Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie
31.5.2002
De Commissie is van mening dat de term "moedertaalspreker" in geen geval aanvaardbaar is krachtens het Gemeenschapsrecht (zie antwoorden op de schriftelijke vragen E-4100/00[1] en E-0779/01[2] van het geachte parlementslid). De vereiste van een "perfecte kennis" kan echter op zich niet als onrechtmatig uit hoofde van het Gemeenschapsrecht worden beschouwd, als een zeer hoog niveau van kennis van een bijzondere taal nodig is voor de betreffende baan; de werkgever moet de noodzaak van deze vereiste aantonen. Aangezien de vereiste van een perfecte kennis van een bijzondere taal op zich niet strijdig is met het Gemeenschapsrecht, is de Commissie niet voornemens om de lidstaten te dwingen om het gebruik van deze term te verbieden in personeelsadvertenties die een dergelijke kennis vereisen. De Commissie beveelt echter het gebruik van een uitdrukking aan zoals een "perfecte of zeer goede kennis van een bijzondere taal" als voorwaarde voor de toegang tot banen waarvoor een zeer hoog niveau van kennis van die taal nodig is.
De Commissie zal gebruik blijven maken van haar bevoegdheden om discriminatie te bestrijden, die veroorzaakt wordt door de opname van een vereiste inzake de kennis van een taal als "moedertaalspreker" in personeelsadvertenties.
Dit geldt ook voor haar relaties met haar contractanten.
PB C 229 E van 26/09/2002