• EN - English
  • NL - Nederlands
Parlementaire vraag - E-001462/2019(ASW)Parlementaire vraag
E-001462/2019(ASW)

Antwoord van mevrouw Bulc namens de Europese Commissie

1.) Het vervoer van militaire activa en apparatuur, waaronder mogelijk ook gevaarlijke goederen, wordt door hun gewicht of afmetingen in bepaalde gevallen als vervoer van bijzondere ladingen beschouwd. Het voorstel van de Commissie voor de Connecting Europe Facility (CEF) 2021-2027[1] voorziet in medefinanciering voor vervoersinfrastructuur voor tweeledig (civiel-militair) gebruik. Indien daar behoefte aan is, kan in principe dus medefinanciering worden verleend voor de aanleg van nieuwe of de aanpassing van bestaande infrastructuur die wegvervoer van zowel civiele als militaire goederen met een uitzonderlijk hoog gewicht of uitzonderlijk grote afmetingen mogelijk maakt. Financiering voor het onderhoud van infrastructuur is echter niet mogelijk in het kader van de CEF. 

2-3.) De Commissie heeft Richtlijn 96/53/EG inzake gewichten en afmetingen van zware vrachtwagens herzien in 2015 en 2018. De afgifte van speciale vergunningen voor abnormale ladingen kwam niet  ter sprake tijdens het overleg, en de Commissie heeft momenteel geen plannen om een nieuwe herziening van de richtlijn voor te stellen. Wat de vereenvoudiging van de regels voor abnormaal vervoer betreft, is de Commissie van mening dat bij vergunningen voor abnormale ladingen rekening moet worden gehouden met de lokale infrastructuur en verkeersomstandigheden. Het is dan ook logisch dat de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor verkeersveiligheid en infrastructuur het best geplaatst zijn voor de afgifte van dergelijke vergunningen. In het verleden zijn wel richtsnoeren voor beste praktijken[2] gepubliceerd om deze nationale autoriteiten, op vrijwillige basis, te helpen om het wegverkeer van abnormale ladingen te vereenvoudigen en te harmoniseren en om het gebruik van informatietechnologieën aan te moedigen.

Het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende elektronische informatie over het vrachtvervoer (eFTI) bevat een geharmoniseerd kader voor de digitalisering van de documenten met informatie die nodig is om aan te tonen dat zowel de EU‐ als de nationale wetgeving inzake het vervoer van goederen in de EU is nageleefd[3]. In dit opzicht zou de digitalisering van door de lidstaten afgegeven vergunningen worden behandeld in het kader van de toepassing van de eFTI-verordening, voor zover die vergunningen zijn geregeld door nationale vervoerswetgeving waarbij vereist is dat „informatie wordt verstrekt die geheel of gedeeltelijk identiek is” aan de informatie die vereist is uit hoofde van de in die verordening vermelde EU-vervoerswetgeving[4]. Voor vergunningen die geregeld zijn door wetgeving die buiten het toepassingsgebied van de eFTI-verordening valt, kan digitalisering worden besproken in het forum voor digitaal vervoer en digitale logistiek (DTLF) van de Commissie, als de bevoegde nationale autoriteiten hiermee instemmen.

Laatst bijgewerkt op: 5 juni 2019
Juridische mededeling - Privacybeleid