Parlementaire vraag - O-000051/2015Parlementaire vraag
O-000051/2015

Noodzaak van een snelle tenuitvoerlegging van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief door de lidstaten

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000051/2015
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Marita Ulvskog, namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Procedure : 2015/2679(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-000051/2015
Ingediende teksten :
O-000051/2015 (B8-0551/2015)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Als gevolg van de crisis heeft de jongerenwerkloosheid in vele lidstaten en regio's zorgwekkende proporties aangenomen. Vele jongeren geraken niet aan een eerste baan en kunnen dus niet aan een onafhankelijk volwassen leven beginnen. Om deze situatie met spoed aan te pakken werd in 2013 het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI) goedgekeurd. Het YEI heeft tot doel financiële middelen ter beschikking te stellen voor het bevorderen van de jongerenwerkgelegenheid in de meest getroffen regio's van de EU, onder meer door het opzetten van jongerengarantieregelingen. Om een snelle implementatie mogelijk te maken werden de YEI-kredieten vervroegd toegewezen en de uitgaven werden subsidiabel gemaakt per 1 september 2013.

Het programma loopt nu al meer dan een jaar, maar de resultaten op het terrein lossen de initiële verwachtingen niet in. De maatregelen die een snelle besteding van de fondsen mogelijk moesten maken hebben niet geleid tot een snelle en efficiënte gebruikmaking van YEI-middelen. Kansen voor een urgente aanpak van de jeugdwerkloosheid bleven onbenut.

Het was de Europese Raad die aanvankelijk het voorstel had gedaan voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief. Maar op dit moment, anderhalf jaar nadat de uitgaven subsidiabel zijn gemaakt, hebben de lidstaten veel minder dan verwacht gebruik gemaakt van YEI-middelen en is de vooruitgang ongelijkmatig. Is er, behalve een gebrek aan liquide middelen om het YEI te lanceren – een probleem dat nu wordt aangepakt door het voorstel om de voorfinanciering aanzienlijk op te trekken – nog een andere reden waarom de lidstaten niet op gang komen? Wat zal de Raad doen om de lidstaten aan te sporen tot een snelle en efficiënte tenuitvoerlegging?

Het zijn de lidstaten die de hoogste jongerenwerkloosheid hebben en die het hardst door de crisis getroffen zijn, die achterop hinken in het gebruik van de YEI-middelen en de implementatie van de jongerengarantieregelingen, en eigenlijk zijn er langetermijnmaatregelen nodig om dit probleem aan te pakken. Wat zijn de specifieke hinderpalen waarmee deze landen geconfronteerd worden? Welke verbeteringen kan de Raad beloven? Kan de Raad zorgen voor een gezonde financiering van het YEI eens de vervroegd toegewezen middelen zijn gebruikt?

Het Parlement verwacht dat de middelen van de extra voorfinanciering binnen de 2 maanden na de inwerkingtreding van de gewijzigde Verordening snel, efficiënt en resultaatgericht worden gebruikt. Welke maatregelen zal de Raad nemen om de jonge werklozen en het Parlement te garanderen dat deze fondsen snel worden gebruikt? Hoe zal hij verslag uitbrengen over de vorderingen aan de jonge werklozen, het Parlement en de andere betrokkenen? Kan hij beloven dat er zes maand na de inwerkingtreding van de gewijzigde Verordening een evaluatie van de vorderingen komt? Wat denkt hij te doen wanneer de resultaten niet zijn zoals verwacht, zelfs na de huidige verhoging van de voorfinanciering?