VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) voor het begrotingsjaar 2017

1.3.2019 - (2018/2197(DEC))

Commissie begrotingscontrole
Rapporteur: Petri Sarvamaa

Procedure : 2018/2197(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0133/2019
Ingediende teksten :
A8-0133/2019
Aangenomen teksten :

1. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017

(2018/2197(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2017, vergezeld van het antwoord van het Bureau[1],

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer[2] voor het begrotingsjaar 2017 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2019 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2017 05825/2019 – C8‑0087/2019),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad[3], en met name artikel 208,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012[4], en met name artikel 70,

–  gezien Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid[5], en met name artikel 36,

–  gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[6], en met name artikel 108,

–  gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie visserij (A8-0133/2019),

1.  verleent de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor visserijcontrole kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2017;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor visserijcontrole, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

2. ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017

(2018/2197(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor visserijcontrole betreffende het begrotingsjaar 2017, vergezeld van het antwoord van het Bureau[7],

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer[8] voor het begrotingsjaar 2017 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2019 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2017 (05825/2019 – C8‑0087/2019),

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad[9], en met name artikel 208,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012[10], en met name artikel 70,

–  gezien Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid[11], en met name artikel 36,

–  gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad[12], en met name artikel 108,

–  gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie visserij (A8-0133/2019),

1.  hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017;

2.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor visserijcontrole, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

3. ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017

(2018/2197(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2017,

–  gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie visserij (A8-0133/2019),

A.  overwegende dat de definitieve begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (het "Bureau") voor het begrotingsjaar 2017 volgens zijn staat van ontvangsten en uitgaven[13] 17 113 000 EUR bedroeg, wat neerkomt op een toename met 71,70 % ten opzichte van 2016; overwegende dat die toename hoofdzakelijk verband hield met titel III (operationele begroting), die met 295 % is gestegen om het Bureau verder middelen te laten charteren (nieuwe Europese kustwachtfunctie); overwegende dat de begroting van het Bureau volledig wordt gefinancierd met middelen van de begroting van de Unie;

B.  overwegende dat de Rekenkamer heeft verklaard redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Bureau voor het begrotingsjaar 2017 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

Financieel en begrotingsbeheer

1.  stelt met tevredenheid vast dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2017 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 98,9 %, hetgeen neerkomt op een daling met 0,7 % ten opzichte van 2016; stelt met spijt vast dat het uitvoeringspercentage voor de betalingskredieten 73,8 % bedroeg, een daling met 14,7 % ten opzichte van 2016;

Annulering van overdrachten

2.  merkt bezorgd op dat de annuleringen van overdrachten van 2016 naar 2017 53 595 EUR bedroegen, 5,22 % van het totale overgedragen bedrag, wat een stijging met 0,5 % ten opzichte van 2016 betekent;

Prestaties

3.  stelt met tevredenheid vast dat het Bureau een aantal kernprestatie-indicatoren gebruikt ter ondersteuning van zijn strategische meerjarendoelstellingen en om de toegevoegde waarde van zijn activiteiten te beoordelen en zijn begrotingsbeheer te verbeteren;

4.  stelt vast dat het Bureau 93 % van zijn activiteiten tijdig heeft uitgevoerd en dat het 90 % van zijn jaarlijkse communicatiestrategieplan heeft uitgevoerd;

5.  stelt met tevredenheid vast dat het Bureau, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid tripartiete werkafspraken hebben gemaakt waarin de onderlinge samenwerking en de samenwerking met nationale autoriteiten die kustwachttaken uitvoeren, zijn beschreven; verzoekt het Bureau aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over de toekomstige plannen en ontwikkelingen in verband met deze samenwerking;

6.  is het ermee eens dat handhaving van de inspecties op hetzelfde hoge niveau als in 2016 een uitdaging is geweest, in de context van samenwerking wat betreft de taken van de Europese kustwacht;

7.  wijst erop dat het migratiebeleid van de Unie, met name de oprichting van de Europese grens- en kustwacht, in het kader van een algemene verbetering van de kustwachttaken, voor het Bureau nieuwe taken oplevert op het gebied van inspectie en betere samenwerking, waarvoor meer geld en technische en personele middelen nodig zijn;

8.  wijst erop dat het Bureau moet worden voorzien van voldoende middelen om nieuwe soorten operaties te verrichten teneinde mensensmokkelroutes te ontmantelen en gebruik te maken van de gegevens die zijn scheepsrapporteringssystemen verstrekken om vaartuigen die migranten vervoeren op te sporen;

9.  onderstreept niettemin het grote belang van de essentiële inspectieactiviteiten in de context van de uitvoering van de aanlandplicht;

10.  neemt er nota van dat de resultaten van de tweede vijfjarige onafhankelijke externe evaluatie van het Bureau voor de periode 2012-2016 op 20 juni 2017 zijn gepresenteerd; stelt met tevredenheid vast dat in het verslag wordt bevestigd dat het Bureau voor alle evaluatiecriteria goed scoort;

Personeelsbeleid

11.  stelt vast dat de personeelsformatie op 31 december 2017 voor 96,72 % was ingevuld, aangezien 59 tijdelijke functionarissen waren aangesteld van de 61 tijdelijke functionarissen die in het kader van de begroting van de Unie waren toegestaan (51 toegestane posten in 2016); stelt vast dat in 2017 bovendien acht contractanten en vijf gedetacheerde nationale deskundigen voor het Bureau hebben gewerkt; merkt op dat het Bureau vanwege de wijziging van de oprichtingsverordening 13 posten toegewezen kreeg voor de bijbehorende nieuwe taken, waarvan er drie werden gebruikt voor de herindelingspool voor agentschappen;

12.  stelt vast dat het Bureau het modelbesluit van de Commissie voor een beleid ter bescherming van de persoonlijke waardigheid en ter voorkoming van intimidatie heeft overgenomen, dat in 2017 een oproep voor vertrouwenspersonen werd gedaan en dat in 2018 de opleiding bijna was afgerond;

13.  verzoekt het Bureau zijn beleid op het gebied van gendergelijkheid verder te verbeteren teneinde los te komen van het traditioneel mannelijke domein waaruit zijn deskundigen afkomstig zijn: alhoewel bij de uitvoerend directeur en in de afdeling personeelsbeheer en IT voor het merendeel vrouwen werkzaam zijn, is slechts 22 % van het personeel in AD8 en hoger vrouw;

Aanbestedingsprocedures

14.  wijst erop dat de belangrijkste aanbestedingsactiviteit in 2017 gericht was op het uitschrijven van een openbare aanbesteding voor het huren van een offshore visserijpatrouillevaartuig (20 miljoen EUR), die met succes werd afgerond en leidde tot de ondertekening van een kadercontract;

15.  stelt met tevredenheid vast dat het Bureau, overeenkomstig de doelstelling van de agentschappen van de Unie om gezamenlijk aanbestedingen uit te schrijven, in 2017 zijn eerste interinstitutionele openbare aanbesteding heeft uitgeschreven en dat twee andere agentschappen zich bij die procedure hebben aangesloten; verzoekt het Bureau aan de kwijtingsautoriteit verslag uit te brengen over toekomstige ontwikkelingen in verband met zijn gezamenlijke aanbestedingsprocedures;

Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

16.  neemt kennis van de bestaande maatregelen en lopende inspanningen van het Bureau om transparantie te waarborgen, belangenconflicten te voorkomen en aan te pakken, en klokkenluiders te beschermen; stelt met tevredenheid vast dat deskundigen die geen belangenverklaring ondertekenen, niet in het kader van een specifiek contract mogen werken, en dat het Bureau regelmatig toeziet op de indiening van die verklaringen;

Interne controles

17.  is ingenomen met het feit dat het Bureau centraal toezicht op alle auditaanbevelingen van de Rekenkamer en de dienst Interne Audit heeft ontwikkeld en uitgevoerd om die aanbevelingen te consolideren en te controleren, alsmede de bijbehorende actieplannen beter op te kunnen volgen;

Overige opmerkingen

18.  neemt kennis van de inspanningen van het Bureau om een kosteneffectieve en milieuvriendelijke werkplek te garanderen; wijst er echter op dat het Bureau geen aanvullende maatregelen heeft genomen om CO2-emissies terug te dringen of te compenseren;

o

o o

19.  verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van ... 2019[14] over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

10.1.2019

ADVIES van de Commissie visserij

aan de Commissie begrotingscontrole

inzake het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) voor het begrotingsjaar 2017

(2018/2197(DEC))

Rapporteur voor advies: José Blanco López

SUGGESTIES

De Commissie visserij verzoekt de bevoegde Commissie begrotingscontrole onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:

1.  neemt kennis van het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2017 van het Bureau, alsmede van het jaarlijkse activiteitenverslag 2017 van het Bureau;

2.  is tevreden over de verklaring van de Rekenkamer dat de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2017 wettig en regelmatig zijn;

3.  is ingenomen met de significante verhoging van de begroting voor 2017, namelijk met 86 % ten opzichte van de begroting voor 2016, waaronder een verhoging van de operationele begroting met 295 % en een netto-uitbreiding met 10 statutaire personeelsleden (20 %);

4.  wijst erop dat 2017 voor het Bureau een uitzonderlijk jaar is geweest waarin het met deze algemene budgetverhoging een aanzienlijke bijdrage heeft kunnen leveren aan de opbouw van een Europese kustwachtcapaciteit;

5.  stelt vast dat het Bureau ondanks deze substantiële verhoging van zijn begroting en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden in staat is gebleken een goed uitvoeringspercentage van 99 % voor vastleggingen en 74 % voor betalingen te handhaven; stelt vast dat het Bureau er dankzij zijn inzet voor grotere rationalisering en efficiëntie (95 % van de financiële transacties wordt nu elektronisch beheerd) in slaagde met dezelfde menskracht 15 % meer betalingen te verwerken;

6.  is het ermee eens dat handhaving van de inspecties op hetzelfde hoge niveau als in 2016 een uitdaging is geweest, in de context van samenwerking wat betreft de taken van de Europese kustwacht;

7.  wijst erop dat het migratiebeleid van de Unie, met name de oprichting van de Europese grens- en kustwacht, in het kader van een algemene verbetering van de kustwachttaken, voor het Bureau nieuwe taken oplevert op het gebied van inspectie en betere samenwerking, waarvoor meer geld en technische en personele middelen nodig zijn;

8.  wijst erop dat het Bureau moet worden voorzien van voldoende middelen om nieuwe soorten operaties te verrichten teneinde mensensmokkelroutes te ontmantelen en gebruik te maken van de gegevens die zijn scheepsrapporteringssystemen verstrekken om vaartuigen die migranten vervoeren op te sporen;

9.  onderstreept niettemin het grote belang van de essentiële inspectieactiviteiten in de context van de uitvoering van de aanlandplicht;

10.  is dan ook groot voorstander van voortzetting van een verhoogd budget voor de komende jaren (het Bureau blijft staan op plaats 25 van de 41 agentschappen van de Unie wat de bijdrage uit de Uniebegroting betreft);

11.  benadrukt dat de begrotingskredieten voor de werkzaamheden van het Bureau in verband met het toezicht op de visserij in de komende jaren moeten worden verhoogd;

12.  onderstreept bovendien dat er nog meer middelen moeten worden toegekend om voorbereid te zijn op de grotere werkdruk in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de mogelijk verreikende consequenties daarvan voor het kader voor visserijcontrole;

13.  verzoekt het Bureau zijn beleid op het gebied van gendergelijkheid verder te verbeteren teneinde los te komen van het traditioneel mannelijke domein waaruit zijn deskundigen afkomstig zijn: alhoewel bij de uitvoerend directeur en in de afdeling personeelsbeheer en IT voor het merendeel vrouwen werkzaam zijn, is slechts 22 % van het personeel in AD8 en hoger vrouw;

14.  stelt andermaal voor een lid van het Europees Parlement op te nemen in de raad van bestuur van het Bureau om de institutionele transparantie te vergroten, met name tijdens de goedkeuring van de begroting door de raad van bestuur; stelt voor dat dit lid wordt gekozen uit de gelederen van de Commissie visserij van het Europees Parlement.

INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

10.1.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

17

2

3

Bij de eindstemming aanwezige leden

Marco Affronte, Clara Eugenia Aguilera García, Renata Briano, David Coburn, Diane Dodds, Sylvie Goddyn, Carlos Iturgaiz, Werner Kuhn, António Marinho e Pinto, Gabriel Mato, Norica Nicolai, Annie Schreijer-Pierik, Ricardo Serrão Santos, Isabelle Thomas, Peter van Dalen, Jarosław Wałęsa

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

José Blanco López, Ole Christensen, Norbert Erdős, Jens Gieseke, Czesław Hoc, Nosheena Mobarik

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Tilly Metz

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

17

+

ALDE

PPE

S&D

 

VERTS/ALE

António Marinho e Pinto, Norica Nicolai

Norbert Erdős, Jens Gieseke, Carlos Iturgaiz, Werner Kuhn, Gabriel Mato, Annie Schreijer‑Pierik, Jarosław Wałęsa

Clara Eugenia Aguilera García, José Blanco López, Renata Briano, Ole Christensen, Ricardo Serrão Santos, Isabelle Thomas

Marco Affronte, Tilly Metz

2

-

EFDD

David Coburn, Sylvie Goddyn

3

0

ECR

Peter van Dalen, Czesław Hoc, Nosheena Mobarik

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

INFORMATIE OVER DE GOEDKEURING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Datum goedkeuring

20.2.2019

 

 

 

Uitslag eindstemming

+:

–:

0:

21

1

0

Bij de eindstemming aanwezige leden

Nedzhmi Ali, Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Dennis de Jong, Tamás Deutsch, Martina Dlabajová, Ingeborg Gräßle, Jean-François Jalkh, Wolf Klinz, Monica Macovei, Georgi Pirinski, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Bart Staes, Marco Valli, Derek Vaughan, Tomáš Zdechovský, Joachim Zeller

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Karin Kadenbach, Marian-Jean Marinescu

Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2)

Petra Kammerevert

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

21

+

ALDE

Nedzhmi Ali, Martina Dlabajová, Wolf Klinz

ECR

Monica Macovei

EFDD

Marco Valli

GUE/NGL

Dennis de Jong

PPE

Tamás Deutsch, Ingeborg Gräßle, Marian-Jean Marinescu, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Tomáš Zdechovský, Joachim Zeller

S&D

Inés Ayala Sender, Zigmantas Balčytis, Karin Kadenbach, Petra Kammerevert, Georgi Pirinski, Derek Vaughan

VERTS/ALE

Bart Staes

1

-

ENF

Jean-François Jalkh

0

0

 

 

Verklaring van de gebruikte tekens:

+  :  voor

-  :  tegen

0  :  onthouding

  • [1]  PB C 434 van 30.11.2018, blz. 109.
  • [2]  PB C 434 van 30.11.2018, blz. 109.
  • [3]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [4]  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
  • [5]  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.
  • [6]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [7]  PB C 434 van 30.11.2018, blz. 109.
  • [8]  PB C 434 van 30.11.2018, blz. 109.
  • [9]  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
  • [10]  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
  • [11]  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.
  • [12]  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.
  • [13]  PB C 84 van 17.3.2017, blz. 158.
  • [14]  Aangenomen teksten, P8_TA-PROV(2019)0000.
Laatst bijgewerkt op: 18 maart 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid