Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/0106(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0398/2006

Ingediende teksten :

A6-0398/2006

Debatten :

PV 11/12/2006 - 16
CRE 11/12/2006 - 16

Stemmingen :

PV 12/12/2006 - 14.19
CRE 12/12/2006 - 14.19
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0549

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 11 december 2006 - Straatsburg Uitgave PB

16. Letselpreventie en bevordering van veiligheid (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Aan de orde is het verslag (A6-0398/2006) van Kathy Sinnott, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad over letselpreventie en bevordering van veiligheid (COM(2006) 0329 C6-0238/2006 2006/0106(CNS)).

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de leden van de betreffende commissies bedanken voor het feit dat zij zo hard hebben gewerkt aan een reactie op het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad over letselpreventie en bevordering van veiligheid. Daarbij wil ik in het bijzonder de prestatie noemen die mevrouw Sinnott in verband met dit belangrijke initiatief heeft geleverd. Tevens wil ik mijn dank betuigen aan het Oostenrijkse voorzitterschap, dat tijdens zijn ambtstermijn een conferentie over dit vraagstuk heeft belegd.

De Commissie begon op grond van het EU-programma inzake letselpreventie acties op dat gebied te ondersteunen en heeft haar bijstand op basis van het huidige programma voor volksgezondheid gecontinueerd. Zoals u weet, vormen letsels na hart- en vaatziekten, kanker en ziekten van de ademhalingsorganen de vierde belangrijkste doodsoorzaak in de lidstaten. Elk jaar overlijden ongeveer 235 000 burgers door een ongeval of geweldsmisdrijf. Meer dan 50 miljoen burgers worden medisch behandeld wegens letsels en van hen komen er 6,8 miljoen in het ziekenhuis terecht. Letsel, al dan niet opzettelijk toegebracht, is vermoedelijk de hoofdoorzaak van langdurige beperkingen bij jongeren en leidt tot een enorm verlies van levensjaren in goede gezondheid. Bij personen boven 65 jaar zijn ongevallen en letsels er eveneens een belangrijke oorzaak van dat mensen overlijden of gehandicapt raken en vaak treedt er een fatale verslechtering in de gezondheid op.

In het verleden is minder aandacht besteed aan ongevallen thuis, bij vrijetijdsbesteding en sport en aan ongevallen onder kwetsbare bevolkingsgroepen als kinderen, adolescenten en ouderen. Uit onderzoek blijkt dat meer dan 50 procent van de ernstige ongevallen te voorkomen zijn en dat beperking met een kwart in de komende tien jaar een realistisch streefdoel is. Maar uiteraard is het van het allergrootste belang dat we betrouwbare informatie over letsels in Europa hebben, zodat we maatregelen kunnen nemen. Letselinformatie is eveneens essentieel voor de beoordeling van de resultaten van al onze inspanningen en acties.

De Commissie heeft in haar mededeling “Actie voor een veiliger Europa” een gemeenschappelijk actieplan over letselpreventie en bevordering van veiligheid uiteengezet. De lidstaten worden aangemoedigd soortgelijke nationale plannen voor letselpreventie op te stellen. Dergelijke plannen moeten dienen als een kader waarbinnen maatregelen worden getroffen die de betrokkenheid van relevante partners en belanghebbenden vereisen. De verantwoordelijkheden van de instellingen moet in die plannen worden vastgelegd en zij dienen gebaseerd te zijn op goede praktijken en de bevordering van veiligheid.

De aanbeveling van de Raad over letselpreventie en bevordering van veiligheid is een eerste stap om de inspanningen van de Commissie en de lidstaten in verband met de acties voor een veiliger Europa te bundelen, zodat letsel voor individuen en de samenleving een minder grote last wordt. Door deze gezamenlijke aanpak leren we van elkaars ervaringen en kunnen we sneller en effectiever resultaat boeken. Wij hopen en verwachten dat de situatie in de lidstaten met betrekking tot ongevallen en letsels de komende jaren aanzienlijk zal verbeteren.

Ik wil de rapporteur en de commissie nogmaals bedanken en ik zie uit naar een zeer interessant debat.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM), rapporteur. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in een mum van tijd kan iemands leven door letsel voorbij zijn of ingrijpend worden veranderd. Letsel kan het gevolg zijn van een ongeval en kan door anderen of eigenhandig worden toegebracht. Letsels veroorzaken elk jaar de dood van een kwart miljoen mensen en leiden tot 65 miljoen medische behandelingen. Bij een zo wijdverbreid, ernstig en te voorkomen fenomeen als letsel is het een uitdaging om levens te redden en de gezondheid van mensen te beschermen. Om die reden voelde ik me zowel uitgedaagd als bevoorrecht om aan dit verslag te werken.

In dit verslag, dat zich vooral richt op de verzameling van letselgegevens, heb ik geadviseerd gegevens van betere kwaliteit te genereren om de veiligheid te bevorderen en letsel te voorkomen. Uit het oogpunt van preventie heeft het geen nut om te weten hoeveel mensen er in het wegverkeer zijn omgekomen. We moeten weten waarom de dodelijke ongevallen plaatsvonden. Lag het aan de conditie van het voertuig of aan het type voertuig? Was de chauffeur, een passagier of iemand die langs de weg liep, het slachtoffer? Speelden drank, snelheid of slechte weersomstandigheden een rol? Wat was de conditie van het wegdek? Bij elke vorm van letsel moeten we ons dit soort vragen stellen, willen we levens redden. Het is onmogelijk elk letsel nauwkeurig te onderzoeken, maar we moeten wel een systeem van gegevensverzameling tot stand brengen waarmee zorgvuldiger kan worden nagegaan welke factoren bepalend zijn voor alle letsels die de dood of ernstige handicaps tot gevolg hebben. Dan kan er in de toekomst effectiever aan preventie worden gedaan.

Dit is de aanpak die ik in het verslag verdedig, en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid staat daar volledig achter. Het lijkt moeilijk zulke informatie te vergaren, maar in werkelijkheid zijn veel gegevens al beschikbaar: verzekeringsmaatschappijen bezitten uitgebreide gegevens over ongevallen en de politie heeft gegevens over door anderen of eigenhandig toegebracht letsel. We moeten inventariseren wie deskundig op het gebied van letselrapportage zijn en met hen samenwerken om de informatie te verkrijgen waarmee daadwerkelijk letsels kunnen worden voorkomen en de veiligheid kan worden bevorderd.

In het document van de Commissie krijgt het monitoringsysteem voor letsels en veiligheid een plek binnen alle toekomstige gezondheidsprogramma’s. Dat maakt financiering van het systeem mogelijk, ongeacht of de werking ervan doeltreffend of heilzaam is. Volgens ons is een deugdelijk initiatief ter voorkoming van letsel en ter bevordering van veiligheid zo belangrijk dat het binnen de gezondheidsprogramma’s een zelfstandige status moet krijgen. Daarover moeten we uitvoeriger nadenken wanneer we naar de gezondheidsprogramma’s zelf kijken. Dat betekent dat deze specifieke aanbeveling nog niet aan de gezondheidsprogramma’s gekoppeld behoort te worden, maar los van die programma’s dient te worden bestudeerd. Daarom heeft de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid alle verwijzingen naar gezondheidsprogramma’s in het document geschrapt.

De Commissie heeft zeven prioriteiten vastgesteld waaraan wij letsel en veiligheid op het werk hebben toegevoegd. Tevens hebben we de aandacht gericht op het huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen. Ik zou graag één wijziging willen doorvoeren, namelijk de schrapping van amendement 4, waarover we morgen apart zullen stemmen. Daarin staat: “Huiselijk geweld tegen vrouwen is de belangrijkste oorzaak van overlijden en invaliditeit onder vrouwen tussen de 16 en 44 jaar.” Huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen is beslist een misdrijf en ik sta vierkant achter amendementen waarin die gedachte duidelijk naar voren komt. Een aanbeveling over het verkrijgen van gegevens van hogere kwaliteit mag zelf echter geen onnauwkeurigheden bevatten. Wat in dit amendement over de hoofdoorzaak van overlijden staat, klopt niet. In oktober nog werd in een publicatie van Eurostat gemeld dat vervoersongevallen en zelfmoord de voornaamste doodsoorzaken waren onder vrouwen in die leeftijdscategorie.

Omdat we de monitoring van letsel completer willen maken, noemen we het opzoeken van risicosituaties, drugs en alcohol, genderaspecten, de sociale omstandigheden en de omgeving als factoren die een rol spelen. Ook wordt de nadruk gelegd op zelfbeschadiging, een fenomeen dat steeds vaker voorkomt. Tevens hebben we de lijst van groepen met een hoog risico uitgebreid met jongeren, ouderen, gehandicapten en vrouwen. Deze lijst is niet volledig.

Ik steun de amendementen over verwondingen door naalden en over letsel dat werkers in de gezondheidszorg oplopen. We kennen de oplossing daarvoor. Deze letsels zijn gemakkelijk te voorkomen en daarom totaal onacceptabel.

Het is duidelijk dat letsels zwaar op de economie drukken. Wat mij betreft gaat het echter in de eerste plaats om de mensen die letsel hebben opgelopen, en hun familie. Volgens mij hebben letselpreventie en bevordering van veiligheid in de kern te maken met hoeveel waarde wij aan de mens als persoon hechten. Een meesterwerk uit de renaissance behandel je met veel meer zorg dan een poster uit een tijdschrift. De mens en zijn intrinsieke waarde dienen weer in het middelpunt komen te staan.

Letsels kunnen nooit volledig worden uitgebannen, maar als we beter begrijpen hoe ze optreden, kunnen we veiliger producten en handelwijzen aanreiken en de hoeveelheid letselgevallen beperken. Het aantal letsels zal echter pas drastisch worden teruggebracht wanneer mensen gaan beseffen dat elk persoon waardevol is en dat zelfs het overlijden of de invaliditeit van één enkel individu een groot verlies voor ons allemaal betekent. Wanneer we dat begrijpen, zullen we anderen en onszelf behandelen als het meesterwerk dat we zijn, en zullen we erkennen dat we verantwoordelijk zijn voor elkaars veiligheid. Dat is de gedachte achter amendement 21 en daarom zeg ik met nadruk tegen de Commissie dat letsel zo veel meer tragische consequenties heeft dan alleen op het economische vlak.

 
  
MPphoto
 
 

  Antonios Trakatellis, namens de PPE-DE-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ongeveer acht jaar geleden had ik de eer rapporteur te zijn voor het programma ter voorkoming van letsels tijdens de vrijetijdsbesteding en ik was toen echt onder de indruk van het enorme aantal van dergelijke verwondingen, wat bewees dat we met een enorm probleem zitten.

Ik wil zeggen dat het verslag van collega Sinnott erg goed is; ik heb daaraan bijgedragen met mijn eigen amendementen, zodat een toekomstig Gemeenschapsmechanisme, een letselregistratiesysteem, kan meewerken aan het ontwikkelen van nationaal preventiebeleid. De stelselmatige vergaring van gegevens zal namelijk ook de oorzaken van ongevallen aan het licht brengen, die we de letseldeterminanten noemen. Ik vind dat de primaire oorzaken – die de rapporteur vermeldt – uitsluitend moeten worden gekoppeld aan de efficiëntie van de letselpreventie. We zouden ons zelfs specifiek moeten concentreren op het probleem van ouderen, die het grootste deel van de slachtoffers vormen, en op letsels die het gevolg zijn van geweld tegen vrouwen, dat zijn er nogal wat volgens mij, en natuurlijk verkeersongevallen, sportongevallen en ongevallen die worden veroorzaakt door producten en diensten.

Om de efficiëntie te verbeteren en de kosten te verminderen vind ik het noodzakelijk dat de bestaande programma’s en infrastructuur (gegevensbanken enz.) worden geïntegreerd, want de Commissie heeft al programma’s voor dit onderwerp. Er zijn dus al gegevens waarmee zij rekening moet houden bij het voorbereiden van haar voorstel voor het Parlement. Dit mechanisme zal gegevens verzamelen die worden verstrekt door de lidstaten op basis van hun nationale letselmonitoringsystemen, met gemakkelijke toegang tot informatie en goede praktijken als resultaat.

Collega’s, ik besluit met de opmerking dat de duizenden doden en de financiële aderlating die het gevolg zijn van letsels een open wonde vormen in de Europese samenlevingen. Die geneest niet gemakkelijk, maar we kunnen in de toekomst een Gemeenschapsmechanisme creëren voor het vergaren van gegevens dat ons zal helpen deze letsels op efficiënte wijze te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela, namens de PSE-Fractie. (PT) Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de cijfers wijzen uit dat het noodzakelijk is de burgers te waarschuwen voor de gevolgen van risicogedrag. Hoeveel verkeersongelukken hebben niet als oorzaak het gebruik van alcohol of drugs? Hoeveel ernstig letsel lopen kinderen niet op door onoplettendheid van volwassenen? Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan het inslikken van toxische producten als schoonmaakmiddelen en medicijnen. Jaarlijks overlijden 235 000 Europese burgers door letsel dat ze hebben opgelopen bij ongevallen of geweld. Dat betekent dat er dagelijks alleen al in de Europese Unie meer dan zeshonderd dodelijk slachtoffers vallen. Dat zijn schrikwekkende cijfers, niet alleen vanwege al het lijden en de persoonlijke drama’s die erachter schuilgaan, maar ook vanwege de kosten op sociaal gebied en voor de begroting.

Het is een feit dat ongevallen en letsel enorme kosten veroorzaken op menselijk vlak. Vroegtijdige dood, jarenlange invaliditeit, hoge kosten voor de gezondheidszorg en schade voor de samenleving als gevolg van productiviteitsverlies zijn er het gevolg van. Letsel kan trouwens voorkomen worden. Daarvoor dienen we er een gezondere leefstijl op na te houden en te zorgen voor veiliger levensomstandigheden. Het is beter te voorkomen dan te genezen.

De kans op letsel is niet gelijk verdeeld over alle lidstaten en sociale klassen. De risicofactoren worden mede bepaald door de inrichting van de huiselijke omgeving en de werkomgeving. Ook leeftijd en geslacht kunnen niet buiten beschouwing blijven. Daarom heb ik een amendement ingediend om op alle gebieden rekening te houden met het genderperspectief, met inbegrip van het gezondheidszorgbeleid. Om dat doel te bereiken dienen er kwantitatieve genderstudies te worden uitgevoerd en middelen beschikbaar te worden gesteld. De budgettering van die middelen dient geslachtsspecifiek te zijn, want zoals gezegd is huiselijk geweld – het geweld tegen vrouwen – ook een belangrijke oorzaak van letsel. Dat letsel heeft natuurlijk ernstige gevolgen voor de vrouwen, maar daarnaast ook voor de samenleving in haar geheel.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, in de eerste plaats wil ik mevrouw Sinnott feliciteren met haar uitstekende verslag, dat onze volledige steun verdient. Het onderwerp van deze ontwerpwetgevingsresolutie is beslist uitermate belangrijk, aangezien het hier gaat om de vroegtijdige dood van meer dan 200 000 EU-burgers en de verwonding van verscheidene miljoenen individuen in de 25 lidstaten. Sommige van deze letsels zijn afschuwelijk en duizenden mensen raken voor het leven verminkt of zwaar gehandicapt.

De twee belangrijkste aandachtspunten in verband met de preventie van ongevallenletsel zijn: de vaststelling en beoordeling van risicofactoren en het op de juiste wijze bekendmaken en uitvoeren van veiligheidsmaatregelen. Mevrouw Sinnott merkt terecht op dat er in het verslag van de Raad niet alleen aandacht moet worden besteed aan het vergaren van informatie over letsels via een monitoringsysteem, maar dat er ook meer nadruk moet worden gelegd op de bevordering van veiligheid en de bewustmaking van het grote publiek wat de risico’s betreft. Van de talrijke ernstige risicofactoren die het leven van mensen bedreigen, wil ik me nu op één concentreren, namelijk alcohol en veiligheid op de weg.

Op dit gebied is er nog veel te doen als het gaat om preventie. Het gebruik van alcohol door bestuurders van voertuigen is uiterst gevaarlijk, vooral omdat alcohol onze hogere hersenfunctie aantast, wat resulteert in verminderde zintuiglijke waarneming, trage reflexen, verstoring van de spiercoördinatie en een slechte inschatting van gevaar. Hierdoor is alcohol door de jaren heen verantwoordelijk voor de dood van miljoenen weggebruikers wereldwijd. Uit onwetendheid, of vermoedelijk eerder door de zeer sterke lobby van de alcoholindustrie, beseffen we echter onvoldoende dat er veel drastischer maatregelen getroffen moeten worden tegen het rijden onder invloed van drank. In plaats daarvan doet men ons geloven dat de inname van alcohol beneden bepaalde grenzen veilig is. In de meeste EU-landen is die grens vastgesteld op 50 mg alcohol per 100 ml bloed.

Volgens mij is dat totaal onjuist. Er bestaat geen veilige grens voor rijden met alcohol op. Elke alcoholinname, hoe klein ook, tast de hersenactiviteit in zekere mate aan. Een bestuurder met een alcoholgehalte van 20, 30 of 40 mg/100 ml in het bloed mag volgens de wet autorijden. Hij of zij loopt echter een veel groter risico om bij een ongeval betrokken te raken dan personen die helemaal geen alcohol in hun bloed hebben.

Ons openbaar onderwijs en onze rechtsstelsels verschaffen onze bestuurders ten onrechte een gevoel van veiligheid. Zij denken dat hen op de weg niets kan overkomen zolang ze niet buitensporig drinken. Dit is gruwelijk onjuist en we moeten verandering in deze situatie brengen door te helpen een totaal alcoholverbod voor bestuurders van voertuigen in te stellen. Alleen dan bestaat de kans dat we het aantal doden in het verkeer als gevolg van alcoholgebruik sterk kunnen terugdringen. Maar – en helaas is er altijd een “maar” in de politiek – hoe velen van ons zijn bereid en in staat te strijden voor een wettelijk alcoholverbod voor bestuurders en hoe velen van ons zullen politiek gezien overleven als zij rechtstreeks met de alcoholgerelateerde bedrijfstakken in conflict raken door een totale drooglegging van bestuurders te ondersteunen?

Kortom, er is deze kerst één belangrijke boodschap voor onze bevolking als het gaat om letselpreventie: alcohol is een moordenaar op de weg, in grote en kleine hoeveelheden, en de enige manier om veilig te rijden is zonder een druppel alcohol op.

 
  
MPphoto
 
 

  Irena Belohorská (NI).(SK) Ik sluit mij aan bij degenen die de aanbevelingen van de Raad steunen. Ik wil verder de rapporteur bedanken voor het opstellen van het verslag van het Europees Parlement over dit onderwerp.

De reden die ten grondslag ligt aan de opstelling van dit verslag is hier vanavond al diverse malen genoemd. Elke dag overlijden er zeshonderd mensen ten gevolge van ongevallen en letsel, wat neerkomt op een kwart miljoen mensen per jaar. Enerzijds komen in deze getallen het verdriet en verlies van de nabestaanden tot uitdrukking, maar aan de andere kant mogen we niet vergeten dat ongevallen en geweld op sociaal en economisch vlak tevens een grote kostenpost vormen voor de overheid.

In veel lidstaten zijn ziekenhuizen verplicht overdreven nauwgezet de doeltreffendheid van behandelingen van bijvoorbeeld kankerpatiënten te beoordelen. Hoewel de behandeling van slachtoffers van ongevallen en geweld eveneens aanzienlijke uitgaven vergt, is hun situatie te voorkomen. Elk jaar worden er 7 miljoen mensen in de Europese Unie opgenomen in ziekenhuizen en hebben wel 65 miljoen mensen medische zorg nodig. Uit deze statistieken spreekt het enorme leed van alle betrokkenen.

Ik ben dan ook van mening dat het voorstel voor gemeenschappelijke procedures van EU-lidstaten ter vermindering van het aantal ongevallen en geweld buitengewoon doeltreffend is. Accurate statistieken waarin de verschillen tussen lidstaten tot uitdrukking komen, zullen ons helpen bij het vaststellen van nauwkeuriger preventiemethoden. Als bekend is dat mensen van 65 jaar en ouder 16 procent van de EU-bevolking vormen terwijl zij 40procent van de dodelijke ongevallen voor hun rekening nemen, moeten we een reeks voorlichtingscampagnes starten of beschermingsprogramma's invoeren die gericht zijn op mensen die tot die specifieke leeftijdscategorie behoren. Ook jongeren zijn een belangrijke groep waarop we ons moeten richten wat betreft de preventie van ongevallen en geweld. Sportblessures ontstaan heel vaak onder het toeziend oog van coaches en in de vrije tijd. We moeten eerbied hebben voor onze gezondheid en die van anderen. Samen moeten we ons verzetten tegen het geweld waaraan we dagelijks worden blootgesteld via tv-programma's, films en games, waarin deze onwenselijke gedragsvormen vaak worden aangemoedigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Horst Schnellhardt (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijnheer de commissaris, de Commissie probeert om het hoge aantal ongevallen en gewonden te reduceren, en de situatie in de lidstaten significant te verbeteren. Dat is natuurlijk een goede zaak, en de rapporteur heeft daarover ook heel wat gezegd. Maar geloven we nu echt dat we met deze maatregelen het aantal ongevallen in de lidstaten kunnen verlagen? Ik denk dat het tegendeel zal gebeuren. Ik denk dat deze maatregelen in de lidstaten zullen worden betaald met geld dat beter had kunnen worden gebruikt.

Ik zou een opmerking willen maken over de kosten die telkens weer worden genoemd. Natuurlijk maak ik me zorgen over het aantal gewonden. Vandaag heb ik gelezen hoe sterk de kosten voor de gezondheidszorg dankzij REACH zullen dalen. Die cijfers kloppen natuurlijk wel, maar we zullen ze niet bereiken. Wat we met dit document bereiken is bureaucratie, hoewel we allemaal verzekeren dat we daar tegen zijn, en dat we die willen verminderen. De lidstaten van de Europese Unie hebben de nodige instrumenten toch al? Ze produceren statistieken, ze nemen de nodige maatregelen, ze kennen de situatie ter plaatse veel beter dan wij in Brussel of Straatsburg. Wie denkt dat wij met onze statistieken de lidstaten iets nieuws kunnen vertellen, die heeft het bij het verkeerde eind, die zit ernaast. Laten we eens kijken naar het verkeer. We kunnen het rijgedrag van automobilisten op Sicilië of in Finland toch niet van Brussel uit beïnvloeden? Dat lukt alleen maar met plaatselijke maatregelen, en daarom moet dat subsidiair worden geregeld. Het is misschien een extreem voorbeeld, maar hoe zit dat met die mensen die de vitrage ophangen, en dan van de ladder vallen en gewond raken? In sommige landen komt dat nooit voor, omdat de mensen daar geen vitrage hebben. Hoe wil je de cijfers dan met elkaar vergelijken? Ik zou veel van zulke voorbeelden kunnen noemen. Daarom is dit volgens mij de verkeerde weg, we moeten nog eens nadenken over deze maatregelen, en ons concentreren op bilaterale maatregelen, die het aantal ongevallen werkelijk kunnen reduceren. Met dit voorstel zal ons dat niet lukken.

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de afgevaardigden bedanken voor een zeer interessant debat. Met de meesten van u deel ik de frustratie dat we in de Europese Unie te maken hebben met zo veel vermijdbare oorzaken van letsel, overlijden en slechte gezondheid en dat we er zo veel meer tegen zouden kunnen doen. Ik denk dat uw bijdragen een stap in de goede richting vormen en helpen tot een effectiever beleid te komen. Het Europees Parlement heeft zich consequent proactief opgesteld als het gaat om letselpreventie en uit het debat van vandaag blijkt hoeveel belang er in dit vraagstuk wordt gesteld.

Voor ons en voor mij persoonlijk staat de mens absoluut centraal in het te voeren beleid. Tegenwoordig moeten we echter erkennen dat dit helaas niet voor alle besluitvormers de enige overweging is. Wanneer we dit menselijke aspect combineren met financiële en economische argumenten, kunnen we ons doel nog beter verwezenlijken. Ik zeg niet dat deze argumenten de boventoon moeten gaan voeren, maar het helpt wel ze erbij te betrekken. Letsel veroorzaakt menselijk lijden en pijn en heeft maatschappelijke gevolgen, maar vormt ook een ernstig probleem voor de economieën van de lidstaten. Daarom moeten we eveneens werken aan een oplossing van dat probleem.

Wat de diverse amendementen betreft geldt dat de Commissie een groot aantal amendementen volledig kan aanvaarden, bijvoorbeeld 5, 18 en 21, en dat zij de amendementen 7, 11, 15, 16 en 17 gedeeltelijk aanvaardt. Het volledige overzicht van de standpunten van de Commissie over elk amendement wordt aan het Parlement overhandigd en ik vertrouw erop dat het in het verslag van deze vergadering wordt opgenomen(1).

Het amendement over het schrappen van de financiële mechanismen van het programma voor volksgezondheid kunnen we niet aanvaarden, omdat er geen alternatief is, en op juridische gronden kunnen we geen amendement aanvaarden waarin ondersteuning vanuit het Cohesiefonds en de Structuurfondsen wordt bepleit. Onder de huidige omstandigheden moeten we dus vasthouden aan de financiering via het programma voor volksgezondheid.

Het draait in dit voorstel natuurlijk vooral om de informatievoorziening; zonder de juiste informatie kunnen we geen beleid of streefdoelen formuleren en weten we niet of we onze doelen halen. De meeste lidstaten hebben hulp nodig, wat blijkt uit de resultaten, uit de informatie die we hebben. Deze hulp dient gebaseerd te zijn op het Verdrag en op beleidsvormen waarbij de inspanningen van de lidstaten worden aangevuld en ondersteund. Tevens moet het beleid van de lidstaten, ongeacht de inhoud ervan, worden gecoördineerd en dat is de reden dat we met dit voorstel zijn gekomen. Hier en daar is informatie aanwezig, maar we moeten deze kennis bundelen zodat we van elkaars ervaringen kunnen leren. Op die manier laten we zien dat onze Europese Unie gekenmerkt wordt door solidariteit en samenwerking en dat we van elkaar leren en elkaar helpen, zodat niet elke afzonderlijke lidstaat zich opnieuw door het leerproces heen hoeft te worstelen. Dan blijven mensenlevens gespaard en loopt de gezondheid van Europese burgers minder gevaar. Dat is de uitdaging die voor ons ligt en ik geloof dat er talrijke mogelijkheden zijn om beste praktijken uit te wisselen, informatie te verstrekken en nauw samen te werken. Dat is het doel van ons voorstel en ik wil nogmaals mevrouw Sinnott en het Parlement bedanken voor hun steun.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

 
  
  

Bijlage – Standpunt van de Commissie

Verslag-Sinnott (A6-0398/2006)

De Commissie kan de amendementen 5, 18 en 21 aanvaarden.

De amendementen 7, 11, 15, 16 en 17 kunnen gedeeltelijke worden aanvaard.

De Commissie kan de amendementen 1, 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 en 30 niet aanvaarden.

 
  

(1)Standpunt van de Commissie inzake de amendementen van het Parlement: zie bijlage.

Juridische mededeling - Privacybeleid