Terug naar het Europarl-portaal

Choisissez la langue de votre document :

 Index 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 6 juni 2007 - Brussel Uitgave PB

Verdrag van Prüm: intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit - Visuminformatiesysteem (VIS) - Toegang tot en raadpleging van het visuminformatiesysteem (VIS) - Bescherming van persoonsgegevens (debat)
MPphoto
 
 

  Fausto Correia (PSE), rapporteur. - (PT) Mijnheer de Voorzitter, fungerend voorzitter van de Raad Altmaier, ondervoorzitter Frattini, beste collega's, ik wil graag iets zeggen over het Prüm-initiatief, het onderwerp waarover het Europees Parlement vandaag en morgen zal debatteren en waarover ik in de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en interne zaken een verslag heb opgesteld.

Het nogal gedetailleerde voorstel van de Raad, dat nog geen drie maanden geleden door het Europees Parlement is ontvangen, is door onze commissie heel snel onderzocht en besproken. Het secretariaat van de LIBE-commissie heeft al het nodige gedaan om een openbare hoorzitting te organiseren. Het was de bedoeling om alle openbare en particuliere belanghebbenden bij het proces te betrekken en op die manier zo volledig mogelijk vast te stellen welke bezorgdheden er bij deze groepen leefden. We zijn daarbij uitgegaan van het idee dat een efficiënte politieke samenwerking verenigbaar moet zijn met de verdediging en de bevordering van de grondrechten.

Deze afweging is heel belangrijk, aangezien dit voorstel belangrijke mechanismen vastlegt voor strafrechtelijk optreden en onderzoek. Het kan zijn dat dit gevolgen heeft voor de rechten en vrijheden van de burgers, en dat is een aspect dat we niet kunnen en mogen negeren.

Dit initiatief is heel belangrijk en het is ook heel zichtbaar. Als rapporteur heb ik daarom eerst en vooral geprobeerd een evenwicht te vinden tussen de voorwaarden voor een doeltreffende politiesamenwerking in de strijd tegen degenen die de grondslagen van onze Europese Unie bedreigen - terroristen en criminelen - en de bescherming van de grondrechten van individuen.

U zult begrijpen dat het vinden van een dergelijk evenwicht en het omzetten daarvan in een tekst die door de overgrote meerderheid van de uit verschillende fracties afkomstige afgevaardigden in de LIBE-commissie aanvaard kon worden, geen gemakkelijke opgave was. Het is echter wel een dankbare taak gebleken. Ik ben er oprecht van overtuigd dat de voorstellen die nu aan het oordeel van de voltallige vergadering zullen worden voorgelegd, het oorspronkelijke ontwerp van de Raad aanzienlijk verbeteren. Ik ben daarom heel blij dat de wijzigingen die we zijn overeengekomen - en die het resultaat zijn van een ruime consensus onder de fracties in het Europees Parlement en van een nauwe samenwerking tussen de rapporteur en de schaduwrapporteurs - door de LIBE-commissie vrijwel unaniem, met slechts één onthouding, zijn goedgekeurd. Ik hoop dat deze wijzigingen in de voltallige vergadering op dezelfde wijze zullen worden onthaald.

Onder de voorgestelde amendementen zijn er die gevolgen hebben voor de economie, en er zijn er ook die volgens mij formeel in een kaderbesluit moeten worden ondergebracht. Ik noem hier een betere harmonisatie van de voorschriften inzake de toegang tot biometrische gegevensbestanden, die beperkt moet blijven tot onderzoek, behalve als het gaat om vingerafdrukgegevens, die ook bij preventie een rol kunnen spelen. We hebben verder behoefte aan een heldere definitie van de regels die van toepassing zijn in geval van een gemeenschappelijk optreden. Er zullen criteria moeten worden vastgelegd voor de overdracht van persoonsgegevens. Overdracht mag alleen plaatsvinden als daartoe een duidelijke noodzaak bestaat, als het gaat om delicate situaties of grootschalige gebeurtenissen, en om het voorkomen van terroristische aanslagen. Het hoofdstuk over gegevensbescherming moet ook worden toegepast op alle mogelijke soorten verwerking van gegevens. Daarmee geven we gevolg aan al de aanbevelingen die de Europese toezichthouder voor de gegevensbescherming met betrekking tot dit onderwerp heeft gedaan. Verder wordt er een maximumtermijn vastgelegd voor het bewaren van persoonlijke gegevens. Er worden expliciete waarborgen vastgelegd die een verbod inhouden op het gebruik van gevoelige gegevens die zouden kunnen worden aangewend voor etnisch profiling. De rol van het Parlement bij het opvolgen van dit voorstel voor een besluit moet worden versterkt, zeker als het gaat om het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen en het beoordelen van zulke maatregelen. Tot slot zal duidelijk moeten worden gemaakt hoe dit besluit zich verhoudt tot het voorstel voor een kaderbesluit inzake gegevensbescherming in het kader van de derde pijler. Dat kaderbesluit geeft immers een algemeen wetgevingskader op dit gebied.

Ik wil er ook graag op wijzen dat het heel belangrijk is dat de interventiemechanismen die in het Verdrag van Prüm zijn vastgelegd, worden opgenomen in het juridisch acquis van de Europese Unie. Deze mechanismen spelen immers een belangrijke rol bij het bestrijden van terrorisme en georganiseerde criminaliteit. Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik mij enige zorgen maak over de wijze waarop het advies van het Europees Parlement in de Raad zal worden ontvangen.

Ter afsluiting nog het volgende: de aanneming van het kaderbesluit van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit zal de nodige democratische legitimiteit ontberen indien aan de inbreng van het Europees Parlement geen - of niet de nodige - aandacht wordt besteed. En dat zal niet bijdragen tot het vertrouwen van de EU-burgers in het communautaire project. Integendeel!

 
Juridische mededeling - Privacybeleid