Artikel 13, lid 1, van het reglement van orde van de Raad[1] voorziet in de opneming van verklaringen van leden van de Raad of de Commissie in de notulen van 's Raads beraadslagingen.

Artikel 7, lid 2, bepaalt dat „de aan de Raad voorgelegde documenten die zijn vermeld onder een agendapunt van het deel „Wetgevingsberaadslagingen” openbaar worden gemaakt, evenals de delen van de notulen van de Raad die op dat agendapunt betrekking hebben”.

Aangezien verklaringen die bij de notulen zijn gevoegd, uit hoofde van het reglement van orde openbaar worden gemaakt, houdt het Raadssecretariaat geen afzonderlijk register bij van de frequentie, het onderwerp of de invloed van dergelijke verklaringen, en stelt het evenmin desbetreffende statistieken op.

Het is niet aan de Raad commentaar te geven op de aard van de bij de Raadsnotulen gevoegde verklaringen, en op de rol ervan bij de interpretatie en de uitvoering van de wetgeving van de Unie. Het geachte Parlementslid wordt in dit verband evenwel verwezen naar de rechtspraak van het Hof van Justitie[2].

• [1] PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35.
• [2] Zie bijvoorbeeld zaak 29/69, Stauder, Jurispr. 1969, blz. 419, punt 5; zaak C-6/98, ARD tegen Pro Sieben Media, Jurispr. 1999, blz. I-7599, punten 22 en 27 van het arrest, en punten 26-36 van het advies van advocaat-generaal Jacobs.

PB C 191 E van 01/07/2011