Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/0056(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0377/2017

Ingediende teksten :

A8-0377/2017

Debatten :

PV 15/01/2018 - 14
CRE 15/01/2018 - 14

Stemmingen :

PV 16/01/2018 - 5.1
CRE 16/01/2018 - 5.1
Stemverklaringen
PV 29/05/2018 - 7.11

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0001
P8_TA(2018)0214

Aangenomen teksten
PDF 196kWORD 56k
Dinsdag 16 januari 2018 - Straatsburg
Beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan ***I
P8_TA(2018)0001A8-0377/2017

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 16 januari 2018 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) (COM(2017)0128 – C8-0121/2017 – 2017/0056(COD))(1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Bij de uitvoering van de door de SPRFMO vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen dienen de Unie en de lidstaten ernaar te streven kustvisserijactiviteiten te stimuleren, alsmede het gebruik van vistuigen en visserijtechnieken die selectief en minder milieubelastend zijn, met inbegrip van tuigen en technieken die in de traditionele en de ambachtelijke visserij worden gebruikt, waarmee wordt bijgedragen tot een redelijke levensstandaard voor de lokale economie.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1
Bij deze verordening worden beheers-, instandhoudings- en controlebepalingen inzake de visserij op grensoverschrijdende soorten in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) vastgesteld.
Bij deze verordening worden beheers-, instandhoudings- en controlebepalingen inzake de visserij op grensoverschrijdende visbestanden in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) vastgesteld.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1 – letter c
(c)  vissersvaartuigen van derde landen wanneer zij toegang vragen tot havens van de Unie of het voorwerp uitmaken van een inspectie in havens van de Unie en in het SPRFMO-verdragsgebied geoogste visserijproducten aan boord hebben.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 1
(1)  "SPRFMO-verdragsgebied": het geografische gebied op volle zee ten zuiden van 10° NB, ten noorden van het CCAMLR-verdragsgebied zoals omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren, ten oosten van het SIOFA-verdragsgebied zoals omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan, en ten westen van de gebieden die onder de visserij-jurisdictie van de Zuid-Amerikaanse staten vallen;
(1)  "SPRFMO-verdragsgebied": het geografische gebied dat is afgebakend in artikel 5 van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan;
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 2
(2)  "vissersvaartuig": elk vaartuig, ongeacht de omvang, dat wordt ingezet of is bedoeld om te worden ingezet voor de commerciële exploitatie van visbestanden, met inbegrip van ondersteuningsvaartuigen, vaartuigen voor visverwerking, vaartuigen waarop vangsten worden overgeladen en transportvaartuigen die zijn uitgerust voor het vervoer van visserijproducten, met uitzondering van containerschepen;
(2)  "vissersvaartuig": elk vaartuig, ongeacht de omvang, dat wordt ingezet of is bedoeld om te vissen, met inbegrip van vaartuigen voor visverwerking, ondersteuningsvaartuigen, transportvaartuigen en andere vaartuigen die rechtstreeks betrokken zijn bij visserijactiviteiten;
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 7
(7)  "voetafdruk van de bodemvisserij": het geografische gebied dat de bodemvisserij in het SPRFMO-verdragsgebied gedurende een bepaalde periode heeft bestreken;
(7)  "voetafdruk van de bodemvisserij": het geografische gebied dat de bodemvisserij in het SPRFMO-verdragsgebied gedurende de periode 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 heeft bestreken;
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 10
(10)  "gevestigde visserij": visserij die de voorbije tien jaar niet is gesloten en waarbij in die periode visvangst of visvangst met een specifiek vistuigtype of een specifieke techniek heeft plaatsgevonden;
Schrappen
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 10 bis (nieuw)
(10 bis)  "grote pelagische drijfnetten" (drijvende kieuwnetten): kieuwnetten, andere netten of een combinatie van netten met een lengte van meer dan 2,5 kilometer, waarvan het doel is vis te verwarren, te beknellen of te verstrikken door op het wateroppervlak of in het water te drijven.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 10 ter (nieuw)
(10 ter)  "diepzeekieuwnetten" (schakelnetten, staande netten, geankerde netten, zinknetten): reeksen van enkele, dubbele of driedubbele netwanten, die rechtop, op of dichtbij de bodem worden geplaatst en waarin vis verward, bekneld of verstrikt raakt. Diepzeekieuwnetten bestaan uit enkele of, minder gebruikelijk, dubbele of driedubbele netten die samen worden bevestigd aan hetzelfde touwkader. Er kunnen diverse soorten netten worden gebruikt in één tuig. Die netten kunnen afzonderlijk worden gebruikt of, hetgeen gebruikelijker is, in grote aantallen die in lijn worden geplaatst ("vloten" van netten). Het vistuig kan worden bevestigd, aan de bodem worden verankerd of drijvend worden gehouden, vrijelijk hetzij bevestigd aan het vaartuig.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 11
(11)  "IOO-visserijactiviteiten": illegale, ongemelde of ongereguleerde visserijactiviteiten in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1005/2008;
(11)  "IOO-visserij": illegale, ongemelde of ongereguleerde visserijactiviteiten in de zin van artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008;
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 16
(16)  "kwetsbaar marien ecosysteem": een marien ecosysteem waarvan de integriteit, volgens de beste beschikbare wetenschappelijke informatie en het voorzorgsbeginsel, wordt bedreigd door significante nadelige effecten als gevolg van fysiek contact met bodemvistuig tijdens de normale visserijactiviteiten, zoals riffen, onderzeese bergen, warmwaterkraters, koudwaterkoralen en koudwatersponsriffen.
(16)  "kwetsbaar marien ecosysteem": een marien ecosysteem waarvan de integriteit (d.w.z. de structuur of de functie van het ecosysteem), volgens de beste beschikbare wetenschappelijke informatie en het voorzorgsbeginsel, wordt bedreigd door significante nadelige effecten als gevolg van fysiek contact met bodemvistuig tijdens de normale visserijactiviteiten, zoals riffen, onderzeese bergen, warmwaterkraters, koudwaterkoralen en koudwatersponsriffen.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 bis (nieuw)
Artikel 6 bis
Toewijzing van vangstmogelijkheden voor Chileense horsmakreel
Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 maken de lidstaten bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden voor bestanden Chileens horsmakreel gebruik van transparante en objectieve criteria van onder meer ecologische, sociale en economische aard, streven zij naar een eerlijke verdeling van de nationale quota over de diverse vlootsegmenten, met bijzondere aandacht voor de traditionele en de ambachtelijke visserij, en zorgen zij voor stimulansen voor vissersvaartuigen die zijn uitgerust met selectief vistuig of die gebruikmaken van minder milieubelastende visserijtechnieken.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 6
6.  Vissersvaartuigen van de Unie mogen geen afval lozen tijdens het uitzetten en het inhalen. Indien dit niet haalbaar is, verzamelen de vissersvaartuigen het afval en lozen zij het pas na een tussentijd van twee uur of langer.
6.  Vissersvaartuigen van de Unie mogen geen afval lozen tijdens het uitzetten en het inhalen. Indien dit niet haalbaar is en wanneer het omwille van de operationele veiligheid nodig is biologisch afval te lozen, verzamelen de vissersvaartuigen het afval en lozen zij het pas na een tussentijd van twee uur of langer.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 4
4.  Vissersvaartuigen van de Unie mogen geen afval lozen tijdens het uitzetten en het inhalen.
4.  Vissersvaartuigen van de Unie mogen voor zover mogelijk geen afval lozen tijdens het uitzetten en het inhalen.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 5
5.  Vissersvaartuigen van de Unie verwerken afval tot vismeel en houden al het afvalmateriaal aan boord; lozingen blijven beperkt tot lozingen van vloeibare afvalstoffen/afvalwater. Indien dit niet haalbaar is, verzamelen de vissersvaartuigen het afval en lozen zij het pas na een tussentijd van twee uur of langer.
5.  Vissersvaartuigen van de Unie verwerken afval voor zover mogelijk en passend tot vismeel en houden al het afvalmateriaal aan boord; lozingen blijven beperkt tot lozingen van vloeibare afvalstoffen/afvalwater. Indien dit niet haalbaar is, verzamelen de vissersvaartuigen het afval en lozen zij het pas na een tussentijd van twee uur of langer.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 6
6.  Netten worden na elke visserijactiviteit schoongemaakt om verstrikte vis en bentisch materiaal te verwijderen en zo interacties met vogels tijdens het uitzetten van vistuig te voorkomen.
6.  Netten worden zo mogelijk na elke visserijactiviteit schoongemaakt om verstrikte vis en bentisch materiaal te verwijderen en zo interacties met vogels tijdens het uitzetten van vistuig te voorkomen.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)
b bis)   gegevens over waargenomen interacties met zeevogels.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 – letter b
b)  het gemiddelde vangstniveau in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006;
b)  het gemiddelde jaarlijkse vangstniveau in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006;
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Titel III – Hoofdstuk II bis (nieuw)
Hoofdstuk II bis
Kieuwnetten
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 bis (nieuw)
Artikel 17 bis
Kieuwnetten
1.  Het gebruik van grote pelagische drijfnetten en alle diepzeekieuwnetten is verboden in het hele SPRFMO-verdragsgebied.
2.  Vlaggenlidstaten die hun vaartuigen het SPRFMO-verdragsgebied willen laten betreden met kieuwnetten aan boord:
a)  stellen het SPRFMO-secretariaat daarvan uiterlijk 36 uur voordat zij het SPRFMO-verdragsgebied betreden op de hoogte, en vermelden ook de verwachte aankomst- en vertrekdata en de lengte van het kieuwnet dat zich aan boord bevindt;
b)  garanderen dat hun vaartuigen zijn uitgerust met een volgsysteem voor vaartuigen dat zich tijdens de doorvaart in het SPRFMO-verdragsgebied elke twee uur meldt;
c)  dienen uiterlijk dertig dagen nadat het vaartuig het SPRFMO-verdragsgebied heeft verlaten positieberichten van het volgsysteem voor vaartuigen in bij het SPRFMO-secretariaat; en
d)  melden, als kieuwnetten per abuis kwijtraken of overboord vallen, zo snel mogelijk en in elk geval binnen 48 uur nadat het tuig verloren is geraakt de datum, tijd, positie en lengte (in meter) van de verloren kieuwnetten aan het SPRFMO-secretariaat.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – lid 5
5.  Onverminderd artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 mogen vissersvaartuigen van de Unie die niet in het vaartuigenregister van de SPRFMO zijn opgenomen, geen visserijactiviteiten verrichten met betrekking tot in het SPRFMO-verdragsgebied geoogste soorten.
5.  Onverminderd artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 mogen vissersvaartuigen van de Unie die niet in het vaartuigenregister van de SPRFMO zijn opgenomen, geen visserijactiviteiten verrichten met betrekking tot soorten die onder de verantwoordelijkheid van het SPRFMO vallen in het verdragsgebied.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 4
4.  Dit artikel laat de artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en artikel 4, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 1005/2008 onverlet.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 25 – lid 1 – letter c
c)  wijst een contactpunt aan voor het doorzenden van de inspectieverslagen uit hoofde van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad.
c)  wijst een contactpunt aan voor het ontvangen van de inspectieverslagen uit hoofde van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 – alinea 1
De lidstaten dienen ten minste 120 dagen vóór de jaarvergadering bij de Commissie alle gedocumenteerde informatie in die wijst op mogelijke gevallen van niet-naleving door vissersvaartuigen van instandhoudings- en beheersmaatregelen in het SPRFMO-verdragsgebied in de voorbije twee jaar. De Commissie onderzoekt die informatie en zendt deze in passende gevallen ten minste 90 dagen vóór de SPRFMO-jaarvergadering door aan het SPRFMO-secretariaat.
De lidstaten dienen ten minste 150 dagen vóór de jaarvergadering bij de Commissie alle gedocumenteerde informatie in die wijst op mogelijke gevallen van niet-naleving door vissersvaartuigen van instandhoudings- en beheersmaatregelen in het SPRFMO-verdragsgebied in de voorbije twee jaar. De Commissie onderzoekt die informatie en zendt deze in passende gevallen ten minste 120 dagen vóór de SPRFMO-jaarvergadering door aan het SPRFMO-secretariaat.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 30 bis – lid 2
2.  De autoriteiten van de lidstaat die door de Commissie in kennis is gesteld van de opneming van een onder zijn vlag varend vissersvaartuig in de ontwerplijst van IOO-vaartuigen, stellen de eigenaar van het vaartuig in kennis van de opneming ervan in de SPRFMO-ontwerplijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de bekrachtiging van de opneming daarvan in de door de SPRFMO aangenomen lijst van IOO-vaartuigen kan hebben.
2.  Als de Commissie in kennis is gesteld van het feit dat een onder de vlag van een lidstaat varend vissersvaartuig is opgenomen in de SPRFMO-ontwerplijst van IOO-vaartuigen, stelt de Commissie de autoriteiten van de lidstaat in kwestie in kennis, die op hun beurt de eigenaar van het vaartuig in kennis stellen van de opneming ervan in de SPRFMO-ontwerplijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de bekrachtiging van de opneming daarvan in de door de SPRFMO aangenomen lijst van IOO-vaartuigen kan hebben.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 32 quater – lid 1 – letter e
e)  Positie, datum en tijdstip (UTC);
e)  Positie (lengte- en breedtegraad), datum en tijdstip (UTC);

(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0377/2017).

Laatst bijgewerkt op: 27 september 2018Juridische mededeling - Privacybeleid