Parlementaire vraag - O-000131/2016Parlementaire vraag
O-000131/2016

Bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, seksisme en andere vormen van onverdraagzaamheid

27.10.2016

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000131/2016
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Ulrike Lunacek, Jean Lambert, Judith Sargentini, Josep-Maria Terricabras, Eva Joly, Benedek Jávor, Tatjana Ždanoka, Molly Scott Cato, Keith Taylor, Bronis Ropė, Pascal Durand, Yannick Jadot, Karima Delli, José Bové, Michèle Rivasi, namens de Verts/ALE-Fractie

In 1998 werd het Handvest van de Europese politieke partijen voor een samenleving zonder racisme vastgesteld. In 2008 is het Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 vastgesteld betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht. De tenuitvoerlegging ervan werd in 2014 geëvalueerd. In juni 2016 kondigde commissaris Jourová de oprichting van een Groep op hoog niveau voor de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid aan. Racisme en vreemdelingenhaat zijn desondanks wijdverbreid en brengen dikwijls homofobie, seksisme en andere vormen van haat en onverdraagzaamheid met zich mee. Bovendien worden racisme en vreemdelingenhaat steeds vaker aangewakkerd door politieke partijen –met inbegrip van regeringspartijen– die hun campagnes richten tegen asielzoekers, immigranten, waaronder EU-burgers uit andere lidstaten. De sterke stijging van haatpraat, haatmisdrijven en discriminatie naar aanleiding van de Brexit-stemming en de binnenkomst van asielzoekers en migranten, wat zelfs uitmondt in moord, is een uiterst zorgwekkend voorbeeld van deze trend. Er wordt dus aangezet tot haat, onverdraagzaamheid, discriminatie en geweld door partijen die dit juist zouden moeten bestrijden.

1. Welke maatregelen is de Raad van plan te nemen om racisme, vreemdelingenhaat, homofobie, seksisme en andere vormen van intolerantie in politieke campagnes te bestrijden?

2. Over welke instrumenten beschikt de Raad om racisme en vreemdelingenhaat in lidstaten aan te pakken die het Kaderbesluit formeel hebben omgezet, maar in de praktijk niet toepassen?

3. Is de Raad ook van oordeel dat het noodzakelijk is om voorstellen in te dienen voor de bijwerking en aanscherping van het Kaderbesluit, onder meer door de toevoeging van bepalingen betreffende homofobie, seksisme en andere vormen van onverdraagzaamheid?

4. Welke maatregelen is de Raad van plan te treffen om het voorstel van 2 juli 2008 voor een richtlijn van de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, zo spoedig mogelijk vast te stellen?