Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2106(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0044/2007

Ingediende teksten :

A6-0044/2007

Debatten :

PV 15/03/2007 - 3
CRE 15/03/2007 - 3

Stemmingen :

Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0082

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 15 maart 2007 - Straatsburg Uitgave PB

3. De eilanden en natuurlijke en economische beperkingen in het kader van het regionaal beleid (debat)
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0044/2007) van Francesco Musotto, namens de Commissie regionale ontwikkeling, over de eilanden en natuurlijke en economische beperkingen in het kader van het regionaal beleid (2006/2106(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Francesco Musotto (PPE-DE), rapporteur. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, ik wil alle collega’s die hebben bijgedragen aan de opstelling van dit verslag van harte bedanken. Volgens ons is het de eerste keer dat de eilanden het onderwerp zijn van een volledige studie en dat in die studie rekening wordt gehouden met het belang van de specifieke kenmerken van eilanden voor alle onder de communautaire bevoegdheid vallende sectoren. Ofschoon in het cohesiebeleid 2007-2013 bijzondere aandacht wordt geschonken aan de structureel gehandicapte regio’s, is van specifieke maatregelen voor de insulaire regio’s geen sprake.

Het Parlement heeft meerdere malen op dit gebrek gewezen. De context van de Europese eilanden is weliswaar verschillend – er zijn in totaal 121 eilanden met een bevolking van ongeveer 15 miljoen inwoners – maar deze eilanden hebben een reeks moeilijkheden gemeen waardoor zij een concurrentienadeel ondervinden: hogere prijzen ten gevolge van extra vervoerskosten en gebrekkige concurrentie, moeilijkheden bij de toegang tot de interne markt, noodgedwongen invoer van grondstoffen, hogere energiekosten, gebrekkige infrastructuur, immigratie, beperkte diversificatie van de economische activiteiten en milieugevoeligheid. Het is geen toeval dat het gemiddelde BBP per hoofd van de bevolking op de eilanden 72 procent is van het communautair gemiddelde. Daarom is het noodzakelijk bij de uitvoering van het communautair beleid, en om te beginnen bij de staatssteun, rekening te houden met de specifieke kenmerken van de eilanden. Daarom is volgens ons ook meer soepelheid nodig, als tegengewicht voor de extra kosten en om, wat energie betreft, de schommelingen in de brandstofprijzen te kunnen compenseren.

Er moet bij de operationele programma’s van de structuurfondsen bijzondere aandacht worden geschonken aan de verwezenlijking van infrastructuurprojecten, met name in het kader van het Europees maritiem beleid, opdat de eilanden volledig worden geïntegreerd in de interne markt en de strategie van Lissabon. De eilanden beschikken echter ook over troeven op energiegebied: wind, zon en zee. De potentiële waarde daarvan is uniek en daarom moet de Commissie voorrang geven aan projecten voor hernieuwbare energie en energiezekerheid.

Ook het toerisme is een bron die sterker aangeboord moet worden. Er is behoefte aan een communautair beleid voor de bevordering van eilandtoerisme, evenals aan een communautair kwaliteits- en herkomstlabel en een grondige studie naar duurzaam toerisme. Wij stellen onder meer voor om het jaar 2010 uit te roepen tot het Europees Jaar van de eilanden.

In het verslag wordt ook het probleem van de illegale immigratie behandeld, dat afgezien van een menselijke tragedie ook een ondraagbare last is voor de eilanden van de Middellandse Zee, die de Europese Unie op zich moet nemen. Wij zijn voor de oprichting van snelle grensinterventieteams en dringen aan op de oprichting van een Europese kustwacht. Het is hoog tijd dat de Europese Unie de noodzakelijke middelen uittrekt om snelle en tijdige interventie in deze sector te verzekeren.

Er zijn ook andere voorstellen die het bestuderen waard zijn, zoals de financiële instrumenten Jaspers (gezamenlijke bijstand ter ondersteuning van projecten in de Europese regio’s) en Jeremie (gemeenschappelijke middelen voor het midden- en kleinbedrijf) waarmee het mogelijk is kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf te vergemakkelijken, diversificatie van de insulaire economie aan te moedigen of het gebruik van breedband ter overbrugging van de technologiekloof te bevorderen.

Tot slot is het noodzakelijk het rechtskader te herzien – om volledig rekening te kunnen houden met de specifieke kenmerken van de eilanden en bijgevolg de statistische indicatoren te kunnen actualiseren –, de eilanden in ogenschouw te nemen in de context van de Waarnemingspost voor de ruimtelijke ordening van het Europees grondgebied en binnen het directoraat-generaal Regionaal beleid van de Commissie een bestuurlijke eenheid op te richten voor de eilanden.

Wij hopen dat dit verslag eens en voor altijd een ommezwaai zal betekenen, echte ontwikkeling tot stand zal brengen en concrete antwoorden zal geven aan de nieuwe generaties die, hoewel geïntegreerd in de Europese context, willen wonen en werken op de plek waar ze zijn geboren.

 
  
MPphoto
 
 

  Neelie Kroes, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, eilanden en andere gebieden met natuurlijke of specifieke beperkingen zijn erg belangrijk voor de Commissie, waar het gaat om het behoud van territoriale cohesie, de ontwikkeling van grensoverschrijdende samenwerking – doorgaans met derde landen – , toerisme, cultuur, enzovoort.

Een sectoroverkoepelende aanpak kan effectief zijn bij het oplossen van de specifieke problemen waar deze gebieden mee kampen, maar de hoofdrol is weggelegd voor het cohesiebeleid. In de algemene ontwerpverordening voor het cohesiebeleid 2007-2013 van juli 2004 heeft de Commissie een voorstel voor de verhoging van de cofinancieringsmiddelen voor deze regio’s gedaan. Helaas is dit voorstel niet definitief vastgesteld door de Raad in de definitieve versie van de verordening van juli 2006, die zoals u weet nu van kracht is. De Commissie zal er echter wel zorg voor dragen dat tijdens de lopende onderhandelingen over de cohesiebeleidsinterventie voor 2007-2013 rekening zal worden gehouden met de specifieke beperkingen van deze gebieden in de betreffende programma’s en dat passende maatregelen zullen worden genomen om daar iets aan te doen.

Daarnaast werkt de Commissie aan het vierde cohesieverslag, dat in mei gepubliceerd zal worden. Dit verslag zal een uitgebreide analyse van de voortgang en trends in de territoriale cohesie binnen de EU bevatten, met inbegrip van eilanden en regio’s met natuurlijke beperkingen. Bovendien wil de Commissie zich versterkt blijven inzetten in het kader van het ESPON-programma om zo betere gegevens en recentere cijfers over deze gebieden te verkrijgen. Tegelijkertijd wijst de Commissie op de al beschikbare statistische gegevens voor eilanden en andere regio’s die onder NUTS II of NUTS III vallen. Het is hoe dan ook lastiger om statistische gegevens voor kleine gebieden te verzamelen, maar feitelijk woont 95 procent van de Europese eilandbewoners, ultraperifere gebieden daargelaten, in NUTS II- of NUTS III-regio’s.

Hoewel een expliciete wettelijke basis voor de praktische implementatie van het begrip territoriale cohesie, zoals het Grondwettelijk Verdrag, ontbreekt, heeft de Raad al in 2004 in Rotterdam besloten het Lissabonproces uit te breiden met een territoriale dimensie. Daarnaast heeft de Raad de territoriale agenda ontwikkeld, waarin de uitdagingen, doelstellingen en beleidsaanbevelingen voor territoriale cohesie worden uiteengezet; dit document zal waarschijnlijk in mei 2007 in Leipzig worden vastgesteld.

Bovendien is in de richtsnoeren met betrekking tot de EU-strategie betreffende cohesie, die de Raad in oktober 2006 heeft vastgesteld, een apart hoofdstuk gewijd aan de territoriale dimensie van het cohesiebeleid. De Commissie werkt nu aan de praktische implementatie hiervan in de programmeringsdocumenten waarover momenteel wordt onderhandeld.

De Commissie is een groot voorstander van het bevorderen van Europese regio’s of vergelijkbare structuren als platform voor grensoverschrijdende transnationale en interregionale samenwerking. Deze structuren zijn mogelijk bijzonder geschikt voor eilanden en andere gebieden met natuurlijke handicaps. De Commissie stimuleert deze gebieden om gebruik te maken van de gloednieuwe Europese groepering voor territoriale samenwerking om het beheer van samenwerkingsprogramma’s te vergemakkelijken.

Regionale investeringssteun is wellicht niet het meest geschikte instrument om de lokale problemen van eilanden het hoofd te bieden. Mijns inziens kunnen de belangrijkste problemen van de eilanden veel beter worden aangepakt met bijvoorbeeld horizontale instrumenten. Onze regels op het gebied van staatssteun voorzien al in vele vormen van steun. Onze regels met betrekking tot diensten van algemeen economisch belang staan bijvoorbeeld compensatie voor lokale openbare diensten toe, met inbegrip van personenvervoer.

Ten tweede bieden onze nieuwe richtsnoeren betreffende risicokapitaal en ons kader voor onderzoeksontwikkeling en innovatie nieuwe kansen voor jonge, innovatieve bedrijven, met extra geld voor het midden- en kleinbedrijf.

In sommige gevallen vallen steunbedragen die kleine eilanden nodig hebben niet eens onder staatssteun. Volgens de nieuwe “de minimis”-verordening wordt staatssteun tot EUR 200.000, die over een periode van 3 jaar wordt verstrekt, niet beschouwd als steun. Investeringen in allerlei soorten openbare infrastructuur zijn toegestaan. Deze investeringen bevatten geen steunelement. Bovendien wordt in de nieuwe richtsnoeren inzake regionale steun daadwerkelijk rekening gehouden met de specifieke situatie van eilanden. Bij de nieuwe vorm van steun voor startende ondernemers wordt een bonus van 5 procent gegeven aan kleine eilanden.

Deze voorbeelden illustreren mijns inziens hoe we via het hervormingsproces voor staatssteun meer voorspelbare regels opstellen en de administratieve last bij de aanmelding van staatssteun verlichten, en dat was waarom u vroeg in het belang van insulaire regio’s en alle andere belanghebbenden.

 
  
MPphoto
 
 

  Simon Busuttil, namens de PPE-DE-Fractie. – (MT) Allereerst wil ik de heer Musotto complimenteren met dit verslag. Het is een buitengewoon belangrijk verslag, vooral voor degenen die, zoals ik, van een eiland afkomstig zijn. Eilandregio’s verdienen het om te worden gehoord, want tot nog toe heeft de Europese Unie te weinig aandacht aan ze besteed. Dit verslag geeft de eilandregio’s de aandacht die ze verdienen. Ik was ook blij commissaris Kroes te horen verklaren dat de eilandregio’s belangrijk zijn voor de Europese Commissie. Wel moet ik zeggen, commissaris, dat wij graag zouden zien dat er met de eilandregio’s rekening wordt gehouden op alle verschillende beleidsterreinen in de Europese Unie en dat de eilanden niet alleen maar worden bekeken door de bril van het regionaal beleid. Bijvoorbeeld, u als commissaris voor Mededinging constateerde terecht dat bepaalde regels ten aanzien van staatssteun niet flexibel genoeg zijn met betrekking tot de eilandregio’s. De regels die zijn bedoeld voor het geheel van het Europees grondgebied zijn niet per se flexibel genoeg om van toepassing te zijn op eilandregio’s. We zouden graag zien dat u die regels serieus bekijkt, dat u meer aandacht besteedt aan eilandregio’s en dat u waarborgt dat regels zo flexibel mogelijk kunnen worden toegepast.

Een opmerking over paragraaf 10 van het verslag. Hierin wordt de Commissie verzocht om op regelmatige basis een ‘behoeftenevaluatie’-onderzoek uit te voeren rond de eilandregio’s en maatregelen voor te stellen om hierop in te gaan. Ik ga er vanuit dat de Commissie een dergelijke evaluatie uitvoert, en wij zullen erop blijven aandringen dat dit gebeurt. Zoals gezegd vind ik dit een goed verslag, dat door de betrokken eilandregio’s zal worden gewaardeerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Arnaoutakis, namens de PSE-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, waarde collega’s, nogmaals brengt het Europees Parlement de problemen van de insulariteit voor het voetlicht. Nogmaals verklaart het via dit verslag onomwonden – en ik wil de heer Musotto van harte gelukwensen met zijn uitstekende werk – dat de insulaire regio’s een bijzondere aanpak verdienen en meer steun nodig hebben, niet alleen om hun ontwikkelingsmoeilijkheden het hoofd te kunnen bieden maar ook om de mogelijkheden van de interne markt en de gemondialiseerde economie geheel te kunnen benutten.

Geachte collega’s, ik zou haast zeggen dat voor al degenen onder ons die op eilanden wonen, de min of meer hevige problemen die zich daar voordoen – het geografisch isolement, het gebrek aan infrastructuur, het economisch verval en de bevolkingsinkrimping, de beperkte middelen en keuzen – gewoon een vast onderdeel zijn van de manier van leven. Tegelijkertijd zijn de permanente bewoners en de miljoenen burgers die de Europese eilanden kiezen voor hun vakantie, zich echter bewust van de voordelen die de insulaire regio’s bieden, zoals de beschavingsrijkdom, de rijke maar gevoelige ecosystemen, het natuurlijke milieu, de bijzondere levenswijze, de kwaliteitsproducten en de traditionele productiewijzen. Wij moeten deze voordelen ondersteunen. Wij moeten ze promoten en tot hun recht doen komen met de beleidsvormen van de Europese Unie maar vooral met het cohesiebeleid, als wij een echte economische en territoriale samenhang tot stand willen brengen tussen de regio’s van Europa. In dit verband wil ik met name wijzen op het bijzondere belang van staatssteun aan de insulaire gebieden, waar de brandstof- en energiekosten een negatieve weerslag hebben op het concurrentievermogen maar ook op de soepele toepassing van zowel de huidige als de toekomstige staatsteun. Ik denk aan de vervoerskosten, de toepassing van een geïntegreerd beleid voor het toerisme, de toepassing van een efficiënt ondernemingsbeleid, de onmiddellijke oprichting van een bestuurlijke eenheid voor de eilanden in het directoraat-generaal Regionaal beleid uitgaande van de met de bestuurlijke eenheid voor de ultraperifere regio’s opgedane ervaringen, opdat rekening kan worden gehouden met de bijzonderheden en behoeften van de eilanden en van hun permanente en tijdelijke inwoners bij de ontwikkeling en toepassing van het communautair beleid op met name het gebied van vervoer, energie, waterbeheer.

Geachte collega’s, nu het vierde cohesieverslag wordt voorbereid en het debat over de toekomst van het regionaal beleid wordt opgestart met het oog op de hervorming van de financiële vooruitzichten 2008-2009, moet het Europees Parlement in herinnering brengen dat de Europese Unie gelijksoortige situaties niet op uiteenlopende wijze mag behandelen maar zij mag evenmin uiteenlopende situaties op gelijksoortige wijze behandelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Elspeth Attwooll, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, de ALDE-Fractie wil de heer Musotto graag bedanken voor zijn nuttige verslag over de natuurlijke en economische beperkingen van eilanden.

Alle onderwerpen die aan bod komen zijn belangrijk, maar ik wil mij specifiek richten op staatssteungerelateerde zaken en de paragrafen 8, 9 en 19, dit vanwege de werkelijke situatie op eilanden, met name als deze ver weg liggen van de bevolkingscentra. De voorbeelden haal ik uit mijn eigen kiesdistrict, maar ze gelden voor de hele EU.

Ter illustratie van het probleem van afstanden: een vriend van mij van de Shetlandeilanden moet 14 uur met de auto en veerboot reizen om bij de dichtstbijzijnde bioscoop te komen. De prijs van benzine ligt op de Western Isles circa 11 hoger dan in de dichtstbevolkte gebieden van Schotland. Op de Shetlandeilanden ligt de prijs zelfs 16 procent hoger. Een hooibaal kost op de Western Isles vijf keer zoveel als rond de dichtstbijzijnde stad Inverness. Deze cijfers geven slechts een indicatie van de mate waarin locatie alleen al een concurrentienadeel kan vormen voor eilanden.

Mijn dank aan de commissaris voor haar opmerkingen over staatssteun, maar we hebben wel nog steeds een flexibeler beleid nodig om de concurrentievoorwaarden voor iedereen gelijk te trekken. Zoals de commissaris weet, baart vooral de toetsing aan het gedrag van een investeerder in een markteconomie mij zorgen. Door de omstandigheden op eilanden en in andere afgelegen gebieden is het moeilijk de test te doorstaan aangezien er mogelijk geen geschikt vergelijkingmateriaal is en de kleine marktomvang een probleem vormt voor het gemiddelde rendement van een bepaalde sector.

We willen alleen maar dat onze eilanden dezelfde toegang tot de interne markt hebben als regio’s op het vasteland.

 
  
MPphoto
 
 

  Mieczysław Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur feliciteren met zijn werk. We kunnen nu eerlijk tegen elkaar zeggen dat de bevolking van de Europese Unie niet in alle situaties uit dezelfde categorie burgers bestaat. Sommige gebieden ondervinden beperkingen doordat ze afgelegen liggen of moeilijk toegankelijk zijn. Daartoe behoren eilandregio’s, die dikwijls zowel ultraperifeer als bergachtig zijn.

We praten over solidariteit en interne cohesie. Deze fundamentele principes eisen gepaste betrokkenheid van ons, en indien nodig moeten we hulp verlenen aan de bewoners van deze gebieden die is afgestemd op de omstandigheden. De belangrijkste problemen die in het verslag aan de orde komen zijn transportmoeilijkheden, gebrek aan grondstoffen, hoge energiekosten, een beperkte toegang tot internet en telecommunicatie, ontvolking, illegale immigratie en moeilijke geografische omstandigheden, vooral in berggebieden en in het hoge Noorden.

Ik wil me aansluiten bij de conclusies van de rapporteur en ertoe oproepen dat we deze gebieden noch aan de spelingen van het lot, noch aan zichzelf overlaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil de rapporteur feliciteren en bedanken voor zijn constructieve aanpak bij het uitwerken van onze amendementen in de commissie. Daarom steun ik zijn verslag vandaag van harte.

Als inwoner van Schotland voel ik mij bijzonder betrokken bij het onderwerp en heb er zo mijn eigen ideeën over, net als andere Schotse collega’s. Allereerst wil ik mijn collega’s eraan herinneren dat een perifere ligging relatief is. Brussel is eigenlijk ook een perifeer gebied als ik zaterdags de Schotse voetbaluitslagen zoek. Eilanden hebben hun eigen cultuur, een eigen identiteit en een bijzondere geografie; dit is geen betreurenswaardig feit, maar iets om trots op te zijn. Als de concurrentievoorwaarden voor iedereen gelijk zijn, zullen alle nadelen waar de Europese eilanden mee kampen worden gecompenseerd door hun sterke kanten: hun dynamiek, hun innovatie en hun potentiële bijdrage aan de doelstellingen van de EU. Als Malta in Midden-Europa lag en over goede transportverbindingen en gemakkelijke verbindingen met de rest van Europa beschikte, dan was Malta Malta niet meer, maar München. We moeten de Europese eilanden koesteren en tegelijkertijd hun eigen karakter erkennen.

Eilanden hebben met specifieke problemen te kampen die moeten worden aangepakt; dit verslag doet hiervoor een aantal gefundeerde voorstellen. Ik hoop dat de commissaris vandaag kan toezeggen dat dit verslag navolging zal krijgen, omdat er veel goede ideeën in staan. Ik hoop dat dit niet het zoveelste wensenlijstje wordt waaraan de Commissie lippendienst bewijst, maar dat vervolgens in een la verdwijnt.

Ik wil een aantal zaken naar voren halen. Eilanden hebben te kampen met bepaalde nadelen bij de toegang tot de interne markt van de Europese Unie. We hebben recente, nauwkeurige statistieken nodig voor onze beleidsmakers. Kan de commissaris ons verzekeren dat we hier samen met Eurostat aan zullen werken?

In paragraaf 12 en 16 van ons verslag pleiten we voor de oprichting van een specifieke sectoroverschrijdende administratieve eenheid binnen het directoraat-generaal Regionaal beleid die zich moet gaan bezighouden met eilanden. Volgens mij is wel duidelijk waarom we een speciale eenheid voor eilanden nodig hebben. Kan de commissaris ons toezeggen dat er zo’n eenheid komt?

Zoals andere collega’s al hebben opgemerkt, is een wat realistischer aanpak van de Commissie bij het vaststellen van criteria voor staatssteun aan eilanden nodig. Eilanden hebben te maken met specifieke economische factoren waar op dit moment te weinig rekening mee wordt gehouden. Ik zou graag van de commissaris willen horen dat we ons beleid zullen herzien.

Over de verlaging van staatssteun gesproken, met name op het gebied van transport naar, van en tussen eilanden: onze regering in Schotland heeft onlangs nog EUR 25 miljoen over de balk gegooid bij een aanbesteding voor veerdiensten. Deze fout is een Schotse kwestie, maar de complexiteit van betrokken EU-regels heeft niet bepaald geholpen; we moeten hier nog eens goed naar kijken. We moeten met name ook eens kijken hoe verplichtingen van overheidsdiensten en steun met een sociaal karakter worden gezien met betrekking tot artikel 87(2) van het Verdrag. Ook het gelijkwaardige tarief voor trajecten over de weg en over water moet worden gepreciseerd.

Op het gebied van energie beschikken eilanden over een natuurlijk voordeel, en we hopen dat de Commissie alles in het werk stelt om duurzame energiegemeenschappen te stimuleren, met name het Europese net, en binnenlandse beperkingen uit de weg te ruimen. In Schotland hebben we met Shetland, Orkney, de Western Isles en Argyle and Bute de beste resources voor wind-, golf- en getijdenenergie in de EU, waarmee we een grote bijdrage zouden kunnen leveren aan de EU-doelstellingen op het gebied van energie en klimaatverandering. Deze resources worden echter niet ontwikkeld omdat er onvoldoende in het net wordt geïnvesteerd. Als de EU serieus werk wil maken van de uitdagingen die de klimaatverandering met zich meebrengt, moet zij in interconnectoren met de Schotse eilanden investeren zodat deze een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan onze doelstellingen.

Ook de regering van het Verenigd Koninkrijk staat ons in de weg door discriminerende tarieven voor toegang tot het Britse distributienet. Het komt erop neer dat de aansluitingskosten voor het leveren van stroom aan het Britse distributienet hoger worden naarmate men verder verwijderd is van de belangrijkste markt. Ik ben ervan overtuigd dat dit discriminatoir is volgens artikel 7(6) van de richtlijn inzake niet-eindige energievormen, en ik vind dat Commissie een formele procedure tegen het Verenigd Koninkrijk moet inleiden voor de tegenwerking die we ondervinden. De eilanden kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren. Eventuele nadelen waar de Europese eilanden mee kampen, worden gecompenseerd door hun positieve kanten, maar dan moeten de concurrentieverhoudingen wel eerlijk zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Uw betoog doet ons iets belangrijks beseffen, namelijk dat wij ons altijd aan de periferie van iemand bevinden. Het probleem van de centraliteit is niet makkelijk te definiëren.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat wij de Commissie regionaal beleid en toerisme, die het initiatief tot de indiening van dit verslag heeft genomen, moeten gelukwensen.

Inderdaad zijn de eilanden van de Europese Unie een cruciaal bestanddeel van het cohesiebeleid 2007-2013. De meeste eilanden worden namelijk geconfronteerd met moeilijkheden die zij te boven moeten komen, als zij zich niet in een nadelige positie ten opzichte van de rest van de Europese Unie willen bevinden. Een eiland als Cyprus bijvoorbeeld wordt met de volgende moeilijkheden geconfronteerd: hoge prijzen wegens de wisselwerking tussen monopolistische markten en extra vervoerskosten, lage lonen wegens het niveau van vraag en kansen, een tekort aan grondstoffen, hoge energiekosten, een gebrek aan infrastructuur, een beperkte reeks activiteiten en grote gevoeligheid voor milieurisico’s, die grote gevolgen kunnen hebben voor het toerisme. In het verslag worden de meeste van deze problemen op tevredenstellende wijze behandeld. In het verslag staat echter ook een kwestie waar ik het niet mee eens ben, namelijk immigratie. Met het voorstel om de politiebewaking aan de buitengrenzen te versterken, een kustwacht op te richten en de zogenaamde illegale immigratie te bestrijden, voeren wij een struisvogelpolitiek. Daarmee bieden wij geen levensvatbare oplossingen voor dit reusachtig sociaal probleem. Wij kunnen namelijk niet enerzijds de Europese Unie promoten als een economische wereldmacht en anderzijds onze grenzen dichtgooien. Ook in dit opzicht kunnen de eilanden een positieve rol spelen, maar dat is helaas niet de rol die in het verslag wordt beschreven.

 
  
MPphoto
 
 

  Derek Roland Clark, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, hebben we nu echt nog een initiatief nodig? Ditmaal voor eilandbewoners. Eilandbewoners zijn van nature al vindingrijk genoeg. Ze zijn niet weggetrokken, maar ze hebben wel hulp nodig op punten waar de de EU zich in hun zaken heeft gemengd.

Vorig jaar heeft dit Parlement ingestemd met de hervatting van de licentieverstrekking aan vissersvloten uit de EU om de wateren van de Westelijke Sahara te plunderen. Lokale vissers konden de concurrentiestrijd met de moderne schepen uit de EU niet aan en moesten elders op zoek naar werk, en de Canarische Eilanden kregen te maken met het trauma van massale illegale immigratie. Op tv zagen we beelden van bootladingen West-Afrikanen die de oversteek over de Atlantische Oceaan waagden, waarbij de ellende alleen maar toenam toen tientallen mensen omkwamen doordat hun kustvaartuig niet opgewassen bleek tegen de open zee. Deze door de EU op gang gebrachte exodus verergerde nog toen mensen uit buurlanden hun voorbeeld volgden.

Ook Malta ziet zich voor het probleem van massale immigratie gesteld. Geen wonder: de hoge tarifaire belemmeringen van de EU zetten een rem op de handel, waarbij met name de armere landen in Noord- en Oost-Afrika het zwaar te verduren hebben, dus zoeken mensen uit deze gebieden hun heil in Europa, met Malta als tussenstop. Het heeft geen zin om Malta financiële steun te geven. De oorzaak ligt bij de tarifaire belemmeringen: als je die wegneemt, neemt de handel toe en kunnen de meeste Afrikanen hun brood verdienen zonder te hoeven migreren. Als de EU-27 zich blijft afsluiten voor de rest van de wereld die maar wat graag handel wil drijven met Europa, dan zal dit door ons zelf veroorzaakte probleem blijven bestaan.

Lees ik nu in het verslag dat eilanden in de EU, en dan vooral in de ultraperifere gebieden, wellicht ingezet zullen worden om hernieuwbare energie op te wekken? Dit betekent zeker dat we ze volplanten met die belachelijke windmolenparken? Ja, zo krijgen we de lokale bevolking wel zover dat ze wegtrekt, en dat allemaal voor nutteloze turbines die op onvoorspelbare momenten onbeduidende hoeveelheden elektriciteit opwekken, en dat op afgelegen eilanden waardoor veel van deze magere opbrengst verloren gaat tijdens het transport.

In het verslag staat bovendien dat eilanden door de stijgende zeespiegel gevaar lopen: nog zo’n hysterische, pessimistische waarschuwing van de mensen die te hoop lopen tegen de opwarming van de aarde. Het probleem is niet zo ernstig als wordt beweerd. Bovendien is het een natuurlijk proces, dat al eerder heeft plaatsgevonden. De aarde warmt op en koelt af. In de warme periode van de middeleeuwen was het decennia lang warmer dan nu. Er bestaan volop beschrijvingen van deze warmteperioden, waarin bijvoorbeeld bepaalde gewassen groeiden op plaatsen waar dat voorheen niet mogelijk was, maar er staat nergens dat er eilanden onder water zijn verdwenen.

Het wordt tijd dat we weer met beide benen op de grond staan en ons realiseren dat een minimale opwarming van de aarde van tijd tot tijd heel normaal is; de mens levert daar helemaal geen bijdrage aan. We moeten ons gewoon aanpassen aan de natuur.

Tot slot: we moeten ons niet langer in andermans zaken mengen. Laat succesvolle eilanden met rust. Als eilanden in de derde wereld of elders hulp nodig hebben, moeten we die bieden in de vorm van handel. De protectionistische houding van de EU lost op de lange termijn niets op; het is niet meer dan een lapmiddel dat na een tijdje altijd gaten vertoont.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli, namens de ITS-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, hoe is het mogelijk geen rekening te houden met de structurele handicaps van onze Europese eilanden? Het was absoluut noodzakelijk dat in de communautaire verordening inzake staatssteun met dit doel rekening werd gehouden. Het initiatiefverslag van onze zeer gewaardeerde collega Musotto, dat gaat over de eilanden van de Unie en hun onmiskenbare handicaps, is een mijlpaal in de erkenning van het belang van de eilanden in de regionale ontwikkelingsplannen.

Het is de eerste keer dat ik in de context van deze wetgeving een dermate lovenswaardig en aanvaardbaar verslag mag behandelen en becommentariëren. Wij staan vierkant achter dit verslag, niet alleen vanwege de inhoud en doelstellingen, maar ook omdat daarin alle aspecten aan bod komen en een zeer evenwichtige methode wordt gehanteerd. Ik zal hier met genoegen voor stemmen, en ik hoop dat alle collega’s er hun onvoorwaardelijke goedkeuring aan kunnen geven.

Kan de Unie negeren wat statistisch gezien onweerlegbaar is, namelijk dat ongeveer 15 miljoen burgers op eilanden wonen en meer dan 90 procent van deze bevolking een inkomen heeft dat beneden het Europese gemiddelde ligt? Het gaat hierbij vooral om de onbetwistbare structurele handicaps, die het rechtstreekse gevolg zijn van de insulariteit, die de oorzaak van deze toestand is en al veel te lang door de Unie bijna geheel wordt genegeerd.

In het waardevolle verslag van de heer Musotto wordt in de overwegingen niet alleen uiteengezet wat de oorzaken en redenen zijn van de ontwikkelingsachterstand maar ook duidelijk aangegeven over welke concrete middelen de eilanden moeten beschikken. Tot slot wordt hierin de aandacht gericht op de instrumenten, analysen en statistieken op grond waarvan de Unie maatregelen moet treffen om bij de verdeling van de middelen van de structuurfondsen en de steun aan achtergebleven gebieden rekening te houden met de structurele handicaps van de eilanden. Deze aandacht waren wij de insulaire gemeenschappen verschuldigd. Wij moeten hun rol in de Europese beschaving erkennen, evenals hun huidige functie als een uitermate belangrijke ecologische en economische hulpbron voor de Unie.

Als de eilanden worden geholpen bij de aanpak van hun onmiskenbare ontwikkelingshandicaps, die ook in de moderne tijd nog het gevolg zijn van hun insulariteit, en als met de handicaps naar behoren rekening wordt gehouden in de richtsnoeren voor de structuurfondsen, zal de Unie op substantiële wijze kunnen bijdragen aan het wegwerken van de ongelijkheden en zelfs van discriminatie. Deze zijn niet alleen niet te rechtvaardigen op grond van het communautair acquis, maar staan bovendien haaks op de objectieve erkenning dat de ontwikkeling van de Europese regio’s billijk en compatibel moet zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Vakalis (PPE-DE).(EL) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ondanks het feit dat de Europese Unie convergentie van haar regio’s heeft uitgeroepen tot een van haar doelstellingen, zijn er verschillen ten gevolge van de bijzondere kenmerken van de insulaire regio’s. De middelen van de structuurfondsen hebben in deze regio’s niet de verwachte resultaten opgeleverd. Daarom moeten nieuwe activiteiten worden ontwikkeld en speciale maatregelen worden genomen voor de eilanden. De systematische bewaking en registratie van hun ontwikkeling en de vergelijking daarvan met die van de andere Europese regio’s zullen een nuttig instrument zijn.

Ik ben blij dat in het vandaag in stemming te brengen verslag vraagstukken aan de orde komen als de herziening van de contractuele voorwaarden ter vergemakkelijking van vervoer en verbindingen, ook van commercieel weinig interessante verbindingen; continue energievoorziening, met beklemtoning en prioriteittoekenning aan hernieuwbare energiebronnen; bestudering van en maatregelen voor de gevolgen van klimaatverandering, waardoor de bestaande problemen, zoals waterschaarste, nog verergerd worden; een grotere inzet van breedband om het dagelijkse leven van de eilandbewoners te vergemakkelijken en oplossingen te vinden voor belangrijke problemen; een correcte en beheerste ontwikkeling teneinde de karakteristieke vorm van de eilanden te beschermen; de aanpak van het probleem van illegale immigratie en grenscontrole met de oprichting van een Europese kustwacht.

Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, met het huidig verslag maken wij een goed begin. Om echter de gewenste resultaten te boeken, moet de Commissie onmiddellijk maatregelen en activiteiten voorstellen voor de verwezenlijking van hetgeen in het initiatiefverslag staat.

Tot slot wil ik de rapporteur, de heer Musotto, van harte bedanken voor het belangrijke en stelselmatige werk dat hij heeft verricht en hem gelukwensen.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, vakantie vieren op een eiland klinkt misschien verleidelijk als men er eens helemaal tussenuit wil, maar wonen en werken op een eiland kan nogal problematisch zijn, en daar moeten we bij onze beleidsplannen rekening mee houden.

Mijn gelukwensen aan de rapporteur, de heer Musotto, voor zijn verslag, waarin de natuurlijke en economische beperkingen waar eilanden mee kampen worden geschetst in de context van het regionale beleid. Het verslag beschrijft de specifieke problemen die veel eilanden ondervinden in de concurrentiestrijd met het vasteland.

Het verslag maakt een nuttig onderscheid tussen verschillende categorieën eilanden: we hebben een aantal grote eilanden – 5 eilandregio’s hebben meer dan 500 000 inwoners en zijn samen goed voor 75 procent van de Europese eilandbewoners – maar de rest is veel kleiner.

Ik ben wat meer thuis in de problemen van kleinere eilanden zoals die voor de kust van mijn geboorteland Schotland. Zo las ik bijvoorbeeld deze week dat twee keer zoveel jonge vrouwen de Hebriden verlaten als mannen. Als dit zo doorgaat, zal er in 2019 niet langer sprake zijn van een evenwichtige bevolkingsopbouw.

Zoals blijkt uit het verslag van de heer Musotto zijn er ook problemen die algemeen op eilanden voorkomen, zoals hogere prijzen, ruw terrein, een afgelegen ligging en een gebrekkige infrastructuur. Ik sluit me aan bij het pleidooi voor erkenning van deze problemen in het regionale beleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Alfonso Andria (ALDE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik wil allereerst collega Musotto heel hartelijk gelukwensen met zijn uitstekende werk. Ik heb uiting gegeven aan mijn gevoeligheid voor het vraagstuk van de insulaire specificiteit door deel te nemen aan de onderhandelingen over de nieuwe verordeningen betreffende het cohesiebeleid in mijn hoedanigheid van rapporteur voor de verordening betreffende het Cohesiefonds en in die van schaduwrapporteur voor de algemene verordening en de verordening betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

Ik weet dus heel goed dat het Parlement de benadeelde positie van de eilanden heeft erkend en duidelijk heeft gemaakt dat de eilanden een natuurlijk en cultureel erfgoed zijn van alle Europeanen. De Europese Unie moet steun geven aan deze gebieden en ze tot hun recht doen komen door middelen te geven voor een harmonieuze ontwikkeling, met inachtneming van het beginsel van territoriale samenhang, voor een soepelere toepassing van het staatssteunbeleid en een efficiënte bescherming tegen milieurisico’s.

Bovendien dient speciale aandacht te worden geschonken aan de eilanden die ver van de grote wooncentra afliggen, omdat deze grote moeilijkheden ondervinden bij de toegang tot diensten, ook basisdiensten. Daarom is het noodzakelijk een communautair maritiem beleid te ontwikkelen waarmee solide economische en commerciële betrekkingen kunnen worden aangeknoopt met de aangrenzende landen.

Ik ben het met collega Musotto eens dat de verbindingen en de vervoersinfrastructuur moeten worden verbeterd – ik heb het over de havens en luchthavens – en dat ook de extra kosten moeten worden gecompenseerd, met name de extra energiekosten ten gevolge van de geografische ligging. Heel interessant is voor mij bovendien het voorstel van de rapporteur om een Europese kustwacht op te richten die de buitengrenzen van de Europese Unie moet bewaken, aangezien een van de ernstige problemen waar onze eilanden mee te kampen hebben de via de zee aankomende illegale immigranten zijn.

Tot slot wil ik zeggen dat ik instem met het mooie voorstel van de heer Musotto om 2010 uit te roepen tot Europees Jaar van de eilanden.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL). – (PT) Om de aangekondigde economische en sociale cohesie daadwerkelijk in de praktijk te brengen dient niet alleen gestreefd te worden naar echte convergentie tussen de economisch minst ontwikkelde lidstaten – de cohesielanden –, maar moet tevens al het mogelijke worden gedaan om de regionale verschillen weg te werken en op die manier de harmonieuze ontwikkeling van het grondgebied van elke lidstaat te bevorderen.

Gelet hierop is het van cruciaal belang dat wij – onder meer door een groter budget uit te trekken voor het cohesiebeleid – de benadeelde regio’s en de gebieden met structurele problemen steunen en zodoende meehelpen aan het wegnemen van de belemmeringen voor regionale ontwikkeling die veroorzaakt worden door de permanente natuurlijke en geografische beperkingen waarmee bijvoorbeeld eilandregio’s geconfronteerd worden.

Ofschoon rekening wordt gehouden met de structurele handicaps van eilanden is de aangenomen strategie niet coherent. Daarom onderschrijven wij een aantal punten die in dit verslag benadrukt worden, met name de verhoging van het cofinancieringsniveau van de Europese Unie op basis van bestaande selectiecriteria en de flexibiliteit met betrekking tot de toekenning van nationale steun aan de betrokken regio’s, bijvoorbeeld met het oog op het verlichten van kosten inzake brandstof, vervoer en energie, zodat de regio’s positief gediscrimineerd worden.

Het gaat hier niet om de vraag of de belemmeringen worden erkend – die zijn inmiddels meer dan duidelijk – of over welke benadeelde regio’s prioritaire aandacht moeten krijgen. Het gaat veeleer om de ontoereikendheid van de financiële middelen die voor het cohesiebeleid zijn uitgetrokken, zoals blijkt uit het financiële kader voor de periode 2007-2013, waarin de structuurfondsen zijn teruggebracht van 0,41 tot 0,37 procent van het BNI en prioriteit is verleend aan de doelstellingen van liberalisering en privatisering van de strategie van Lissabon die de specifieke concurrentievoordelen van deze regio’s ondermijnen.

 
  
MPphoto
 
 

  Margie Sudre (PPE-DE).(FR) Commissaris, dames en heren, op grond van artikel 158 van het Verdrag en van de Verklaring betreffende insulaire regio’s van het Verdrag van Amsterdam houdt de Europese Unie rekening met de handicaps en de beperkingen van deze regio’s door specifieke maatregelen te nemen om de integratie van de Europese eilanden in de interne markt te bevorderen. De heer Musotto, die ik wil bedanken omdat hij mijn amendementen in de Commissie regionale ontwikkeling heeft gesteund, heeft thans echter gegronde redenen de Europese Commissie vragen te stellen over de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van deze bepalingen.

Om te beginnen wil ik u erop wijzen dat er een duidelijk verschil bestaat tussen de begrippen ultraperifeer karakter en insulair karakter, ook al zijn de betreffende regio’s verbonden door geografische nabijheid en solidariteit, aangezien de belangrijkste kenmerken van de ultraperifere regio’s is dat ze ver weg liggen van het Europese vasteland en deel uitmaken van een geografisch gebied dat voor het merendeel bestaat uit ACS-landen.

Het insulaire karakter is niet alleen een geografisch en cultureel voordeel dat een potentieel vormt dat we moeten ontwikkelen in het kader van een geschikte ontwikkelingsstrategie, maar ook een permanente handicap die extra problemen oplevert voor het concurrentievermogen van deze regio’s.

Het beginsel van territoriale cohesie, dat verder is geconsolideerd in de verordeningen betreffende de Structuurfondsen voor 2007-2013, moet gericht zijn op de polycentrische integratie van het grondgebied van de Europese Unie, zodat alle regio's en hun bevolkingsgroepen gelijke kansen krijgen. Als aanvulling op de maatregelen die u hebt genoemd, commissaris, wil ik de Commissie vragen verder gebruik te maken van de mogelijkheid die wordt geboden door het Verdrag om communautaire beleidsonderdelen aan te passen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de economische en sociale ontwikkeling van deze regio's, teneinde concreet te kunnen inspelen op de specifieke problemen waarmee elke regio of groep eilandregio's te maken heeft.

Tot slot vind ik dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we dit debat voeren op een redelijk tijdstip en niet om 23.00 uur, zoals maar al te vaak het geval is, mijnheer de Voorzitter.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Ook ik ben opgetogen, want ik heb dit altijd een belangrijk onderwerp gevonden dat aandacht verdient van de Europese Unie, ook in de Verdragen. Ik heb daar altijd veel belang aan gehecht.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, met elke uitbreiding van de Europese Unie gaan eilanden een grotere rol spelen in alle communautaire beleidsterreinen. Om te beginnen de regionale steun voor cultuur en toerisme. Helaas heeft de Europese Unie tot nu toe slechts in geringe mate oog gehad voor deze specifieke omstandigheden van de eilanden en de problemen die zij ondervinden bij het concurreren met regio’s op het vasteland.

Daarom bestaat er dringend behoefte aan statistische indicatoren waarmee bepaald kan worden wat de specifieke situatie is van alle gebieden met geografische belemmeringen. Bovendien is het van essentieel belang dat eilandregio’s onder dezelfde voorwaarden aan de interne markt deelnemen als het vasteland. Verbetering van transportverbindingen op de eilanden heeft in dit verband prioriteit. Ook zou elke Commissie moeten overwegen speciale hulp te bieden aan gebieden waar de kosten van brandstof en energie een uitgesproken negatief effect hebben op de concurrentiepositie.

Een volgende prioriteit is de energieveiligheid van eilanden en het realiseren van een project dat gebaseerd is op hernieuwbare energiebronnen en nieuwe technologie. Eveneens dient de Commissie te onderzoeken welke gevolgen de klimaatveranderingen voor de eilanden hebben.

Ik wil mijn steun betuigen aan de activiteiten van Frontex en benadruk het belang van permanent toezicht op de gevolgen van illegale immigratie voor de eilandgemeenschappen. De lidstaten moeten de eilandregio’s effectieve bescherming bieden die is toegespitst op het milieu, cultuurschatten en een duurzame ontwikkeling van de toeristische sector, die tevens een stimulans kan zijn voor de ontwikkeling van andere sectoren zoals handel, visserij of landbouw.

Tot slot wil ik de rapporteur feliciteren met het zeer degelijke verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Giusto Catania (GUE/NGL). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, het is mijns inziens nuttig om een discussie te voeren over de specifieke economische maatregelen die noodzakelijk zijn om de eilanden en hun bijzondere kenmerken te ondersteunen, en mijns inziens is het ook nuttig om zich in het cohesiebeleid bezig te houden met in het bijzonder de ultraperifere regio’s.

Volgens mij moeten maatregelen worden genomen om een echte verbetering te bewerkstelligen van de vervoers- en infrastructuursystemen, van de interne en externe verbindingen en van de verbindingen op de eilanden zelf, bijvoorbeeld tussen kuststreken en binnenland. Daarbij moet echter worden vermeden dat Europese middelen worden gebruikt voor nutteloze monsterprojecten, die meestal tot doel hebben de eilanden via enorme bruggen te verbinden met het vasteland, waardoor zelfs het idee van de insulariteit teniet wordt gedaan.

Ik heb weliswaar waardering voor de opzet van het verslag van de heer Musotto, maar mijns inziens wordt hierin te nadrukkelijk een band gelegd tussen eilanden en illegale immigratie. Die band bestaat niet. De overgrote meerderheid van de immigranten die op de Canarische eilanden belanden, komen met het vliegtuig en niet via zee, net als de overgrote meerderheid van de illegale immigranten in Italië niet in Lampedusa aan wal gaat maar met het vliegtuig aankomt.

Daarom is dit argument mijns inziens misplaatst, en daarom ben ik van mening dat dit aspect niet in het verslag van de heer Musotto thuishoort. Wij moeten bovendien nadenken over het feit dat de oprichting van snelle grensinterventieteams er eerder toe zal dienen de dood van immigranten op de Middellandse Zee te voorkomen dan de immigrantenstroom tegen te houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Rolf Berend (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte commissaris, geachte dames en heren, ik wil slechts één belangrijk onderwerp aanstippen uit het voortreffelijke verslag van mijn collega Francesco Musotto, een terrein dat niet alleen van zeer groot belang is voor de betrokken eilanden, maar ook voor de EU als geheel, namelijk het probleem van de illegale immigratie.

Het probleem van de illegale immigratie, waardoor de eilanden van de EU in de Middellandse Zee buitensporig zwaar worden getroffen. Hoewel er door middel van de maatregelen die de EU heeft getroffen al vooruitgang is geboekt – bijvoorbeeld door een geïntegreerd systeem voor grensbeheer en het opstellen van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen – blijkt uit de immigratiecijfers niettemin dat de maatregelen nog onvoldoende zijn.

Hoewel de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen duidelijk bij de lidstaten ligt en daar ook in de toekomst zal moeten blijven liggen, zouden de eilanden niet in hun eentje de enorme last moeten hoeven dragen. Want wat op het eerste gezicht een Spaans, Italiaans en Grieks probleem is, is een probleem van heel Europa dat dus ook om een antwoord vraagt op communautair niveau. Hiervoor is “solidariteit in actie” nodig en die moet in praktijk worden gebracht.

In dit verband zou de oprichting van een Europese kustwacht voor het controleren van de buitengrenzen van de EU zeker geen panacee zijn voor deze eilandenproblematiek. Maar het voorstel van de heer Musotto verdient wel nadere bestudering om te bekijken of het kan fungeren als een van de vele maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie en ter bescherming van de EU als geheel.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Casaca (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Musotto, als afgevaardigde van de autonome regio Azoren, een ultraperifere regio waarvan de status, zoals mevrouw Sudre terecht heeft gesignaleerd, niet verward mag worden met die van de eilandregio’s, feliciteer ik de rapporteur, de heer Musotto, en de overige leden van de Commissie regionale ontwikkeling van harte met het uitstekende werk dat zij hebben verricht. Ik wil met name uw aandacht vestigen op het voorstel betreffende de oprichting van een Europese kustwacht, aangezien dat van cruciaal belang is voor de bescherming van het mariene milieu, de controle van de visserijactiviteiten, de bevordering van het vervoer over zee en met name ook voor de naleving van de internationale arbeids- en veiligheidsvoorschriften en de immigratieproblematiek. Het komt er in dit geval niet op aan om het immigratieverschijnsel goed of af te keuren. Feit is dat mensen de oceaan oversteken in schepen die niet zeewaardig zijn en dat deze mensen hulp nodig hebben wanneer zij zich in volle zee bevinden. In dit verband wil ik onderstrepen dat deze plannen voor de oprichting van een Europese kustwacht – in tegenstelling tot hetgeen hier door sommige collega’s is beweerd – niet worden ingegeven door een buitensporige drang naar veiligheid, maar beantwoorden aan een visie van het Europese maritieme beleid die van vitaal belang is voor alle eilandregio’s en in het bijzonder voor de ultraperifere regio’s.

 
  
MPphoto
 
 

  Sérgio Marques (PPE-DE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, in de eerste plaats dank ik de heer Musotto voor zijn uitstekende verslag over de problemen van eilandregio’s dat wij hier thans bespreken.

Uit de tekst blijkt overduidelijk dat de eilandstatus een onoverkomelijke, permanente realiteit is die ernstige gevolgen heeft voor het concurrentievermogen van de betrokken regio’s. Het is dan ook een goede zaak dat wordt aangedrongen op specifieke communautaire maatregelen voor de verschillende gemeenschappelijke beleidsterreinen, aangezien de eilandregio’s concurrentienadelen ondervinden ten opzichte van het vasteland.

Ofschoon deze doelstelling in de Verdragen vervat zit, is zij helaas nooit ten uitvoer gelegd in de vorm van een coherent en alomvattend maatregelenpakket. Erger nog, de behoefte aan een Europees antwoord om de concurrentienadelen van de eilandregio’s te verlichten is des te groter, nu Europa in de internationale context steeds meer moet concurreren.

Daarom is het belangrijk dat de Europese Unie innovatieve oplossingen aandraagt voor de specifieke problemen waarmee eilandregio’s geconfronteerd worden, aangezien deze problemen het concurrentievermogen van de betrokken gebieden aantasten. De Europese Unie moet met een antwoord komen dat de eilandregio’s helpt om meer voordeel te halen uit dynamische, sterk concurrerende ontwikkelingen zoals de grote Europese interne markt, de Economische en Monetaire Unie en de strategie van Lissabon.

Daarom onderschrijf ik met name de aanbeveling van het verslag om een administratieve eenheid op te richten die belast is met de vaststelling en de uitvoering van een Europese strategie voor de eilandregio’s in het kader van het directoraat-generaal Regionaal Beleid en volgens het model van de bestaande strategie voor ultraperifere regio’s. Alleen op die manier kan naar behoren rekening worden gehouden met de zeer specifieke omstandigheden van de eilandregio’s op beleidsterreinen zoals vervoer, energie, milieu, toerisme, belastingen, nationale steun, enzovoort.

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik de rapporteur hartelijk danken en feliciteren met de grondige wijze waarop hij de problematiek heeft geschetst van natuurlijke en economische belemmeringen van eilandregio’s in relatie tot regionaal beleid. Over het algemeen wordt het specifieke karakter van deze gebieden door een meerderheid van de lidstaten erkend.

Ondanks de inspanningen die in het kader van regionaal beleid zijn geleverd, is de positie van eilandregio’s in de classificatie van het regionale BBP de afgelopen twintig jaar nauwelijks veranderd. Gelukkig heeft de Europese Commissie opgemerkt dat het BBP per hoofd en het werkloosheidscijfer onvoldoende indicatoren zijn voor het meten van de sociaal-economische situatie van gebieden met ongunstige natuurlijke omstandigheden.

De mogelijkheden om constructief te reageren op economische veranderingen zijn in deze gebieden beperkt, en eilandeconomieën worden harder getroffen door recessies. Eilanden zijn dikwijls afhankelijk van een beperkte hoeveelheid economische sectoren, voornamelijk van de publieke sector.

Illegale immigratie is een ander belangrijk probleem dat de overige sprekers hebben aangekaart. Ik ben het eens met de rapporteur dat de Commissie een schatting moet maken van de specifieke behoeften van eilanden en voorstellen moet doen hoe in deze behoeften kan worden voorzien. Ook ben ik het ermee eens dat dit probleem in voldoende mate aan de orde moet komen in het vierde cohesieverslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Den Dover (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik kom uit het Verenigd Koninkrijk en uiteraard telt mijn land verschillende grote eilanden. We hebben echter ook de westelijke eilanden in Schotland; mijn collega’s uit het Schotse deel van het Verenigd Koninkrijk noemden ze al kort.

Mijnheer de Voorzitter, u bent, net als de heer Busuttil nu, voorzitter geweest van de Maltese delegatie, dus u weet dat Malta momenteel te kampen heeft met een massale toestroom van illegale immigranten. De heer Berend wees er al op dat hier dringend iets aan gedaan moet worden. Ik ga elk jaar naar de Canarische Eilanden; ook hier lijdt men onder de massale illegale immigratie. Vanochtend is de illegale immigratie uit Afrika al ter sprake gekomen.

Ik wil met name wijzen op twee paragrafen. Paragraaf 26 kan de goedkeuring van de Britse conservatieven wegdragen; hierin wordt gepleit voor een serieuze aanpak van het zeer belangrijke onderwerp van illegale immigratie. In paragraaf 25 – de heer Berend noemde deze al – kan ik mij niet geheel vinden: met een aantal conclusies en aanbevelingen van de rapporteur ben ik het niet eens. Desondanks is het mijns inziens verder een uitstekend verslag.

Ten eerste noemt het verslag snelle grensinterventieteams als middel om snelle operationele technische bijstand te verlenen aan elke lidstaat die daarom verzoekt. Daar kan ik mij zeker in vinden, maar als vervolgens wordt gezegd dat de Commissie moet onderzoeken of er behoefte bestaat aan de oprichting van een Europese kustwacht die deze regio’s en de lidstaten moet assisteren bij de bewaking van de Europese buitengrenzen, gaat mij dat toch echt te ver. Als geïsoleerde eilanden een centraal gespecialiseerd kustwachtteam willen, dan moeten ze dat vooral opzetten, maar niet voor het Verenigd Koninkrijk, niet voor de grotere eilanden. We willen geen te groot agentschap.

 
  
MPphoto
 
 

  Emanuel Jardim Fernandes (PSE).(PT) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, om te beginnen wil ik de rapporteur feliciteren met zijn uitstekende verslag. Als afgevaardigde van een eilandregio die tegelijkertijd een ultraperifere regio is en daarom erkenning en een bijzondere behandeling geniet in het Verdrag betreffende de Europese Unie kan ik bevestigen dat het Parlement met dit initiatief niet alleen een juiste visie geeft van de permanente specifieke structurele problemen die alle eilandregio’s ondervinden en die het leven van hun burgers negatief beïnvloeden, maar tevens een goed inzicht biedt in het potentieel van deze regio's en derhalve ook van de Europese Unie.

Zonder de eilanden en met name zonder de ultraperifere regio’s, die terecht een bijzondere behandeling genieten, zou de Europese Unie in de wereld een lager profiel hebben. Bovendien zou zij niet over het huidige zeegebied beschikken en de daarmee gepaard gaande voordelen voor het nieuwe Europese maritieme beleid dat thans in beraad is. Cohesie – een van de basisdoelstellingen van de Europese Unie – kan alleen maar tot stand komen als de betrokken regio’s op de nodige solidariteit kunnen rekenen bij het terugdringen en wegnemen van de obstakels die hun ontwikkeling belemmeren.

Daarom is het nodig dat de beleidsacties van de Europese Unie worden aangepast, met name op het gebied van vervoer, energie, contracten voor openbare dienstverlening en overheidssteun teneinde garanties te bieden voor volledige werkgelegenheid, economische groei, integratie in de interne markt, het Europees model en de doelstellingen van de hernieuwde strategie van Lissabon. Ik zou de commissaris en de Commissie dan ook willen verzoeken na te gaan hoe de beleidsacties inzake ontwikkeling en regionaal beleid in de toekomst het best kunnen worden omgezet.

 
  
MPphoto
 
 

  Antonio López-Istúriz White (PPE-DE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mijn waardering uitspreken over dit initiatiefverslag van mijn collega, de heer Musotto. Het is een stap voorwaarts, in die zin dat het de eilanden binnen het kader van het regionaal beleid van de Europese Unie beschouwt als regio’s die benadeeld zijn als gevolg van de geografische, natuurlijke, structurele en permanente belemmeringen die hun sociaaleconomische ontwikkeling vertragen.

Ik deel de mening van de rapporteur dat de Euroregio’s een belangrijke functie hebben, zowel binnen plaatselijke uitwisselingsprojecten van goede praktijken als op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking.

Met dit doel maken de Balearen deel uit van de Euregio Pyreneeën-Middellandse Zee. Daarnaast juich ik toe dat de rapporteur het onderwerp illegale immigratie speciaal heeft benoemd. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om hem te vragen, bij het opstellen van zijn compromisvoorstellen, rekening te houden met de amendementen die de heer Fernando Fernández en ik hebben ingediend met betrekking tot de desbetreffende paragraaf in het onderhavige verslag.

Wij dringen op die amendementen aan en vandaag moet ik opnieuw op de enorme kwetsbaarheid van de eilanden met betrekking tot de illegale immigratie wijzen, vanwege hun bijzondere geografische ligging. Om die reden is het noodzakelijk dat emigratie- en ontwikkelingskwesties in het kader van het hulpbeleid van de Unie worden geïntegreerd en op de agenda worden gezet, zowel door middel van fondsen waaruit het nieuwe kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen is samengesteld, als door de regionale beleidsinstrumenten; in het bijzonder het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Bijlage 30 van het Verdrag van Amsterdam erkent de bijzonderheden van het eilandkarakter, maar helaas heeft deze erkenning in het Verdrag niet tot doeltreffende acties en specifieke noodzakelijke maatregelen geleid om de onvermijdelijke extra kosten die uit het eilandkarakter voortkomen, te verlichten en te corrigeren.

Ik kom van de Balearen, de rapporteur is afkomstig van Sicilië en veel van onze leden komen van eilanden. We zijn ons daarom goed bewust van de strijd die onze regio’s moeten leveren om de problemen die uit hun eilandkarakter voortkomen, te overwinnen.

Daarom verzoeken wij de Commissie, de lidstaten en de Raad naast specifieke maatregelen om deze nadelen te verzachten, hulp en begrip voor deze bijzondere situatie te bieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Giuseppe Castiglione (PPE-DE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik wil allereerst de heer Musotto van harte bedanken voor zijn uitstekende werk en voor het feit dat hij het belang van de problemen heeft onderstreept waarmee de insulaire regio’s te kampen hebben. Ik ken ze uit eigen ervaring en weet hoe ingewikkeld ze zijn.

Het beleid voor de economische en sociale samenhang is van essentieel belang om de ontwikkelingskloof tussen de diverse regio’s te verminderen. In deze context moet bijzondere aandacht worden besteed aan de realiteit van de eilanden. Ik dank dan ook de commissaris voor haar verwijzing hiernaar.

Een krachtigere ontwikkeling van onze eilanden betekent dat de infrastructuren moeten worden versterkt, dat de verbindingen moeten worden verbeterd en de cruciale problemen en moeilijkheden in verband met de water- en energievoorziening moeten worden aangepakt. Wij moeten de activiteiten op de eilanden concurrentiëler en aantrekkelijker maken, zoals de landbouw, de visserij, de nijverheid en het toerisme. Het doel moet zijn gunstige voorwaarden te scheppen voor volledige werkgelegenheid door particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd te streven naar een levensstandaard en een duurzame ontwikkeling op een duidelijk hoger niveau dan het huidige, onder anderen via de bevordering en ontwikkeling van alternatieve energiebronnen en nieuwe technologieën.

Verder mogen wij ook de elke dag sterker wordende impact van de illegale immigratie op de insulaire gemeenschappen in met name het Middellandse-Zeegebied niet onderschatten. Daardoor wordt een onevenredig hoge last gelegd op de schouders van de eilanden, die deze niet in hun eentje kunnen en mogen dragen. Het zal onze prioriteit moeten zijn om een alomvattende en verantwoorde oplossing te vinden waarmee ook de middelen worden gegeven om noodsituaties ten gevolge van massale aankomst van immigranten over zee – helaas komen ze niet alleen met het vliegtuig aan – het hoofd te bieden, zij het dan met inachtneming van de grondrechten.

Het is dus hoog tijd dat de achterstand van de eilanden wordt ingehaald via een echt solidariteitsbeleid, waardoor ook het draagvlak van de nieuwe Europese Unie onder de insulaire bevolking kan worden vergroot. Ik wil nogmaals collega Musotto van harte gelukwensen met zijn uitstekende werk en hem bedanken voor het feit dat hij de aandacht heeft gericht op een groot aantal voor onze eilanden belangrijke vraagstukken.

 
  
MPphoto
 
 

  Neelie Kroes, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, het was een uitermate boeiend debat.

Allereerst wil ik de rapporteur, de heer Musotto, bedanken voor zijn verslag – iets wat ik nog niet gedaan had in mijn eerdere betoog – en voor het feit dat hij voor het eerst een verslag heeft gewijd aan eilanden. Hij heeft geschiedenis geschreven!

Staatssteun is vanmorgen al meermaals ter sprake gebracht; hier wil ik allereerst op ingaan. Zoals gezegd is bedrijfssteun – steun die bedoeld is om de lopende uitgaven van bedrijven terug te brengen – doorgaans verboden. Het is verboden volgens het Verdrag en het is verboden volgens de regionale richtsnoeren voor staatssteun vanwege het zeer verstorende effect van dit soort steunmaatregelen. Toch kan deze vorm van steun bij wijze van uitzondering worden verstrekt in de armste regio’s waar de regionale ontwikkeling achterblijft.

Regio’s die voor bedrijfssteun in aanmerking komen, zijn zoals u weet de steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder a), dat wil zeggen de ultraperifere en dunbevolkte regio’s, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. In de armste gebieden en de regio’s uit art. 87, lid 3, onder a) wordt van geval tot geval bekeken of bedrijfssteun kan worden verleend, onder voorwaarde dat de steun slechts voor een beperkte periode, degressief en proportioneel wordt verstrekt en is gericht op specifieke structurele beperkingen.

In antwoord op de vraag van mevrouw Sudre wil ik opmerken dat de Commissie, zoals u weet, een aparte status toekent aan de ultraperifere gebieden, gezien hun afgelegen ligging en specifieke beperkingen bij hun integratie in de interne markt.

Voor eilanden die geen ultraperifere ligging hebben, is een algemene aanpak op basis van de eigenheden van deze regio’s nogal lastig. Er bestaan enorme verschillen tussen eilandregio’s in Europa, daar bent u een voorbeeld van. Er heerst een grote verscheidenheid tussen regio’s, en gemeten naar regionale ontwikkeling en BBP per capita zijn heel wat grote eilanden zeer welvarend – een aantal van u wees hier al op. Als er bedrijfssteun zou worden verstrekt aan een eiland dat qua BBP per capita hoog op de EU-ranglijst staat, zou dit tot grote concurrentievervalsing in de relevante markten leiden zonder dat dit gezien de regionale ontwikkeling gerechtvaardigd zou zijn. Met het oog op de enorme diversiteit kan de Commissie dus niet aan alle Europese eilanden de status van steungebied toekennen.

In antwoord op de vraag van de heer Arnaoutakis wil ik opmerken dat subsidies voor brandstof- en energiekosten tot bedrijfssteun worden gerekend. Dergelijke steun wordt alleen toegestaan als aan de algemene voorwaarden die ik net noemde is voldaan. De subsidies mogen niet structureel verliesgevende activiteiten in stand houden, en dan met name die activiteiten die bijvoorbeeld onze doelstellingen op het gebied van milieu en klimaatveranderingen schade toebrengen. Regionale bedrijfssteun is bovendien zeker niet het beste instrument om lokale problemen van eilanden aan te pakken.

In mijn openingswoorden zei ik al dat horizontale instrumenten beter geëigend zijn om de belangrijkste problemen van eilanden aan te pakken. Lokale diensten die economisch niet rendabel zijn, kunnen worden gesteund via diensten van algemeen economisch belang. Werkzaamheden voor en investeringen in allerlei soorten infrastructuur mogen worden gesubsidieerd. Hierin ontbreekt een steunelement, en zoals ik al zei, zijn de “de minimis”-steun en de drempel van EUR 200 000 met name bij zeer kleine eilanden vaak toereikend.

In reactie op de opmerking van mevrouw Attwooll over het beginsel van de marktinvesteerder wil ik zeggen dat we een nauwkeuriger economisch instrument kunnen gebruiken om te bepalen waar de markt op eilanden tekortschiet en om geplande investeringen te beoordelen. Maar zoals ik al zei, heeft de hervorming van de staatssteun tot doel de regels voorspelbaarder en transparanter te maken en de administratieve rompslomp bij de melding van steunmaatregelen te verminderen. Ik begrijp de specifieke zorgen van kleine ondernemingen die hun weg moeten zien te vinden in de wirwar van steunmaatregelen, daar zijn we het wel over eens.

Daarom heb ik de suggestie van een aantal van u dat de Commissie zou moeten voorzien in gebruiksvriendelijk voorlichtingsmateriaal waarin onze regels duidelijk en eenvoudig worden uitgelegd, ter harte genomen. Mijn diensten zijn bijna klaar met het bijwerken van een vademecum waarin een beknopt overzicht wordt gegeven van de basisregels voor staatssteun in de EU. Het vademecum biedt geen uitputtende beschrijving van de regels, maar richt zich op de onderwerpen die het meest relevant zijn voor mensen die betrokken zijn bij regionale ontwikkeling. Ik hoop dat dit vademecum binnenkort, binnen een paar weken, online beschikbaar komt op de website van het directoraat-generaal Mededinging, en belangstellenden onder u kunnen desgewenst een exemplaar krijgen.

Ik wil nog even terugkomen op vier kwesties die door een aantal parlementsleden naar voren zijn gebracht. De heer Smith noemde de behoefte aan statistieken. De Commissie werkt op regelmatige basis samen met Eurostat. In mei publiceren we het vierde cohesieverslag, dat ook statistieken bevat. De heer Smith noemde ook de toegang tot het transmissienet voor duurzame energie. Dit is een belangrijke kwestie, en daarom is de Commissie van mening dat de concentratie en uitsluiting van nieuwkomers op deze markt het best kunnen worden tegengegaan door de energiemarkt structureel volledig op te splitsen.

Een aantal parlementsleden gaf aan dat er behoefte bestaat aan een speciale eenheid binnen het directoraat-generaal Regionaal beleid die zich bezighoudt met eilanden. Het punt is genoteerd, maar zoals u weet neemt mijn collega mevrouw Hübner de beslissingen op dit gebied, niet ik. Zij zal uw voorstel ongetwijfeld nauwkeurig bestuderen.

Tot slot zullen we zorgvuldig kijken naar uw voorstel om 2010 aan te wijzen als Jaar van de eilanden, maar afgezien daarvan zal de Commissie de belangen van eilanden ook in 2007, 2008 en 2009 optimaal behartigen, dus denkt u vooral niet dat dit belangrijke onderwerp onder tafel verdwijnt. Integendeel.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaring (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE), schriftelijk. – (EN) Een van de contexten waar Malta mee te maken heeft, is illegale immigratie: ”eilanden hebben hier het meest onder te lijden; ze lijden allemaal onder het zware juk van illegale immigratie”. De beslissing van de Commissie om vier fondsen op te zetten, geeft uiting aan het concept ”solidariteit in actie”.

In het geval van Gozo, het zustereiland van Malta, hebben we een scenario van een dubbel insulair karakter. De Commissie heeft in de richtsnoeren met betrekking tot (i) nationale steun ten behoeve van de regio’s voor 2007-2013 en (ii) staatssteun en risicokapitaal voor het midden- en kleinbedrijf, gewezen op deze bijzondere situatie van eilanden. Het negatieve effect van brandstof- en energiekosten op de concurrentiekracht van de gemeenschappen op zulke eilanden wordt echter buiten beschouwing gelaten.

De belangrijkste economische activiteiten op eilanden, met name toerisme, landbouw, visserij en ambachten, hebben extra aandacht nodig. Het toerisme is een van de belangrijkste welvaartsbronnen van eilanden dat ook inkomsten in andere sectoren genereert: visserij, landbouw en ambachten. Maar hoe belangrijk vinden wij in het Europees Parlement het toerisme? Misschien heerst het idee dat het toerisme iets natuurlijks is, zoals een zeer ervaren commissaris het uitdrukte. Mijns inziens is het tegendeel waar, en wordt het tijd dat het Europees Parlement een speciale commissie voor toerisme in het leven roept. Op dit moment ressorteert toerisme onder de Commissie vervoer en toerisme en staat het zelden op de agenda.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Grech (PSE), schriftelijk. – (EN) In het verslag wordt een groot aantal aanbevelingen gedaan voor de aanpak van een hele serie nadelen waar kleine eilanden mee kampen. Wij gaan ervan uit dat de Commissie deze ter harte zal nemen en de aanbeveling uit het verslag van de heer Musotto zal implementeren. Eilanden – of ze nu ultraperifeer zijn of niet – lijden onder natuurlijke geografische beperkingen die verstrekkende gevolgen hebben voor het dagelijkse leven van hun bewoners, zowel economisch als sociaal.

Kleine eilanden zoals Gozo in Malta merken als eerste de effecten van hoge transportkosten, het gebrek aan investeringen, communicatieproblemen, een hoge werkloosheid, sociaal isolement en minder kansen. In theorie erkent en accepteert men in de EU dat eilanden, en dan met name kleine eilanden, hulp nodig hebben bij het uitschakelen van deze natuurlijke nadelen. Het wordt tijd dat we onze goedbedoelde doelstellingen vertalen naar concrete actie.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid