Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 14 mei 2003 - Straatsburg Uitgave PB

Armoedebestrijding in ontwikkelingslanden (onderwijs en scholing)
MPphoto
 
 

  Carrilho (PSE).(PT) Mijnheer de Voorzitter, onderwijs is in de strijd tegen de armoede een onmisbaar instrument. Dat mag een uiting van gezond verstand lijken – je kunt het binnen het kader van de te voeren ontwikkelingsstrategie ook beschouwen als een optie. Het is allemaal een kwestie van prioriteiten. Sommigen gaan ervan uit dat onderwijs achteraf vanzelf komt, als er eerst maar werk is. En dan maakt het niet uit of dat werk niet gekwalificeerd is en slecht betaald wordt. Ik geloof dat deze optie – lage lonen – een pervers mechanisme in werking stelt en uiteindelijk alleen maar meer slecht betaald werk genereert. En ik geloof niet dat onderwijs vanzelf volgt. Onderwijs en opleiding vooronderstellen een bewuste inspanning, en die moet erop gericht zijn iedereen mogelijkheden te geven. Op die manier geef je het grootst mogelijke aantal mensen een kans om bij het maatschappelijk leven betrokken te geraken en mee te werken aan de opbouw van de maatschappij.

De Europese Unie heeft zich internationaal gezien onderscheiden door voor deze laatste optie te kiezen – niet alleen in Europa zelf, maar ook als het gaat om de landen die wij in hun ontwikkeling steunen.

Wij zijn daarom heel tevreden met deze mededeling van de Commissie. Ze verdient de volledige steun van dit Parlement. We willen de rapporteur graag gelukwensen met zijn uitstekende verslag. Ik wil echter wel een paar punten even noemen. Het is heel belangrijk dat er een evenwicht gevonden wordt tussen de kwantiteit en de kwaliteit van het onderwijs enerzijds, en de pogingen het analfabetisme voorgoed uit te bannen, anderzijds. Van belang is ook dat er in de context van de door ons gesteunde programma’s mensen uit de regio zelf worden ingezet. We willen immers proberen de samenwerking steeds meer te decentraliseren. Het onderwijs moet bovendien beide seksen ten goede komen. Als ook meisjes en vrouwen onderwijs krijgen en opleidingen kunnen volgen zal dat niet alleen rechtsreeks gevolgen voor de economie hebben – het zal op de middellange termijn ook bijdragen tot een mentaliteitsverandering en een vrijere maatschappij. We moeten er verder voor zorgen dat het onderwijs beschermd wordt, zelfs tijdens conflicten en gedurende de onmiddellijke nasleep daarvan. Ik wijs er ook nog op dat de normalisering van het onderwijs een prioriteit moet zijn. Ik voeg daar tot slot aan toe dat het heel belangrijk is dat we meer aandacht besteden aan opleidingen voor gedemobiliseerde soldaten, om ze op die manier weer in de maatschappij op te nemen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid