VERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen

9.1.2019 - (COM(2018)0241 – C8-0167/2018 – 2018/0114(COD)) - ***I

Commissie juridische zaken
Rapporteur: Evelyn Regner
Rapporteur voor advies (*):
Anthea McIntyre, Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
(*)  Procedure met medeverantwoordelijke commissies – artikel 54 van het Reglement


Procedure : 2018/0114(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0002/2019
Ingediende teksten :
A8-0002/2019
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen

(COM(2018)0241 – C8-0167/2018 – 2018/0114(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0241),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 50, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0167/2018),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en ook de adviezen van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0002/2019),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement    1

Voorstel voor een richtlijn

Overweging -1 (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1)  Het bestuurs- of leidinggevend orgaan moet erop toezien dat de vennootschap in het belang van de vennootschap wordt geleid, hetgeen inhoudt dat er rekening moet worden gehouden met de belangen van de deelnemers, de werknemers van de vennootschap en andere belanghebbenden, teneinde op de lange termijn duurzame waarde te scheppen.

Amendement    2

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(1)  Richtlijn (EU) nr. 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad41 regelt grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen. Deze regels vormen een belangrijke mijlpaal voor een betere werking van de eengemaakte markt voor vennootschappen en ondernemingen en de uitoefening van de vrijheid van vestiging. Bij het evalueren van deze regels is echter gebleken dat wijzigingen van de regels voor grensoverschrijdende fusies noodzakelijk zijn. Bovendien is het passend te voorzien in regels voor grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen.

(1)  Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad2 regelt grensoverschrijdende fusies van naamloze vennootschappen. Deze regels vormen enerzijds een belangrijke mijlpaal voor een betere werking van de eengemaakte markt voor vennootschappen en ondernemingen en de uitoefening van de vrijheid van vestiging, en bieden anderzijds passende bescherming aan belanghebbenden zoals werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders. Bij het evalueren van deze regels is echter gebleken dat wijzigingen van de regels voor grensoverschrijdende fusies noodzakelijk zijn, met name om te zorgen voor passende bescherming voor werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders. Bovendien is het passend te voorzien in regels voor grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen om de grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen te stimuleren en te zorgen voor een duidelijk, voorspelbaar, passend, actueel, inclusief en billijk rechtskader van de Unie voor vennootschappen.

_________________

_________________

2 Richtlijn (EU) nr. 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (codificatie) (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).

2 Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (codificatie) (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).

Amendement    3

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)  Vrijheid van vestiging is een van de fundamentele beginselen van het Unierecht. Overeenkomstig de tweede alinea van artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), gelezen in samenhang met artikel 54 VWEU, omvat de vrijheid van vestiging voor vennootschappen onder meer het recht om vennootschappen of ondernemingen op te richten volgens de voorwaarden waarin de wetgeving van de lidstaat van vestiging voorziet. Dit recht is door het Hof van Justitie van de Europese Unie uitgelegd als onder meer het recht van een overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat opgerichte vennootschap om zich om te zetten in een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat, voor zover is voldaan aan de vereisten van de wetgeving van die andere lidstaat, en meer bepaald aan het criterium dat door die andere lidstaat is gekozen voor de aanknoping van een vennootschap met zijn nationale rechtsorde.

(2)  Vrijheid van vestiging is een van de fundamentele beginselen van het Unierecht. Overeenkomstig de tweede alinea van artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), gelezen in samenhang met artikel 54 VWEU, omvat de vrijheid van vestiging voor vennootschappen onder meer het recht om vennootschappen of ondernemingen op te richten volgens de voorwaarden waarin de wetgeving van de lidstaat van vestiging voorziet. Dit recht is, in een uitlegging die de letterlijke tekst ruim overstijgt, door het Hof van Justitie van de Europese Unie uitgelegd als onder meer het recht van een overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat opgerichte vennootschap om zich om te zetten in een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat, voor zover is voldaan aan de vereisten van de wetgeving van die andere lidstaat, en meer bepaald aan het criterium dat door die andere lidstaat is gekozen voor de aanknoping van een vennootschap met zijn nationale rechtsorde. Voorts is het belangrijk rekening te houden met aanvullende elementen, zoals het bestaan van materiële economische criteria, teneinde misbruik van deze fundamentele vrijheid voor fraudedoeleinden te voorkomen.

Amendement    4

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)  De vrijheid van vestiging en de ontwikkeling van de interne markt zijn geen op zichzelf staande beginselen of doelstellingen van de Unie. Met name in het kader van deze richtlijn moeten ze altijd in evenwicht worden gebracht met de beginselen en doelstellingen van de Unie inzake sociale vooruitgang, de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid en de waarborging van een adequate sociale bescherming, zoals verankerd in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en artikel 9 VWEU. Het is daarom duidelijk dat de ontwikkeling van de interne markt moet bijdragen aan sociale cohesie en opwaartse sociale convergentie, en geen concurrentie tussen sociale stelsels mag aanwakkeren of druk mag uitoefenen op die stelsels om hun normen te verlagen.

Amendement    5

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 ter)  Hoewel de concurrentie op de interne markt en de vrijheid van vestiging belangrijke beginselen van de Unie zijn, is de vrijheid van vennootschappen om hun statutaire zetel van de ene lidstaat naar een andere over te brengen gebaseerd op een ongewenst systeem van concurrentie tussen lidstaten die wordt gevoed door een ongelijk speelveld als gevolg van verschillende nationale bepalingen op het gebied van sociaal en fiscaal beleid. Onrechtmatige omzettingen, fusies of splitsingen die kunstmatige regelingen of sociale dumping vormen, maar ook fiscale verplichtingen verminderen of de sociale rechten van werknemers aantasten moeten derhalve worden vermeden, teneinde de Verdragsbeginselen en -waarden in acht te nemen. De jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft helaas geleid tot het zeer verstrekkende recht op grensoverschrijdende omzetting, en de mogelijkheid voor bedrijven om hun statutaire zetel zonder hun kernactiviteiten te verhuizen heeft op haar beurt bijgedragen aan het onbegrip en de anti-Europese gevoelens van werknemers en andere belanghebbenden wat betreft deze problematische vorm van concurrentie.

Amendement    6

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 quater)  Het beleid van de Unie moet ook bijdragen aan de bevordering en versterking van de sociale dialoog in de zin van artikel 151 VWEU. Derhalve heeft deze richtlijn tevens ten doel de rechten van werknemers inzake informatie, raadpleging en medezeggenschap te waarborgen en ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen nooit gepaard gaat met aantasting van dergelijke rechten. Informatie, raadpleging en medezeggenschap van werknemers is cruciaal om grensoverschrijdende mobiliteit te doen slagen.

Amendement    7

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 quinquies)  Als eerste voorwaarde voor gemeenschappelijke regels inzake de mobiliteit van vennootschappen zou moeten gelden dat er gewerkt wordt aan de totstandkoming van een gemeenschappelijk en geconsolideerd stelsel van vennootschapsbelasting op het niveau van de Unie, en dat er in alle lidstaten voor gemeenschappelijke sociale minimumnormen gezorgd wordt, zodat eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld mogelijk worden zonder dat lidstaten of belanghebbenden benadeeld worden.

Amendement    8

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 2 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 sexies)  De vrijheid van vestiging mag ook op geen enkele manier afbreuk doen aan de beginselen inzake de bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, zoals neergelegd in artikel 310 VWEU.

Amendement    9

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)  Bij gebreke van harmonisatie van het Unierecht behoort de omschrijving van het element van aanknoping dat bepaalt onder welk nationaal recht een vennootschap valt, overeenkomstig artikel 54 VWEU tot de desbetreffende bevoegdheid van elke lidstaat. In artikel 54 VWEU worden de statutaire zetel, het hoofdbestuur en de hoofdvestiging van een vennootschap als element van aanknoping op gelijke voet geplaatst. Wanneer, zoals in rechtspraak is verduidelijkt42, de lidstaat waar de nieuwe vestiging plaatsvindt, namelijk de lidstaat van bestemming, alleen de verplaatsing van de statutaire zetel oplegt als element van aanknoping voor het bestaan van een vennootschap naar nationaal recht, sluit het feit op zich dat alleen de statutaire zetel (en niet het hoofdbestuur of de hoofdvestiging) wordt verplaatst, daarom niet uit dat de vrijheid van vestiging overeenkomstig artikel 49 VWEU kan worden toegepast. De keuze van een specifieke vennootschapsvorm in grensoverschrijdende fusies, omzettingen of splitsingen of de keuze van een lidstaat van vestiging zijn inherent aan de uitoefening in de eengemaakte markt van de door het VWEU gegarandeerde vrijheid van vestiging.

(3)  Bij gebreke van harmonisatie van het Unierecht behoort de omschrijving van het element van aanknoping dat bepaalt onder welk nationaal recht een vennootschap valt, overeenkomstig artikel 54 VWEU tot de desbetreffende bevoegdheid van elke lidstaat. In artikel 54 VWEU worden de statutaire zetel, het hoofdbestuur en de hoofdvestiging van een vennootschap als element van aanknoping op gelijke voet geplaatst. Gezien de tegenstrijdigheden die voortkomen uit de vrijheid van vestiging en de afwezigheid van een gelijk speelveld in de vorm van gemeenschappelijke, samenhangende sociale en fiscale regels tussen lidstaten, is het cruciaal een evenwicht te vinden tussen het recht van vennootschappen op omzetting, fusie en splitsing, en andere Verdragsbeginselen. Grensoverschrijdende omzettingen moeten worden toegestaan aan de vennootschap die haar statutaire zetel samen met haar hoofdkantoor verplaatst om een aanzienlijk deel van haar economische activiteit in de lidstaat van bestemming te kunnen nastreven.

_________________

 

42 Arrest van het Hof van 25 oktober 2017, Polbud – Wykonawstwo, C-106/16, ECLI:EU:C:2017:804, punt 29.

 

Amendement    10

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)  Door deze ontwikkelingen in de rechtspraak zijn voor vennootschappen en ondernemingen in de eengemaakte markt nieuwe kansen ontstaan om economische groei, daadwerkelijke concurrentie en productiviteit te bevorderen. Tegelijkertijd dient de doelstelling van een eengemaakte markt zonder interne grenzen voor vennootschappen ook in overeenstemming te worden gebracht met andere doelstellingen van Europese integratie zoals sociale bescherming (met name bescherming van werknemers), bescherming van schuldeisers en bescherming van aandeelhouders. Aangezien er geen geharmoniseerde regels bestaan die specifiek gelden voor grensoverschrijdende omzettingen, streven de lidstaten deze doelstellingen na met een aantal heterogene wettelijke regelingen en administratieve praktijken. Bijgevolg zijn vennootschappen reeds in staat grensoverschrijdende fusies aan te gaan maar krijgen zij met een aantal wettelijke of praktische moeilijkheden te maken wanneer zij een grensoverschrijdende omzetting willen aangaan. Voorts voorziet de nationale wetgeving van een groot aantal lidstaten in een procedure voor binnenlandse omzetting, maar wordt geen evenwaardige procedure geboden voor grensoverschrijdende omzettingen.

(4)  Door deze ontwikkelingen in de rechtspraak zijn voor vennootschappen en ondernemingen in de eengemaakte markt nieuwe kansen ontstaan om hun zakelijke activiteiten te intensiveren en zo economische groei, daadwerkelijke concurrentie en productiviteit te bevorderen. Doordat er echter geen sprake was van een gelijk speelveld in de vorm van samenhangende sociale en fiscale regels, gingen die ontwikkelingen gepaard met een wildgroei aan brievenbusmaatschappijen en onrechtmatige praktijken, waarbij kunstmatige constructies werden opgezet, verplichtingen op het gebied van belastingen en sociale zekerheid werden omzeild en de rechten van werknemers werden ondermijnd. De doelstelling van een eengemaakte markt zonder interne grenzen voor vennootschappen moet verenigbaar zijn met andere doelstellingen van Europese integratie, zoals sociale bescherming voor iedereen, overeenkomstig artikel 3, lid 3, VEU, alsook de artikelen 151 en 152 VWEU, de Europese pijler van sociale rechten en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, bescherming van de rechten van werknemers, bescherming van schuldeisers en bescherming van aandeelhouders, alsmede bestrijding van onregelmatigheden die ten koste gaan van de financiële belangen van de Unie, zoals het witwassen van geld of belastingontduiking. Aangezien er geen geharmoniseerde regels bestaan die specifiek gelden voor grensoverschrijdende omzettingen, hebben de lidstaten een aantal heterogene wettelijke regelingen en administratieve praktijken vastgesteld en daarmee op het gebied van rechtszekerheid een onbevredigende situatie tot stand gebracht die negatieve gevolgen heeft voor zowel vennootschappen en belanghebbenden als de lidstaten, evenals voor de bestrijding van onregelmatigheden die ten koste gaan van de financiële belangen van de Unie, zoals het witwassen van geld of belastingontduiking. Evenzo heeft de Unie zich ertoe verbonden het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te eerbiedigen. De vrijheid van vestiging mag in geen enkel opzicht andere door het VWEU gegarandeerde waarden en beginselen ondermijnen, zoals de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid en de waarborging van adequate sociale bescherming (artikel 9), de verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden en de dialoog tussen de sociale partners, de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken en de bestrijding van uitsluiting (artikel 151), de bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad (artikel 310). Bijgevolg zijn vennootschappen reeds in staat grensoverschrijdende fusies aan te gaan maar krijgen zij met een aantal wettelijke of praktische moeilijkheden te maken wanneer zij een grensoverschrijdende omzetting willen aangaan. Voorts voorziet de nationale wetgeving van een groot aantal lidstaten in een procedure voor binnenlandse omzetting, maar wordt geen evenwaardige procedure geboden voor grensoverschrijdende omzettingen.

Amendement    11

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)  Het is dan ook aangewezen te voorzien in procedurele en materiële regels voor grensoverschrijdende omzettingen die zullen bijdragen tot de afschaffing van de beperkingen op de vrijheid van vestiging en tegelijkertijd een passende en evenredige bescherming zullen bieden voor belanghebbenden zoals werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders.

(6)  Het is dan ook aangewezen te voorzien in geharmoniseerde procedurele en materiële regels van de Unie voor grensoverschrijdende omzettingen die de afschaffing van de beperkingen op de vrijheid van vestiging verder vergemakkelijken en tegelijkertijd het recht op een passende, uniforme en evenredige bescherming waarborgen voor belanghebbenden zoals schuldeisers en minderheidsaandeelhouders, en met name werknemers. Het is van essentieel belang dat de achterpoortjes worden gesloten en mogelijkheden tot misbruik in verband met belastingen, sociale zekerheid en de rechten van verschillende belanghebbenden worden voorkomen. Het is daarom van cruciaal belang dat de richting die het Hof van Justitie is ingeslagen, wordt aangepast en dat wordt verduidelijkt dat een vennootschap haar statutaire zetel niet mag verplaatsen zonder ook haar hoofdkantoor te verplaatsen om een aanzienlijk deel van haar economische activiteit in de lidstaat van bestemming te kunnen nastreven.

Amendement    12

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 bis)  De verdere ontwikkeling van de interne markt moet evenwichtig verlopen, hetgeen inhoudt dat geen afbreuk mag worden gedaan aan de essentiële waarden waarop onze samenlevingen gebaseerd zijn, en dat ervoor moet worden gezorgd dat alle burgers van de economische ontwikkeling kunnen profiteren.

Amendement    13

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 6 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(6 ter)  Bij deze richtlijn moeten minimumvoorschriften worden vastgesteld die van toepassing zijn in alle lidstaten, waarbij moet worden toegestaan en aangemoedigd dat de lidstaten voorzien in een gunstiger bescherming van werknemers.

Amendement    14

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)  Het recht om een bestaande vennootschap die in een andere lidstaat is opgericht, om te zetten in een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat kan in sommige omstandigheden ook worden gebruikt voor onrechtmatige doeleinden, zoals het omzeilen van arbeidsnormen, socialezekerheidsbetalingen, fiscale verplichtingen, rechten van schuldeisers of minderheidsaandeelhouders of regels voor werknemersparticipatie. Om dergelijke mogelijke misbruiken aan te pakken, als algemeen beginsel van Unierecht, moeten de lidstaten er zorg voor dragen dat vennootschappen de procedures voor grensoverschrijdende omzetting niet aanwenden om kunstmatige constructies op te zetten die tot doel hebben onterechte belastingvoordelen te verkrijgen of de wettelijke of contractuele rechten van werknemers, schuldeisers of deelnemers in de vennootschap aan te tasten. Aangezien het gaat om een afwijking van een fundamentele vrijheid, dient de strijd tegen misbruiken strikt te worden geïnterpreteerd en te worden gebaseerd op een individuele beoordeling van alle relevante omstandigheden. Er moet een procedureel en materieel kader worden opgesteld waarin de beoordelingsmarge en de diversiteit in de aanpak waarover de lidstaten in dat verband beschikken, worden omschreven en tegelijkertijd de regels worden bepaald om de maatregelen te stroomlijnen die de nationale instanties in overeenstemming met het Unierecht moeten nemen in de strijd tegen misbruiken.

(7)  Het recht om een bestaande vennootschap die in een andere lidstaat is opgericht, om te zetten in een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat mag in geen geval worden gebruikt voor onrechtmatige, frauduleuze of criminele doeleinden, zoals het ontduiken, ontwijken of omzeilen van arbeidsnormen, socialezekerheidsbetalingen, fiscale verplichtingen, rechten van schuldeisers of minderheidsaandeelhouders of regels voor werknemersmedezeggenschap. Om dergelijke mogelijke misbruiken aan te pakken, als algemeen beginsel van Unierecht, moeten de lidstaten er zorg voor dragen dat vennootschappen de procedures voor grensoverschrijdende omzetting niet aanwenden om kunstmatige constructies op te zetten. De lidstaten moeten daarnaast worden verplicht ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende omzettingen gepaard gaan met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, waaronder in de digitale sector, via een vaste vestiging in de lidstaat van bestemming voor onbepaalde tijd, om de oprichting van "brievenbusmaatschappijen" of "lege vennootschappen" met als doel het ontduiken, omzeilen of schenden van nationale en/of Uniewetgeving te voorkomen. De strijd tegen misbruiken dient te worden gebaseerd op een beoordeling van alle relevante omstandigheden. Er moet een procedureel en materieel kader worden opgesteld waarin de beoordelingsmarge en de diversiteit in de aanpak waarover de lidstaten in dat verband beschikken, worden omschreven en tegelijkertijd de regels worden bepaald om de maatregelen te stroomlijnen die de nationale instanties in overeenstemming met het Unierecht moeten nemen in de strijd tegen misbruiken.

Amendement    15

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)  Het aangaan van een grensoverschrijdende omzetting brengt mee dat de rechtsvorm van een vennootschap veranderingen ondergaat zonder dat haar rechtspersoonlijkheid verloren gaat. Dit mag echter niet betekenen dat de vereisten voor oprichting in de lidstaat van bestemming worden omzeild. Deze voorwaarden, waaronder de verplichting om een hoofdkantoor te hebben in de lidstaat van bestemming en de verplichtingen met betrekking tot het diskwalificeren van bestuurders, moeten door de vennootschap volledig worden nagekomen. Het toepassen van deze voorwaarden door de lidstaat van bestemming mag er echter niet toe leiden dat de continuïteit van de rechtspersoonlijkheid van de omgezette vennootschap wordt aangetast. Een vennootschap kan worden omgezet in ongeacht welke rechtsvorm die in de lidstaat van bestemming bestaat, in overeenstemming met artikel 49 VWEU.

(8)  Het aangaan van een grensoverschrijdende omzetting brengt mee dat de rechtsvorm van een vennootschap veranderingen ondergaat zonder dat haar rechtspersoonlijkheid verloren gaat of haar bedrijfscontracten opnieuw hoeven worden onderhandeld. Dit mag echter niet betekenen dat de vereisten voor oprichting in de lidstaat van bestemming worden omzeild. Deze voorwaarden, waaronder de verplichting om een hoofdkantoor te hebben in de lidstaat van bestemming en de verplichtingen met betrekking tot het diskwalificeren van bestuurders, moeten door de vennootschap volledig worden nagekomen. Het toepassen van deze voorwaarden door de lidstaat van bestemming mag er echter niet toe leiden dat de continuïteit van de rechtspersoonlijkheid van de omgezette vennootschap wordt aangetast. Een vennootschap kan worden omgezet in ongeacht welke gereguleerde rechtsvorm die in de lidstaat van bestemming bestaat, in overeenstemming met artikel 49 VWEU.

Amendement    16

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 8 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(8 bis)  Bij de beoordeling van de goede reputatie, eerlijkheid en integriteit van bestuurders van vennootschappen die een grensoverschrijdende omzetting of fusie aangaan, moet onverminderd de grondrechten rekening worden gehouden met alle strafrechtelijke of bestuurlijke antecedenten ter zake. In dit opzicht moet rekening worden gehouden met de soort veroordeling of tenlastelegging, de rol van de betrokkene, de opgelegde straf, de fase die de gerechtelijke procedure heeft bereikt en eventuele van kracht zijnde rehabilitatiemaatregelen. Ook moet rekening worden gehouden met de omstandigheden, met inbegrip van verzachtende omstandigheden, de ernst van eventuele delicten ter zake of van bestuurlijke of toezichtsmaatregelen, de tijd die is verstreken sinds de pleging van het delict, het gedrag van het desbetreffende lid sinds de pleging van het delict of de ingang van de maatregelen, en de relevantie van het delict of de maatregelen met betrekking tot de rol van het lid. Alle strafrechtelijke of bestuurlijke antecedenten moeten in acht worden genomen, waarbij ook moet worden gelet op de verjaringstermijnen uit hoofde van de nationale wetgeving. Onverminderd het vermoeden van onschuld, dat van toepassing is op strafrechtelijke procedures en andere grondrechten, moet bij de beoordeling ten minste rekening worden gehouden met de volgende factoren: veroordelingen of lopende vervolgingen voor een delict, en met name voor een delict dat strafbaar is op grond van wetgeving op het gebied van financiële, bank-, effecten- of verzekeringsactiviteiten, of wetgeving op het gebied van effectenmarkten of financiële of betaalinstrumenten, met inbegrip van wetgeving op het gebied van witwaspraktijken, corruptie, marktmanipulatie, handel met voorkennis of woekerpraktijken; delicten die verband houden met oplichting, fraude of financiële misdrijven; belastingmisdrijven en andere delicten die strafbaar zijn op grond van vennootschapswetgeving, met inbegrip van arbeids-, faillissements- en insolventiewetgeving en wetgeving ter bescherming van de consument.

Amendement    17

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)  Om mogelijk te maken dat in de procedure voor de grensoverschrijdende omzetting de legitieme belangen van alle belanghebbenden in aanmerking worden genomen, moet de vennootschap het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting openbaar maken. Dit moet de belangrijkste informatie over de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting bevatten, waaronder de beoogde nieuwe vennootschapsvorm, de oprichtingsakte en het voorgestelde tijdpad voor de omzetting. De leden, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat zij opmerkingen kunnen indienen over de voorgestelde omzetting.

(10)  Om mogelijk te maken dat in de procedure voor grensoverschrijdende omzetting de legitieme belangen van alle belanghebbenden in aanmerking worden genomen, moet de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, samen met, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau, het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting opstellen en dit voorstel openbaar maken. Werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau moeten ook worden betrokken bij de besluitvorming met betrekking tot het voorstel. Het voorstel moet de belangrijkste informatie over de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting bevatten, waaronder informatie over de beoogde nieuwe vennootschapsvorm, over de totale omzet en totale belastbare omzet van de vennootschap die de omzetting aangaat voor de laatste verslagperiode, over het bedrag van de winstbelasting dat is betaald door de vennootschap die de omzetting aangaat en haar dochterondernemingen en filialen, over de plaats en, in voorkomend geval, de datum van de verplaatsing van het hoofdkantoor van de vennootschap naar de lidstaat van bestemming, over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, het personeel, apparatuur, gebouwen en activa, alsook over het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten, over de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van werkzaamheden, over de lonen, over de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers bij in de Unie gevestigde dochterondernemingen en filialen van de vennootschap die de omzetting aangaat, alsook over de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau, de oprichtingsakte en het voorgestelde tijdpad voor de omzetting. De deelnemers, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat zij opmerkingen kunnen indienen over de voorgestelde omzetting. Voordat een besluit wordt genomen over het voorstel voor een grensoverschrijdende omzetting, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde omzetting. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moet ook dit orgaan dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    18

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)  Om de deelnemers in de vennootschap informatie te verschaffen, dient de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, een verslag op te stellen. In het verslag moet toelichting en motivering worden verstrekt omtrent de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting, met name de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de deelnemers in de vennootschap wat betreft de toekomstige activiteiten van de vennootschap en het strategisch plan van het beheersorgaan. Verder moeten de deelnemers in de vennootschap mogelijke rechtsmiddelen aangereikt worden indien zij niet zouden instemmen met het besluit om over te gaan tot een grensoverschrijdende omzetting. Dit verslag moet ook beschikbaar zijn voor de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat.

(11)  Om de deelnemers en werknemers in de vennootschap informatie te verschaffen, dient de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, een verslag op te stellen waarin de gevolgen van de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting worden toegelicht. In het verslag moet toelichting en motivering worden verstrekt omtrent de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting, en met name omtrent de redenen voor de grensoverschrijdende omzetting, de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de deelnemers in de vennootschap wat betreft de toekomstige activiteiten van de vennootschap en het strategisch plan van het leidinggevend orgaan. Verder moeten de deelnemers in de vennootschap mogelijke rechtsmiddelen aangereikt worden indien zij niet zouden instemmen met het besluit om over te gaan tot een grensoverschrijdende omzetting. Dit verslag moet ook beschikbaar zijn voor de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat. In het verslag moet met name worden toegelicht welke gevolgen de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting heeft voor de banen en de betrokkenheid van de werknemers, alsook voor de maatregelen die genomen moeten worden om deze in stand te houden. Daarnaast moet worden toegelicht of er zich materiële veranderingen voordoen in de dienstverbanden en in de vestigingsplaatsen van de vennootschappen, moet informatie worden verstrekt over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de uit de omzetting voortkomende vennootschap kunnen worden toegepast, en moet worden uitgelegd hoe elk van deze factoren van invloed zou zijn op de dochterondernemingen van de vennootschap. Dit vereiste mag echter niet worden toegepast indien alle werknemers van de vennootschap lid zijn van het bestuursorgaan. Voordat een besluit wordt genomen over het verslag, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde omzetting. Indien van toepassing, moet het overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG1 bis of Richtlijn 2001/86/EG1 ter met het oog op transnationale informatie en raadpleging opgerichte orgaan ook dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd. Het verslag moet worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG1 quater of Richtlijn 2009/38/EG.

 

_______________

 

1 bis Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

 

1 ter Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

 

1 quater Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Amendement    19

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, tijdig een advies ontvangt van de werknemersvertegenwoordigers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moeten de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte worden gebracht en moet dit advies aan het verslag worden gehecht. Het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, moet vóór de datum van de algemene vergadering een met redenen omkleed antwoord geven op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    20

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 11 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 ter)  Om het verslag te kunnen analyseren, moet de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat de werknemersvertegenwoordigers, de in de vennootschap vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, voorzien van de financiële en materiële middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten correct uit te oefenen, bijvoorbeeld het recht op toegang tot een met een wachtwoord beveiligde privécomputer, een beveiligde internetverbinding, vergaderzalen, alsook het recht op vergadertijd en op vergoeding van de organisatiekosten in verband met vergaderingen en, indien nodig, de kosten van vertolkingsvoorzieningen en verblijfs- en reiskosten.

Amendement    21

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)  Om haar werknemers informatie te verstrekken, dient de vennootschap die de omzetting aangaat, een verslag op te stellen waarin de gevolgen van de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting voor de werknemers worden toegelicht. In het verslag moet met name worden toegelicht welke gevolgen de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting heeft voor de instandhouding van de werkgelegenheid, of er zich materiële veranderingen voordoen in de dienstverbanden en in de vestigingsplaatsen van de onderneming en hoe elk van deze factoren van invloed zou zijn op de dochterondernemingen van de vennootschap. Dit vereiste hoeft echter niet te worden toegepast indien het bestuursorgaan van de vennootschap alleen uit werknemers van de vennootschap bestaat. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad43 of Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad44.

Schrappen

__________________

 

43 Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

 

44 Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (herschikking) (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

 

Amendement    22

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 bis)  Vennootschappen die volledig gebruik wensen te maken van de interne markt door middel van grensoverschrijdende omzettingen moeten als tegenprestatie een adequaat niveau van transparantie en goed vennootschapsbestuur nastreven. Openbare verslaglegging per land is een efficiënt en geschikt middel om de transparantie van de activiteiten van multinationale ondernemingen te bevorderen en het publiek in staat te stellen de impact op de reële economie te beoordelen. Hierdoor zullen de aandeelhouders ook de door de vennootschappen genomen risico's naar behoren kunnen evalueren, zullen investeringsstrategieën tot stand komen op basis van nauwkeurige informatie en zullen besluitvormers de doeltreffendheid en de impact van het nationaal recht beter kunnen beoordelen. Daarom moet vóór de uitvoering van de grensoverschrijdende activiteit een pakket van financiële informatie worden bekendgemaakt.

Amendement    23

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 ter)  De vrijheid van vestiging en de ontwikkeling van de interne markt zijn geen op zichzelf staande beginselen of doelstellingen van de Unie. Met name in het kader van deze richtlijn moeten ze altijd in evenwicht worden gebracht met de beginselen en doelstellingen van de Unie inzake sociale vooruitgang, de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid en de waarborging van een adequate sociale bescherming, zoals verankerd in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 9 VWEU. Het is daarom duidelijk dat de ontwikkeling van de interne markt moet bijdragen aan sociale cohesie en opwaartse sociale convergentie, en geen concurrentie tussen sociale stelsels mag aanwakkeren of druk mag uitoefenen op die stelsels om hun normen te verlagen.

Amendement    24

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 quater)  Het beleid van de Unie moet ook bijdragen aan de bevordering en versterking van de sociale dialoog in de zin van artikel 151 VWEU. Derhalve heeft deze richtlijn tevens ten doel de rechten van werknemers inzake informatie, raadpleging en medezeggenschap te waarborgen en ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen nooit gepaard gaat met aantasting van deze rechten. Informatie, raadpleging en medezeggenschap van werknemers is cruciaal om dergelijke acties te doen slagen.

Amendement    25

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 quinquies)  De vrijheid van vestiging mag ook op geen enkele manier afbreuk doen aan de beginselen inzake de bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, zoals neergelegd in artikel 310 VWEU.

Amendement    26

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 12 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(12 sexies)  Het is noodzakelijk om te zorgen voor consistentie voor vennootschappen en werknemers, zodat overlapping met bestaande Uniewetgeving wordt vermeden. Richtlijn 2002/14/EG, Richtlijn 2001/23/EG van de Raad1 bis en Richtlijn 2009/38/EG bevatten reeds vereisten inzake informatie en raadpleging van werknemers die van toepassing zijn op grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen, is het belangrijk dat deze richtlijn de bestaande richtlijnen aanvult en dat de huidige bepalingen inzake informatie, raadpleging en medezeggenschap van werknemers niet worden ondergraven.

 

______________________

 

1 bis Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Amendement    27

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)  Om na te gaan of de informatie die in het voorstel tot omzetting en in de verslagen voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers is vervat, nauwkeurig is en om feitelijke gegevens te verstrekken die nodig zijn om te beoordelen of de voorgestelde omzetting een kunstmatige constructie is, moet een verslag worden opgemaakt door een onafhankelijke deskundige die de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting beoordeelt. Om de onafhankelijkheid van de deskundige te garanderen, moet deze door de bevoegde instantie worden aangewezen na een verzoek van de vennootschap. In dit verband dient het deskundigenverslag alle relevante informatie te verstrekken zodat de bevoegde instantie in de lidstaat van vertrek met kennis van zaken kan beslissen het aan de omzetting voorafgaand attest al dan niet af te geven. Daartoe moet de deskundige alle relevante informatie en documentatie van de vennootschap kunnen opvragen en het nodige onderzoek verrichten om alle vereiste stavingsstukken te verzamelen. De deskundige moet gebruikmaken van de informatie, met name over netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers en de samenstelling van de balans, die de vennootschap heeft verzameld om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met het Unierecht en het recht van de lidstaten. Om vertrouwelijke informatie te beschermen, waaronder bedrijfsgeheimen van de vennootschap, hoeft deze informatie echter niet te worden opgenomen in het definitief verslag van de deskundige, dat publiek beschikbaar zal worden gesteld.

(13)  De bevoegde nationale instanties moeten kunnen nagaan of de informatie die in het voorstel tot omzetting en in het verslag voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers is vervat, nauwkeurig is. In dit verband dient het verslag alle relevante informatie te bevatten zodat de bevoegde instantie in de lidstaat van vertrek met kennis van zaken kan beslissen het aan de omzetting voorafgaand attest al dan niet af te geven. Daartoe moet de bevoegde instantie alle relevante informatie van de vennootschap kunnen opvragen, bijvoorbeeld over netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers en de samenstelling van de balans, die de vennootschap heeft verzameld om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met het Unierecht en het recht van de lidstaten, alsook alle documentatie die nodig is om het nodige onderzoek te verrichten teneinde de vereiste stavingsstukken te verzamelen en de voorgestelde grensoverschrijdende omzetting te kunnen beoordelen aan de hand van alle nodige, door de vennootschap verstrekte feitelijke gegevens. Om vertrouwelijke informatie te beschermen, waaronder bedrijfsgeheimen van de vennootschap, hoeft deze informatie echter niet te worden opgenomen in het definitief verslag, dat publiek beschikbaar zal worden gesteld. De bevoegde instantie kan gebruikmaken van een onafhankelijke deskundige. De deskundige moet op basis van een door de bevoegde instantie opgestelde lijst worden aangewezen en mag in het verleden en/of momenteel geen banden hebben (gehad) met de desbetreffende vennootschap. De deskundige moet met name over relevante kennis beschikken met betrekking tot vennootschapsrecht, belasting- en fiscaal recht, socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht.

Amendement    28

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)  Om onevenredige kosten en lasten voor kleinere ondernemingen die de grensoverschrijdende omzetting aangaan te vermijden, moeten kleine en micro-ondernemingen als omschreven in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie45 worden vrijgesteld van het vereiste een onafhankelijk deskundigenverslag op te stellen. Deze ondernemingen kunnen echter van een onafhankelijke deskundige gebruikmaken om kosten voor procedures met schuldeisers te voorkomen.

Schrappen

__________________

 

45 Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

 

Amendement    29

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(15)  Op basis van het voorstel tot omzetting en de verslagen moet de algemene vergadering van de deelnemers in de vennootschap besluiten of zij dit voorstel goedkeurt. Het is belangrijk dat de vereiste meerderheid bij een dergelijke stemming voldoende hoog is om te verzekeren dat het voorstel tot omzetting collectief wordt gedragen. Daarnaast moeten de deelnemers in de vennootschap ook het recht hebben te stemmen over regelingen betreffende werknemersparticipatie indien zij dat recht op de algemene vergadering hebben voorbehouden.

(15)  Op basis van het voorstel tot omzetting en de verslagen moet de algemene vergadering van de deelnemers in de vennootschap besluiten of zij dit voorstel goedkeurt. Het is belangrijk dat de vereiste meerderheid bij een dergelijke stemming voldoende hoog is om te verzekeren dat het voorstel tot omzetting collectief wordt gedragen. Voordat een besluit wordt genomen, moeten alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raaplegingsrechten worden geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met het advies van de werknemers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijn 2009/38/EG en Richtlijn 2001/86/EG. Daarnaast moeten de deelnemers in de vennootschap ook het recht hebben te stemmen over regelingen betreffende werknemersmedezeggenschap indien zij dat recht op de algemene vergadering hebben voorbehouden.

Amendement    30

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)  Het is aangewezen dat de deelnemers in de vennootschap die stemrechten bezitten en niet hebben ingestemd met het omzettingsvoorstel, en de deelnemers zonder stemrechten, die hun standpunt niet hebben kunnen toelichten, hetzelfde recht wordt verleend om uit de vennootschap te stappen. Dezen moeten de onderneming kunnen verlaten en voor hun aandelen een vergoeding in geld krijgen die overeenstemt met de waarde van het aandeel. Voorts moeten zij het recht krijgen de berekening en de hoogte van deze aangeboden vergoeding in geld aan te vechten voor de rechter.

(16)  Het is noodzakelijk dat de deelnemers in de vennootschap die stemrechten bezitten en niet hebben ingestemd met het omzettingsvoorstel, en de deelnemers zonder stemrechten, die hun standpunt niet hebben kunnen toelichten, hetzelfde recht wordt verleend om uit de vennootschap te stappen. Dezen moeten de vennootschap kunnen verlaten en voor hun aandelen een passende vergoeding in geld krijgen die overeenstemt met de waarde van het aandeel. Voorts moeten zij het recht krijgen de berekening en de hoogte van deze aangeboden vergoeding in geld aan te vechten voor de rechter.

Amendement    31

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18)  Om schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin dezen geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende omzetting, kunnen de schuldeisers passende waarborgen vragen bij de rechterlijke of bestuurlijke instantie van de lidstaat van vertrek. Om de beoordeling van de schade eenvoudiger te maken, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers geacht worden niet door een grensoverschrijdende omzetting te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Een vermoeden moet worden ingesteld wanneer het volgens de conclusies van het verslag van de externe deskundige redelijkerwijs niet waarschijnlijk is dat schuldeisers nadeel zouden ondervinden of wanneer hun een recht op betaling ten aanzien van de omgezette vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en die bij dezelfde rechterlijke instantie kan worden ingediend als de oorspronkelijke vordering. De bescherming van de schuldeiser waarin deze richtlijn voorziet, doet niet af aan het nationale recht van de lidstaat van vertrek met betrekking tot betaling aan overheidsinstanties, waaronder belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

(18)  Om schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin dezen geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende omzetting, kunnen de schuldeisers passende waarborgen vragen bij de rechterlijke of bestuurlijke instantie van de lidstaat van vertrek. Om de beoordeling van de schade eenvoudiger te maken, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers geacht worden niet door een grensoverschrijdende omzetting te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Een vermoeden moet worden ingesteld wanneer schuldeisers een recht op betaling ten aanzien van de omgezette vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en die in hetzelfde rechtsgebied kan worden ingediend als de oorspronkelijke vordering. De bescherming van de schuldeiser waarin deze richtlijn voorziet, doet niet af aan het nationale recht van de lidstaat van vertrek met betrekking tot betaling aan overheidsinstanties, waaronder belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

Amendement    32

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19)  Om te verzekeren dat de werknemersmedezeggenschap niet wordt geschaad ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting wanneer de onderneming die de omzetting aangaat, in de lidstaat van vertrek onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, moet de vennootschap ertoe verplicht worden een rechtsvorm aan te nemen die de uitoefening van deze zeggenschap mogelijk maakt, onder meer door de aanwezigheid van werknemersvertegenwoordigers in het passende beheers- of toezichtorgaan van de vennootschap in de lidstaat van bestemming. In een dergelijk geval moeten de onderneming en haar werknemers bovendien te goeder trouw onderhandelen volgens de in Richtlijn 2001/86/EG ingestelde procedure om een minnelijke oplossing te vinden waarin het recht van de vennootschap om een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan verzoend wordt met de medezeggenschapsrechten van de werknemers. Een op maat toegesneden en onderling overeengekomen oplossing op basis van deze onderhandelingen of, indien er geen overeenkomst wordt bereikt, de toepassing van de referentievoorschriften als bedoeld in Richtlijn 2001/86/EG moeten mutatis mutandis gelden. Om de overeengekomen oplossing of de toepassing van de referentievoorschriften te vrijwaren, mag de vennootschap niet de mogelijkheid krijgen de medezeggenschapsrechten op te heffen door binnen een termijn van drie jaar een volgende binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing aan te gaan.

(19)  Om te verzekeren dat de werknemersmedezeggenschap niet wordt geschaad ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting wanneer de vennootschap die de omzetting aangaat, in de lidstaat van vertrek onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, moet de vennootschap ertoe verplicht worden een rechtsvorm aan te nemen die de uitoefening van deze zeggenschap mogelijk maakt, onder meer door de aanwezigheid van werknemersvertegenwoordigers in het passende beheers- of toezichtorgaan van de vennootschap in de lidstaat van bestemming. In een dergelijk geval moeten de vennootschap en haar werknemers bovendien te goeder trouw onderhandelen. De vennootschap moet zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het voorstel voor de omzetting de nodige stappen ondernemen, waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de betrokken dochterondernemingen of filialen, en het aantal werknemers om met de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen of, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de omzetting voortkomende vennootschap of vennootschappen, volgens de in Richtlijn 2001/86/EG ingestelde procedure om een minnelijke oplossing te vinden waarin het recht van de vennootschap om een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan verzoend wordt met de medezeggenschapsrechten van de werknemers. Een onderling overeengekomen maatoplossing op basis van deze onderhandelingen of, indien er geen overeenkomst wordt bereikt, de toepassing van de referentievoorschriften als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 2001/86/EG moeten mutatis mutandis gelden. Om de overeengekomen oplossing of de toepassing van de referentievoorschriften te vrijwaren, mag de vennootschap niet de mogelijkheid krijgen de medezeggenschapsrechten op te heffen door binnen een termijn van zes jaar een volgende binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing aan te gaan. Wanneer binnen zes jaar na de grensoverschrijdende omzetting een toepasselijke drempel voor werknemersmedezeggenschap, zoals vastgelegd in de wetgeving van de lidstaat van vertrek, wordt overschreden, moet in hetzelfde niveau en elementen van werknemersmedezeggenschap worden voorzien als wettelijk zou zijn vastgelegd indien de vennootschap de relevante drempel in de lidstaat van vertrek had bereikt, en moeten nieuwe onderhandelingen worden gestart.

Amendement    33

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 bis)  De grote diversiteit aan regels en praktijken in de lidstaten wat betreft de wijze waarop werknemersvertegenwoordigers betrokken worden bij de besluitvorming binnen vennootschappen, moet worden geëerbiedigd en erkend.

Amendement    34

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 19 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(19 ter)  Informatie- en raadplegingsprocedures op nationaal en transnationaal niveau moeten echter door alle vennootschappen die het resultaat zijn van een grensoverschrijdende omzetting of fusie worden nageleefd.

Amendement    35

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20)  Om te voorkomen dat de medezeggenschapsrechten voor werknemers worden omzeild door middel van een grensoverschrijdende omzetting, mag de voor de vennootschap die de omzetting aangaat en die ingeschreven is in de lidstaat waar voorzien is in medezeggenschapsrechten voor werknemers, niet de mogelijkheid hebben een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan zonder eerst onderhandelingen te voeren met haar werknemers of met hun vertegenwoordigers, wanneer het gemiddelde aantal werknemers van deze onderneming vier vijfde bedraagt van de nationale drempel die nodig is voor het opzetten van werknemersparticipatie.

(20)  Om te voorkomen dat de medezeggenschapsrechten van werknemers worden omzeild door middel van een grensoverschrijdende omzetting, mag de vennootschap die de omzetting aangaat en die ingeschreven is in de lidstaat waar voorzien is in medezeggenschapsrechten voor werknemers, niet de mogelijkheid hebben een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan zonder eerst onderhandelingen te voeren met haar werknemers of met hun vertegenwoordigers, wanneer het gemiddelde aantal werknemers van deze vennootschap vier vijfde bedraagt van de nationale drempel die nodig is voor het opzetten van werknemersmedezeggenschap. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat werknemersvertegenwoordigers bij de uitoefening van hun functie voldoende bescherming en waarborgen genieten om de taken die hun zijn toevertrouwd naar behoren te kunnen vervullen.

Amendement    36

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 20 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(20 bis)  Na de omzetting moet de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, de voorwaarden van een eventuele collectieve arbeidsovereenkomst blijven naleven onder dezelfde voorwaarden die op grond van die overeenkomst op de vennootschap van toepassing waren vóór de omzetting, tot de datum van beëindiging of afloop van de collectieve arbeidsovereenkomst of de datum van inwerkingtreding van een andere collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig Richtlijn 2001/23/EG.

Amendement    37

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21)  Om een passende verdeling van taken tussen de lidstaten en een efficiënte en effectieve voorafgaande controle van grensoverschrijdende omzettingen te verzekeren, moeten zowel de lidstaat van vertrek als de lidstaat van bestemming de passende bevoegde instanties aanwijzen. De instanties van de lidstaat van vertrek moeten met name bevoegd zijn om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven. Zonder een dergelijk attest kunnen de bevoegde instanties in de lidstaat van bestemming de procedure voor de grensoverschrijdende omzetting niet voltooien.

(21)  Om een passende verdeling van taken tussen de lidstaten en een efficiënte en effectieve voorafgaande controle van grensoverschrijdende omzettingen te verzekeren, moeten zowel de lidstaat van vertrek als de lidstaat van bestemming de passende rechtbank, notaris of andere bevoegde instanties aanwijzen. De instanties van de lidstaat van vertrek moeten met name bevoegd zijn om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven. Zonder een dergelijk attest kunnen de bevoegde instanties in de lidstaat van bestemming de procedure voor de grensoverschrijdende omzetting niet voltooien. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen opzetten met andere instanties en organen in die lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen, en moeten, naargelang het geval, andere betrokken instanties raadplegen met bevoegdheid op de verschillende gebieden waarop de grensoverschrijdende omzetting betrekking heeft. Het besluit van de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven of van de bevoegde instantie in de lidstaat van bestemming om enige goedkeuring te verlenen, mag niet uitsluiten dat instanties in de lidstaten in een later stadium andere procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere desbetreffende wetgevingsgebieden.

Amendement    38

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 22

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(22)  De afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest door de lidstaat van vertrek dient te worden gecontroleerd om te verzekeren dat de grensoverschrijdende omzetting van de vennootschap op rechtmatige wijze verloopt. De bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek moet binnen één maand na het verzoek van de vennootschap beslissen over de afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest, tenzij er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie met de bedoeling onrechtmatige belastingvoordelen te verkrijgen of de wettelijke of contractuele rechten van de werknemers, schuldeisers of deelnemers in de vennootschap aan te tasten. In een dergelijk geval dient de bevoegde instantie een diepgaande beoordeling te verrichten. Deze diepgaande beoordeling hoeft echter niet systematisch plaats te vinden maar moet per geval worden verricht indien er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie. Voor hun beoordeling moeten de bevoegde instanties ten minste rekening houden met een aantal factoren zoals omschreven in deze richtlijn maar deze mogen in de totaalbeoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen niet op zichzelf in aanmerking genomen. Om ondernemingen niet te overladen met langdurige procedures dient deze diepgaande beoordeling in elk geval te worden afgerond binnen twee maanden na de kennisgeving ervan aan de vennootschap.

(22)  De afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest door de lidstaat van vertrek dient te worden gecontroleerd om te verzekeren dat de grensoverschrijdende omzetting van de vennootschap op rechtmatige wijze verloopt. De bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek moet binnen twee maanden na ontvangst van alle vereiste documentatie en informatie beslissen over de afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest, tenzij er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie of over het feit dat de omzetting niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit. In een dergelijk geval dient de bevoegde instantie een diepgaande beoordeling te verrichten. Deze diepgaande beoordeling moet echter niet systematisch plaatsvinden, maar moet per geval worden uitgevoerd indien er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie. Voor hun beoordeling moeten de bevoegde instanties ten minste rekening houden met een aantal factoren zoals omschreven in deze richtlijn, maar deze mogen in de totaalbeoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen niet op zichzelf in aanmerking worden genomen. Wanneer de bevoegde instantie beoordeelt of de omzetting al dan niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, moet de instantie met name nagaan of de vennootschap een vaste vestiging heeft in de lidstaat van bestemming die objectief gezien permanent lijkt te zijn, of zij een leidinggevend orgaan, personeel, apparatuur, gebouwen en activa heeft, en of zij materieel is uitgerust om zaken te doen met derde partijen. Bovendien moet de instantie nagaan of de vennootschap besloten heeft het bestuur te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd van een onafhankelijke derde partij. Om vennootschappen niet te overladen met langdurige procedures dient deze diepgaande beoordeling in elk geval te worden afgerond binnen drie maanden na de kennisgeving ervan aan de vennootschap.

Amendement    39

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(23)  Na ontvangst van het aan de omzetting voorafgaand attest en na controle of aan de oprichtingsvoorwaarden in de lidstaat van bestemming is voldaan, moeten de bevoegde instanties van de lidstaat van bestemming de vennootschap in het ondernemingsregister van deze lidstaat inschrijven. Pas na deze inschrijving moet de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek de vennootschap in haar eigen register doorhalen. De bevoegde instantie van de lidstaat van bestemming mag niet de mogelijkheid krijgen de nauwkeurigheid van de informatie in het aan de omzetting voorafgaand attest aan te vechten. Ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting moet de omgezette vennootschap haar rechtspersoonlijkheid, haar activa en passiva en alle rechten en verplichtingen, waaronder de rechten en verplichtingen uit contracten, handelingen of nalatigheden behouden.

(23)  Na ontvangst van het aan de omzetting voorafgaand attest en na controle of aan de oprichtingsvoorwaarden in de lidstaat van bestemming is voldaan, moeten de bevoegde instanties van de lidstaat van bestemming de vennootschap in het ondernemingsregister van deze lidstaat inschrijven. Pas na deze inschrijving moet de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek de vennootschap in haar eigen register doorhalen. De bevoegde instantie van de lidstaat van bestemming mag niet de mogelijkheid krijgen de nauwkeurigheid van de informatie in het aan de omzetting voorafgaand attest aan te vechten. Ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting moet de omgezette vennootschap haar rechtspersoonlijkheid, haar activa en passiva en alle rechten en verplichtingen, waaronder de rechten en verplichtingen uit contracten, handelingen of nalatigheden behouden. Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende omzetting van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende omzetting krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, moeten de bevoegde instanties hun beoordeling van de feiten herzien en moeten zij worden bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties treffen in geval van een kunstmatige constructie.

Amendement    40

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 26

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(26)  Toen de implementatie van de regels voor grensoverschrijdende fusies in de lidstaten werd geëvalueerd, is gebleken dat het aantal grensoverschrijdende fusies in de Unie sterk is toegenomen. Uit deze evaluatie is ook een aantal tekortkomingen naar voren gekomen die specifiek betrekking hebben op bescherming van schuldeisers en aandeelhouders. Ook is gebleken dat er geen vereenvoudigde procedures bestaan, hetgeen de volledige efficiëntie en effectiviteit van deze regels voor grensoverschrijdende fusies in de weg staat.

(26)  Toen de implementatie van de regels voor grensoverschrijdende fusies in de lidstaten werd geëvalueerd, is gebleken dat het aantal grensoverschrijdende fusies in de Unie sterk is toegenomen. Uit deze evaluatie is ook een aantal tekortkomingen naar voren gekomen die specifiek betrekking hebben op bescherming van schuldeisers, minderheidsaandeelhouders en werknemers, met name wat betreft de openbaarmaking van details met betrekking tot fusies en de gevolgen daarvan. Ook is gebleken dat er geen vereenvoudigde procedures bestaan, hetgeen de volledige efficiëntie en effectiviteit van deze regels voor grensoverschrijdende fusies in de weg staat.

Amendement    41

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 bis)  Het recht om een bestaande vennootschap die in een andere lidstaat is opgericht, te fuseren tot een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat mag in geen geval worden gebruikt voor onrechtmatige, frauduleuze of criminele doeleinden, zoals het ontduiken, ontwijken of omzeilen van arbeidsnormen, socialezekerheidsbetalingen, fiscale verplichtingen, rechten van schuldeisers of minderheidsaandeelhouders of regels voor werknemersmedezeggenschap. Om dergelijke mogelijke misbruiken aan te pakken en een algemeen beginsel van het Unierecht te eerbiedigen, moeten de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat vennootschappen de procedures voor grensoverschrijdende fusies niet aanwenden om kunstmatige constructies op te zetten. De lidstaten moeten daarnaast worden verplicht ervoor te zorgen dat de grensoverschrijdende fusie gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, waaronder in de digitale sector, via een vaste vestiging in de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap voor onbepaalde tijd, om de oprichting van "brievenbusmaatschappijen" of "lege vennootschappen" met als doel het ontduiken, omzeilen of schenden van nationale en/of Uniewetgeving te voorkomen. De strijd tegen misbruiken dient te worden gebaseerd op een beoordeling van alle relevante omstandigheden. Er moet een procedureel en materieel kader worden opgesteld waarin rekening wordt gehouden met de beoordelingsmarge en de diversiteit in de aanpakken waarover de lidstaten in dat verband beschikken, en in de procedure voor grensoverschrijdende fusies moeten tegelijkertijd regels worden opgenomen om de maatregelen te stroomlijnen die de nationale instanties in overeenstemming met het Unierecht moeten nemen in de strijd tegen misbruiken.

Amendement    42

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 27 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(27 ter)  Om mogelijk te maken dat in de procedure voor grensoverschrijdende fusies de legitieme belangen van alle belanghebbenden in aanmerking worden genomen, moet de vennootschap die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken is, samen met, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau, het voorstel voor de grensoverschrijdende fusie opstellen en dit voorstel openbaar maken. Werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau moeten ook worden betrokken bij de besluitvorming met betrekking tot het voorstel. Het voorstel moet de belangrijkste informatie over de voorgestelde grensoverschrijdende fusie bevatten, waaronder informatie over de beoogde nieuwe vennootschapsvorm, over de totale omzet en totale belastbare omzet van elk van de vennootschappen die de fusie aangaan voor de laatste verslagperiode, over het bedrag van de winstbelasting dat is betaald door de vennootschappen die de fusie aangaan en hun dochterondernemingen en filialen, over de plaats en, in voorkomend geval, de datum van de verplaatsing van het hoofdkantoor van de vennootschap naar de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap, over de leidinggevende organen en, indien van toepassing, het personeel, apparatuur, gebouwen en activa, alsook over het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten, over de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende fusie voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van werkzaamheden, over de lonen, over de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers bij in de Unie gevestigde dochterondernemingen en filialen van de vennootschappen die de fusie aangaan, alsook over de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau, de oprichtingsakte en het voorgestelde tijdpad voor de fusie. De deelnemers, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat zij opmerkingen kunnen indienen over de voorgestelde fusie. Voordat een besluit wordt genomen over het voorstel voor een grensoverschrijdende fusie, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde fusie. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moet ook dit orgaan dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    43

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(28)  Om de procedure voor een grensoverschrijdende fusie verder te versterken, is het noodzakelijk deze fusieregels in voorkomend geval te vereenvoudigen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de belanghebbenden, met name de werknemers, passende bescherming krijgen. Derhalve moeten de bestaande regels voor grensoverschrijdende fusies worden gewijzigd om de leidinggevende of bestuursorganen van de fuserende vennootschappen ertoe te verplichten afzonderlijke verslagen op te stellen waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende fusie voor de deelnemers in de vennootschap en voor de werknemers nader worden toegelicht. Van de verplichting voor de leidinggevende of bestuursorganen van de vennootschap om het verslag voor de deelnemers in de vennootschap op te stellen kan echter worden afgezien wanneer deze deelnemers reeds geïnformeerd zijn over de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde fusie. Van het verslag voor de werknemers kan echter alleen maar worden afgezien wanneer de fuserende vennootschappen en de dochterondernemingen daarvan geen andere werknemers hebben dan die welke tot de leidinggevende of bestuursorganen behoren.

Schrappen

Amendement    44

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 bis)  Wanneer alle bestuurs- of leidinggevende organen van de vennootschappen die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn, tijdig een advies ontvangen van de werknemersvertegenwoordigers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van de organen die overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG zijn opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moeten de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte worden gebracht en moeten de adviezen aan elk verslag worden gehecht. Elk bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschappen dat voornemens is de grensoverschrijdende fusie aan te gaan, moet vóór de datum van de algemene vergaderingen een met redenen omkleed antwoord geven op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, de organen die overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG zijn opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    45

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 ter)  Om de verslagen van de bij de fusie betrokken vennootschappen te kunnen analyseren, moeten de vennootschappen de werknemersvertegenwoordigers, de in de vennootschappen vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, organen die overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG zijn opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, voorzien van de financiële en materiële middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten correct uit te oefenen, bijvoorbeeld het recht op toegang tot een met een wachtwoord beveiligde privécomputer, een beveiligde internetverbinding, vergaderzalen, alsook het recht op vergadertijd en op vergoeding van de organisatiekosten in verband met vergaderingen en, indien nodig, de kosten van vertolkingsvoorzieningen en verblijfs- en reiskosten.

Amendement    46

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 quater)  De bevoegde nationale instanties moeten kunnen nagaan of de informatie die in het voorstel tot fusie en in de verslagen voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers is vervat, nauwkeurig is. In dit verband dient elk verslag alle relevante informatie te bevatten zodat de bevoegde instantie in elke lidstaat van vertrek van de fuserende vennootschappen met kennis van zaken kan besluiten al dan niet het aan de fusie voorafgaand attest af te geven. Daartoe moeten de bevoegde instanties van alle lidstaten van de bij de fusie betrokken vennootschappen alle relevante informatie van de vennootschappen kunnen opvragen, bijvoorbeeld over netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers en de samenstelling van de balans, die de vennootschappen hebben verzameld om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met het Unierecht en het recht van de lidstaten, alsook alle documentatie die nodig is om het nodige onderzoek te verrichten teneinde de vereiste stavingsstukken te verzamelen en de voorgestelde grensoverschrijdende fusie te kunnen beoordelen aan de hand van alle nodige, door de vennootschappen verstrekte feitelijke gegevens. Om vertrouwelijke informatie te beschermen, waaronder bedrijfsgeheimen van de vennootschappen, hoeft deze informatie echter niet te worden opgenomen in de definitieve verslagen van de bevoegde instanties, die publiek beschikbaar zullen worden gesteld.

Amendement    47

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 28 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(28 quinquies)  Op basis van het voorstel tot fusie en de verslagen moet elke algemene vergadering van de deelnemers in de vennootschappen die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn, besluiten of zij dit voorstel goedkeurt. Het is belangrijk dat de vereiste meerderheid bij een dergelijke stemming voldoende hoog is om te verzekeren dat het voorstel tot fusie collectief wordt genomen. Voordat in de vennootschappen een besluit wordt genomen, moeten alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raaplegingsrechten worden geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met de adviezen van de werknemers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijn 2009/38/EG en Richtlijn 2001/86/EG.

Amendement    48

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(29)  Om te komen tot een betere bescherming voor de werknemers van de fuserende vennootschap of vennootschappen kunnen de werknemers of hun vertegenwoordigers advies verstrekken over het verslag van de vennootschap waarin de op hen wegende gevolgen van de grensoverschrijdende fusie worden uiteengezet. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2001/23/EG van de Raad48, Richtlijn 2002/14/EG of Richtlijn 2009/38/EG.

(29)  Om te komen tot een betere bescherming voor de werknemers van de fuserende vennootschap of vennootschappen kunnen de werknemers of hun vertegenwoordigers advies verstrekken over het verslag van de vennootschap waarin de op hen wegende gevolgen van de grensoverschrijdende fusie worden uiteengezet. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2001/23/EG48 van de Raad, Richtlijn 2002/14/EG of Richtlijn 2009/38/EG. Om de procedure voor een grensoverschrijdende fusie verder te versterken, is het noodzakelijk deze fusieregels in voorkomend geval te vereenvoudigen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de belanghebbenden, met name de werknemers, passende bescherming krijgen. Derhalve moeten de bestaande regels voor grensoverschrijdende fusies worden gewijzigd om elk van de leidinggevende of bestuursorganen van de fuserende vennootschappen ertoe te verplichten een verslag op te stellen waarin de wettelijke en economische aspecten van alsook de gevolgen van de grensoverschrijdende fusie voor zowel de deelnemers in de vennootschap als de werknemers nader worden toegelicht, en met name de redenen voor de fusie, de gevolgen van de fusie voor deelnemers en werknemers wat betreft de toekomstige activiteiten van de vennootschap en het strategisch plan van het leidinggevend orgaan. Verder moeten de deelnemers in de vennootschap mogelijke rechtsmiddelen aangereikt worden indien zij niet zouden instemmen met het besluit om over te gaan tot een grensoverschrijdende fusie. In de afzonderlijke verslagen moet met name worden toegelicht welke gevolgen de voorgestelde grensoverschrijdende fusie heeft voor de banen en de betrokkenheid van de werknemers, alsook voor de maatregelen die genomen moeten worden om deze in stand te houden. Daarnaast moet worden toegelicht of er zich materiële veranderingen voordoen in de dienstverbanden en in de vestigingsplaatsen van de vennootschappen, moet informatie worden verstrekt over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de uit de fusie voortkomende vennootschap kunnen worden toegepast, en moet worden uitgelegd hoe elk van deze factoren van invloed zou zijn op de dochterondernemingen van de vennootschap. Dit vereiste mag echter niet worden toegepast indien alle werknemers van de vennootschappen lid zijn van het bestuursorgaan. Voordat een besluit wordt genomen over de verslagen, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde fusie. Indien van toepassing, moet het overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG met het oog op transnationale informatie en raadpleging opgerichte orgaan ook dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG of Richtlijn 2009/38/EG. Van de verplichting voor het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap om het verslag voor de deelnemers in de vennootschap op te stellen moet echter kunnen worden afgezien wanneer deze deelnemers en werknemers reeds geïnformeerd zijn over de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde fusie. Van het verslag voor de werknemers mag echter alleen maar worden afgezien wanneer de fuserende vennootschappen en de dochterondernemingen daarvan geen andere werknemers hebben dan die welke tot de leidinggevende of bestuursorganen behoren.

__________________

__________________

48 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

48 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Amendement    49

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(29 bis)  Vennootschappen die volledig gebruik wensen te maken van de interne markt door middel van grensoverschrijdende fusies moeten als tegenprestatie een adequaat niveau van transparantie en goed vennootschapsbestuur nastreven. Openbare verslaglegging per land is een efficiënt en geschikt middel om transparantie van de activiteiten van multinationale ondernemingen te bevorderen en het publiek in staat te stellen de impact op de reële economie te beoordelen. Hierdoor zullen de aandeelhouders ook de door de vennootschappen genomen risico's naar behoren kunnen evalueren, zullen investeringsstrategieën tot stand komen op basis van nauwkeurige informatie en zullen besluitvormers de doeltreffendheid en de impact van het nationaal recht beter kunnen beoordelen. Daarom moet voordat de grensoverschrijdende fusie daadwerkelijk plaatsvindt een pakket van financiële informatie worden bekendgemaakt.

Amendement    50

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 29 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(29 ter)  Om belangenconflicten tussen de leden van het bestuursorgaan en de belangen van de vennootschap te voorkomen, mogen deze leden niet de mogelijkheid hebben van de fusie te profiteren in de vorm van variabele compensatie, bonussen of stijgende aandelenkoersen.

Amendement    51

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 31

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(31)  Het gebrek aan harmonisering van de garanties voor deelnemers in de vennootschap en schuldeisers is door verschillende belanghebbenden bestempeld als een obstakel voor grensoverschrijdende fusies. Leden en schuldeisers zouden hetzelfde niveau van bescherming moeten krijgen ongeacht de lidstaten waarin de fuserende ondernemingen gevestigd zijn. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de regels van de lidstaten ter bescherming van schuldeisers of aandeelhouders die buiten de toepassingssfeer van de geharmoniseerde maatregelen vallen, zoals transparantievereisten.

(31)  Het gebrek aan harmonisering van de garanties voor werknemers en deelnemers in de vennootschap en schuldeisers is door verschillende belanghebbenden bestempeld als een obstakel voor grensoverschrijdende fusies. Werknemers en deelnemers in de vennootschap en schuldeisers zouden ten minste hetzelfde niveau van bescherming moeten krijgen ongeacht de lidstaten waarin de fuserende vennootschappen gevestigd zijn. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de regels van de lidstaten ter bescherming van werknemers, schuldeisers of aandeelhouders die buiten de toepassingssfeer van de geharmoniseerde maatregelen vallen, zoals transparantievereisten.

Amendement    52

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 34

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(34)  De vennootschappen die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn, dienen in het gemeenschappelijke fusievoorstel passende maatregelen voor te stellen om hun schuldeisers te beschermen. Om deze schuldeisers een betere bescherming te bieden in geval van insolventie na een grensoverschrijdende fusie, moeten de lidstaten daarnaast van de fuserende vennootschappen een solvabiliteitsverklaring kunnen eisen volgens welke hun geen redenen bekend zijn om aan te nemen dat de uit de fusie voortkomende vennootschap niet in staat zou zijn te voldoen aan haar verplichtingen. In deze omstandigheden moeten de lidstaten de leden van het beheersorgaan persoonlijk aansprakelijk kunnen stellen voor de nauwkeurigheid van de verklaring. Gelet op de uiteenlopende juridische tradities onder de lidstaten met betrekking tot het gebruik van solventieverklaringen en de mogelijke gevolgen daarvan, staat het aan de lidstaten passende gevolgen te verbinden aan onnauwkeurige of misleidende verklaringen, waaronder effectieve en evenredige sancties en verplichtingen in overeenstemming met het Unierecht.

(34)  De vennootschappen die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn, dienen in het gemeenschappelijke fusievoorstel passende maatregelen voor te stellen om hun schuldeisers te beschermen. Om deze schuldeisers een betere bescherming te bieden in geval van insolventie na een grensoverschrijdende fusie, moeten de lidstaten daarnaast van de fuserende vennootschappen een solvabiliteitsverklaring kunnen eisen volgens welke hun geen redenen bekend zijn om aan te nemen dat de uit de fusie voortkomende vennootschap na de grensoverschrijdende fusie niet in staat zou zijn te voldoen aan haar verplichtingen. In deze omstandigheden moeten de lidstaten de leden van het leidinggevend orgaan persoonlijk aansprakelijk kunnen stellen voor de nauwkeurigheid van de verklaring. Gelet op de uiteenlopende juridische tradities onder de lidstaten met betrekking tot het gebruik van solventieverklaringen en de mogelijke gevolgen daarvan, staat het aan de lidstaten passende gevolgen te verbinden aan onnauwkeurige of misleidende verklaringen, waaronder effectieve en evenredige sancties en verplichtingen in overeenstemming met het Unierecht.

Amendement    53

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(35)  Om de schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin zij geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende fusie, kunnen schuldeisers die benadeeld zijn door de grensoverschrijdende fusie, de bevoegde rechterlijke of bestuurlijke instantie van elke lidstaat van de fuserende vennootschappen aanspreken voor de garanties die zij passend achten. Om de beoordeling van de schade te vereenvoudigen, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers geacht worden niet door een grensoverschrijdende fusie te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Een vermoeden moet worden ingesteld wanneer het volgens de conclusies van de externe deskundige redelijkerwijs niet waarschijnlijk is dat de schuldeisers nadeel zouden ondervinden of wanneer hun een recht op betaling ten aanzien van de gefuseerde vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en dit kan worden ingediend bij dezelfde rechterlijke instantie als de oorspronkelijke vordering.

(35)  Om de schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin zij geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende fusie, kunnen schuldeisers die benadeeld zijn door de grensoverschrijdende fusie, de bevoegde rechterlijke of bestuurlijke instantie van elke lidstaat van de fuserende vennootschappen aanspreken voor de garanties die zij passend achten. Om de beoordeling van de schade te vereenvoudigen, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers geacht worden niet door een grensoverschrijdende fusie te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Een vermoeden moet worden ingesteld wanneer schuldeisers een recht op betaling ten aanzien van de gefuseerde vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en die in hetzelfde rechtsgebied kan worden ingediend als de oorspronkelijke vordering.

Amendement    54

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 bis)  Om een passende verdeling van taken tussen de lidstaten en een efficiënte en effectieve voorafgaande controle van grensoverschrijdende fusies te verzekeren, moet elke betrokken lidstaat de passende rechtbank, notaris of andere bevoegde instantie aanwijzen. De door de lidstaten aangewezen bevoegde instanties moeten met name bevoegd zijn om een aan de fusie voorafgaand attest af te geven. Zonder een dergelijk attest kunnen de bevoegde instanties in de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap de procedure voor de grensoverschrijdende fusie niet voltooien. De lidstaten zorgen ervoor dat de aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen opzetten met andere instanties en organen in elke lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen, en raadplegen, naargelang het geval, andere betrokken instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden waarop de grensoverschrijdende fusie betrekking heeft. Het besluit van de door de lidstaten van de vennootschap aangewezen bevoegde instanties om een aan de fusie voorafgaand attest af te geven of van de bevoegde instantie in de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap om enige goedkeuring te verlenen, mag niet uitsluiten dat instanties in de lidstaten in een later stadium procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere desbetreffende wetgevingsgebieden.

Amendement    55

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 ter)  De afgifte van het aan de fusie voorafgaand attest door de lidstaten van de vennootschappen die de fusie aangaan, dient te worden gecontroleerd om de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende fusie van de vennootschappen te verzekeren. De door de lidstaten van de fuserende vennootschappen aangewezen bevoegde instanties moeten binnen twee maanden na ontvangst van alle vereiste documentatie en informatie beslissen over de afgifte van het aan de fusie voorafgaand attest, tenzij er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie of over het feit dat de fusie niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit. In een dergelijk geval dient de bevoegde instantie een diepgaande beoordeling te verrichten. Deze diepgaande beoordeling moet echter niet systematisch plaatsvinden, maar moet juist per geval worden uitgevoerd indien er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie. Voor hun beoordeling moeten de bevoegde instanties ten minste rekening houden met een aantal factoren zoals omschreven in deze richtlijn, maar deze mogen in de totaalbeoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen niet op zichzelf in aanmerking worden genomen. Wanneer de bevoegde instantie beoordeelt of de fusie al dan niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, moet de instantie met name nagaan of de vennootschap een vaste vestiging heeft in de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap die objectief gezien permanent lijkt te zijn, of zij een leidinggevend orgaan, personeel, apparatuur, gebouwen en activa heeft, en of zij materieel is uitgerust om zaken te doen met derde partijen. Bovendien moet de instantie nagaan of de vennootschap besloten heeft het bestuur te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd van een onafhankelijke derde partij. Om vennootschappen niet te overladen met langdurige procedures dient een dergelijke diepgaande beoordeling in elk geval te worden afgerond binnen drie maanden na de kennisgeving ervan aan de vennootschap.

Amendement    56

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 quater)  Na ontvangst van het aan de fusie voorafgaand attest en na een controle of aan de oprichtingsvoorwaarden van de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap is voldaan, moeten de bevoegde instanties van de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap de vennootschap inschrijven in het ondernemingsregister van deze lidstaat. Pas na deze inschrijving dienen de bevoegde instanties van de lidstaten van de vennootschappen die voornemens zijn de grensoverschrijdende fusie aan te gaan, deze in hun eigen registers door te halen. De bevoegde instantie van de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap mag niet de mogelijkheid krijgen de nauwkeurigheid van de informatie in de aan de fusie voorafgaande attesten van de bevoegde instanties aan te vechten. Ten gevolge van de grensoverschrijdende fusie moet de uit de fusie voortkomende vennootschap haar rechtspersoonlijkheid, haar activa en passiva en alle rechten en verplichtingen, waaronder de rechten en verplichtingen uit contracten, handelingen of nalatigheden behouden. Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende fusie van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende fusie krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, moeten de bevoegde instanties hun beoordeling van de feiten herzien en moeten zij worden bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties treffen in geval van een kunstmatige constructie.

Amendement    57

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 quinquies)  Om te verzekeren dat de werknemersmedezeggenschap niet wordt geschaad ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting wanneer de vennootschap die de omzetting aangaat, in de lidstaat van vertrek onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, moet de vennootschap ertoe verplicht worden een rechtsvorm aan te nemen die de uitoefening van deze zeggenschap mogelijk maakt, onder meer door de aanwezigheid van werknemersvertegenwoordigers in het passende beheers- of toezichtorgaan van de vennootschap in de lidstaat van de uit de fusie voortkomende vennootschap. In een dergelijk geval moeten de vennootschap en haar werknemers bovendien te goeder trouw onderhandelen. De betrokken vennootschappen moeten zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het voorstel voor de fusie de nodige stappen ondernemen, waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de betrokken dochterondernemingen of filialen, en het aantal werknemers om met de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen of, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de fusie voortkomende vennootschap, volgens de in Richtlijn 2001/86/EG ingestelde procedure om een minnelijke oplossing te vinden waarin het recht van de vennootschappen om een grensoverschrijdende fusie aan te gaan verzoend wordt met de medezeggenschapsrechten van de werknemers. Een onderling overeengekomen maatoplossing op basis van deze onderhandelingen of, indien er geen overeenkomst wordt bereikt, de toepassing van de referentievoorschriften als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 2001/86/EG moeten mutatis mutandis gelden. Om de overeengekomen maatoplossing of de toepassing van de referentievoorschriften te vrijwaren, mag de uit de fusie voortkomende vennootschap niet de mogelijkheid krijgen de medezeggenschapsrechten op te heffen door binnen een termijn van zes jaar een volgende binnenlandse of grensoverschrijdende omzetting, fusie of splitsing aan te gaan. Wanneer binnen zes jaar na de grensoverschrijdende fusie een toepasselijke drempel voor werknemersmedezeggenschap, zoals vastgelegd in de wetgeving van een van de bij de fusie betrokken lidstaten, wordt overschreden, moet in hetzelfde niveau en elementen van werknemersmedezeggenschap worden voorzien als wettelijk zou zijn vastgelegd indien de vennootschap de relevante drempel in de desbetreffende lidstaat had bereikt, en moeten nieuwe onderhandelingen worden gestart.

Amendement    58

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 sexies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 sexies)  Om te voorkomen dat de medezeggenschapsrechten van werknemers worden omzeild door middel van een grensoverschrijdende fusie, mag een vennootschap die een fusie aangaat en die ingeschreven is in een lidstaat waar voorzien is in medezeggenschapsrechten voor werknemers, niet de mogelijkheid hebben een grensoverschrijdende fusie aan te gaan zonder eerst onderhandelingen te voeren met haar werknemers of met hun vertegenwoordigers, wanneer het gemiddelde aantal werknemers van deze vennootschap vier vijfde bedraagt van de nationale drempel die nodig is voor het opzetten van werknemersmedezeggenschap. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat werknemersvertegenwoordigers bij de uitoefening van hun functie voldoende bescherming en waarborgen genieten om de taken die hun zijn toevertrouwd naar behoren te kunnen vervullen.

Amendement    59

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 35 septies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(35 septies)  Na de fusie moeten de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan, de voorwaarden van een eventuele collectieve arbeidsovereenkomst blijven naleven onder dezelfde voorwaarden die op grond van die overeenkomst op de vennootschappen van toepassing waren vóór de fusie, tot de datum van beëindiging of afloop van de collectieve arbeidsovereenkomst of de datum van inwerkingtreding van een andere collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig Richtlijn 2001/23/EG.

Amendement    60

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 40

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(40)  Het recht van vennootschappen om over te gaan tot een grensoverschrijdende splitsing kan in sommige omstandigheden worden gebruikt voor onrechtmatige doeleinden, zoals het omzeilen van arbeidsnormen, socialezekerheidsbetalingen, fiscale verplichtingen, rechten van schuldeisers of deelnemers in de vennootschap of regels voor werknemersmedezeggenschap. Om dergelijke mogelijke misbruiken aan te pakken, moeten de lidstaten als algemeen beginsel van Unierecht er zorg voor dragen dat vennootschappen de procedure voor grensoverschrijdende splitsing niet aanwenden om kunstmatige constructies op te zetten die tot doel hebben onverschuldigde belastingvoordelen te verkrijgen of de wettelijke of contractuele rechten van werknemers, schuldeisers of deelnemers in de vennootschap aan te tasten. Aangezien het gaat om een afwijking van een fundamentele vrijheid, dient de strijd tegen misbruiken strikt te worden geïnterpreteerd en te worden gebaseerd op een individuele beoordeling van alle relevante omstandigheden. Er moet een procedureel en materieel kader worden opgesteld waarin de beoordelingsmarge en de diversiteit in de aanpak waarover de lidstaten in dat verband beschikken, worden omschreven en tegelijkertijd de regels worden bepaald om de maatregelen te stroomlijnen die de nationale instanties in overeenstemming met het Unierecht moeten nemen in de strijd tegen misbruiken.

(40)  Het recht van vennootschappen om over te gaan tot een grensoverschrijdende splitsing mag in geen geval worden gebruikt voor onrechtmatige, frauduleuze of criminele doeleinden, zoals het ontduiken, ontwijken of omzeilen van arbeidsnormen, socialezekerheidsbetalingen, fiscale verplichtingen, rechten van schuldeisers of deelnemers in de vennootschap of regels voor werknemersmedezeggenschap. Om dergelijke mogelijke misbruiken aan te pakken, moeten de lidstaten als algemeen beginsel van Unierecht er zorg voor dragen dat vennootschappen de procedure voor grensoverschrijdende splitsing niet aanwenden om kunstmatige constructies op te zetten. De lidstaten moeten er daarnaast voor zorgen dat de grensoverschrijdende splitsing gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, waaronder in de digitale sector, via een vaste vestiging in de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen voor onbepaalde tijd, om de oprichting van "brievenbusmaatschappijen" of "lege vennootschappen" met als doel het ontduiken, omzeilen of schenden van nationale en/of Uniewetgeving te voorkomen. De strijd tegen misbruiken dient te worden gebaseerd op een individuele beoordeling van alle relevante omstandigheden. Er moet een procedureel en materieel kader worden opgesteld waarin de beoordelingsmarge en de diversiteit in de aanpak waarover de lidstaten in dat verband beschikken, worden omschreven en tegelijkertijd de regels worden bepaald om de maatregelen te stroomlijnen die de nationale instanties in overeenstemming met het Unierecht moeten nemen in de strijd tegen misbruiken.

Amendement    61

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 41

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(41)  Gelet op de complexiteit van grensoverschrijdende splitsingen en de menigvuldige betrokken belangen moet met het oog op rechtszekerheid worden voorzien in een ex-antecontrole. Met dat doel dient een gestructureerde en gelaagde procedure te worden opgezet waarbij de bevoegde instanties van de lidstaat van de gesplitste vennootschap en van de lidstaat van de verkrijgende vennootschap er zorg voor draagt dat het besluit tot goedkeuring van de grensoverschrijdende splitsing op billijke, objectieve en niet-discriminerende wijze wordt genomen op basis van alle relevante gegevens en rekening houdend met alle legitieme openbare belangen, met name de bescherming van werknemers, aandeelhouders en schuldeisers.

(41)  Gelet op de complexiteit van grensoverschrijdende splitsingen en de menigvuldige betrokken belangen moet met het oog op rechtszekerheid worden voorzien in een ex-antecontrole en een ex-postcontrole. Met dat doel dient een gestructureerde en gelaagde procedure te worden opgezet waarbij de bevoegde instanties van de lidstaat van de vennootschap die de splitsing aangaat en van de lidstaat van de verkrijgende vennootschap er zorg voor draagt dat het besluit tot goedkeuring van de grensoverschrijdende splitsing op billijke, objectieve en niet-discriminerende wijze wordt genomen op basis van alle relevante gegevens en rekening houdend met alle legitieme openbare belangen, met name de bescherming van werknemers, aandeelhouders en schuldeisers.

Amendement    62

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 42

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(42)  Om ervoor te zorgen dat de legitieme belangen van alle belanghebbenden in aanmerking kunnen worden genomen, moet de gesplitste vennootschap het voorstel van grensoverschrijdende splitsing openbaar maken. Dit moet de belangrijkste informatie over de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing bevatten, waaronder de geplande ruilverhouding voor de effecten of aandelen, de oprichtingsakte van de verkrijgende vennootschappen en het voorgestelde tijdpad voor de grensoverschrijdende splitsing. De leden, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat zij opmerkingen kunnen indienen over de splitsing.

(42)  Om ervoor te zorgen dat de legitieme belangen van alle belanghebbenden in aanmerking kunnen worden genomen, moet de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, samen met, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau, het voorstel van grensoverschrijdende splitsing opstellen en dit voorstel openbaar maken. Werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau moeten ook worden betrokken bij de besluitvorming met betrekking tot het voorstel. Het voorstel moet de belangrijkste informatie over de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing bevatten, waaronder informatie over de geplande ruilverhouding voor de effecten of aandelen, over de totale omzet en totale belastbare omzet van de vennootschap die de splitsing aangaat voor de laatste verslagperiode, over het bedrag van de winstbelasting dat is betaald door de vennootschap die de splitsing aangaat en haar dochterondernemingen en filialen, over de plaats en, in voorkomend geval, de datum van de verplaatsing van het hoofdkantoor van de vennootschap naar de lidstaat van de verkrijgende vennootschappen, over de leidinggevende organen en, indien van toepassing, het personeel, apparatuur, gebouwen en activa, alsook over het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten, over de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van werkzaamheden, over de lonen, over de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers bij in de Unie gevestigde dochterondernemingen en filialen van de vennootschap die de splitsing aangaat, alsook over de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau, de oprichtingsakte van de verkrijgende vennootschappen en het voorgestelde tijdpad voor de grensoverschrijdende splitsing. De deelnemers, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat, moeten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat zij opmerkingen kunnen indienen over de splitsing. Voordat een besluit wordt genomen over het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde splitsing. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moet ook dit orgaan dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    63

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 43

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(43)  Om haar deelnemers informatie te verschaffen, dient de gesplitste vennootschap een verslag op te stellen. In het verslag moet toelichting en motivering worden verstrekt omtrent de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing, met name de gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de deelnemers in de vennootschap wat betreft de toekomstige activiteiten van de vennootschap en het strategisch plan van het beheersorgaan. Voorts moet ook toelichting worden gegeven over de ruilverhouding indien van toepassing en over de criteria om de toewijzing van de aandelen te bepalen, alsmede over de mogelijke rechtsmiddelen waarover de deelnemers in de vennootschap kunnen beschikken indien zij niet akkoord gaan met het besluit om tot grensoverschrijdende splitsing over te gaan.

(43)  Om haar deelnemers en werknemers informatie te verschaffen, dient de vennootschap die de splitsing aangaat, een verslag op te stellen waarin de gevolgen van de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing worden toegelicht. In het verslag moet toelichting en motivering worden verstrekt omtrent de wettelijke en economische aspecten van de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing, en met name omtrent de redenen voor de grensoverschrijdende splitsing, de gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de deelnemers in de vennootschap wat betreft de toekomstige activiteiten van de vennootschap en het strategisch plan van de leidinggevende organen. Voorts moet ook toelichting worden gegeven over de ruilverhouding indien van toepassing en over de criteria om de toewijzing van de aandelen te bepalen, alsmede over de mogelijke rechtsmiddelen waarover de deelnemers in de vennootschap kunnen beschikken indien zij niet akkoord gaan met het besluit om tot grensoverschrijdende splitsing over te gaan. In het verslag moet met name worden toegelicht welke gevolgen de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing heeft voor de banen en de betrokkenheid van de werknemers, alsook voor de maatregelen die genomen moeten worden om deze in stand te houden. Daarnaast moet worden toegelicht of er zich materiële veranderingen voordoen in de dienstverbanden en in de vestigingsplaatsen van de vennootschappen, moet informatie worden verstrekt over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de verkrijgende vennootschappen kunnen worden toegepast, en moet worden uitgelegd hoe elk van deze factoren van invloed zou zijn op de dochterondernemingen van de vennootschap. Dit vereiste mag echter niet worden toegepast indien alle werknemers van de vennootschap lid zijn van het bestuursorgaan. Voordat een besluit wordt genomen over het verslag, moeten de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf worden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde splitsing. Indien van toepassing, moet het overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG met het oog op transnationale informatie en raadpleging opgerichte orgaan ook dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geraadpleegd. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG of Richtlijn 2009/38/EG.

Amendement    64

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 43 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(43 bis)  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, tijdig een advies ontvangt van de werknemersvertegenwoordigers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, moeten de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte worden gebracht en moet dit advies aan het verslag worden gehecht. Het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, moet vóór de datum van de algemene vergadering een met redenen omkleed antwoord geven op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    65

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 43 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(43 ter)  Om het verslag te kunnen analyseren, moet de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat de werknemersvertegenwoordigers, de in de vennootschap vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, voorzien van de financiële en materiële middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten correct uit te oefenen, bijvoorbeeld het recht op toegang tot een met een wachtwoord beveiligde privécomputer, een beveiligde internetverbinding, vergaderzalen, alsook het recht op vergadertijd en op vergoeding van de organisatiekosten in verband met vergaderingen en, indien nodig, de kosten van vertolkingsvoorzieningen en verblijfs- en reiskosten.

Amendement    66

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 44

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(44)  Om haar werknemers informatie te verschaffen, dient de gesplitste vennootschap een verslag op te stellen waarin de gevolgen van de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing voor de werknemers worden toegelicht. In het verslag moet met name worden toegelicht welke gevolgen de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing heeft voor de instandhouding van de werkgelegenheid, of er zich materiële veranderingen zullen voordoen in de arbeidsvoorwaarden en in de vestigingsplaatsen van de vennootschap en hoe elk van deze factoren van invloed zal zijn op dochterondernemingen van de vennootschap. Het verslag dient te worden opgesteld onverminderd de toepasselijke informatie- en raadplegingsprocedures die op nationaal niveau zijn ingesteld overeenkomstig de Richtlijnen 2001/23/EG, 2002/14/EG of 2009/38/EG.

Schrappen

Amendement    67

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 45

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(45)  Om de nauwkeurigheid te verzekeren van de informatie in het splitsingsvoorstel en in de verslagen voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers en om de feitelijke gegevens te verstrekken waarmee beoordeeld moet worden of de voorgestelde splitsing een kunstmatige constructie die niet kan worden toegestaan, moet een verslag van een onafhankelijke deskundige met een beoordeling van het splitsingsplan worden voorgelegd. Om de onafhankelijkheid van de deskundige te garanderen, moet deze door de bevoegde instantie worden aangewezen na een verzoek van de vennootschap. In dit verband dient het deskundigenverslag alle relevante informatie te verstrekken zodat de bevoegde instantie in de lidstaat van vertrek van de gesplitste vennootschap met kennis van zaken kan besluiten al dan niet het aan de splitsing voorafgaand attest af te geven. Daartoe moet de deskundige alle relevante informatie en documentatie van de vennootschap kunnen opvragen en het nodige onderzoek verrichten om alle vereiste stavingsstukken te verzamelen. De deskundige moet gebruikmaken van de informatie, met name over netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers en de samenstelling van de balans, die de vennootschap heeft verzameld om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met het Unierecht en het recht van de lidstaten. Om vertrouwelijke informatie te beschermen, waaronder bedrijfsgeheimen van de vennootschap, hoeft deze informatie echter niet te worden opgenomen in het definitief verslag van de deskundige, dat publiek beschikbaar zal worden gesteld.

(45)  De bevoegde nationale instanties moeten kunnen nagaan of de informatie die in het splitsingsvoorstel en in het verslag voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers is vervat, nauwkeurig is, en moeten daarnaast de feitelijke gegevens kunnen verstrekken die nodig zijn om te beoordelen of de voorgestelde splitsing een kunstmatige constructie is die niet kan worden toegestaan. Bovendien moet door een onafhankelijke deskundige een verslag worden opgesteld waarin het splitsingsplan wordt beoordeeld. Om de onafhankelijkheid van de deskundige te garanderen, moet deze door de bevoegde instantie worden aangewezen na een verzoek van de vennootschap. In dit verband dient het deskundigenverslag alle relevante informatie te bevatten zodat de bevoegde instantie in de lidstaat van vertrek van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, met kennis van zaken kan besluiten al dan niet het aan de splitsing voorafgaand attest af te geven. Daartoe moet de bevoegde instantie alle relevante informatie van de vennootschap kunnen opvragen, bijvoorbeeld over netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers en de samenstelling van de balans, die de vennootschap heeft verzameld om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met het Unierecht en het recht van de lidstaten, alsook alle documentatie die nodig is om het nodige onderzoek te verrichten teneinde de vereiste stavingsstukken te verzamelen en de voorgestelde grensoverschrijdende splitsing te kunnen beoordelen aan de hand van alle nodige, door de vennootschap verstrekte feitelijke gegevens. Om vertrouwelijke informatie te beschermen, waaronder bedrijfsgeheimen van de vennootschap, hoeft deze informatie echter niet te worden opgenomen in het definitief verslag, dat publiek beschikbaar zal worden gesteld. De bevoegde instantie moet gebruik kunnen maken van een onafhankelijke deskundige. De deskundige moet op basis van een door de bevoegde instantie opgestelde lijst worden aangewezen en mag in het verleden en/of momenteel geen banden hebben (gehad) met de desbetreffende vennootschap. De deskundige moet met name over relevante kennis beschikken met betrekking tot vennootschapsrecht, belasting- en fiscaal recht, socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht.

Amendement    68

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 46

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(46)  Om onevenredige kosten en lasten te vermijden voor kleinere ondernemingen die een grensoverschrijdende splitsing aangaan, moeten kleine en micro-ondernemingen als omschreven in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 worden vrijgesteld van het vereiste om een onafhankelijk deskundigenverslag op te stellen.

Schrappen

Amendement    69

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 47

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(47)  Op basis van het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing en de verslagen moet de algemene vergadering van de deelnemers in de gesplitste vennootschap besluiten of zij dit voorstel al dan niet goedkeurt. Het is belangrijk dat de vereiste meerderheid bij een dergelijke stemming voldoende hoog is om te verzekeren dat het voorstel tot splitsing collectief wordt genomen.

(47)  Op basis van het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing en de verslagen moet de algemene vergadering van de deelnemers in de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, besluiten of zij dit voorstel al dan niet goedkeurt. Het is belangrijk dat de vereiste meerderheid bij een dergelijke stemming voldoende hoog is om te verzekeren dat het voorstel tot splitsing collectief wordt genomen. Voordat een besluit wordt genomen, moeten alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raaplegingsrechten worden geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met het advies van de werknemers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijn 2009/38/EG en Richtlijn 2001/86/EG. Daarnaast moeten de deelnemers in de vennootschap ook het recht hebben te stemmen over regelingen betreffende werknemersmedezeggenschap indien zij dat recht op de algemene vergadering hebben voorbehouden.

Amendement    70

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 50

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(50)  Om de schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin zij geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende splitsing, kunnen schuldeisers die benadeeld zijn door de grensoverschrijdende splitsing, de bevoegde rechterlijke of bestuurlijke instantie van elke lidstaat van de gesplitste vennootschap aanspreken voor de garanties die zij passend achten. Om de beoordeling van de schade te vereenvoudigen, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers worden geacht niet door een grensoverschrijdende splitsing te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Er moet een vermoeden worden ingesteld wanneer het volgens de conclusies van het verslag van de onafhankelijke deskundige redelijkerwijs niet waarschijnlijk is dat de schuldeisers nadeel zouden ondervinden of wanneer hun een recht op betaling ten aanzien van de uit de splitsing voortkomende vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en dit bij dezelfde rechterlijke instantie kan worden ingediend als de oorspronkelijke vordering. De bescherming van de schuldeiser waarin deze richtlijn voorziet, doet niet af aan het nationale recht van de lidstaat van de gesplitste vennootschap met betrekking tot betaling aan overheidsinstanties, waaronder belastingen of socialezekerheidsbijdragen.

(50)  Om de schuldeisers passende bescherming te garanderen in gevallen waarin zij geen genoegen nemen met de bescherming die de vennootschap biedt in het voorstel van grensoverschrijdende splitsing, kunnen schuldeisers die benadeeld zijn door de grensoverschrijdende splitsing, de bevoegde rechterlijke of bestuurlijke instantie van elke lidstaat van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, aanspreken voor de garanties die zij passend achten. Om de beoordeling van de schade te vereenvoudigen, moeten bepaalde vermoedens worden ingesteld waarbij schuldeisers worden geacht niet door een grensoverschrijdende splitsing te zijn benadeeld wanneer het risico op verlies voor een schuldeiser uiterst klein is. Er moet een vermoeden worden ingesteld wanneer schuldeisers een recht op betaling ten aanzien van de uit de splitsing voortkomende vennootschap of ten aanzien van een derde-garantiegever wordt geboden met een waarde die overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser en die in hetzelfde rechtsgebied kan worden ingediend als de oorspronkelijke vordering. De bescherming van de schuldeiser waarin deze richtlijn voorziet, doet niet af aan het nationale recht van de lidstaat van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan met betrekking tot betaling aan overheidsinstanties, waaronder belastingen of socialezekerheidsbijdragen.

Amendement    71

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 51

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(51)  Om een passende verdeling van taken tussen de lidstaten en een efficiënte en effectieve voorafgaande controle van grensoverschrijdende splitsingen te verzekeren, moeten de bevoegde instanties van de lidstaat van de gesplitste vennootschap bevoegd zijn om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven. Zonder een dergelijk attest kunnen de instanties van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen de procedure voor de grensoverschrijdende splitsing niet voltooien.

(51)  Om een passende verdeling van taken tussen de lidstaten en een efficiënte en effectieve voorafgaande controle van grensoverschrijdende splitsingen te verzekeren, moeten zowel de lidstaat van de vennootschap die de splitsing aangaat als de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen de passende rechtbank, notaris of andere bevoegde instanties aanwijzen. De door de lidstaten aangewezen bevoegde instanties moeten met name bevoegd zijn om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven. Zonder een dergelijk attest kunnen de instanties van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen de procedure voor de grensoverschrijdende splitsing niet voltooien. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen opzetten met andere instanties en organen in die lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen, en moeten, naargelang het geval, andere betrokken instanties raadplegen met bevoegdheid op de verschillende gebieden waarop de grensoverschrijdende splitsing betrekking heeft. Het besluit van de bevoegde instantie van de lidstaat van de vennootschap die de splitsing aangaat om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven of van de bevoegde instantie in de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen om enige goedkeuring te verlenen, mag niet uitsluiten dat instanties in de lidstaten in een later stadium procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere desbetreffende wetgevingsgebieden.

Amendement    72

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 52

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(52)  De afgifte van het aan de splitsing voorafgaand attest door de lidstaat van de gesplitste vennootschap dient te worden gecontroleerd om de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsing te verzekeren. De bevoegde instantie moet over de afgifte van het aan de splitsing voorafgaand attest beslissen binnen één maand na de indiening van het verzoek door de vennootschap, tenzij er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie met de bedoeling onrechtmatige belastingvoordelen te verkrijgen of de wettelijke of contractuele rechten van de werknemers, schuldeisers of deelnemers in de vennootschap aan te tasten. In een dergelijk geval dient de bevoegde instantie een diepgaande beoordeling te verrichten. Deze diepgaande beoordeling hoeft echter niet systematisch plaats te vinden maar moet per geval worden verricht indien er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie. Voor hun beoordeling moeten de bevoegde instanties ten minste rekening houden met een aantal factoren zoals omschreven in deze richtlijn maar deze mogen in de totaalbeoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen niet op zichzelf in aanmerking genomen. Om vennootschappen niet te overladen met langdurige procedures dient deze diepgaande beoordeling in elk geval te worden afgerond binnen twee maanden na de kennisgeving ervan aan de vennootschap.

(52)  De afgifte van het aan de splitsing voorafgaand attest door de lidstaat van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, dient te worden gecontroleerd om de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsing te verzekeren. De bevoegde instantie moet binnen twee maanden na ontvangst van alle vereiste documentatie en informatie beslissen over de afgifte van het aan de splitsing voorafgaand attest, tenzij er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie of over het feit dat de splitsing niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit. In een dergelijk geval dient de bevoegde instantie een diepgaande beoordeling te verrichten. Deze diepgaande beoordeling moet echter niet systematisch plaatsvinden, maar moet per geval worden uitgevoerd indien er ernstige bezorgdheid rijst over het bestaan van een kunstmatige constructie. Voor hun beoordeling moeten de bevoegde instanties ten minste rekening houden met een aantal factoren zoals omschreven in deze richtlijn, maar deze mogen in de totaalbeoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen niet op zichzelf in aanmerking worden genomen. Wanneer de bevoegde instantie beoordeelt of de splitsing al dan niet gepaard gaat met de daadwerkelijke nastreving van een echte economische activiteit, moet de instantie met name nagaan of de vennootschap een vaste vestiging heeft in alle lidstaten van de verkrijgende vennootschappen die objectief gezien permanent lijkt te zijn, of zij een leidinggevend orgaan, personeel, apparatuur, gebouwen en activa heeft, en of zij materieel is uitgerust om zaken te doen met derde partijen. Bovendien moet de instantie nagaan of de vennootschap besloten heeft het bestuur te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd van een onafhankelijke derde partij. Om vennootschappen niet te overladen met langdurige procedures dient deze diepgaande beoordeling in elk geval te worden afgerond binnen twee maanden na de kennisgeving ervan aan de vennootschap.

Amendement    73

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 53

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(53)  Na ontvangst van het aan de splitsing voorafgaand attest en na een controle of aan de oprichtingsvoorwaarden van de lidstaat van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen is voldaan, moeten de instanties van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen de vennootschappen inschrijven in de ondernemingsregisters van deze lidstaat. Pas na deze inschrijving dient de bevoegde instantie van de lidstaat van de gesplitste vennootschap deze in haar eigen register door te halen. De nauwkeurigheid van de informatie in het aan de splitsing voorafgaand attest kan niet worden aangevochten door de bevoegde instanties van de lidstaat van de verkrijgende vennootschappen.

(53)  Na ontvangst van het aan de splitsing voorafgaand attest en na een controle of aan de oprichtingsvoorwaarden van de lidstaat van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen is voldaan, moeten de instanties van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen de vennootschappen inschrijven in de ondernemingsregisters van deze lidstaat. Pas na deze inschrijving dient de bevoegde instantie van de lidstaat van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende splitsing aan te gaan, deze in haar eigen register door te halen. De bevoegde instantie van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen mag niet de mogelijkheid krijgen de nauwkeurigheid van de informatie in het aan de splitsing voorafgaand attest aan te vechten. Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende splitsing van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende splitsing krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, moeten de bevoegde instanties hun beoordeling van de feiten herzien en moeten zij worden bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties treffen in geval van een kunstmatige constructie.

Amendement    74

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 55

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(55)  Om te verzekeren dat de werknemersmedezeggenschap geen onnodig nadeel ondervindt ten gevolge van de grensoverschrijdende splitsing wanneer de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat, onder een stelsel van werknemersparticipatie functioneert, moeten de uit de splitsing voortkomende vennootschappen ertoe verplicht worden een rechtsvorm aan te nemen die de uitoefening van medezeggenschap mogelijk maakt, onder meer door de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de werknemers in de passende beheers- of toezichtorganen van de vennootschappen. In een dergelijk geval moeten de vennootschap en haar werknemers bovendien te goeder trouw onderhandelen volgens de in Richtlijn 2001/86/EG ingestelde procedure om een minnelijke oplossing te vinden waarin het recht van de vennootschap om een grensoverschrijdende splitsing aan te gaan verzoend wordt met de medezeggenschapsrechten van de werknemers. Een op maat toegesneden en onderling overeengekomen oplossing op basis van deze onderhandelingen of indien er geen overeenkomst wordt bereikt, de toepassing van de referentievoorschriften als bedoeld in Richtlijn 2001/86/EG moeten mutatis mutandis gelden. Om de overeengekomen oplossing of de toepassing van de referentievoorschriften te vrijwaren, mag de vennootschap niet de mogelijkheid krijgen de medezeggenschapsrechten op te heffen door binnen een termijn van drie jaar volgende binnenlandse of grensoverschrijdende omzettingen, fusies of splitsingen aan te gaan.

(55)  Om te verzekeren dat de werknemersmedezeggenschap geen onnodig nadeel ondervindt ten gevolge van de grensoverschrijdende splitsing wanneer de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat, onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, moeten de uit de splitsing voortkomende vennootschappen ertoe verplicht worden een rechtsvorm aan te nemen die de uitoefening van medezeggenschap mogelijk maakt, onder meer door de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de werknemers in de passende beheers- of toezichtorganen van de vennootschappen. In een dergelijk geval moeten de vennootschap en haar werknemers bovendien te goeder trouw onderhandelen. De vennootschap die de splitsing aangaat, moet zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het voorstel voor de splitsing de nodige stappen ondernemen, waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de betrokken dochterondernemingen of filialen, en het aantal werknemers om met de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen of, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de splitsing voortkomende vennootschap of vennootschappen, volgens de in Richtlijn 2001/86/EG ingestelde procedure om een minnelijke oplossing te vinden waarin het recht van de vennootschap om een grensoverschrijdende splitsing aan te gaan verzoend wordt met de medezeggenschapsrechten van de werknemers. Een onderling overeengekomen maatoplossing op basis van deze onderhandelingen of, indien er geen overeenkomst wordt bereikt, de toepassing van de referentievoorschriften als bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 2001/86/EG moeten mutatis mutandis gelden. Om de overeengekomen oplossing of de toepassing van de referentievoorschriften te vrijwaren, mag de vennootschap niet de mogelijkheid krijgen de medezeggenschapsrechten op te heffen door binnen een termijn van zes jaar volgende binnenlandse of grensoverschrijdende omzettingen, fusies of splitsingen aan te gaan. Wanneer binnen zes jaar na de grensoverschrijdende splitsing een toepasselijke drempel voor werknemersmedezeggenschap, zoals vastgelegd in de wetgeving van de lidstaat van de vennootschap die de splitsing aangaat, wordt overschreden, moet in hetzelfde niveau en elementen van werknemersmedezeggenschap worden voorzien als wettelijk zou zijn vastgelegd indien de vennootschap de relevante drempel in de desbetreffende lidstaat had bereikt, en moeten nieuwe onderhandelingen worden gestart.

Amendement    75

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 56

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(56)  Om te voorkomen dat de medezeggenschapsrechten voor werknemers worden omzeild door middel van een grensoverschrijdende splitsing, mag de vennootschap die de splitsing aangaat en die ingeschreven is in de lidstaat waar voorzien is in medezeggenschapsrechten voor werknemers, niet de mogelijkheid hebben een grensoverschrijdende splitsing aan te gaan zonder eerst onderhandelingen te voeren met haar werknemers of met hun vertegenwoordigers, wanneer het gemiddelde aantal werknemers van de onderneming vier vijfde bedraagt van de nationale drempel die nodig is voor het opzetten van werknemersmedezeggenschap.

(56)  Om te voorkomen dat de medezeggenschapsrechten van werknemers worden omzeild door middel van een grensoverschrijdende splitsing, mag de vennootschap die de splitsing aangaat en die ingeschreven is in de lidstaat waar voorzien is in medezeggenschapsrechten voor werknemers, niet de mogelijkheid hebben een grensoverschrijdende splitsing aan te gaan zonder eerst onderhandelingen te voeren met haar werknemers of met hun vertegenwoordigers, wanneer het gemiddelde aantal werknemers van de vennootschap vier vijfde bedraagt van de nationale drempel die nodig is voor het opzetten van werknemersmedezeggenschap. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat werknemersvertegenwoordigers bij de uitoefening van hun functie voldoende bescherming en waarborgen genieten om de taken die hun zijn toevertrouwd naar behoren te kunnen vervullen.

Amendement    76

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 56 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(56 bis)  Na de omzetting moet de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat, de voorwaarden van een eventuele collectieve arbeidsovereenkomst blijven naleven onder dezelfde voorwaarden die op grond van die overeenkomst op de vennootschap van toepassing waren vóór de splitsing, tot de datum van beëindiging of afloop van de collectieve arbeidsovereenkomst of de datum van inwerkingtreding van een andere collectieve arbeidsovereenkomst, overeenkomstig Richtlijn 2001/23/EG.

Amendement    77

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 58

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(58)  De bepalingen van deze richtlijn doen niet af aan de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, waaronder de handhaving van belastingregels in grensoverschrijdende omzettingen, fusies of splitsingen, met betrekking tot de belastingen van lidstaten of hun territoriale of bestuurlijke onderdelen.

(58)  De bepalingen van deze richtlijn doen niet af aan de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, waaronder de handhaving van belastingregels in grensoverschrijdende omzettingen, fusies of splitsingen, met betrekking tot de belastingen van lidstaten of hun territoriale of bestuurlijke onderdelen. In bepaalde gevallen mogen de lidstaten van vertrek niet-gerealiseerde kapitaalwinsten bijvoorbeeld belasten op het moment van de grensoverschrijdende omzetting van een vennootschap. In dergelijke gevallen moeten de lidstaten (i) de vennootschappen kunnen laten kiezen tussen onmiddellijke betaling van de belasting of uitstel van betaling tot de winsten zijn behaald, waarbij ook rente moet worden betaald; (ii) kunnen verzoeken om betaling in termijnen; en (iii) de vennootschap kunnen verzoeken enkel garanties te bieden indien uit de voorafgaande beoordeling blijkt dat het risico bestaat dat de belasting niet kan worden geïnd.

Amendement    78

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 61

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(61)  Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(61)  Deze richtlijn draagt zorg voor de volledige eerbiediging van de grondrechten en de beginselen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waaronder het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), de vrijheid van vestiging in iedere lidstaat (artikel 15, lid 2), de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16), het recht op informatie en raadpleging van de werknemers binnen de onderneming (artikel 27), het recht op collectieve onderhandelingen en op collectieve actie (artikel 28), het recht op bescherming bij kennelijk onredelijk ontslag (artikel 30), het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden (artikel 31) en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht (artikel 47).

Amendement    79

Voorstel voor een richtlijn

Overweging 63

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(63)  De Commissie moet een evaluatie van deze richtlijn verrichten. Overeenkomstig punt 22 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven van 13 april 201652 moet deze evaluatie gebaseerd zijn op vijf criteria, namelijk doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie, relevantie en meerwaarde, en moet zij de basis vormen voor effectbeoordelingen van mogelijke verdere maatregelen.

(63)  De Commissie moet een evaluatie van deze richtlijn verrichten. Zij moet nagaan wat de gevolgen van de richtlijn zijn voor de economie, het concurrentievermogen en de groei. Overeenkomstig punt 22 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven van 13 april 201652 moet deze evaluatie gebaseerd zijn op vijf criteria, namelijk doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie, relevantie en meerwaarde, en moet zij de basis vormen voor effectbeoordelingen van mogelijke verdere maatregelen. De Commissie moet in haar evaluatie ook rekening houden met het beschermingsniveau dat bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn wordt geboden aan werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders.

_________________

_________________

52 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

52 PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

Amendement    80

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-1)  Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd:

 

"Artikel 1 bis

 

Definities

 

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

 

(1) "naamloze vennootschap", in titel II, hoofdstukken I, II en III "vennootschap" genoemd:

 

(a) een vennootschap in een van de in bijlage II genoemde vormen;

 

(b) indien niet genoemd in bijlage II, voor de toepassing van titel II, hoofdstuk II: een vennootschap met aandelenkapitaal die rechtspersoonlijkheid bezit, een afgescheiden vermogen heeft dat uitsluitend voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en die zich overeenkomstig de op haar van toepassing zijnde nationale wetgeving moet houden aan de waarborgen zoals bedoeld in titel I, hoofdstuk II, afdeling 2 en titel I, hoofdstuk III, afdeling 1 om de belangen te beschermen van zowel de deelnemers in de vennootschap als derden;

 

(2) "grensoverschrijdende omzetting": een handeling waarbij een vennootschap, zonder te worden ontbonden of zonder in vereffening te gaan, de rechtsvorm waaronder zij in een lidstaat van vertrek is geregistreerd, omzet in een wettelijke vennootschapsvorm van een lidstaat van bestemming en met behoud van haar rechtspersoonlijkheid ten minste haar statutaire zetel overbrengt naar de lidstaat van bestemming;

 

(3) "lidstaat van vertrek": een lidstaat waarin een vennootschap in haar rechtsvorm is geregistreerd voordat een grensoverschrijdende omzetting plaatsvindt;

 

(4) "lidstaat van bestemming": een lidstaat waarin een vennootschap in haar rechtsvorm is geregistreerd ten gevolge van een grensoverschrijdende omzetting;

 

(5) "register": het centrale, handels- of vennootschapsregister als bedoeld in artikel 16, lid 1;

 

(6) "omgezette vennootschap": de in de lidstaat van bestemming opgerichte vennootschap op de datum waarop de grensoverschrijdende omzetting van kracht wordt;

 

(7) "fusie door overneming", in de zin van titel II, hoofdstuk I: een handeling waarbij een of meer vennootschappen worden ontbonden zonder in vereffening te gaan en alle activa en passiva worden overgedragen aan een andere vennootschap tegen uitreiking van aandelen in de overnemende vennootschap aan de aandeelhouders van de overgenomen vennootschap of vennootschappen, eventueel met een bijbetaling in geld welke niet meer mag bedragen dan 10 % van de nominale waarde of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. In de wetgeving van een lidstaat kan worden bepaald dat fusie door overneming ook kan plaatsvinden wanneer een of meer van de overgenomen vennootschappen in vereffening zijn, mits die mogelijkheid wordt beperkt tot vennootschappen die nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen onder hun aandeelhouders;

 

(8) "fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap", in de zin van titel II, hoofdstuk I: een handeling waarbij verscheidene vennootschappen worden ontbonden zonder in vereffening te gaan en alle activa en passiva worden overgedragen aan een door hen opgerichte vennootschap tegen uitreiking van aandelen in de nieuwe vennootschap aan de aandeelhouders van de verdwijnende vennootschappen, eventueel met een bijbetaling in geld welke niet meer mag bedragen dan 10 % van de nominale waarde of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen. In de wetgeving van een lidstaat kan worden bepaald dat fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap ook kan plaatsvinden wanneer een of meer van de verdwijnende vennootschappen in vereffening zijn, mits die mogelijkheid wordt beperkt tot vennootschappen die nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen onder hun aandeelhouders;

 

(9) "fusie", in de zin van titel II, hoofdstuk II: een handeling waarbij:

 

(a) de activa en passiva van een of meer vennootschappen bij de ontbinding zonder vereffening in hun geheel op een andere, reeds bestaande vennootschap – de overnemende vennootschap – overgaan tegen uitgifte aan de deelnemers in de ontbonden vennootschap of vennootschappen van effecten of aandelen die het kapitaal van de overnemende vennootschap vertegenwoordigen, eventueel met een bijbetaling in geld welke niet meer mag bedragen dan 10 % van de nominale waarde of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van deze effecten of aandelen; of

 

(b) de activa en passiva van twee of meer vennootschappen bij de ontbinding zonder vereffening in hun geheel op een door hen op te richten vennootschap – de nieuwe vennootschap – overgaan tegen uitgifte aan de deelnemers in de ontbonden vennootschap of vennootschappen van effecten of aandelen die het kapitaal van de nieuwe vennootschap vertegenwoordigen, eventueel met een bijbetaling in geld welke niet meer mag bedragen dan 10 % van de nominale waarde of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van deze effecten of aandelen; of

 

(c) de activa en passiva van een vennootschap bij de ontbinding zonder vereffening in hun geheel overgaan op de vennootschap die alle effecten of aandelen bezit die het kapitaal van de eerstgenoemde vennootschap vertegenwoordigen;

 

(d) de activa en passiva van een of meer vennootschappen bij de ontbinding zonder vereffening in hun geheel op een andere, reeds bestaande vennootschap – de overnemende vennootschap – overgaan, zonder uitgifte van nieuwe aandelen door de overnemende vennootschap, mits alle aandelen in de fuserende vennootschappen rechtstreeks of middellijk in handen zijn van één persoon of de deelnemers in de fuserende vennootschappen hun aandelen in alle fuserende vennootschappen in dezelfde verhouding aanhouden;

 

(10) "gesplitste vennootschap": een vennootschap die in het kader van een grensoverschrijdende splitsing haar activa en passiva in hun geheel op een of meer vennootschappen overdraagt, of, in geval van een gedeeltelijke splitsing, een deel van haar activa en passiva op een of meer vennootschappen overdraagt;

 

(11) "splitsing": een handeling waarbij hetzij:

 

(a) een gesplitste vennootschap, die is ontbonden zonder in vereffening te gaan, haar activa en passiva in hun geheel overdraagt aan twee of meer nieuw opgerichte vennootschappen (hierna "de verkrijgende vennootschappen" genoemd), tegen uitreiking aan de deelnemers in de gesplitste vennootschap van effecten of aandelen in de verkrijgende vennootschappen, en eventueel met een bijbetaling in geld van niet meer dan 10 % van de nominale waarde van die effecten of aandelen of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van hun effecten of aandelen (hierna "volledige splitsing" genoemd);

 

(b) een gesplitste vennootschap een deel van haar activa en passiva in hun geheel overdraagt aan één of meer nieuw opgerichte vennootschappen (hierna "de verkrijgende vennootschappen" genoemd), tegen uitreiking aan de deelnemers in de gesplitste vennootschap van effecten of aandelen in de verkrijgende vennootschappen of in de gesplitste vennootschap of in zowel de verkrijgende vennootschappen als de gesplitste vennootschap, en eventueel met een bijbetaling in geld van niet meer dan 10 % van de nominale waarde van die effecten of aandelen of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van hun effecten of aandelen (hierna "gedeeltelijke splitsing" genoemd).

 

(12) "werknemersvertegenwoordigers": de vertegenwoordigers van de werknemers volgens de nationale wetgeving en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken;

 

(13) "rol van de werknemers": zie artikel 2, letter h), van Richtlijn 2001/86/EG;

 

(14) "informatie van werknemers": zie artikel 2, letter f) van Richtlijn 2009/38/EG;

 

(15) "raadpleging van werknemers": zie artikel 2, letter g), van Richtlijn 2009/38/EG;

 

(16) "werknemersmedezeggenschap": zie artikel 2, letter k), van Richtlijn 2001/86/EG;

 

(17) "kunstmatige constructie": een structuur die is opgezet voor het ontduiken van de verplichtingen van een vennootschap uit hoofde van het recht van de Unie en het nationaal recht, alsook van de wettelijke en contractuele rechten van werknemers, schuldeisers en deelnemers in de vennootschap, of het ontwijken van financiële verplichtingen, bijvoorbeeld door middel van een fictionele of tijdelijke vestiging die geen echte economische activiteit nastreeft in de lidstaat van bestemming."

Amendement    81

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten kunnen besluiten dit hoofdstuk niet toe te passen op grensoverschrijdende omzettingen waarbij een coöperatieve vennootschap betrokken is, zelfs als deze laatste onder de definitie van een kapitaalvennootschap als bedoeld in artikel 86 bis, lid 1, zou vallen.

Schrappen

Amendement    82

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 86 ter

Schrappen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

(1)  "kapitaalvennootschap" hierna "vennootschap" genoemd: een vennootschap met een vorm als bedoeld in bijlage II;

 

(2)  "grensoverschrijdende omzetting": een handeling waarbij een vennootschap, zonder te worden ontbonden of zonder in vereffening te gaan, de rechtsvorm waaronder zij in een lidstaat van vertrek is geregistreerd, omzet in een wettelijke vennootschapsvorm van een lidstaat van bestemming en met behoud van haar rechtspersoonlijkheid ten minste haar statutaire zetel overbrengt naar de lidstaat van bestemming;

 

(3)  "lidstaat van vertrek": een lidstaat waarin een vennootschap in haar rechtsvorm is geregistreerd voordat de grensoverschrijdende omzetting plaatsvindt;

 

(4)  "lidstaat van bestemming": een lidstaat waarin een vennootschap in haar rechtsvorm wordt geregistreerd ten gevolge van de grensoverschrijdende omzetting;

 

(5)  "register": het centrale, handels- of vennootschapsregister bedoeld in artikel 16, lid 1;

 

(6)  "omgezette vennootschap": de nieuw opgerichte vennootschap in de lidstaat van bestemming vanaf de datum waarop de grensoverschrijdende omzetting van kracht wordt.

 

Amendement    83

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quater – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat wanneer een vennootschap voornemens is een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, zij kunnen onderzoeken of de grensoverschrijdende omzetting voldoet aan de in lid 2 gestelde voorwaarden.

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat wanneer een vennootschap voornemens is een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, de rechtbank, notaris of andere bevoegde instantie van de lidstaten van vertrek en bestemming kunnen onderzoeken of de grensoverschrijdende omzetting voldoet aan de in lid 2 gestelde voorwaarden.

Amendement    84

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quater – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  ten aanzien van de vennootschap is een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie is;

Schrappen

Amendement    85

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quater – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek de grensoverschrijdende omzetting niet toestaat wanneer zij na een onderzoek van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie die bedoeld is om onterechte belastingvoordelen te verkrijgen of de wettelijke of contractuele rechten van werknemers, schuldeisers of minderheidsdeelnemers aan te tasten.

3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek de grensoverschrijdende omzetting niet toestaat wanneer zij na de uitvoering van een beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie.

Amendement    86

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap die voornemens is een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, stelt het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting op. In het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting wordt ten minste vermeld:

1.  Het bestuurs- of leidinggevend orgaan, met inbegrip van, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau van de vennootschap die voornemens is een grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, stelt het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting op en wordt betrokken bij de besluitvorming met betrekking tot dat voorstel. In het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting wordt ten minste vermeld:

Amendement    87

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de rechtsvorm, de naam en de statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van vertrek;

(a)  de rechtsvorm, de naam en de plaats van de statutaire zetel van de vennootschap in de lidstaat van vertrek;

Amendement    88

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d bis)  informatie over de plaats en de datum van de verplaatsing van het hoofdkantoor van de vennootschap naar de lidstaat van bestemming, indien het zich hier niet reeds bevindt, en informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, gebouwen en activa;

Amendement    89

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g)  de datum vanaf welke de handelingen van de in de lidstaat van vertrek opgerichte en geregistreerde vennootschap voor boekhoudkundige doeleinden worden behandeld als die van de omgezette vennootschap;

Schrappen

Amendement    90

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(h)  bijzondere voordelen die aan de leden van de bestuurs-, leidinggevende, toezichthoudende of controlerende organen van de omgezette vennootschap worden toegekend;

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)  

Amendement    91

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter h bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(ha)  informatie over eventueel ontvangen stimulansen, subsidies of toezeggingen om in de lidstaat van vertrek te blijven;

Amendement    92

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter i bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(i bis)  het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten;

Amendement    93

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter j

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(j)  de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de werkgelegenheid;

(j)  de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van werkzaamheden, de lonen, de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers van de in de Unie gevestigde dochterondernemingen en filialen van de vennootschap die de omzetting aangaat, en de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau;

Amendement    94

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter k

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(k)  in voorkomend geval, informatie over de procedures waarbij overeenkomstig artikel 86 terdecies regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun medezeggenschapsrechten in de omgezette vennootschap worden betrokken, en over de mogelijke opties voor dergelijke regelingen.

(k)  informatie over de procedures waarbij overeenkomstig artikel 86 terdecies regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten in de omgezette vennootschap worden betrokken, en over de mogelijke opties voor dergelijke regelingen.

Amendement    95

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter k bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(k bis)  de naam van de uiteindelijke vennootschap en, in voorkomend geval, de lijst van alle dochterondernemingen, een korte beschrijving van de aard van hun activiteiten en hun respectieve geografische ligging;

Amendement    96

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter k ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(k ter)  totale omzet en totale belastbare omzet van de vennootschap die de omzetting aangaat voor de laatste verslagperiode;

Amendement    97

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 – letter k quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(k quater)  het bedrag van de winstbelasting die is betaald door de vennootschap die de omzetting aangaat en haar dochterondernemingen en filialen;

Amendement    98

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Voordat het leidinggevend of bestuursorgaan een besluit neemt over het voorstel voor een grensoverschrijdende omzetting, worden de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde omzetting overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG, mutatis mutandis. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, wordt ook dit orgaan dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    99

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quinquies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  Naast de officiële talen van de lidstaten van vertrek en bestemming staan de lidstaten toe dat de vennootschap die de omzetting aangaat, zich bedient van een taal die in de internationale zakelijke en financiële wereld gangbaar is voor het opstellen van het voorstel voor de omzetting en van alle andere desbetreffende documenten. De lidstaten bepalen welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de diverse taalversies van die documenten.

2.  Naast de officiële talen van de lidstaten van vertrek en bestemming kunnen de lidstaten aangeven dat de vennootschap de vennootschap die de omzetting aangaat, toestaat zich te bedienen van een taal die in de internationale zakelijke en financiële wereld gangbaar is voor het opstellen van het voorstel voor de omzetting en van alle andere desbetreffende documenten. De vennootschap bepaalt welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de diverse taalversies van die documenten. De deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers hebben de mogelijkheid om opmerkingen te maken over dat voorstel.

Amendement    100

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, stelt een verslag op waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende omzetting worden toegelicht en verantwoord.

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, stelt een verslag op voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende omzetting worden toegelicht en verantwoord, alsook de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de werknemers worden toegelicht.

Amendement    101

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 – letter -a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a)  de redenen voor de grensoverschrijdende omzetting;

Amendement    102

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de dienstverbanden en de rol van werknemers, evenals de maatregelen die moeten worden genomen om deze te vrijwaren;

Amendement    103

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 – letter c ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c ter)  belangrijke wijzigingen in de arbeidsomstandigheden voorzien in de wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten en transnationale bedrijfsovereenkomsten, en in de vestigingsplaatsen van de vennootschap;

Amendement    104

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 – letter c quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c quater)  informatie over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de ontstane omgezette vennootschap kunnen worden toegepast overeenkomstig deze richtlijn;

Amendement    105

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 – letter c quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c quinquies)  de vraag of de in de punten a) tot en met g) bedoelde factoren ook betrekking hebben op dochterondernemingen van de vennootschap.

Amendement    106

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Voordat het bestuurs- of leidinggevend orgaan een besluit neemt over het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag, worden de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf, geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde omzetting overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG. In voorkomend geval wordt ook het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    107

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag wordt uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering ten minste in elektronische vorm ter beschikking gesteld van de deelnemers in de vennootschap. Dit verslag wordt op dezelfde wijze beschikbaar gesteld aan de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, aan de werknemers zelf.

3.  Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag wordt de deelnemers in en de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering ten minste in elektronische vorm ter beschikking gesteld.

Amendement    108

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Dit verslag is echter niet vereist wanneer alle deelnemers in de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, ermee hebben ingestemd van dit vereiste af te zien.

4.  Dit verslag is echter niet vereist wanneer alle deelnemers in de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat en alle vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, ermee hebben ingestemd van dit vereiste af te zien.

Amendement    109

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, tijdig een advies ontvangt van de vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, worden de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte gebracht en wordt dit advies aan het verslag gehecht.

Amendement    110

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.  Het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende omzetting aan te gaan, geeft vóór de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering een met redenen omkleed antwoord op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    111

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 4 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quater.  De nationale medezeggenschapsorganen, de in de vennootschap vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, beschikken over de middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten uit te oefenen om een analyse van het verslag uit te voeren. Punt 6 van bijlage I bij Richtlijn 2009/38/EG is daartoe van overeenkomstige toepassing.

Amendement    112

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 sexies – lid 4 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quinquies.  De leden 1 tot en met 4 van dit artikel laten de toepasselijke informatie- en raadplegingsrechten en -procedures onverlet die op nationaal niveau zijn ingesteld na de omzetting van Richtlijnen 2002/14/EG en 2009/38/EG.

Amendement    113

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 septies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 86 septies

Schrappen

Verslag van het leidinggevende of bestuursorgaan aan de werknemers

 

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, stelt een verslag op waarin de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de werknemers worden toegelicht.

 

2.  In het in lid 1 bedoelde verslag wordt met name toelichting gegeven over het volgende:

 

(a)  de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor de toekomstige bedrijfsactiviteiten van de vennootschap en voor het strategisch plan van de leidinggevende instanties;

 

(b)  de gevolgen van de grensoverschrijdende omzetting voor het vrijwaren van de dienstverbanden;

 

(c)  materiële wijzigingen in de arbeidsomstandigheden en in de vestigingsplaatsen van de vennootschap;

 

(d)  de vraag of de in de punten a), b) en c) bedoelde factoren ook betrekking hebben op dochterondernemingen van de vennootschap.

 

3.  Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag wordt de vertegenwoordigers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, of de werknemers zelf indien er geen vertegenwoordigers zijn, uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering ten minste in elektronische vorm ter beschikking gesteld. . Het verslag wordt op dezelfde wijze ter beschikking gesteld van de deelnemers in de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat.

 

4.  Wanneer het leidinggevend of bestuursorgaan van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, tijdig een advies ontvangt van de vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, worden de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte gebracht en wordt dit advies aan het verslag gehecht.

 

5.  Wanneer de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, en in voorkomend geval haar dochterondernemingen, geen andere werknemers hebben dan die welke tot de leidinggevende of bestuursorganen behoren, is het in lid 1 bedoelde verslag evenwel niet vereist.

 

6.  De leden 1 tot en met 6 laten de toepasselijke informatie- en raadplegingsrechten en -procedures onverlet die op nationaal niveau zijn ingesteld na de omzetting van Richtlijnen 2002/14/EG of 2009/38/EG.

 

Amendement    114

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onderzoek door een onafhankelijke deskundige

Beoordeling door de bevoegde instantie

Amendement    115

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering verzoekt een deskundige aan te wijzen om het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting en de in de artikelen 86 sexies en 86 septies bedoelde verslagen te onderzoeken en te beoordelen met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel.

De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering verzoekt om de beoordeling van het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting en het in artikel 86 sexies bedoelde verslag.

Amendement    116

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 1 – alinea 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het verzoek tot aanwijzing van een deskundige gaat vergezeld van:

Het verzoek om beoordeling door de bevoegde instantie gaat vergezeld van:

Amendement    117

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 1 – alinea 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de in de artikelen 86 sexies en 86 septies bedoelde verslagen.

(b)  het in artikel 86 sexies bedoelde verslag;

Amendement    118

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 1 – alinea 2 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis)  de eventueel ingediende opmerkingen van leden, werknemers en schuldeisers over het voorstel en het verslag als bedoeld in artikel 86 quinquies en artikel 86 sexies;

Amendement    119

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 1 – alinea 2 – letter b ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b ter)  indien van het vereiste van het in artikel 86 sexies bedoelde verslag wordt afgezien, de redenen voor de grensoverschrijdende omzetting.

Amendement    120

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De bevoegde instantie wijst binnen vijf werkdagen na de indiening van het in lid 1 bedoelde verzoek en de ontvangst van het voorstel en de verslagen een onafhankelijke deskundige aan. De deskundige is onafhankelijk van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, en kan een natuurlijke of rechtspersoon zijn naargelang van het recht van de lidstaat van vertrek. Bij de beoordeling van de onafhankelijkheid van de deskundige houden de lidstaten rekening met het in de artikelen 22 en 22 ter van Richtlijn 2006/43/EG ingestelde rechtskader.

2.  De bevoegde instantie begint haar beoordeling van het in lid 1 bedoelde verzoek binnen tien werkdagen vanaf de ontvangst van de documenten en informatie als bedoeld in de punten a) tot en met d) van lid 1. Indien de bevoegde instantie gebruikmaakt van een onafhankelijke deskundige, wordt deze deskundige binnen een maand aangewezen op basis van een voorgeselecteerde lijst. De lidstaten zorgen ervoor dat de deskundige of de rechtspersoon in wiens naam de deskundige optreedt, onafhankelijk is en in de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanstelling in geen enkele hoedanigheid werkzaamheden heeft verricht voor de vennootschap die de omzetting aanvraagt, en omgekeerd.

Amendement    121

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De deskundige stelt een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende vermeldt:

3.  Na in voorkomend geval derde partijen met een legitiem belang in de omzetting van de vennootschap te hebben geraadpleegd, in het bijzonder belasting-, arbeids- en socialezekerheidsinstanties, stelt de bevoegde instantie een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende vermeldt:

Amendement    122

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 3 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  een gedetailleerde beoordeling van de nauwkeurigheid van de verslagen en de informatie die zijn ingediend door de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat;

(a)  een gedetailleerde beoordeling van de formele en materiële nauwkeurigheid van het voorstel, de verslagen en de informatie die zijn ingediend door de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat;

Amendement    123

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  een beschrijving van alle feitelijke gegevens die de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie nodig heeft voor een diepgaande beoordeling, overeenkomstig artikel 86 quindecies, van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie vormt, met vermelding van ten minste: de kenmerken van de vestiging in de lidstaat van bestemming, waaronder de intentie, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers, de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, de plaats waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de commerciële risico's die de omgezette vennootschap loopt in de lidstaat van bestemming en de lidstaat van vertrek.

(b)  een beschrijving van alle feitelijke gegevens die nodig zijn voor een diepgaande beoordeling, overeenkomstig artikel 86 quindecies, van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie vormt, met vermelding van ten minste:

 

i)  de kenmerken van de vestiging in de lidstaat van bestemming, waaronder de intentie, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, gebouwen en activa,

 

ii)  de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden en de commerciële risico's die de vennootschap die de omzetting aangaat, loopt in de lidstaat van bestemming en de lidstaat van vertrek,

 

iii)  het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplekken van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, met inbegrip van, in voorkomend geval, het aantal werknemers dat in het jaar vóór de omzetting is gedetacheerd of uitgezonden of gelijktijdig in verschillende lidstaten werkzaam is, in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en hun landen van bestemming, de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de gevolgen voor de bedrijfspensioenen van de werknemers.

Amendement    124

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de onafhankelijke deskundige het recht heeft bij de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, alle relevante informatie en documenten op te vragen en alle nodig onderzoek te verrichten om de gegevens van het voorstel en de beheersverslagen te controleren. De deskundige heeft ook het recht opmerkingen en adviezen in te winnen van de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap, of indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, alsmede van de schuldeisers en de deelnemers in de vennootschap.

4.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie het recht heeft bij de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, alle relevante informatie en documenten op te vragen, met inbegrip van eventuele opmerkingen op het voorstel die overeenkomstig artikel 86 quinquies, lid 2, zijn gemaakt, en alle nodig onderzoek verricht om de gegevens van het voorstel of het verslag van het bestuurs- of leidinggevend orgaan te controleren. De bevoegde instantie stelt bovendien, indien dat noodzakelijk is, vragen aan de bevoegde instantie van de lidstaat van bestemming en heeft het recht verdere opmerkingen en adviezen in te winnen van de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, alsmede van de schuldeisers en de deelnemers in de vennootschap. Deze worden als bijlage bij het verslag gevoegd.

Amendement    125

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de aan de onafhankelijke deskundige voorgelegde informatie alleen kan worden gebruikt voor het opstellen van zijn verslag en dat er geen vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, openbaar wordt gemaakt. In voorkomend geval kan de deskundige bij de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie een afzonderlijk document met vertrouwelijke informatie indienen, dat alleen beschikbaar wordt gesteld aan de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, en niet voor derden openbaar wordt gemaakt.

5.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de aan de onafhankelijke deskundige voorgelegde informatie en opmerkingen alleen kunnen worden gebruikt voor het opstellen van zijn verslag en dat er geen vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, openbaar wordt gemaakt overeenkomstig het recht van de Unie en het nationale recht. In voorkomend geval kan de bevoegde instantie een afzonderlijk document met vertrouwelijke informatie opstellen, dat alleen beschikbaar wordt gesteld aan de vennootschap en, indien het recht van de Unie of het nationale recht daarin voorziet en in overeenstemming met de gebruiken van de Unie of de lidstaten, aan werknemersvertegenwoordigers.

Amendement    126

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De lidstaten stellen kleine en micro-ondernemingen als omschreven in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (**) vrij van het bepaalde in dit artikel.

Schrappen

Amendement    127

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.  Een vennootschap mag een grensoverschrijdende omzetting niet voltooien in gevallen waarin de vennootschap is verwikkeld in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, fiscaal, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grond - en mensenrechten, indien het risico bestaat dat de definitieve schadevergoeding niet is gedekt in het kader van de maatregelen van de Unie voor civielrechtelijke samenwerking en de vennootschap geen financiële garantie heeft gesteld die dat risico dekt.

Amendement    128

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies – lid 6 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 ter.  De lidstaten stellen regels vast die ten minste voorzien in de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen die belast zijn met het opstellen van de in dit artikel bedoelde verslagen, met inbegrip van regels betreffende tekortkomingen bij de uitoefening van hun taak.

Amendement    129

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 octies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 86 octies bis

 

Civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de omgezette vennootschap

 

De lidstaten stellen regels vast die ten minste betrekking hebben op de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van het bestuurs- of leidinggevend orgaan van die vennootschap jegens de aandeelhouders van de omgezette vennootschap wegens tekortkomingen van de leden van dat orgaan bij de voorbereiding en uitvoering van de omzetting.

Amendement    130

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  in voorkomend geval, het in artikel 86 octies bedoelde verslag van de onafhankelijke deskundige;

(b)  het verzoek om beoordeling van het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting en van het in artikel 86 octies, lid 1, bedoelde verslag en, in voorkomend geval, het door de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 86 octies, lid 3, opgestelde verslag, zonder evenwel vertrouwelijke informatie openbaar te maken overeenkomstig het nationale recht en het recht van de Unie;

Amendement    131

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  een kennisgeving aan de deelnemers, de schuldeisers en de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, dat zij vóór de datum van de algemene vergadering bij de vennootschap en bij de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie opmerkingen kunnen indienen betreffende de in de punten a) en b) van de eerste alinea bedoelde documenten.

(c)  een kennisgeving aan de deelnemers, de schuldeisers en de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf, dat zij vóór de datum van de algemene vergadering bij de vennootschap en bij de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie opmerkingen kunnen indienen betreffende de in de punten a) en b) van de eerste alinea bedoelde documenten.

Amendement    132

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 3 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(d)  details van de website waar het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting, de kennisgeving en het in lid 1 bedoelde deskundigenverslag en een volledige beschrijving van de in punt c) van dit lid bedoelde regelingen kosteloos verkrijgbaar zijn.

(d)  details van de website waar het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting, de kennisgeving en het in lid 1 bedoelde door de bevoegde instantie opgestelde verslag en een volledige beschrijving van de in punt c) van dit lid bedoelde regelingen kosteloos verkrijgbaar zijn.

Amendement    133

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 3 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(d bis)  informatie over de uiteindelijke begunstigden van de vennootschap vóór en na de grensoverschrijdende omzetting.

Amendement    134

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van een oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanmelding bij een bevoegde instantie verlangen.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende fusie aangaat, kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanmelding verlangen bij een bevoegde instantie of bij een andere persoon of instantie die met de online-openbaarmaking te maken heeft, of deze verricht of erbij assisteert.

 

De lidstaten stellen gedetailleerde voorschriften vast voor de online-openbaarmaking van documenten en informatie als bedoeld in de leden 1 en 3 van dit artikel. Artikel 13 ter bis (nieuw) en artikel 13 septies, leden 3 en 4, zijn van overeenkomstige toepassing.

Amendement    135

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 nonies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Naast de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde openbaarmaking kunnen de lidstaten eisen dat het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting of de in lid 3 bedoelde informatie in hun nationale publicatieblad worden bekendgemaakt. In dat geval dragen de lidstaten er zorg voor dat het register de informatie doorzendt aan het nationale publicatieblad.

5.  Naast de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde openbaarmaking kunnen de lidstaten eisen dat het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting of de in lid 3 bedoelde informatie in hun nationale publicatieblad worden bekendgemaakt. In dat geval, in overeenstemming met het beginsel van eenmalige informatieoverdracht in de Unie, dragen de lidstaten er zorg voor dat het register de informatie doorzendt aan het nationale publicatieblad.

Amendement    136

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 decies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Na van de in artikelen 86 sexies, 86 septies en 86 octies bedoelde verslagen kennis te hebben genomen, beslist de algemene vergadering van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, over de goedkeuring van het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting. De vennootschap deelt het besluit van de algemene vergadering mee aan de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie.

1.  Na van de in artikelen 86 sexies, 86 septies en 86 octies, lid 3, bedoelde verslagen kennis te hebben genomen, beslist de algemene vergadering van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, over de goedkeuring van het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting. Voordat een besluit wordt genomen, worden alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raadplegingsrechten geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met het advies van de werknemers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijnen 2009/38/EG en 2001/86/EG. De vennootschap deelt het besluit van de algemene vergadering mee aan de overeenkomstig artikel 86 quaterdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie.

Amendement    137

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 decies – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat voor de goedkeuring van wijzigingen in het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting een meerderheid vereist is van niet minder dan twee derde maar niet meer dan 90 % van de stemmen die verbonden zijn aan de aandelen of aan het vertegenwoordigde geplaatste kapitaal. De stemmingsdrempel is hoe dan ook niet hoger dan die waarin het nationale recht voorziet voor de goedkeuring van grensoverschrijdende fusies.

3.  De lidstaten dragen er zorg voor dat voor de goedkeuring van of wijzigingen in het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting een meerderheid vereist is van niet minder dan twee derde maar niet meer dan 90 % van de stemmen die verbonden zijn aan de aandelen of aan het vertegenwoordigde geplaatste kapitaal. De stemmingsdrempel is hoe dan ook niet hoger dan die waarin het nationale recht voorziet voor de goedkeuring van grensoverschrijdende fusies.

Amendement    138

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 decies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De algemene vergadering beslist eveneens of de grensoverschrijdende omzetting wijzigingen zijn in de oprichtingsakten van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat.

4.  In voorkomend geval beslist de algemene vergadering eveneens over eventuele wijzigingen in de oprichtingsakten van de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat.

Amendement    139

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de volgende deelnemers in de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, het recht hebben hun aandelen onder de in de leden 2 tot en met 6 bedoelde voorwaarden te vervreemden:

(Niet van toepassing op de Nederlandse versie)  

Amendement    140

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  de deelnemers in de vennootschap die houders zijn van aandelen met stemrechten en niet hebben ingestemd met het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting;

(a)  de deelnemers in de vennootschap die houders zijn van aandelen met stemrechten en die tegenstemden of niet aan de algemene vergadering deelnamen, maar hun voornemen te kennen gaven tegen de goedkeuring van het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting te stemmen, en die hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken;

Amendement    141

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de deelnemers in de vennootschap die houders zijn van aandelen zonder stemrechten.

(b)  de deelnemers in de vennootschap die houders zijn van aandelen zonder stemrechten en die tijdens de algemene vergadering hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken.

Amendement    142

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 3 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, in het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in artikel 86 quinquies een passende vergoeding aanbiedt aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die het recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen. De lidstaten stellen ook een termijn voor de aanvaarding van het aanbod vast die in geen geval langer is dan één maand na de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering. De lidstaten dragen er verder zorg voor dat de vennootschap een aanbod kan aanvaarden dat elektronisch naar een daartoe verstrekt adres van de vennootschap wordt verzonden.

De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, in het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in artikel 86 quinquies een passende vergoeding aanbiedt aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die het recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen. De leden geven, onverminderd de daadwerkelijke uitoefening van het uitstaprecht, vóór de algemene vergadering hun voornemen te kennen om hiervan gebruik te maken. De lidstaten stellen ook een termijn voor de aanvaarding van het aanbod vast die in geen geval langer is dan één maand na de in artikel 86 decies bedoelde algemene vergadering. Het nationale recht inzake de vorm en geldigheid van overeenkomsten voor de verkoop en overdracht van aandelen in vennootschappen blijft onverlet.

Amendement    143

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De lidstaten bepalen dat deelnemers in de vennootschap die het in lid 3 bedoelde aanbod tot vergoeding in geld hebben aanvaard maar van oordeel zijn dat die vergoeding niet adequaat is vastgesteld, het recht hebben binnen één maand na de aanvaarding van het aanbod bij een nationale rechtbank een herberekening van de aangeboden vergoeding in geld te vorderen.

5.  De lidstaten bepalen dat deelnemers in de vennootschap die het in lid 3 bedoelde aanbod tot vergoeding in geld hebben aanvaard maar van oordeel zijn dat die vergoeding niet adequaat is vastgesteld, het recht hebben binnen 20 dagen na de aanvaarding van het aanbod bij een nationale rechtbank een herberekening van de aangeboden vergoeding in geld te vorderen.

Amendement    144

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 undecies – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De lidstaten dragen er zorg voor dat het recht van de lidstaat van vertrek van toepassing is op de in de leden 1 tot en met 5 bedoelde rechten en dat de rechtbanken van deze lidstaat rechtsmacht hebben. Elke deelnemer in de vennootschap die het aanbod van de vergoeding in geld voor de verwerving van zijn aandelen heeft aanvaard, heeft het recht de in lid 5 bedoelde procedure in te leiden of eraan deel te nemen.

6.  De lidstaten dragen er zorg voor dat het recht van de lidstaat van vertrek van toepassing is op de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde rechten en dat de rechtbanken van deze lidstaat rechtsmacht hebben. Elke deelnemer in de vennootschap die het aanbod van de vergoeding in geld voor de verwerving van zijn aandelen heeft aanvaard, heeft het recht de in lid 4 bedoelde procedure in te leiden of eraan deel te nemen.

Amendement    145

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 duodecies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten dragen er zorg voor dat schuldeisers die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen waarin het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in artikel 86 quinquies, onder f), voorziet, de desbetreffende administratieve of gerechtelijke instanties kunnen verzoeken om passende waarborgen binnen één maand na de in artikel 86 nonies bedoelde openbaarmaking.

2.  De lidstaten dragen er zorg voor dat schuldeisers wier rechten dateren van vóór het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting en die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen waarin het voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in artikel 86 quinquies, onder f), voorziet, en die voorafgaand aan de grensoverschrijdende omzetting bezwaar hebben aangetekend, de desbetreffende administratieve of gerechtelijke instanties kunnen verzoeken om passende waarborgen binnen één maand na de in artikel 86 nonies bedoelde openbaarmaking.

Amendement    146

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 duodecies – lid 3 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  wanneer de vennootschap samen met het voorstel voor de omzetting een verslag van een onafhankelijke deskundige openbaar maakt waarin is geconcludeerd dat er geen redelijk vermoeden bestaat dat de rechten van schuldeisers zouden worden geschaad. De onafhankelijke deskundige moet door de bevoegde instantie worden aangewezen of goedgekeurd en voldoet aan de in artikel 86 octies, lid 2, bedoelde eisen;

(a)  wanneer de vennootschap samen met het voorstel voor de omzetting een verslag van een onafhankelijke deskundige openbaar maakt waarin is geconcludeerd dat er geen redelijk vermoeden bestaat dat de rechten van schuldeisers zouden worden geschaad. De onafhankelijke deskundige wordt door de bevoegde instantie geraadpleegd als onderdeel van haar beoordeling en voldoet aan de in artikel 86 octies, lid 2, bedoelde eisen;

Amendement    147

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 duodecies – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  wanneer aan schuldeisers het recht op betaling wordt verleend, hetzij ten aanzien van een derde-garantiegever, hetzij ten aanzien van de uit de grensoverschrijdende omzetting voortkomende vennootschap, voor ten minste de waarde van hun oorspronkelijke vordering, dat voor dezelfde rechterlijke instantie kan worden gebracht als hun oorspronkelijke vordering, en waarvan de kredietkwaliteit ten minste overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser onmiddellijk na de voltooiing van de omzetting.

(b)  wanneer aan schuldeisers het recht op betaling wordt verleend, hetzij ten aanzien van een derde-garantiegever, hetzij ten aanzien van de uit de grensoverschrijdende omzetting voortkomende vennootschap, voor ten minste de werkelijke waarde van hun oorspronkelijke vordering, dat voor dezelfde rechterlijke instantie kan worden gebracht als hun oorspronkelijke vordering, en waarvan de kredietkwaliteit ten minste overeenstemt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser.

Amendement    148

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Werknemersmedezeggenschap

Informatie, raadpleging en medezeggenschap van de werknemers

Amendement    149

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1.  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de vennootschap een voorstel tot omzetting van een vennootschap opstelt, doet het zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het voorstel tot omzetting het nodige – waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de betrokken dochterondernemingen of vestigingen, en het aantal werknemers – om, in voorkomend geval, met de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschappen in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de omzetting ontstane vennootschap of vennootschappen.

Amendement    150

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  ten minste hetzelfde niveau van werknemersmedezeggenschap dat van toepassing was in de vennootschap vóór de omzetting, gemeten naar het aantal werknemersvertegenwoordigers onder de leden van het toezichthoudend of bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat belast is met de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, die in aanmerking komen voor werknemersvertegenwoordiging; of

(a)  ten minste hetzelfde niveau en dezelfde elementen van werknemersmedezeggenschap die van toepassing waren in de vennootschap vóór de omzetting, gemeten naar het aantal werknemersvertegenwoordigers onder de leden van het toezichthoudend of bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat belast is met de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, die in aanmerking komen voor werknemersvertegenwoordiging; of

Amendement    151

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In de in lid 2 van dit artikel bedoelde gevallen wordt de medezeggenschap van werknemers in de omgezette vennootschap en de wijze waarop zij bij de vaststelling van deze rechten worden betrokken, door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 van dit artikel geregeld volgens de beginselen en procedures vervat in artikel 12, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

3.  De voorlichting, raadpleging en medezeggenschap van werknemers in de uit de grensoverschrijdende omzetting ontstane vennootschap en de wijze waarop zij bij de vaststelling van deze rechten worden betrokken, alsmede in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gevallen de medezeggenschap van werknemers in de omgezette vennootschap en de wijze waarop zij bij de vaststelling van deze rechten worden betrokken, worden tussen de werknemers en het management van de omgezette vennootschap afgesproken en worden door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 van dit artikel geregeld volgens de beginselen en procedures vervat in artikel 12, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

Amendement    152

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 2, onder a), g) en h), en artikel 4, leden 3 en 4;

(b)  artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 2, onder a), b), c), d), e), g) en h), en artikel 4, leden 3 en 4;

Amendement    153

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 3 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(e)  artikel 7, lid 1, eerste alinea;

(e)  artikel 7, lid 1;

Amendement    154

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 3 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(g)  deel 3, punt a), van de bijlage.

(g)  de bijlage, met uitzondering van de punten a) en b) van deel 3, in plaats waarvan ten minste het volgende geldt:

 

de werknemers van de vennootschap, haar dochterondernemingen en vestigingen en/of het vertegenwoordigend orgaan hebben het recht om een bepaald aantal leden van het bestuurs- of toezichthoudend orgaan van de omgezette vennootschap te kiezen en aan te wijzen, namelijk twee vertegenwoordigers in vennootschappen met meer dan 50 werknemers, een aantal vertegenwoordigers gelijk aan een derde van de leden in vennootschappen met 250 tot 1 000 werknemers, en een aantal vertegenwoordigers gelijk aan de helft van de leden in vennootschappen met meer dan 1 000 werknemers.

Amendement    155

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Het overeenkomstig lid 3 overeengekomen niveau van werknemersmedezeggenschap ligt niet beneden het niveau dat in de vennootschap voorafgaand aan de omzetting bestond, of lager dan het niveau dat zou gelden in de lidstaat van bestemming. Dat niveau wordt gemeten in overeenstemming met lid 2.

Amendement    156

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 3 bedoelde beginselen en procedures:

4.  Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 3 van dit artikel bedoelde beginselen en procedures dragen de lidstaten er zorg voor dat regels inzake werknemersmedezeggenschap die vóór de grensoverschrijdende omzetting van toepassing waren, van toepassing blijven tot de datum waarop eventuele nadien overeengekomen regels van kracht worden, of indien er geen regels zijn overeengekomen, tot de datum waarop de referentievoorschriften van kracht worden in overeenstemming met de bijlage van Richtlijn 2001/86/EG.

(a)  geven de lidstaten de bijzondere onderhandelingsgroep het recht om, bij een meerderheid van twee derde van zijn leden, die ten minste twee derde van de werknemers vertegenwoordigen, te besluiten van onderhandelingen af te zien of reeds geopende onderhandelingen te beëindigen en zich te verlaten op de regels inzake medezeggenschap die van kracht zijn in de lidstaat van bestemming;

 

(b)  kunnen de lidstaten, wanneer na eerdere onderhandelingen de referentievoorschriften inzake medezeggenschap van toepassing zijn en ongeacht deze referentievoorschriften, besluiten het aantal werknemersvertegenwoordigers in het bestuursorgaan van de omgezette vennootschap te beperken. Wanneer in de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, ten minste een derde van de leden van het toezichthoudend of bestuursorgaan uit werknemersvertegenwoordigers bestond, kan het aantal werknemersvertegenwoordigers in het bestuursorgaan echter nooit worden beperkt tot minder dan een derde van de leden;

 

(c)  dragen de lidstaten er zorg voor dat de regels inzake werknemersmedezeggenschap die vóór de grensoverschrijdende omzetting van toepassing waren, van toepassing blijven tot de datum waarop eventuele nadien overeengekomen regels van kracht worden, of indien er geen regels zijn overeengekomen, tot de datum waarop de referentievoorschriften van kracht worden in overeenstemming met punt a) van deel 3 van de bijlage.

 

Amendement    157

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De uitbreiding van de medezeggenschapsrechten tot werknemers van de omgezette vennootschap die in andere lidstaten werkzaam zijn, bedoeld in lid 2, onder b), houdt voor de lidstaten die deze keuze maken, geen verplichting in deze werknemers mee te tellen bij de berekening van het drempelaantal werknemers dat volgens het nationale recht aanleiding geeft tot medezeggenschapsrechten.

Schrappen

Amendement    158

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  Wanneer de omgezette vennootschap onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, is zij verplicht maatregelen te nemen om de bescherming van de medezeggenschapsrechten van de werknemers te verzekeren in geval van volgende grensoverschrijdende of binnenlandse fusie, splitsing of omzetting voor een termijn van drie jaar nadat de grensoverschrijdende omzetting van kracht is geworden, door op overeenkomstige wijze de in de leden 1 tot en met 6 vastgestelde voorschriften toe te passen.

7.  Wanneer de omgezette vennootschap onder een stelsel van werknemersmedezeggenschap functioneert, is zij verplicht maatregelen te nemen om de bescherming van de medezeggenschapsrechten van de werknemers te verzekeren, ook in geval van een volgende grensoverschrijdende of binnenlandse fusie, splitsing of omzetting voor een termijn van zes jaar nadat de grensoverschrijdende omzetting van kracht is geworden, door op overeenkomstige wijze de in de leden 1 tot en met 3 vastgestelde voorschriften toe te passen.

Amendement    159

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.  De lidstaten waarborgen, overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2002/14/EG, dat werknemersvertegenwoordigers bij de uitoefening van hun functie voldoende bescherming en waarborgen genieten om de taken die hun zijn toevertrouwd naar behoren te kunnen vervullen.

Amendement    160

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis.  Wanneer na de toepassing van lid 3 in het in lid 2 bedoelde geval een toepasselijke drempel voor werknemersmedezeggenschap, zoals vastgelegd in de wetgeving van de lidstaat van vertrek, wordt overschreden in de zes jaar na de grensoverschrijdende omzetting worden nieuwe onderhandelingen gestart overeenkomstig de leden 3 t/m 8, mutatis mutandis. In dergelijke gevallen voorzien de regels voor werknemersmedezeggenschap in hetzelfde niveau en dezelfde elementen van werknemersmedezeggenschap als wettelijk zou zijn vastgelegd indien de vennootschap de relevante drempel in de lidstaat van vertrek had bereikt.

Amendement    161

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 terdecies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 86 terdecies bis

 

Collectieve arbeidsovereenkomsten

 

Na de omzetting blijft de vennootschap die de grensoverschrijdende omzetting aangaat, de voorwaarden van een eventuele collectieve arbeidsovereenkomst naleven onder dezelfde voorwaarden die op grond van die overeenkomst op de vennootschap van toepassing waren vóór de omzetting, tot de datum van beëindiging of afloop van de collectieve arbeidsovereenkomst of de datum van inwerkingtreding van een andere collectieve arbeidsovereenkomst.

Amendement    162

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten wijzen de instantie aan die bevoegd is om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende omzetting wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van vertrek wordt geregeld, en om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan en dat alle procedures en formaliteiten in de lidstaat van vertrek correct zijn vervuld.

1.  De lidstaten wijzen de rechtbank, notaris of andere instantie aan die bevoegd is om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende omzetting wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van vertrek wordt geregeld, en om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan en dat alle procedures en formaliteiten in de lidstaat van vertrek correct zijn vervuld.

Amendement    163

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  de in de artikelen 86 sexies, 86 septies en 86 octies bedoelde verslagen, indien noodzakelijk;

(b)  het in de artikelen 86 sexies en 86 octies bedoelde verslag, indien noodzakelijk, met inbegrip van het advies van de werknemers en het antwoord van het management als bedoeld in artikel 86 sexies, leden 4 bis en 4 ter;

Amendement    164

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden mogen de lidstaten een fysieke aanwezigheid voor een bevoegde instantie verlangen wanneer informatie en documenten moeten worden ingediend.

De lidstaten stellen gedetailleerde regels vast voor de online-applicatie, als bedoeld in lid 2 van dit artikel en in artikel 86 nonies, lid 4, tweede alinea. Artikel 13 septies, leden 3 en 4, zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Amendement    165

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Om te voldoen aan de in artikel in artikel 86 terdecies vastgestelde regels inzake werknemersmedezeggenschap onderzoekt de lidstaat van vertrek of het in lid 2 van dit artikel bedoelde voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting informatie bevat over de procedures volgens welke de relevante regelingen worden vastgesteld en mogelijke opties voor deze regelingen.

4.  Om te voldoen aan de in artikel 86 terdecies vastgestelde regels inzake werknemersmedezeggenschap onderzoekt de lidstaat van vertrek of het in lid 2 van dit artikel bedoelde voorstel voor de grensoverschrijdende omzetting en het verslag informatie bevatten over de procedures volgens welke de relevante regelingen worden vastgesteld en mogelijke opties voor deze regelingen.

Amendement    166

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 5 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  In het kader van de beoordeling van de rechtmatigheid bedoeld in lid 1 onderzoekt de bevoegde instantie de volgende informatie:

5.  In het kader van de beoordeling bedoeld in artikel 86 octies onderzoekt de bevoegde instantie de volgende informatie:

Amendement    167

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 5 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis)  of de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie vormt.

Amendement    168

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde instanties andere instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende omzetting kunnen raadplegen.

6.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen met andere instanties en organen opzetten in die lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen en, naargelang het geval, andere instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende omzetting raadplegen.

Amendement    169

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 7 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de beoordeling door de bevoegde instantie plaatsvindt binnen één maand na de datum van ontvangst van de informatie betreffende de goedkeuring van de omzetting door de algemene vergadering van de vennootschap. Dit leidt tot een van de volgende resultaten:

7.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de beoordeling door de bevoegde instantie plaatsvindt binnen drie maanden na de datum van ontvangst van de informatie betreffende de goedkeuring van de omzetting door de algemene vergadering van de vennootschap. Dit leidt tot een van de volgende resultaten:

Amendement    170

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 7 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)  indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt, dat aan alle voorwaarden is voldaan en dat alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld, geeft de bevoegde instantie het aan de omzetting voorafgaand attest af;

(a)  de bevoegde instantie geeft het aan de omzetting voorafgaand attest af indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt, dat aan alle voorwaarden is voldaan en dat alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld;

Amendement    171

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 7 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(b)  indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting niet binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt, geeft de bevoegde instantie het aan de omzetting voorafgaand attest niet af en stelt zij de vennootschap in kennis van de redenen voor haar besluit. Hetzelfde geldt voor situaties waarin de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting niet voldoet aan alle voorwaarden of dat niet alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld, en de vennootschap na een verzoek daartoe heeft verzuimd de noodzakelijke stappen te ondernemen;

(b)  de bevoegde instantie geeft geen aan de omzetting voorafgaand attest af en stelt de vennootschap in kennis van de redenen van haar besluit indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting niet binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt. Hetzelfde geldt voor situaties waarin de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende omzetting niet voldoet aan alle voorwaarden of dat niet alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld, en de vennootschap na een verzoek daartoe heeft verzuimd de noodzakelijke stappen te ondernemen;

Amendement    172

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 7 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(c)  wanneer de bevoegde instantie ernstig bezorgd is dat de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige regeling kan vormen als bedoeld in artikel 86 quater, lid 3, kan zij besluiten in overeenstemming met artikel 86 quindecies een diepgaande beoordeling te verrichten en stelt zij de vennootschap in kennis van haar besluit en van het daaropvolgende resultaat.

(c)  de bevoegde instantie geeft geen aan de omzetting voorafgaand attest af en verricht een diepgaande beoordeling overeenkomstig artikel 86 quindecies, en stelt de vennootschap in kennis van haar besluit en het resultaat van de beoordeling in een van de volgende gevallen:

 

i) wanneer de bevoegde instantie ernstig bezorgd is dat de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige regeling kan vormen;

 

ii) wanneer ten aanzien van de vennootschap een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie is of wanneer de vennootschap onderworpen wordt aan de controles, inspecties of onderzoeken waarnaar wordt verwezen in hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad* of Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad**;

 

iii) wanneer de vennootschap in de voorafgaande drie jaar door een rechtbank veroordeeld is of nog verwikkeld is in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, belasting-, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grondrechten en mensenrechten.

 

___________________

 

* Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).

 

** Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening") (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11).

Amendement    173

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quaterdecies – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.  Het besluit van een bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek om een aan de omzetting voorafgaand attest af te geven of van de bevoegde instantie in de lidstaat van bestemming om enige goedkeuring te verlenen, sluit niet uit dat instanties in de lidstaten in een later stadium andere procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere desbetreffende wetgevingsgebieden.

Amendement    174

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quindecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek, om te beoordelen of de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie vormt in de zin van artikel 86 quater, lid 3, een diepgaande beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden verricht en daarbij ten minste het volgende in aanmerking neemt: de kenmerken van de vestiging in de lidstaat van bestemming, waaronder de intentie, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers, de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, de plaats waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de commerciële risico's die de omgezette vennootschap loopt in de lidstaat van bestemming en de lidstaat van vertrek.

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek, om te beoordelen of de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie vormt, een diepgaande beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden verricht en daarbij ten minste het volgende in aanmerking neemt:

 

(a)   de kenmerken van de vestiging in de lidstaat van bestemming, waaronder het leidinggevend orgaan, het personeel, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, de fiscale woonplaats, de gebouwen, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de samenstelling van de balans en de commerciële risico's die de omgezette vennootschap loopt in de lidstaat van bestemming en de lidstaat van vertrek;

 

(b)   het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen die in het land van bestemming werkzaam zijn, het aantal werknemers dat werkzaam is in een ander land, ingedeeld naar het land waar zij werken, het aantal gedetacheerde werknemers in het jaar vóór de omzetting als bedoeld in Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en het aantal werknemers dat gelijktijdig in meer dan één lidstaat werkzaam is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004;

 

(c)   de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn;

 

(d)   of de vennootschap heeft besloten het management te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd van een onafhankelijke derde partij.

Amendement    175

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quindecies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Waar nodig stelt de bevoegde instantie vragen aan en ontvangt zij informatie van de bevoegde instantie van de lidstaat van bestemming. De bevoegde instantie zorgt voor de communicatie met andere instanties in de lidstaat die verantwoordelijk is voor gebieden waarop deze richtlijn betrekking heeft.

Amendement    176

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quindecies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten dragen er zorg voordat wanneer de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie tot een diepgaande beoordeling besluit, zij de vennootschap en alle partijen die krachtens artikel 86 nonies, lid 1, onder c), opmerkingen hebben ingediend, kan horen overeenkomstig het nationale recht. De bevoegde instanties bedoeld in lid 1 kunnen ook andere belanghebbende derden horen overeenkomstig het nationale recht. De bevoegde instantie neemt haar definitief besluit met betrekking tot de afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest binnen twee maanden na de aanvang van de diepgaande beoordeling.

2.  De lidstaten dragen er zorg voordat wanneer de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie tot een diepgaande beoordeling besluit, zij de vennootschap en alle partijen die krachtens artikel 86 nonies, lid 1, onder c), opmerkingen hebben ingediend, kan horen overeenkomstig het nationale recht. Dit stelt met name de vennootschap in staat om verder informatie te verstrekken over een daadwerkelijke of vaste vestiging en het uitoefenen van een daadwerkelijke economische activiteit in de lidstaat van bestemming voor onbepaalde tijd. De bevoegde instanties bedoeld in lid 1 kunnen ook andere belanghebbende derden horen overeenkomstig het nationale recht. De bevoegde instantie neemt haar definitief besluit met betrekking tot de afgifte van het aan de omzetting voorafgaand attest binnen twee maanden na de aanvang van de diepgaande beoordeling.

Amendement    177

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 quindecies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek geen aan de omzetting voorafgaand attest voor de grensoverschrijdende omzetting afgeeft wanneer zij na de uitvoering van een diepgaande beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie.

Amendement    178

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 septdecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten wijzen een instantie aan die bevoegd is om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende omzetting wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van bestemming wordt geregeld, en om de grensoverschrijdende omzetting goed te keuren indien deze voldoet aan alle voorwaarden en alle procedures en formaliteiten in de lidstaat van vertrek correct zijn verricht.

1.  De lidstaten wijzen de rechtbank, notaris of andere instantie aan die bevoegd is om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende omzetting wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van bestemming wordt geregeld, en om de grensoverschrijdende omzetting goed te keuren indien deze voldoet aan alle voorwaarden en alle procedures en formaliteiten in de lidstaat van vertrek correct zijn verricht.

Amendement    179

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 septdecies – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten een fysieke aanwezigheid verlangen voor een bevoegde instantie van een lidstaat waar informatie en documenten moeten worden ingediend.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende omzetting aangaat, kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanwezigheid verlangen voor een bevoegde instantie of voor een andere persoon of instantie die met de online-openbaarmaking te maken heeft, of deze verricht of erbij assisteert.

Amendement    180

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 septdecies – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten stellen gedetailleerde regels vast voor de online-applicatie, als bedoeld in lid 1 van dit artikel en in artikel 86 nonies, lid 4, tweede alinea. Artikel 13 septies, leden 3 en 4, zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Amendement    181

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 unvicies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 86 unvicies

Schrappen

Aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen

 

De lidstaten stellen regels vast die ten minste voorzien in de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen die belast zijn met het opstellen van de in de artikelen 86 octies en 86 duodecies, lid 2, onder a), bedoelde verslagen, met inbegrip van regels betreffende tekortkomingen bij de uitoefening van hun taak.

 

Amendement    182

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 3

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 86 duovicies – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een grensoverschrijdende omzetting die overeenkomstig de procedures tot omzetting van deze richtlijn van kracht is geworden, kan niet worden nietigverklaard.

Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende omzetting van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende omzetting krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, herzien de bevoegde instanties hun beoordeling van de feiten en worden zij bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties treffen in gevallen van een kunstmatige constructie.

Amendement    183

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 4

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 120 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)   in artikel 120 wordt lid 4 vervangen door:

(4)   Artikel 120, lid 4, wordt geschrapt.

"4. De lidstaten zorgen ervoor dat dit hoofdstuk niet van toepassing is op de vennootschap of vennootschappen wanneer:

 

(a) ten aanzien van deze vennootschap of vennootschappen een ontbindings-, vereffenings- of insolventieprocedure is ingesteld;

 

(b) ten aanzien van de vennootschap is een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie is;

 

(c) er een staking van betaling is;

 

(d) ten aanzien van de vennootschap gebruik wordt gemaakt van afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van Richtlijn 2014/59/EU voorziet;

 

(e) de nationale instanties preventieve maatregelen hebben genomen om te vermijden dat de onder a), b) of d) bedoelde procedures worden ingeleid.";

 

Amendement  184

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 6 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 121 – leden 2 bis en 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(b bis)   de volgende leden 2 bis en 2 ter worden toegevoegd:

 

"2 bis. Een vennootschap mag geen grensoverschrijdende fusie aangaan wanneer:

 

(a)  ten aanzien van deze vennootschap of vennootschappen een ontbindings-, vereffenings- of insolventieprocedure is ingesteld;

 

(b)  er een staking van betaling is;

 

(c)  ten aanzien van de vennootschap gebruik wordt gemaakt van afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van Richtlijn 2014/59/EU voorziet;

 

(d)  de nationale instanties preventieve maatregelen hebben genomen om te vermijden dat in de punten a), b) of c) bedoelde procedures worden ingesteld.

 

2b. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek de grensoverschrijdende fusie niet toestaat wanneer zij na de uitvoering van een beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie."

Amendement    185

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter -a (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – inleidende formule

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a)   in lid 1 wordt het inleidende deel vervangen door:

Het leidinggevende of bestuursorgaan van elke fuserende vennootschap stelt een gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie op. In dat voorstel worden ten minste de volgende gegevens vermeld:

"1.   Het bestuurs- of leidinggevend orgaan, met inbegrip van, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau van elke fuserende vennootschap, stelt een gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie op en wordt betrokken bij de besluitvorming hierover. In dat voorstel worden ten minste de volgende gegevens vermeld:"

Amendement    186

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter -a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – letter a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a bis)   punt a bis) wordt ingevoegd:

 

"a bis)indien van toepassing, informatie over de plaats en de datum van de verplaatsing van het hoofdkantoor van de vennootschap naar de uit de fusie ontstane vennootschap, en informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, gebouwen en activa;"

Amendement    187

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter -a ter (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(-a ter)   punt c bis) wordt ingevoegd:

 

"c bis) het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten;"

Amendement    188

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter -a quater (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – letter d

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(-a quater)   punt d) wordt vervangen door:

d) de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende fusie voor de werkgelegenheid;

"d) de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende fusie voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van werkzaamheden, de lonen, de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers van de in de Unie gevestigde dochterondernemingen en filialen van de fuserende vennootschappen, en de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau;"

Amendement    189

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – letter i

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(a)   punt i) wordt vervangen door:

(a)   punt i) wordt geschrapt.

"i) de oprichtingsakte of oprichtingsakten van de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap";

 

Amendement    190

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – letter j

 

Bestaande tekst

Amendement

 

(a bis)   punt j) wordt vervangen door:

j) in voorkomend geval, informatie over de procedures volgens welke overeenkomstig artikel 133 regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun medezeggenschapsrechten in de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap worden betrokken;

"j) informatie over de procedures volgens welke overeenkomstig artikel 133 regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten in de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap worden betrokken;"

Amendement    191

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter a ter (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid1 – letters j bis, j ter en j quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(a ter)   de punten j bis), j ter) en j quater) worden ingevoegd:

 

"j bis)   de naam van de uit de fusie ontstane vennootschap en, in voorkomend geval, de lijst van alle dochterondernemingen, een korte beschrijving van de aard van hun activiteiten en hun respectieve geografische ligging;

 

j ter)  totale omzet en totale belastbare omzet van de fuserende vennootschappen voor de laatste verslagperiode;

 

j quater)   het bedrag van de winstbelasting die is betaald door de fuserende vennootschappen en hun dochterondernemingen en filialen;"

Amendement    192

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – lid 1 – alinea 1 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"De lidstaten staan toe dat de fuserende vennootschappen naast de officiële taal van elke lidstaat van de fuserende vennootschappen een taal gebruiken die in de internationale zakelijke en financiële wereld gebruikelijk is voor het opstellen van het gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie en van alle andere desbetreffende documenten. De lidstaten bepalen welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de diverse taalversies van die documenten.";

"De lidstaten staan toe dat de fuserende vennootschappen naast de officiële taal van elke lidstaat van de fuserende vennootschappen een taal gebruiken die in de internationale zakelijke en financiële wereld gebruikelijk is voor het opstellen van het gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie en van alle andere desbetreffende documenten. De lidstaten bepalen welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de diverse taalversies van die documenten. De deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers van elke fuserende vennootschap hebben de mogelijkheid om opmerkingen te maken over het voorstel.";

Amendement    193

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 7 – letter c bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 122 – leden 1 bis en 1 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(c bis) de volgende leden worden toegevoegd:

 

"1 bis. Voordat het leidinggevend of bestuursorgaan een besluit neemt over het gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie, worden de vertegenwoordigers van de werknemers van elke vennootschap die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken zijn of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde fusie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG, mutatis mutandis. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, wordt ook dit orgaan dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

 

1 ter. Naast de officiële talen van de betrokken lidstaten kunnen de lidstaten bepalen dat de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan, zich kunnen bedienen van een taal die in de internationale zakelijke en financiële wereld gangbaar is voor het opstellen van het voorstel voor een grensoverschrijdende fusie en alle andere desbetreffende documenten. De vennootschappen bepalen welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de diverse taalversies van die documenten. De deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers hebben de mogelijkheid om opmerkingen te maken over dat gemeenschappelijk voorstel."

Amendement    194

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 123 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie ten minste één maand vóór de datum van de algemene vergadering die daarover een besluit moet nemen, openbaar wordt gemaakt en voor het publiek beschikbaar wordt gesteld in hun respectieve in artikel 16 bedoelde nationale registers. Dit gemeenschappelijk voorstel is ook toegankelijk via het in artikel 22 bedoelde systeem.

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat de volgende documenten van de grensoverschrijdende fusie ten minste één maand vóór de datum van de algemene vergadering die daarover een besluit moet nemen, openbaar wordt gemaakt en voor het publiek beschikbaar wordt gesteld in hun respectieve in artikel 16 bedoelde nationale registers. De volgende documenten zijn ook toegankelijk via het in artikel 22 bedoelde systeem:

 

a) het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie; dit gemeenschappelijk voorstel is ook toegankelijk via het in artikel 22 bedoelde systeem;

 

b) het verzoek om beoordeling van het voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en van het in artikel 124 bedoelde verslag en, in voorkomend geval, het door elke bevoegde instantie overeenkomstig artikel 125 bis opgestelde verslag, zonder evenwel vertrouwelijke informatie openbaar te maken;

 

c) een kennisgeving aan de deelnemers, de schuldeisers en de vertegenwoordigers van de werknemers van elke vennootschap die de grensoverschrijdende fusie aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf, dat zij vóór de datum van de algemene vergadering bij de vennootschap en bij de overeenkomstig artikel 127, lid 1, aangewezen bevoegde instantie opmerkingen kunnen indienen betreffende de in de punten a) en b) van de eerste alinea bedoelde documenten.

Amendement    195

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 123 – lid 3 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)  details van de website waarop het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en volledige informatie over de onder c) bedoelde regelingen gratis kunnen worden verkregen.

d)  details van de website waarop het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en het in artikel 125 bis bedoelde verslag en volledige informatie over de onder c) bedoelde regelingen gratis kunnen worden verkregen.

Amendement    196

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 123 – lid 3 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)  informatie over de uiteindelijke begunstigden van de vennootschap vóór en na de grensoverschrijdende fusie.

Amendement    197

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 123 – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van een oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanmelding bij een bevoegde instantie verlangen.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de personen die de vennootschappen vertegenwoordigen welke de grensoverschrijdende fusie aangaan, kunnen de lidstaten evenwel, op basis van redelijke gronden, een fysieke aanmelding bij een bevoegde instantie verlangen.

Amendement    198

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Directive (EU) No 2017/1132

Artikel 123 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 123 bis

 

Voorkomen van belangenconflicten als gevolg van managementvergoedingen

 

Om een belangenconflict tussen de leden van het leidinggevend of bestuursorgaan en de belangen van de vennootschap te voorkomen, mogen de leden van het leidinggevend orgaan, gelet op artikel 1 bis (nieuw) van deze richtlijn, geen financiële voordelen uit de fusie behalen in de vorm van een stijging van de koers van de aandelen in de aandelenpakketten die deel uitmaken van hun (variabele) vergoeding of bonussen die worden uitbetaald in het licht van de fusie. Op eventuele vergoedingen die in het eerste jaar na de fusie worden uitbetaald in de vorm van aandelen van de vennootschap aan de leden van het leidinggevend of bestuursorgaan, wordt de stijging van de aandelenkoers als gevolg van de fusie afgetrokken van de waarde die wordt betaald aan het leidinggevend orgaan. De koers van het aandeel op de dag dat de fusie voor het eerst openbaar werd gemaakt, geldt als referentie.

Amendement    199

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verslag van het leidinggevende of bestuursorgaan aan de deelnemers in de vennootschap

Verslag van het bestuurs- of leidinggevend orgaan aan de deelnemers in de vennootschap en de werknemers

Amendement    200

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het leidinggevende of bestuursorgaan van elke fuserende vennootschap stelt een verslag op waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende fusie worden toegelicht en verantwoord.

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van elke fuserende vennootschap stelt een verslag op voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende fusie worden toegelicht en verantwoord, alsook de gevolgen voor de werknemers worden toegelicht.

Amendement    201

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 – letter -a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a)  de redenen voor de grensoverschrijdende fusie;

Amendement    202

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis)  de gevolgen van de grensoverschrijdende fusie voor de dienstverbanden en de rol van werknemers, evenals de maatregelen die moeten worden genomen om deze te vrijwaren;

Amendement    203

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 – letter e ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e ter)  belangrijke wijzigingen in de arbeidsomstandigheden voorzien in de wetgeving, collectieve arbeidsovereenkomsten en transnationale bedrijfsovereenkomsten, en in de vestigingsplaatsen van de vennootschap;

Amendement    204

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 – letter e quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e quater)  informatie over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de ontstane vennootschap kunnen worden toegepast overeenkomstig deze richtlijn;

Amendement    205

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 – letter e quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e quinquies)  de vraag of de in de punten a) tot en met c) bedoelde factoren ook betrekking hebben op dochterondernemingen van de vennootschap.

Amendement    206

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Voordat het bestuurs- of leidinggevend orgaan een besluit neemt over het in lid 1 bedoelde verslag, worden de vertegenwoordigers van de werknemers van elke fuserende vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf, geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde fusie overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG. Indien van toepassing, wordt het overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG met het oog op transnationale informatie en raadpleging opgerichte orgaan ook dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    207

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Het verslag wordt de deelnemers in elke fuserende vennootschap uiterlijk één maand vóór de datum van de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering ten minste elektronisch beschikbaar gesteld. Het verslag wordt op dezelfde wijze beschikbaar gesteld aan de vertegenwoordigers van de werknemers van elke fuserende vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, aan de werknemers zelf. Wanneer de fusie in overeenstemming met artikel 126, lid 3, niet hoeft te worden goedgekeurd door de algemene vergadering van de overnemende vennootschap, wordt het verslag ten minste één maand vóór de datum van de algemene vergadering aan de andere fuserende vennootschap of vennootschappen beschikbaar gesteld.

3.  Het verslag wordt de deelnemers in elke fuserende vennootschap en de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap die de grensoverschrijdende fusie aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, uiterlijk één maand vóór de datum van de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering ten minste elektronisch beschikbaar gesteld. Het verslag wordt op dezelfde wijze beschikbaar gesteld aan de vertegenwoordigers van de werknemers van elke fuserende vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, aan de werknemers zelf. Wanneer de fusie in overeenstemming met artikel 126, lid 3, niet hoeft te worden goedgekeurd door de algemene vergadering van de overnemende vennootschap, wordt het verslag ten minste één maand vóór de datum van de algemene vergadering aan de andere fuserende vennootschap of vennootschappen beschikbaar gesteld.

Amendement    208

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Het in lid 1 bedoelde verslag is evenwel niet vereist wanneer alle deelnemers in de fuserende vennootschappen ermee instemden af te zien van dit vereiste.";

4.  Het in lid 1 bedoelde verslag is evenwel niet vereist wanneer alle deelnemers in de fuserende vennootschappen en alle vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, ermee instemden af te zien van dit vereiste.";

Amendement    209

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van een van de fuserende vennootschappen tijdig een advies ontvangt van de vertegenwoordigers van de werknemers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, worden de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte gebracht en wordt dit advies aan het verslag gehecht.

Amendement    210

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.  Het bestuurs- of leidinggevend orgaan van elke vennootschap die voornemens is de grensoverschrijdende fusie aan te gaan, geeft vóór de datum van de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering een met redenen omkleed antwoord op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    211

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 4 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quater.  De nationale medezeggenschapsorganen, de in de fuserende vennootschappen vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, beschikken over de middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten uit te oefenen teneinde het verslag te analyseren. Punt 6 van bijlage I bij Richtlijn 2009/38/EG is daartoe van overeenkomstige toepassing.

Amendement    212

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 9

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 – lid 4 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quinquies.  De leden 1 tot en met 4 quater laten de toepasselijke informatie- en raadplegingsrechten en -procedures onverlet die op nationaal niveau zijn ingesteld na de omzetting van de Richtlijnen 2002/14/EG en 2009/38/EG.

Amendement    213

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 10

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 bis

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

[...]

Schrappen

Amendement    214

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 124 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

Artikel 124 ter

 

Onderzoek door een onafhankelijke deskundige

 

1.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan de bevoegde instanties van de lidstaten uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering verzoeken twee deskundigen aan te wijzen om het voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en de in dit hoofdstuk bedoelde verslagen te onderzoeken en te beoordelen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel. Het verzoek tot aanwijzing van een deskundige gaat vergezeld van:

 

a) het voorstel voor de grensoverschrijdende fusie;

 

b) de in dit hoofdstuk bedoelde verslagen van de vennootschap.

 

2.  De bevoegde instanties wijzen in onderlinge coördinatie binnen een maand na de indiening van het in lid 1 bedoelde verzoek en de ontvangst van het voorstel en de verslagen twee onafhankelijke deskundigen aan. De deskundigen worden aangewezen op basis van voorgeselecteerde lijsten in de betrokken lidstaten, die speciaal voor de beoordeling van grensoverschrijdende fusies werden opgesteld. Die lijst bevat natuurlijke personen die op basis van hun persoonlijke deskundigheid zijn gekozen. In de lijst moeten minstens de volgende expertisegebieden vertegenwoordigd zijn: vennootschapsrecht, belasting- en fiscaal recht, socialezekerheids- en werknemersrechten. Samen beschikken de twee onafhankelijke deskundigen over deskundigheid op alle in dit lid genoemde expertisegebieden. Een deskundige mag in eigen naam of in naam van een rechtspersoon handelen. De lidstaten stellen vaste tarieven vast voor de vergoedingen die door de vennootschappen die de fusie aanvragen, aan de onafhankelijke deskundigen worden betaald.

 

De deskundigen zijn onafhankelijk van de vennootschap die de grensoverschrijdende fusie aangaat. Bij de beoordeling van de onafhankelijkheid van de deskundigen houden de lidstaten rekening met het in de artikelen 22 tot en met 22 ter van Richtlijn 2006/43/EG ingestelde rechtskader. Daarnaast:

 

a) mogen de deskundigen of de rechtspersoon in wiens naam zij optreden, in de vijf jaar voorafgaand aan hun aanwijzing in geen enkele hoedanigheid werkzaamheden hebben verricht voor de vennootschap die de fusie aanvraagt, en omgekeerd; en

 

b) mogen de twee aangewezen deskundigen niet namens dezelfde rechtspersoon optreden.

 

3.  De deskundigen stellen binnen twee maanden na hun aanwijzing een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende vermeldt:

a) een gedetailleerde beoordeling van de nauwkeurigheid van zowel het voorstel als de verslagen en de informatie die zijn ingediend door de vennootschap die de grensoverschrijdende fusie aangaat;

 

b) een beschrijving van alle feitelijke gegevens die de aangewezen bevoegde instanties nodig hebben voor een diepgaande beoordeling van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende fusie een kunstmatige constructie vormt, met vermelding van tenminste:

 

i) de kenmerken van de vestiging in de verschillende lidstaten, waaronder de intentie, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies,

 

ii) het aantal werknemers dat werkzaam is in de betrokken landen, het aantal werknemers dat werkzaam is in een ander land, ingedeeld naar het land waar zij werken, het aantal gedetacheerde of uitgezonden werknemers in het jaar vóór de fusie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, het aantal werknemers dat gelijktijdig in meer dan één lidstaat werkzaam is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004,

 

iii) de fiscale woonplaats,

 

iv) de activa en de plaats waar deze zich bevinden,

 

v)de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen,

 

vi) de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn,

 

vii) de commerciële risico's die de gefuseerde vennootschap loopt in de betrokken lidstaat,

 

viii) de samenstelling van de balans en van het financiële overzicht in de lidstaat van bestemming en in alle lidstaten waar de vennootschap de afgelopen twee boekjaren actief is geweest.

 

4.  Waar nodig, stellen de onafhankelijke deskundigen vragen aan en ontvangen zij informatie van de bevoegde instanties in de betrokken lidstaat. De bevoegde instanties dragen zorg voor de communicatie tussen de onafhankelijke deskundige en andere instanties in hun lidstaat die verantwoordelijk zijn voor gebieden waarop deze richtlijn betrekking heeft.

 

5.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de onafhankelijke deskundigen het recht hebben bij de vennootschap die de grensoverschrijdende fusie aangaat alle relevante informatie en documenten op te vragen en alle nodig onderzoek te verrichten om de gegevens van het voorstel en de beheersverslagen te controleren. De deskundige heeft ook het recht opmerkingen en adviezen in te winnen van de vertegenwoordigers van de werknemers van de vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, alsmede van de schuldeisers en de deelnemers in de vennootschap.

 

6.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de aan de onafhankelijke deskundigen voorgelegde informatie alleen kan worden gebruikt voor het opstellen van hun verslag.

 

7.   De lidstaten kunnen een lagere vergoeding voor onafhankelijke deskundigen in rekening brengen aan "micro-ondernemingen" en "kleine ondernemingen" zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (**).

Amendement    215

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 125 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

Artikel 125 bis

 

Beoordeling door de bevoegde instantie

 

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan elke overeenkomstig artikel 127 aangewezen bevoegde instantie uiterlijk twee maanden voor de datum van de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering verzoeken om een beoordeling van het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en het in artikel 123 bedoelde verslag. Het verzoek om beoordeling door de bevoegde instantie gaat vergezeld van:

 

a) het in artikel 122 bedoelde gemeenschappelijk voorstel tot grensoverschrijdende fusie;

 

b) het in artikel 124 bedoelde verslag;

 

c) de eventueel ingediende opmerkingen van deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers over het voorstel en het verslag als bedoeld in de artikelen 122 en 124;

 

d) indien van het vereiste van het verslag als bedoeld in artikel 124 wordt afgezien, de redenen voor de grensoverschrijdende fusie.

 

2.   Elke bevoegde instantie begint haar beoordeling van het in lid 1 bedoelde verzoek binnen tien werkdagen vanaf de ontvangst van de documenten en informatie als bedoeld in de punten a) tot en met d) van lid 1;

 

3.   Na in voorkomend geval derde partijen met een legitiem belang in de fusie van de vennootschappen te hebben geraadpleegd, in het bijzonder belasting-, arbeids- en socialezekerheidsinstanties, stellen de bevoegde instanties een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende bevat:

 

a) een gedetailleerde beoordeling van de formele en materiële nauwkeurigheid van het voorstel, het verslag en de informatie die zijn ingediend door de vennootschappen die de grensoverschrijdende fusie aangaan;

 

b) een beschrijving van alle feitelijke gegevens die nodig zijn voor een diepgaande beoordeling van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende fusie een kunstmatige constructie vormt, met vermelding van tenminste:

 

i)   de kenmerken van de vestiging van de ontstane vennootschap, waaronder de intentie, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, gebouwen en activa;

 

ii)   de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, en de commerciële risico's van elke aan de fusie deelnemende vennootschap; het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplekken van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, met inbegrip van, in voorkomend geval, het aantal werknemers dat in het jaar vóór de fusie is gedetacheerd of uitgezonden of gelijktijdig in verschillende lidstaten werkzaam is, in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en hun landen van bestemming, de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de gevolgen voor de bedrijfspensioenen van de werknemers.

 

4.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde instantie het recht heeft bij elke vennootschap die bij de grensoverschrijdende fusie betrokken is, alle relevante informatie en documenten op te vragen, met inbegrip van eventuele opmerkingen op het voorstel die overeenkomstig artikel 122 zijn gemaakt, en dat zij alle nodig onderzoek verricht om de gegevens van het voorstel of het verslag van het bestuurs- of leidinggevend orgaan te controleren. Elke bevoegde instantie stelt bovendien, indien dat noodzakelijk is, vragen aan de bevoegde instantie van de lidstaat van de fuserende vennootschappen en heeft ook het recht verdere opmerkingen en adviezen in te winnen van de werknemersvertegenwoordigers van elke fuserende vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, of, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, en ook van de schuldeisers en de deelnemers in elke vennootschap. Deze worden als bijlage bij elk verslag gevoegd.

 

5.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de aan de bevoegde instantie voorgelegde informatie en opmerkingen alleen kunnen worden gebruikt voor het opstellen van haar verslag en dat geen vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, wordt bekendgemaakt, overeenkomstig het Unie- en nationale recht. In voorkomend geval kan de bevoegde instantie een afzonderlijk document met dergelijke vertrouwelijke informatie opstellen, dat alleen beschikbaar wordt gesteld aan de vennootschappen en werknemersvertegenwoordigers indien het Unie- of nationale recht daarin voorziet en in overeenstemming met de Unie- of nationale gebruiken.

 

6.   Een vennootschap mag een grensoverschrijdende fusie niet voltooien in gevallen waarin een van de fuserende vennootschappen is verwikkeld in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, fiscaal, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grond - en mensenrechten, indien het risico bestaat dat de definitieve schadevergoeding niet is gedekt met het oog op de maatregelen van de Unie voor civielrechtelijke samenwerking en de vennootschap geen financiële garantie heeft gesteld die dat risico dekt.

 

7.   De lidstaten stellen regels vast die ten minste voorzien in de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen die belast zijn met het opstellen van de in artikel 125 bedoelde verslagen, met inbegrip van regels betreffende tekortkomingen bij de uitoefening van hun taak.

Amendement    216

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 11 ter (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 125 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(11 ter)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

Artikel 125 ter

 

Civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de te fuseren vennootschappen

 

De lidstaten stellen regels vast die ten minste betrekking hebben op de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van het bestuurs- of leidinggevend orgaan van elke fuserende vennootschap jegens de aandeelhouders van de ontstane vennootschap wegens tekortkomingen van de leden van dat orgaan bij de voorbereiding en uitvoering van de fusie.

Amendement    217

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 12 – letter a

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

"1.   Na kennisneming van de verslagen als bedoeld in de artikelen 124, 124 bis en 125, al naargelang het geval, beslist de algemene vergadering van elke fuserende vennootschap door middel van een besluit over de goedkeuring van het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie.;

"1.  Na kennisneming van de verslagen als bedoeld in de artikelen 124 en 125, al naargelang het geval, beslist de algemene vergadering van elke fuserende vennootschap door middel van een besluit over de goedkeuring van het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie. Voordat een besluit wordt genomen, worden alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raaplegingsrechten geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met het advies van de werknemersvertegenwoordigers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijn 2009/38/EG en Richtlijn 2001/86/EG. De vennootschap deelt het besluit van de algemene vergadering mee aan de overeenkomstig artikel 127 aangewezen bevoegde instantie.

Amendement    218

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 bis – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen met stemrecht bezitten en die niet stemden voor de goedkeuring van het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie;

a)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen met stemrecht bezitten en die tegenstemden of niet aan de algemene vergadering deelnamen, maar hun voornemen te kennen gaven tegen het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie te stemmen, en die hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken;

Amendement    219

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 bis – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen zonder stemrecht bezitten.

b)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen zonder stemrecht bezitten en die tijdens de algemene vergadering hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken.

Amendement    220

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 bis – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaten zorgen ervoor dat elke fuserende vennootschap de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die hun recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen, in het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie een adequate vergoeding in geld als bedoeld in artikel 122, lid 1, onder m), aanbieden. De lidstaten stellen ook de periode voor de aanvaarding van het aanbod vast, die in geen geval langer mag zijn dan een maand na de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering of, wanneer de goedkeuring door de algemene vergadering niet vereist is, niet langer dan twee maanden na de openbaarmaking van het in artikel 123 bedoelde gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie. De lidstaten zorgen er voorts voor dat de fuserende vennootschappen een aanbod kunnen aanvaarden dat elektronisch naar een door de vennootschappen daartoe aangewezen adres is verzonden.

3.  De lidstaten zorgen ervoor dat elke fuserende vennootschap de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die hun recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen, in het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie een adequate vergoeding in geld als bedoeld in artikel 122, lid 1, onder m), aanbieden. De leden geven, onverminderd de uitoefening van het uitstaprecht, vóór de algemene vergadering hun voornemen te kennen om hiervan gebruik te maken. De lidstaten stellen ook de periode voor de aanvaarding van het aanbod vast, die in geen geval langer mag zijn dan een maand na de in artikel 126 bedoelde algemene vergadering of, wanneer de goedkeuring door de algemene vergadering niet vereist is, niet langer dan twee maanden na de openbaarmaking van het in artikel 123 bedoelde gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie. De lidstaten zorgen er voorts voor dat de fuserende vennootschappen een aanbod kunnen aanvaarden dat elektronisch naar een door de vennootschappen daartoe aangewezen adres is verzonden.

Amendement    221

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 bis – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten zorgen ervoor dat het aanbod tot vergoeding in geld afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de grensoverschrijdende fusie overeenkomstig artikel 129 van kracht wordt. De lidstaten stellen voorts de termijn voor de betaling van de vergoeding in geld vast, die in geen geval langer mag zijn dan een maand nadat de grensoverschrijdende fusie van kracht is geworden.

4.  De lidstaten zorgen ervoor dat het aanbod tot vergoeding in geld afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de grensoverschrijdende fusie overeenkomstig artikel 129 van kracht wordt. De lidstaten stellen voorts de termijn voor de betaling van de vergoeding in geld vast, die in geen geval langer mag zijn dan 20 dagen nadat de grensoverschrijdende fusie van kracht is geworden.

Amendement    222

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 13

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 126 ter – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten zorgen ervoor dat de schuldeisers van de fuserende vennootschappen die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen in het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie overeenkomstig artikel 122, lid 1, onder n), de bevoegde administratieve of gerechtelijke instantie binnen een maand na de in artikel 123 bedoelde openbaarmaking om passende waarborgen kunnen verzoeken.

2.  De lidstaten zorgen ervoor dat de schuldeisers van de fuserende vennootschappen wier rechten voorafgaan aan het voorstel voor de grensoverschrijdende fusie en die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen in het gemeenschappelijk voorstel voor de grensoverschrijdende fusie overeenkomstig artikel 122, lid 1, onder n), en die voorafgaand aan de grensoverschrijdende fusie bezwaar hebben aangetekend, de bevoegde administratieve of gerechtelijke instantie binnen een maand na de in artikel 123 bedoelde openbaarmaking om passende waarborgen kunnen verzoeken.

Amendement    223

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter a

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 127 – lid 1 – alinea’s 1 bis, 1 ter, 1 quater en 1 quinquies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

"De lidstaten zorgen ervoor dat de aanvraag voor de afgifte van een aan de fusie voorafgaand attest door de fuserende vennootschappen met name vergezeld gaat van:

 

a) het in artikel 122 bedoelde voorstel tot fusie;

 

b) de in artikelen 124 en artikel 124 bis bedoelde verslagen, indien noodzakelijk, met inbegrip van het advies van de werknemers en de reactie van het management als bedoeld in artikel 124, lid 4, onder a) en lid 4, onder b);

 

c) informatie over het in artikel 126 bedoelde besluit van de algemene vergadering tot goedkeuring van de fusie.

 

Hernieuwde indiening bij de bevoegde instantie van het ingediende voorstel en verslag is niet vereist.

"De lidstaten zorgen ervoor dat de aanvraag van de fuserende vennootschappen voor de afgifte van een aan de fusie voorafgaand attest, met inbegrip van informatie en documenten, volledig online kan worden ingevuld zonder dat een persoonlijke aanmelding bij de in lid 1 bedoelde bevoegde instanties nodig is.

De lidstaten zorgen ervoor dat de in tweede alinea bedoelde aanvraag, met inbegrip van informatie en documenten, volledig online kan worden ingevuld zonder dat een persoonlijke aanmelding bij de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie noodzakelijk is.

In geval van oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden mogen de lidstaten een fysieke aanwezigheid voor een bevoegde instantie verlangen wanneer informatie en documenten moeten worden ingediend.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschappen vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende fusie aangaan, mogen de lidstaten een fysieke aanwezigheid voor een bevoegde instantie verlangen wanneer informatie en documenten moeten worden ingediend.

Amendement    224

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 14 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 127 – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

"1 bis.   In elke betrokken lidstaat geeft de in lid 1 bedoelde instantie aan elke fuserende vennootschap die onder de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat ressorteert, onverwijld een attest af waaruit afdoende blijkt dat de aan de fusie voorafgaande handelingen en formaliteiten correct zijn verricht."

Amendement    225

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2. Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel legt elke fuserende vennootschap het overeenkomstig artikel 126 door de algemene vergadering goedgekeurde gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie voor aan de in genoemd lid bedoelde instantie.

2. Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel legt elke fuserende vennootschap aan de in genoemd lid bedoelde instantie het volgende voor:

 

a)   het overeenkomstig artikel 126 door de algemene vergadering goedgekeurde gemeenschappelijk voorstel voor een grensoverschrijdende fusie;

 

b)  de in artikelen 124, 125 en artikel 125 bis bedoelde verslagen, indien noodzakelijk, met inbegrip van het advies van de werknemers en de reactie van het management als bedoeld in artikel 124, lid 4, onder a) en lid 4, onder b);

 

c)  informatie over het in artikel 126 bedoelde besluit van de algemene vergadering tot goedkeuring van de fusie.

 

Het krachtens artikel 125 bis ingediende gemeenschappelijke voorstel en het verslag hoeven niet opnieuw te worden ingediend bij de bevoegde instantie.

Amendement    226

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

2 bis.  In het kader van de in artikel 125 bis bedoelde beoordeling onderzoekt de bevoegde instantie de volgende informatie:

 

a)  de in lid 2 bedoelde informatie en documenten;

 

b)  alle opmerkingen en adviezen die door belanghebbenden zijn ingediend overeenkomstig artikel 123;

 

c)  een vermelding door de vennootschap dat de in artikel 133, lid 3 en 4, bedoelde procedure van start is gegaan, indien van toepassing;

 

d)  of de grensoverschrijdende fusie een kunstmatige constructie vormt.

Amendement    227

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a ter (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 2 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a ter)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

2 ter.  De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen met andere instanties en organen opzetten in die lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen, en raadplegen, naargelang het geval, andere betrokken instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden met betrekking tot de grensoverschrijdende fusie.

Amendement    228

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a quater (nieuw))

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 2 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quater)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

2 quater.  De lidstaten zorgen ervoor dat de beoordeling door elke bevoegde instantie plaatsvindt binnen drie maanden na de datum van ontvangst van de informatie betreffende de goedkeuring van de fusie door de algemene vergadering van elke vennootschap. Dit leidt tot een van de volgende resultaten:

 

a)  elke bevoegde instantie geeft het aan de fusie voorafgaand attest af, indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende fusie binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt, dat aan alle relevante voorwaarden is voldaan en dat alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld;

 

b)  de bevoegde instanties geven geen aan de fusie voorafgaand attest af en stellen de vennootschappen in kennis van de redenen van hun besluit, indien de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende fusie niet binnen het toepassingsgebied van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn valt. Hetzelfde geldt voor situaties waarin de bevoegde instantie vaststelt dat de grensoverschrijdende fusie niet voldoet aan alle voorwaarden of dat niet alle noodzakelijke procedures en formaliteiten zijn vervuld, en de vennootschap na een verzoek om de nodige stappen te ondernemen, heeft verzuimd dit te doen;

 

c)  een bevoegde instantie geeft geen aan de fusie voorafgaand attest af en verricht een diepgaande beoordeling overeenkomstig artikel 128 bis, en stelt de vennootschap in kennis van haar besluit en het resultaat van de beoordeling in de volgende gevallen:

 

i)  wanneer de bevoegde instantie ernstige vermoedens heeft dat de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie is;

 

ii)  wanneer ten aanzien van de vennootschap een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie bestaat of wanneer de vennootschap onderworpen wordt aan de controles, inspecties of onderzoeken waarnaar wordt verwezen in hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG1 bis van het Europees Parlement en de Raad of Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad1 ter;

 

iii)  wanneer een van de fuserende vennootschappen in de voorafgaande drie jaar door een rechtbank veroordeeld is of nog verwikkeld is in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, belasting-, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grondrechten en mensenrechten.

 

 

 

 

 

 

Amendement    229

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter a quinquies (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 2 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a quinquies)  het volgende lid wordt toegevoegd:

 

2 quinquies.  Het besluit van de bevoegde instantie om een aan de fusie voorafgaand attest af te geven sluit niet uit dat instanties in de lidstaten in een later stadium procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere relevante wetgevingsgebieden.

Amendement    230

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 15 – letter b (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschappen vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende fusie aangaan, kunnen de lidstaten evenwel maatregelen nemen op grond waarvan de betrokkene zich fysiek moet aanmelden bij de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de betrokken informatie en documenten moeten worden ingediend.

Amendement    231

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 15 bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 128 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

15 bis)  Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 128 bis

 

Diepgaande beoordeling

 

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instanties, om te beoordelen of de grensoverschrijdende fusie een kunstmatige constructie vormt, een diepgaande beoordeling van alle relevante feiten en omstandigheden verrichten en daarbij ten minste het volgende in aanmerking nemen:

 

a) de kenmerken van de vestiging in de ontstane vennootschap, met inbegrip van het leidinggevend orgaan, het personeel, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, de fiscale zetel, de gebouwen, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de samenstelling van de balans en commerciële risico's van elk van de fuserende vennootschappen.

 

b) het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen die in elk van de fuserende vennootschappen werkzaam zijn, het aantal werknemers dat werkzaam is in een ander land, ingedeeld naar het land waar zij werken, het aantal gedetacheerde werknemers in het jaar vóór de fusie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en het aantal werknemers dat gelijktijdig in meer dan één lidstaat werkzaam is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004;

 

c) de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn;

 

d) indien de vennootschappen hebben besloten het management van de ontstane vennootschap te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd bij een onafhankelijke derde partij. Deze elementen mogen in de algemene beoordeling slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen dus niet op zichzelf in aanmerking worden genomen.

 

2.   Indien van toepassing, communiceren de bevoegde instanties met elkaar. De bevoegde instanties zorgen tevens voor de communicatie met andere instanties in hun respectieve lidstaten die verantwoordelijk zijn voor gebieden waarop deze richtlijn betrekking heeft.

 

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer de in lid 1 bedoelde bevoegde instanties tot een diepgaande beoordeling besluiten, zij de vennootschap en alle partijen die krachtens artikel 123 opmerkingen hebben ingediend, kunnen horen overeenkomstig het nationale recht. Dit stelt met name de vennootschap in staat om verdere informatie te verstrekken over een daadwerkelijke of vaste vestiging en het uitoefenen van een daadwerkelijke economische activiteit in de ontstane vennootschap voor onbepaalde tijd. De in lid 1 bedoelde bevoegde instanties kunnen ook andere belanghebbende derden horen overeenkomstig het nationale recht. De bevoegde instantie neemt haar definitief besluit over de afgifte van het aan de fusie voorafgaand attest binnen twee maanden na de aanvang van de diepgaande beoordeling.

 

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instantie van elke lidstaat van de fuserende vennootschappen geen aan de fusie voorafgaand attest voor de grensoverschrijdende fusie afgeeft wanneer zij na de uitvoering van een diepgaande beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie."

Amendement    232

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter -a (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a)   het volgende lid -1 wordt ingevoegd:

 

"-1.   Wanneer het bestuurs- of leidinggevende orgaan van de fuserende vennootschap een plan tot fusie van een vennootschap opstelt, doet zij zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het gemeenschappelijk voorstel tot grensoverschrijdende fusie het nodige - waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de dochterondernemingen of vestigingen, en het aantal werknemers - om indien nodig met de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap.";

Amendement    233

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter -a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid 2

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-a bis) lid 2 wordt vervangen door:

2.  De voorschriften betreffende werknemersmedezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft, zijn evenwel niet van toepassing, indien ten minste één van de fuserende vennootschappen in de zes maanden voorafgaand aan de openbaarmaking van het voorstel voor een grensoverschrijdende fusie als bedoeld in artikel 123 gemiddeld meer dan 500 werknemers heeft en werkt met een stelsel van werknemersmedezeggenschap in de zin van artikel 2, onder k), van Richtlijn 2001/86/EG, of indien de nationale wetgeving van toepassing op de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap niet:

“2.   De voorschriften betreffende werknemersmedezeggenschap die in voorkomend geval van toepassing zijn in de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft, zijn evenwel niet van toepassing indien ten minste één van de fuserende vennootschappen in de zes maanden voorafgaand aan de openbaarmaking van het voorstel voor een grensoverschrijdende fusie als bedoeld in artikel 123, een gemiddeld aantal werknemers heeft van vier vijfde van de toepasselijke drempel, zoals bepaald in het recht van de lidstaat onder wiens rechtsmacht de fuserende vennootschap valt, hetgeen aanleiding geeft tot werknemersmedezeggenschap in de zin van artikel 2, onder k), van Richtlijn 2001/86/EG1 bis, of indien de nationale wetgeving van toepassing op de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap niet:

a)   voorziet in ten minste hetzelfde niveau van werknemersmedezeggenschap dat van toepassing is in de betrokken fuserende vennootschappen, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, of

a)   voorziet in ten minste hetzelfde niveau en dezelfde elementen van werknemersmedezeggenschap die van toepassing zijn in de betrokken fuserende vennootschap of vennootschappen met het hoogste aandeel van werknemersmedezeggenschap, gemeten naar het aantal werknemersvertegenwoordigers onder de leden van het toezichthoudend of bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat belast is met de winstbepalende entiteiten van de vennootschap, die in aanmerking komen voor werknemersvertegenwoordiging; of

b)   voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft.

b)   voorschrijft dat werknemers van in andere lidstaten gelegen vestigingen van de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap hetzelfde recht tot uitoefening van medezeggenschapsrechten hebben als de werknemers in de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft.";

Amendement    234

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter -a ter (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid 3

 

Bestaande tekst

Amendement

 

-a ter) lid 3 wordt vervangen door:

3. In de in lid 2 bedoelde gevallen wordt de medezeggenschap van werknemers in de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap en de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van die rechten worden betrokken, door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

“3. De voorlichting, raadpleging en medezeggenschap van werknemers in de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap en de wijze waarop in de lid 2 bedoelde gevallen de werknemers bij de vaststelling van die rechten worden betrokken, worden tussen de werknemers en het management van de ontstane vennootschap afgesproken en worden door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 van dit artikel geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

a) artikel 3, leden 1, 2 en 3, lid 4, eerste alinea, eerste streepje, en tweede alinea, en de leden 5 en 7;

a) artikel 3, leden 1, 2 en 3, lid 4, eerste alinea, eerste streepje, en tweede alinea, en de leden 5 en 7;

b) artikel 4, lid 1, lid 2, onder a), g) en h), en lid 3;

b) artikel 4, lid 1, lid 2, onder a), b), c), d), e), g) en h), en lid 3;

c) artikel 5;

c) artikel 5;

d) artikel 6;

d) artikel 6;

e) artikel 7, lid 1, lid 2, eerste alinea, onder b), en tweede alinea, en lid 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), van Richtlijn 2001/86/EG vastgestelde percentages inzake de toepassing van de in deel 3 van de bijlage bij die richtlijn vastgestelde referentievoorschriften opgetrokken van 25 % naar 33 1/3 %;

e) artikel 7, lid 1,

f) de artikelen 8, 10 en 12;

f) de artikelen 8, 9, 10 en 12;

h) deel 3 van de bijlage, onder b).

h) Bijlage 3 bis

 

Het in overeenkomstig lid 3 overeengekomen niveau van werknemersmedezeggenschap ligt niet beneden het niveau dat in de fuserende vennootschap of vennootschappen met het hoogste niveau van werknemersmedezeggenschap voorafgaand aan de fusie bestond, of beneden het niveau in de lidstaat van de ontstane vennootschap. Dat niveau wordt gemeten in overeenstemming met lid 2."

Amendement    235

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter -a quater (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a quater) lid 4 wordt vervangen door:

4. Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 3 bedoelde beginselen en procedures:

“4. Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 2 en lid 3 bedoelde beginselen en procedures zorgen de lidstaten ervoor dat voorschriften inzake werknemersmedezeggenschap die vóór de grensoverschrijdende fusie van toepassing waren, van toepassing blijven tot de datum waarop eventuele nadien overeengekomen regels van kracht worden, of indien er geen regels zijn overeengekomen, tot de datum waarop de referentievoorschriften van kracht worden in overeenstemming met de bijlage van Richtlijn 2001/86/EG."

a) geven de lidstaten de betrokken organen van de fuserende vennootschappen het recht ervoor te kiezen om zich zonder voorafgaande onderhandelingen rechtstreeks te onderwerpen aan de in lid 3, onder h), bedoelde referentievoorschriften, vervat in de wetgeving van de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft, en zich vanaf de datum van inschrijving in het register aan die referentievoorschriften te houden;

 

b) geven de lidstaten de bijzondere onderhandelingsgroep het recht om, bij een meerderheid van twee derde van haar leden, die ten minste twee derde van de werknemers vertegenwoordigt en de stemmen omvat van leden die werknemers in ten minste twee verschillende lidstaten vertegenwoordigen, te besluiten van onderhandelingen af te zien of reeds geopende onderhandelingen te beëindigen en zich te verlaten op de medezeggenschapsvoorschriften die van kracht zijn in de lidstaat waar de uit de grensoverschrijdende fusie ontstane vennootschap haar statutaire zetel heeft;

 

c) kunnen de lidstaten, wanneer na eerdere onderhandelingen de referentievoorschriften inzake medezeggenschap van toepassing zijn en niettegenstaande dergelijke referentievoorschriften, besluiten dat het aantal werknemersvertegenwoordigers in het bestuursorgaan van de uit de fusie ontstane vennootschap wordt beperkt. Wanneer echter in één van de fuserende vennootschappen ten minste een derde van de leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan werknemersvertegenwoordigers waren, kan het aantal werknemersvertegenwoordigers nooit zodanig worden beperkt dat in het bestuursorgaan minder dan een derde van de leden werknemersvertegenwoordiger zijn.

 

Amendement    236

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter a bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)   het volgende lid 6 bis wordt ingevoegd:

 

"7 bis. De lidstaten garanderen overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2002/14/EG1 bis dat de werknemersvertegenwoordigers, wanneer zij hun functies uitoefenen, toereikende bescherming en garanties genieten zodat ze de aan hen toegewezen taken naar behoren kunnen uitvoeren."

Amendement    237

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 18 – letter b bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis) het volgende lid 8 bis wordt toegevoegd:

 

"8 bis. Wanneer na de toepassing van lid 3 in het in lid 2 bedoelde geval een toepasselijke drempel voor werknemersmedezeggenschap, zoals vastgelegd in de wetgeving van een bij de fusie betrokken lidstaat, wordt overschreden in de zes jaar na de grensoverschrijdende fusie worden nieuwe onderhandelingen gestart overeenkomstig de leden 3 t/m 8, mutatis mutandis In dergelijke gevallen voorzien de regels voor werknemersmedezeggenschap in hetzelfde niveau en elementen van werknemersmedezeggenschap als wettelijk zou zijn vastgelegd, indien de vennootschap de relevante drempel in een bij de fusie betrokken lidstaat had bereikt."

Amendement    238

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – lid 1 – punt 18 bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 133 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

18 bis)   Het volgende artikel wordt ingevoegd:

 

"Artikel 133 bis

 

Collectieve overeenkomsten

 

Na de grensoverschrijdende fusie blijft de ontstane vennootschap zich houden aan de in de collectieve arbeidsovereenkomsten vastgelegde voorwaarden, onder dezelfde voorwaarden als die vóór de grensoverschrijdende fusie op de fuserende vennootschappen van toepassing waren, ongeacht de vraag welke wet nog op die vennootschap uit hoofde van dergelijke overeenkomsten van toepassing is, en wel tot de datum waarop de collectieve overeenkomst wordt beëindigd of afloopt, of de datum waarop een andere collectieve overeenkomst in werking treedt, overeenkomstig artikel 3, lid 3 van Richtlijn 2001/23/EG."

Amendement    239

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 19 bis (nieuw)

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 134 – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

19 bis)   in artikel 134 wordt de volgende alinea ingevoegd:

 

Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende fusie van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende fusie krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, herzien zij hun beoordeling van de feiten en worden zij bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties treffen in gevallen van een kunstmatige constructie.

Amendement    240

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 ter

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 160 ter

Schrappen

Definities

 

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

(1)  "kapitaalvennootschap" hierna "vennootschap" genoemd: een vennootschap in de zin van bijlage II;

 

(2)  "gesplitste vennootschap": een vennootschap die in het kader van een grensoverschrijdende splitsing haar activa en passiva in hun geheel op een of meer vennootschappen overdraagt, of, in geval van een gedeeltelijke splitsing, een deel van haar activa en passiva op een of meer vennootschappen overdraagt;

 

(3)  "splitsing": een handeling waarbij hetzij:

 

(a)  een gesplitste vennootschap, die is ontbonden zonder in vereffening te gaan, haar activa en passiva in hun geheel overdraagt aan twee of meer nieuw opgerichte vennootschappen (hierna "de verkrijgende vennootschappen" genoemd), tegen uitreiking aan de deelnemers in de gesplitste vennootschap van effecten of aandelen in de verkrijgende vennootschappen, en eventueel met een bijbetaling in geld van niet meer dan 10 % van de nominale waarde van die effecten of aandelen of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van hun effecten of aandelen (hierna "volledige splitsing" genoemd);

 

(b)  een gesplitste vennootschap een deel van haar activa en passiva in hun geheel overdraagt aan één of meer nieuw opgerichte vennootschappen (hierna "de verkrijgende vennootschappen" genoemd), tegen uitreiking aan de deelnemers in de gesplitste vennootschap van effecten of aandelen in de verkrijgende vennootschappen of in de gesplitste vennootschap of in zowel de verkrijgende vennootschappen als de gesplitste vennootschap, en eventueel met een bijbetaling in geld van niet meer dan 10 % van de nominale waarde van die effecten of aandelen of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van hun effecten of aandelen (hierna "gedeeltelijke splitsing" genoemd).

 

Amendement    241

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 160 quater

Schrappen

Verdere bepalingen betreffende het toepassingsgebied

 

1.   Onverminderd artikel 160 ter, lid 3, geldt dit hoofdstuk ook voor grensoverschrijdende splitsingen wanneer de nationale wetgeving van tenminste één van de betrokken lidstaten toelaat dat de in artikel 160 ter, lid 3, onder a) en b), bedoelde bijbetaling in geld meer dan 10 % bedraagt van de nominale waarde of, bij gebreke daarvan, van de fractiewaarde van de effecten of aandelen die het kapitaal van de verkrijgende vennootschappen vertegenwoordigen.

 

2.  De lidstaten kunnen besluiten dit hoofdstuk niet toe te passen op grensoverschrijdende splitsingen waarbij een coöperatieve vennootschap betrokken is, zelfs als die onder de definitie van "kapitaalvennootschap" in artikel 160 ter, lid 1, valt.

 

3.  Dit hoofdstuk geldt niet voor grensoverschrijdende splitsingen waarbij een vennootschap is betrokken waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal, met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de houders ten laste van de activa van die vennootschap direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald. Met dergelijke inkopen of terugbetalingen wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke vennootschap om te voorkomen dat de waarde van haar deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke waarde.

 

Amendement    242

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quinquies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer een vennootschap voornemens is een grensoverschrijdende splitsing te verrichten, de lidstaat van de gesplitste vennootschap en van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen nagaat of de grensoverschrijdende splitsing voldoet aan de voorwaarden van lid 2.

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer een vennootschap voornemens is een grensoverschrijdende splitsing te verrichten, de rechtbank, het notariaat of enige andere bevoegde instantie van de lidstaat van de gesplitste vennootschap en van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen nagaan of de grensoverschrijdende splitsing voldoet aan de voorwaarden van lid 2.

Amendement    243

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quinquies – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  ten aanzien van de vennootschap een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie is;

Schrappen

Amendement    244

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quinquies – lid 2 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)  ten aanzien van de vennootschap gebruik wordt gemaakt van afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van Richtlijn 2014/59/EU voorziet;

d)  de vennootschap is onderworpen aan afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad(*) voorziet;

Amendement    245

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quinquies – lid 2 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)  de nationale instanties preventieve maatregelen hebben genomen om te vermijden dat de onder a), b) of d) bedoelde procedures worden ingeleid.

e)  de nationale instanties preventieve maatregelen hebben genomen om te vermijden dat de onder a) of d) bedoelde procedures worden ingeleid.

Amendement    246

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quinquies – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De lidstaat van de gesplitste vennootschap zorgt ervoor dat de bevoegde instantie de splitsing niet toestaat wanneer zij na onderzoek van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat de splitsing een kunstmatige constructie vormt met als doel onterechte belastingvoordelen te verkrijgen of wettelijke of contractuele rechten van werknemers, schuldeisers of deelnemers in de vennootschap onnodig te schaden.

3.  De lidstaat van de gesplitste vennootschap zorgt ervoor dat de bevoegde instantie de splitsing niet toestaat wanneer zij na een beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat de splitsing een kunstmatige constructie vormt.

Amendement    247

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het leidinggevende of bestuursorgaan van de gesplitste vennootschap stelt een voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing op. In dit voorstel worden ten minste vermeld:

1.  Het bestuurs- of leidinggevende orgaan, met inbegrip van, indien het nationale recht daarin voorziet en/of in overeenstemming met de nationale gebruiken, werknemersvertegenwoordigers op bestuursniveau van de gesplitste vennootschap, stelt het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing op en wordt betrokken bij de besluitvorming hierover. In dit voorstel worden ten minste vermeld:

Amendement    248

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter -a (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a)  de rechtsvorm, de naam en de plaats van de statutaire zetel van de gesplitste vennootschap;

Amendement    249

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  de voor de nieuwe uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap of vennootschappen voorgestelde rechtsvorm, naam en statutaire zetel;

a)  de voor de nieuwe uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap of vennootschappen voorgestelde rechtsvorm, naam en plaats van de statutaire zetels;

Amendement    250

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)  indien van toepassing, gedetailleerde informatie over de plaats en de datum van de vestiging van het hoofdkantoor van de vennootschap aan de lidstaat van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen, indien het zich hier niet reeds bevindt, en informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, bedrijfsruimten en activa;

Amendement    251

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter h

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

h)  details van ieder bijzonder voordeel dat wordt toegekend aan de leden van organen die belast zijn met het bestuur of de leiding van, of het toezicht of de controle op de gesplitste vennootschap;

h)  Niet van toepassing op de Nederlandse versie.

Amendement    252

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter h bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

h bis)  bijzondere voordelen die aan de leden van de bestuurs-, leidinggevende, toezichthoudende of controlerende organen van de gesplitste vennootschap worden verleend;

Amendement    253

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter k bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k bis)  het aantal werknemers dat in dienst is in voltijdsequivalenten;

Amendement    254

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter k ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

k ter)  de waarschijnlijke gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de werkgelegenheid, met inbegrip van de waarschijnlijke wijzigingen in de organisatie van de werkzaamheden, de lonen, de locatie van specifieke functies en de verwachte gevolgen voor de werknemers die dergelijke functies bekleden, waaronder werknemers in de dochterondernemingen en filialen van de in de Unie gevestigde vennootschap die wordt gesplitst, en voor de sociale dialoog op vennootschapsniveau, inclusief, indien van toepassing, de werknemersvertegenwoordiging op bestuursniveau;

Amendement    255

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter l

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

l)  in voorkomend geval, informatie over de procedures volgens welke overeenkomstig artikel 160 quindecies regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun medezeggenschapsrechten in de verkrijgende vennootschap worden betrokken, en over mogelijke opties voor dergelijke regelingen;

l)  informatie over de procedures volgens welke overeenkomstig artikel 160 quindecies regelingen worden vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van hun informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten in de verkrijgende vennootschap worden betrokken, en over de mogelijke opties voor dergelijke regelingen.

Amendement    256

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter l bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

l bis)  de naam van de uiteindelijke vennootschap of vennootschappen en, in voorkomend geval, de lijst van alle dochterondernemingen, een korte beschrijving van de aard van hun activiteiten en hun respectieve geografische ligging;

Amendement    257

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter l ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

l ter)  totale omzet en totale belastbare omzet van de gesplitste vennootschap voor de laatste verslagperiode;

Amendement    258

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 1 – letter l quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

l quater)  het bedrag van de winstbelasting die is betaald door de gesplitste vennootschap en haar dochterondernemingen en filialen;

Amendement    259

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Voordat het leidinggevend of bestuursorgaan een besluit neemt over het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing, worden de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en de vertegenwoordigde vakbonden mutatis mutandis geïnformeerd en geraadpleegd over de voorgestelde splitsing overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG. Wanneer er overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG een orgaan is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, wordt ook dit orgaan dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    260

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten staan toe dat de vennootschap naast de officiële taal van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen en de gesplitste vennootschap een taal gebruikt die in de internationale zakelijke en financiële wereld gebruikelijk is voor het opstellen van het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing en van alle andere desbetreffende documenten. De lidstaten bepalen welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de onderscheiden taalversies van die documenten.

4.  De lidstaten kunnen bepalen dat de vennootschap naast de officiële taal van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen en de gesplitste vennootschap een taal mag gebruiken die in de internationale zakelijke en financiële wereld gebruikelijk is voor het opstellen van het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing en van alle andere desbetreffende documenten. De gesplitste vennootschap bepaalt welke taal voorrang heeft in geval van verschillen tussen de onderscheiden taalversies van die documenten. De deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers hebben de mogelijkheid om opmerkingen te maken over dat voorstel.

Amendement    261

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Verslag van het leidinggevende of bestuursorgaan aan de deelnemers in de vennootschap

Verslag van het bestuurs- of leidinggevende orgaan aan de deelnemers in de vennootschap en de werknemers

Amendement    262

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Het leidinggevende of bestuursorgaan van de gesplitste vennootschap stelt een verslag op waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende splitsing worden toegelicht en verantwoord.

1.  Het leidinggevend of bestuursorgaan van de gesplitste vennootschap, stelt een verslag op voor de deelnemers in de vennootschap en de werknemers waarin de wettelijke en economische aspecten van de grensoverschrijdende splitsing worden toegelicht en verantwoord, alsook de gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de werknemers worden toegelicht.

Amendement    263

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 2 – letter -a bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-a)  de redenen voor de grensoverschrijdende splitsing;

Amendement    264

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 2 – letter e bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e bis)  de gevolgen van de grensoverschrijdende splitsing voor de dienstverbanden en de betrokkenheid van de werknemers, evenals de maatregelen die moeten worden genomen om deze te vrijwaren;

Amendement    265

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 2 – letter e ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e ter)  belangrijke wijzigingen in de arbeidsomstandigheden, vastgelegd in de wetgeving, collectieve overeenkomsten en transnationale bedrijfsovereenkomsten, en in de vestigingsplaatsen van de vennootschap;

Amendement    266

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 2 – letter e quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e quater)  informatie over de procedures volgens welke regelingen voor de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers in de verkrijgende vennootschappen kunnen worden toegepast overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn;

Amendement    267

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 2 – letter e quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e quinquies)  de vraag of de in de punten a) tot en met i) bedoelde factoren ook betrekking hebben op dochterondernemingen van de gesplitste vennootschap.

Amendement    268

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160octies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  Voordat het bestuurs- of leidinggevende orgaan een besluit neemt over het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag, worden de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf, ingelicht en geraadpleegd inzake de voorgestelde splitsing, overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2002/14/EG. Indien van toepassing, wordt het overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG met het oog op transnationale informatie en raadpleging opgerichte orgaan ook dienovereenkomstig geïnformeerd en geraadpleegd.

Amendement    269

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag wordt de deelnemers in de gesplitste vennootschap uiterlijk twee maanden vóór de datum van de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering ten minste elektronisch beschikbaar gesteld. Dit verslag wordt op dezelfde wijze beschikbaar gesteld aan de vertegenwoordigers van de werknemers van de gesplitste vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, aan de werknemers zelf.

3.  Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag wordt de deelnemers in de gesplitste vennootschap en de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of Richtlijn 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, uiterlijk twee maanden vóór de datum van de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering ten minste elektronisch beschikbaar gesteld.

Amendement    270

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Het in lid 1 bedoelde verslag is evenwel niet vereist wanneer alle deelnemers in de gesplitste vennootschap ermee instemden van dit document af te zien.

4.  Het in lid 1 bedoelde verslag is evenwel niet vereist wanneer alle deelnemers in de gesplitste vennootschap en alle werknemersvertegenwoordigers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, ermee instemden van dit document af te zien.

Amendement    271

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 4 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.  Wanneer het bestuurs- of leidinggevend orgaan van de gesplitste vennootschap, tijdig een advies ontvangt van de werknemersvertegenwoordigers of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, zoals bepaald in de nationale wetgeving, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, worden de deelnemers in de vennootschap daarvan op de hoogte gebracht en wordt dit advies aan het verslag gehecht.

Amendement    272

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 4 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.  Het bestuurs- of leidinggevende orgaan van de gesplitste vennootschap geeft vóór de datum van de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering een met redenen omkleed antwoord op het advies van de werknemersvertegenwoordigers en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging.

Amendement    273

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 4 quater (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quater.  De nationale vertegenwoordigingen van werknemers, de in de vennootschap vertegenwoordigde vakbonden en, in voorkomend geval, het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, beschikken over de middelen die nodig zijn om de uit deze richtlijn voortvloeiende rechten uit te oefenen teneinde het verslag te analyseren. Punt 6 van bijlage I bij Richtlijn 2009/38/EG is daartoe van overeenkomstige toepassing.

Amendement    274

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 octies – lid 4 quinquies (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 quinquies.  De leden 1 tot en met 4 quater laten de toepasselijke informatie- en raadplegingsrechten en -procedures onverlet die op nationaal niveau zijn ingesteld na de omzetting van Richtlijn 2002/14/EG en Richtlijn 2009/38/EG.

Amendement    275

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 nonies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

[...]

Schrappen

Amendement    276

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 nonies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 160 nonies bis

 

Civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van de bestuurs- of leidinggevende organen van de gesplitste vennootschap

 

De lidstaten stellen regels vast die ten minste betrekking hebben op de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de leden van de bestuurs- leidinggevende organen van die vennootschap jegens aandeelhouders van de gesplitste vennootschap ten aanzien van tekortkomingen van de leden van die organen bij de voorbereiding en uitvoering van de splitsing.

Amendement    277

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Onderzoek door een onafhankelijke deskundige

Beoordeling door de bevoegde instantie

Amendement    278

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 1 – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De lidstaten zorgen ervoor dat de gesplitste vennootschap de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie uiterlijk twee maanden vóór de datum van de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering verzoekt een deskundige aan te stellen om het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing en de in de artikelen 160 octies en 160 nonies bedoelde verslagen te onderzoeken en te beoordelen met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel.

De lidstaten zorgen ervoor dat de gesplitste vennootschap de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie uiterlijk twee maanden vóór de datum van de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering verzoekt het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing te beoordelen en het in artikel 160 octies bedoelde verslag uit te brengen.

Amendement    279

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 1 – alinea 2 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het verzoek tot aanwijzing van een deskundige gaat vergezeld van:

Het verzoek tot beoordeling van de bevoegde instantie gaat vergezeld van:

Amendement    280

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 1 – alinea 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  de in de artikelen 160 octies en 160 nonies bedoelde verslagen.

b)  het in artikel 160 octies bedoelde verslag.

Amendement    281

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 1 – alinea 2 – letter b bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)  de eventueel ingediende opmerkingen van deelnemers in de vennootschap, werknemers en schuldeisers over het voorstel en het verslag als bedoeld in artikel 160 quater en 160 octies;

Amendement    282

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 1 – alinea 2 – letter b ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter)  indien van het vereiste van het in artikel 160 octies bedoelde verslag wordt afgezien, de redenen voor de grensoverschrijdende splitsing.

Amendement    283

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De bevoegde instantie stelt binnen vijf werkdagen na de indiening van het in lid 1 bedoelde verzoek en de ontvangst van het voorstel en de verslagen een onafhankelijke deskundige aan. De deskundige is onafhankelijk van de gesplitste vennootschap en kan een natuurlijke of rechtspersoon zijn naargelang van de wetgeving van de betrokken lidstaat. Bij de beoordeling van de onafhankelijkheid van de deskundige houden de lidstaten rekening met het in de artikelen 22 en 22 ter van Richtlijn 2006/43/EG ingestelde rechtskader.

2.  De bevoegde instantie begint haar beoordeling van het in lid 1 bedoelde verzoek binnen tien werkdagen vanaf de ontvangst van de documenten en informatie als bedoeld in de punten a) tot en met d) van lid 1. Indien de bevoegde instantie gebruikmaakt van een onafhankelijke deskundige, wordt deze deskundige binnen een maand aangewezen op basis van een voorgeselecteerde lijst die speciaal voor de beoordeling van grensoverschrijdende splitsingen werd opgesteld. De lidstaten zorgen ervoor dat de deskundige of de rechtspersoon in wiens naam de deskundige optreedt, onafhankelijk is en in de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanstelling in geen enkele hoedanigheid werkzaamheden heeft verricht voor de vennootschap die de splitsing aanvraagt, en omgekeerd.

Amendement    284

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  De deskundige stelt een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende vermeldt:

3.  Na in voorkomend geval derde partijen met een legitiem belang in de splitsing van de vennootschap te hebben geraadpleegd, in het bijzonder belasting-, arbeids- en socialezekerheidsinstanties binnen de vennootschap, stelt de bevoegde instantie een schriftelijk verslag op dat ten minste het volgende bevat:

Amendement    285

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 3 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)  een gedetailleerde evaluatie van de accuraatheid van de door de vennootschap ingediende verslagen en informatie;

e)  een gedetailleerde evaluatie van de formele en materiële accuraatheid van het voorstel, het verslag en de informatie die zijn ingediend door de vennootschap die de grensoverschrijdende splitsing aangaat;

Amendement    286

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 3 – letter f

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

f)  een beschrijving van alle feitelijke gegevens die de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie nodig heeft voor een diepgaande evaluatie, overeenkomstig artikel 160 septdecies, van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt, waarin ten minste de volgende gegevens zijn vermeld: de kenmerken van de vestigingen in de betrokken lidstaten van de verkrijgende vennootschappen, waaronder de opzet, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers, samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, de plaats waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de commerciële risico’s die de gesplitste vennootschap loopt in de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen.

f)  een beschrijving van alle feitelijke gegevens die nodig zijn voor een diepgaande evaluatie, overeenkomstig artikel 160 septdecies van de vraag of de voorgenomen grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt, met vermelding van ten minste:

 

i) de kenmerken van de vestigingen in de betrokken lidstaten van de verkrijgende vennootschappen, waaronder de opzet, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, informatie over het leidinggevend orgaan en, indien van toepassing, personeel, apparatuur, bedrijfsruimten en activa,

 

ii) de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar deze zich bevinden en de commerciële risico's die de gesplitste vennootschap en de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschappen lopen in alle betrokken lidstaten,

 

iii) het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplekken van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, met inbegrip van, in voorkomend geval, het aantal werknemers dat in het jaar vóór de splitsing is gedetacheerd of uitgezonden of gelijktijdig in verschillende lidstaten werkzaam is, in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en hun landen van bestemming, de plaatsen waar de sociale bijdragen verschuldigd zijn en de gevolgen voor de bedrijfspensioenen van de werknemers.

Amendement    287

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De lidstaten zorgen ervoor dat de onafhankelijke deskundige het recht heeft bij de gesplitste vennootschap alle relevante informatie en documenten op te vragen en alle noodzakelijke onderzoeken te verrichten om alle gegevens van het voorstel en de beheersverslagen te verifiëren. De onafhankelijke deskundige heeft ook het recht opmerkingen en adviezen in te winnen van de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap, of indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, en ook van de schuldeisers en deelnemers in de vennootschap.

4.  De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instantie het recht heeft bij de gesplitste vennootschap alle relevante informatie en documenten op te vragen, met inbegrip van eventuele opmerkingen over het voorstel die overeenkomstig artikel 160 quater, lid 2, zijn gemaakt, en dat zij alle noodzakelijke onderzoeken verricht om alle gegevens van het voorstel of het verslag van het bestuurs- of leidinggevende orgaan te verifiëren. De bevoegde instantie heeft bovendien de mogelijkheid, indien dat noodzakelijk is, vragen aan de bevoegde instantie van de lidstaat van de verkrijgende vennootschappen te stellenen heeft ook het recht verdere opmerkingen en adviezen in te winnen van de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, van de werknemers zelf, of, in voorkomend geval, van het orgaan dat overeenkomstig Richtlijn 2009/38/EG of 2001/86/EG is opgericht met het oog op transnationale informatie en raadpleging, en ook van de schuldeisers en de deelnemers in de vennootschap. Deze moeten als bijlage bij het verslag worden gevoegd.

Amendement    288

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  De lidstaten zorgen ervoor dat de aan de onafhankelijke deskundige voorgelegde informatie alleen kan worden gebruikt voor het opstellen van het verslag en dat geen vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, wordt bekendgemaakt. In voorkomend geval kan de deskundige bij de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie een afzonderlijk document met vertrouwelijke informatie indienen, dat alleen aan de gesplitste vennootschap beschikbaar wordt gesteld en niet aan derden wordt bekendgemaakt.

5.  De lidstaten zorgen ervoor dat de aan de bevoegde instantie voorgelegde informatie en opmerkingen alleen kunnen worden gebruikt voor het opstellen van het verslag en dat geen vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, wordt bekendgemaakt, overeenkomstig het Unie- en nationale recht. In voorkomend geval kan de bevoegde instantie een afzonderlijk document met vertrouwelijke informatie opstellen, dat alleen beschikbaar wordt gesteld aan de gesplitste vennootschap en de werknemersvertegenwoordigers indien het Unie- of nationale recht daarin voorziet en in overeenstemming met de Unie- of nationale gebruiken.

Amendement    289

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.  Een vennootschap mag een grensoverschrijdende splitsing niet voltooien in gevallen waarin de vennootschap is verwikkeld in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, belasting-, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grondrechten en mensenrechten, indien het risico bestaat dat de definitieve schadevergoeding niet is gedekt in het kader van de maatregelen van de Unie voor civielrechtelijke samenwerking en de vennootschap geen financiële garantie heeft gesteld die dat risico dekt.

Amendement    290

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 decies – lid 6 ter (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 ter.  De lidstaten stellen regels vast die ten minste voorzien in de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen die belast zijn met het opstellen van de in dit artikel bedoelde verslagen, met inbegrip van regels betreffende tekortkomingen bij de uitoefening van hun taak.

Amendement    291

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  in voorkomend geval, het in artikel 160 decies bedoelde verslag van de onafhankelijke deskundige;

b)  het verzoek om beoordeling van het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing en van het in artikel 160 octies, lid 1, bedoelde verslag en, in voorkomend geval, het door de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 160 octies, lid 3, opgestelde verslag, zonder evenwel vertrouwelijke informatie openbaar te maken overeenkomstig het Unie- en nationale recht;

Amendement    292

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 1 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)  een mededeling waarin de deelnemers, schuldeisers en werknemers van de gesplitste vennootschap ervan op de hoogte worden gebracht dat zij vóór de datum van de algemene vergadering bij de vennootschap en bij de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie opmerkingen kunnen indienen betreffende de in de punten a) en b) van de eerste alinea bedoelde documenten.

c)  een mededeling waarin de deelnemers, de schuldeisers en de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap of, indien er geen vertegenwoordigers zijn, de werknemers zelf van de gesplitste vennootschap ervan op de hoogte worden gebracht dat zij vóór de datum van de algemene vergadering bij de vennootschap en bij de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie opmerkingen kunnen indienen betreffende de in de punten a) en b) van de eerste alinea bedoelde documenten.

Amendement    293

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 3 – letter d

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)  details van de website waar het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing, de mededeling, het in lid 1 bedoelde deskundigenverslag en volledige informatie over de in punt c) van dit lid bedoelde regelingen gratis kunnen worden verkregen.

d)  details van de website waar het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing, de mededeling, het in lid 1 bedoelde door de bevoegde instantie opgestelde verslag en volledige informatie over de in punt c) van dit lid bedoelde regelingen gratis kunnen worden verkregen.

Amendement    294

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 3 – letter d bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d bis)  informatie over de uiteindelijke begunstigden van de vennootschap vóór en na de grensoverschrijdende splitsing.

Amendement    295

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 4 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanwezigheid voor een bevoegde instantie verplicht stellen.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende splitsing aangaat, kunnen de lidstaten evenwel een fysieke aanwezigheid verplicht stellen bij een bevoegde instantie of bij een andere persoon of instantie die met de online-openbaarmaking te maken heeft, of deze verricht of erbij assisteert.

Amendement    296

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 4 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten stellen gedetailleerde voorschriften vast voor de online-openbaarmaking van documenten en informatie als bedoeld in de leden 1 en 3. Artikel 13 ter, onder a) en 13 septies, lid 3 en 4, van de richtlijn [betreffende digitale instrumenten in het vennootschapsrecht] zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Amendement    297

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Naast de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde openbaarmaking kunnen de lidstaten verlangen dat het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing of de in lid 3 bedoelde informatie in hun nationale publicatieblad wordt bekendgemaakt. In dat geval zorgen de lidstaten ervoor dat het register de desbetreffende informatie doorzendt aan de nationale publicatiebladen.

5.  Naast de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde openbaarmaking kunnen de lidstaten verlangen dat het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing of de in lid 3 bedoelde informatie in hun nationale publicatieblad wordt bekendgemaakt. In dat geval, in overeenstemming met het beginsel van eenmalige informatieoverdracht in de Unie, zorgen de lidstaten ervoor dat het register de desbetreffende informatie aan de nationale publicatiebladen.

Amendement    298

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 undecies – lid 6 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6 bis.  De lidstaten zorgen ervoor dat vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, niet openbaar worden gemaakt, behalve aan de werknemersvertegenwoordigers, indien aldus bepaald in het Unie- en nationale recht.

Amendement    299

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 duodecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Na kennisneming van de verslagen als bedoeld in artikelen 160 octies, 160 nonies en 160 decies, al naargelang het geval, beslist de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap over de goedkeuring van het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing. De vennootschap deelt het besluit van de algemene vergadering mee aan de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie.

1.   Na kennisneming van de verslagen als bedoeld in artikelen 160 octies en 160 decies, al naargelang het geval, beslist de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap over de goedkeuring van het voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing. Voordat een besluit wordt genomen, worden alle voorafgaande toepasselijke informatie- en raaplegingsrechten geëerbiedigd, opdat rekening kan worden gehouden met het advies van de werknemersvertegenwoordigers overeenkomstig Richtlijn 2002/14/EG en, indien van toepassing, Richtlijn 2009/38/EG en Richtlijn 2001/86/EG. De vennootschap deelt het besluit van de algemene vergadering mee aan de overeenkomstig artikel 160 sexdecies, lid 1, aangewezen bevoegde instantie.

Amendement    300

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 duodecies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  De algemene vergadering beslist voorts of de grensoverschrijdende splitsing wijzigingen in de oprichtingsakten van de gesplitste vennootschap vereist.

4.  In voorkomend geval beslist de algemene vergadering voorts over eventuele wijzigingen in de oprichtingsakten van de gesplitste vennootschap.

Amendement    301

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 terdecies – lid 1 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen met stemrechten bezitten en die niet hebben gestemd voor de goedkeuring van het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing;

a)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen met stemrechten bezitten en die tegenstemden of niet aan de algemene vergadering deelnamen, maar hun voornemen te kennen gaven tegen het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing te stemmen, en die hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken;

Amendement    302

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 terdecies – lid 1 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen zonder stemrecht bezitten.

b)  de deelnemers in de vennootschap die aandelen zonder stemrecht bezitten en die tijdens de algemene vergadering hun voornemen te kennen gaven van hun uitstaprecht gebruik te maken.

Amendement    303

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 terdecies – lid 3

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de gesplitste vennootschap in het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing als bedoeld in artikel 160 sexies, lid 1, onder q, een passende vergoeding aanbiedt aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die het recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen. De lidstaten stellen eveneens een termijn voor de aanvaarding van het aanbod vast die in geen geval langer is dan één maand na de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering. De lidstaten zorgen er voorts voor dat de vennootschap een aanbod kan aanvaarden dat elektronisch is verzonden naar een door die vennootschap daartoe aangewezen adres.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de gesplitste vennootschap in het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing als bedoeld in artikel 160 sexies, lid 1, onder q, een passende vergoeding aanbiedt aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde deelnemers in de vennootschap die het recht op vervreemding van hun aandelen wensen uit te oefenen. De leden geven, onverminderd de uitoefening van het uitstaprecht, vóór de algemene vergadering hun voornemen te kennen om hiervan gebruik te maken. De lidstaten stellen eveneens een termijn voor de aanvaarding van het aanbod vast die in geen geval langer is dan één maand na de in artikel 160 duodecies bedoelde algemene vergadering. Het nationale recht inzake de vorm en geldigheid van overeenkomsten voor de verkoop en overdracht van aandelen in vennootschappen blijft onverlet.

Amendement    304

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quaterdecies – lid 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.  De lidstaten zorgen ervoor dat de schuldeisers die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen in het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing, zoals bedoeld in artikel 160 sexies, de bevoegde administratieve of gerechtelijke instantie kunnen verzoeken om passende waarborgen binnen een maand na de in artikel 160 undecies bedoelde openbaarmaking.

2.  De lidstaten zorgen ervoor dat de schuldeisers wier rechten voorafgaan aan het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing en die geen genoegen nemen met de bescherming van hun belangen in het voorstel voor de grensoverschrijdende splitsing, zoals bedoeld in artikel 160 sexies en die voorafgaand aan de grensoverschrijdende splitsing bezwaar hebben aangetekend, de bevoegde administratieve of gerechtelijke instantie kunnen verzoeken om passende waarborgen binnen een maand na de in artikel 160 undecies bedoelde openbaarmaking.

Amendement    305

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quaterdecies – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  wanneer aan schuldeisers een recht op betaling wordt verleend, hetzij ten aanzien van een derde garantiegever, hetzij ten aanzien van de verkrijgende vennootschappen, of nog, in het geval van een gedeeltelijke splitsing, ten aanzien van de verkrijgende vennootschap en aan gesplitste vennootschap, voor ten minste de waarde van hun oorspronkelijke vordering, dat voor dezelfde rechtbank/in hetzelfde rechtsgebied kan worden gebracht/ingebracht als hun oorspronkelijke vordering, en waarvan de kredietkwaliteit ten minste overeenkomt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser onmiddellijk na de verwezenlijking van de splitsing.

b)  wanneer aan schuldeisers een recht op betaling wordt verleend, hetzij ten aanzien van een derde garantiegever, hetzij ten aanzien van de verkrijgende vennootschappen, of nog, in het geval van een splitsing, ten aanzien van de verkrijgende vennootschap en aan gesplitste vennootschap, voor ten minste de daadwerkelijke waarde van hun oorspronkelijke vordering, dat voor dezelfde rechtbank/in hetzelfde rechtsgebied kan worden gebracht/ingebracht als hun oorspronkelijke vordering, en waarvan de kredietkwaliteit ten minste overeenkomt met de oorspronkelijke vordering van de schuldeiser.

Amendement    306

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – titel

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Werknemersmedezeggenschap

Informatie, raadpleging en medezeggenschap van de werknemers

Amendement    307

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid -1 (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1.  Wanneer het leidinggevende of bestuursorgaan van de vennootschap een plan tot grensoverschrijdende splitsing opstelt, doet zij zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing het nodige - waaronder het verstrekken van informatie over de identiteit van de deelnemende vennootschappen, de dochterondernemingen of vestigingen, en het aantal werknemers - om indien nodig met de werknemersvertegenwoordigers van de vennootschap in onderhandeling te treden over regelingen inzake de rol van de werknemers in de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschappen.

Amendement    308

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 2 – letter a

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)  voorziet in ten minste hetzelfde niveau van werknemersmedezeggenschap dat van toepassing is in de gesplitste vennootschap als vóór de splitsing, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap; of

a)  voorziet in ten minste hetzelfde niveau en dezelfde elementen van werknemersmedezeggenschap die voorafgaand aan de splitsing van toepassing waren in de gesplitste vennootschap, gemeten naar het werknemersaantal in het toezichthoudend of het bestuursorgaan, in de commissies van die organen of in het leidinggevend orgaan dat verantwoordelijk is voor de winstbepalende entiteiten van de vennootschap; of

Amendement    309

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 3 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.  In de in lid 2 bedoelde gevallen wordt de medezeggenschap van werknemers in de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap en de wijze waarop de werknemers bij de vaststelling van die rechten worden betrokken, door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 van dit artikel geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

3.  De voorlichting, raadpleging en medezeggenschap van werknemers in de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap en de wijze waarop zij bij de vaststelling van dergelijke rechten worden betrokken, alsmede in de in lid 2 bedoelde gevallen de medezeggenschap van de werknemers in de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschapen, worden tussen de werknemers en het management van de vennootschappen afgesproken en worden door de lidstaten op overeenkomstige wijze en onverminderd de leden 4 tot en met 7 van dit artikel geregeld volgens de beginselen en regelingen vervat in artikel 12, leden 2. 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2157/2001 en de volgende bepalingen van Richtlijn 2001/86/EG:

Amendement    310

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 3 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 2, onder a), g) en h), en artikel 4, leden 3 en 4;

b)  artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 2, onder a), b), c), d), e), g) en h), en artikel 4, lid 3 en artikel 4, lid 4;

Amendement    311

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 3 – letter e

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)  artikel 7, lid 1, eerste alinea;

e)  artikel 7, lid 1;

Amendement    312

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 3 – letter g

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

g)  deel 3 van de bijlage, letter a).

g)  de bijlage, met uitzondering van de punten a) en b) van deel 3, in plaats waarvan ten minste het volgende geldt:

 

de werknemers van de vennootschap, haar dochterondernemingen en vestigingen en/of het vertegenwoordigend orgaan hebben het recht om een bepaald aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de omgezette vennootschap te kiezen of te benoemen, namelijk twee vertegenwoordigers in vennootschappen met meer dan 50 werknemers, een aantal vertegenwoordigers gelijk aan een derde van de leden in vennootschappen met 250 tot 1 000 werknemers, en een aantal vertegenwoordigers gelijk aan de helft van de leden in vennootschappen met meer dan 1 000 werknemers.

Amendement    313

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 3 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.  Het overeenkomstig lid 3 overeengekomen niveau van werknemersmedezeggenschap ligt niet beneden het niveau dat in de vennootschap voorafgaand aan de fusie bestond, of beneden het niveau dat zou gelden in de lidstaat van de verkrijgende vennootschappen. Dat niveau wordt gemeten in overeenstemming met lid 2.

Amendement    314

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 3 bedoelde beginselen en procedures:

4.  Bij het in regelgeving omzetten van de in lid 2 en lid 3 bedoelde beginselen en procedures zorgen de lidstaten ervoor dat voorschriften inzake werknemersmedezeggenschap die vóór de grensoverschrijdende splitsing van toepassing waren, van toepassing blijven tot de datum waarop eventuele nadien overeengekomen regels van kracht worden, of indien er geen regels zijn overeengekomen, tot de datum waarop de referentievoorschriften van kracht worden in overeenstemming met de bijlage van Richtlijn 2001/86/EG.

a)  geven de lidstaten de bijzondere onderhandelingsgroep het recht om, bij een meerderheid van twee derde van haar leden, die ten minste twee derde van de werknemers vertegenwoordigt, te besluiten van onderhandelingen af te zien of reeds geopende onderhandelingen te beëindigen en zich te verlaten op de medezeggenschapsvoorschriften die van kracht zijn in de lidstaten van elke verkrijgende vennootschap;

 

b)  kunnen de lidstaten, wanneer na eerdere onderhandelingen de referentievoorschriften inzake medezeggenschap van toepassing zijn en niettegenstaande dergelijke referentievoorschriften, besluiten dat het aantal werknemersvertegenwoordigers in het bestuursorgaan van de verkrijgende vennootschappen wordt beperkt. Wanneer echter in de gesplitste vennootschap ten minste een derde van de leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan werknemersvertegenwoordigers waren, kan het aantal werknemersvertegenwoordigers nooit zodanig worden beperkt dat in het bestuursorgaan minder dan een derde van de leden werknemersvertegenwoordiger zijn;

 

c)  zorgen de lidstaten ervoor dat de voorschriften inzake medezeggenschap die vóór de grensoverschrijdende splitsing van toepassing waren, van toepassing blijven tot de datum waarop eventuele later overeengekomen voorschriften van kracht worden, of indien geen voorschriften zijn overeengekomen, tot de datum waarop de referentievoorschriften van kracht worden overeenkomstig deel 3 van de bijlage, onder a).

 

Amendement    315

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 5

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.  Een lidstaat die kiest voor uitbreiding van de medezeggenschapsrechten tot werknemers van de verkrijgende vennootschap in andere lidstaten, bedoeld in lid 2, onder b), is er geenszins toe verplicht die werknemers mee te tellen bij de berekening van het aantal werknemers waarboven volgens het nationale recht medezeggenschapsrechten gelden.

Schrappen

Amendement    316

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 7

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  Wanneer de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap werkt met een stelsel van werknemersmedezeggenschap, is die vennootschap verplicht maatregelen te nemen om de medezeggenschapsrechten van de werknemers te beschermen in geval van een eventuele daaropvolgende grensoverschrijdende of binnenlandse fusie, splitsing of omzetting gedurende een periode van drie jaar nadat de grensoverschrijdende splitsing van kracht is geworden, door de in de leden 1 tot en met 6 vastgestelde voorschriften op overeenkomstige wijze toe te passen.

7.  Wanneer de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap werkt met een stelsel van werknemersmedezeggenschap, is die vennootschap verplicht maatregelen te nemen om de medezeggenschapsrechten van de werknemers te beschermen ook in geval van een eventuele daaropvolgende grensoverschrijdende of binnenlandse fusie, splitsing of omzetting gedurende een periode van zes jaar nadat de grensoverschrijdende splitsing van kracht is geworden, door de in de leden 1 tot en met 3 vastgestelde voorschriften op overeenkomstige wijze toe te passen.

Amendement    317

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.  De lidstaten garanderen overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2002/14/EG dat de werknemersvertegenwoordigers, wanneer zij hun functies uitoefenen, toereikende bescherming en garanties genieten zodat ze de aan hen toegewezen taken naar behoren kunnen uitvoeren.

Amendement    318

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies – lid 8 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

8 bis.  Wanneer na de toepassing van lid 3 in het in lid 2 bedoelde geval de toepasselijke drempel, zoals vastgelegd in de wetgeving van de lidstaat van de gesplitste vennootschap, wordt overschreden in de zes jaar na de grensoverschrijdende splitsing worden nieuwe onderhandelingen gestart overeenkomstig de in de leden 3 t/m 8 bedoelde procedure, mutatis mutandis In dergelijke gevallen voorzien de regels voor werknemersmedezeggenschap in hetzelfde niveau en dezelfde elementen van werknemersmedezeggenschap als wettelijk zou zijn vastgelegd, indien de vennootschap de relevante drempel in lidstaat van de gesplitste vennootschap had bereikt.

Amendement    319

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quindecies bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 160 quindecies bis

 

Collectieve overeenkomsten

 

Na de grensoverschrijdende splitsing blijft de uit de splitsing ontstane vennootschap de voorwaarden van eventuele collectieve arbeidsovereenkomsten naleven onder dezelfde voorwaarden die op grond van die overeenkomsten op de vennootschap van toepassing waren voor de splitsing, tot de datum van beëindiging of afloop van de collectieve arbeidsovereenkomst of de datum van inwerkingtreding van andere collectieve arbeidsovereenkomsten, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2001/23/EG van de Raad.

Amendement    320

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten wijzen de nationale instantie aan die bevoegd is om toezicht uit te oefenen op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsingen wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van de gesplitste vennootschap wordt geregeld, en om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldoen en dat alle procedures en formaliteiten in die lidstaat correct zijn verricht.

1.  De lidstaten wijzen de rechtbank, het notariaat of een andere instantie aan die bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsingen wat betreft het gedeelte van de procedure dat door het recht van de lidstaat van de gesplitste vennootschap wordt geregeld, en om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldoen en dat alle procedures en formaliteiten in die lidstaat correct zijn verricht.

Amendement    321

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 2 – letter b

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)  de in de artikelen 160 octies, 160 nonies en 160 decies bedoelde verslagen, naargelang het geval;

b)  de in artikelen 160 octies, 160 nonies en 160 decies bedoelde verslagen, naargelang het geval, met inbegrip van het advies van de werknemers en de reactie van het management als bedoeld in artikel 160 octies, lid 4, onder a) en onder b);

Amendement    322

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van een oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten evenwel verlangen dat de betrokkene zich fysiek meldt bij een bevoegde instantie waaraan de betrokken informatie en documenten moeten worden overgelegd.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt welke de grensoverschrijdende splitsing aangaat, kunnen de lidstaten evenwel verlangen dat de betrokkene zich fysiek meldt bij een bevoegde instantie waaraan de betrokken informatie en documenten moeten worden overgelegd.

Amendement    323

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten stellen gedetailleerde voorschriften vast voor de online-openbaarmaking van documenten en informatie als bedoeld in de leden 1 en 3. Artikel 13 ter, onder a) en artikel 13 septies, leden 3 en 4, zijn van overeenkomstige toepassing.

Amendement    324

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 4

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.  Met betrekking tot de in artikel 160 quindecies vastgestelde voorschriften inzake werknemersmedezeggenschap onderzoekt de lidstaat van de gesplitste vennootschap of het in artikel 160 sexies bedoelde voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing informatie bevat over de procedures waarbij de toepasselijke regelingen worden vastgesteld en over de mogelijke opties voor deze regelingen.

4.  Met betrekking tot de in artikel 160 quindecies vastgestelde voorschriften inzake werknemersmedezeggenschap onderzoekt de lidstaat van de gesplitste vennootschap of het in artikel 160 sexies bedoelde voorstel voor een grensoverschrijdende splitsing en het in artikel 160 quindecies bedoelde verslag informatie bevat over de procedures waarbij de toepasselijke regelingen worden vastgesteld en over de mogelijke opties voor deze regelingen.

Amendement    325

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 5 – letter c bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c bis)  of de grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt.

Amendement    326

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 6

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6.  De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde instantie andere instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden waarop de grensoverschrijdende splitsing betrekking heeft, kan raadplegen.

6.  De lidstaten zorgen ervoor dat de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde instanties passende coördinatiemechanismen met andere instanties en organen opzetten in die lidstaat die werkzaam zijn op de onder deze richtlijn vallende beleidsterreinen, en raadplegen, naargelang het geval, andere betrokken instanties met bevoegdheid op de verschillende gebieden waarop de grensoverschrijdende fusie betrekking heeft.

Amendement    327

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 7 – inleidende formule

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7.  De lidstaten zorgen ervoor dat de beoordeling door de bevoegde instantie plaatsvindt binnen één maand na de datum van ontvangst van de informatie betreffende de goedkeuring van de grensoverschrijdende splitsing door de algemene vergadering van de vennootschap. Dit leidt tot een van de volgende resultaten:

7.  De lidstaten zorgen ervoor dat de beoordeling door de bevoegde instantie plaatsvindt binnen drie maanden na de datum van ontvangst van de informatie betreffende de goedkeuring van de grensoverschrijdende splitsing door de algemene vergadering van de vennootschap. Dit leidt tot een van de volgende resultaten:

Amendement    328

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 7 – letter c

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)  wanneer de bevoegde instantie ernstige vermoedens heeft dat de grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt als bedoeld in artikel 160 quinquies, lid 3, kan zij besluiten een diepgaande evaluatie overeenkomstig artikel 160 septdecies te verrichten en stelt zij de vennootschap in kennis van haar besluit en van het daaropvolgende resultaat.

c)  de bevoegde instantie geeft geen aan de splitsing voorafgaand attest af en verricht een diepgaande evaluatie overeenkomstig artikel 86 quindecies, en stelt de vennootschap in kennis van haar besluit en het resultaat van de evaluatie in de volgende gevallen:

 

i) wanneer de bevoegde instantie ernstige vermoedens heeft dat de grensoverschrijdende omzetting een kunstmatige constructie is;

 

ii) wanneer ten aanzien van de vennootschap een preventieve herstructureringsprocedure loopt omdat er kans op insolventie is of wanneer de vennootschap onderworpen wordt aan de controles, inspecties of onderzoeken waarnaar wordt verwezen in hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG of in Richtlijn 2014/67/EU;

 

iii) wanneer de vennootschap in de voorafgaande drie jaar door een rechtbank veroordeeld is of wanneer de vennootschap nog verwikkeld is in rechtszaken ten gevolge van inbreuken op het sociaal, belasting-, milieu- en arbeidsrecht of schendingen van de grondrechten en mensenrechten.

 

 

 

 

 

 

Amendement    329

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 sexdecies – lid 7 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

7 bis.  Het besluit van een bevoegde instantie van de lidstaat van de gesplitste vennootschap om een aan de splitsing voorafgaand attest af te geven of van een bevoegde instantie in de lidstaat van de uit de grensoverschrijdende splitsing ontstane vennootschap of vennootschappen om enige goedkeuring te verlenen, sluit niet uit dat instanties in de lidstaten in een later stadium procedures kunnen inleiden of besluiten kunnen nemen met betrekking tot andere desbetreffende wetgevingsgebieden.

Amendement    330

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 septdecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instantie van de gesplitste vennootschap, om te beoordelen of de grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt in de zin van artikel 160 quinquies, lid 3, een diepgaande evaluatie van alle relevante feiten en omstandigheden verricht en daarbij ten minste het volgende in aanmerking neemt: de kenmerken van de vestiging in de betrokken lidstaten, waaronder de opzet, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, het aantal werknemers, de samenstelling van de balans, de fiscale woonplaats, de activa en de plaats waar die zich bevinden, de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen, de plaats waar sociale bijdragen verschuldigd zijn en de commerciële risico's die door de gesplitste vennootschap worden gedragen in de lidstaat van die vennootschap en de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen.

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instantie van de gesplitste vennootschap, om te beoordelen of de grensoverschrijdende splitsing een kunstmatige constructie vormt, een diepgaande evaluatie van alle relevante feiten en omstandigheden verricht en daarbij ten minste het volgende in aanmerking neemt:

 

a) de kenmerken van de vestigingen in de lidstaat van de betrokken verkrijgende vennootschap of vennootschappen, waaronder het leidinggevend orgaan, het personeel, de opzet, de sector, de investering, de netto-omzet en winst of verlies, de fiscale woonplaats, de gebouwen, de activa en de plaats waar deze zich bevinden, de samenstelling van de balans en de commerciële risico's die door de gesplitste vennootschap worden gedragen en de verkrijgende vennootschappen.

 

b) het aantal werknemers en de gebruikelijke werkplek van de werknemers en van specifieke werknemersgroepen die in elk van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen werkzaam zijn, het aantal werknemers dat werkzaam is in een ander land, ingedeeld naar het land waar zij werken, het aantal gedetacheerde werknemers in het jaar vóór de splitsing als bedoeld in Verordening (EG) nr. 883/2004 en Richtlijn 96/71/EG, en het aantal werknemers dat gelijktijdig in meer dan één lidstaat werkzaam is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004;

 

c) de plaats waar sociale bijdragen verschuldigd zijn;

 

d) indien de vennootschap heeft besloten het management te delegeren aan directeuren, functionarissen of wettelijke vertegenwoordigers die via een dienstencontractant zijn ingehuurd bij een onafhankelijke derde partij.

 

Deze elementen mogen in de algemene evaluatie slechts als indicatieve factoren worden beschouwd en mogen dus niet op zichzelf in aanmerking worden genomen.

Amendement    331

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 septdecies – lid 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.  Indien van toepassing, stelt de bevoegde instantie vragen aan en ontvangt zij informatie van de bevoegde autoriteit van de lidstaten van de verkrijgende vennootschap of vennootschappen. De bevoegde instantie zorgt voor de communicatie met andere instanties in die lidstaat die verantwoordelijk is voor gebieden waarop deze richtlijn betrekking heeft.

Amendement    332

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 septdecies – lid 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis.  De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instantie van de lidstaat van vertrek geen aan de splitsing voorafgaand attest voor de grensoverschrijdende splitsing afgeeft wanneer zij na de uitvoering van een diepgaande beoordeling van het specifieke geval en rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden vaststelt dat sprake is van een kunstmatige constructie.

Amendement    333

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 novodecies – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  De lidstaten wijzen een instantie aan die bevoegd is om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsingen voor het gedeelte van de procedure dat betrekking heeft op de voltrekking van de grensoverschrijdende splitsing die door het recht van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen wordt geregeld, en om de grensoverschrijdende splitsing goed te keuren wanneer die voldoet aan alle voorwaarden en alle procedures en de formaliteiten in die lidstaat correct zijn verricht.

1.  De lidstaten wijzen een rechtbank, notariaat of andere instantie aan die bevoegd zijn om toezicht te houden op de rechtmatigheid van de grensoverschrijdende splitsingen voor het gedeelte van de procedure dat betrekking heeft op de voltrekking van de grensoverschrijdende splitsing die door het recht van de lidstaten van de verkrijgende vennootschappen wordt geregeld, en om de grensoverschrijdende splitsing goed te keuren wanneer die voldoet aan alle voorwaarden en alle procedures en de formaliteiten in die lidstaat correct zijn verricht.

Amendement    334

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 novodecies – lid 3 – alinea 2

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In geval van een oprecht vermoeden van fraude op basis van redelijke gronden kunnen de lidstaten evenwel verlangen dat de betrokkene zich fysiek meldt bij een bevoegde instantie van een lidstaat waaraan de betrokken informatie en documenten moeten worden overgelegd.

Indien gerechtvaardigd door zwaarwegende redenen van openbaar belang bij de preventie van fraude ten aanzien van de identiteit van de persoon die de vennootschap vertegenwoordigt welke een grensoverschrijdende splitsing aangaat, kunnen de lidstaten evenwel verlangen dat de betrokkene zich fysiek meldt bij een bevoegde instantie van een lidstaat of bij een andere persoon of instantie die met de online-openbaarmaking te maken heeft, of deze verricht of erbij assisteert.

Amendement    335

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 novodecies – lid 3 – alinea 2 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

De lidstaten stellen gedetailleerde regels vast voor de online-applicatie, als bedoeld in lid 1 van dit artikel en in artikel 86 nonies, lid 4, tweede alinea. Artikel 13 septies, lid 3 en 4 is dienovereenkomstig van toepassing.

Amendement    336

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 tervicies

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 160 tervicies

Schrappen

Aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen

 

De lidstaten stellen regels vast die ten minste voorzien in de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de onafhankelijke deskundigen die belast zijn met de opstelling van het in artikel 160 decies, onder i), en artikel 160 quaterdecies, lid 2, onder a), bedoelde verslag, met inbegrip van regels betreffende tekortkomingen bij de uitoefening van hun taak.

 

Amendement    337

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quatervicies – alinea 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een overeenkomstig de procedures tot omzetting van deze richtlijn van kracht geworden grensoverschrijdende splitsing kan niet nietig worden verklaard.

Een overeenkomstig de procedures tot omzetting van deze richtlijn van kracht geworden grensoverschrijdende splitsing kan niet nietig worden verklaard.

Amendement    338

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 1 – alinea 1 – punt 20

Richtlijn (EU) 2017/1132

Artikel 160 quatervicies – alinea 1 bis (nieuw)

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Indien de bevoegde instanties in de loop van de twee jaar na de datum waarop de grensoverschrijdende splitsing van kracht wordt, echter nieuwe informatie over de grensoverschrijdende splitsing krijgen waaruit een inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn blijkt, herzien de bevoegde instanties hun beoordeling van de feiten en worden zij bevoegd om doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties treffen in gevallen van een kunstmatige constructie.

Amendement    339

Voorstel voor een richtlijn

Artikel 3 – lid 1

 

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.  Uiterlijk vijf jaar na [PB: gelieve de datum in te vullen waarop de omzettingsperiode van deze richtlijn afloopt] verricht de Commissie een evaluatie van deze richtlijn en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de bevindingen, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel. De lidstaten stellen de Commissie de informatie ter beschikking die zij voor het opstellen van dat verslag nodig heeft, met name gegevens over het aantal grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen, de duur ervan en de ermee verbonden kosten.

1.  Uiterlijk drie jaar na [PB: gelieve de datum in te vullen waarop de omzettingsperiode van deze richtlijn afloopt] verricht de Commissie een evaluatie van deze richtlijn en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de bevindingen, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel. De lidstaten stellen de Commissie de informatie ter beschikking die zij voor het opstellen van dat verslag en wetsvoorstel nodig heeft, met name gegevens over het aantal grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen, de duur ervan en de ermee verbonden kosten, alsmede de gevolgen ervan voor de werkgelegenheid en de voorlichting, raadpleging en medezeggenschap van de werknemers. Zij verstrekken tevens gegevens over het aantal en de soorten kunstmatige constructie die werden ontdekt en een grensoverschrijdende activiteit verhinderden.

TOELICHTING

Achtergrond van het voorstel voor een richtlijn

Het voorstel van de Commissie voor een richtlijn met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen werd eind april 2018 gepubliceerd. Het werd, samen met de richtlijn met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht, gepresenteerd als het sinds 2017 verwachte "Mobiliteitspakket vennootschapsrecht" tot wijziging van Richtlijn (EU) 2007/1132 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht. Het initiatief om de fusierichtlijn te herzien, grensoverschrijdende splitsingen mogelijk te maken en voorschriften te ontwikkelen voor de verplaatsing van de statutaire zetels van vennootschappen werd reeds voorzien in het actieplan van de Commissie uit 2012 genaamd "Europees vennootschapsrecht en corporate governance – een modern rechtskader voor meer betrokken aandeelhouders en duurzamere ondernemingen"[1]. Aangezien bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht in 2017 werden gecodificeerd en samengebracht in Richtlijn (EU) 2017/1132, wordt in het voorstel een nieuw hoofdstuk over grensoverschrijdende omzettingen geïntroduceerd en wordt het hoofdstuk over grensoverschrijdende fusies gewijzigd. Het voorstel bevat ook een nieuw hoofdstuk over grensoverschrijdende splitsingen. Er werden al maatregelen voor grensoverschrijdende fusies en splitsingen voorzien in het werkprogramma van de Commissie voor 2017[2], maar het Hof van Justitie heeft middels het vonnis in de zaak Polbud-Wykonastwo (C-106/16) de noodzaak gecreëerd om het vennootschapsrechtpakket te herzien en aan te passen om er wetgeving over grensoverschrijdende omzettingen in op te nemen. In de laatste jurisprudentie werd bepaald dat de vrijheid van vestiging ook het recht inhoudt om een vennootschap grensoverschrijdend om te zetten in een andere nationale rechtsvorm van een andere lidstaat. Het Europees Parlement heeft in het verleden meerdere malen verzocht om een voorstel voor een richtlijn inzake de verplaatsing van de statutaire zetels van vennootschappen[3].

Jurisprudentie van het Hof van Justitie

Het Europees Hof van Justitie doet al 30 jaar door middel van jurisprudentie uitspraken in zaken met betrekking tot de mobiliteit van vennootschappen en bepaalt hierbij in welke mate de grensoverschrijdende verrichtingen van vennootschappen onder de vrijheid van vestiging vallen (art. 49, 54 VWEU). Met de baanbrekende arresten Daily Mail and General Trust plc (C-81/87), gevolgd door Centros (C-212/97), Überseering (C-208/00), Inspire Art (C-167/01), Cadbury Schweppes (C-196/04), Sevic (C-411/03), Cartesio (C-210/06), VALE (C-378/10) en National Grid Indus (C-371/10) heeft het Hof van Justitie de vrijheid van vestiging geïnterpreteerd, aangezien de toepasselijke wetgeving niet is geharmoniseerd en er geen verdere secundaire wetgeving is waarin de regels voor grensoverschrijdende verrichtingen worden gedefinieerd. De ruime interpretatie heeft ertoe geleid dat vennootschappen naar andere lidstaten kunnen worden verplaatst door de firma (brievenbus) in een andere lidstaat te registreren, zelfs als ze in de desbetreffende lidstaat geen economische activiteiten uitvoeren en dit alleen doen om te profiteren van een gunstigere wetgeving.

De behoefte aan duidelijke regels met betrekking tot de grensoverschrijdende verrichtingen van vennootschappen/verplaatsing van vennootschappen

Vennootschappen ondervinden problemen bij de uitoefeningen van de rechten die zij hebben op grond van de vrijheid van vestiging. Wat de mobiliteit van vennootschappen betreft, leidt een gebrek aan regelgeving, duidelijke processen en passende bescherming van belanghebbenden al decennialang tot juridische onzekerheid. De EU-wetgevers hebben zich inactief getoond en in plaats daarvan heeft het Hof van Justitie in het verleden uitspraken gedaan.

Over het algemeen is het niveau van harmonisering van het vennootschapsrecht in Europa laag. Lidstaten volgen de benadering van hun eigen nationale vennootschapsrecht en de betrokken lidstaten beschikken, als het aankomt op de grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen, niet over de juiste instrumenten om grensoverschrijdende verrichtingen te beheersen en te evalueren of de belangen van de belangrijkste betrokkenen te vrijwaren op grond van hun nationale wetgeving. Met het oog op de grensoverschrijdende aard van de kwestie, moet het recht van vennootschappen om naar het buitenland te verhuizen worden gecombineerd met sterke waarborgen voor en bescherming van de belanghebbenden.

De belastingschandalen van de afgelopen jaren, die in eerste instantie aan het licht kwamen door de Swiss Leaks en Lux Leaks, gevolgd door de onthullingen van de Panama Papers, Bahama Leaks en Paradise Papers, hebben aangetoond hoe vennootschappen grensoverschrijdende verrichtingen aangaan en door middel van "reorganisatiemaatregelen" zakelijke constructies, waaronder kunstmatige, creëren, om de nationale belastingwetgeving te vermijden of te omzeilen. Het opzetten van kunstmatige constructies, zoals de zogeheten "brievenbusmaatschappijen", "lege vennootschappen" en "schijnvennootschappen", moet worden voorkomen. Brievenbusmaatschappijen zijn kunstmatige constructies binnen het vennootschapsrecht, en dit recht is daarom de beste plaats om hun vorming als zodanig aan te pakken. Ze worden bij oprichting geregistreerd in een lidstaat terwijl ze zakendoen in andere lidstaten. Dit gebeurt met als doel nationale belastingwetten, socialezekerheidsbijdragen, collectieve arbeidsovereenkomsten, wetten inzake werknemersmedezeggenschap en andere relevante nationale wetten te omzeilen. In sommige sectoren, zoals de wegvervoersector, wordt regelmatig gebruikgemaakt van brievenbusmaatschappijen met geen of weinig economische activiteit in het land van vestiging, met name om werknemers naar het buitenland uit te zenden, waarbij soms zelfs ten onrechte de term "detachering" wordt gebruikt.

Door de statutaire zegel van de vennootschap in een andere lidstaat te registreren, verandert niet alleen de nationaliteit van de vennootschap, maar ook de toepasselijke wetgeving en statuten. De reorganisatie en verplaatsing van vennootschappen hebben een enorme impact op de rechten van werknemers, hun arbeidssituatie en hun contractuele rechten. Om te voorzien in hun levensonderhoud zijn deze werknemers afhankelijk van hun baan, die in gevaar komt wanneer vennootschappen herorganiseren en zich in een ander land vestigen. Van alle belanghebbenden is het met name de moeite waard werknemers te beschermen. Zij hebben belang bij de duurzaamheid en het succes op de lange termijn van de vennootschappen aangezien hun banen afhankelijk zijn van het succes van deze vennootschappen. In het licht van de Europese pijler van sociale rechten moeten de wetten worden gehandhaafd en moeten deze de positie en bescherming van arbeiders en werknemers versterken.

Het is aan de medewetgevers om nu te handelen en duidelijke procedures en bindende regels vast te stellen voor de grensoverschrijdende verrichtingen van vennootschappen, met sterke waarborgen voor alle belanghebbenden en de bescherming van werknemers en hun rechten.

De belangrijkste punten van het richtlijnvoorstel:

Het richtlijnvoorstel vormt een aanvulling op het gefragmenteerde panorama van de grensoverschrijdende mobiliteit binnen de Europese eengemaakte markt. De Commissie stelt twee nieuwe hoofdstukken voor inzake de grensoverschrijdende mobiliteit van vennootschappen en biedt tegelijkertijd bescherming voor belanghebbenden, in het bijzonder werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders. Beide betrokken lidstaten (de lidstaat van vertrek en van bestemming) spelen een rol bij de grensoverschrijdende verrichtingen. De lidstaat van vertrek moet het aan de omzetting of splitsing voorafgaande attest afgeven om de grensoverschrijdende verrichting grondig te kunnen evalueren en de lidstaat van bestemming is bevoegd de wettelijkheid van de grensoverschrijdende verrichtingen na te trekken met betrekking tot het deel van de procedure waarop hun nationale wetten van toepassing zijn.

Omzettingen

Naar aanleiding van Polbud-Wykonastwo (C-106/16) bevat het voorstel een nieuw hoofdstuk over grensoverschrijdende omzettingen waarin een procedure wordt ingevoerd voor vennootschappen die grensoverschrijdend worden omgezet in een rechtsvorm van een andere lidstaat. De nieuwe regels stellen vennootschappen in staat hun zetel te verplaatsen van de lidstaat van vertrek naar een andere lidstaat (van bestemming) in de EU zonder hun rechtspersoonlijkheid te verliezen. Zij kunnen hierbij hun contracten behouden en hun vrijheid van vestiging binnen de interne markt uitoefenen. In de procedure voor omzetting beschikken lidstaten over waarborgen om het publieke belang te kunnen beschermen, onder meer voor de bescherming van werknemers, schuldeisers en minderheidsaandeelhouders.

Fusies

Het hoofdstuk over grensoverschrijdende fusies is herzien en geactualiseerd om dezelfde waarborgen voor schuldeisers en minderheidsaandeelhouders te bieden als bij omzettingen en splitsingen. Anders dan het geval is voor omzettingen en splitsingen, worden de rechten inzake de rol van de werknemers niet gewijzigd en deze bevinden zich derhalve op een lager niveau dan bij omzettingen en splitsingen.

Splitsingen

Er wordt een nieuw hoofdstuk voorgesteld voor grensoverschrijdende splitsingen, met een procedure voor vennootschappen die grensoverschrijdend willen worden opgesplitst in twee of meer nieuw op te richten vennootschappen. Andere soorten splitsingen worden uitgesloten. Op grond van het voorstel zullen de belanghebbenden van de vennootschap die wordt gesplitst dezelfde rechten en bescherming genieten die wordt geboden bij omzettingen.

De belangrijkste punten in de door de rapporteur voorgestelde wijzigingen:

Vermijd kunstmatige constructies, de zogeheten "brievenbusmaatschappijen"

De meest efficiënte en duurzame manier om kunstmatige constructies te voorkomen, is te eisen dat er daadwerkelijke economische activiteiten worden uitgevoerd op de plaats waar de vennootschap wordt geregistreerd. Daarom voert de rapporteur de eis in dat er sprake moet zijn van daadwerkelijke economische activiteit in de lidstaat van bestemming. Het Hof van Justitie stelde in Cadbury Schweppes (C-196/04) bovendien dat de vrijheid van vestiging inhoudt dat duurzaam kan worden deelgenomen aan het economische leven van een andere lidstaat dan de staat van herkomst. Daarom kan een vennootschap zich niet beroepen op de vrijheid van vestiging in een andere lidstaat met als enig doel het profiteren van een gunstigere wetgeving, tenzij de vestiging in de andere lidstaat is bedoeld om oprechte economische activiteiten uit te voeren. Volgens het Hof van Justitie is het daarom mogelijk de vrijheid van vestiging te beperken in het geval van "brievenbusmaatschappijen" en "schijnvennootschappen". Met deze richtlijn moeten "Delaware-effecten" en regimearbitrage in de Unie worden voorkomen. De mobiliteit van vennootschappen mag niet leiden tot "forum-shopping", waarvan de gevolgen mogelijk spanningen tussen de lidstaten veroorzaken. Tenzij er geen overeenstemming is over de "werkelijke zetel"-aanpak, waarbij de statutaire zetel en het hoofdkantoor zich op dezelfde locatie dienen te bevinden, is de rapporteur van mening dat door te eisen dat er daadwerkelijke economische activiteiten worden uitgevoerd in de lidstaat van bestemming, kan worden voorkomen dat er brievenbusmaatschappijen worden opgericht door middel van een grensoverschrijdende verrichting.

Versterk de rol van werknemers

Om de belangen van werknemers – met name de vertegenwoordiging van werknemers op bestuursniveau, die in 17 lidstaten in verschillende vormen in de nationale wetgeving is opgenomen – te beschermen, stelt de rapporteur voor de bescherming van de informatie-, raadplegings- en medezeggenschapsrechten van werknemers te versterken en vult zij de juiste referenties aan op basis van o.a. Richtlijn (EG) 2157/200 en Richtlijn (EG) 2002/14. Een grensoverschrijdende verrichting van een vennootschap mag niet leiden tot een verlies van de opgebouwde rechten van werknemers in Europa.

Vereenvoudig de procedure en verlaag de kosten voor vennootschappen

Met het oog op de economische belangen van de vennootschappen moeten de procedures voor omzettingen en fusies duidelijk en eenvoudig zijn. De bevoegde nationale instantie is verantwoordelijk voor het nemen van besluiten over de grensoverschrijdende verrichting. Zij mag naar eigen goeddunken om meer informatie vragen en een onafhankelijke deskundige raadplegen. De eis om dit voor elk geval te doen, zou de richtlijn echter overbelasten. Daarom schrapt de rapporteur de eis om een onafhankelijke deskundige te raadplegen wanneer er een grondige beoordeling wordt uitgevoerd en versterkt zij de informatiestroom tussen de nationale instanties.

Geen toegevoegde waarde voor splitsingen

Het voorstel geldt slechts voor een klein aantal grensoverschrijdende splitsingen. Daarom stelt de rapporteur voor het hoofdstuk over grensoverschrijdende splitsingen te schrappen. Bij gebrek aan regels voor de verplaatsing van de zetel van een vennootschap naar het buitenland, maakten vennootschappen gebruik van de regelingen voor nationale splitsingen in combinatie met een grensoverschrijdende fusie. Een afzonderlijk hoofdstuk voor splitsingen heeft geen aantoonbare toegevoegde waarde voor het opstellen van duidelijke regels voor grensoverschrijdende omzettingen.

Verduidelijk begrippen en definities

Met het oog op de vaststelling van regels die juridische zekerheid bieden en de invoering van een duidelijke procedure voor alle grensoverschrijdende omzettingen en fusies in Europa, verduidelijkt de rapporteur de interpretatieve begrippen en vult zij de relevante definities aan.

  • [1]  COM(2012) 740 final.
  • [2]  COM(2016) 710 final.
  • [3]  Verslag-Lehne met aanbevelingen aan de Commissie betreffende grensoverschrijdende verplaatsingen van zetels van vennootschappen (2008/2196(INI)); Verslag-Regner met aanbevelingen aan de Commissie betreffende een 14e richtlijn inzake het vennootschapsrecht betreffende de grensoverschrijdende overdracht van vennootschapszetels (2011/2046(INI)).
Laatst bijgewerkt op: 25 januari 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid