Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2022(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0188/2006

Ingediende teksten :

A6-0188/2006

Debatten :

PV 31/05/2006 - 19
CRE 31/05/2006 - 19

Stemmingen :

PV 01/06/2006 - 7.14
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0241

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 31 mei 2006 - Brussel Uitgave PB

19. Raming van het Europees Parlement voor 2007 (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0188/2006) van Louis Grech, namens de Begrotingscommissie, over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2007 (2006/2022(BUD)).

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Grech (PSE), rapporteur. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, 2007, het eerste jaar van de nieuwe financiële perspectieven, wordt een jaar waarin de uitgaven in de begrotingsramingen voor het komende jaar worden geconsolideerd. Door middel van deze inventarisatie en consolidering moeten we de activiteiten die doeltreffend blijken te zijn, versterken en de activiteiten die geen toegevoegde waarde hebben, schrappen of in ieder geval beperken.

In een dergelijk scenario is de tenuitvoerlegging van een op activiteiten gebaseerde begroting van grote betekenis. Bovendien wordt in het verslag benadrukt dat de begroting de werkelijke begrotingsbehoeften dient te weerspiegelen. Dit verklaart waarom het nodig is het al dan niet behouden van het zelf opgelegde plafond van 20 procent te onderwerpen aan een grondige evaluatie. We moeten een kosten-batenanalyse uitvoeren om te achterhalen waar het Parlement het meest bij gebaat is, ook met het oog op zijn financiële onafhankelijkheid nu en in de toekomst, als in 2009 het Statuut van de leden ten bedrage van ongeveer honderd miljoen euro per jaar van kracht wordt.

Deze budgettaire benadering laat zich vertalen in effectievere, transparantere en meer analytische ramingen, wat me bij een andere belangrijk punt in het verslag brengt: de aankoop van gebouwen van het Parlement. In dit opzicht, en gezien de recente gebeurtenissen in verband met de aankoop van de gebouwen WIC en SDM in Straatsburg, aarzelen we niet om de vijftig miljoen euro bestemd voor de aankoop van deze gebouwen, in de reserve te boeken.

Het zou onverstandig zijn om deze fondsen vrij te geven zolang er niet meer duidelijkheid is over de lopende, onduidelijke kwesties rond die gebouwen. We willen het positieve financiële effect van ons aankoopbeleid niet onderschatten. We hebben er herhaaldelijk op gewezen dat dit beleid door de jaren heen tot substantiële besparingen heeft geleid. Toch zou het verstandig zijn om een heronderzoek van het aankoopbeleid voor gebouwen van het Parlement, waaronder de voorlichtingbureaus in de diverse lidstaten, te overwegen.

In het verslag wordt ook stilgestaan bij de kwesties inzake het bezoekersprogramma en het voorlichtingsbeleid. Helaas is er geen besluit genomen over de vijf miljoen euro bestemd voor het verbeteren van het bezoekersprogramma. Dit valt niet te verdedigen, en de leden verwachten dat het Bureau vóór de eerste lezing een besluit neemt.

In 2006 heeft het Parlement besloten om in drie belangrijke voorlichtingsprojecten te investeren, waaronder een gebouw voor een nieuw bezoekerscentrum, audiovisuele faciliteiten en een tv-kanaal via internet. In dit kader heeft de administratie een bedrag van 25 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de tenuitvoerlegging van deze projecten in 2007. In principe zijn we het ermee eens dat er meer moet worden gedaan om de connectiviteit tussen de burgers en de nieuwe instellingen die hen vertegenwoordigen, te verbeteren. Er moet echter meer uitvoerige informatie worden verstrekt betreffende politiek overzicht, organisatie, kostenstructuur en programma-inhoud voordat deze fondsen in hun geheel of gedeeltelijk uit de reserve kunnen worden gehaald. Als we kijken naar de huidige budgettaire beperkingen, zijn we er nog niet van overtuigd dat het verzoek voor 74 extra posten gerechtvaardigd is, zeker in een tijd waarin we voor consolidering van de uitgaven pleiten. Gezien deze omstandigheden wordt het betreffende krediet in de reserve geboekt tot, voorafgaand aan de eerste lezing, uitvoerige informatie beschikbaar is die dit verzoek rechtvaardigt.

Op een ander niveau moet worden opgemerkt dat er 48 miljoen euro wordt toegewezen voor de toetreding van Roemenië en Bulgarije. In geval van uitstel moet het financiële effect van circa 24 miljoen euro op de begroting voor 2007 in mindering worden gebracht.

Een ander belangrijk gebied waarop we ons in ons verslag hebben gericht, is dat van de assistentie en de faciliteiten die de leden ter beschikking staan. In dit kader zal de administratie een kwaliteitscontrole uitvoeren van de diensten die aan de leden ter beschikking worden gesteld. We vertrouwen erop dat de inventarisatie van de “Raising the game”-hervorming samen met de conclusies van de kwaliteitscontrole tot een behoorlijke verbetering van dit belangrijke aspect zullen leiden.

We hebben in ons verslag ook verwezen naar een aantal andere prioriteiten waar we ons op moeten richten, zoals opleidingen, aanwerving in verband met de uitbreiding, het statuut van de medewerkers van de leden, veiligheid en contracten in verband met externe diensten. Helaas heb ik niet genoeg tijd om bij al deze punten stil te staan, maar we kunnen ze zeker niet negeren.

Tot slot bedank ik mijn collega’s, de schaduwrapporteurs, de coördinatoren en de leden van de Begrotingscommissie voor hun medewerking en de constructieve bijdrage aan dit verslag, waarbij het gemeenschappelijke doel was om het functioneren, de kwaliteit en de verantwoording van het Parlement te verbeteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Ville Itälä, namens de PPE-DE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst de rapporteur, de heer Grech, bedanken. Hij heeft uitstekend werk verricht en de samenwerking verliep zeer soepel. Het was een prettige ervaring samen aan dit project te werken. Toch wil ik enkele kanttekeningen plaatsen.

Allereerst wordt er altijd gezegd dat wij 20 procent meer gebruiken dan in het vorige jaar. Dit kan echter geen principe zijn. Het principe kan alleen zijn dat wij goed overwegen welke behoeften wij hebben en hoe wij het geld van de belastingbetalers spaarzaam kunnen gebruiken.

Dan zijn er de begrotingslijnen en vooral het informatiebeleid. Wij hebben vorig jaar met een duidelijke meerderheid besloten om vijf miljoen euro extra uit te trekken voor bezoekersgroepen. De Parlementsleden verwachten dat deze vijf miljoen euro wordt gebruikt, maar dat wordt ze niet. Dit is nogal teleurstellend. Waarom besluit het Parlement überhaupt over zaken als ze toch niet worden gerealiseerd? Ik hoop dat de Voorzitter van het Parlement er voor zorgt dat de wil van het Parlement in deze zaak wordt uitgevoerd en dat die vijf miljoen euro wordt gebruikt.

Dan is de wens geuit om webtelevisie te gaan maken, waarover echter geen besluiten zijn genomen. Naar mijn mening heeft de bevoegde commissie zeer terecht de voorwaarde gesteld dat hiervoor financiële plannen voor de lange termijn moeten worden opgesteld. Hierin moet staan wat deze volgend jaar gaat kosten, over vijf jaar en misschien zelfs op de langere termijn, zodat wij weten welke kant wij op gaan en hoe de administratie plaatsvindt. Voor dit gebeurt, kunnen er geen besluiten worden genomen.

Ik wil tot slot nog een detail met betrekking tot de kindercrèche ter sprake brengen. Het Parlement heeft het idee van een crèche hiernaast laten varen en een mooi huis gekocht. Dat is weliswaar een mooie omgeving voor de kinderen, maar staat op volstrekt de verkeerde plaats. De crèche had in dit gebouw moeten komen of pal hiernaast. Het is belangrijk hoe wij ons als werkgever gedragen. Wij zouden het goede voorbeeld moeten geven. Ik ben teleurgesteld in de sociaal-democraten die zich niet bekommeren om gezinnen met kinderen en deze gezinnen minachten en slecht behandelen. Wij stemmen voor een sportcentrum, voor geld voor webtelevisie en vele andere aangename zaken, maar wij geven niet om gezinnen met kinderen. Ik hoop dat dit niet weer gebeurt.

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill, namens de PSE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur graag bedanken voor zijn grondige werk aan dit verslag. Ik ben blij met de nadruk die Louis Grech legt op een effectief gebruik van de middelen. Daarom ondersteun ik met kracht de invoering van een op activiteiten gebaseerde begroting. Ik heb de afgelopen vijf jaar voortdurend gevraagd of het Europees Parlement tot dit systeem zou willen overgaan, omdat het leidt tot grotere transparantie. Ik was echter teleurgesteld door de terughoudendheid waarvan de administratie blijk gaf bij de invoering van een dergelijk systeem, en ik denk dat het nu hoog tijd is dat we dat gaan doen. Daarom wil ik de secretaris-generaal vragen de kwestie zeer serieus te nemen en te onderzoeken welke vooruitgang we op dit front kunnen boeken.

De tweede zaak die ik aan de orde wil stellen, is de jaarlijks terugkerende kwestie van de chauffeursdiensten. Ik ben het niet eens met wat er in het verslag staat, namelijk dat er voor de chauffeursdiensten voor de afgevaardigden extra middelen nodig zijn. Ik steun het amendement dat de Verts/Ale-Fractie heeft ingediend en waarin wordt gevraagd te onderzoeken hoe we de chauffeursdiensten zonder extra middelen kunnen verbeteren. We hoeven niet te beginnen met het verhogen van de middelen, temeer daar er taxivergoedingen bestaan voor de afgevaardigden.

Met betrekking tot informatie en communicatie kunnen we niet genoeg benadrukken hoezeer wij resultaten nodig hebben, resultaten die voor ons van essentieel belang zijn om in contact te kunnen komen met de burgers. Ik steun met kracht de voorstellen voor Web-TV en een verbeterd bezoekerscentrum.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne E. Jensen, namens de ALDE-Fractie. - (DA) Voorzitter, ook ik zou graag de heer Grech willen bedanken voor zijn opbouwend en doorwrocht werk met betrekking tot de begroting van het Parlement voor 2007. Het gaat hier om een begroting van net iets minder dan 1,4 miljard euro, en daar wil ik graag drie opmerkingen over maken. Ten eerste is bijna de helft van de uitgaven het gevolg van de geografische spreiding van de parlementaire activiteiten en het feit dat wij in zoveel talen werken. Dit zijn zaken die zeer specifiek zijn voor het Europees Parlement, maar tevens zaken waar wijzelf geen invloed op hebben.

Ten tweede wil ik met klem wijzen op de noodzaak om telkens weer opnieuw onze prioriteiten bij te stellen en een grotere efficiëntie te bewerkstelligen met betrekking tot het personeelsbeleid, waar de nodige veranderingen gewenst zijn. Ook wil ik wijzen op het feit dat de afgevaardigden betere faciliteiten nodig hebben om efficiënter te kunnen werken, en dat ook het informatiebeleid efficiënter dient te worden. Wat dit laatste betreft moet een zorgvuldige analyse worden gemaakt van de bijdragen van de nationale informatiebureaus.

Het derde punt dat ik zou willen noemen betreft de aankoop van gebouwen in Straatsburg. Er is buitengewoon veel ophef geweest over dit onderwerp en het zou volledig onacceptabel zijn indien er straks werd geconstateerd dat de vestiging van het Parlement in Straatsburg een geldmachine voor de stad is geweest. Daarom zijn we tot nader order gedwongen de aankoop van gebouwen te staken. Persoonlijk zou ik het liefst zien dat het Parlement genoeg had aan de vestiging in Brussel, zodat we eveneens doeltreffend aan déze kwestie zouden kunnen werken.

 
  
MPphoto
 
 

  Hans-Peter Martin (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek in de verwachting dat ik dezelfde tijd krijg als de vorige sprekers voor wie u heel gul was. Wat u hier voor ons op tafel legt, is echt een hele droevige zaak. Het verslag laat wederom zien dat de begroting met nog eens 4,2 procent moet worden verhoogd en er 250 nieuwe posten bij moeten komen. Zo wordt wat u hier doet een uitdrukking van georganiseerde onverantwoordelijkheid. Het is duidelijk dat een groep mensen het Europees project heeft gegijzeld, en ik ben er helaas van overtuigd dat degenen die dit weer goedkeuren, de geschiedenis zullen ingaan als roekeloze verkwisters.

Als u dit verslag zou nemen, het in alle officiële talen zou vertalen en aan de burgers van Europa te lezen zou geven, zouden ze ontzet zijn. Ze zouden zeggen ‘Wat denken jullie wel? We hebben dat niet meer. We kunnen ons dat niet meer veroorloven! Zelfs de helft daarvan zou nog teveel zijn.’ En iedereen hier weet dat, maar ze handelen er niet naar. Het doet mij heel erg denken aan de eindfase van de Sovjet-Unie, waar elk jaar weer sprake was van nieuwe recordoogsten en nieuwe maximalisaties en verbeteringen van de efficiëntie. Wat we hier hebben is een schande en het Europees Parlement onwaardig.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag om 11.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid