Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2017/2177(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A8-0299/2018

Ingediende teksten :

A8-0299/2018

Debatten :

PV 23/10/2018 - 20
CRE 23/10/2018 - 20

Stemmingen :

PV 24/10/2018 - 11.7
CRE 24/10/2018 - 11.7
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P8_TA(2018)0406

Aangenomen teksten
PDF 139kWORD 51k
Woensdag 24 oktober 2018 - Straatsburg
Kwijting 2016: Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)
P8_TA(2018)0406A8-0299/2018
Besluit
 Resolutie

1. Besluit van het Europees Parlement van 24 oktober 2018 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken voor het begrotingsjaar 2016 (2017/2177(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken voor het begrotingsjaar 2016,

–  gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken voor het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Bureau(1),

–  gezien de verklaring van de Rekenkamer(2) voor het begrotingsjaar 2016 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de aanbeveling van de Raad van 20 februari 2018 betreffende de aan het Bureau te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2016 (05941/2018 – C8-0087/2018),

–  gezien zijn besluit van 18 april 2018(3) tot uitstel van het kwijtingsbesluit voor het begrotingsjaar 2016, alsmede de antwoorden van de uitvoerend directeur van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken,

–  gezien de acties die het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Commissie en de raad van bestuur van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken hebben ondernomen naar aanleiding van het besluit tot uitstel van kwijting van het Parlement van 18 april 2018, dat heeft geleid tot het ontslag van de heer José Carreira uit zijn ambt van uitvoerend directeur van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken op 6 juni 2018,

–  gezien de hoorzitting van 3 september 2018 en de voorgestelde corrigerende maatregelen die de nieuwe uitvoerend directeur ad interim van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken reeds heeft genomen sinds zijn aanstelling in juni 2018,

–  gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(4), en met name artikel 208,

–  gezien Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken(5), en met name artikel 36,

–  gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(6), en met name artikel 108,

–  gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

–  gezien het tweede verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0299/2018),

1.  weigert de uitvoerend directeur van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken kwijting te verlenen voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2016;

2.  formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

(1) PB C 417 van 6.12.2017, blz. 79.
(2) PB C 417 van 6.12.2017, blz. 79.
(3) PB L 248 van 3.10.2018, blz. 195.
(4) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(5) PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11.
(6) PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.


2. Resolutie van het Europees Parlement van 24 oktober 2018 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken voor het begrotingsjaar 2016 (2017/2177(DEC))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken voor het begrotingsjaar 2016,

–  gezien artikel 94 en bijlage IV van zijn Reglement,

–  gezien het tweede verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0299/2018),

A.  overwegende dat alle gedecentraliseerde agentschappen van de Unie transparant moeten zijn en dat zij ten volle verantwoording verschuldigd zijn aan de burgers van de Unie voor de hun als orgaan van de Unie toevertrouwde middelen;

B.  overwegende dat de rol van het Parlement bij het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Financieel Reglement en in de financiële kaderregeling is vastgelegd;

1.  onderstreept het belang van een verantwoordelijk optreden, op een verantwoorde en transparante wijze en in overeenstemming met alle relevante regels en voorschriften, bij de uitvoering van de Uniebegroting;

2.  herinnert aan de rol van het Parlement in het kader van de kwijtingsprocedure, zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Financieel Reglement en het Reglement van het Parlement;

3.  is verheugd dat het oorspronkelijke besluit van 18 april 2018 tot uitstel van het kwijtingsbesluit voor het begrotingsjaar 2016heeft geleid tot krachtige corrigerende maatregelen die door het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Commissie, de raad van bestuur en de nieuwe uitvoerend directeur ad interim van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (hierna "het Bureau" genoemd) zijn genomen;

4.  onderkent dat afgezien van de voltooiing van het onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) naar het vorige bestuur van het Bureau, de tot dusver genomen corrigerende maatregelen gedeeltelijk tegemoetkomen aan de bezwaren die het Parlement kenbaar heeft gemaakt in zijn besluit tot uitstel van kwijting van 18 april 2018;

Het lopende onderzoek van OLAF

5.  herinnert eraan dat er op dit moment een onderzoek van OLAF loopt naar een aantal leden en voormalige leden van het Bureau, die functies bekleden in het hoger en middenkader;

6.  stelt met tevredenheid vast dat de raad van bestuur op 6 juni 2018 heeft besloten de uitvoerend directeur met onmiddellijke ingang uit zijn functie te ontheffen; is ingenomen met de aanstelling van een uitvoerend directeur ad interim, die geen voorwerp is van een OLAF-onderzoek; betreurt evenwel dat de raad van bestuur deze actie niet veel eerder in de procedure op eigen initiatief heeft ondernomen en niet heeft verhinderd dat het verlenen van kwijting vertraging zou oplopen;

7.  is ingenomen met de maatregelen die de uitvoerend directeur ad interim al heeft genomen om de governancestructuur van het Bureau te verbeteren, de transparantie te herstellen en vertrouwen te creëren; benadrukt hoe belangrijk het is de eerder vastgestelde gebreken inzake wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen weg te nemen; verzoekt het Bureau een omvattende en gedetailleerde routekaart voor te bereiden met de volgende stappen; verzoekt het Bureau in dit verband bovendien in de routekaart een duidelijk plan op te nemen om het vertrouwen in het bestuur te herstellen, in het bijzonder aangezien bekwaam en doeltreffend bestuur van essentieel is belang is wegens de uitdagingen waar het Bureau in het algemeen mee wordt geconfronteerd, en om met name te waarborgen dat de aanwerving en de opleiding van het aanzienlijke aantal voorziene nieuwe personeelsleden voor 2018 en 2019 ertoe zullen leiden dat het Bureau over goed gemotiveerd en hooggekwalificeerd personeel beschikt, dat er een lager personeelsverloop is en dat de kennis en ervaring van het personeel behouden blijven;

8.  dringt er bij OLAF op aan om onmiddellijk nadat het onderzoek is afgerond de kwijtingsautoriteit te informeren over de resultaten van het onderzoek;

9.  verzoekt de Commissie begrotingscontrole van het Parlement de bevindingen uit het verslag van OLAF op te nemen in het kwijtingsverslag over het Bureau voor 2017 en op die wijze te garanderen dat eventuele nieuwe aanbevelingen aan het Bureau ten volle worden uitgevoerd;

Grondslag voor het oordeel met beperking ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

10.  herinnert aan de door de Rekenkamer gemelde materiële bevindingen met betrekking tot twee van de vijf belangrijke aanbestedingsprocedures die vanaf 2016 liepen en waarvoor de betalingen werden gedaan gedurende het jaar, waaruit een gebrek aan nauwkeurigheid blijkt in de aanbestedingsprocedures van het Bureau;

11.  verwacht dat alles in het werk wordt gesteld om over te gaan tot invordering van onregelmatige betalingen van het begrotingsjaar 2016: 920 561 EUR (aanbestedingsprocedure voor reisdiensten) en 592 273 EUR (kadercontract voor de levering van tijdelijke diensten ter ondersteuning van zijn antwoord op de migratiecrisis);

12.  blijft bezorgd over de kostenontwikkeling met betrekking tot reisvergoedingen; stelt vast dat de vergoedingen 997 506 EUR bedroegen in 2014, 987 515 EUR in 2015 en 1 012 147 EUR in 2016; merkt op dat deelnemers in categorie A specifieke taken moeten vervullen tijdens vergaderingen; stelt vast dat het aantal deelnemers dat een vergoeding als begunstigde in categorie A ontving, daalde van 69 % in 2014 tot 52 % in 2015 en tot 37 % in 2016; is bezorgd over de kennelijke discrepantie tussen de toegenomen werklast van het Bureau en het lagere aantal deelnemers in categorie A; benadrukt dat de stijging van de reiskostenvergoedingen en de daling van het aantal deelnemers in categorie A kan wijzen op willekeur van de kostenvergoedingsregeling;

13.  wijst er eens te meer op dat het werkprogramma van het Bureau ondersteunende activiteiten van het Bureau op de "hotspots" in diverse lidstaten omvat; benadrukt het belang van deze activiteiten en beklemtoont de bredere gevolgen voor de hele Unie van niet naar behoren geplande, beheerde of uitgevoerde taken; dringt er met klem op aan dat het Bureau zijn verantwoordelijkheden betreffende administratieve kwesties en werkzaamheden ter plaatse naar behoren opneemt;

14.  betreurt de reputatieschade die het Bureau heeft opgelopen door bovenvermelde, in de aanbestedingsprocedures vastgestelde onregelmatigheden; herinnert eraan dat een doeltreffende controle enkel door volledige transparantie in deze procedures kan worden gewaarborgd;

15.  is verheugd over de door het Bureau opgestelde actieplannen om de door de Rekenkamer gesignaleerde problemen op te lossen, namelijk:

   de aanbestedingsprocedure voor reisdiensten (reisbureau FCM) werd vervangen door een openbare aanbestedingsprocedure, die is afgerond en heeft geleid tot het afsluiten van een nieuw contract;
   het kadercontract voor de levering van tijdelijke diensten in Griekenland (Randstad) werd vervangen door een openbare aanbestedingsprocedure, die is afgerond en heeft geleid tot het afsluiten van een nieuw contract;

16.  is ingenomen met de maatregelen die het Bureau heeft genomen om de aanbestedingsprocedures te versterken, met name de toevoeging van hogere functionarissen en aanvullend ondersteunend personeel aan de sector aanbestedingen;

o
o   o

17.  verwijst voor andere opmerkingen van horizontale aard bij het kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 18 april 2018(1) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.

(1) PB L 248 van 3.10.2018, blz. 393.

Laatst bijgewerkt op: 10 december 2019Juridische mededeling - Privacybeleid