Ontwerpresolutie - B8-0343/2017Ontwerpresolutie
B8-0343/2017

ONTWERPRESOLUTIE over herplaatsing doen slagen

15.5.2017 - (2017/2685(RSP))

naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Helga Stevens, Branislav Škripek, Monica Macovei namens de ECR-Fractie

Procedure : 2017/2685(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0343/2017
Ingediende teksten :
B8-0343/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

B8‑0343/2017

Resolutie van het Europees Parlement over herplaatsing doen slagen

(2017/2685(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland[1],

–  gezien Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland[2],

–  gezien Besluit (EU) 2016/1754 van de Raad van 29 september 2016 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland,

–  gezien de elf verslagen van de Commissie over herplaatsing en hervestiging,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de lidstaten zich in september 2015 ertoe hebben verbonden 160 000 asielzoekers uit Italië en Griekenland te herplaatsen; overwegende dat de lidstaten in september 2016 hebben besloten dat 54 000 van deze plaatsen konden worden gebruikt voor de toelating van Syrische vluchtelingen uit Turkije;

B.  overwegende dat Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad tot 17 september 2017 geldt en Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad tot 26 september 2017;

C.  overwegende dat er op 27 april 2017 17 903 asielzoekers waren herplaatst, waaronder 12 490 uit Griekenland en 5 413 uit Italië; overwegende dat het aantal herplaatste asielzoekers per maand een opwaartse tendens vertoont, met in maart 2017 een record van 1 600 herplaatsingen uit Griekenland en 800 herplaatsingen uit Italië; overwegende dat de Commissie een maandelijks streefcijfer van 3 000 herplaatsingen uit Griekenland en 1 500 herplaatsingen uit Italië heeft vastgesteld;

D.  overwegende dat, volgens de meest recente kwartaalcijfers van Eurostat, alleen asielzoekers met een nationaliteit waarvoor het gemiddelde erkenningscijfer op 75 % of hoger ligt, in aanmerking komen voor herplaatsing; overwegende dat er standaard achtergrond- en veiligheidscontroles worden uitgevoerd en dat sommige lidstaten extra veiligheidscontroles uitvoeren;

E.  overwegende dat het aantal in Italië en Griekenland aanwezige personen dat voor herplaatsing in aanmerking komt, momenteel ver onder de streefcijfers in de Raadsbesluiten ligt; overwegende dat er in Griekenland tot dusver 26 997 in aanmerking komende aanvragers zijn geregistreerd; overwegende dat de Commissie verwacht dat dit aantal stabiel zal blijven, en dat er bijgevolg nog circa 14 000 mensen herplaatst zouden moeten worden; overwegende dat dit streefcijfer naar alle waarschijnlijkheid zal worden gehaald als de huidige trends aanhouden; overwegende dat er in Italië tot dusver 8 000 in aanmerking komende aanvragers zijn geregistreerd; overwegende dat een achterstand met de registratie, met name van Eritrese onderdanen, en andere logistieke problemen het moeilijk maken om de streefcijfers inzake de herplaatsing van in aanmerking komende aanvragers uit Italië te halen;

F.  overwegende dat er in totaal nog steeds ongeveer 62 000 vluchtelingen en migranten in Griekenland zijn; overwegende dat er ondanks een sterk gedaalde instroom na het afsluiten van de Westelijke Balkanroute en de verklaring EU-Turkije nog steeds meer migranten en vluchtelingen aankomen dan er in het kader van de huidige regelingen worden herplaatst;

G.  overwegende dat in Italië in 2016 een record van 181 436 aankomsten werd opgetekend, een stijging met 18 % ten opzichte van 2015; overwegende dat het in 14 % van de gevallen niet-begeleide minderjarigen betrof; overwegende dat alleen Finland systematisch niet-begeleide minderjarigen opneemt in het kader van de huidige regelingen;

H.  overwegende dat de EU-steun voor Italië en Griekenland in verband met de migratiecrisis niet alleen noodherplaatsing betreft maar ook aanzienlijke financiële steun, technische en logistieke ondersteuning, aangescherpte grenscontroles, en overeenkomsten inzake migratiebeheer met derde landen omvat; overwegende dat de situatie in een aantal kampen, onderkomens en andere plaatsen waar migranten en vluchtelingen verblijven, ondanks deze gezamenlijke inspanningen onmenselijk blijft;

1.  erkent de inspanningen die worden geleverd om Griekenland en Italië te helpen om de uitdagingen van de migratiecrisis het hoofd te bieden; benadrukt dat deze steun niet beperkt blijft tot herplaatsing maar alle instrumenten omvat die de EU momenteel ter beschikking heeft, waaronder financiële solidariteit, onderhandelingen over overeenkomsten met derde landen, de uitwisseling van informatie, het opvoeren van grenscontroles en gezamenlijke operaties aan de land- en zeegrenzen, inspanningen om de onderliggende oorzaken aan te pakken, en de ontwikkeling van alternatieven voor illegale migratie;

2.  is van mening dat deze inspanningen moeten worden voortgezet en ook elders in de Unie een optie moeten blijven indien er crises uitbreken of in hevigheid toenemen;

3.  is van mening dat een bijzondere inspanning moet worden geleverd voor de meest kwetsbare personen en mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en vervolging;

4.  neemt kennis van de werkzaamheden die momenteel gaande zijn om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en de asielprocedures van de lidstaten te actualiseren en te hervormen; dringt bij alle betrokken partijen aan op een realistische benadering;

5.  benadrukt dat de sociale, culturele en economische realiteit in de lidstaten van de EU sterk uiteenloopt en dat daarmee rekening moet worden gehouden; beklemtoont dat ook rekening moet worden gehouden met de thans en in het verleden geleverde inspanningen en de huidige en vroegere omstandigheden in verband met de opvang van vluchtelingen en migranten met verschillende achtergronden, alsook met de vroegere en huidige secundaire bewegingen;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.