1. Verzoeken om indiening van een procedurele motie over:
(a) de niet-ontvankelijkheid van een onderwerp (artikel 197),
(b) de terugverwijzing naar de commissie (artikel 198),
(c) de sluiting van een debat (artikel 199),
(d) de verdaging van een debat of van een stemming (artikel 200), of
(e) de schorsing of sluiting van de vergadering (artikel 201)
hebben voorrang boven andere verzoeken om het woord te voeren.
Behalve de indiener mogen over die moties alleen de volgende leden worden gehoord: een tegenstander en de voorzitter of de rapporteur van de bevoegde commissie.