Europees Parlement
in actie
Blikvangers 1999-2004

 
Het Europees Parlement
Hervorming van de EU
Uitbreiding
Rechten van de burger
Justitie en Binnenlandse Zaken
Externe betrekkingen
Milieu / Consumenten-
bescherming
Milieuaansprakelijkheid
Luchtverontreiniging
Broeikasgassen
Auto Oil II
Elektronisch afval
Verpakkingsafval
Voedselveiligheid
GGOs
Tabak
Lawaaihinder
Cosmetische producten
Menselijke weefsels en cellen
Vervoer / Regionaal beleid
Landbouw / Visserij
Economisch
en monetair beleid
Sociaal- en werkgelegenheidsbeleid /
Rechten van de Vrouw
Interne markt / Industrie / Energie / Onderzoek
 

EPP-ED PSE Group ELDR GUE/NGL The Greens| European Free Alliance UEN EDD/PDE


Milieuaansprakelijkheid – eigen troep opruimen

Er zijn in de Gemeenschap volgens gegevens van de Commissie ca. 300.000 locaties (bodem of water) die potentieel of feitelijk verontreinigd zijn met schadelijke stoffen en iedere locatie is er een teveel. Dieren- en plantensoorten worden met uitsterven bedreigd en ook wat dat betreft is elke soort er een teveel. Daarom wil de EU-wetgever milieuzondaars in de toekomst energiek ter verantwoording roepen: wie schade veroorzaakt, moet ook voor de kosten daarvan opdraaien. Op die manier wordt de ontstane schade hersteld. En potentiële milieuzondaars worden van meet af aan afgeschrikt.

De EU wil dat de nieuwe wet tot gevolg heeft dat exploitanten van bijvoorbeeld chemische fabrieken of stortplaatsen hun installaties vanaf het begin beveiligen, opdat schade en kosten helemaal niet ontstaan. Het Europees Milieuagentschap schatte in het jaar 2000 de kosten voor het saneren van slechts een deel van de verontreinigde wateren en bodem in Europa op een bedrag van tot 106 miljard Euro, ook al ging het daarbij om een verdeling over meerdere jaren. Alleen al voor de sanering van ongeveer 100.000 hectare verontreinigde grond in het Verenigd Koninkrijk zou naar schatting een bedrag van tot 39 miljard Euro nodig zijn. Een voor de hele EU geldende wet voor aansprakelijkheid bij milieuschade was er tot dusverre niet. Daardoor was het voor milieuzondaars gemakkelijk om zich aan hun verantwoordelijkheid te onttrekken en was er dringend behoefte aan een uniforme wetgeving. Bij de behandeling daarvan was sprake van controverses over individuele onderdelen van de nieuwe richtlijn. De procedure werd kritisch gevolgd door enerzijds de industrie en anderzijds milieuactivisten.

In de wetgeving is sprake van een tweedeling, waarbij in het ene geval de verantwoordelijkheid minder strikt geregeld is dan in het andere: bij bepaalde risicovolle activiteiten, bijvoorbeeld werkzaamheden in een chemische fabriek of de vervaardiging van en het omgaan met bepaalde gewasbeschermingsmiddelen, is er ingeval van schade sprake van een algemene aansprakelijkheid van de ondernemer. In geval van schade die niet door dergelijke risicovolle werkzaamheden is ontstaan, maar die wel een bedreiging vormt voor de diversiteit aan dieren- en plantensoorten, is de ondernemer ook aansprakelijk – maar dan alleen, wanneer hij opzettelijk heeft gehandeld of nalatig is geweest.

Afschrikwekkend effect voor milieuzondaars

Wanneer de exploitant zich halsstarrig opstelt en zijn installaties niet beveiligt of reeds ontstane schade niet saneert, kunnen de nationale autoriteiten volgens de wetgeving optreden. Ofwel kunnen zij de ondernemer voorschrijven wat hij moet doen, of zij kunnen zelf ingrijpen. De rekening moet door de exploitant worden betaald. Wanneer deze de kosten niet kan opbrengen of de veroorzaker niet kan worden opgespoord, moeten de lidstaten toch overgaan tot sanering. Hoe de afzonderlijke lidstaten van de EU deze kosten opbrengen, moeten zijzelf bepalen; voorgesteld wordt bijvoorbeeld om speciale fondsen in het leven te roepen.

Belangrijke onderdelen van de ontwerperwetgeving waren omstreden, en daarom werd een bemiddelingsprocedure geopend. Uiteindelijk werd onder andere overeenstemming bereikt over de financiële dekking van milieuschade. Bepaald is dat de Commissie zes jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn nagaat of in de lidstaten voldoende mogelijkheden bestaan om eventuele saneringsmaatregelen voor een redelijke prijs te financieren, bijvoorbeeld door het sluiten van verzekeringen. Wanneer dat niet het geval is, moet de Commissie wetsvoorstellen indienen voor een verplichte financiële dekking in geval van milieuschade: dat was een onvoorwaardelijke eis van het Parlement.

De Raad was voorstander van een meer gematigde versie van de richtlijn. Wat de dekkingsregeling betreft heeft hij er bijvoorbeeld voor gepleit dat deze in eerste instantie alleen zou worden bevorderd en niet verplicht zou worden gesteld. Ook heeft de Raad de eis van het Parlement van de hand gewezen om enkele jaren na de inwerkingtreding van de wet de milieuaansprakelijkheid uit te breiden tot alle soorten activiteiten en niet te beperken tot activiteiten met een risicovol karakter, zoals die in de richtlijn werden opgesomd.

Maar er is meer nodig dan afschrikking om habitats en biodiversiteit te beschermen – en dan niet alleen in Europa, maar in de hele wereld. Daarom heeft het Europees Parlement voor de wereldtop van Johannesburg in 2002 een resolutie aangenomen over duurzame ontwikkeling: daarin stellen zij vast dat de op de Top van Rio overeengekomen internationale milieudoelstellingen niet zijn bereikt. Het Parlement dringt er met klem op aan om overeenkomsten betreffende milieubescherming eindelijk ten uitvoer te leggen, duurzame ontwikkeling en milieubescherming tot onderwerp van internationale handelsbesprekingen te maken en het voorzorgbeginsel op te nemen in alle mondiale overeenkomsten.



  
Rapporteurs:
  
Milieuaansprakelijkheid: Toine Manders (ELDR, NL)
10 jaar na Rio: voorbereiding op de wereldtop over duurzame ontwikkeling in 2002: Mihail Papayannakis (GUE/NGL, GR)
Europees Milieuagentschap - Verslag over het beheer van verontreinigde locaties
  
Overzicht wetgevingsprocedure:
  
Milieuaansprakelijkheid
10 jaar na Rio: voorbereiding op de wereldtop over duurzame ontwikkeling in 2002
  
Publicatieblad - definitieve besluiten:
  
Milieuaansprakelijkheid: Procedure nog niet afgesloten
10 jaar na Rio: voorbereiding op de wereldtop over duurzame ontwikkeling in 2002

 

 

 
  Publishing deadline: 2 April 2004