Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0500/2007

Debatten :

PV 11/12/2007 - 4

Stemmingen :

PV 12/12/2007 - 6.1

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 159kWORD 63k
Woensdag 12 december 2007 - Straatsburg
Wetgevings- en werkprogramma van de Commissie 2008
P6_TA(2007)0613RC-B6-0500/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2007 over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2008

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie over haar wetgevings- en werkprogramma voor 2008 (COM(2007)0640),

–   gezien de bijdragen die de commissies van het Parlement daaraan hebben geleverd en die de Commissie via de Conferentie van voorzitters zijn toegezonden,

–   gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het jaarlijkse wetgevings- en werkprogramma een belangrijk instrument is dat de Europese Unie in staat stelt zich te richten op het realiseren van haar centrale doelstellingen, namelijk de bevordering van welvaart, solidariteit, veiligheid en vrijheid alsmede een sterker Europa in de wereld, overwegende dat de Commissie zal worden beoordeeld op de resultaten die zij op deze gebieden zal boeken,

B.   overwegende dat 2008 een cruciaal jaar wordt voor de ratificatie van het Verdrag van Lissabon wil het voor de verkiezingen van het Parlement van kracht worden,

C.   overwegende dat de politieke prioriteiten moeten worden afgestemd op de beschikbare financiële middelen,

Algemene opmerkingen

1.   is ingenomen met de zorgvuldig geformuleerde opzet van het werkprogramma van de Commissie en met de inspanningen van de Commissie om de politieke inhoud ervan te verbeteren; verzoekt in dit verband in de toekomst om opneming van een indicatief tijdschema voor de initiatieven van de Commissie;

2.   is het ermee eens dat in het werkprogramma cruciaal belang wordt toegekend aan groei en werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling, klimaatverandering, energie en migratie en dat de nadruk wordt gelegd op betere regelgeving, correcte uitvoering en versterking van de rol van Europa als mondiale partner; verzoekt de Commissie niettemin meer ambitie aan de dag te leggen in haar initiatieven die gericht zijn op het waarborgen van grondrechten, vrijheid, rechtvaardigheid en sociale integratie;

3.   onderstreept opnieuw het belang van een strikte uitvoering van de Lissabon-strategie en benadrukt eens te meer dat de wisselwerking tussen economische, sociale en milieuprocessen van belang is bij de opbouw van een dynamische en innovatieve economie; dringt er derhalve bij de Commissie op aan zich in te zetten voor een evenwichtig en resultaatgericht communautair Lissabon-programma voor 2008-2010;

4.   is verheugd dat de Commissie zich inzet voor de ratificatie van het Verdrag van Lissabon; is van mening dat de doelstellingen en hervormingen die in datVerdrag besloten liggen van essentieel belang zijn voor het gezonde functioneren en de toekomstige ontwikkeling van de Unie en haar democratischer zullen maken en dichter bij de burger zullen brengen;

5.   verzoekt de Commissie en de Raad gezamenlijk met het Parlement en de parlementen van de lidstaten in het licht van de nieuwe instrumenten die het Verdrag van Lissabon biedt aan bijvoorbeeld nationale parlementen, te werken aan een nieuwe cultuur van subsidiariteit;

Groei en banen

6.   dringt eens te meer aan op een Europese agenda waarin welvaart en solidariteit werkelijk hand in hand gaan;

7.   verzoekt de Commissie als vervolg op haar herziening van de interne markt grotere pogingen in het werk te stellen om de interne markt als een sterke, innoverende en concurrerende markt uit te breiden en te verdiepen; onderstreept dat de interne markt moet worden ontwikkeld door middel van eerlijke concurrentie, sociale samenhang en een hoog niveau van consumentenbescherming;

8.   dringt er bij de Commissie op aan speciale nadruk te leggen op tijdige en coherente tenuitvoerlegging van de Diensten-richtlijn, zoals één effectief loket te creëren om de toegang tot de interne markt te bevorderen; dringt aan op verbetering van de effectiviteit van de regels betreffende openbare aanbestedingen;

9.   benadrukt het belang voor een betere consumentenbescherming van een verbetering van het markttoezicht, met name door voor een grote geloofwaardigheid van het CE-merk te zorgen en namaak tegen te gaan; spoort de Commissie ertoe aan de rechten van de consument op het gebied van productveiligheid te blijven waarborgen, vooral waar het de veiligheid van speelgoed betreft; dringt bij de Commissie aan op verduidelijking van de wetgeving in grijze zones, bijvoorbeeld bij on-lineveilingen; onderstreept de noodzaak van herziening van het consumentenacquis om te komen tot een coherenter juridisch kader; steunt een gecoördineerde benadering van de Commissie bij haar lopende werkzaamheden aan een gemeenschappelijk referentiekader voor een coherenter Europees verbintenissenrecht;

10.   beveelt aan de mogelijkheden voor snelle, efficiënte en eerlijke oplossing van geschillen tussen bedrijven en consumenten zeer zorgvuldig te bestuderen en in goede samenwerking met de lidstaten, het bedrijfsleven en consumenten, omdat gemakkelijkere toegang tot rechtbanken van vitaal belang is voor de bescherming van de consument in een geglobaliseerde wereld; benadrukt echter dat dit proces geen nieuwe belemmeringen zou mogen opwerpen voor het vrije verkeer in de interne markt;

11.   dringt er bij de Commissie op aan de sociale dimensie van de Lissabon-strategie niet op te offeren door deze als een handicap voor het concurrentievermogen te beschouwen, maar verzoekt de Commissie het evenwicht tussen de verschillende pijlers ervan te handhaven; denkt dat voldoende investeringen in kennis tot een sterkere economie zullen leiden, waarmee problemen zoals armoede, sociale uitsluiting en werkloosheid kunnen worden aangepakt en een betere bescherming van werknemers kan worden gerealiseerd;

12.   verzoekt de Commissie in het kader van de inventarisatie van de maatschappelijke realiteit, de initiatieven voor economisch en maatschappelijk bestuur aan te geven; is ingenomen met de aanstaande herziening van de richtlijn inzake de Europese ondernemingsraad die zou moeten leiden tot verduidelijking ten aanzien van informatievoorziening, raadpleging en deelname, maar dringt er ten zeerste bij de Commissie op aan eerst de sociale partners te raadplegen; dringt aan op maatregelen ter bevordering van een betere combinatie van gezin en werk alsmede van gezondheid en veiligheid van alle werknemers;

13.   is zeer ingenomen met de aankondiging door de Commissie dat een wetgevingsvoorstel inzake het Statuut van de Europese besloten vennootschap zal worden ingediend en verzoekt dit voorstel reeds begin 2008 in te dienen ten behoeve van het MKB; betreurt dat de Commissie niet voornemens is door te gaan met het wetgevingsvoorstel betreffende de Veertiende richtlijn vennootschapsrecht (overbrenging van de zetel naar een andere lidstaat), en wijst er op dat de langverwachte richtlijn een leemte zou vullen in de interne markt ten voordele van bedrijven;

14.   benadrukt het belang van een adequaat niveau van bescherming van de intellectuele eigendomsrechten en steunt het initiatief voor een betaalbaar, veilig en efficiënt patentsysteem dat een stimulerende werking zou hebben op investeringen en onderzoeksactiviteiten; dringt er bij alle drie instellingen op aan om samen te werken aan een politieke consensus over een werkelijke verbetering van het patentsysteem; herhaalt dat het namaken van producten, d.w.z. het namaken van geneesmiddelen een groot probleem is en een bron van ernstige bezorgdheid in Europa;

15.   betreurt dat de Commissie niet voornemens is een voorstel in te dienen over de invoering van een geconsolideerde gemeenschappelijke belastinggrondslag voor ondernemingen, waardoor de resultaten die tot dusverre op de interne markt bereikt zijn op het gebied van eerlijke concurrentie zouden kunnen worden aangevuld, wat zou leiden tot grotere transparantie waardoor bedrijven zowel in het buitenland als in hun eigen land volgens dezelfde regels kunnen opereren en waardoor de grensoverschrijdende handel en investeringen worden bevorderd, alsmede de concurrentie tussen de lidstaten onderling om investeringskapitaal aan te trekken; dringt er tegelijkertijd op aan dat het de verantwoordelijkheid is van de lidstaten om de tarieven van de vennootschapbelasting vast te stellen;

16.   verzoekt de Commissie voorstellen in te dienen die het Europees bedrijfseconomisch toezicht effectief zouden kunnen verbeteren, inclusief dat op hedgefondsen en ratingbureaus; herinnert aan de aanzienlijke gevolgen van de hypotheekcrisis in de VS voor de Europese financiële markten; verwacht dat de Commissie een diepgaande analyse gaat maken van de oorzaken en gevolgen van deze crisis, inclusief een risicobeoordeling voor de Europese markten; verzoekt om een evaluatie van de huidige systemen en instrumenten voor bedrijfseconomisch toezicht in Europa, en dringt aan op nauwe samenwerking met het Parlement, hetgeen moet resulteren in duidelijke aanbevelingen ter verbetering van de stabiliteit van het financieel stelsel en het vermogen ervan om het Europese bedrijfsleven op de lange termijn te financieren;

17.   beschouwt de herziening van het "telecompakket" als een van de topprioriteiten van het komende jaar;

18.   is verheugd over de inzet van de Commissie voor volledige liberalisering en de totstandbrenging van een werkelijke interne energiemarkt; overweegt ook een onderscheid te maken tussen de energiemarkt voor elektriciteit en gas;

Een duurzaam Europa

19.   is ingenomen met de ambitieuze voorstellen van de Commissie op het gebied van klimaatverandering en spoort haar ertoe aan deze in hun totaliteit uit te voeren; verzoekt de Commissie meer gebruik te maken van de synergie-effecten tussen enerzijds werkgelegenheid en industriële ontwikkeling en anderzijds de ontwikkeling en het gebruik van schone technologieën, aangezien deze elkaar in velerlei opzicht goed aanvullen en een potentiële factor vormen voor verbetering van het concurrentievermogen;

20.   verzoekt om een omvattend wetgevingskader voor de bevordering en het gebruik van hernieuwbare energie in de EU, met inbegrip van bindende streefdoelen, zodat het bedrijfsleven de nodige stabiliteit op lange termijn krijgt voor rationele investeringsbesluiten in de sector hernieuwbare energiebronnen, om de Europese Unie zo op de rails te zetten naar een schonere, veiliger toekomst met meer concurrentie op energiegebied;

21.   merkt op dat de in het Actieplan inzake energie-efficiëntie en het Actieplan inzake biomassa vermelde initiatieven van de Commissie niet zijn opgenomen in het haar werkprogramma , en wijst er voorts op dat er bij de uitvoering van de toegezegde maatregelen ernstige vertragingen zijn opgetreden; roept de Commissie ertoe op haar werkprogramma zodanig te actualiseren dat deze beide programma's daarin ten volle tot hun recht komen, zodat de EU beter kan voldoen aan de doelstellingen op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie; benadrukt dat er in dit verband een belangrijke bijdrage kan worden geleverd door duurzame biobrandstoffen;

22.   is verheugd over het engagement van de Commissie om politieke overeenstemming te bereiken over de "lastenverdeling" ten einde de broeikasgassen tegen 2020 met 20% te reduceren ten opzichte van het niveau van 1990; bepleit ten zeerste dat de EU, haar lidstaten en de regio's alles in het werk stellen om CO2-arme energiebronnen te steunen;

23.   is verheugd over het plan van de Commissie om een "pakket groen vervoer" te publiceren aangezien er in de gehele EU gezorgd moet worden voor duurzame mobiliteit met inachtneming van de bestrijding van klimaatverandering;

24.   steunt de twee prioritaire initiatieven inzake zeevervoer en luchtvervoer; herinnert eraan dat een administratieve vereenvoudiging voor de korte vaart een essentiële voorafgaande voorwaarde is voor de echte ontwikkeling van deze vorm van vervoer, die een fundamentele schakel vormt bij de inrichting van een geïntegreerd, samenhangend, duurzaam netwerk; is verheugd over de diverse voorstellen ter bevordering van een doeltreffender luchtvervoerbeheer, waardoor de kosten, vertragingen en de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk kunnen worden teruggedrongen;

25.   verwelkomt de initiatieven van de Commissie op het gebied van de volksgezondheid, en met name het voorgenomen wetgevingsvoorstel inzake de kwaliteit en de veiligheid van orgaandonaties en -transplantaties, alsook het in het "Gezondheidspakket" opgenomen voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake gezondheidszorggerelateerde infecties, dat erop gericht is zo hoog mogelijke niveaus van veiligheid voor de patiënt en optimale kwaliteit in de gezondheidszorg te waarborgen; verzoekt de Commissie een bijdrage te leveren aan de verbetering van de veiligheid, de informatievoorziening en de rechten van de patiënt en ondersteuning van de patiënt en de determinanten van zeldzame ziekten aan te pakken;

26.   verzoekt de Commissie zich nog meer in te spannen om een coherent beleid uit te werken met betrekking tot de knelpunten in de gezondheidszorg, mensen met een handicap, chronische ziekten en informatievoorziening aan patiënten; verzoekt de Commissie bijzondere aandacht te besteden aan de voorbereidheid op pandemieën;

27.   verwelkomt de mededeling van de Commissie inzake de zgn. GLB-toetsing, vooral met het oog op het belang van een concurrentiebestendige en duurzame landbouw en het belang om ontvolking van het platteland te voorkomen en de toegang van de consument tot levensmiddelen te waarborgen, maar benadrukt dat de precieze aard ervan pas mag worden vastgesteld nadat Parlement, Commissie en Raad een diepgaand debat hebben gevoerd over de aanvankelijke toetsingsmededeling van de Commissie;

28.   dringt er bij de Commissie op aan dat zij specifieke voorstellen opstelt over de implicaties en de gedetailleerde regels van het MSY-model (Maximum Sustainable Yield - Maximale Duurzame Opbrengst); en dat zij concrete wetgevingsvoorstellen indient over het eco-etiketteringssysteem en op zo kort mogelijke termijn een voorstel indient ter vereenvoudiging van Verordening (EG) nr.850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en voor de herziening en versterking van de controlevoorschriften van het GVB;

29.   steunt ten zeerste het initiatief van de Commissie om een groenboek op te stellen over Europese territoriale cohesie, zoals gevraagd door het Parlement; gelooft dat het concept van territoriale cohesie, dat onlangs werd bekrachtigd in het Verdrag van Lissabon, van centraal belang is voor de ontwikkeling van dit Gemeenschapsbeleid;

30.   onderstreept de noodzaak van een EU-strategie voor de Oostzee en verzoekt de Commissie in 2008 een omvattende EU-strategie voor het Oostzeegebied in te dienen;

Een geïntegreerde benadering van het migratievraagstuk

31.   is van mening dat het voeren van een gemeenschappelijk migratie-, visum- en asielbeleid, alsmede het bewerkstelligen van effectieve economische, sociale en politieke integratie van immigranten op basis van gemeenschappelijke beginselen twee zijden van dezelfde medaille zijn en een grote uitdaging vormen, en dat de verdeling van de bevoegdheden op het gebied van integratie tussen lidstaten en de EU daarbij volledig in acht moet worden genomen;

32.   roept de Commissie op stringentere maatregelen in te voeren ter bestrijding van mensenhandel, en met name te onderzoeken in hoeverre het daarvoor bedoelde actieplan van de Raad van 2005 gestalte heeft gekregen; verwacht in 2008 van de Commissie een evaluatie van de uitvoering van de richtlijn inzake het vrije verkeer en verzoekt om verdere maatregelen om ervoor te zorgen dat dit recht in de EU volledig geldt;

33.   is verheugd over de hernieuwde inzet van de Commissie voor een gemeenschappelijk migratiebeleid, gemeenschappelijke instrumenten om de externe grenzen te beschermen, en een gemeenschappelijk asielbeleid en verzoekt de Commissie haar beleid op het vlak van onderwijs en integratie verder te verbeteren om een duidelijk en veilig kader voor economische immigranten tot stand te brengen, met name voor geschoolde werknemers, dat duidelijkheid verschaft omtrent hun rechten en plichten;

34.   is van mening dat het Verdrag van Lissabon met ingang van 1 januari 2009 substantiële veranderingen zal teweegbrengen in het institutionele kader met betrekking tot de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en herinnert eraan dat 2008 zeer belangrijk zal zijn voor de implementatie en de uitbreiding van het Schengen-acquis tot de nieuwe lidstaten; benadrukt dat er rigoureuze maatregelen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat het systeem soepel functioneert en om de integriteit van de buitengrenzen van de EU te waarborgen; en verzoekt de Commissie het Europees Paelement en de nationale parlementen sterk bij de opstelling van deze bepalingen te betrekken;

35.   merkt op dat in het werkprogramma geen gewag wordt gemaakt van het toekomstige PNR-programma van de EU en dringt aan op intensievere operationele samenwerking op Europees niveau bij de bestrijding van terrorisme en, indien nodig, op grotere de betrokkenheid van het Parlement; onderstreept dat doeltreffende, afdwingbare instrumenten voor de gegevensbescherming niet moeten worden gezien als hinderpalen voor de terreurbestrijding, maar als onontbeerlijke vertrouwensversterkende mechanismen bij de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavers;

De burger op de eerste plaats

36.   is van oordeel dat de Commissie de burgers moet blijven wijzen op het belang van culturele diversiteit en derhalve van dialoog tussen culturen in de uitgebreide Unie; is van mening dat de interculturele dialoog ook buiten Europa moet worden bevorderd om als brug te dienen voor wederzijds begrip en bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van sociale en menselijke conflicten;

37.   merkt op dat de door de Commissie geformuleerde prioriteiten voor 2008 zich met name concentreren op de potentiële bijdrage die permanente educatie kan leveren aan het verhogen van de arbeidsparticipatie en de ontwikkeling van een kennismaatschappij overeenkomstig de doelstellingen van Lissabon; betreurt het dat er geen specifiek voorstel is waarin dit aspect concreet tot uitdrukking komt; is van oordeel dat minderjarigen door middel van specifieke, geëigende filters beschermd moeten worden tegen de inhoud van bepaalde programma's op internet en bij het gebruik van nieuwe technologieën;

38.   stelt voor een Europees onderdeel op te richten dat onmiddellijk kan reageren in noodgevallen, zoals wordt voorgesteld in het verslag-Barnier; verzoekt de Commissie in dit verband een concreet voorstel te ontwikkelen;

39.   benadrukt dat de rechten van passagiers moeten worden versterkt, met name de rechten van passagiers van langeafstandsbussen;

40.   is verheugd over het voorstel van de Commissie om te komen met een significante richtlijn om uitvoering te geven aan het beginsel van gelijke behandeling buiten het werk, zodat het wettelijk kader inzake non-discriminatie kan worden aangevuld, en benadrukt tegelijkertijd dat de bevoegdheden van de lidstaten moeten worden geëerbiedigd;

Europa als mondiale partner

41.   is van mening dat de rol van de EU in de bevordering van de mensenrechten, democratie en goed bestuur moeten worden beschouwd als integraal onderdeel van al het EU-beleid en alle EU-programma`s;

42.   juicht het toe dat de Commissie in haar werkprogramma onderstreept dat het uitbreidingsproces moet worden voortgezet en dat de Westelijke Balkan bijzondere aandacht moet krijgen;

43.   merkt op dat de Commissie voornemens is bijzondere aandacht te besteden aan de toekomst van Kosovo en verwacht dat de Commissie verdere evaluaties en voorstellen met betrekking tot de bijstand van de EU aan Kosovo presenteert, naarmate de situatie zich verder ontwikkelt;

44.   is van mening dat de Zwarte Zee Synergie een belangrijke eerste stap is om een alomvattende strategie uit te werken voor de regio en dringt er bij de Europese Commissie op aan specifieke voorstellen op te stellen, met inbegrip van een actieplan met specifieke doelstellingen en benchmarks om de EU en de landen uit de Zwarte-Zeeregio nauwer te laten samenwerken;

45.   acht de trans-Atlantische band van fundamenteel belang voor zowel de bevordering van gedeelde waarden als de bescherming van gemeenschappelijke belangen;

46.   is ten aanzien van het Midden-Oosten van mening dat de EU –afgezien van het verlenen van financiële hulp voor het economisch overleven en de wederopbouw van met name Libanon en Palestina- politieke initiatieven moet blijven ontplooien om haar actieve diplomatieke rol in de regio verder te versterken;

47.   is van mening dat er verdere stappen moeten worden ondernomen in de richting van een gemeenschappelijk extern energiebeleid om ervoor te zorgen dat alle lidstaten toegang hebben tot duurzame, betrouwbare en concurrerende energie en verzoekt de Commissie in de dialoog met Rusland een duidelijke en constructieve strategie te ontwikkelen;

48.   verzoekt de Commissie om het bi-regionaal strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te versterken en is in dit verband ingenomen met het feit dat de strategie EU-Afrika door de Commissie ook als een prioriteit wordt aangemerkt en onderstreept dat de parlementen en het maatschappelijk middenveld hierbij moeten worden betrokken;

49.   onderstreept de noodzaak van consistentie ten aanzien van het ontwikkelingsbeleid van de EU; onderstreept dat met ontwikkelingsvraagstukken ook rekening moet worden gehouden in het kader van andere Europese beleidsvormen; verheugt zich over het voornemen van de Commissie om op zoek te gaan naar nieuwe wegen om uitvoering te geven aan de millenniumontwikkelingsdoelstellingen; dringt er bij de Commissie op aan erop toe te zien dat haar ontwikkelingsbeleid een positief effect heeft uit een oogpunt van vredesopbouw;

50.   benadrukt dat de Doha-ronde succesvol moet worden afgerond; benadrukt dat de EU ook haar engagement met de opkomende economieën moet versterken door middel van bilaterale of regionale vrijhandelsovereenkomsten, die als aanvulling beschouwd moeten worden op de multilaterale benadering, en verzoekt tevens om opneming van bepalingen inzake de toepassing van fundamentele arbeidsnormen; acht een alomvattende nieuwe strategie voor China van belang; is van mening dat handel vrij en eerlijk moet zijn; dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor een sterkere bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten en alles in het werk te stellen om namaak te bestrijden;

Horizontale vraagstukken

51.   is verheugd over de vastberadenheid van de Commissie om ervoor te zorgen dat bedrijven tegen 2012 25% minder administratieve rompslomp ondervinden op EU- en nationaal niveau; beschouwt dit als een topprioriteit voor de komende maanden en als een essentiële bijdrage om de Lissabon-doelstellingen te halen; benadrukt dat het de wetgevingsvoorstellen hierop zal beoordelen; dringt er bij de Commissie op aan een gedetailleerd overzicht van de uitvoering van haar actieplan te verstrekken met duidelijke en beknopte informatie over de gehaalde doelstellingen, de ontwikkelde indicatoren, de resultaten van nulmetingen en concrete voorstellen voor andere gebieden die zich het best lenen voor een verdere snelle, duurzame en tastbare vermindering van de administratieve kosten;

52.   steunt de Commissie in haar niet aflatende pogingen om de kwaliteit van de EU-wetgeving te verbeteren; onderstreept dat de vereenvoudiging en de consolidering van de EU-wetgeving moeten worden versneld en dat er harder moet worden gewerkt aan betere regelgeving, snelle omzetting en correcte uitvoering van EU-regelgeving, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van het EP; verzoekt opnieuw om sterkere instrumenten voor het volgen en afdwingen van de uitvoering van EU-wetgeving in de lidstaten;

53.   benadrukt dat in het EG-Verdrag duidelijk wordt gesteld dat de Gemeenschap op grond van het huidige subsidiariteitsbeginsel op gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen, optreedt slechts voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt; benadrukt dat niet-optreden door de lidstaten op zich niet een bevoegdheid van de EU creëert;

54.   dringt aan op onafhankelijke beoordelingen van de effecten van wetgeving; is van mening dat dergelijke beoordelingen stelselmatig moeten worden uitgevoerd in de context van het wetgevingsproces en ook bij de vereenvoudiging van de wetgeving;

55.   vindt dat de dossiers op de lijst van hangende voorstellen die zullen worden ingetrokken toch al gedateerd zijn;

56.   verzoekt de Commissie en de Raad het Parlement de nodige tijd te geven om zijn advies over toekomstige uitbreidingen van de eurozone op te stellen;

57.   dringt er op aan dat de nieuwe comitologieprocedure zorgvuldig wordt toegepast en dat de rechten van het Parlement in dit verband worden gewaarborgd; hecht bijzonder belang aan de comitologieprocedures op het gebied van de financiële diensten (de Lamfalussy-procedure) omdat tal van belangrijke dossiers een fine-tuning ondergaan; is van mening dat de juiste toepassing van essentieel belang is om het financiële stelsel soepel te laten functioneren en om een financiële crisis te voorkomen; eist dat de rechten van het Parlement als overeengekomen, volledig worden geëerbiedigd en dat er gestalte wordt gegeven aan de huidige overeenkomsten;

58.   wacht met belangstelling op de resultaten van het consultatieproces dat geïnitieerd is door het Commissiedocument "De begroting hervormen voor een ander Europa" (SEC(2007)1188); eist dat het Europees Parlement volledig wordt betrokken bij de herziening van het systeem voor zowel de EU-uitgaven als voor de EU-eigen middelen, als vastgelegd in Verklaring nr. 3 bij het Interinstitutioneel Akkoord inzake begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IIA) inzake de herziening van het financieel kader;

59.   is van mening dat de Commissie om een Positieve betrouwbaarheidsverklaring te verkrijgen van de Rekenkamer, technische voorbereidingen moet treffen en er bij de lidstaten op moet aandringen nationale verklaringen op te stellen als gesuggereerd in de kwijtingsresoluties van 2003, 2004 en 2005 van het Parlement, beschouwt de jaarlijkse overzichten van de controles en verklaringen die verplicht worden gesteld in paragraaf 44 van het IIA slechts als eerste stap in deze richting; verwacht van het voor transparantie en bestuurszaken verantwoordelijk lid van de Commissie een meer proactieve opstelling op dit gebied; wijst er voorts op dat de Commissie zich verplicht voelt tot het handhaven van de hoogste normen inzake deugdelijk financieel beheer;

60.   verzoekt de Commissie onverwijld haar procedures te hervormen en het Parlement en zijn bevoegde commissies nauwer te betrekken bij de procedure voor selectie en benoeming van directeuren van agentschappen; zal de nodige maatregelen treffen om een grondigere procedure voor selectie van directeuren van agentschappen mogelijk te maken;

Communicatie over Europa

61.   dringt er bij de Commissie op aan de burger centraal te stellen in het Europese project, hetgeen alleen zal slagen als er geluisterd wordt naar de zorgen van de Europeanen, en intensiever te streven naar de ontwikkeling van een doeltreffender communicatiebeleid om bij de burgers een beter begrip te kweken van wat de EU doet en hoe zij ertoe bijdraagt dat hun zorgen serieus worden genomen, teneinde de ratificatie van het Verdrag van Lissabon en de Europese verkiezingen in 2009 voor te bereiden;

62.   roept de Commissie ertoe op duidelijk aan te geven hoe zij haar communicatieprioriteiten, inzonderheid met betrekking tot het Verdrag van Lissabon inhoudelijk gestalte denkt te geven;

o
o   o

63.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

Juridische mededeling - Privacybeleid