Ontwerpresolutie - B8-0277/2014Ontwerpresolutie
B8-0277/2014

ONTWERPRESOLUTIE over de erkenning van Palestina als staat

10.12.2014 - (2014/2964(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Elmar Brok, Jacek Saryusz-Wolski, Cristian Dan Preda, Arnaud Danjean, Francesc Gambús, Michèle Alliot-Marie, Lorenzo Cesa, Gunnar Hökmark, Philippe Juvin, Davor Ivo Stier, Francisco José Millán Mon, Jiří Pospíšil, Michaela Šojdrová, Lars Adaktusson namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0277/2014

Procedure : 2014/2964(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0277/2014
Ingediende teksten :
B8-0277/2014
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0277/2014

Resolutie van het Europees Parlement over de erkenning van Palestina als staat

(2014/2964(RSP))

Het Europees Parlement,

–       gezien zijn eerdere resoluties over het Midden-Oosten,

–       gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van de EU over het vredesproces in het Midden-Oosten van 17 november 2014,

–       gezien de verklaring van 18 november 2014 van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de aanslag op een synagoge in Har Nof,

–       gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.     overwegende dat de EU herhaaldelijk heeft bevestigd dat zij voorstander is van de tweestatenoplossing, waarbij de staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare staat Palestina zij aan zij in vrede en veiligheid leven;

B.     overwegende dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 29 november 2012 heeft besloten om Palestina de status van niet-lidstaat met waarnemersstatus in de VN toe te kennen;

1.      spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de stijgende spanningen en het toenemende geweld in de regio; veroordeelt alle recente terroristische aanslagen; betuigt zijn deelneming met de nabestaanden van de slachtoffers; roept alle partijen op zich te onthouden van elke daad die tot een verslechtering van de situatie zou kunnen leiden als gevolg van opruiing, provocatie, buitensporig gebruik van geweld of vergelding;

2.      ondersteunt de inspanningen van de Palestijnse nationale consensusregering en president Abbas; moedigt de Palestijnse Autoriteit ten sterkste aan om haar overheidstaken in de Gazastrook geleidelijk op zich te nemen, ook op het gebied van veiligheid en civiel bestuur en door aanwezig te zijn bij de grensovergangen in Gaza; roept alle Palestijnse facties op een einde te maken aan de interne tegenstellingen;

3.      benadrukt eveneens dat geen daden moeten worden ondernomen die gedane verbintenissen inzake een via onderhandelingen tot stand gebrachte oplossing, in twijfel trekken; benadrukt dat de nederzettingen in strijd met het internationaal recht zijn;

4.      herhaalt zijn krachtige steun voor de tweestatenoplossing, met als basis de grenzen van 1967 en Jeruzalem als hoofdstad van beide staten, waarbij een solide staat Israël en een onafhankelijke, democratische, aaneengesloten en levensvatbare Palestijnse staat zij aan zij in vrede en veiligheid leven; onderstreept eens te meer dat vreedzame en geweldloze middelen de enige manier zijn om tot een duurzame oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict te komen;

5.      onderstreept de noodzaak van alomvattende vrede, waarmee een einde wordt gemaakt aan alle vorderingen en wordt voldaan aan de legitieme verlangens van beide partijen, waaronder die van de Israëliërs inzake veiligheid en die van de Palestijnen inzake een eigen staat; benadrukt dat de enige mogelijke oplossing voor het conflict het naast elkaar bestaan van twee staten, Israël en Palestina, is; is dan ook van mening dat de erkenning van Palestina als staat, als subject van internationaal recht, noodzakelijk is als uitkomst van een onderhandelingsproces tussen de twee partijen;

6.      verzoekt de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om, in samenwerking met de internationale gemeenschap en in het bijzonder de EU-lidstaten, deze erkenning van Palestina als soevereine staat in het kader van een definitieve en alomvattende oplossing voor het vredesproces in het Midden-Oosten, te bevorderen;

7.      verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de afgezant van het Midden-Oostenkwartet, de Knesset en de regering van Israël, de president van de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse Wetgevende Raad.