Antwoord van mevrouw Thyssen namens de Commissie
26.6.2018
De Commissie zal schendingen van de arbeidsrechten, waaronder dwangarbeid, blijven aanpakken. Dat doet zij vanuit een multidimensionale benadering en in samenwerking met verscheidene belanghebbenden en internationale organisaties, zoals de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en via haar engagement voor de kledingsector[1]. De EU streeft de ratificatie en de uitvoering van de fundamentele verdragen van de IAO na en besteedt speciale aandacht aan de snelle internationale ratificatie van het Protocol van 2014 bij het verdrag betreffende de gedwongen arbeid.
De EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten en niet-financiële informatie[2] ondersteunt eveneens een betere eerbiediging van arbeidsrechten[3].
De Commissie verwacht van bedrijven dat zij de arbeidsnormen eerbiedigen, en dus een einde maken aan gedwongen arbeid in de kledingsector, en de nodige zorgvuldigheid in acht nemen, ongeacht waar zij actief zijn[4].
De Commissie speelt een actieve rol als facilitator van de dialoog en de uitwisseling van informatie en beste praktijken via regelmatige contacten met de voornaamste belanghebbenden in de waardeketen voor kleding, bijvoorbeeld in de OESO[5]. Specifieke projecten met financiering uit het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking ondersteunen het maatschappelijk middenveld, private en publieke entiteiten om capaciteit op te bouwen en schendingen van de arbeidsrechten te voorkomen met corrigerende en begeleidende maatregelen. Activiteiten zijn onder meer gericht op een betere kennis en bewustwording, uitgebreidere transparantie‐ en traceerbaarheidsregelingen, met name bij uitbesteed en informeel werk[6].
De EU heeft arbeidskwesties met India op verschillende manieren aangekaart: via de mensenrechtendialoog tussen de EU en India, de universele periodieke doorlichting van 2017 of recenter met de voorzitter van de nationale mensenrechtencommissie van India. Via de Fear Wear Foundation heeft de EU ook een project gefinancierd om geweld op het werk en de uitbuiting van vrouwen in bepaalde fabrieken in de exportgerichte kledingindustrie in het zuiden van India te beperken.
- [1] Zie Werkdocument van de diensten van de Commissie „Sustainable garment value chains through EU development action”, SWD(2017) 147.
- [2] Ondernemingen waarop EU-richtlijn met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie (2014/95/EU) van toepassing is, moeten verslag uitbrengen over het beleid dat zij voeren met betrekking tot onder andere personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en belangrijke risico's die verbonden zijn aan deze aangelegenheden in verband met de bedrijfsactiviteiten van de onderneming.
- [3] Zie EU-richtlijn inzake overheidsopdrachten (2014/24/EU); EU-richtlijn met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie (2014/95/EU).
- [4] Onder meer door de uitvoering van de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen/verantwoord ondernemerschap te bevorderen.
- [5] Bijvoorbeeld in het OESO-forum over de nodige zorgvuldigheid in de kleding‐ en schoenensector (OECD Forum on Due diligence in the garment and footwear sector).
- [6] Meerlanden-actieprogramma voor 2016 van het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking: „Promoting Responsible Supply Chains in the Garment Sector with a focus on Decent Work, Transparency and Traceability” en oproep tot het indienen van voorstellen EuropeAid/157515/DH/ACT/Multi.