Parlementaire vraag - O-000091/2015Parlementaire vraag
O-000091/2015

Onzekere dienstverbanden

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000091/2015
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Thomas Händel, namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Procedure : 2015/2708(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-000091/2015
Ingediende teksten :
O-000091/2015 (B8-0752/2015)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Het Europees Parlement heeft de EU opgeroepen de lidstaten te ondersteunen bij het doorvoeren van de nodige structurele hervormingen die de flexibiliteit van de arbeidsmarkt vergroten en de juiste voorwaarden scheppen, zodat bedrijven werkgelegenheid kunnen creëren. In de EU Employment and Social Situation Quarterly Review van maart 2015 heeft de Commissie onderkend dat het aantal vaste, voltijdse contracten voor het derde achtereenvolgende kwartaal sterker is toegenomen dan het aantal tijdelijke deeltijdbanen. Toch erkende de Commissie ook dat armoede onder werknemers blijft bestaan. Voor 50 % van alle werkzoekenden is het vinden van een baan onvoldoende om uit de armoede te geraken, terwijl de productiviteit evenmin stijgt.

1. Kan de Commissie een gedetailleerder overzicht geven van de huidige situatie omtrent onzekere dienstverbanden die uit diverse arbeidscontracten kunnen voortvloeien, alsook van de tendensen op dit gebied?

2. In hoeverre hebben de lidstaten de EU-arbeidsrichtlijnen die raken aan dit specifieke onderwerp ten uitvoer gelegd (Richtlijn 97/81/EG inzake deeltijdarbeid, Richtlijn 99/70/EG inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, en Richtlijn 2008/104/EG betreffende uitzendarbeid)?

3. Beoogt de Commissie nieuwe maatregelen en beleid te ontwikkelen met het oog op bestrijding van onzekere dienstverbanden, zoals nulurencontracten, pseudo-zelfstandigheid, onderaanneming en uitbesteding, en zwart, informeel en onregelmatig werk? Zo ja, welke maatregelen en welk beleid? Welke sectoren en categorieën werknemers worden het zwaarst getroffen?

4. Hoe moedigt de Commissie samenwerking tussen de lidstaten aan zodat de Europa 2020-doelstellingen inzake werkgelegenheid (artikel 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) worden verwezenlijkt, terwijl zij het subsidiariteitsbeginsel in ogenschouw houdt? Welke rol kunnen bedrijven en de sociale partners op dit vlak spelen, zowel op EU-niveau als op nationaal niveau?