag overneemt en herinnert de autoriteiten eraan dat Kosovo krachtens dit verdrag wettelijk verplicht is ervoor te zorgen dat 25 % van alle elektriciteit tegen 2020 afkomstig is van hernieuwbare energiebronnen; roept de regering op de overeenkomst om de energiecentrale Kosovo A te ontmantelen en de energiecentrale Kosovo B te renoveren te eerbiedigen en gebruik te maken van de 60 miljoen EUR die de EU daarvoor heeft toegewezen in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun; dringt aan op een waterkrachtstrategie voor de hele Westelijke Balkan;

40.  uit zijn bezorgdheid over de alarmerende luchtverontreiniging in Kosovo, met name in het stadsgebied van Pristina, en verzoekt de nationale en lokale autoriteiten om dringend passende noodmaatregelen te nemen; wijst erop dat de nationale strategie inzake luchtkwaliteit naar behoren ten uitvoer moet worden gelegd; vreest dat afvalbeheer een van de meest zichtbare problemen in Kosovo blijft, dat in de geldende wetgeving niet afdoende wordt aangepakt;

41.  is ingenomen met het nieuwe project voor spoorwegverbindingen in de corridor Oriënt/Oostelijke Middellandse Zee, dat een nieuwe spoorlijn en stations in Kosovo omvat en de enige verbinding vormt tussen Kosovo en de ruimere regio; verzoekt de regering van Kosovo de tenuitvoerlegging van dit project ten volle te ondersteunen;

42.  verwelkomt de inspanningen van de Commissie om de impasse in de onderlinge koppeling van de elektriciteitsnetten van Albanië en Kosovo, die al maandenlang door Servië wordt geblokkeerd, te doorbreken en dringt aan op constructieve samenwerking tussen de Servische en Kosovaarse elektriciteitsautoriteiten;

43.  verzoekt de Commissie om met alle landen van de Westelijke Balkan te blijven samenwerken aan migratiegerelateerde vraagstukken om ervoor te zorgen dat Europese en internationale normen worden nageleefd; is ingenomen met het in dit verband reeds verrichte werk;

44.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en de regering en de Nationale Assemblee van Kosovo.

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMINGIN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

28.2.2017

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

40

13

5

Bij de eindstemming aanwezige leden

Lars Adaktusson, Nikos Androulakis, Francisco Assis, Amjad Bashir, Mario Borghezio, Victor Boştinaru, Elmar Brok, James Carver, Fabio Massimo Castaldo, Lorenzo Cesa, Javier Couso Permuy, Andi Cristea, Georgios Epitideios, Knut Fleckenstein, Anna Elżbieta Fotyga, Eugen Freund, Michael Gahler, Iveta Grigule, Sandra Kalniete, Manolis Kefalogiannis, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, Eduard Kukan, Ryszard Antoni Legutko, Arne Lietz, Barbara Lochbihler, Sabine Lösing, Ulrike Lunacek, Andrejs Mamikins, Ramona Nicole Mănescu, Alex Mayer, David McAllister, Francisco José Millán Mon, Pier Antonio Panzeri, Demetris Papadakis, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, Tonino Picula, Kati Piri, Cristian Dan Preda, Jozo Radoš, Sofia Sakorafa, Alyn Smith, Jordi Solé, Jaromír Štětina, Dubravka Šuica, László Tőkés, Ivo Vajgl, Johannes Cornelis van Baalen, Hilde Vautmans, Anders Primdahl Vistisen

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Angel Dzhambazki, Takis Hadjigeorgiou, Urmas Paet, Igor Šoltes, Eleni Theocharous, Bodil Valero, Željana Zovko

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

40

+

ALDE

Iveta Grigule, Urmas Paet, Jozo Radoš, Ivo Vajgl, Hilde Vautmans, Johannes Cornelis van Baalen

ECR

Amjad Bashir, Angel Dzhambazki, Anna Elżbieta Fotyga, Ryszard Antoni Legutko, Eleni Theocharous

EFDD

Fabio Massimo Castaldo

PPE

Lars Adaktusson, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Michael Gahler, Sandra Kalniete, Tunne Kelam, Andrey Kovatchev, David McAllister, Alojz Peterle, László Tőkés, Željana Zovko, Jaromír Štětina, Dubravka Šuica

S&D

Francisco Assis, Victor Boştinaru, Eugen Freund, Arne Lietz, Andrejs Mamikins, Alex Mayer, Pier Antonio Panzeri, Tonino Picula, Kati Piri

Verts/ALE

Barbara Lochbihler, Ulrike Lunacek, Alyn Smith, Jordi Solé, Bodil Valero, Igor Šoltes

13

-

ECR

Anders Primdahl Vistisen

EFDD

James Carver

ENF

Mario Borghezio

GUE/NGL

Javier Couso Permuy, Takis Hadjigeorgiou, Sabine Lösing, Sofia Sakorafa

NI

Georgios Epitideios

PPE

Francisco José Millán Mon, Ramona Nicole Mănescu, Cristian Dan Preda

S&D

Andi Cristea, Ioan Mircea Paşcu

5

0

PPE

Manolis Kefalogiannis, Eduard Kukan

S&D

Nikos Androulakis, Knut Fleckenstein, Demetris Papadakis

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding