Interne energiemarkt

Met het oog op de harmonisatie en liberalisering van de interne energiemarkt van de EU heeft de Europese Unie maatregelen genomen om een concurrerende, klantgerichte, flexibele en niet-discriminerende EU-markt met marktgebaseerde leveringsprijzen tot stand te brengen. Deze maatregelen hebben betrekking op kwesties als markttoegang, transparantie en regelgeving, consumentenbescherming, interconnecties en voorzieningszekerheid. Zij versterken de rechten van individuele afnemers, energiegemeenschappen en kwetsbare consumenten, verduidelijken de rol en verantwoordelijkheden van marktdeelnemers en regelgevers en bevorderen de ontwikkeling van trans-Europese energienetwerken. Sinds Rusland Oekraïne is binnengevallen en er als gevolg daarvan een energiecrisis ontstond, heeft de structuur van de energiemarkt van de EU ingrijpende structurele veranderingen ondergaan.

Rechtsgrond

De artikelen 114 en 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Doelstellingen

Om de interne Europese markt in de energiesector te voltooien moeten talloze obstakels en handelsbarrières worden weggenomen, moeten belasting- en prijsbeleidsmaatregelen en maatregelen op het gebied van normen en standaarden beter op elkaar worden afgestemd, en moeten milieu- en veiligheidsregels worden vastgesteld. Uiteindelijk moet dit resulteren in een goed functionerende markt met eerlijke toegangscriteria en een hoge mate van consumentenbescherming en in voldoende mogelijkheden voor de interconnectie van netwerken en voldoende productiecapaciteit.

Wat is er bereikt?

A. Liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt

In de jaren 1990 besloten de Europese Unie en de lidstaten hun nog monopolistische nationale elektriciteits- en gasmarkten geleidelijk open te stellen voor concurrentie.

Het eerste energiepakket, dat tussen 1996 en 1998 werd aangenomen, bestond uit twee richtlijnen en introduceerde een eerste liberalisering van de nationale elektriciteits- en gasmarkten. Dankzij het tweede energiepakket, dat in 2003 werd aangenomen, konden industriële verbruikers en huishoudelijke consumenten zelf een gas- en elektriciteitsleverancier kiezen uit een breder aanbod aan concurrenten.

Het derde energiepakket werd aangenomen in 2009 en zorgde voor een verdergaande liberalisering van de interne elektriciteits- en gasmarkt. Met dit pakket werden verschillende hervormingen doorgevoerd, zoals de scheiding van de energielevering en -productie van de transmissienetten (ontvlechting), nieuwe vereisten voor onafhankelijke regulators, een Europees agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), Europese netwerken van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit en gas (ENTSB-E en ENTSB-G) en verbeterde consumentenrechten op kleinhandelsmarkten. Het pakket is de hoeksteen van de interne energiemarkt.

Het vierde energiepakket, ook wel het pakketSchone energie voor alle Europeanen genoemd, werd aangenomen in 2019 en bestond uit een richtlijn (Richtlijn (EU) 2019/944 over elektriciteit) en drie verordeningen (Verordening (EU) 2019/943 over elektriciteit, Verordening (EU) 2019/941 over risicoparaatheid en Verordening (EU) 2019/942 over het EU-agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)). Hiermee werden nieuwe regels voor de elektriciteitsmarkt ingevoerd op het gebied van hernieuwbare energie en investeringen, stimulansen voor consumenten en beperkingen voor subsidies aan elektriciteitscentrales, zoals capaciteitsmechanismen. In het kader van dit pakket werden ook noodplannen opgesteld en werden de bevoegdheden van ACER op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking uitgebreid.

Het vijfde energiepakket oftewel “Fit For 55” werd bekendgemaakt in 2021. Het doel van dit pakket was om de energiedoelstellingen van de EU af te stemmen op de nieuwe Europese klimaatambities voor 2030 en 2050. Nadat Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel en de gaslevering aan Europa stopzette, nam de EU REPowerEU aan met het doel om de invoer van fossiele energie uit Rusland snel uit te faseren, energiebesparende maatregelen in te voeren, haar energie-invoer te diversifiëren, uitzonderlijke en structurele maatregelen vast te stellen met betrekking tot de markten voor elektriciteit en gas, en versneld over te stappen op hernieuwbare energie.

Momenteel is de energie-unie gebaseerd op de uitvoering van maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, de opzet van de elektriciteitsmarkt, voorzieningszekerheid, de interne energiemarkt, interconnecties, risicoparaatheid en governance. De voornaamste wetten in het pakket zijn:

De verordening betreffende de interne markt voor elektriciteit (Verordening (EU) 2019/943), waarin de belangrijkste marktgebaseerde beginselen en regels voor de werking van elektriciteitsmarkten zijn vastgelegd. Deze verordening heeft betrekking op marktgebaseerde prijsvorming, afnemers als actieve marktdeelnemers, marktgebaseerde stimulansen voor koolstofvrije elektriciteitsopwekking, de geleidelijke opheffing van belemmeringen voor grensoverschrijdende elektriciteitsstromen, de directe of indirecte verantwoordelijkheid van elektriciteitsproducenten en de voorwaarden voor de totstandbrenging van capaciteitsmechanismen.

De richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (Richtlijn (EU) 2019/944) omvat diverse bepalingen op het gebied van consumentenbescherming, bijvoorbeeld wat betreft het vrij bepalen van de prijzen voor de levering van elektriciteit, marktgebaseerde prijsconcurrentie tussen leveranciers, de bescherming van energiearme of kwetsbare huishoudelijke afnemers en het recht van eindafnemers op elektriciteit. Afnemers kunnen vragen om de installatie van een slimme elektriciteitsmeter zonder dat daar aanvullende kosten aan verbonden zijn; huishoudens en kleine ondernemers hebben gratis toegang tot ten minste één instrument waarmee zij het aanbod van de leveranciers, onder meer voor dynamischeprijscontracten, kunnen vergelijken; zij moeten binnen maximaal drie weken gratis kunnen overstappen naar een andere leverancier en kunnen deelnemen aan collectieve overstapregelingen. Eindafnemers met slimme meters kunnen een dynamischeprijscontract aanvragen met ten minste één grote leverancier; zij hebben het recht om als actieve afnemer op te treden zonder onevenredige of discriminerende technische vereisten (d.w.z. zelfgeproduceerde elektriciteit verkopen) en om duidelijke, samengevatte contractuele voorwaarden te ontvangen.

Met de verordening betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector (Verordening (EU) 2019/941) worden gemeenschappelijke voorschriften voor de preventie van en voorbereiding op elektriciteitscrises ingevoerd om grensoverschrijdende samenwerking en crisisbeheersing te waarborgen. Deze verordening zorgt ook voor een gemeenschappelijk kader voor de beoordeling en monitoring van de voorzieningszekerheid van elektriciteit. In het kader van de verordening moet het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E) in samenwerking met ACER en de Coördinatiegroep voor elektriciteit een gemeenschappelijke methodologie ontwikkelen en voorstellen voor het identificeren van risico’s, die goedgekeurd moet worden door ACER.

Met de richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (Richtlijn 2009/73/EG) worden marktgebaseerde en niet-discriminerende regels ingevoerd voor de transmissie, distributie, levering en opslag van aardgas. De EU-landen worden verplicht transmissiesystemen en systeembeheerders te ontvlechten van verticaal geïntegreerde energiebedrijven. Dit betekent dat bedrijven die gas of elektriciteit produceren of leveren geen rechten kunnen uitoefenen op een transmissiesysteembeheerder, en omgekeerd. De EU-landen (of hun bevoegde regelgevende instanties) zijn verantwoordelijk voor het organiseren van niet-discriminerende toegang van derden tot transmissie- en distributiesystemen. Daartoe publiceren zij tarieven.

Met de verordening betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (Verordening (EG) 715/2009/EG) worden regels vastgesteld voor de toegang tot aardgastransmissienetten, gasopslag en installaties voor vloeibaar aardgas (LNG-installaties). De verordening bepaalt hoe de tarieven voor toegang tot de netwerken worden vastgesteld; welke diensten moeten worden geboden; de toewijzing van capaciteit aan gastransmissiesysteembeheerders (TSB’s); transparantievereisten en balanceringsregels; en tarieven voor onbalans op de markt. De EU-landen of de bevoegde regelgevende instanties zijn verantwoordelijk voor het organiseren van een systeem van niet-discriminerende toegang van derden tot transmissie- en distributiesystemen op basis van gepubliceerde tarieven.

B. Verdere stappen

Het debat over de energieaspecten van het vijfde energiepakket vond aanvankelijk plaats tegen de achtergrond van de hoge energieprijzen als gevolg van het herstel na de pandemie. In 2021 werd het pakket “Fit For 55” aangenomen. Daarnaast wordt met herzieningen van Richtlijn 2009/73/EG (de gasrichtlijn) en Verordening (EG) nr. 715/2009 (de gasverordening) beoogd het nieuwe regelgevingskader voor concurrerende koolstofvrije gasmarkten tot stand te brengen, met inbegrip van de nieuwe waterstofmarkt van de EU en de verlaging van de methaanuitstoot.

Het debat over het vijfde energiepakket is na de Russische invasie van Oekraïne ingrijpend veranderd. De EU moest reageren op de escalerende mondiale energiecrisis, dus heeft de diverse voorstellen gedaan voor ingrijpende structurele veranderingen met betrekking tot haar energiemarkten. In maart 2022 kwam de Commissie met haar mededeling REPowerEU, waarin uitdrukkelijk het voornemen werd geuit om de afhankelijkheid van de EU van Russische fossiele brandstoffen te verminderen. In mei 2022 werd met het REPowerEU-plan een stap in die richting genomen door middel van maatregelen om energie te besparen, de energievoorziening te diversifiëren, de energiezekerheid te vergroten, fossiele brandstoffen te vervangen en de overstap op hernieuwbare energie te versnellen. Hierop volgden in juli 2022 nieuwe regels voor gecoördineerde vraagreductiemaatregelen voor gas – “Gas besparen voor een veilige winter”.

Gezien de urgentie van de situatie kwam de Commissie met Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad inzake gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag, die een vrijwillige (in noodgevallen verplichte) doelstelling van 15% omvat om het gasverbruik van de lidstaten tussen 1 augustus 2022 en 31 maart 2023 te verminderen; deze verordening is op 9 augustus 2022 in werking getreden. In september 2022 werd een nieuwe verordening van de Raad voorgesteld betreffende een noodinterventie om het hoofd te bieden aan de hoge energieprijzen en de energierekeningen voor Europese burgers en bedrijven te verlagen. Tussen september en december 2022 heeft de Raad drie uitzonderlijke tijdelijke marktmaatregelen aangenomen: een vrijwillig streefcijfer van 10% voor het verminderen van het totale bruto-elektriciteitsverbruik tussen 1 december 2022 en 31 maart 2023, en een bindend streefcijfer van 5% voor het verminderen van het elektriciteitsverbruik tijdens piekuren; een marktinkomstenplafond van 180 EUR/MWh voor elektriciteitsproducenten die hernieuwbare energiebronnen, kernenergie en bruinkool gebruiken; en een verplichte tijdelijke solidariteitsheffing voor de sector fossiele brandstoffen.

Op 14 maart 2023 heeft de Commissie een hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt voorgesteld, en in het bijzonder van de elektriciteitsverordening, de elektriciteitsrichtlijn en de Remit-verordening (Verordening (EU) nr 1227/2011). Het voorstel bevat maatregelen voor het stimuleren van langetermijncontracten en regels voor de toegang tot hernieuwbare energie, het delen van hernieuwbare energie, langetermijncontracten voor consumenten, nieuwe steunregelingen voor vraagrespons en opslag, de bescherming van kwetsbare consumenten en de uitbreiding van gereguleerde detailhandelsprijzen tot huishoudens en kmo’s in geval van crisis, en verplichtingen voor de lidstaten om leveranciers in laatste instantie aan te wijzen. In oktober 2023 hebben het Parlement en de Raad hun onderhandelingsstandpunten vastgesteld en de trialoog geopend voor de aanneming van deze wetgeving.

C. Regulering van de energiemarkt: het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators

ACER is opgezet in 2009 en sinds maart 2011 operationeel. ACER is verantwoordelijk voor de bevordering van de samenwerking tussen nationale regulerende instanties op regionaal en Europees niveau en voor het toezicht op de ontwikkeling van het netwerk en de interne elektriciteits- en aardgasmarkten. Ook heeft het de bevoegdheid om marktmisbruik te onderzoeken en om samen met de lidstaten de toepassing van gepaste sancties te coördineren.

In juni 2019 is de rol van ACER bij de coördinatie van de maatregelen van nationale regelgevende instanties versterkt met Verordening (EU) 2019/942 (de ACER-verordening), vooral wat betreft maatregelen voor grensoverschrijdende gebieden waar het risico bestaat op gefragmenteerde nationale of regionale besluitvorming. In het kader van de herschikking van de elektriciteitsverordening (Verordening (EU) 2019/943) heeft ACER nu meer verantwoordelijkheden gekregen voor het opstellen en indienen van het definitieve voorstel voor netcodes bij de Commissie en voor het beïnvloeden van het herzieningsproces voor de regionale elektriciteitsmarkt (biedzoneconfiguraties). Bij de verordening werden daarom vergoedingen ingevoerd als aanvullende financieringsbron ter dekking van de kosten van Remit-gerelateerde activiteiten (“Remit-vergoedingen”).

De Europese Unie heeft bij Verordening (EU) 2019/943 en Verordening (EG) nr. 715/2009 ook samenwerkingsstructuren gecreëerd voor Europese netwerken van transmissiesysteembeheerders (ENTSBs) voor elektriciteit en gas. De ENTSB’s stellen samen met ACER gedetailleerde regels op voor nettoegang, ontwikkelen technische voorschriften en zorgen voor de coördinatie tussen netbeheerders door operationele gegevens uit te wisselen en gemeenschappelijke normen en procedures voor de veiligheid en noodsituaties op te stellen. De ENTSB’s moeten ook elke twee jaar een concept-tienjarenplan voor netwerkinvesteringen opstellen, dat vervolgens door ACER wordt herzien.

Verordening (EU) 2016/1952 zorgt voor een verbetering van de transparantie van de gas- en elektriciteitsprijzen voor industriële eindverbruikers door de lidstaten te verplichten de prijzen en prijsstellingssystemen eenmaal of tweemaal per jaar aan Eurostat mee te delen. Verordening (EU) nr. 1227/2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (Remit) garandeert eerlijke handelspraktijken op de energiemarkten van de EU.

D. Voorzieningszekerheid

Verordening (EU) 2019/941 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector voorziet in maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de goede werking van de interne markt voor elektriciteit te waarborgen en om te zorgen voor een passend niveau van interconnectie tussen de lidstaten, productiecapaciteit en een juist evenwicht tussen vraag en aanbod. In Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie is een streefcijfer voor elektriciteitsinterconnectie vastgesteld van ten minste 15 % tegen 2030. Met Verordening (EU) 2017/1938 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid wordt beoogd de gasleveringszekerheid veilig te stellen door in noodgevallen uitzonderlijke maatregelen toe te staan. Deze verordening werd in 2022 na de Russische invasie van Oekraïne herzien. De EU stelde verplichte doelstellingen vast voor het vullen van de gasopslag, waardoor de EU-landen verplicht werden hun gasopslaginstallaties uiterlijk 1 november 2022 tot 80% van hun capaciteit te vullen, en in de daaropvolgende jaren tot 90%.

Verordening (EU) 2022/2576 bevordert energiesolidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, de uitwisseling van gas over de grenzen heen en betrouwbare prijsbenchmarks. Zij biedt een rechtskader voor het EU-energieplatform ter ondersteuning van de EU-landen bij de voorbereiding op de winter van 2023/2024 en met name bij het vullen van hun gasopslaginstallaties. Richtlijn 2009/119/EG is gericht op een gegarandeerde aardolievoorziening, en omvat de verplichting voor de lidstaten om een minimumolievoorraad aan te houden die ten minste gelijk is aan de grootste van de twee volgende hoeveelheden: 90 maal het daggemiddelde van de netto-invoer of 61 maal het daggemiddelde van het binnenlands verbruik. Het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/73/EG (de gasrichtlijn) strekt zich uit tot toekomstige gaspijpleidingen van en naar niet-EU-landen, met afwijkingen voor bestaande pijpleidingen. In het kader van Richtlijn 2013/30/EU gelden er bijzondere bepalingen voor de veiligheid van offshore olie- en -gasactiviteiten.

E. Trans-Europese energienetwerken (TEN-E)

TEN-E is een reeks beleidsmaatregelen die gericht is op de koppeling van de energie-infrastructuur van de lidstaten. In het kader van dit beleid zijn er elf prioritaire corridors geselecteerd: drie voor elektriciteit, vijf voor offshorenetwerken en drie voor waterstof. Er zijn ook drie prioritaire thematische gebieden: uitrol van slimme elektriciteitsnetwerken, slimme gasnetwerken en een grensoverschrijdend koolstofdioxidenetwerk.

Verordening (EU) 2022/869 (de TEN-E-verordening) bevat richtsnoeren voor trans-Europese energienetwerken, en een inventarisatie van projecten van gemeenschappelijk belang (PGB’s) tussen EU-landen, projecten van wederzijds belang tussen de EU en niet-EU-landen en prioritaire projecten voor trans-Europese energienetwerken. Met deze verordening werd de steun voor nieuwe aardgas- en olieprojecten stopgezet en werden er verplichte duurzaamheidscriteria voor alle projecten ingevoerd. Nieuwe PGB’s voor energie en grensoverschrijdende projecten voor hernieuwbare energie worden gefinancierd door de Connecting Europe Facility 2021-2027 voor energie (CEF-E), een financieringsinstrument met een zevenjarig budget van 5,84 miljard EUR dat wordt toegewezen in de vorm van subsidies die worden beheerd door het Uitvoerend Agentschap voor klimaat, infrastructuur en milieu. Door middel van een gedelegeerde handeling stelt de Commissie de lijst met projecten van gemeenschappelijk belang op. Deze gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als noch het Parlement noch de Raad binnen twee maanden na de kennisgeving van die handeling bezwaar maakt.

Rol van het Europees Parlement

Bij de behandeling van het wetgevingspakket voor de interne energiemarkt heeft het Parlement zich een krachtig voorstander getoond van ontvlechting van de eigendom bij de transmissie, omdat het van mening was dat dat het efficiëntste middel is om investeringen in infrastructuur op niet-discriminerende wijze te bevorderen en te zorgen voor eerlijke toegang tot het netwerk voor nieuwkomers en transparantie van de markt.

Het Parlement heeft ook het belang benadrukt van een gemeenschappelijke Europese visie op investeringen op de middellange termijn (indicatieve Europese tienjarenplannen voor interconnecties), meer samenwerking tussen regulerende instanties, lidstaten en transmissienetbeheerders, en verregaande harmonisatie van de voorwaarden voor toegang tot energienetten. In zijn onderhandelingen met de Raad heeft het Parlement bereikt dat speciaal belang werd gehecht aan consumentenrechten. In resoluties had het Parlement namelijk aangedrongen op versterking van de rechten van consumenten (vrije leverancierskeuze, directe informatie via slimme meters en goede klachtenafhandeling door een ombudsman voor energie).

Daarnaast heeft het Parlement bereikt dat het begrip “energiearmoede” wordt erkend. Het Parlement heeft de oprichting van ACER krachtig gesteund en daarbij benadrukt dat dit agentschap voldoende bevoegdheden moest krijgen om zaken aan te pakken die de integratie en goede werking van de interne markt belemmeren maar waarvoor nationale regelgevende instanties geen oplossing kunnen bieden. Sinds de Russische inval in Oekraïne heeft het Parlement een aantal resoluties aangenomen over de geleidelijke afschaffing van Russische fossiele brandstoffen en over de volgende kernstandpunten:

  • Op 14 september 2023 heeft het Parlement bevestigd dat de onderhandelingen over de elektriciteitsmarkt van start zijn gegaan. Het wil de consument beter beschermen tegen volatiele prijzen, het recht om te kiezen tussen overeenkomsten met vaste en dynamische prijzen waarborgen en eenzijdige wijzigingen in de contractvoorwaarden verbieden. Ook heeft het aangedrongen op een verbod voor leveranciers om de elektriciteitslevering af te sluiten, ook tijdens geschillen, en op het verbod om kwetsbare afnemers te verplichten gebruik te maken van vooruitbetalingssystemen.
  • Op 5 oktober 2022 heeft het Parlement een resolutie aangenomen over de stijgende energieprijzen, waarin het opnieuw oproept tot een onmiddellijk en volledig embargo op olie, steenkool, kernbrandstof en gas uit Rusland en nogmaals verklaart tegenstander te zijn van het afsluiten van kwetsbare consumenten. Het Parlement dringt in deze resolutie aan op een passend prijsplafond voor de invoer van gas via pijpleidingen, op nieuwe maatregelen om speculatie tegen te gaan en op een plafond voor de inkomsten van producenten van inframarginale elektriciteit ten gunste van consumenten en bedrijven. Daarnaast vraagt het Parlement de Commissie te onderzoeken of het mogelijk is de elektriciteitsprijzen los te koppelen van de prijs van gas. Tot slot betreurt het dat de Commissie verordeningen van de Raad heeft gekozen als wetgevingsinstrument om de energiecrisis aan te pakken.
  • Op 19 mei 2022 heeft het Parlement een resolutie aangenomen over de sociale en economische gevolgen voor de EU van de Russische oorlog in Oekraïne, waarin het de lidstaten verzoekt het zesde sanctiepakket met spoed aan te nemen. Ook herhaalt het hierin zijn oproep om per direct een volledig embargo op de Russische invoer van olie, kolen, kernbrandstof en gas in te stellen.
  • Op 7 april 2022 heeft het Parlement een resolutie aangenomen waarin het aandringt op een onmiddellijk en volledig embargo op de invoer van olie, steenkool, kernbrandstof en gas uit Rusland en op volledige stopzetting van de projecten Nordstream 1 en 2, en waarin het pleit voor een plan om de continuïteit van de energievoorziening van de EU op de korte termijn te waarborgen.
  • Op 1 maart 2022 heeft het Parlement de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, alsook de betrokkenheid van Belarus hierbij veroordeeld. Het Parlement heeft aangedrongen op uitbreiding van het toepassingsgebied van de sancties en aangegeven van mening te zijn dat de sancties gericht moeten zijn op het strategisch verzwakken van de Russische economie en industriële basis, met name het militair-industrieel complex. Daarnaast heeft het Parlement ertoe opgeroepen de invoer van belangrijke Russische exportgoederen, waaronder olie en gas, te beperken.

Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op de website van de Commissie industrie, onderzoek en energie (ITRE).

 

Matteo Ciucci