Ontwerpresolutie - B8-0576/2017Ontwerpresolutie
B8-0576/2017

ONTWERPRESOLUTIE over de bestrijding van seksuele intimidatie en seksueel misbruik in de EU

24.10.2017 - (2017/2897(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Arne Gericke namens de ECR-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B8-0576/2017

Procedure : 2017/2897(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B8-0576/2017
Ingediende teksten :
B8-0576/2017
Aangenomen teksten :

B8‑0576/2017

Resolutie van het Europees Parlement over de bestrijding van seksuele intimidatie en seksueel misbruik in de EU

(2017/2897(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking)[1],

–  gezien Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten[2], waarin intimidatie en seksuele intimidatie omschreven en veroordeeld worden,

–  gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat negatieve stereotypen met betrekking tot vrouwen wijdverbreid blijven en tot intimidatie en zelfs fysiek of seksueel geweld kunnen leiden;

B.  overwegende dat slachtoffers van seksuele intimidatie niet alleen schade wordt berokkend wat hun lichamelijk en geestelijk welzijn betreft, maar ook op het vlak van hun arbeidsleven;

C.  overwegende dat één op de tien vrouwen al werd blootgesteld aan seksuele intimidatie of stalking via nieuwe technologieën, en dat 75 % van de vrouwen in een hoge leidinggevende functie te maken heeft gehad met seksuele intimidatie;

1.  is er stellig van overtuigd dat de gelijkheid van vrouwen en mannen, als een van de fundamentele waarden van de Europese Unie, volledig moet worden geëerbiedigd, gestimuleerd en toegepast in de wetgeving, de praktijk en het dagelijks leven;

2.  is er sterk van overtuigd dat inspanningen ter bestrijding van seksuele intimidatie en seksueel geweld deel uitmaken van het streven naar gendergelijkheid; benadrukt dat het ondersteunen van slachtoffers van seksuele intimidatie in al haar vormen een prioriteit moet blijven voor de lidstaten en alle EU‑instellingen;

3.  is van mening dat het aanpakken van onderrapportage en het maatschappelijke stigma, het vaststellen van procedures inzake verantwoordingsplicht op de werkvloer, de actieve betrokkenheid van mannen en jongens bij het voorkomen van geweld, en maatregelen tegen nieuwe vormen van geweld, bijvoorbeeld in de cyberruimte, belangrijke maatregelen ter bestrijding van seksuele intimidatie zijn;

4.  is van mening dat voor de uitbanning van seksuele intimidatie een aantal spelers, waaronder de lidstaten, grotere inspanningen moeten leveren om de beschikbaarheid, de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de gegevens te verbeteren, de kwestie onder de aandacht te brengen, een mentaliteitsverandering teweeg te brengen, dergelijk gedrag te voorkomen, betere slachtofferhulp en toegang tot de rechter te bieden en de desbetreffende EU‑wetgeving volledig om te zetten en ten uitvoer te leggen;

5.  spoort de lidstaten aan hoogwaardige gegevens te verzamelen en te verstrekken teneinde alle mogelijkheden ter bestrijding van seksuele intimidatie te benutten; verzoekt de lidstaten te zorgen voor de verzameling van betere, alomvattende, vergelijkbare en specifieke gegevens inzake seksuele intimidatie; pleit voor nauwere samenwerking met de betrokken instellingen;

6.  verzoekt de Commissie een publiek toegankelijke databank met de relevante wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot de gelijke behandeling van vrouwen en mannen op te richten om meer bekendheid te geven aan de toepassing van de wettelijke bepalingen op dit gebied;

7.  spoort de lidstaten aan te overwegen de bepalingen van hun wetgeving te wijzigen om ervoor te zorgen dat werknemers die gedwongen worden geheimhoudingsovereenkomsten te ondertekenen als onderdeel van een schikking, door die overeenkomst niet gebonden mogen zijn seksuele intimidatie of seksueel misbruik niet te melden;

8.  steunt alle slachtoffers van seksuele intimidatie en seksueel misbruik binnen de Europese instellingen ten volle bij tuchtprocedures en/of onderzoeken door de lokale politie;

9.  verzoekt de lidstaten werknemers beter tegen seksuele intimidatie en seksueel misbruik te beschermen door een beter evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke arbeidsinspecteurs na te streven, inspecteurs oog te leren hebben voor seksuele intimidatie, en een 24‑uurs hotline op te zetten waar vermoedelijke seksuele intimidatie kan worden gemeld;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten.