ESDADEELENFRITNLPTFISV
Brussel, 18 Juni 2004 CSETHULTLVPLSKSL

Toespraak van voorzitter Pat COX tot de Europese Raad

EUROPESE VERKIEZINGEN

Dit is de eerste vergadering van de Europese Raad na de Europese verkiezingen van 10 t/m 13 juni, de grootste transnationale en transcontinentale oefening in democratie die ooit in Europa is uitgevoerd. Als Voorzitter van het Europees Parlement kan ik echter niet verhelen dat de verkiezingen, ongeacht de details van afzonderlijke uitslagen, naar mijn opvatting op twee punten teleurstellend waren.

De betrekkelijk lage opkomst - in het Europa van de 15 exact even hoog als in 1999 (49%), maar met een chronisch abstentionisme in de meeste nieuwe lidstaten (26%) - bevestigt wat velen van ons al vreesden, namelijk dat veel mensen moeite hebben om interesse op te brengen voor de EU en in te zien welke wezenlijke voordelen Europa met zich meebrengt voor hun dagelijks leven.

In de tweede plaats toont de toename van de steun voor eurosceptische - en in sommige gevallen eurofobe - krachten aan dat er bij een kleine maar belangrijke minderheid sprake is van een negatieve spiraal van onverschilligheid naar vijandigheid tegenover het hele Europese project.

De verkiezingen waren een gemiste kans. Teveel politieke partijen hebben zich geconcentreerd op nationale of personenkwesties. Europa was in hoge mate het ontbrekende element in de Europese verkiezingen.

Politiek leiderschap vereist nu een actieve inzet in het gevecht om de harten en de geesten van de Europese burgers. Als deze inzet er niet is, zullen de negatieve tendensen groeien en zal het Europese project geen vooruitgang boeken. De uitslagen waren teleurstellend voor het Europees Parlement, maar zij moeten een waarschuwing zijn voor alle instellingen. De regeringen, die hopelijk na dit weekeinde - in de staten waar er een referendum zal worden gehouden - een krachtige campagne voor de ratificering gaan voeren, hebben een duidelijke waarschuwing gekregen.

De Europese staatslieden moeten nu pal staan voor Europa. Wij moeten onze Europese visie verdedigen in taal die mensen kunnen begrijpen. Het Europa dat wij verdedigen moet een relevant Europa zijn. Europa is niet alleen de succesvolste verzoeningsoperatie die de wereld ooit heeft gezien, Europa is ook: banen, veiligheid, betere infrastructuur en hoge milieunormen. Europa gaat over het bereiken van economische groei, welvaart en veiligheid voor onze volkeren. Als wij onze politieke ambities voor Europa kunnen koppelen aan resultaten voor onze burgers en als wij de nadruk leggen op de Europese dimensie van de vraagstukken waarover zij zich zorgen maken - werkloosheid, terrorisme, criminaliteit, de toekomst van de pensioenfondsen, economische groei en, met name in de nieuwe lidstaten, landbouw - kunnen wij het tij keren en het enthousiasme voor Europa dat het afgelopen weekeinde zo afwezig was, weer aanwakkeren.

**

RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID, DE STRIJD TEGEN HET TERRORISME

Voorkoming van terrorisme en de opbouw van een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zijn zaken die hoog staan op de lijst van terreinen waarop de mensen resultaten willen zien en waarop Europa een duidelijke toegevoegde waarde heeft. Ik herhaal daarom vandaag het al op 11 maart gedane verzoek van het Parlement om een Europese Raad "Tampere II", die een herziening uitvoert van het beleid in het licht van de ervaringen van de afgelopen vijf jaar - zowel de tekortkomingen als de resultaten - en voortbouwt op de impuls van de vergadering van vandaag om, gedreven door een gevoel van urgentie en strategie, een nieuwe agenda en een programma voor de middellange termijn op te stellen. Mijn specifieke verzoek aan u in dit verband is om ervoor te zorgen dat de sectorale Raad wetgeving op dit bij de burgers gevoelig liggende gebied niet achter de rug van parlementen, nationaal en Europees, opstelt, maar in alle openheid, met echte raadpleging van en overleg met volksvertegenwoordigers.]

UITBREIDING

In de ontwerpconclusies wordt door het voorzitterschap terecht benadrukt dat Bulgarije en Roemenië deel uitmaken van het onomkeerbare proces van de vijfde uitbreiding van de Europese Unie. Namens het Europees Parlement uit ik mijn vreugde over de zeer aanzienlijke vooruitgang die beide landen hebben geboekt in de toetredingsonderhandelingen - met name de afronding, deze week, van alle hoofdstukken van de onderhandelingen met Bulgarije. Het Parlement heeft zeer specifieke zorgen geuit over het hervormingsproces in Roemenië. Als Roemenië de hervormingen niet voltooit, bestaat het risico dat het gaat afwijken in het uitbreidingsproces.

Het Parlement is zeer ingenomen met het idee om begin 2005 de onderhandelingen met Kroatië te openen. Zoals u zojuist in uw conclusies al opmerkte, mijnheer de Voorzitter, zou de overgang naar de volgende fase voor de toetreding van Kroatië moeten dienen als stimulans voor het nieuwe Europese perspectief voor de westelijke Balkan.

Met betrekking tot Turkije is het aan de Europese Raad van december om te bepalen of er een datum moet worden vastgesteld voor het openen van de onderhandelingen. De Europese Raad zal zich terecht laten leiden door het verslag van de Commissie, dat dit najaar wordt verwacht. Ik hoop echter dat u nota wilt nemen van onze waardering voor de aanhoudende inspanningen tot hervorming in Turkije en voor de zeer positieve rol die Turkije heeft gespeeld bij de onderhandelingen en in de nasleep van het Annan-vredesplan. Het Parlement is met name verheugd over de vrijlating van Leyla Zana, winnares van onze Sacharov-prijs, en haar collega's.

**

Vandaag richt ik het woord tot u voor de dertiende en laatste maal sinds het begin van mijn mandaatsperiode als Voorzitter van het Europees Parlement. Ik vind dat het Europees Parlement in die periode getoond heeft dat het een rijpe en betrouwbare wetgevingspartner is voor de Raad en de Commissie, een partner die te allen tijde benadrukt heeft dat het primaat bij de politiek ligt.

In de afgelopen vijf jaar heeft het Europees Parlement zijn institutionele plicht vervuld, door zijn wetgevingsbevoegdheden op efficiënte en verantwoordelijke wijze uit te oefenen. In de afgelopen vijf jaar werden er 403 medebeslissingsprocedures en 86 bemiddelingsprocedures met succes afgesloten - 250% meer dan in de voorafgaande vijfjarenperiode. Slechts twee voorstellen werden niet goedgekeurd - de Overname-richtlijn in 2001 en de Havendiensten-richtlijn in 2003.

Het is duidelijk dat het Parlement niet geprobeerd heeft om bij de uitoefening van zijn parlementaire bevoegdheden tot de uiterste grens te gaan. Bijna een derde van de procedures werd via de "fast-trackprocedure" behandeld en in eerste lezing goedgekeurd, terwijl ongeveer de helft in tweede lezing werd afgesloten, met toepassing van de "pre-bemiddelingsprocedure". Dat betekent dat slechts in een vijfde van de gevallen de eigenlijke bemiddelingsprocedure hoefde te worden ingeschakeld. Om het even heel eenvoudig te zeggen: het Parlement en de Raad hebben het wetgevingsinstrument op politiek zinnige wijze ingezet, met een sterk gevoel voor gezond verstand en strategisch inzicht.

Toen ik voor de eerste maal het woord tot u richtte - dat was in Barcelona - sprak ik over de noodzaak om de kloof tussen de politiek en de burgers te overbruggen. Nergens is deze noodzaak duidelijker dan met betrekking tot de agenda van Lissabon, waar onvoldoende duidelijke beleidsresultaten geleid hebben tot een geloofwaardigheidskloof ten aanzien van de hele operatie. Met tevredenheid kan ik zeggen dat ons Parlement zich tijdens het gehele afgelopen mandaat voor 100% heeft ingezet en zijn bereidheid heeft getoond om met een gevoel van verantwoordelijkheid te werken aan het wetgevingsproduct en daar bij de nodige spoed te betrachten. Dankzij uw inzet en die van het Ierse Raadsvoorzitterschap, heeft het Parlement zijn werkzaamheden met een ongeëvenaarde snelheid kunnen afsluiten. Wij moeten zorgen dat dit zo blijft.

Ik wil eraan herinneren dat ik eens - dat was ook in Barcelona - heb voorgesteld dat er een Interinstitutioneel Akkoord moest komen over een betere kwaliteit van de wetgeving. Dat resultaat hebben we ook bereikt! Het gaat hier om een hele reeks richtsnoeren om meer efficiëntie en transparantie te brengen in de wijze waarop wij de Europese wetten tot stand brengen. De kwaliteit van onze wetgeving is van fundamenteel belang. We moeten nu ervoor zorgen dat het bij deze gelegenheid gesloten akkoord ook wordt toegepast.

In de eerste plaats geloof ik dat wij de consolidatie en vereenvoudiging van de wetgeving moeten weghalen van de zijlijnen, waar zij al te lang geparkeerd hebben gestaan, en de politieke wil en de middelen moeten mobiliseren om het hele logge corpus van wetgevingsteksten opnieuw onder de loep te nemen. We moeten een gezamenlijk programma voor de drie Instellingen opstellen, met prioriteiten en met een duidelijk tijdschema. Onze doelstellingen moeten zijn: eenvoud, helderheid en duidelijkheid van de wetgeving, welke ook tot uitdrukking moeten komen in onze output.

In de tweede plaats moeten wij serieuze aandacht schenken aan de in het akkoord genoemde alternatieven voor regelgeving. Natuurlijk zullen wij op Europees vlak regels moeten vaststellen, maar wij moeten het beter doen en wij moeten minder van die regels maken. Dit is een kwestie van subsidiariteit, waarover onze Instellingen het eens kunnen worden, maar het betreft ook ons concurrentievermogen. Wij willen toch zeker niet dat de groei vertraagt door onnodige regels en voorschriften, wanneer er bruikbare en flexibele alternatieven beschikbaar zijn.

In de derde plaats moeten wij het zo spoedig mogelijk eens worden over gemeenschappelijke criteria en een gemeenschappelijke methodologie voor effectevaluaties tijdens de mandaatsperiode, om beter te kunnen meten wat de budgettaire en economische effecten van onze activiteiten zijn in termen van werkgelegenheid, mededingingsvermogen en milieu. Nogmaals, indien wij geen wilskracht en middelen mobiliseren voor deze taak, dan zal de kwaliteit van onze wetgeving daar onder te lijden hebben. En uiteindelijk zal ook de Europese burger daaronder te lijden hebben.

Op een groter aantal beleidsgebieden zullen wij ons niet langer tevreden mogen stellen met lovenswaardige verklaringen, die van goede bedoelingen getuigen, maar zullen we moeten proberen daadwerkelijke resultaten te bereiken. Al te vaak bestaat er een diepe kloof tussen onze politieke aspiraties en ons vermogen en onze politieke bereidheid om handelend op te treden. Voor de komende Europese Commissie en het komende Europees Parlement zal het van het allergrootste belang zijn zich op essentiële kwesties te concentreren en daadwerkelijke resultaten te bereiken. Dit zal in sterke mate worden vergemakkelijkt door bij het communiceren over de Europese politiek gebruik te maken van gewone taal.

Vooral in de communicatie met het grote publiek en bij onze voorlichtingscampagnes moeten wij spreken over een Europa dat werkelijke betekenis heeft voor de burgers. Wij zullen moeten spreken over Europese waarden en ons niet uitsluitend moeten beperken tot de burger weinig aansprekende binnenmarktkwesties of de ingewikkelde details van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, hoe belangrijk deze kwesties op zich ook mogen zijn. Wij moeten tot de mensen spreken over ons geloof in een pluralistische democratie en de centrale plaats die deze inneemt in het Europese project.

Wij hebben een nieuwe Europese methode geschapen. We hoeven ons niet te schamen om er in alle openheid op het wereldtoneel mee voor de dag te komen.

Deze op waarden berustende agenda verplicht ons ertoe de nadruk te leggen op het tezamen ontdekken en opbouwen van een nieuwe Europese harmonie. Dat is onze nieuwe horizon. Dit gaat een stuk verder dan het Europa van de harmonisatie. Als wij gesterkt worden door onze waarden, ons op duidelijke belangen concentreren, een krachtiger vermogen tot handelend optreden aan de dag leggen, op basis van een gezamenlijke politieke wil en visie, dan heb ik er het volste vertrouwen in dat het nieuwe Europa het hoofd zal kunnen bieden aan de wereldwijde uitdagingen die in deze nieuwe eeuw op ons afkomen.

Eén taak van de Europese Raad steekt boven alle andere uit: hij zal het eens moeten worden over een goede Grondwet, die een eind moet maken aan de al te langdurige periode van institutionele introspectie. Maar dit zal vergezeld moeten gaan van de politieke wil om de steun van het publiek te mobiliseren, welke nodig is voor de ratificatie van deze Grondwet en voor een vernieuwing van de instellingen van de EU na de verkiezingen, waarbij ik in de eerste plaats aan de Commissie denk.

Het is onze oprechte hoop dat u in deze mandaatsperiode dit doel zult realiseren. Dit zal het duidelijkste signaal zijn dat wij kunnen geven aan de eurosceptici en aan hen die twijfel koesteren aan onze vastberadenheid: een Europa dat weer de hand aan de ploeg slaat!