Dioxine in de kip, hormonen in het rundvlees, BSE, mond-en-klauwzeer - door een hele reeks voedselschandalen is het belang van voedselgezondheid en -veiligheid voor de Europese consument enorm toegenomen. Voedselschandalen houden niet halt aan de grens en daarom heeft de publieke opinie aangedrongen op Europese maatregelen om ze in de kiem te smoren en om algemene normen vast te stellen voor etikettering en inspecties. De EU heeft gereageerd met uitgebreide wetgeving op dit gebied. De leden van het EP hebben tal van maatregelen krachtig gesteund en andere aangescherpt zoals de regelgeving op het gebied van voedseladditieven en etikettering van vleesproducten.
Het voedsel dat we eten is minder blootgesteld aan bepaalde risico's dan in het verleden, dankzij pasteurisatie en strengere hygiënenormen, maar de intensieve landbouwmethodes brengen hun eigen gezondheidsrisico's met zich mee. Daar komt nog bij dat steeds meer mensen last hebben van voedselallergieën. Tegen deze achtergrond is de EU een nieuwe campagne gestart om de gezondheids- en hygiënenormen in de gehele voedselketen aan te scherpen. Zo wees de Europese Commissie de voedselveiligheid in deze zittingsperiode aan als een van haar topprioriteiten. De leden van het EP zijn intensief betrokken geweest bij de vaststelling van wetgeving op dit gebied omdat EU-voedselwetgeving niet kan worden aangenomen zonder de goedkeuring van het Parlement in het kader van de medebeslissingsprocedure.
Tal van problemen - van gekkekoeienziekte en antibiotica tot hormonen
De uitbraak in 1990 van boviene spongiforme encefalopathie (BSE), ook gekkekoeienziekte genoemd, werd gevolgd door de ontdekking dat schapen waren geïnfecteerd door diervoeder dat besmet was met BSE-materiaal. Dit dwong de Commissie ertoe strengere controles voor te stellen op allerlei overdraagbare spongiforme encefalopatieën (transmissible spongiform encephalopathies -TSEs) in alle dieren en dierlijke producten. Het Parlement heeft ervoor gezorgd dat er in de wetgeving is vastgelegd dat er snelle diagnosetests moeten worden verricht wanneer er vermoedens van TSEs bestaan. Het steunde ook het volledige verbod van vlees- en beendermeel (gemaakt van de resten van karkassen). Deze wetgeving is per juli 2001 in de gehele Europese Unie in werking getreden.
Een ander probleem betreft de antibiotica die gebruikt worden in de intensieve veehouderij - ten dele om ziektes onder controle te houden, wat volstrekt legaal is, maar ook om de groei te bevorderen, wat illegaal is. Het wijdverbreide gebruik van antibiotica in menselijke geneesmiddelen en in de veehouderij leidt tot het ontstaan van zeer resistente bacteriën. De leden van het EP hebben daarom hun goedkeuring gehecht aan de nieuwe EU-richtlijnen inzake het gebruik van antimicrobiële stoffen in menselijke geneesmiddelen, hoewel zij verder hadden willen gaan en ook richtsnoeren hadden willen opstellen voor dierlijke en fytosanitaire geneesmiddelen.
Ook de aanwezigheid van hormonen en vergelijkbare stoffen in vlees zorgt voor publieke ongerustheid. Deze stoffen worden hoofdzakelijk gebruikt om de groei van dieren te bevorderen, maar kunnen zo in de voedselketen terechtkomen waarbij ze met name risico's met zich meebrengen voor prepuberale kinderen in de vorm van negatieve ontwikkelings-, immunologische en neurologische effecten. Omdat Europa zo veel voedsel importeert, moet ieder verbod op deze stoffen in overeenstemming zijn met de WTO-regelgeving en om die reden moest Europa zijn wetgeving op dit gebied in 2000 te herzien. De Commissie stelde voor het verbod op het gebruik van verschillende stoffen in de intensieve veehouderij te handhaven totdat er meer wetenschappelijke informatie beschikbaar is. Het Parlement steunde de Commissie hierin krachtig en drong met succes aan op nog strengere beperkingen voor het gebruik van een bepaalde stof, oestradiol 17 beta, vanwege het kankerverwekkende karakter ervan.
Voedselallergieën - een toenemend probleem
Ongeveer 8% van de kinderen en 3% van de volwassenen heeft last van voedselallergieën en deze percentages stijgen gestaag. Voedselallergieën kunnen aandoeningen veroorzaken die onschuldige maar ook fatale gevolgen kunnen hebben. Algemene allergieën zijn o.a. allergieën voor koemelk, fruit, pinda's, sojabonen, eieren, vis, tarwe en andere granen. En als etiketten op voedselproducten niet alle ingrediënten en additieven bevatten kunnen mensen die last hebben van een allergie er nooit achter komen of het voedsel dat zij eten veilig is voor hen. Bestanddelen van ingrediënten kunnen voor bijzondere problemen zorgen als de bestanddelen niet volledig worden vermeld.
In juli 2003 keurde het Parlement een herziening van de EU-wetgeving op het gebied van levensmiddelenetiketten goed die erop was gericht om de bestanddelen van samengestelde ingrediënten duidelijker te vermelden. Onder druk van de leden van het Europees Parlement moet de informatie die getoond wordt op etiketten van voedingsmiddelen vollediger zijn: uitzonderingen op de vermeldingsplicht zullen alleen gemaakt worden als een ingrediënt minder dan 2% uitmaakt van het eindproduct, en selderij en mosterd zijn toegevoegd aan de allergene stoffen die moeten worden vermeld op de etiketten.
Strengere etikettering en inspecties
Betere etikettering en inspecties zijn van cruciaal belang voor vele aspecten van de voedselveiligheid. Het draait tegenwoordig om traceerbaarheid en daarom er zijn strengere etiketteringsregels ingevoerd. Zo is er een systeem opgezet om geslacht vee sinds september 2000 te kunnen traceren. De consument moet aan de hand van het etiket kunnen achterhalen van welk dier het vlees afkomstig is en in welk slachthuis het is geslacht. De leden van het EP hebben ervoor gezorgd dat het bedrijf waar het dier is geboren en opgefokt duidelijk wordt vermeld op het etiket en dat de regels voor gehakt strenger zijn dan aanvankelijk voorgesteld.
Het Parlement hechtte in maart 2004 zijn goedkeuring aan een verordening inzake veiligheid, etikettering en inspecties van voedsel en diervoeder, inclusief de invoer uit niet EU-lidstaten. Dankzij de leden van het EP zullen inspecteurs steekproeven mogen nemen; zij moeten bij hun inspecties tevens rekening houden met dierenwelzijn en -gezondheid. Regeringen moeten doeltreffende en ontmoedigende strafmaatregelen treffen bij overtreding van de wetgeving en ten aanzien van de vertrouwelijkheid van voedselinspecties heeft het Parlement aangedrongen op grotere transparantie zodat het publiek sneller toegang krijgt tot de informatie waarover de autoriteiten beschikken. De wetgeving treedt per januari 2006 in werking.
In dezelfde maand hechtte het Parlement zijn goedkeuring aan een wetgevingspakket waarin de technische EU-voorschriften inzake voedselhygiëne en veiligheidsinspecties worden geactualiseerd. Doel is de regelgeving - met name in de vleessector - op te schonen en ervoor te zorgen dat ze meer wetenschappelijk onderbouwd is en meer op risico's is gebaseerd. De leden van het EP hebben de wetgeving toegejuicht maar dringen erop aan dat er meer flexibiliteit betracht wordt ten aanzien van de inspecties in MKB-bedrijven. Aan de andere kant zijn zij van mening dat slachthuispersoneel slechts voor twee soorten vlees zelf inspecties zou mogen uitvoeren: gevogelte en konijn. Het Parlement zal waarschijnlijk met de Raad en de Commissie moeten onderhandelen over deze punten voordat de wetgeving kan worden aangenomen.
Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid
De in 2003 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid zal de pijler worden van het voedselveiligheidsbeleid van de EU. Taak van de EFSA is het geven van onafhankelijk wetenschappelijk en technisch advies ter ondersteuning van het voedselveiligheidsbeleid van de EU, om in een vroeg stadium te waarschuwen voor voedselgezondheidsrisico's en om het publiek op de hoogte te houden van voedselveiligheidsaspecten.
Het Parlement was van begin af aan een groot voorstander van dit orgaan maar het waren de leden van het EP die erop aandrongen dat het woord "veiligheid" in de naam zou worden opgenomen, om dit aspect te benadrukken. Het Parlement heeft er ook voor gezorgd dat vier van de 14 leden van de Raad van Bestuur van afkomstig zijn uit consumentenorganisaties of andere voedingsgerelateerde organsiaties. In december 2003 werd besloten dat de Autoriteit moet verhuizen van de voorlopige vestigingplaats Brussel naar de definitieve vestigingsplaats Parma in Italië.
N.B. Mond- en klauwzeer en genetisch gemodificeerde organismen worden behandeld in andere fact sheets in deze serie, waarbij mond- en klauwzeer zal worden behandeld in de bijdrage over Tijdelijke Commissies van het Europees Parlement.
|