Debašu stenogramma

Otrdiena, 2018. gada 11. decembris - Strasbūra

13. Īpašās komitejas terorisma jautājumos konstatējumi un ieteikumi (debates)

  Przewodniczący. – Kolejnym punktem porządku dziennego jest sprawozdanie sporządzone przez Monikę Hohlmeier i Helgę Stevens w imieniu Komisji Specjalnej ds. Terroryzmu w sprawie ustaleń i zaleceń Komisji Specjalnej ds. Terroryzmu (2018/2044(INI)) (A8-0374/2018).

  Monika Hohlmeier, Berichterstatterin. – Herr Präsident, Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen! Gerne möchte ich meine Rede mit einem kurzen Zitat beginnen: „Der internationale Terrorismus macht leider an keiner Landesgrenze halt. Wenn wir uns effektiv schützen wollen, brauchen wir eine gute Zusammenarbeit der Sicherheitsbehörden in Europa. Wir brauchen in der EU einen besseren Austausch aller vorhandenen Informationen – und das wesentlich schneller – über extremistische Gewalttäter. Wir müssen gegen alle Formen von Extremismus und Terror möglichst geschlossen vorgehen.“ Diese Worte vom August 2017 stammen nicht etwa von einem konservativen Innenminister oder politischen Kommentator, sondern von dem damaligen sozialdemokratischen deutschen Bundesjustizminister Heiko Maas. Auch wenn ich mir für gewöhnlich keine Zitate von politischen Wettbewerbern zu eigen mache, so möchte ich diesen Appell von Heiko Maas an alle hier im Hause schicken. Terrorismus ist etwas, was wir fraktionsübergreifend bekämpfen wollen, wo wir gemeinsam zusammenhalten und einen kraftvollen Bericht verabschieden wollen.

Zunächst ein kurzer Rückblick: Wir haben arbeitsintensive 15 Monate hinter uns bis zur morgigen Plenarabstimmung. Mein Dank gilt vor allem meiner Ko-Berichterstatterin, liebe Helga Stevens, und auch meinen Schattenberichterstattern, die mit mir gemeinsam intensivste Arbeit geleistet haben. Liebe Caterina, du sitzt hier, auch Maite ist mit im Saal. Ein ganz, ganz herzliches Dankeschön für die gute Zusammenarbeit. Ich möchte mich aber auch bei Nathalie Griesbeck von Herzen bedanken, die sich als Chefin unseres Ausschusses intensiv darum bemüht hat, sehr gute sachliche Arbeit zuzulassen und zu ermöglichen. Dir, liebe Nathalie, auch ein ganz herzliches Dankeschön, und im Besonderen auch ein Dankeschön an die Mitarbeiter der Kommission, an Sie, lieber Julian King, an den Kommissar Avramopoulos, an alle Ihre Mitarbeiter aus der Kommission, aber auch aus den zuständigen Agenturen, die uns unterstützt, begleitet und geholfen haben, und auch an die Institutionen aus den Mitgliedstaaten, die uns ermöglicht haben – ob in Paris, London, Berlin, Madrid oder wo auch immer –, Informationen einzuholen, Besuche durchzuführen, Informationen zu erhalten, über Fragestellungen, über Probleme, aber auch über Lösungsmöglichkeiten zu diskutieren.

Auf diesen Erfahrungen und Eindrücken aufbauend haben wir dann gemeinsam einen Bericht erstellt, der den Anspruch hat, im Einklang mit dem erteilten Mandat die wichtigsten Probleme und Handlungsfelder zu analysieren. Ein horizontales Thema, das uns immer wieder begegnete, ist die Notwendigkeit, bestehende Rechtsvorschriften im Bereich der Terrorismusbekämpfung konsequent und fristgerecht umzusetzen – das ist eine unserer Forderungen – und auch die entsprechende technische und personelle Ausstattung zur praktischen Anwendbarkeit zu gewährleisten. Zudem appellieren wir an alle Mitgliedstaaten, in dem existentiellen Bereich der Terrorismusbekämpfung auf Opt-outs endlich mal zu verzichten, sondern stattdessen alle zusammenzuarbeiten.

Schwerpunkt unseres Mandats war und ist die Zusammenarbeit im Bereich des Informationsaustauschs. Umso mehr erschrecken mich manche Anträge, die von der GUE derzeit eingetroffen sind, die diesen Informationsaustausch de facto völlig unterminieren und unmöglich machen würden. Ich hoffe, dass wir uns gemeinsam für einen Informationsaustausch entscheiden und nicht gegen einen Informationsaustausch. Wir müssen die heutigen Möglichkeiten der Technik genauso nützen, wie dies die Verbrecher letztendlich auf ihrer Seite tun. Auch auf der technischen Seite dürfen wir unsere Sicherheits- und Justizinstitutionen nicht mit dem Bleistift ausrüsten, sondern müssen dringendst versuchen, auch unseren Institutionen adäquate, natürlich die Rechtsprechung des EuGH berücksichtigende, auch die Charta der Grundrechte berücksichtigende entsprechende Instrumente an die Hand zu geben.

Wir plädieren dafür, mit allen technischen Möglichkeiten standardmäßig – im Englischen gibt es den schönen Ausdruck – irgendwann so gut zu werden, dass die Qualität der Informationen, dass die Standards der Informationen so sind, dass wir sie viel, viel schneller austauschen, vielleicht irgendwann am Ende mit langfristigen Zielen by default austauschen können, dass Europol zu einer echten Drehscheibe des Informationsaustauschs wird und dass Eurojust auch zusätzliche Kompetenzen erhält.

Wir wünschen uns darüber hinausgehend, dass wir Hassprediger auf eine schwarze Liste setzen. Wir verlangen Verbesserungen vor allem auch für die Opfer von Terroranschlägen. Es darf nicht alles nur auf dem Papier stehen, sondern es muss real Hilfe für die Opfer angeboten werden. Und wir haben dafür einen umfassenden Katalog zusammengestellt.

Ich danke allen, die daran mitgewirkt haben, diesen Bericht besser zu machen, und hoffe, dass wir morgen hier einen kraftvollen Bericht verabschieden können.

  Helga Stevens, rapporteur. – Voorzitter, commissaris, collega's, het is ondertussen meer dan twee en een half jaar geleden dat we in Brussel geconfronteerd werden met de verschrikkelijke bomaanslagen. De bloedige terreuraanslagen in Parijs lagen toen nog vers in ons geheugen. De beelden van onnoemelijk menselijk leed en getuigenissen van overlevenden hebben voor altijd onze kijk op de wereld veranderd.

Dit verslag is een visietekst geworden met advies over alle aspecten van terreurbestrijding. Een aantal van die voorstellen had ik graag aan jullie voorgelegd. Er worden in het verslag verscheidene nieuwe oplossingen aangedragen. Haatpredikers en buitenlandse financiering van moskeeën vormen een probleem. Daarom stel ik voor dat er een Europese zwarte lijst voor haatpredikers komt zodat ze niet meer kunnen rondhoppen in Europa. Ook moet de financiering van moskeeën en organisaties door derde landen die het niet nauw nemen met de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, verboden worden.

Verschillende terroristische aanslagen in de EU werden gepleegd door personen die bij de justitie bekend waren. Autoverhuurbedrijven moeten daarom informatie zoals boekings- of reserveringsgegevens kunnen uitwisselen met veiligheidsdiensten met het oog op kruiscontroles met politiedatabanken. De Commissie moet daarom onderzoeken hoe een systeem kan worden opgezet waarmee de identiteit verifieert van personen die voertuigen, vliegtuigen en boten huren kan worden geverifieerd.

Ook worden bestaande lacunes aangeklaagd. Tot dusver bestaan er bijvoorbeeld nog geen methodologieën om de effectiviteit van radicaliseringsprojecten te meten. Het EU-budget tot 2020 voorziet nochtans 314 miljoen euro voor dergelijke programma's. Daarom wordt gevraagd om binnen de Europese Commissie een dienst op te richten die pilootprojecten moet opstarten om vervolgens met wetenschappelijke methodes de effectiviteit ervan te meten. Ook moet er een overzicht komen van alle fondsen voor deradicaliseringsprogramma's.

Ook de penibele omkadering van slachtoffers van terreur is een pijnlijk probleem. De manier waarop zij moesten smeken om financiële tussenkomsten waar ze recht op hadden, is onaanvaardbaar. Daarom stellen wij drie dingen voor. Ten eerste een standaardformulier om compensatie aan te vragen. Ten tweede duidelijke verplichtingen met deadlines voor de verzekeraars, en ten derde automatische prefinanciering door de overheid kort na de aanslag om de onmiddellijke kosten te dekken. Voorts liet ik me inspireren door gesprekken met experts uit binnen- en buitenland, waaronder onze eigen politie- en inlichtingendiensten. Zij wezen mij op een aantal goede praktijken in België, die ook op Europees niveau overtuigen. Dat is bijvoorbeeld het geval van de lokale integrale veiligheidscellen die Jan Jambon als Belgisch minister van Binnenlandse Zaken in gans België wou uitrollen. Uit pilootprojecten bleek immers dat deze cellen een succesvol instrument kunnen zijn om potentiële gewelddadige radicalisering aan te pakken op gemeentelijk niveau via begeleiding op mensenmaat.

Wat betreft de brexit. De EU en het VK zijn sterk afhankelijk van elkaar op het gebied van veiligheid. Daarom moeten regelingen met de EU worden getroffen om ervoor te zorgen dat het VK en de EU vitale informatie over de bestrijding van zware criminaliteit kunnen blijven verzamelen, delen en analyseren.

Ik ben erg tevreden met de huidige tekst van dit verslag. Ik roep alle collega's dan ook op om voor dit verslag te stemmen. Tot slot wil ik graag de co-rapporteur, schaduwrapporteurs, collega's en experts bedanken voor hun bijdrage en hulp bij de totstandkoming van dit verslag. Ook wil ik graag het secretariaat van de Bijzondere Commissie terrorisme van harte danken voor zijn tomeloze inzet. Last but not least wil ik in het bijzonder de slachtoffers van de aanslagen bedanken voor hun moed om te komen getuigen en voor hun belangrijke input. Aan hun en hun families draag ik dit verslag op. Het verslag is het resultaat van titanenwerk, enkel mogelijk gemaakt dankzij de medewerking van jullie allemaal. Nogmaals dank. Onthoud, Europa veiliger maken is teamwerk en ons aller verantwoordelijkheid.

  Julian King, Member of the Commission. – Mr President, when the Special Committee on Terrorism was established a year-and-a-half ago, the remit given to it was, frankly, pretty challenging. It required from its members both an understanding of the overarching issues as well as intricate knowledge of counterterrorism policy. I believe that the draft report the committee has presented more than does justice to these high standards and to its ambitious task. I’d like to express my warmest thanks to Ms Griesbeck, the Chair, to the two co-rapporteurs, Ms Hohlmeier and Ms Stevens, and to all the members of the committee.

The report, once adopted, will help shape the future framework for our collective counterterrorism efforts for the years to come. I’m very happy that the report reiterates the paramount importance of respect for fundamental rights in all of our security policies. These are indeed a vital part, a foundation, of any effective counterterrorism action.

Another cross-cutting issue on which we are very much in agreement is the need for Member States to deliver on what has been collectively agreed. The Commission will be relentless in making sure that all legislation that is adopted is implemented fully and in a timely manner. Indeed, our latest Security Union progress report, published earlier today, gives a full update on all of the ongoing work we are pursuing. It focuses on three areas where we need to maintain momentum.

First, we need, as a priority, to deliver on the outstanding security proposals, for example on interoperability, before the end of this Parliament’s current term. Second, we need to ensure that we enforce measures which have already been agreed, for example on passenger name records (PNR) and on the Counter-Terrorism Directive. And third, we need to continue to build our resilience on issues such as protecting our elections and tackling disinformation – on which we’ve called on the big internet platforms to live up to their commitments – as well as practical issues such as better protecting our public spaces. Given that ensuring security requires international cooperation, the report also outlines the progress we’re making in various negotiations and dialogues with third countries.

Let me come now to the key issues considered in detail in the committee’s report. First, I welcome the emphasis the committee has put on protecting the external borders and the need for efficient information exchange, including maximising the use of existing information systems. This translates directly into the energy this Parliament has been putting into the ongoing negotiations on the interoperability proposals. I’m looking forward to the third trilogue later this week and I’m confident that, with the help of the two excellent rapporteurs, Mr Lenaers and Mr Melo, a political agreement is within reach.

I know Parliament is also working very hard on the Commission’s proposal to strengthen the European Border and Coastguard Agency. I’d like to thank Ms Metsola for her commitment on this issue. Strong and reliable protection of the external borders is a precondition for ensuring security in our shared space. That said, we should be clear about the need to avoid conflating the challenges of migration, on the one hand, with those of fighting terrorism, on the other.

At the same time, we need to make progress on prevention. Indeed, this brings me to the second point I want to highlight: on prevention, we are reinforcing our efforts to tackle radicalisation, both online and offline. The report underlines the need to achieve automatic detection and full, fast, systematic and permanent removal of terrorist content online, and calls on the co-legislators to proceed urgently with their work. I very much agree: we should provide a clear harmonised framework, prevent the misuse of hosting-service providers for the dissemination of terrorist content, while at the same time ensuring the full protection of fundamental rights. So I’m happy to report that the Justice and Home Affairs Council (JHA) last Thursday adopted a negotiating mandate and is ready to start discussions with this House. I’m sure that Parliament will respond to this by adopting its position so that negotiations can start as soon as possible. I remain fully at the disposal of the rapporteur, Mr Dalton. I truly hope that we will manage to close this file before the end of the current parliamentary term.

The Commission also continues to support work being done by Member States on the prevention of radicalisation offline, and welcomes the committee report’s concrete recommendations on thematic priorities, including work on education, tackling radicalisation in prisons, and the role of local actors. These recommendations will feed into our ongoing work in this crucial field.

Third, the committee has devoted a lot of attention, as we’ve just heard, to the victims of terrorism. I fully agree and I recognise that victims need special attention and support. That’s why the Commission is committed to making sure that Member States fully implement the Directive on Combating Terrorism, which significantly reinforces victims’ rights. In addition, the Commission will support the setting-up of a new coordination centre for victims of terrorism, an initiative that originated in this House. This hub of expertise, guidance and support will be up and running next year.

Fourth, to close down the space in which terrorists operate, the report calls for the swift adoption of the Commission proposals aimed at improving cross-border access to electronic evidence. The JHA Council adopted a general approach on this proposal last week and is ready to launch interinstitutional negotiations. I’d like to echo strongly the urgency expressed in the report. We need progress in order better to support the investigation and prosecution of cross-border crime, including terrorism and cybercrime.

Fifth, I welcome the importance that the report attaches to fighting terrorist financing. I am happy that Parliament has adopted its negotiating mandate on the proposals to facilitate the use of financial information and that the co—legislators will start talks this week. I also share the concerns expressed in the report about an increase in large-scale money laundering, as a source for terrorism financing, through certain banking institutions in the euro area, and I take due note of calls for the establishment of a European Union Terrorist Finance Tracking System. Personally, I think this is something we need to be pressing ahead with.

Sixth, on building resilience, the report is ambitious in its recommendations on explosives precursors. I’d like to thank Mr Mamikins, the rapporteur on our proposals on this subject, for his efforts which resulted in the adoption of his report by the Committee on Civil Liberties, Justice and Home Affairs (LIBE) yesterday evening. I’m looking forward to the speedy adoption of the negotiating mandate so that we can start trilogues as soon as possible.

The report is also clear that Europe needs to do more to tackle cyber-threats, particularly cyber-terrorism. We have collectively done a lot in this respect and I’d like to congratulate the co-legislators, and in particular the rapporteur, Ms Niebler, for the agreement on the Cybersecurity Act that was reached yesterday – an important milestone.

Lastly, allow me to touch on hybrid threats, including disinformation. As discussed in this Chamber on a number of occasions, these threats can be particularly damaging for European democracy in the context of upcoming elections, including of course next spring’s elections to this Parliament. That’s why on 5 December the Commission, together with the High Representative, presented an action plan with proposals for a coordinated EU response to the challenge of disinformation.

We have made a lot of progress on these security issues. There’s still a lot of work ahead of us. I welcome the fact that we share similar visions of future priorities and on what we need to accomplish in the short term. Let me once again thank the Special Committee for its properly impressive work. We are all counting on this House now to help deliver on this ambitious vision in order to strengthen the Security Union further and better protect our citizens against terrorism.

  Przewodniczący. – Dziękuję bardzo, panie komisarzu. Po takich zgodnych, bardzo harmonijnie brzmiących stanowiskach zarówno posłów sprawozdawców, jak i Komisji Europejskiej, przechodzimy do debaty.

  Arnaud Danjean, au nom du groupe PPE. – Monsieur le Président, avec cette commission spéciale, nous avons pu mesurer combien le terrorisme djihadiste, mais aussi la montée d’autres formes d’extrémisme violent, constituent une menace durable et complexe pour notre continent.

Cette menace s’ancre aujourd’hui, malheureusement, autant dans l’activisme de groupes radicaux hors de nos frontières que dans la réalité de nos sociétés européennes. Ce Parlement devait donc montrer sa crédibilité à traiter de ces sujets sensibles et ce texte constitue une excellente base. Il répond aux préoccupations des citoyens, il propose des mesures concrètes pour appuyer les professionnels engagés dans le contre-terrorisme et il prend en considération les besoins des victimes.

Il faut reconnaître que beaucoup d’initiatives – vous l’avez rappelé, Monsieur le Commissaire – sont déjà en cours de la part de la Commission et de la part des États membres. C’est particulièrement vrai pour la plus importante de ces initiatives, qui n’est pas forcément la plus spectaculaire pour le grand public: l’interopérabilité, qui est quelque chose d’absolument crucial.

Il n’existe pas, contrairement aux illusions de certains, de baguette magique en contre-terrorisme, et la clé n’est certainement pas d’empiler des structures au niveau européen, mais il est impératif de fluidifier les échanges, d’utiliser plus systématiquement les plateformes européennes et d’harmoniser par le haut les méthodes et les législations antiterroristes.

La tentation existe aujourd’hui de relativiser la menace, parce qu’elle est plus diffuse et parce que certaines organisations terroristes ont subi des revers militaires, mais ce serait une grave erreur, car les trois dernières décennies nous ont appris que le terrorisme djihadiste procède d’une véritable idéologie de groupes déterminés, organisés, qui savent s’adapter. Il faut donc rester extrêmement vigilants et les préconisations de ce rapport doivent rapidement se concrétiser, tant au niveau des instances européennes que des États membres.

  Caterina Chinnici, a nome del gruppo S&D. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, signor commissario, la relazione che discutiamo oggi è il frutto di un intenso lavoro, talvolta non facile, data la sensibilità dell'argomento, ma sono convinta che si sia trovato nel testo un giusto equilibrio fra le necessarie misure di contrasto e la piena tutela dei diritti fondamentali sui quali si basa il nostro modello di società.

Molte le raccomandazioni indirizzate alla prevenzione, come ad esempio il contrasto alla diffusione dei contenuti terroristici online, e tra le priorità il finanziamento è uno di quegli aspetti su cui intervenire per un'efficace azione di contrasto al fenomeno, sempre più spesso alimentato dal riciclaggio di denaro. È essenziale, a tal proposito, lo scambio di informazioni e la cooperazione fra le competenti agenzie europee.

Ma, al di là delle disposizioni inserite nella relazione, col nostro lavoro di tanti mesi abbiamo cercato di dare una risposta alle preoccupazioni dei cittadini europei, che ci chiedono più sicurezza, e soprattutto alle vittime degli attentati, chiedendo appunto alla Commissione una proposta legislativa sulle vittime del terrorismo, che definisca la loro condizione e i loro diritti specifici, e altresì la creazione del Centro europeo di coordinamento delle vittime – vittime che sono tutte, io voglio sempre ricordarlo, innocenti, vittime di attacchi rivolti a destabilizzare le nostre società democratiche.

Tengo infine a segnalare che non abbiamo voluto focalizzarci, nella relazione, esclusivamente sul terrorismo di matrice jihadista ma abbiamo voluto dare al nostro lavoro una portata più ampia, affrontando anche la risorgenza di altre forme di estremismo violento, che pure rappresentano un rischio per la convivenza civile.

Concludo ringraziando le due correlatrici, tutti i relatori ombra e tutti i colleghi della commissione per l'enorme lavoro svolto con spirito di collaborazione.

  Geoffrey Van Orden, on behalf of the ECR Group. – Mr President, as Vice—Chair of the Special Committee on Terrorism, I welcome this report and congratulate the Chair of the Committee and the co-rapporteurs for their diligence, for avoiding many pitfalls, and for coming forward with – for the most part – realistic proposals.

We haven’t had a multi-casualty terrorist attack in Europe since, I think, 23 March 2018 in Carcassonne. The public mind is naturally on other matters. But I am under no illusions: those that wish us harm and seek to disrupt our societies are at this moment actively plotting and preparing attacks. I congratulate the police and security services in all our countries for their professionalism and vigilance.

The United Kingdom has among the most professional and capable intelligence and security services in the world and makes an enormous contribution to the security of Europe as a whole. As Helga Stevens has mentioned, this report endorses the need for a close future security partnership between the EU and the UK. While there is a certain ideological boneheadedness in Brussels in other areas concerning Brexit, it’s nevertheless widely recognised by the professionals and, I believe, at the political level that there must be continuity in the security relationship between the EU and the UK. This includes UK contribution to, and access to, information and data networks. We also need close cooperation in many other areas, for example in dealing with those returning to our countries from the ISIS terror organisation, and none of us has yet found an acceptable solution to the problem of convicted extremists, both during their term of imprisonment and – most importantly – once they have served their sentences.

To conclude, this report should be seen as a realistic contribution to a discussion that needs to continue and intensify.

  Maite Pagazaurtundúa Ruiz, en nombre del Grupo ALDE. – Señor presidente, gracias, ponentes, gracias, comisario, y gracias, ponentes alternativos.

Estamos obligados a entender los cambios en la amenaza terrorista, sus mutaciones, anticiparnos en lo posible y detectar qué instrumentos legislativos deben desarrollarse en el próximo mandato, ser eficaces y alcanzar consensos en lo posible. Personalmente, es lo que he procurado no olvidar, y no he olvidado tampoco los testimonios de los supervivientes de los atentados o de las familias de los asesinados.

En nombre de mi Grupo, y en el mío, subrayaré algunas de las recomendaciones. El nivel de intercambio de información entre los Estados miembros es mejorable. Por eso pedimos una cooperación y coordinación más intensa entre las agencias de la Unión Europea, los organismos nacionales, los servicios de inteligencia y policiales, así como la obligación de que los Estados miembros cumplan las normas mínimas de calidad de los datos al introducir información en el sistema.

A algunos Estados miembros les cuesta comprender que la cooperación europea mejora sus capacidades operativas. Por ello, mi Grupo —el Grupo ALDE— ha solicitado a la Comisión Europea, a través de una enmienda, una propuesta para extender el mandato de Europol, con el fin de que pueda iniciar investigaciones por propia iniciativa.

La lucha contra la radicalización violenta es una de las asignaturas pendientes. Por eso me parece tan necesaria la solicitud de creación de un Centro de Excelencia para la Prevención de la Radicalización, que sea capaz de medir la eficacia de los programas. Nos falta mejorar la evaluación de instrumentos contra la radicalización y desarrollar de forma ordenada la prevención, la contranarrativa, el trabajo local.

Por primera vez —y es un hito— se pide a la Comisión una propuesta legislativa relativa a las víctimas del terrorismo, que incluya una definición común de su estatuto y derechos y de los procedimientos para acceder a la atención necesaria. Y también es muy importante que recomiende funciones concretas para el Centro Europeo de Coordinación.

Se pide que los Estados miembros eviten homenajes a los terroristas con condena en firme. Puedo asegurar que es una medida de deslegitimación terrorista y de prevención muy importante y un mensaje para los jueces, fiscales y gobiernos. El equilibrio entre seguridad y libertades individuales es la clave de bóveda de nuestro trabajo. Y podemos armonizarlo.

  Marie-Christine Vergiat, au nom du groupe GUE/NGL. – Monsieur le Président, il est des sujets dont il est difficile de débattre car ils déchaînent très vite les passions, ce qui empêche souvent de faire primer la raison.

Nous y avons cependant assez largement échappé dans le cadre de ces commissions spéciales et je m’en félicite, même si nos points de vue peuvent assez largement diverger.

Un point fait consensus entre nous. Nos citoyens ont droit à la sécurité, et la lutte contre le terrorisme doit être une priorité. Mais nos concitoyens ont aussi droit à la sûreté, ce qui veut dire que leurs droits doivent pouvoir être protégés, y compris contre les risques d’abus de pouvoir des autorités publiques.

Cela veut dire que la fin, aussi légitime qu’elle soit, ne justifie pas n’importe quel moyen et, notamment, que toute atteinte aux droits et libertés doit être justifiée par les principes de nécessité, de finalité et de proportionnalité. C’est pour cela que nous sommes contre la multiplication des échanges d’informations.

On fiche un nombre croissant de personnes, y compris celles susceptibles d’avoir l’intention de commettre un acte. Cette théorie du soupçon généralisé n’est pas la bonne méthode, notamment de prévention.

Par ailleurs, rien ne justifie une hiérarchie entre les droits fondamentaux, pas plus qu’il ne peut y avoir des citoyens de seconde zone ou de seconde génération, dont les droits seraient différents.

Nous refusons la stigmatisation de pans entiers de la population. Même s’il a été amélioré au cours des négociations, ce rapport reste en deçà de nos attentes. Il propose de poursuivre ce que j’appellerais, faute de temps, une fuite en avant sécuritaire, notamment en matière de contrôle aux frontières, et il n’évite pas certains amalgames avec les questions migratoires.

La démocratie, c’est l’équilibre entre la sûreté, la sécurité et la protection des droits fondamentaux. Y renoncer, c’est faire le lit de ce que l’on prétend combattre, c’est pour cela que nous ne voterons pas ce rapport.

(L’oratrice accepte de répondre à une question «carton bleu» (article 162, paragraphe 8, du règlement))

  Hilde Vautmans (ALDE), blue-card question. – I will speak Flemish, so maybe you can listen to the translation.

Mevrouw, ik heb u horen zeggen dat u eigenlijk tegen het delen van informatie bent, dat u tegen informatie-uitwisseling bent omdat u vreest dat dan meer mensen gevolgd worden. Zo kwam het over.

Ik wil u hier toch wel zeggen dat, als we alle aanslagen in Europa bekijken, een of meerdere daders van elke aanslag in een of meerdere databanken zaten. Dus als we effectief een echte Europese inlichtingendienst zouden hebben en veel meer Europese gegevens zouden uitwisselen, dan zouden we veel sterker staan. Ik vraag mij dus af wat uw argumentatie is om te pleiten tegen meer gegevensuitwisseling.

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL), réponse «carton bleu». – Chère Madame, le mieux, quand on pose une question, c’est de faire attention à ce qu’a dit la personne concernée. Je n’ai jamais dit que nous étions contre les échanges d’informations, j’ai dit que nous étions contre la multiplication des échanges, et notamment par rapport à des personnes qui seraient seulement susceptibles d’avoir une intention.

Je suis française, et les exemples que vous donnez, je les connais par cœur, si je puis dire. Donc, il ne s’agit pas d’empêcher les services de travailler entre eux, il s’agit d’éviter de démultiplier des échanges d’informations automatiques, derrière lesquels nous n’aurions pas les moyens humains qui permettraient véritablement d’aboutir à des résultats. Donc ne déformez pas mes propos, c’est le moins qu’on puisse faire quand on est respectueux des débats.

  Eva Joly, au nom du groupe Verts/ALE. – Monsieur le Président, la lutte contre le terrorisme est l’un des plus grands défis auxquels l’Union européenne est confrontée.

C’est un impératif catégorique de protéger nos populations des menaces qui pèsent sur elles. En approfondissant notre coopération, nous serons plus forts: échange d’informations, renforcement de la confiance mutuelle, extension des compétences du Parquet européen, toutes ces avancées sont nécessaires. Nous devons améliorer la détection des flux financiers illicites, continuer à lutter contre l’évasion fiscale et les crimes organisés qui sont consanguins des réseaux de financement du terrorisme.

Mais il serait illusoire de croire que l’efficacité d’une politique antiterroriste se limite à des questions policières. Notre réponse doit être plus globale, nous devons investir pour la cohésion de nos sociétés et tarir les sources de l’extrémisme violent. Refusons de mettre nos sociétés sous surveillance, refusons la suspicion généralisée et la stigmatisation de certaines catégories de la population.

Car, sous couvert de lutte contre le terrorisme, les partisans du choc des civilisations et les ennemis de la démocratie veulent en réalité étendre leur influence, que ce soit pour diviser la société en attisant la peur et la haine ou pour museler les oppositions. À titre d’exemple, un militant écologiste qui ne fait que dénoncer un funeste projet d’enfouissement des déchets nucléaires à Bure, en France, ne doit pas voir l’État mobiliser contre lui les moyens du contre-terrorisme. C’est se tromper de cible.

Ne nous trompons pas de combat: la défense de la démocratie et de nos droits les plus élémentaires est le meilleur rempart contre le fanatisme et la violence aveugle.

  Jörg Meuthen, im Namen der EFDD-Fraktion. – Herr Präsident! Wir reden über den Bericht des vom Europäischen Parlament eingesetzten Sonderausschusses Terrorismus und seine Empfehlungen. Es wird Zeit, dass dieser Eiertanz um den politischen Islam und um radikalisierte Muslime aufhört. In den Erwägungen Ihres Berichts schaffen Sie es ja, diesen dschihadistischen Islam anzusprechen. Doch in den Empfehlungen tun Sie plötzlich so, als sei der Terror des Islams nur ein Randaspekt der heutigen Bedrohungslage.

Nennen Sie doch endlich klipp und klar Ross und Reiter! Reden Sie vom Islam statt von religiösem Extremismus! Wir haben hier doch keinen christlichen oder jüdischen Extremismus. Reden Sie von der Schließung von Moscheen statt von Kultstätten! Die Kirchen und Synagogen sind keine Orte, in denen Hass gepredigt wird. Reden Sie von Imamen statt von Geistlichen! Pfarrer und Rabbis predigen keinen Hass.

Trauen Sie sich denn nicht, diese einfachen Wahrheiten anzusprechen? Wer Terror bekämpfen will, der darf vom politischen Islam nicht schweigen. Dieser Bericht, so scheint es mir, will wohl lieber schweigen. Es sieht fast so aus, dass Sie sich um die Veränderung der Bedrohungslage nicht weiter kümmern wollen. Wir schulden es aber unseren Bürgern. Deren Sicherheit ist die vornehmste Aufgabe des Staates. Fangen Sie an, diese Aufgabe wirklich gründlich zu erfüllen!

  Mario Borghezio, a nome del gruppo ENF. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, questa relazione, abbastanza equilibrata, ha un grande merito: quello di elencare tutta una serie di punti su cui attira e sollecita l'attenzione il cambiamento della posizione della Commissione.

Ha un grande merito perché dice esattamente, come se fosse un elenco di atti d'accusa, che la Commissione, in questi anni, dopo i fatti di Parigi, di Londra, di Nizza – alle cui conseguenze ho personalmente assistito – al dramma di quelle persone e di quelle vittime non ha dato risposta, se è vero come è vero che solo in questa relazione si comincia a scrivere finalmente qualche cosa sul fatto che, all'interno dei flussi di immigrazione irregolare e clandestina favoriti dalla criminalità ci possono essere flussi di terroristi.

C'è una cifra spaventosa, che per la prima volta leggo in un atto europeo: trentamila jihadisti pronti a scatenarsi all'interno delle nostre città. È una relazione che è un atto d'accusa su quello che non è stato fatto, se è vero come è vero che ancora adesso, mentre vogliamo andare a vedere i meravigliosi mercatini di Natale di Strasburgo, dobbiamo oltrepassare dei ben motivati blocchi di controllo di polizia... Minacciano persino i nostri mercatini!

C'è però qualche elemento di superficialità: per esempio non si parla, come si dovrebbe parlare in maniera approfondita, dei circuiti della raccolta dei contributi religiosi nell'hawala. È stato detto molto bene che bisogna insistere molto sul fatto che questi seminatori d'odio operano nelle moschee, e ci sono voluti tutti questi anni per capire che ci vuole una lista nera? Dormivate mentre attentavano alle vite dei nostri concittadini?

  Przewodniczący. – Dziękuję bardzo. Zakończyliśmy wystąpienia w imieniu grup politycznych. Mam bardzo wielką prośbę: praktycznie przy każdym wystąpieniu został przekroczony czas. Rozumiem, że w imieniu grup politycznych czasami trzeba wypowiedzieć się nieco dłużej, natomiast w wystąpieniach indywidualnych zwracam się do państwa o przestrzeganie reżimu czasowego. Przepraszam, ale po kilkunastu sekundach będę sobie pozwalał nawet wyłączać mikrofon, ponieważ dzisiejszy dzień mamy dość dokładnie zaplanowany.

  Teresa Jiménez-Becerril Barrio (PPE). – Señor presidente, gracias, comisario. Quiero dedicar este informe a todas las víctimas del terrorismo en Europa y quiero tener un recuerdo para mi hermano Alberto y su mujer Ascen, que fueron asesinados por la organización terrorista ETA por defender España.

Por ello, agradezco a las ponentes haber incluido las recomendaciones sobre los derechos de las víctimas en las que pedimos que se cree un centro de coordinación para víctimas del terrorismo, que responda en caso de ataque en uno o más Estados; que se dé una respuesta global con ayudas materiales, psicológicas y de acceso a la justicia; que se tipifique como delito la apología del terrorismo, que humilla a las víctimas y atenta contra su dignidad; y exigimos a la Comisión que presente una propuesta legislativa específica para las víctimas del terrorismo, que incluya una definición clara sobre lo que es víctima del terrorismo y dé respuesta a corto y largo plazo.

Este informe responde a la necesidad de una estrategia más efectiva de la que tenemos, porque es la sociedad europea la verdadera víctima del terrorismo, ya que quieren acabar con nuestra libertad y con nuestros valores y, ante ello, debemos prevenir y proteger a los ciudadanos, y hacerlo sin complejos luchando contra la radicalización y con mayor cooperación policial y judicial.

Es hora de pasar de las palabras a los hechos. No podemos bajar la guardia porque los europeos tenemos derecho a vivir libres y seguros. Yo no quiero llorar más, ni llevar más flores a las tumbas de los inocentes, yo los quiero vivos y quiero dar gracias de corazón a quienes han sacrificado su vida por la libertad de todos los que estamos aquí sentados.

  Ana Gomes (S&D). – Senhor Presidente, nesta comissão especial, ouvimos dezenas de responsáveis da segurança interna e externa, peritos, académicos, vítimas de terrorismo. Este relatório reflete trabalho intenso e sério para corrigir erros e tornar mais eficaz um combate que é político, não só securitário.

Reforçamos a convicção de que não se combate o terrorismo pondo em causa direitos fundamentais dos cidadãos. Isso é fazer o jogo dos terroristas.

Propomos medidas contra o chocante falhanço dos nossos governos em aplicar legislação europeia e recomendações do GAFI no combate ao branqueamento de capitais e ao financiamento do terrorismo, incluindo a necessidade de criar uma unidade de informação financeira europeia e reformar o IVA para impedir a fraude de carrossel de continuar a financiar máfias transnacionais, incluindo terroristas.

Propomos medidas também para acabar com a hipocrisia dos governos europeus que abandonam as vítimas do terrorismo, uma vez desviados os holofotes mediáticos.

O meu grupo propôs medidas para o reforço da cooperação europeia a todos os níveis, incluindo na intelligence, na interoperabilidade, no controlo das fronteiras, no profissionalismo, na gestão das cadeias, na vigilância do proselitismo religioso, na propaganda e no recrutamento online, na vigilância do ciberespaço e do espaço público, incluindo contra o crescimento da violência de extrema-direita nazi e fascista que representa uma cada vez maior ameaça aqui na Europa.

O que o meu grupo não pode aceitar é a tentativa, por alguma direita, de estigmatizar imigrantes como se gerassem terroristas e como se não fosse a falta de investimento público na inclusão social a causa da radicalização de tantos cidadãos nascidos e criados em solo europeu. Como não aceitamos a tentativa de estigmatizar muçulmanos quando eles constituem 95% das vítimas do terrorismo globalmente e quando precisamos deles para impedir atos de grupos terroristas que, perversamente, invocam o Islão.

(O oradora recusa uma pergunta “cartão azul” de Bruno Gollnisch)

  Kristina Winberg (ECR). – Herr talman! Inledningsvis vill jag tacka föredragandena Monica Hohlmeier och Helga Stevens för ett väl utfört arbete. Terrorrapporten är ett viktigt steg i att verka för säkerheten för Europas medborgare. Lyckligtvis har vi sluppit större terrorattacker sedan Barcelona i augusti förra året men vi måste tyvärr alltid vara fortsatt vaksamma.

Nu tänker jag med tacksamhet på alla inom polisen och andra myndigheter som varje dag i det tysta verkar för vår säkerhet. Kan vi inom Europaparlamentet stödja dem som arbetar ute på fältet genom att medverka till ökad säkerhet, då har även vi bidragit.

Slutligen, även om jag tillhör ett EU-kritiskt parti, så vill jag framhålla att frågor som denna, som rör säkerheten för Europas medborgare, är vi helt eniga om.

  Nathalie Griesbeck (ALDE). – Monsieur le Président, Monsieur le Commissaire, nous arrivons à la conclusion de plus d’un an de travaux intensifs, approfondis, sérieux, équilibrés à la lumière de la sauvegarde des droits fondamentaux, réalisés en s’attaquant au sujet majeur de notre époque, particulièrement sensible et grave et qui constitue aussi l’une des préoccupations principales de nos concitoyens.

La menace terroriste ne connaît ni frontières matérielles, ni frontières immatérielles et c’est pourquoi, en prenant nos responsabilités politiques, et pas uniquement en travaillant sous un aspect technique, notre Parlement, par ses travaux, par les travaux de la commission, a ciblé ce qu’il convenait de faire pour développer, aux côtés des États membres, une véritable valeur ajoutée pour combattre ce fléau.

Pour réaliser ces travaux, pour poser le diagnostic, la commission a constitué un véritable forum, une sorte de plateforme européenne sur le terrorisme, qui nous a permis d’écouter, d’auditionner, de rencontrer, de travailler, d’approfondir, de questionner tous les acteurs majeurs de l’ensemble de l’Union européenne.

Deux objectifs: tirer les leçons du passé, voir les bonnes pratiques, voir aussi les failles, et surtout se tourner vers l’avenir, à travers ces recommandations qui couvrent une multitude des défis qui sont posés à notre temps: radicalisation, échange d’informations, coopération judiciaire et policière entre les services de renseignement, droits des victimes, lutte contre les moyens d’action des organisations terroristes.

Nous appelons à la création d’un centre d’excellence pour prévenir la radicalisation et travailler au cœur des quartiers aux côtés des États. Nous demandons le renforcement des agences européennes, notamment d’Europol, qui doit devenir un véritable centre d’échange d’informations et de coopération en matière de lutte contre le terrorisme, une sorte de FBI européen. Un travail à mener également avec Eurojust, avec la demande d’extension des compétences du Parquet européen, à terme, à la lutte contre le terrorisme.

Sur le cœur du mandat, le rapport demande une approche du partage d’informations par défaut de toutes les données liées au terrorisme entre les États et les agences européennes concernées, sauf bien sûr sur les affaires en cours et sans altérer bien entendu non plus la protection des sources, qui est un élément majeur.

Nous appelons à la création d’un programme européen de surveillance de financement du terrorisme pour ne pas dépendre de nos «amis» américains, et, évidemment, d’un centre de coordination pour les victimes. Je remercie les corapporteures et tous les membres de cette commission d’avoir travaillé d’arrache-pied, en dépit de nos différences et de nos idéologies. Je les remercie du fond du cœur.

(L’oratrice accepte de répondre à une question «carton bleu» (article 162, paragraphe 8, du règlement))

  Arnaud Danjean (PPE), question «carton bleu». – Madame Griesbeck, vous dites que nos auditions ont été substantielles, ce qui est vrai, et vous dites que, parmi les conclusions que vous en tirez, il faudrait créer, à travers Europol, une espèce de FBI européen.

Je me demande à quel moment vous avez entendu les professionnels qui se sont succédé dans nos panels avancer cette revendication, d’autant que vous parlez vous-même d’un hub d’échange d’informations et ensuite vous embrayez sur un FBI européen, ce qui veut dire un mandat beaucoup plus intrusif et beaucoup plus exécutif. Donc, je m’interroge un peu sur les contradictions que je perçois dans cette proposition.

  Nathalie Griesbeck (ALDE), réponse «carton bleu». – Cher collègue, merci de me permettre de préciser, de ciseler un peu mieux ma pensée. J’ai dit dans mon propos à l’instant, j’en suis sûre, une sorte de FBI européen à terme. En effet, cette question qui nous occupe va nous occuper – je n’ai pas eu le temps de dire que le zéro menace n’existe pas et n’existera pas de si tôt – au plan européen pendant malheureusement de nombreuses années.

Et l’idée d’avoir, à terme, un fonctionnement qui soit plus européen avec un outil plus européen encore, au-delà d’un hub de partage de l’information qu’il est aujourd’hui et qu’il est en train de consolider, peut constituer un espoir sans être une utopie.

  Ivo Belet (PPE). – Voorzitter, ik denk dat we kunnen zeggen dat Europa in de voorbije maanden en jaren inderdaad kordate maatregelen heeft genomen tegen de terreur, maar dat dat werk niet af is, helaas. We zullen zeer alert moeten blijven en nauwer moeten samenwerken om de mensen effectief en goed te beschermen. Essentieel daarbij is – Arnaud Danjean heeft het heel goed gezegd zonet – het uitwisselen van informatie. Dat is essentieel. Informatie moet automatisch, continu en direct worden uitgewisseld tussen de nationale politiediensten. Dat gebeurt al maar dat kan altijd beter. En we moeten ook nog beter de brug slaan tussen enerzijds de nationale politiediensten en anderzijds de nationale diensten voor terrorismebestrijding, de nationale inlichtingendiensten.

Ten tweede, zoals de commissaris heeft gezegd, ook op het internet moeten we vechten tegen de radicalisering en ook daar de terreurpropaganda drastisch aanpakken. Europol is daarbij inderdaad de draaischijf en het meest geschikte instrument. Het moet worden uitgebouwd tot die centrale Europese eenheid voor digitale terrorismebestrijding, zoals in het verslag staat.

Tot slot – de Commissaris heeft het ook gezegd – moeten we de controles aan de buitengrenzen van de EU verder aanscherpen en moet de Europese grens- en kustwacht direct toegang krijgen tot alle informatie in de Europese databanken. Dat is de enige en doeltreffende manier om deze plaag efficiënt aan te pakken. Als er één terrein is, beste collega's, waarop we kunnen bewijzen dat Europa een meerwaarde heeft, dan is het op dit terrein en het is onze plicht om de maatregelen die in dit verslag zitten, snel en efficiënt in daden om te zetten.

  Δημήτρης Παπαδάκης (S&D). – Κύριε Πρόεδρε, δυστυχώς πρέπει να θυμηθούμε τον ρόλο που έπαιξαν ευρωπαϊκές χώρες για τη διάλυση κρατών όπου υπήρχε μία σχετική σταθερότητα και μετά οδηγηθήκαμε στο χάος. Η καταπολέμηση της τρομοκρατίας απαιτεί ολιστικές προσεγγίσεις: Ναι στη συνεργασία και ανταλλαγή πληροφοριών αλλά και ναι στις πολιτικές κοινωνικής ενσωμάτωσης. Οι δράστες τρομοκρατικών επιθέσεων στην Ευρωπαϊκή Ένωση ήταν κυρίως υπήκοοι της Ευρωπαϊκής Ένωσης τους οποίους οι δυτικές κοινωνίες δεν κατάφεραν να ενσωματώσουν. Η περιθωριοποίηση και η δυσμενής διάκριση δημιουργούν πρόσφορο έδαφος για την ανεξέλεγκτη καλλιέργεια του θρησκευτικού φανατισμού από ιμάμηδες και κήρυκες του μίσους. Βεβαίως παραλείπεται από πολλούς η αναφορά στην ακροδεξιά τρομοκρατία, η οποία έχει επίσης προκαλέσει θύματα. Σίγουρα η ζωή των πολιτών δεν είναι ίδια όπως ήταν στο παρελθόν. Είναι σημαντικό να νιώθει ασφάλεια ο πολίτης, γιατί είναι αυτός που δέχεται τις συνέπειες της τρομοκρατίας.

Οι ενέργειες για την καταπολέμηση της τρομοκρατίας δεν θα πρέπει να αντιβαίνουν στην προάσπιση των ατομικών ελευθεριών των πολιτών και υπάρχει μια κοινή συνισταμένη. Είναι λάθος να υπάρχει το δίλημμα «περισσότερη ασφάλεια ή περισσότερες ελευθερίες». Και τα δύο πηγαίνουν μαζί.

  Roberta Metsola (PPE). – Mr President, first of all a quick word of thanks to our rapporteurs: they have done a fantastic job on a very difficult topic, because sadly tackling terrorism and boosting security must now be one of the main areas of work for our Union. There is a clear need to support Member States and provide common solutions to what is a common existential threat we all face, both from networked terrorist groups and from lone wolves. It is impossible to distance the future of Europe from the need to make our shared space more secure. There can be nothing without the freedom and security that defines the Europe we know today, and we absolutely need to improve coordination between Member States on this issue. If there is one critical, central lesson that we have learned from the attacks in Europe, it is that.

In recent years, we have moved in the right direction with the introduction of systematic checks at our external borders and legislation that will tackle radicalisation. And we have gone after those who incite in our communities and online. But it is not only online; we have to also go after the vulnerabilities in our prisons and stop those hate preachers who use the language of religion to inspire hatred. We have done a lot, but there is much more that needs to be done if we are to continue to address the people’s security concerns in Europe, and we will not cease in our efforts until we secure a Europe that is safer for everyone.

I also want to take this opportunity to pay tribute to those fallen in attacks around Europe, and to underline that victims of terrorism and their families will always find this Parliament standing shoulder—to—shoulder with them. Finally, without strong borders, there can be no Schengen. One is entirely dependent on the other, and that is one aspect that I will address in my European Border and Coast Guard report next year.

  Tanja Fajon (S&D). – Gospod predsednik, nujno je boljše sodelovanje med varnostnimi in obveščevalnimi organi, predvsem manjše članice Unije nimajo dovolj sredstev in tehnične opreme. Nujno je preprečevanje radikalizacije, zlasti na družbenih omrežjih in sledenje financiranju terorističnih organizacij.

Evropsko komisijo pozivamo k pripravi zakonodaje o položaju žrtev terorizma ter opozarjamo na naraščajoče nasilje neofašistov in neonacistov ter na nevarno protijudovsko in islamofobno retoriko. Žal pa je povsem nesprejemljiva stigmatizacija migrantov, vsakršne povezave med iskalci azila in teroristi so nedopustne in lahko nas je sram, če takšno poročilo sprejmemo. Tu so še druge skrbi, elektronska evidenca, obvezna telekomunikacijska hramba podatkov.

Poročila kolegi nismo uspeli resno spremeniti, ni nikakršne potrebe po vzpostavitvi stalnega odbora Evropskega parlamenta za varnost, leto in pol smo delali pa nam mnogi očitajo, da smo zgrešili pravo priložnost in zato bom sama močno premislila, kako bom jutri glasovala.

  Seán Kelly (PPE). – Mr President, I welcome the work that has been done during the lifetime of this Special Committee. This was a substantial piece of work for the rapporteurs and shadows involved, and I think that the report that was tabled, while not perfect, makes some extremely important points.

I welcome the point on the creation of the European Resilience Prize for the best social and cultural project at local level in the EU. This will be important in promoting social engagement and it can help to build societies that are resistant to radicalisation. I also welcome the call on the Member States to remove any printed and online propaganda that explicitly incites violent extremism and terrorist acts. This is an important inclusion, as social media can be an extremely effective tool to radicalise people. Linked to this, the call to set up an online European platform for citizens to flag online terrorist content could be very effective and empower citizens to act when they come across such content online. Finally, I also welcome an Erasmus for police officers and the EU Intelligence Academy. I think those two proposals are very positive.

Puhetta johti HEIDI HAUTALA
varapuhemies

  Birgit Sippel (S&D). – Frau Präsidentin! Was war denn eigentlich das Ziel des Sonderausschusses Terrorismus? Zitat: Prüfung, Analyse und Evaluierung des Ausmaßes der terroristischen Bedrohung und Bewertung der Auswirkungen der Antiterrorgesetze auf die Grundrechte.

Was der Bericht liefert: eine Aufzählung der zahlreichen Dossiers, die in den letzten Jahren bereits bearbeitet oder gar verabschiedet wurden. Eine Bewertung der Auswirkungen auf Grundrechte fehlt komplett, und hinzu kommen Formulierungen, die durchaus geeignet sind, Verunsicherung und Ausgrenzung zu befeuern.

Mein Fazit: Es gibt keinen Mangel an Antiterrorgesetzen – wohl aber einen Mangel an Umsetzung in den Mitgliedstaaten. Die Forderung nach immer neuen Kontrollen zu Gesetzen, die noch gar nicht umgesetzt sind, hat schon etwas von Fake News.

Sicherheit ist ein wichtiges Thema. Dieser Bericht liefert dazu keinen eigenen Beitrag. Ich werde ihm daher nicht zustimmen.

  Heinz K. Becker (PPE). – Frau Präsidentin! Das Europäische Parlament hat einen exzellenten Bericht vorgelegt. Ich danke den Kolleginnen Hohlmeier und Stevens, ich danke der Vorsitzenden, den Koordinatoren und Kommissar King, der sich in diesen Ausschuss vorbildlich eingebracht hat.

Ja, wir müssen die Zusammenarbeit der Polizeibehörden so weit massiv stärken, dass wir am Ende – ich stimme der Kollegin zu – eine Art europäisches FBI zusammenbringen. Europol ist die beste Grundlage dafür.

Ja, wir müssen ganz klar gegen den islamischen Radikalismus vorgehen. Ja, es gibt ihn, und es gibt auch den linken Radikalismus in Europa.

Wir müssen von den europäischen Bürgerinnen und Bürgern ein Bekenntnis zu europäischen Werten und zum europäischen Rechtssystem erwarten. Das bekommen wir von diesen Menschen leider nicht. Die Attentäter waren zur größten Zahl islamistische Bevölkerung der zweiten und dritten Generation. Hier müssen wir ansetzen.

  Dubravka Šuica (PPE). – Poštovana predsjedavajuća, nakon niza terorističkih napada na europskom teritoriju proteklih godina građani Europske unije su i nadalje najviše zabrinuti za svoju sigurnost i sigurnost svojih najbližih. Smatram da ovo izvješće gospođe Hohlmeier i gospođe Stevens najviše odgovara na molbe naših građana i smatram da će omogućiti bolje razumijevanje terorističke prijetnje u svim kriznim područjima.

Važno je istaknuti potrebu za daljnjim jačanjem suradnje između policijskih i obavještajnih agencija, vodeći računa o njihovim operativnim i pravnim specifičnostima i djelokrugu. Ta se suradnja na razini Unije već i praktično ostvaruje kroz međusobnu suradnju Europola i Counter-Terrorism grupe na konkretnim područjima od obostranog interesa.

Ističem Hrvatsku koja posjeduje najdužu granicu (predsjedavajuća je nakratko prekinula govor uz napomenu da zastupnica malo uspori). Budući da je granica Hrvatske s Europskom unijom duga 1300 km, zadovoljna sam da su i naši interesi uključeni u ovo izvješće jer je Hrvatska ključna za održavanje mira i stabilnosti na jugoistoku Europe.

Dakle, borimo se za konačni ulazak u schengenski prostor, čime ćemo dodatno osnažiti kapacitete Europske unije za uspješno suprotstavljanje svim oblicima terorističkih prijetnji i ugroza.

  Carlos Coelho (PPE). – Senhora Presidente, a luta contra o terrorismo tem de permanecer uma prioridade para a União Europeia nos próximos anos. Condenamos os populismos da moda, acantonados em nacionalismos ultrapassados que vociferam, reclamando abordagens securitárias e intolerantes.

Somos dos que defendem que só com mais e melhor cooperação ao nível da União podemos proporcionar mais liberdade, segurança e justiça aos nossos cidadãos.

Antes do final do ano, o Sistema de Informação de Schengen terá as suas primeiras novidades em funcionamento. Este é o maior exemplo de cooperação entre as nossas polícias, mas também do trabalho que levámos a cabo nos últimos cinco anos para reforçar a segurança dos europeus.

Mas sejamos claros: esta não foi a regra. O Conselho, por várias vezes, pediu medidas com urgência a este Parlamento e os Estados-Membros tardaram na sua execução. Não faz sentido culpar a Europa por aquilo que são os Estados-Membros a adiar ou a não conseguir realizar.

Temos a responsabilidade de proteger a segurança dos nossos cidadãos.

  Jeroen Lenaers (PPE). – Voorzitter, dit verslag vormt de afsluiting van onze Bijzondere Commissie terrorisme, maar het is vooral ook een startpunt om ons werk voor de veiligheid van 500 miljoen Europeanen voort te zetten.

Laat me kort een aantal opmerkingen maken. De data die we al verzamelen, moeten we beter gebruiken en ik deel de hoop van commissaris King dat op dat vlak het interoperabiliteitsdossier zo snel mogelijk wordt afgerond. Gegevens moeten we ook beter bewaren. Het is bespottelijk dat we vier en een half jaar na de uitspraak van het Hof nog steeds geen werkbaar alternatief hebben om ervoor te zorgen dat politie en justitie toegang krijgen tot de info die ze nodig hebben.

Haatpredikers, verspreiders van gif in onze samenleving, we moeten ze op een zwarte lijst zetten zodat we hun werk onmogelijk maken. En tot slot, we hebben een Europees systeem nodig om financiële stromen met betrekking tot terrorisme te traceren. We zijn veel te afhankelijk van onze Amerikaanse collega's. We zullen onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en we zullen die verantwoordelijkheid snel moeten nemen. Er is met andere woorden, Voorzitter, nog voldoende werk te doen dus laten we aan de slag gaan.

Pyynnöstä myönnettävät puheenvuorot

  Bogdan Andrzej Zdrojewski (PPE). – Pani Przewodnicząca! Komisja miała pracować rok – pracowała prawie dwa lata. Liczyliśmy na 200, 100, może 300 poprawek – było półtora tysiąca. Dlaczego? Dlatego że części osób zależało na tym, aby to sprawozdanie nie ujrzało jednak światła dziennego, aby zablokować pewne prace związane z poprawą bezpieczeństwa obywateli Europy. Chcę obu sprawozdawczyniom podziękować, bo dały radę. Pomimo tych przeszkód doprowadziły do tego, że sprawozdanie jest dziś debatowane, a jutro będzie głosowane.

Co w nim jest najważniejsze? Po pierwsze, rozszerzenie kompetencji urzędu europejskiego oskarżyciela publicznego, czyli Prokuratury Europejskiej. Po drugie, państwa członkowskie deklarują aktywność w celu zakazywania i usuwania całej drukowanej i internetowej propagandy – niezwykle ważne. I po trzecie, tworzyć się będzie własną platformę dla lepszych informacji w tej materii.

  Juan Fernando López Aguilar (S&D). – Señora presidenta, comisario King, en la lucha contra el terrorismo, el derecho a la libertad y a la dignidad personal tiene el mismo rango que el derecho a la seguridad de los europeos. Lo sabemos muy bien: el derecho a la seguridad es un derecho fundamental. Así es en el artículo 17 de la Constitución española y en el 6 de la Carta de los Derechos Fundamentales de la Unión Europea. Y, como se ha puesto aquí de manifiesto, los españoles hemos sufrido y aprendido en la lucha contra el terrorismo, y sabemos que hacen falta justicia especializada, ministerio fiscal, Derecho penal, Derecho penitenciario, pero también lucha contra la estigmatización del diferente, lucha contra la exclusión social, que a menudo está en la raíz de la yihadización del descontento.

Por eso sabemos que sí, que hace falta —claro que sí— todo el Estado de Derecho contra el terrorismo, pero también que toda la lucha contra el terrorismo sea respetuosa con el Estado de Derecho, lo que nos impida, por tanto, ser de ninguna manera cómplices con la estigmatización de ninguna categoría de personas, como si por ser lo que son fueran especialmente peligrosas.

Para ese objetivo, no le quepa la menor duda de que transversalmente, en todos los Estados miembros y grupos parlamentarios que tenemos experiencia contra el terrorismo, tendrá todo el apoyo de este Parlamento Europeo.

  Pirkko Ruohonen-Lerner (ECR). – Arvoisa puhemies, hallitsemattomasta muuttoliikkeestä on seurannut monia ongelmia. Terrorismin uhasta on tullut todellista kaikissa EU-valtioissa. Suomessa tämä saatiin kokea, kun turvapaikanhakijana maahan tullut henkilö puukotti jihadistisessa tarkoituksessa kymmentä ihmistä Turussa elokuussa 2017. Kaksi uhreista menehtyi.

EU:n ulkorajoja on turvattava tehokkaammin ja ihmisten taustat on pystyttävä tarkastamaan, jotta estetään vaarallisten henkilöiden pääsy unionin alueelle. Erityisiä haasteita liittyy niihin, jotka ovat lähteneet jäsenvaltioista taistelemaan terroristijärjestöjen riveihin ja palaavat nyt Eurooppaan.

Jäsenmaiden välistä yhteistyötä ja tietojen vaihtoa on edelleen tehostettava, jotta terroritekoja voidaan ennaltaehkäistä, paljastaa ja tutkia. Esimerkiksi terroristisen materiaalin leviäminen internetissä on estettävä poistamalla se mahdollisimman nopeasti. Samoin vihasaarnaajien toiminta on saatava loppumaan.

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE). – Señora presidenta, quiero felicitar a todos los ponentes y sus equipos por el trabajo realizado. Pido más atención a incumplimientos constitucionales en algunos Estados miembros que impiden la integración en la inteligencia europea de las policías con competencias, conocimiento y capacidad para combatir el terrorismo.

Me alegro de que se incorpore nuestra propuesta de organizar webs en todos los Estados para facilitar a las víctimas el acceso a programas de atención, su gestión desde los centros de coordinación de emergencias y el reconocimiento del papel local y regional.

Me alegro de que se subraye el principio de reinserción del Derecho penal y la limpieza con que hay que enfrentar el desafío terrorista. Las máximas autoridades judiciales de un Estado miembro, reiteradamente condenadas aquí por no investigar la tortura, socavan la confianza entre sistemas judiciales.

Y apoyo el intercambio de buenas prácticas porque hay también conocimiento local y regional; ayudará a evitar errores como el que propició que un ciudadano que sufrió más de veinte intentos de atentado tuviese que ser absuelto por el Tribunal de Estrasburgo de la incomprensible condena que le impusieron en su Estado miembro por una inexistente colaboración con sus verdugos.

  Τάκης Χατζηγεωργίου (GUE/NGL). – Κυρία Πρόεδρε, νομίζω πως έχουν λεχθεί όλα γύρω από την αντιμετώπιση της τρομοκρατίας στην Ευρωπαϊκή Ένωση. Επιτρέψτε μου όμως να προσθέσω μία σκέψη που δεν έχω ακούσει, ενώ ήμουν εδώ καθ’ όλη τη διάρκεια της συζήτησης. Δεν είναι συγκοινωνούντα δοχεία η τρομοκρατία που παρουσιάζεται στην Ευρώπη με την τρομοκρατία στις γύρω χώρες; Ο πόλεμος που διεξάγει η Σαουδική Αραβία εναντίον της Υεμένης με εβδομήντα χιλιάδες νεκρούς, με εβδομήντα χιλιάδες παιδιά που έχουν πεθάνει από την πείνα, με ένα παιδί να πεθαίνει κάθε δέκα λεπτά από την πείνα δεν είναι εκτροφεία τρομοκρατίας μέσα στην Υεμένη; Και θα είναι αδικαιολόγητο να πούμε κάποια στιγμή ότι θα μας έρθει στην Ευρώπη, όταν μάλιστα υπάρχουν χώρες της Ευρωπαϊκής Ένωσης οι οποίες πουλούν όπλα στη Σαουδική Αραβία;

Όσον αφορά την πρόληψη –για να κλείσω με αυτό– συμφωνώ ότι πρέπει να υπάρξει εξισορρόπηση της υπεράσπισης των ανθρωπίνων δικαιωμάτων, της ιδιωτικότητας, με την υποχρέωσή μας για ανταλλαγή πληροφοριών, ναι. Αλλά νομίζω ότι πρέπει να δούμε τον περίγυρο. Πώς σταματούν με το εκτροφείο της τρομοκρατίας που έρχεται στην Ευρωπαϊκή Ένωση;

  Γεώργιος Επιτήδειος (NI). – Κυρία Πρόεδρε, στη σημερινή εποχή η τρομοκρατία χρησιμοποιείται κυρίως από τους φανατικούς εξτρεμιστές, καθώς και από άλλες ομάδες, αλλά δυστυχώς και από κράτη, προκειμένου να δημιουργήσουν ανασφάλεια, να προκαλέσουν ανησυχία, ηττοπάθεια και τελικά να κάμψουν το ηθικό του πληθυσμού των κρατών όλης της υφηλίου. Σε ό,τι αφορά την Ευρώπη, συμφωνώ με τα συμπεράσματα και τις προτάσεις των δύο εισηγητριών, ότι θα πρέπει να υπάρξει συνεργασία μεταξύ των χωρών, θα πρέπει να ανταλλάσσονται πληροφορίες, να αντιμετωπιστεί η ριζοσπαστικοποίηση, να καταπολεμηθεί η ανταλλαγή πληροφοριών μεταξύ των τρομοκρατών, η παράνομη χρηματοδότηση και ο εξοπλισμός τους και γενικά να συντονιστούν τα μέτρα εναντίον αυτών.

Εάν όμως θέλουμε να αντιμετωπίσουμε πραγματικά την τρομοκρατία και να την καταπολεμήσουμε, θα πρέπει να λάβουμε δύο πολύ απλά μέτρα: Πρώτον, να προστατεύουν τα εξωτερικά σύνορα της Ευρώπης οι ένοπλες δυνάμεις και τα σώματα ασφαλείας των χωρών και, δεύτερον, να μην προσπαθούμε να εντάξουμε μέσα στην κοινωνία μας ανθρώπους οι οποίοι δεν έχουν καμία σχέση φυλετική, πολιτισμική, θρησκευτική και κοινωνική με εμάς και κυρίως δεν θέλουν να ενταχθούν στις χώρες αυτές.

  Marijana Petir (PPE). – Gospođo predsjedavajuća, prije svega izražavam suosjećanje sa svim žrtvama i njihovim obiteljima i pozivam na zajedničku i beskompromisnu borbu protiv terorizma. Naime, terorizam se događao i prije 2015. godine, ali se događao daleko od očiju Europske unije, zbog čega se ponekad događalo da se okreće glava na drugu stranu i da se ne poduzimaju aktivne mjere, sve do onog trenutka dok se terorizam nije počeo događati na europskom tlu.

Naši građani zaslužuju živjeti u miru i blagostanju i to im moramo osigurati. Nažalost, u Europskoj uniji zbog porasta radikalizacije dolazi do narušavanja sigurnosti naših građana i oni s pravom postavljaju pitanje svima nama koji donosimo odluke o tome koje mjere ćemo poduzeti i hoće li te mjere biti učinkovite. Imamo izvješća mnogobrojnih nacionalnih parlamenata koja pokazuju i ukazuju na uzroke radikalizma, ali nažalost reakcija i akcija izostaje. Zbog toga pozivam Europski parlament da u okviru ovog Odbora za terorizam uputi na prave mjere koje trebamo poduzeti.

  Doru-Claudian Frunzulică (S&D). – Madam President, terrorism is a major security challenge for European societies and European people. We have the obligation to protect our citizens’ right to life and safety.

Looking back to what happened in recent years, especially in Europe, I’d like to underline a few of the errors and failures in the European security system to counter terrorism, such as the weak security systems in some EU countries, intelligence failures, lack of intelligence sharing, problems with the different judicial systems, failures and low results in fighting radicalisation and fundamentalism, online recruitment, insufficient resources and, in many cases, a lack of police intelligence and security institutions’ accountability and funding, and a lack of properly monitoring and defending EU external borders, especially not including countries like Romania, Bulgaria and Croatia, which defend the external borders mainly of the European Union.

I welcome the report and I would like to add that the latter addresses the shortcomings measured earlier and focuses on strengthening the mechanism of cooperation information. Last, but not least, fighting terrorism has to stay as a priority of the Parliament.

  Nicola Caputo (S&D). – Signora Presidente, onorevoli colleghi, negli ultimi anni la minaccia terroristica è cresciuta e si è evoluta, e la sua natura transfrontaliera richiede una risposta forte e coordinata.

Bisogna lavorare innanzitutto sulla prevenzione, riconoscendo il ruolo dell'Unione europea e delle misure antiterrorismo adottate nel quadro dell'Unione della sicurezza. In uno spazio senza frontiere interne l'azione europea è cruciale per agevolare la cooperazione e lo scambio di informazioni tra gli Stati membri e con l'Unione europea.

Concordo sulla richiesta di ampliamento delle competenze della Procura europea alla lotta alla criminalità organizzata e al terrorismo, ma il terrorismo internazionale va colpito soprattutto nelle sue fonti di finanziamento.

Tutte le proposte legislative degli ultimi anni contro il riciclaggio di capitali e il finanziamento del terrorismo vanno accompagnate dal monitoraggio dei flussi finanziari in modo mirato e tecnologicamente avanzato, per individuare gli utenti di portafogli elettronici, valute virtuali e carte prepagate, piattaforme di crowdfunding e sistemi di pagamento online e mobile nelle indagini di polizia giudiziaria.

  Bruno Gollnisch (NI). – Madame la Présidente, juste une observation que j’aurais voulu faire à Mme Gomes si, de façon démocratique, elle m’avait laissé l’interpeller, et aussi à quelques autres orateurs. J’ai entendu beaucoup parler de terrorisme d’extrême-droite, et puis j’ai entendu aussi les imprécations habituelles contre le populisme.

Je serais très heureux si les orateurs qui se sont exprimés à ce sujet pouvaient me citer un seul attentat imputable à l’extrême-droite ou aux populistes commis dans mon propre pays, la France.

(Applaudissements dans la tribune des visiteurs)

  Puhemies. – Anteeksi, täällä ei ole tapana eikä sallittua esittää minkäänlaisia suosionosoituksia sieltä parvekkeelta. Pyydän teitä kuuntelemaan.

(Pyynnöstä myönnettävät puheenvuorot päättyvät)

  Julian King, Member of the Commission. – Madam President, I would like to thank the honourable Members very much for today’s debate. I hope we are all agreed that effective security policies in the area of countering terrorism, as in others, must necessarily be rooted in respect for fundamental values. We can achieve the results we seek only when we work together, and, to that end, I have to say, on a personal basis, that I am very grateful to all the members of the Special Committee on Terrorism (TERR) for the very powerful role they’ve played in developing our counterterrorism policy for the period ahead, and I look forward to our continuing cooperation.

Successfully tackling the threat posed by terrorism and developing an effective and genuine Security Union has to be a shared responsibility not only for our Member States, of course, as many of you have underlined, but also for the Commission and, indeed, for all of us here in this House.

Just to pick up one or two of the issues that have been raised. The first thing I want to say is that I think we should be proud of our values, including those of freedom of expression and freedom of belief. I don’t think there’s anything to be gained by stigmatising religion. Indeed, that runs the risk of doing the extremists’ work for them. That said, we also have to be unremitting in identifying and tackling radicalisation and opposing violence from whatever source.

On the victims, whom many of the speakers referred to with real compassion, the Commission recognises the special character of victims of terrorism who’ve been indiscriminately caught up in attacks. That’s why we went to the trouble, with your support, of specifically reinforcing the means of support in the Counterterrorism Directive for the rights of victims and their family members. We now need to make sure that this is effectively implemented, and for that reason we are picking up your initiative and setting up a centre of expertise for the victims of terrorism, as a first step towards establishing a permanent EU coordination centre for victims of terrorism. That’s also why we are awaiting the report by Ms Milquet, the special adviser to President Juncker on the question of how to do better on compensation for victims, including victims of terrorism. She will present her proposals, as you know, early next year.

Last point of detail: I agree with the many Members who called on us to strengthen our agencies in this area, in relation to the support they can give to the shared effort and to the work of our Member States. Europol does an excellent job. We will continue to support Europol in any way we can within the existing Treaty provisions. Europol has unique capabilities that are put at the service of law enforcement across our Union and, indeed, beyond. Europol builds trust and confidence among the Member States and their law enforcement authorities, and that’s exactly what we need in order further to enhance police cooperation against terrorism.

On these points, and on a wide range of other issues that have come up in the debate, I believe this report provides a significant and substantial contribution to Europe’s approach to counterterrorism for the years ahead.

  Monika Hohlmeier, Berichterstatterin. – Frau Präsidentin, Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen! Zunächst einmal herzlichen Dank für die lebhafte Diskussion hier. Ich möchte einem Eindruck, der durch eine Wortmeldung entstanden ist, deutlich entgegenwirken: dass wir alle miteinander überhaupt keine Maßnahmen und Vorschläge entwickelt hätten.

Ich bedanke mich bei allen Kolleginnen und Kollegen, die mit einer unglaublichen Vielfalt von 1 500 Änderungsanträgen, einer solchen Menge von Maßnahmen, die von sozial, kulturell, präventiv, Deradikalisierung, Hilfen, Sicherheitsmaßnahmen, Justizmaßnahmen bis IT-Maßnahmen eine enorme Bandbreite haben, dazu beigetragen haben, dass wir jetzt einen wirklich sehr reichen Berichtvorlegen konnten. Dafür möchte ich mich ganz ausdrücklich bedanken!

Ich möchte mich auch – aber besonders von hier aus – einmal bei denjenigen bedanken, die uns helfen, das Ganze zu realisieren: nämlich bei den ganzen Nichtregierungsorganisationen, bei vielen Vereinen, vielen Ehrenamtlichen, Opferinstitutionen, die soziale, kulturelle Arbeit leisten, deren Arbeit wir von hier aus fördern wollen.

Ich möchte mich aber auch bei den Sicherheitsdiensten herzlich bedanken und bei unserer Justiz, die dafür Sorge tragen, dass unsere Sicherheit gewährleistet wird. Auch sie wollen wir unterstützen.

Wir wollen hier fraktionsübergreifend arbeiten und ein deutliches Signal gegen Terrorismus und für ein friedliches Miteinander setzen. Das gilt für alle Religionen, die bei uns sind und friedlich mit uns leben wollen, und auch für alle Menschen aus allen Staaten, die friedlich bei uns leben. Wir dürfen nicht ausgrenzen, sondern wir müssen integrieren und miteinander arbeiten.

  Helga Stevens, Rapporteur. – Voorzitter, beste collega's, ik wil ook heel graag alle collega's bedanken voor de bijdrage aan dit debat. Heel belangrijk. Het zijn niet alleen de woorden van mijn collega Hohlmeier die ik zal herhalen, maar ik wil me wel aansluiten bij haar woorden.

Ik wil graag nog eventjes reageren op wat enkele collega's reeds gezegd hebben in verband met de kleine lidstaten, die inderdaad niet de capaciteit en de middelen hebben om even succesvol aan terrorismebestrijding te doen als grote lidstaten. Net daarom dat is het zo belangrijk om samen te werken op Europees niveau tussen alle lidstaten. Dat is zo belangrijk, omdat wij samen meer kunnen doen dan elk apart. Dit wil ik echt benadrukken.

Samenwerking tussen de nationale overheden en Europol en Eurojust. We hebben die instrumenten al. Laat ons alstublieft die instrumenten beter gebruiken, efficiënter toepassen en waar nodig verbeteren. Daarom hebben we heel veel aanbevelingen in ons verslag opgenomen en ik roep alle landen op om dat verslag goed te lezen en verder uit te groeien. De bal ligt nu in jullie kamp. Wij hebben ons werk gedaan, maar het is nog niet klaar. Samen hebben we de verantwoordelijkheid om het gevecht te voeren tegen terrorisme, dat gevecht dat we allemaal samen moeten voeren op alle verschillende echelons. Ik hoop dat niemand zijn verantwoordelijkheid ontvlucht.

Wat betreft de opmerkingen over de balans tussen veiligheid enerzijds en grondrechten anderzijds. Voor mij is dit geen discussie. Het is geen “of of-verhaal”. Het is een “en en—verhaal”. Natuurlijk moet er een juiste balans gevonden worden tussen veiligheid en mensenrechten en ik denk dat wij met ons verslag echt geprobeerd hebben om die balans zeer nauwgezet te bewaken. Bedankt voor jullie aandacht. Ik roep jullie op om ons verslag te steunen in het belang van de toekomst, om terroristische aanslagen in de toekomst te voorkomen.

  Puhemies. – Keskustelu on päättynyt.

Äänestys toimitetaan huomenna keskiviikkona 12.12.2018.

Kirjalliset lausumat (työjärjestyksen 162 artikla)

  Agustín Díaz de Mera García Consuegra (PPE), por escrito. – La Unión ha sufrido una ola de atentados terroristas sin precedentes. La Unión ha luchado, y sigue luchando para dar una respuesta adecuada a la amenaza terrorista a través de nuevas propuestas legislativas y del refuerzo de mecanismos ya existentes. La creación de una Comisión Especial en el Parlamento Europeo ha sido una pieza clave, particularmente en sus recomendaciones en materia de cooperación, intercambio de datos y prevención de la radicalización. Es necesario remarcar el papel de Europol y de sus unidades IRU y ECTC en el marco de la identificación y eliminación de contenido extremista en las redes. Destacable es también el Acuerdo TFTP para evitar la financiación del terrorismo, al mismo tiempo que se ha puesto de manifiesto la necesidad de un mecanismo similar a nivel de la Unión. Las nuevas propuestas de interoperabilidad facilitarán el intercambio de información e incrementarán la cooperación policial. Resulta también indispensable implicar a todos los actores institucionales y ciudadanos en la lucha contra la radicalización. Hay que seguir luchando contra la amenaza terrorista reforzando las herramientas aquí mencionadas recomendando a la Unión y los Estados miembros que las doten de los equipos técnicos y humanos necesarios para combatir el terror.

  Kinga Gál (PPE), írásban. – A tragikus strasbourgi események igazolják annak fontosságát, hogy az Európai Parlamentnek legyen egy terrorizmussal foglalkozó különbizottsága. Az utóbbi években kontinensünkön sajnos több száz ártatlan európai állampolgár esett a terrorizmus áldozatául, a strasbourgi eseményekkel pedig az áldozatok száma tovább nőtt. Mindent meg kell tenni azért, hogy az európai emberek visszakapják biztonságukat és, hogy ez ne fordulhasson újra elő.

Az Európai Parlament a különbizottság jelentésének elfogadásával először ismeri el az illegális migráció és a terrorizmus közötti összefüggést, és végre kimondja a nyilvánvalót, hogy az európai terrorcselekmények elkövetői számos esetben az illegális migrációs útvonalakon keresztül jutottak be az Unió területére.

A jelentést átfogó képet ad a terrorellenes intézkedések jelenlegi állásáról és számos téren hasznos ajánlásokat fogalmaz meg, így a radikalizálódás megelőzése terén, a terrorizmus finanszírozása elleni harc terén, a lőfegyverek illegális kereskedelme elleni küzdelem terén, illetve a tagállami rendőrségek és titkosszolgálatok közötti együttműködés és információcsere terén is. Egyetértek továbbá a jelentéstevők azon megállapításával is, hogy: különösen fontos az új jogszabályok végrehajtásához szükséges anyagi feltételek megteremtése a határokon, a biometrikus ellenőrzés bevezetése, illetve az adatbázisok átjárhatóságának létrehozása.

  Vladimír Maňka (S&D), písomne. – Boj proti terorizmu musí byť trvalou úlohou všetkých demokratických krajín sveta. Bezpečnosť a ochrana obyvateľov musia byť prioritou, ktorej treba podriadiť všetky ostatné záujmy. Súčasné teroristické útoky sústredené v Európe čoraz naliehavejšie vyžadujú potrebu prehodnotenia všetkých predpisov a noriem, ktoré upravujú túto činnosť a jej trestanie. Pozornosť treba sústrediť aj na obchod so zbraňami vrátane prístupu k zbraniam. Všetky akty musia plniť predovšetkým prevenčné účinky tak, aby dostatočne vzbudzovali rešpekt a vystríhali pred teroristickým konaním. Európa musí byť bezpečnou zónou pre všetkých svojich obyvateľov. V boji proti terorizmu musí však Únia brať do úvahy aj nárast extrémizmu a radikalizácie najmä medzi mladými ľuďmi vo vnútri členských krajín. Nedostatočné vzdelanie, chýbajúca vhodná práca, šírenie nepravdivých a klamlivých správ spôsobujú frustráciu mladých ľudí. To využívajú práve teroristické a extremistické organizácie. Preto v boji proti terorizmu nesmie Únia a jej členské krajiny zabúdať práve na mladých ľudí a na vytváranie podmienok pre ich sociálno-ekonomické začlenenie v spoločnosti a ich osobnostný rozvoj.

  Dominique Martin (ENF), par écrit. – En critiquant sans détour l’islam radical, en reconnaissant qu’il y a des terroristes dans les flux migratoires et que Schengen a des failles de sécurité, ce texte est étonnamment objectif, ce dont nous nous félicitons. La définition de la menace et de la protection des infrastructures critiques est correcte même si les recommandations contre la radicalisation manquent parfois de convictions : le « politiquement correct » a encore du mal à appeler une mosquée, « une mosquée ». La volonté de faire croître l’interopérabilité entre les États membres et entre les Agences (à condition que la subsidiarité soit pleinement respectée) est de bon sens sur les questions internationales de terrorisme.

Par ailleurs, ce texte favorisera l’aide aux victimes du terrorisme : une mesure essentielle pour éviter la « double peine ». Enfin, les recommandations à propos de l’interdiction de la vente de visa, de la liste noire des prédicateurs de haine (imams) et de la fermeture des mosquées radicalisées sont (enfin !) les bienvenues. L’UE est passée maître dans l’art des déclarations d’intention. Espérons qu’après un constat sincère, les parlementaires prennent réellement les mesures adéquates : contrôle de l’immigration et des frontières, éradication de l’islam radical. Démantèlement des filiales de financement.