Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 25 april 2007 - Straatsburg Uitgave PB

19. Snelle-grensinterventieteams (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0135/2007) van Gérard Deprez, namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle-grensinterventieteams en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad wat betreft dat mechanisme (COM(2006)0401 - C6-0253/2006 - 2006/0140(COD)).

 
  
MPphoto
 
 

  Joe Borg, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie is zeer ingenomen met het uitstekende compromis dat het Europees Parlement en de Raad hebben gesloten over de verordening voor de oprichting van snelle-grensinterventieteams.

Zoals u weet is de Europese Unie in de afgelopen jaren steeds vaker gevraagd om operationele bijstand te geven aan de lidstaten die vanwege hun geografische ligging en de complexiteit van hun buitengrenzen de zwaarste lasten moeten dragen waar het de grenscontroles betreft. Als antwoord daarop, en om de solidariteit tussen de lidstaten en de Gemeenschap op het gebied van operationele samenwerking te kanaliseren, heeft de Europese Unie in 2004 het Agentschap Frontex opgericht. Bovendien zal er vanaf volgend jaar een nieuw Buitengrenzenfonds in gebruik worden genomen om de financiële solidariteit te garanderen en ervoor te zorgen dat alle lidstaten voldoende capaciteit hebben om de uitdagingen waarvoor hun verschillende buitengrenzen hen stellen, het hoofd te kunnen bieden.

De instelling van een mechanisme voor de oprichting en inzet van snelle-grensinterventieteams is een verdere maatregel in het kader van de solidariteit. Dit is een belangrijke stap vooruit in de samenwerking tussen de lidstaten en de Gemeenschap, door het bewaken van de buitengrenzen van de Europese Unie en het controleren van mensen aan deze grenzen.

De snelle-grensinterventieteams zullen een zeer goed getrainde en gespecialiseerde reserve-eenheid van grenswachten vormen, die op zeer korte termijn door Frontex kunnen worden ingezet in lidstaten die bijstand nodig hebben. Als in dit verband nieuwe en baanbrekende operationele eenheden, zullen de snelle-interventieteams alle taken kunnen uitvoeren die nodig zijn bij het controleren van mensen aan de buitengrenzen, op dezelfde manier waarop de nationale grenswachten van de ontvangende lidstaat dat doen.

In verband hiermee wil de Commissie de volgende mondelinge verklaring afleggen met betrekking tot het internationale zeerecht en de internationale beschermingsverplichting.

Elke lidstaat die deelneemt aan door Frontex gecoördineerde operaties op zee blijft volledig gehouden, door een individuele verplichting, aan de eerbiediging van het beginsel van non-refoulement, zoals dat met name is vervat in het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen en het VN-verdrag ter voorkoming van foltering en andere wrede, onmenselijke of mensonterende behandeling of bestraffing, vis-à-vis alle mensen die onder de jurisdictie van die lidstaat vallen. Bij onderscheppingen of reddingsoperaties in de territoriale wateren van een lidstaat is het communautaire acquis inzake asiel van toepassing. Hieronder valt ook de Dublin-verordening. Op grond daarvan is, bij afwezigheid van andere relevante criteria, de lidstaat in wiens territoriale wateren de onderschepping of reddingsoperatie plaatsvindt, verantwoordelijk voor de behandeling van eventuele asielaanvragen. Deze beginselen blijven ook na de aanneming van deze verordening volledig geldig in alle gevallen waarbij de snelle-grensinterventieteams zullen worden ingezet.

Zoals de Commissie heeft benadrukt in haar mededeling van 30 november 2006 over de versterking van het beheer van de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie, is het niet duidelijk onder welke omstandigheden een lidstaat kan worden gedwongen om de verantwoordelijkheid voor het beoordelen van een asielaanvraag op zich te nemen wanneer de reddingsoperatie plaatsvindt in de internationale wateren of in de territoriale wateren van een derde land. Ook is het onduidelijk onder welke omstandigheden de lidstaat waarin Frontex een operatie uitvoert in laatste instantie verantwoordelijk kan worden gesteld voor het naleven van dit beginsel.

De verdere ontwikkeling van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de maritieme grenzen moet uiteraard gebaseerd zijn op een duidelijke en gemeenschappelijke opvatting over wat de beschermingsverplichting van lidstaten inhoudt. Met dit doel heeft de Commissie voorgesteld dat de lidstaten een collectieve en pragmatische oplossing voor deze kwesties vinden, hetzij in de context van bredere bilaterale of regionale overeenkomsten, hetzij door het ontwikkelen van praktische richtsnoeren in nauwe samenwerking met de Internationale Maritieme Organisatie, de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties en andere belangrijke spelers.

Om dit proces te ondersteunen zal de Commissie binnenkort een studie over het internationale zeerecht publiceren waarin deze en andere kwesties aan bod zullen komen. De publicatie van de studie zal worden gevolgd door een bijeenkomst van deskundigen met de lidstaten om te bepalen welke praktische follow-up eraan moet worden gegeven, rekening houdend met de grenzen aan de verantwoordelijkheid van de Gemeenschap op dit gebied en met de mondelinge verklaring.

Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat de Commissie zeer is ingenomen met de goede samenwerking tussen de drie instellingen bij het bereiken van overeenstemming over dit uitermate belangrijke nieuwe stuk Gemeenschapswetgeving en ik wil de rapporteur, de heer Deprez, de schaduwrapporteurs en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken zeer bedanken voor hun uitmuntende bijdragen aan het welslagen van dit dossier.

 
  
MPphoto
 
 

  Gérard Deprez (ALDE), rapporteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, sta me toe om het meteen te vermelden omdat ik me erop verheug: indien de ontwerpverordening over de snelle-grensinterventieteams vanaf morgen in ons Parlement ter stemming kan voorliggen met het oog op een akkoord in eerste lezing, is dat te danken aan de voorbeeldige – zo mag ik het wel omschrijven – samenwerking van onze drie instellingen.

Eerst en vooral de Commissie: haar oorspronkelijke voorstel was uitstekend en in de loop van de hele discussie heeft ze onophoudelijk haar goede wil aan de dag gelegd om de scherpe kantjes bij te schaven en een compromis te vereenvoudigen. De Raad heeft vooral tijdens het Finse en nu tijdens het Duitse voorzitterschap voortdurend zijn wil beklemtoond om alles tot een goed einde te brengen en heeft geen inspanningen gespaard om alle lidstaten te overtuigen. Ik bedank vooral de laatste voorzitter, mevrouw Monika Schmitt-Vockenhausen. En van mijnentwege heb ik van meet af aan namens het Parlement kunnen rekenen op een degelijke steun en op het vertrouwen van de meeste schaduwrapporteurs van andere fracties van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Ik wil hen daarvoor publiekelijk bedanken en hun hier mijn erkentelijkheid betuigen.

De kern van het probleem dat behandeld moet worden, Mijnheer de Voorzitter, is tegelijkertijd eenvoudig en dringend. Het gaat erom bijstand vanwege lidstaten van de Unie te organiseren voor die landen die het hoofd moeten bieden aan een plotse en massale toestroom van illegale migranten die de buitengrenzen van de Unie willen overschrijden. Dat probleem belangt vandaag de landen van Zuid-Europa aan, dat weten we – en dramatische beelden brengen ons dat voortdurend in herinnering. Niemand kan echter uitsluiten dat morgen andere grenzen, vooral in het zuidoosten en oosten, dezelfde plotselinge en herhaaldelijke druk zullen meemaken.

De ontwerpverordening die in dit Parlement op tafel ligt, bevestigt vier grote principes, die ik altijd met verve heb verdedigd in naam van het Parlement. Eerste principe: de solidariteit betreffende de controle van de buitengrenzen is geen optie, het is een verplichting. Daarom wordt in de ontwerpverordening voorzien dat de lidstaten een bijdrage leveren aan de snelle pool en dat ze op verzoek van Frontex grenswachten ter beschikking stellen van Frontex, behalve wanneer ze zelf geconfronteerd worden met een noodsituatie waaraan ze het hoofd moeten bieden.

Tweede grote principe: de grenswachten die toegewezen zijn aan de pool, zijn bij hun inzet op het grondgebied van een andere lidstaat in het kader van de snelle- interventieteams geen hulppersoneel of tweederangsagenten in vergelijking met de grenswachten van de lidstaat. Uiteraard, en dat is vanzelfsprekend, zullen de teamleden hun instructies ontvangen van de ontvangende lidstaat, maar voor het overige staan ze op voet van gelijkheid met de nationale grenswachten. De taken die ze mogen uitvoeren zijn dezelfde. Ze hebben het recht om hun eigen uniform te dragen met toevoeging van een Europese armband. Ze mogen hun dienstwapens dragen, in overeenstemming met de nationale wetgeving van hun lidstaat van herkomst, behalve bij meningsverschil tussen de twee betrokken lidstaten. Ze mogen de toestemming krijgen om de nationale en Europese gegevensbanken te raadplegen en hun accreditatiedocument bevat geen hinderlijke elementen meer zoals dat – naar mijn gevoel – in het oorspronkelijke ontwerp het geval was.

Derde belangrijke principe, en dat vermeld ik vooral voor de heer Catania: het respect voor fundamentele rechten wordt onder alle omstandigheden toegepast. Daarom voorziet de ontwerpverordening het volgende: ten eerste: de teamleden en de nationale grenswachten moeten alle discriminerend gedrag achterwege laten. Ten tweede: ze moeten handelen met inachtneming van de verplichtingen van de lidstaten inzake internationale bescherming en non-refoulement. Ten derde: de teamleden moeten handelen met volledige naleving van de uit het internationale zeerecht voortvloeiende verplichtingen, met name wat opsporing en redding betreft. Dat heeft de commissaris in ons bijzijn nog eens bevestigd. Bijgevolg, mijnheer Catania, is het amendement dat u heeft ingediend niet noodzakelijk. Ik zou zelfs stellen dat het beledigend is omdat het veronderstelt dat de grenswachten, inclusief de Spaanse, Italiaanse of Maltese grenswachten op dit moment, zich niet bekommeren om het redden van mensen wanneer ze boten in nood ontdekken. Ten slotte voorziet de ontwerpverordening dat de Europese richtlijnen over de bescherming van persoonlijke gegevens volledig van toepassing zijn.

Vierde principe: als het dringend is, is het dringend voor iedereen. Gezien het feit dat het erom gaat noodsituaties aan te kunnen, worden in het regelgevende gedeelte van de verordening heel korte termijnen voorzien voor de uitvoering van de interventies. De directeur van Frontex beschikt over maximum vijf werkdagen om een beslissing te nemen over een interventie. Zodra het operationele plan is opgesteld, moeten de snelle- interventieteams binnen maximum vijf werkdagen ingezet worden. In het geval van een interventie die gerechtvaardigd is, maar waarvoor Frontex niet over voldoende financiële middelen beschikt om die op zich te nemen, is het normaal dat de begrotingsautoriteit het initiatief neemt om – overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement – met spoed een budgettaire oplossing te vinden. Dat is de betekenis van het amendement dat aan de tekst van de ontwerpverordening werd toegevoegd en dat vorm geeft aan de overeenkomst hieromtrent tussen de Commissie, het Parlement en de Raad.

Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dat is het ontwerp waarover het Parlement morgen moet stemmen. Ik twijfel er niet aan en ik hoop dat het zal kunnen rekenen op een ruime toestemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Agustín Díaz de Mera García Consuegra, namens de PPE-DE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik ga de drie minuten die ik tot mijn beschikking heb niet gebruiken, want we hebben hier te maken met een zeer goed verslag, dat is opgesteld op een wijze die alle lof verdient, en daarom wil ik mijn eerste woorden gebruiken om de heer Deprez te feliciteren.

In de tweede plaats wil ik mijn tevredenheid uitspreken over het geweldige akkoord dat is bereikt tussen de Raad, de Commissie en het Europees Parlement.

En tot slot wil ik enkele overwegingen naar voren brengen.

Mijn stelling is - en daar houd ik aan vast, zoals ik dat vorige week in Granada tijdens een bijeenkomst op het partijbureau van mijn partij ook heb gedaan - dat het bewaken van de grenzen en van de buitengrenzen een bevoegdheid is die bij de lidstaten en uitsluitend de lidstaten ligt.

Wat dan is Frontex? Frontex en de snelle-grensinterventieteams staan in essentie voor coördinatie, samenwerking en onderlinge bijstand.

En de snelle-grensinterventieteams zijn een extra instrument voor samenwerking en bijstand, en zijn bedoeld om te voorkomen dat de buitengrenzen even poreus zijn als de binnengrenzen en de combinatie van beide tot troosteloze humanitaire panorama’s leidt. Laten we niet vergeten dat het aantal doden dat tijdens deze onmenselijke oversteek van de Atlantische Oceaan - met behulp van misdadige maffiapraktijken - is gevallen, door de Europese Unie al op tienduizend is becijferd.

De snelle-grensinterventieteams waarover deze consensus en dit akkoord zijn bereikt, zijn een extra instrument voor samenwerking en onderlinge bijstand.

Verplichte solidariteit is geen contradictio in terminis, mijnheer de Voorzitter, maar een noodzakelijke realiteit die we vandaag vorm hebben gegeven in het akkoord dat morgen hopelijk door een grote meerderheid van dit Parlement zal worden gesteund.

Het financiële instrument dat de heer Deprez heeft genoemd, is veel meer dan alleen een intentieverklaring om het hoofd te bieden aan kritieke situaties en een massale invasie van illegale immigranten in een deel van ons grondgebied. Het is een onmiddellijk antwoord waarmee solidariteit wordt getoond en middelen beschikbaar worden gesteld.

Mijnheer de Voorzitter, ik sluit af zoals ik ben begonnen, met het uitspreken van mijn tevredenheid over het feit dat we dit instrument in het leven hebben geroepen, een instrument waarmee we de grenzen van de Unie op een heel solidaire en effectieve wijze kunnen controleren.

 
  
MPphoto
 
 

  Javier Moreno Sánchez, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek in de moedertaal van onze rapporteur om hem te feliciteren en te bedanken voor zijn zorgvuldige werk en het resultaat ervan: het uitstekende verslag dat we morgen zullen goedkeuren.

Mijnheer Deprez, ik wil geen loze woorden laten vallen, maar ik ben van mening dat u samen met de schaduwrapporteurs een echte snelle-interventieploeg binnen de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken heeft weten te creëren. Daardoor konden we vlug te werk gaan om zo in eerste lezing een tekst te behandelen die bij de stemming in de commissie op een heel ruime consensus kon rekenen.

We hebben ook onze voorstellen bij de Raad kunnen laten gelden dankzij de constructieve dialoog met het Duitse voorzitterschap, dat deze verordening op zijn prioriteitenlijstje gezet heeft en zich heel ontvankelijk opgesteld heeft voor onze voorstellen.

(ES) Dames en heren, we hebben samen de tekst verbeterd, wat eens te meer laat zien hoe volwassen dit Huis is geworden als het aankomt op wet geven op een zo delicaat gebied als de strijd tegen de illegale immigratie. Daarom moet de werkingssfeer van de medebeslissingsprocedure worden uitgebreid naar alle onderdelen van het immigratiebeleid.

We verwelkomen het feit dat de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken afgelopen donderdag in Luxemburg zijn goedkeuring heeft gehecht aan de verordening en de verbintenis die door de drie instellingen is bereikt om een adequate financiering van de operaties te waarborgen.

We hopen dat de teams deze zomer operationeel zullen zijn en zelfs al eerder, zoals de vicevoorzitter van de Commissie, de heer Frattini, heeft gevraagd.

Dames en heren, ik denk dat we op de goede weg zijn. De weg is nog lang, maar we zijn wel op de goede weg. We hebben weer een kleine stap gezet op weg naar een gemeenschappelijk immigratiebeleid.

Onze respectieve regeringen hebben begrepen dat immigratie een gemeenschappelijke Europese uitdaging is waarop we een integraal en gezamenlijk antwoord moet geven op basis van solidariteit, onderling vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid.

In dit opzicht is het beginsel van verplichte solidariteit tussen de lidstaten, zoals neergelegd in artikel 3 van de verordening, uitermate belangrijk. Dit instrument is geen wondermiddel, maar betekent wel een verbetering in de strijd tegen de illegale immigratie en de mensenhandel.

Deze teams zullen bijdragen aan een verhoging van de solidariteit en de onderlinge bijstand met het oog op het bewaken van de buitengrenzen van de Europese Unie, het redden van levens - vooral in de Atlantische en mediterrane wateren - en het geven van een waardige behandeling aan de immigranten die proberen illegaal de Unie binnen te komen.

Onze burgers willen dat de Europese Unie de problemen aanpakt waarover zij zich zorgen maken. Met de snelle-grensinterventieteams doen we dit concreet.

Onze burgers en de immigranten verdienen het dat wij het onderwerp immigratie op een serieuze manier behandelen. Daarom wil ik de fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten vragen om consistent te zijn. Je kunt niet in Granada het generaal pardon bekritiseren dat de Spaanse regering ten uitvoer heeft gelegd, terwijl tegelijkertijd twee regeringen die worden geleid door personen uit uw eigen politieke familie in Luxemburg aankondigen dat ze ook een generaal pardon gaan invoeren, waar wij als socialisten overigens alle begrip en respect voor hebben.

Dames en heren van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, laat u niet op sleeptouw nemen door de Partido Popular, die met losse flodders op de Spaanse regering aan het schieten is.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernat Joan i Marí, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou in de eerste plaats de rapporteur, de heer Deprez, willen bedanken voor zijn werk. Ik ben de mening toegedaan dat het een heel nauwkeurig, heel interessant en heel goed verslag is over een echt moeilijk onderwerp. Ik denk dat we hier kunnen spreken over een akkoord in verschillende stappen.

(EN) We kunnen het over de lange termijn, de middellange termijn of de korte termijn hebben. Ik denk dat dit een goed verslag is en dat dit een goede oplossing is voor de problemen die zich in de Europese Unie voordoen, en zeker niet voor het eerst. De snelle-grensinterventieteams zullen een goed instrument zijn waarmee we op basis van gemeenschappelijke regels de noodzakelijke maatregelen kunnen nemen als het gaat om de vraag hoe we moeten omgaan met mensen die de Europese Unie willen binnenkomen.

Anderzijds denk ik dat Europa een gemeenschappelijk immigratiebeleid nodig heeft. Als lid van de Europese Vrije Alliantie ben ik het niet eens met de opvatting dat de lidstaten de eigenaars van de grenzen zijn. Ik ben van mening dat de grenzen van de Europese Unie in de toekomst een gemeenschappelijke aangelegenheid moeten worden. We moeten met elkaar samenwerken op dit gebied en een gemeenschappelijk immigratiebeleid in overweging nemen, steeds in overeenstemming met de belangrijkste Europese waarden en de beginselen van de Europese Unie. De Europese Unie heeft meer samenhang nodig om in deze gevallen de beste maatregelen te kunnen nemen.

We moeten ook de ACS-landen, en vooral onze buurlanden in het zuidelijke Middellandse Zeegebied, helpen bij hun ontwikkeling. Het vinden van een oplossing in dat deel van de wereld is een garantie voor het vinden van een oplossing voor het probleem dat wij dit moment hebben. Het oplossen van problemen in de landen van waaruit mensen naar de Europese Unie migreren, is de belangrijkste manier waarop we deze soms tragische situaties kunnen voorkomen.

Niet alleen de lidstaten, maar de hele Europese Unie moeten zich bewust zijn van een immigratiebeleid, en ook de regio’s die grondwettelijke bevoegdheden hebben, zoals de Canarische Eilanden. De regering van de Canarische Eilanden had iets te zeggen moeten hebben tijdens de recente crisis in dat deel van de wereld. Ik wil opmerken dat het vandaag driehonderd jaar geleden is dat de slag van Almansa plaatsvond, waarbij het land Valencia werd verslagen en het einde van de Catalaanse natie werd ingeluid. Ik denk dat de regio’s, de statenloze naties en alle politieke organen van de Europese Unie zeggenschap moeten hebben in dit soort zaken.

Zoals ik al heb gezegd, denk ik dat dit een compleet, zeer goed en ook zeer interessant verslag is. Op sommige punten maken we ons wel enigszins zorgen, misschien uit een gevoel van verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld over het feit dat de acties van de teams mensen er mogelijk van zouden kunnen weerhouden om bescherming te zoeken, waardoor ze hun recht om op grond van de internationale verdragen asiel aan te vragen niet zouden kunnen uitoefenen. Dat hebben we gezien toen we met migranten spraken die illegaal naar de Canarische Eilanden waren gekomen. Het is voor deze mensen niet gemakkelijk om asiel aan te vragen wanneer ze dat echt willen, omdat informatie hen niet bereikt en vanwege allerlei andere omstandigheden.

Het standpunt van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie is dat de snelle-grensinterventieteams deel uitmaken van het instrumentarium dat is ontwikkeld op basis van de Frontex-verordening en vooral moeten worden gebruikt om spoedeisende bijstand te geven aan de buitengrenzen. We zouden daarom kunnen stellen dat de voors en tegens nauw verbonden zijn met het fractiestandpunt over de operaties van Frontex. In deze zin zien wij de verordening als een instrument voor onmiddellijke actie.

 
  
MPphoto
 
 

  Giusto Catania, namens de GUE/NGL-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil de heer Deprez bedanken voor zijn werk, waardoor wij dit verslag in eerste lezing kunnen aannemen. Hiermee toont hij aan te kunnen bemiddelen tussen de fracties, de Raad en de Commissie.

Ik wil hem bedanken ook al heb ik nog wel mijn bedenkingen over deze verordening, omdat ik denk dat het enige doel in werkelijkheid alleen maar is om een functie te geven aan Frontex, dat nutteloze kleine Agentschap dat door de Gemeenschapsinstellingen is opgezet en dat tot gisteren nog geen enkele functie heeft gehad. Ik denk dat het inzetten van snelle- grensinterventieteams grotendeels een reclamestunt is, want het is duidelijk dat de illegale immigratiecrisis binnen de EU niet door immigranten uit Zuid-Europa of door de boten die via zee aankomen, wordt veroorzaakt. Dit blijkt duidelijk uit de beschikbare gegevens en statistieken. Zelfs de Commissie beweert dat slechts 14 procent van de in Europa levende illegale immigranten via zee arriveert.

Ik zie daarom het nut niet in van de inzet van deze snelle-interventieteams. Hetzelfde geldt voor de Zuid-Europese landen Italië, Spanje en ook Malta, een land dat we zouden moeten helpen. De heer Borg realiseert zich meer dan ik dat we moeten proberen om Malta te helpen, wellicht door de verordening Dublin II aan te passen en niet door snelle-interventieteams in te schakelen, waarvoor het lastig is om in dat zeegebied in te grijpen en te onderscheiden of ze zich in Italiaanse of Maltese wateren bevinden.

Ik ben daarom van mening dat we moeten proberen om een consistent en serieus beleid met betrekking tot dit onderwerp in te voeren, wellicht door een compleet andere koers te gaan varen. Ik benadruk daarom nogmaals dat de enige serieuze functie die deze snelle- interventieteams kunnen hebben, het redden van levens op zee is.

Mijnheer Deprez, de vraag is niet of politieagenten goed of slecht zijn. Er is duidelijk aangetoond dat het aantal rampen op zee toeneemt in de afgelopen jaren. Statistieken laten geen twijfel bestaan over het feit dat duizenden en duizenden mensen zijn verdronken in de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. De inzet van snelle-interventieteams waarbij de prioriteit ligt bij het redden van mannen en vrouwen die Europa proberen te bereiken, zou naar mijn idee dus een doel dienen.

In mijn optiek zou het niet overbodig zijn om die behoefte te benadrukken in het verslag waar we ons over buigen, en ik roep daarom het Parlement en de heer Deprez op om mijn amendement te steunen, waarin ondubbelzinnig staat vermeld dat redding op zee een van de voornaamste taken van deze teams zou moeten zijn.

Als we deze denkwijze hanteren, denk ik dat we er serieus voor kunnen zorgen dat het immigratiebeleid en de externe grenscontrole een gezamenlijke actie kunnen worden die nuttig is voor de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. – Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteur feliciteren met de snelle behandeling van zijn verslag. Dat belooft ook wat voor de snelle-interventieteams.

Vorig jaar mocht ik samen met collega Deprez en anderen een bezoek brengen aan het Agentschap Frontex in Warschau. Dat was een bijzonder leerzame ervaring. Het Agentschap bestond nog maar kort en het werk was volop in ontwikkeling. Daarbij zijn de verwachtingen van publiek en politiek hooggespannen. Die hooggespannen verwachtingen kunnen leiden tot teleurstellende resultaten. Het mandaat van Frontex is namelijk beperkt. Voor de invoering van snelle- interventieteams is het Agentschap afhankelijk van de medewerking van de lidstaten.

Op twee punten heb ik echter zorgen over de uitvoering van het voorstel. Misschien kan commissaris Borg antwoord geven en mijn zorg hierover wegnemen. Mijn eerste zorg is de beschikbaarheid van mensen en materieel. De lidstaten worden door Frontex ingeschakeld en hebben zich verplicht mee te werken. Alleen in uitzonderlijke gevallen kunnen lidstaten zich aan die verplichting onttrekken. Ik hoor graag van de commissaris welke uitzonderingen de lidstaten bedongen hebben. En is dit voldoende omschreven, zodat Frontex wel binnen de gestelde termijn mensen en materieel beschikbaar krijgt?

Mijn tweede zorg betreft de coördinatie in de lidstaten. Frontex vraagt immers om specifiek opgeleide mensen. Daarnaast is in het bijzonder in het Middellandse Zeegebied zeewaardig materiaal noodzakelijk. Het lijkt mij dat vooral de defensieorganisatie van de lidstaten in staat is om deze mensen en dat materiaal ter beschikking te stellen. En dat terwijl de ministers van justitie hierover toezeggingen doen in Raadsverband. Zo moet in mijn land de minister van justitie overleg voeren met de ministers van defensie en binnenlandse zaken over de toezegging van mensen en materieel. Elke minister heeft daarbij zijn eigen belangen. Kan de commissaris aangeven of dit coördinatieprobleem zich ook in andere lidstaten voordoet en in welke mate de defensieorganisaties betrokken zijn?

 
  
MPphoto
 
 

  Giuseppe Castiglione (PPE-DE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, allereerst wil ik de heer Deprez bedanken voor het harde werk dat hij heeft verricht met betrekking tot dit verslag en ik wil hem oprecht complimenteren met het compromis dat hij op zo’n korte termijn over een dergelijk belangrijk en dringend onderwerp heeft weten te bereiken met de Raad.

De golven van illegale immigratie, zoals we die afgelopen zomer hebben gezien aan de zuidelijke grenzen van de Europese Unie, hebben niet alleen hun weerslag op de direct betrokken lidstaten, maar eerder op alle lidstaten binnen de Unie. In Sicilië, zoals de heer Catania ook maar al te goed weet, zien we hoe noodzakelijk het is om het probleem aan te pakken en op te lossen.

De komende maanden, zoals elk jaar gebeurt, zullen illegale immigranten op Lampedusa en ongetwijfeld ook op andere eilanden arriveren, dag en nacht, door weer en wind en onder extreem onveilige omstandigheden. Het doeltreffende beheer van onze externe grenzen vereist daarom een realistisch preventiebeleid voor de interne veiligheid en beleid om illegale toegang en mensenhandel te bestrijden.

De inzet van snelle-grensinterventieteams is een eerste praktische en gezamenlijke maatregel, gebaseerd op solidariteit, respect voor mensenrechten en wederzijdse steun onder de lidstaten, die worden verzocht om deel te nemen aan deze teams door financiële en personele middelen te leveren. We kunnen onze landelijke politiemachten niet langer alleen de enorme taak laten dragen van de verdediging van onze grenzen en daarbij, wat nog belangrijker is, het ontvangen en het helpen van illegale immigranten.

Onze burgers kunnen niet langer leven met dit gebrek aan veiligheid en stabiliteit en verzoeken ons continu om concrete maatregelen in te stellen om georganiseerde criminele bendes aan te pakken die in illegale mensenhandel zitten en te dikwijls de zwarte arbeidsmarkt en de prostitutie voeden. Om aan deze verzoeken te voldoen, hoop ik dat de leden van de snelle-interventieteams deze zomer direct met hun werk kunnen beginnen.

Tegelijkertijd moeten we ons op dit gebied blijven inzetten en zoeken naar de beste oplossingen voor het immigratievraagstuk. Het wetsvoorstel van de Italiaanse regering lijkt hier niet aan bij te dragen; in plaats van samen met ons een serieuze strijd te voeren tegen illegale immigratie, heeft die regering ervoor gekozen om verder te gaan met een tegenstrijdig, geïmproviseerd beleid dat ongetwijfeld serieuze reacties in de rest van de Europese Unie zal oproepen.

Mijnheer de commissaris, aangezien er een dringende behoefte is om de continuïteit tussen de Europese Unie en haar lidstaten veilig te stellen, verzoek ik u dringend om al uw aandacht te richten op dit urgente vraagstuk, zodat onze onaflatende betrokkenheid om de zwakken te helpen steeds beter gecombineerd kan worden met onze toenemende behoefte aan veiligheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Wolfgang Kreissl-Dörfler (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ook ik bedank collega Deprez zeer hartelijk voor zijn – zoals altijd – uitstekende werk aan dit onderwerp en op andere terreinen.

Met dit project hebben we een stap in de goede richting gezet. De solidariteit tussen de lidstaten wordt versterkt en de verantwoordelijkheid gedeeld. Spanje, Malta of Italië mogen niet alleen worden gelaten met dit probleem. Verder zullen wij ons bezig moeten houden met het probleem van de grootscheepse illegale immigratie.

Wij als sociaaldemocraten vinden het heel belangrijk dat al die standpunten over de mensenrechten niet enkel op papier worden beleden, dat er niet wordt gediscrimineerd en dat wij als Parlement controleren hoe een en ander vervolgens in praktijk wordt gebracht. Wat gebeurt er met de mensen die teruggestuurd worden? Zijn ze daarmee weer overgeleverd aan halfcorrupte regeringen? We hebben in Marokko gezien welke rampzalige gevolgen dat kan hebben; uitgezette personen werden gewoon de Sahara in gestuurd en het liefst had men ze van dorst laten omkomen! Ook met dit soort zaken zullen we rekening moeten houden.

Frontex en de snelle-grensinterventieteams mogen niet als wondermiddel worden beschouwd. Ze vormen louter instrumenten en niet de oplossing van het probleem. Er moet een gemeenschappelijk migratiebeleid komen, niet enkel een gemeenschappelijk uitzettingsbeleid. Waar Europa geen behoefte aan heeft, is een nieuwe scheidingswal, een IJzeren Gordijn in de Atlantische Oceaan of de Middellandse Zee. We moeten dit probleem op fundamentele wijze aanpakken en daar hoort bij dat we meer moeten werken aan probleemoplossing in de betreffende landen.

Ik geef u één ding op een briefje: als de klimaatverandering verder doorzet en de regeringen in de oorsprongslanden nog corrupter worden en corrupt blijven, moeten we op een nog grotere toestroom van mensen rekenen. Wij zouden namelijk hetzelfde doen als zij; wij zouden aan de honger en ellende ontsnappen en ons geluk elders beproeven.

Ik feliciteer de rapporteur nogmaals met zijn verslag. Ik ben verheugd dat het ons is gelukt. Wij als Parlement moeten nu ook het verdere verloop controleren.

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, denkt men nu echt dat, om een stelletje armoedige immigranten het hoofd te bieden of om immigranten te redden die op zoek zijn naar een beter leven en op zee dreigen te verdrinken, streng geselecteerde snelle-interventiemachten nodig zijn, met het recht om arrestaties te verrichten, wapens te dragen en wapens te gebruiken voor zelfverdediging, die geweld gaan gebruiken, uitgerust zijn met geavanceerde technologische middelen en als een militaire macht optreden? Denkt men nu echt dat wij geloven dat die machten voor dat doel gebruikt zullen worden?

Volgens ons komt ook in deze verordening en in dit verslag de ware aard van uw beleid naar boven: uw beleid is agressief. U richt snelle-interventieteams op voor extern optreden, snelle-interventieteams die in ongeacht welke crisis ingezet kunnen worden, zelfs tegen de volkeren. Daarom zijn wij het hier niet mee eens.

Het argument dat met deze teams de maffia aangepakt kan worden, betekent dat men ons voor onnozel houdt. Als de politieke wil er was, zouden al deze smokkelaars gevonden kunnen worden en zou deze maffia het hoofd geboden kunnen worden. Als de illegale immigranten ze weten te vinden, waarom weten de verschillende politiemachten ze dan niet te vinden? Van politieke wil is echter geen sprake. Dankzij deze maffia wordt namelijk het Europees kapitaal gevoed met goedkoop vlees, met goedkope werkkrachten, want immigranten zijn goedkope werkkrachten. Als het lot van de illegale immigranten u echt aan het hart gaat en u hen wilt redden, waarom geeft u dan niet meer geld om nationale interventiemachten op te richten om die mensenlevens te redden? Wij zijn het hier niet mee eens. Wij zijn van mening dat dit ondemocratisch is, dat het, net als heel uw beleid trouwens, een repressieve richting uitgaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE-DE).(PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik wil me om te beginnen aansluiten bij de heer Díaz de Mera en de heer Castiglione en het werk van de rapporteur, Gérard Deprez, prijzen. Deze legt ons zoals altijd een uitstekend verslag voor en heeft zich bovendien een aanzienlijke inspanning getroost om een compromis te bereiken tussen de verschillende fracties en de Raad teneinde reeds in eerste lezing overeenstemming te bereiken.

Dit is een uiterst welkom initiatief op een moment dat Europa de belangrijkste migratiecrisis uit zijn geschiedenis doormaakt. De massale toevloed van illegale immigranten naar de Europese kusten noopt ons tot het nemen van dringende maatregelen. Het Zuiden van Europa is de regio die het meest rechtstreeks met dit probleem te kampen heeft, maar dat wil niet zeggen dat dit een probleem is dat alleen deze lidstaten en deze regio aangaat. Massale illegale immigratie – en de humanitaire tragedie die daarachter schuil gaat – hebben gevolgen voor de veiligheid en de samenhang van geheel communautair Europa.

Ik ben voorstander van de verschillende operationele maatregelen voor het beheer van de maritieme buitengrenzen in het zuiden, zoals het opzetten van een operationeel commandocentrum voor de coördinatie van een patrouillenetwerk langs de Middellandse Zeekusten en het instellen van een centraal register van de beschikbare technische apparatuur die gebruikt kan worden voor de controle en het toezicht op de buitengrenzen om zo de nodige hulpmiddelen (vaartuigen, helikopters, vliegtuigen) voor gemeenschappelijke operaties te verschaffen. Ik ben ook voorstander van het creëren van snelle- grensinterventieteams – een heel goed idee – die binnen een heel kort tijdsbestek technische en operationele bijstand kunnen verlenen aan lidstaten die daaraan behoefte hebben.

Op die wijze – door het verbeteren van de wederzijdse bijstand – dragen we bij tot meer solidariteit tussen de lidstaten. Deze verordening bevat een regeling voor het uitzenden van snelle-grensinterventieteams om snel hulp te verlenen in situaties zoals die zich – bijvoorbeeld – op de Canarische Eilanden hebben voorgedaan. Ik ben het ermee eens dat deze hulp voor een beperkte duur moet worden verleend, in uitzonderlijke en dringende situaties, en op verzoek van een getroffen lidstaat.

Mijnheer de Voorzitter, ik geloof dat het Europees Agentschap Frontex een cruciale rol dient te spelen bij de coördinatie van dit type bijstand. Het moet die coördinatie snel en op een efficiënte wijze kunnen realiseren. We gaan ervan uit dat binnen een termijn van vijf dagen een besluit wordt genomen. Er moet binnen die termijn een operationeel plan worden opgesteld, waarin wordt vastgelegd hoe lang de operatie in beslag zal nemen, op welke geografische locatie en wat de missie precies inhoudt. Er zal dan ook moeten worden vastgesteld hoeveel deskundigen elke lidstaat aan het team zal bijdragen en wat de vaardigheden van die teamleden moeten zijn. We zullen allemaal – Parlement, Commissie en Raad – de nodige middelen moeten vrijmaken (en dan niet alleen in institutionele zin, maar ook als het gaat om menselijke hulpbronnen en financiële middelen) om ervoor te zorgen dat deze teams hun missie op een doeltreffende wijze kunnen uitvoeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Ryszard Czarnecki (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik dank u zeer voor uw geduld. Poolse afgevaardigden van verschillende fracties hebben net vandaag een ontmoeting gehad met het hoofd van de Poolse grenswacht, die tevens verbindingsofficier is op onze ambassade in België. Hij maakte ons nog meer bewust van de urgentie van het probleem waarover we vandaag discussiëren.

Ik vertegenwoordig Polen, een land dat na Finland de langste landgrenzen van de Europese Unie heeft. Een doeltreffend beheer van de buitengrenzen door controle en bewaking is daarom des te belangrijker. Ook het bestrijden van illegale immigratie en mensensmokkel ligt ons na aan het hart.

Naarmate de Europese Unie een steeds aantrekkelijker economisch paradijs wordt voor emigranten uit een aantal continenten, waaronder uit de voormalige Sovjet-Unie, zullen de teams waarover we vandaag discussiëren steeds meer nodig worden. Ik sluit me aan bij de vorige spreker, de heer Coelho, die sprak over de grote crisis die de Europese Unie te wachten staat. De enige voorwaarde voor het opzetten van zulke snelle- interventieteams is dat we volmondig akkoord gaan met het voorstel van de lidstaat die dit probleem aan zijn grenzen ondervindt.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, de illegale immigratie heeft zo onderhand dramatische vormen aangenomen. Volgens serieuze schattingen zouden er ongeveer vijftien miljoen illegalen in Europa zijn. Als u alleen al de cijfers van 2005 en 2006 vergelijkt, ziet u dat er sprake is van een verzesvoudiging.

Mensensmokkel is tegenwoordig big business en maakt deel uit van de georganiseerde criminaliteit. Menige lidstaat is niet meer tegen de situatie opgewassen. Ze mogen niet aan hun lot overgelaten worden en hebben hulp nodig. Hier is een rol weggelegd voor de Europese Unie.

Ik verwelkom de oprichting van Frontex en des te meer de creatie van een werkzaam instrument, en daarmee doel ik op de snelle-grensinterventieteams, die op verzoek van de lidstaten tijdig en plaatselijk hulp bieden. Wel moet – zoals de heer Díaz de Mera García Consuegra al zei – duidelijk zijn dat de bevoegdheid voor de grensbewaking bij de lidstaten blijft. De snelle- grensinterventieteams verlenen kortstondige hulp – laat dat duidelijk zijn. Voor de middellange en lange termijn zijn aanvullende maatregelen nodig. Ik reken erop dat er een samenwerkingsovereenkomst komt tussen Frontex en Europol om mensensmokkel beter te kunnen bestrijden, dat illegaliteit bepaald beleid met zich meebrengt – waarbij te denken valt aan hulp bij terugkeer – en dat er geen massale legalisering meer wordt afgekondigd, want dat heeft alleen maar een aanzuigende werking en zorgt ervoor dat de problemen zich naar andere landen verplaatsen.

Daarnaast moeten er voorlichtingscampagnes komen met het oog op preventie die potentiële migranten informatie bieden over de werking van legale immigratie en over de gevolgen en risico's van illegale immigratie. Bovendien moeten we werk maken van stabilisatie- en hulpprogramma's in de landen waar de immigranten vandaan komen. Met de snelle-grensinterventieteams laat de Europese Unie in ieder geval zien dat we een weg hebben ingeslagen die leidt naar een veiligheidsunie, terwijl er tevens over nagedacht wordt hoe wij op middellange en lange termijn de problemen op het gebied van legale en vooral illegale migratie het hoofd kunnen bieden.

Ik bedank de rapporteur voor zijn voortreffelijke coördinatie.

 
  
MPphoto
 
 

  Simon Bussutil (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil me bij mijn collega’s aansluiten en de heer Deprez, de rapporteur, bedanken voor zijn uitstekende werk en met name voor het feit dat hij het verslag op tijd voor de eerste lezing heeft voltooid.

Ik juich deze wetgeving toe, omdat het een instrument voor solidariteit is. Als iemand die afkomstig is uit een zuidelijke lidstaat verwelkom ik haar zelfs nog meer, omdat ik begrijp dat solidariteit geen vanzelfsprekendheid is en niet goedkoop is.

Met deze wetgeving verbinden de lidstaten zich hulp te verlenen aan andere landen die problemen hebben. Zoals de heer Deprez heeft gezegd, is dit gedwongen solidariteit en geen vrijwillige. Dat maakt het tot èchte solidariteit. Het is geen liefdadigheid, want liefdadigheid is vrijwillig. Dit is een bindende afspraak. Dankzij deze wetgeving zullen landen die met noodsituaties op het gebied van immigratie te maken hebben, eindelijk het gevoel krijgen dat ze er niet meer helemaal alleen voor staan.

Daarom is deze wetgeving een stap in de goede richting. Op zichzelf is zij echter niet voldoende om de uitdaging van de illegale immigratie het hoofd te kunnen bieden. Daarom moeten we waken voor te hooggespannen verwachtingen bij het publiek en voorkomen dat het beeld ontstaat dat deze wetgeving een oplossing voor alles is: dat is niet het geval. Daarom moeten we ook meer doen om de zuidelijke grenzen van de Unie te versterken. Afgelopen november heeft de Commissie een mededeling over de versterking van de zuidelijke maritieme grenzen gepubliceerd en ik roep de Commissie op om de initiatieven die in deze mededeling worden genoemd door te zetten. Laten we niet vergeten dat de bewaking van de buitengrenzen in het belang is van alle lidstaten en niet alleen van de landen die problemen hebben, en omdat het in ieders belang is, moet het ook ieders verantwoordelijkheid zijn - een gedeelde verantwoordelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Hartelijk dank, mijnheer Busuttil en dank u wel ook voor uw begrip. Ik weet dat u Maltees had willen spreken vanavond maar helaas waren onze teams niet beschikbaar. Ik dank u voor uw flexibiliteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Francesco Musotto (PPE-DE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik denk dat we vanavond een belangrijke doelstelling hebben bereikt, want de overeenkomst over de snelle- grensinterventieteams heeft laten zien dat alle EU-instellingen zich ervan bewust zijn dat illegale immigratie een serieus probleem is dat niet alleen voor rekening mag komen van de gebieden die door hun geografische ligging met deze enorme migratiegolven te maken krijgen We hebben in het verslag over eilanden, dat door dit Parlement is aangenomen, naar voren gebracht dat Europa niet langer onverschillig tegenover de aanhoudende noodsituatie kan blijven staan in gebieden, zoals waar ik bijvoorbeeld vandaan kom, Sicilië - met als brandpunt Lampedusa -, of op de Canarische eilanden of Malta, die onafgebroken belast worden door de komst van illegale immigranten. De menselijke tragedie die schuilgaat achter de zelfgemaakte boten die op Middellandse Zee zinken, of achter de georganiseerde misdaad die misbruik maakt van de wanhoop van deze mensen, kan niet worden ontkend. Door het openstellen van onze interne grenzen, zijn de externe grenzen onze gemeenschappelijke buitengrenzen geworden en daarom kunnen passende, langetermijnoplossingen voor het immigratievraagstuk alleen op Europees niveau worden gevonden.

Het opzetten van snelle-interventieteams is zeker slechts een begin. Europa moet snel een beleid voor legale immigratie aannemen, aangezien een belangrijk vraagstuk als dit niet alleen onder de verantwoordelijkheid van de regeringen mag vallen. De Italiaanse regering heeft onlangs een wet aangenomen dat voorgaande wetgeving aanpast en wijzigt, maar dit zijn geen permanente oplossingen die aangenomen kunnen worden en tot een betere toekomst kunnen leiden.

Europa moet in zijn geheel het tegenovergestelde doen. Het moet een beleid voor legale immigratie opstellen voor het beheer van alle immigratie die, net als de wind, niet stopgezet kan worden, maar wel beheersbaar moet worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Barbara Kudrycka (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, snelle-grensinterventieteams kunnen een nuttig instrument worden voor de lidstaten en Frontex. Voor Frontex is dit overigens niets nieuws. We hebben tot nu toe al te maken gehad met gemeenschappelijk georganiseerde operaties. Snelle-grensinterventieteams zijn nodig, mits deze geen manier worden om zich te onttrekken aan de basale verantwoordelijkheden voor grenscontrole, die overeenkomstig de Verdragen berust bij de lidstaten. Daarom is het belangrijk dat de teams gebruikt worden in daadwerkelijke crisissituaties die niet zijn voorzien door eerdere risico-analyses. Pas dan hebben de lidstaten immers het recht en de plicht het mechanisme van Europese solidariteit in werking te stellen.

Ik realiseer me heel goed dat de last van de controle van de buitengrenzen ongelijk verdeeld is over de lidstaten. Er zijn zuidelijke lidstaten met een moeilijk te bewaken maritieme grens, en lidstaten met een lange landgrens. In samenwerking met andere elementen van het geïntegreerde grensbeheer, waaronder het belangrijke Buitengrenzenfonds, kunnen de teams bijdragen aan een steeds betere samenwerking en coördinatie ter bestrijding van illegale immigratie en mensensmokkel. Maar ik verwacht ook dat Frontex en de snelle-grensinterventieteams de rechten en behoeften van mensen die te goeder trouw de grenzen zijn overgestoken, respecteren. Daarom moet er ook voor deze categorie reizigers een betere coördinatie van de dienstverlening aan de grenzen komen. In verband met de snelle-grensinterventieteams wil ik erop wijzen dat het noodzakelijk is de samenleving te informeren over de aard ervan en wat hun rechten en plichten zijn als zij in contact komen met gewone mensen die de grens oversteken. Informatiecampagnes op dit gebied zijn noodzakelijk omdat ze misverstanden en onduidelijke situaties helpen vermijden. Tot besluit wil ik zeggen dat ik tevreden ben met de overeenstemming die bestaat over het oprichten van de teams en wil ik de heer Deprez feliciteren met zijn geweldige verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Joe Borg, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals ik al eerder heb gezegd, is de Commissie zeer ingenomen met het compromis dat door de drie instellingen in dit dossier is bereikt. Dit is een belangrijke stap in de samenwerking tussen de lidstaten en een uitstekend voorbeeld van solidariteit op het gebied van de grensbewaking.

Met betrekking tot de punten die tijdens het debat naar voren zijn gebracht, met name door de heer Blokland, wil ik zeggen dat tijdens de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van vorige week de meeste lidstaten al technische apparatuur en dergelijke ter beschikking van Frontex hebben gesteld voor gezamenlijke operaties. Bovendien heeft vicevoorzitter Frattini de lidstaten die dat nog niet hadden gedaan, gevraagd een bijdrage te leveren.

Met betrekking tot de andere punten over de coördinatie, wil ik duidelijk stellen dat Frontex de operaties zal coördineren in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de vele lidstaten die erbij zijn betrokken.

Ik wil afsluiten door de heer Deprez, de rapporteur, te bedanken voor zijn harde werk, en ik verwelkom de overeenkomst die tussen de instellingen is bereikt over de snelle-grensinterventieteams. Ik herhaal dat dit een uitstekend voorbeeld van solidariteit en operationele samenwerking is.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Dank u, commissaris.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen, donderdag, om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Grech (PSE), schriftelijk. – (EN) De middelen die beschikbaar zijn voor de huidige bewaking van de buitengrenzen zijn niet geschikt en niet voldoende om de illegale immigratie en de mensenhandel effectief te bestrijden. Dit is niet een probleem van één land of één regio, maar dit is een probleem van alle lidstaten.

In deze context wordt in het verslag van de heer Deprez op verschillende tekortkomingen gewezen en wordt ingegaan op de echte problemen rond de inzet van de snelle-grensinterventieteams. De oprichting van deze snelle-grensinterventieteams is een positieve stap in de goede richting en daarom moeten er voldoende middelen worden vrij gemaakt om dit tot een levensvatbaar project te maken.

Doeltreffend beheer van de buitengrens middels controle en bewaking lost slechts een klein gedeelte van dit fundamentele probleem op. Ik heb helaas het gevoel dat de instellingen, met name de Raad, dit tragische probleem niet aanpakken met de noodzakelijke overtuiging en het gevoel van urgentie dat het verdient. Het beginsel van lastendeling wordt absoluut niet op een concrete en tastbare manier toegepast.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de lidstaten, waaronder Polen, zijn krachtens het Gemeenschapsrecht nog steeds verantwoordelijk voor de controle van de buitengrenzen.

De huidige mogelijkheden voor bijstand op Europees niveau bij de controle en bewaking van de buitengrenzen moeten helaas als ontoereikend worden beschouwd. Dat mogen we niet vergeten, aangezien een correct beheer van de buitengrenzen enerzijds mensensmokkel en illegale immigratie tegengaat en anderzijds helpt voorkomen dat de binnenlandse veiligheid, de openbare orde, volksgezondheid en internationale relaties van de lidstaten worden bedreigd. Derhalve is deze controle niet alleen in het belang van de betrokken lidstaten, maar evengoed van de lidstaten die alle controles van de binnengrenzen hebben opgeheven.

Overeenkomstig een verordening van de Raad is het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex) al opgericht. Nu moeten we een stap verder gaan. We moeten snelle-grensinterventieteams oprichten, die verplaatst kunnen worden naar de lidstaat die hun bijstand nodig heeft. De teams zijn niet bestemd voor ondersteuning op langere termijn. Het Agentschap moet de bevoegdheid krijgen de samenstelling, opleiding en detachering van de snelle-grensinterventieteams te coördineren.

Zo’n benadering draagt bij aan een grotere solidariteit en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (ITS), schriftelijk. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, immigratie wordt veel te vaak afgeschilderd als een middel, zelfs als een essentieel middel, maar daarmee worden de verschrikkelijke effecten die het verschijnsel heeft op de mensen die er echt onder lijden, miskend. Degenen die hun eigen volk en hun eigen land achterlaten, zijn meestal niet de armsten, maar juist gekwalificeerde jonge mensen en - demagogie daar gelaten -, mensen die potentiële arbeidskrachten zijn voor de georganiseerde misdaad in de gastlanden.

De behoefte om gemeenschappelijke regels in te stellen voor de taken van grenswachters en snelle- interventieteams wordt verklaard door de stromen individuele personen die zich verdringen voor de grenzen van de Unie. Deze migratiestromen werken de afschuwelijke mensenhandel in de hand, onder tragische omstandigheden die we maar al te goed kennen, en ik acht politici moreel medeplichtig als ze beweren dat het correct en gepast is, of zelfs onze taak is, om deze mensen te ontvangen zonder rekening te houden met hun beweegredenen of met het feit of ze wel ontvangen kunnen worden. Italië heeft zelfs besloten om iedereen die zich aan zijn grens meldt, binnen te laten, zonder dat iemand moeten garanderen dat de betrokkene werk en gastvrijheid krijgt.

In dat geval vraag ik me af waar de maatregelen die zijn aangekondigd, goed voor zijn. In Italië zullen ze alleen maar dienen om bijstand te verlenen en ze zullen bijdragen aan de illegale komst van mensen die vervolgens de kassen van de ngo's zullen spekken. Welk nut heeft een Europees agentschap dat de samenwerking aan onze externe grenzen moet beheren, als het immigratiebeleid van de lidstaten zo uiteen loopt? Dit heeft totaal geen nut, tenzij het nog meer geld van belastingbetalers wil uitgeven en demagogie in de hand wil werken, hetgeen alleen maar zal leiden tot sociale onrust en wanorde.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid