VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1380/2013 betreffende het gemeenschappelijk visserijbeleid

14.9.2017 - (COM(2017)0424 – C8-0239/2017 – 2017/0190(COD)) - ***I

Commissie visserij
Rapporteur: Alain Cadec
(Vereenvoudigde procedure – Artikel 50, lid 1, van het Reglement)


Procedure : 2017/0190(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
A8-0285/2017
Ingediende teksten :
A8-0285/2017
Debatten :
Aangenomen teksten :

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1380/2013 betreffende het gemeenschappelijk visserijbeleid

(COM(2017)0424 – C8-0239/2017 – 2017/0190(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0424),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0239/2017),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

–  gezien artikel 59 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie visserij (A8-0285/2017),

1.  stelt zijn standpunt in eerste lezing vast en neemt het voorstel van de Commissie over;

2.  verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

TOELICHTING

Bij Verordening (EU) nr. 1380/2013[1] is de verplichting ingevoerd om alle vangsten van bestanden waarvoor een vangstbeperking of een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte geldt, aan te landen. De aanlandingsverplichting moet nader worden ingevuld in regionale meerjarige beheersplannen die via de medebeslissingsprocedure worden aangenomen. Omdat er echter van uit werd gegaan dat het nog enige tijd zou duren voordat deze meerjarige plannen aangenomen zouden zijn, is in Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaald dat de Commissie tijdelijk door middel van gedelegeerde handelingen teruggooiplannen vaststelt die op een gezamenlijke aanbeveling van de betrokken lidstaten berusten en voor ten hoogste drie jaar gelden. Teruggooiplannen kunnen bepalingen bevatten voor visserijen of soorten die al onder de aanlandingsverplichting vallen. In deze plannen kunnen onder meer de-minimisvrijstellingen en vrijstellingen voor soorten met hoge overlevingskansen, voorschriften voor de documentatie van vangsten en, in passende gevallen, voorschriften voor minimuminstandhoudingsreferentiegrootten zijn opgenomen.

De eerste gedelegeerde handelingen van de Commissie tot vaststelling van teruggooiplannen zijn op 1 januari 2015 in werking getreden en verstrijken eind 2017. Het doel van een duurzame exploitatie van de biologische rijkdommen van de zee die is afgestemd op de specifieke kenmerken van elke visserij, moet in principe worden bereikt met meerjarenplannen, die de nodige bevoegdheden moeten bevatten voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen, waaronder de andere flexibele regelingen die vereist zijn voor een soepele implementatie van de aanlandingsverplichting. Bijgevolg is de Commissie na het verstrijken van de eerste periode van drie jaar uitsluitend bevoegd om gedelegeerde handelingen met de-minimisvrijstellingen vast te stellen.

Tot dusver bestaat er alleen een meerjarenplan voor de Oostzee[2], terwijl over twee voorstellen van de Commissie voor een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en voor kleine pelagische bestanden in de Adriatische Zee nog wordt onderhandeld tussen de twee medewetgevers[3].

Strekking van het voorstel

Voorgesteld wordt aan de Commissie de bevoegdheid te verlenen om voor nog eens maximaal drie jaar teruggooiplannen vast te stellen die de implementatie van de aanlandingsverplichting vergemakkelijken.

Standpunt van de rapporteur

De rapporteur is tevreden met dit voorstel, dat de uitvoering van de aanlandingsverplichting moet vergemakkelijken tot de goedkeuring van de regionale meerjarige beheersplannen.

De rapporteur stelt voor het Commissievoorstel goed te keuren volgens de vereenvoudigde procedure van artikel 50 van het Reglement van het Parlement.

  • [1]  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
  • [2]  Verordening (EU) 2016/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad (PB L 191 van 15.7.2016, blz. 1).
  • [3]  COM(2016) 0493 final – 2016/0238 (COD) – COM(2017) 097 final – 2017/043 (COD).

PROCEDURE VAN DE TEN PRINCIPALE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid

Document- en procedurenummers

COM(2017)0424 – C8-0239/2017 – 2017/0190(COD)

Datum indiening bij EP

11.8.2017

 

 

 

Commissie ten principale

       Datum bekendmaking

PECH

11.9.2017

 

 

 

Rapporteurs

       Datum benoeming

Alain Cadec

12.7.2017

 

 

 

Vereenvoudigde procedure - datum besluit

12.7.2017

Behandeling in de commissie

30.8.2017

 

 

 

Datum goedkeuring

30.8.2017

 

 

 

Datum indiening

14.9.2017