Immigratiebeleid

De verwezenlijking van een toekomstgericht, alomvattend Europees migratiebeleid gebaseerd op solidariteit is een van de hoofddoelstellingen van de Europese Unie. Het doel van het migratiebeleid is te komen tot een evenwichtige aanpak van zowel reguliere als irreguliere immigratie.

Rechtsgrondslag

De artikelen 79 en 80 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Bevoegdheden

Reguliere migratie: De EU is bevoegd om de voorwaarden vast te stellen voor toegang tot en legaal verblijf in een lidstaat voor onderdanen van derde landen, ook met het oog op gezinshereniging. De lidstaten behouden het recht vast te stellen hoeveel mensen ze willen toelaten die vanuit derde landen komen om werk te zoeken.

Integratie: De EU kan zorgen voor stimulansen en ondersteuning van maatregelen die door lidstaten worden getroffen om de integratie van legaal verblijvende onderdanen van derde landen te bevorderen; er is echter niet voorzien in een bepaling met betrekking tot de harmonisatie van de nationale wet- en regelgeving van de lidstaten.

Bestrijding van irreguliere immigratie: De Europese Unie is verplicht om irreguliere immigratie te voorkomen en terug te dringen, met name door middel van een doeltreffend terugkeerbeleid, op een wijze die in overeenstemming is met de grondrechten.

Terugnameovereenkomsten: De Europese Unie heeft de bevoegdheid om met derde landen overeenkomsten te sluiten voor de terugname door hun land van herkomst of doorreis van onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf in een van de lidstaten.

Doelstellingen

Vaststelling van een evenwichtige aanpak van immigratie: De EU streeft naar een evenwichtig beheer van reguliere immigratie en bestrijding van irreguliere immigratie. Een passend beheer van de migratiestromen betekent dat onderdanen uit derde landen die legaal in de lidstaten verblijven, moeten kunnen rekenen op een eerlijke behandeling, dat de maatregelen ter bestrijding van irreguliere immigratie, met inbegrip van mensenhandel en -smokkel, worden verscherpt en dat een nauwere samenwerking met derde landen op alle gebieden wordt bevorderd. De EU stelt zich tot doel voor reguliere immigranten uniforme rechten en plichten vast te stellen die vergelijkbaar zijn met die van EU-burgers.

Beginsel van solidariteit: Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat het immigratiebeleid gebaseerd moet zijn op de beginselen van solidariteit en billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, ook op financieel gebied (artikel 80 VWEU).

Resultaten

A. Institutionele ontwikkelingen als gevolg van het Verdrag van Lissabon

Met het Verdrag van Lissabon, dat in december 2009 in werking trad (1.1.5), werd stemming met gekwalificeerde meerderheid ingevoerd met betrekking tot reguliere immigratie, evenals een nieuwe rechtsgrondslag voor het nemen van maatregelen op het gebied van integratie. Thans is de gewone wetgevingsprocedure van toepassing op het beleid met betrekking tot zowel irreguliere als reguliere immigratie en is het Parlement medewetgever op gelijke voet met de Raad. Er zij echter op gewezen dat voorlopige maatregelen die bij een onverwachte instroom van onderdanen van derde landen worden genomen, uitsluitend door de Raad worden vastgesteld, na raadpleging van het Europees Parlement (artikel 78, lid 3, VWEU).

In het Verdrag van Lissabon wordt tevens verduidelijkt dat de bevoegdheden van de EU op dit gebied worden gedeeld met de lidstaten, met name wat betreft het aantal migranten dat tot een lidstaat wordt toegelaten om werk te zoeken (artikel 79, lid 5, VWEU). Ten slotte is het Hof van Justitie thans ten volle bevoegd op het gebied van immigratie en asiel.

B. Recente beleidsontwikkelingen

1. De “totaalaanpak van migratie en mobiliteit”

In de “totaalaanpak van migratie en mobiliteit” (TAMM), die in 2011 door de Commissie werd goedgekeurd, is een algemeen kader vastgelegd voor de relaties tussen de EU en derde landen op het gebied van migratie. De aanpak steunt op vier pijlers: reguliere immigratie en mobiliteit, irreguliere immigratie en mensenhandel, internationale bescherming en asielbeleid, en optimalisering van de ontwikkelingseffecten van migratie en mobiliteit. De mensenrechten van migranten vormen in deze benadering een horizontaal thema.

2. Strategische richtsnoeren van juni 2014

Het programma van Stockholm inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (RVVR), dat in december 2009 werd vastgesteld, is in december 2014 ten einde gelopen (4.2.1). In maart 2014 publiceerde de Commissie een nieuwe mededeling getiteld “Naar een open en veilig Europa”, waarin zij haar visie ontvouwde op de toekomstige agenda met betrekking tot de RVVR. Overeenkomstig artikel 68 van het VWEU stelde de Europese Raad vervolgens in haar conclusies van 26 en 27 juni 2014 de “strategische richtsnoeren van de wetgevende en operationele programmering in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht” voor de periode 2014-2020 vast. Het gaat hier niet langer om een programma, maar om richtsnoeren die zijn gericht op de omzetting, tenuitvoerlegging en consolidatie van de bestaande juridische instrumenten en maatregelen. In die richtsnoeren wordt de noodzaak benadrukt van een totaalaanpak van migratie, waarbij reguliere migratie zo goed mogelijk wordt benut, bescherming wordt geboden aan wie dat nodig heeft, irreguliere migratie wordt bestreden en de grenzen doeltreffend worden beheerd. De goedkeuring van nieuwe strategische richtsnoeren laat nog op zich wachten.

3. Europese migratieagenda

In mei 2015 publiceerde de Commissie de Europese migratieagenda. In de agenda worden onmiddellijke maatregelen voorgesteld om het hoofd te bieden aan de crisissituatie in het Middellandse Zeegebied, evenals acties voor de komende jaren om migratie in al haar aspecten beter te beheren.

Op basis van die agenda publiceerde de Commissie in april 2016 een mededeling met daarin haar richtsnoeren op het gebied van reguliere migratie en asiel. De vier hoofdpunten van de richtsnoeren voor het beleid inzake reguliere migratie zijn: het herzien van de blauwekaartrichtlijn, het aantrekken van innovatieve ondernemers in de EU, het ontwikkelen van een coherenter en efficiënter model voor beheer van reguliere migratie op het niveau van de EU door met name het bestaande kader te evalueren en de samenwerking met de belangrijkste landen van herkomst versterken, om legale kanalen voor migratie naar de EU te waarborgen, maar ook om de terugkeer van migranten die geen recht hebben om te blijven, te verbeteren.

In oktober 2019 publiceerde de Commissie haar meest recente voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda, waarin de vooruitgang en de tekortkomingen bij de uitvoering van de agenda werden onderzocht. In september 2021, een jaar na de goedkeuring van het nieuwe migratie- en asielpact, heeft de Commissie haar eerste verslag over migratie en asiel goedgekeurd, dat alle aspecten van migratiebeheer bestrijkt en de balans opmaakt van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van migratie- en asielbeleid in het afgelopen periode van anderhalf jaar. Het tweede verslag over migratie en asiel werd gepubliceerd op 6 oktober 2022.

Alle beleidsontwikkelingen worden nauwlettend gemonitord door het Europees Migratienetwerk, dat in 2008 is opgericht als een EU-netwerk van migratie- en asieldeskundigen uit alle lidstaten, die samenwerken om objectieve, vergelijkbare en beleidsrelevante informatie te verstrekken.

4. Het nieuwe migratie- en asielpact

Zoals aangekondigd in haar werkprogramma voor 2020 publiceerde de Commissie in september 2020 haar nieuwe pact, dat tot doel heeft de asielprocedure te integreren in het algemene migratiebeheer en deze te koppelen aan voorafgaande screening en terugkeer, maar ook betrekking heeft op het beheer van de buitengrenzen, sterkere prognoses, crisisparaatheid en -respons in combinatie met een solidariteitsmechanisme, en externe betrekkingen met belangrijke derde landen van herkomst en doorreis (4.2.2). Het nieuwe pact omvat een aanbeveling van de Commissie om aanvullende legale trajecten voor bescherming te ontwikkelen, zoals hervestiging en andere vormen van toelating op humanitaire gronden zoals programma’s voor gemeenschapssponsoring maar ook trajecten die verband houden met onderwijs en werk.

In april 2022 stelde de Commissie het pakket legale migratie voor, dat voorstellen bevat voor de herschikking van de richtlijn gecombineerde vergunning en de richtlijn langdurig ingezetenen. Op 15 november 2023 stelde de Commissie het pakket mobiliteit van vaardigheden en talent voor, dat de oprichting van een EU-talentenpool omvat, evenals maatregelen ter vereenvoudiging van de erkenningsprocedures van kwalificaties om de mobiliteit van studenten en de arbeidsmarkt te bevorderen.

Op 7 september 2022 verbonden het Europees Parlement en de vijf roulerende voorzitterschappen van de Raad zich ertoe samen te werken om de in 2016 geïnitieerde hervorming van de migratie- en asielregels van de EU vóór de EU-verkiezingen van 2024 vast te stellen.

C. Recente wetgevingsontwikkelingen

Sinds 2008 is een aantal belangrijke richtlijnen betreffende immigratie vastgesteld waarvan enkele inmiddels zijn herzien.

1. Reguliere immigratie

Als gevolg van de problemen bij het vaststellen van een algemene bepaling betreffende alle arbeidsimmigratie in de EU, bestaat de huidige benadering in de vaststelling van sectorale wetgeving per migrantencategorie, om zo op EU-niveau een beleid betreffende reguliere migratie vast te stellen.

Met Richtlijn 2009/50/EG betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan werd de “Europese blauwe kaart” in het leven geroepen, een versnelde procedure om een bijzondere verblijfs- en werkvergunning af te geven die werknemers uit derde landen aantrekkelijkere voorwaarden biedt om hooggekwalificeerde banen aan te nemen in de lidstaten. In juni 2016 kwam de Commissie met een voorstel tot herziening van de regeling, dat onder andere minder strenge toelatingscriteria, een lagere salarisdrempel/een kortere vereiste minimumduur van de arbeidsovereenkomst, betere regels voor gezinshereniging en afschaffing van parallelle nationale regelingen omvatte, waar de lidstaten zich tegen verzetten. Na de publicatie van het nieuwe pact begonnen het Parlement en de Raad opnieuw aan deze herziening en op 15 september 2021 bekrachtigde het Parlement de overeenkomst die met de Raad was bereikt. De nieuwe regels voorzien in flexibelere toelatingscriteria (een geldige arbeidsovereenkomst of een bindend werkaanbod van zes maanden volstaat), terwijl de drempel van het minimumloon dat aanvragers moeten verdienen om in aanmerking te komen voor de blauwe kaart wordt verlaagd en het voor houders van een blauwe kaart gemakkelijker wordt om tussen EU-landen te reizen en zich te herenigen met hun gezin. De Richtlijn (EU) 2021/1883 werd op 20 oktober 2021 gepubliceerd in het Publicatieblad.

De richtlijn betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning (2011/98/EU) voorziet in een gemeenschappelijke, vereenvoudigde procedure voor onderdanen van derde landen die een verblijfs- en werkvergunning aanvragen in een lidstaat, alsmede in een gemeenschappelijk pakket rechten voor reguliere immigranten. In het uitvoeringsverslag, dat in maart 2019 werd goedgekeurd, werd vastgesteld dat onderdanen van derde landen die geen informatie over hun rechten hebben, de doelstelling van de richtlijn om hun integratie en gelijke behandeling te bevorderen, belemmeren. In april 2022 pact stelde de Commissie voor de richtlijn te herschikken om het toepassingsgebied ervan te vereenvoudigen en te verduidelijken, met inbegrip van de voorwaarden voor toelating en verblijf voor laag- en middelgeschoolde werknemers. De medewetgevers werken momenteel aan het dossier.

Bij de in februari 2014 vastgestelde Richtlijn 2014/36/EU worden de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider geregeld. Migrerende seizoenarbeiders mogen legaal tijdelijk in de EU verblijven voor een maximale periode van vijf tot negen maanden (afhankelijk van de lidstaat) om een seizoensgebonden activiteit uit te oefenen, waarbij zij hun hoofdverblijfplaats in een derde land behouden. De richtlijn verschaft voorts helderheid over de rechten van deze migrerende werknemers. In juli 2020 publiceerde de Commissie richtsnoeren over seizoenarbeiders in het kader van de uitbraak van COVID-19, waarin zij ook het eerste uitvoeringsverslag voor 2021 aankondigde.

Richtlijn 2014/66/EU betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming, werd op 15 mei 2014 vastgesteld. De richtlijn maakt het voor ondernemingen en multinationals makkelijker om leidinggevenden, specialisten en stagiairs tijdelijk over te plaatsen naar een filiaal of dochteronderneming in de Europese Unie. Het eerste uitvoeringsverslag moest uiterlijk november 2019 worden ingediend.

Richtlijn (EU) 2016/801 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten werd op 11 mei 2016 vastgesteld en moest uiterlijk op 23 mei 2018 zijn omgezet. Deze richtlijn vervangt de eerdere instrumenten die van toepassing waren op studenten en onderzoekers, breidt het toepassingsgebied uit en vereenvoudigt de toepassing.

De status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen in de Europese Unie is nog steeds geregeld bij Richtlijn 2003/109/EG van de Raad, zoals gewijzigd in 2011 om het toepassingsgebied uit te breiden tot vluchtelingen en andere begunstigden van internationale bescherming. In het uitvoeringsverslag van maart 2019 werd vastgesteld dat de lidstaten, in plaats van de Europese status van langdurig ingezetene actief te bevorderen, voornamelijk nationale vergunningen voor langdurig verblijf afgeven en dat slechts weinig onderdanen van derde landen gebruikmaken van hun recht om naar andere lidstaten te verhuizen. In april 2022 kwam de Commissie met het voorstel voor een herschikking van de richtlijn, met als doel een echte status voor langdurig ingezetenen in de EU te creëren, met name door het recht van langdurig ingezetenen om in andere lidstaten te reizen en te werken, te versterken. Het Europees Parlement heeft zijn onderhandelingsmandaat in april 2023 aangenomen. De medewetgevers werken momenteel aan het dossier.

2. Integratie

Richtlijn 2003/86/EG van de Raad bevat bepalingen inzake het recht op gezinshereniging, die verder gaan dan het recht op respect voor het privéleven en het familie- en gezinsleven van artikel 8 van het EVRM. Aangezien in het uitvoeringsverslag van 2008 werd geconcludeerd dat Richtlijn 2003/86/EG niet volledig en correct werd toegepast in de lidstaten, publiceerde de Commissie in april 2014 een mededeling met richtsnoeren voor de toepassing ervan. De geschiktheidscontrole van de wetgeving inzake legale migratie van de Commissie omvat ook de gezinsherenigingsrichtlijn.

De bevoegdheden van de EU op het gebied van integratie zijn beperkt. De Commissie stelde in juli 2011 de Europese agenda voor de integratie van onderdanen van derde landen vast. Meer recentelijk, in november 2020, heeft de Commissie een actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027 voorgesteld dat een beleidskader en concrete initiatieven bevat om de lidstaten te helpen bij de integratie en de toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting van de 34 miljoen onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de Unie verblijven. Het plan bundelt monitoringmaatregelen en het gebruik van nieuwe digitale instrumenten, en inspanningen om de participatie van migranten in de samenleving te bevorderen, de mogelijkheden voor EU-financiering te vergroten en partnerschappen met meerdere belanghebbenden op verschillende bestuursniveaus tot stand te brengen. De bestaande instrumenten omvatten het Europees Migratieforum; de Europese website over integratie; het Europees integratienetwerk; en de onlangs opgerichte deskundigengroep voor de standpunten van migranten op het gebied van migratie, asiel en integratie, die voor het eerst in november 2020 en sindsdien regelmatig is bijeengekomen.

De gespecialiseerde financieringsinstrumenten ter ondersteuning van het nationale integratiebeleid zijn tot dusver gebaseerd op het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) en het Europees Sociaal Fonds (ESF+), in het kader van het nieuwe meerjarige financieel kader (MFK) 2021-2027.

3. Irreguliere immigratie

De EU heeft twee belangrijke wetgevingsinstrumenten ingevoerd om de strijd tegen irreguliere immigratie aan te gaan:

  • Het zogenoemde “hulpverleningspakket” omvat Richtlijn 2002/90/EG van de Raad, waarin een gemeenschappelijke definitie van het misdrijf van facilitering van illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf is opgenomen, en Kaderbesluit 2002/946/JBZ, waarin de sancties voor dergelijke gedragingen zijn vastgesteld. Het pakket wordt aangevuld met Richtlijn 2004/81/EG van de Raad betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan slachtoffers van mensenhandel of hen die hulp hebben gehad bij illegale immigratie (zie voor mensenhandel ook de infopagina over justitiële samenwerking in strafzaken 4.2.6). In mei 2015 stelde de Commissie het EU-actieplan tegen migrantensmokkel (2015-2020) vast en werd in het kader daarvan een REFIT-evaluatie uitgevoerd om de toepassing van het bestaande rechtskader te beoordelen. Deze evaluatie werd voorafgegaan door een openbare raadpleging. De Commissie stelde vast dat er destijds niet voldoende bewijs was voor de daadwerkelijke en herhaalde vervolging van personen of organisaties voor het verlenen van humanitaire hulp, en concludeerde dat het EU-rechtskader voor de aanpak van migrantensmokkel in de huidige situatie noodzakelijk blijft. In zijn resolutie van 5 juli 2018 verzocht het Parlement de Commissie richtsnoeren voor lidstaten vast te stellen om te voorkomen dat humanitaire bijstand strafbaar wordt gesteld. De aanneming van deze resolutie werd september 2018 gevolgd door een hoorzitting over de desbetreffende kwestie. In het kader van haar nieuwe pact heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met richtsnoeren voor de interpretatie van de richtlijn inzake hulpverlening, waarin zij stelde dat de uitvoering van de wettelijke verplichting om mensen in nood op zee te redden niet strafbaar kan worden gesteld, maar dat zij niet heeft aangedrongen op extra inspanningen, waardoor opsporings- en reddingsactiviteiten in handen blijven van ngo’s en particuliere vaartuigen. Na een openbare raadpleging keurde de Commissie in september 2021 een vernieuwd EU-actieplan tegen migrantensmokkel (2021-2025) goed. Mensenhandel komt aan de orde in Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan. In december 2022 presenteerde de Commissie een voorstel voor herschikking van Richtlijn 2011/36/EU. De medewetgevers werken momenteel aan het dossier.
  • Bij Richtlijn 2008/115/EG (de terugkeerrichtlijn) worden de gemeenschappelijke EU-normen en procedures voor terugkeer van irregulier verblijvende onderdanen van derde landen vastgesteld. Het eerste verslag over de uitvoering ervan werd in maart 2014 aangenomen. In september 2015 publiceerde de Commissie het EU-actieplan inzake terugkeer, en in oktober 2015 werden de conclusies van de Raad over de toekomst van het terugkeerbeleid vastgesteld. In maart 2017 vulde de Commissie het actieplan aan met een mededeling over een vernieuwd actieplan voor een doeltreffender terugkeerbeleid in de Europese Unie en een aanbeveling over het doeltreffender maken van terugkeer. In september 2017 werd het geactualiseerde “terugkeerhandboek” gepubliceerd, dat richtsnoeren bevatte voor de uitvoering van taken op het gebied van terugkeer door de nationale autoriteiten die daartoe bevoegd zijn. Daarnaast werd in 2016 door het Parlement en de Raad Verordening (EU) 2016/1953 betreffende de vaststelling van een Europees reisdocument voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen, goedgekeurd. Het onlangs vernieuwde en versterkte Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) helpt de lidstaten in toenemende mate bij hun activiteiten op het gebied van terugkeer. In september 2018 stelde de Commissie een herschikking van de terugkeerrichtlijn voor om procedures te versnellen, met inbegrip van een nieuwe grensprocedure voor asielzoekers, duidelijkere procedures en regels ter voorkoming van misbruik, de vaststelling in de lidstaten van doeltreffende programma’s voor migranten die bereid zijn vrijwillig terug te keren, en duidelijkere regels met betrekking tot inbewaringstelling. Uit een gerichte effectbeoordeling van het Parlement blijkt dat het voorstel aanzienlijke kosten voor de lidstaten met zich mee zou brengen vanwege toegenomen inbewaringstelling. Er waren geen duidelijke aanwijzingen dat het voorstel tot een doeltreffender terugkeer zou leiden. Het zou echter waarschijnlijk leiden tot schendingen van de grondrechten van irreguliere migranten. In zijn resolutie van 17 december 2020 over de tenuitvoerlegging van de terugkeerrichtlijn benadrukte het Parlement dat de doeltreffendheid van het terugkeerbeleid van de EU niet alleen moet worden gemeten in termen van terugkeerpercentages, maar ook rekening moet houden met de eerbiediging van de grondrechten en procedurele waarborgen. De rapporteur, Tineke Strik (Verts/ALE), publiceerde haar ontwerpverslag op 21 februari 2020. De medewetgevers werken momenteel aan het dossier. In haar nieuwe pact streeft de Commissie naar een gemeenschappelijk EU-systeem voor terugkeer, met meer operationele steun voor de lidstaten en Frontex als operationele tak van het EU-terugkeerbeleid, samen met de aanstelling van een terugkeercoördinator die wordt ondersteund door een nieuw netwerk op hoog niveau voor terugkeer. De eerste EU-terugkeercoördinator, Mari Juritsch, werd benoemd in maart 2022. De Commissie heeft haar EU-strategie inzake vrijwillige terugkeer en re-integratie gepubliceerd in april 2021, het beleidsdocument “Naar een operationele strategie voor doeltreffender terugkeer” in januari 2023, en een aanbeveling over wederzijdse erkenning van terugkeerbesluiten en het bespoedigen van terugkeer, in maart 2023. Voorts wordt in het kader van de voorgestelde verordening asiel- en migratiebeheer (4.2.2) terugkeersponsoring voorgesteld als solidariteitsmaatregel waarmee de lidstaten andere lidstaten die onder druk staan, kunnen ondersteunen.
  • Bij Richtlijn 2009/52/EG (richtlijn inzake sancties tegen werkgevers) worden sancties en maatregelen vastgesteld die in de lidstaten dienen te worden toegepast tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Het eerste verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn werd op 22 mei 2014 ingediend. Na de aankondiging in het nieuwe pact heeft de Commissie in september 2021 een mededeling over de toepassing van de richtlijn goedgekeurd, met als doel de uitvoering te versterken en tegelijkertijd de rechten van irreguliere migranten te beschermen.
  • Sinds 2001 erkennen de lidstaten onderling hun respectieve verwijderingsbesluiten (Richtlijn 2001/40), en wordt een besluit van een lidstaat om een onderdaan van een derde land die in een andere lidstaat aanwezig is, uit te zetten, in acht genomen en nageleefd.

Tegelijkertijd is de EU bezig met het onderhandelen over en het sluiten van overnameovereenkomsten met de landen van herkomst en doorreis met het oog op de terugkeer van irreguliere migranten en de samenwerking in de strijd tegen mensenhandel. Deze overeenkomsten voorzien in Gemengde Comités overname om toezicht te houden op de uitvoering ervan. Zij hangen ook samen met overeenkomsten voor visumversoepeling, die de nodige stimulans moeten geven voor onderhandelingen over terugname in het desbetreffende derde land zonder irreguliere migratie te doen toenemen.

De Commissie heeft ook informele overeenkomsten gesloten inzake terugkeer en overname. Hierop heeft het Parlement zware kritiek geleverd omdat deze regelingen buiten de toetsingsbevoegdheid van het Parlement vallen en vragen oproepen over verantwoordingsplicht en transparantie.

De Commissie heeft EU-actieplannen voorgesteld voor de centrale Middellandse Zeeroute (november 2022), voor de westelijke Balkanroute (december 2022), voor de westelijke Middellandse Zee- en Atlantische routes (juni 2023) en voor de migratieroute door het oostelijk Middellandse Zeegebied (oktober 2023).

De rol van het Europees Parlement

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is het Parlement als volwaardige medewetgever actief betrokken geweest bij de vaststelling van nieuwe wetgeving op het gebied van zowel reguliere als irreguliere immigratie.

Het Parlement heeft talrijke initiatiefresoluties over migratie aangenomen, onder meer zijn resolutie van 12 april 2016 over de situatie in het Middellandse Zeegebied en de noodzaak van een holistische EU-aanpak van migratie, zijn resolutie van 20 mei 2021 over nieuwe wegen voor legale arbeidsmigratie en zijn initiatiefresolutievan wetgevende aard van 25 november 2021 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende het beleid en het recht inzake legale migratie.

Voor wie meer wil weten:

 

Georgiana Sandu