Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0409/2007

Debatten :

PV 25/10/2007 - 13.2
CRE 25/10/2007 - 13.2

Stemmingen :

PV 25/10/2007 - 14.2

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 25 oktober 2007 - Straatsburg Uitgave PB

13.2. Pakistan
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . – Aan de orde zijn vier ontwerpresoluties overPakistan.(1)

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), auteur.(EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik mijn medeleven betuigen aan de slachtoffers van de gruwelijke bomaanslag in Karachi. Onze gedachten gaan uit naar alle getroffenen van deze dramatische gebeurtenis.

Pakistan is een land waarmee we in Europa zeer begaan moeten zijn. Het is een grote handelsnatie, een exporteur van mensen, niet in de laatste plaats naar dit werelddeel, en het is een belangrijke bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme. Het is dus zeer droevig dat Pakistan er in de loop van de zestig jaar van zijn bestaan niet in geslaagd is een echte democratie te worden. Het is daarentegen bemoedigend dat het land geen theocratie of zelfs een permanente militaire dictatuur is geworden. De deur gaat weer open voor de democratie in Pakistan.

We zijn in afwachting van de gerechtelijke uitspraak over de wettigheid van de presidentsverkiezingen. We vragen president Musharraf een voor hem nadelige uitkomst te accepteren, maar ik vraag de bevolking van Pakistan en elders in de wereld de gerechtelijke uitspraak ook te accepteren als deze in het voordeel van de president uitvalt. Ik denk dat alleen op die basis voortgang in het land mogelijk is.

Wat betreft de verkiezingen in januari: ik hoop dat de regering doorgaat met de voorbereidingen op deze verkiezingen en dat mevrouw Benazir Bhutto in staat gesteld wordt een veilige campagne te voeren. Terwijl ik dat zeg, weet ik dat door ons is gesuggereerd dat de regering achter de bomaanslag zat; ik geloof dat niet, maar we moeten er zeker van zijn dat de veiligheid van alle kandidaten gegarandeerd is en dat de regering haar best doet mevrouw Benazir Bhutto te beschermen. Ik ben ook van mening dat de heer Sharif naar het land moet kunnen terugkeren om, als hij dat wil, campagne te voeren. Ook zijn veiligheid moet worden gegarandeerd.

Het leger moet zich gedurende de hele verkiezingscampagne afzijdig houden en ik hoop dat de president, vóór januari – en nog vóór aanvang van de campagne – zijn uniform uittrekt en een echte burgerregering in zijn land vormt. Dat is het beste wat we voor Pakistan kunnen hopen en het beste wat we kunnen hopen voor de betrekkingen tussen Europa en Pakistan: dat we in januari een democratisch gekozen parlement krijgen en dat de president zijn uniform uittrekt en zijn burgerpak aantrekt.

 
  
MPphoto
 
 

  Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), auteur. (SV) Dank u, Mijnheer de Voorzitter. Allereerst moet ik met een zwaar gemoed zeggen dat wij hier in het Parlement maand na maand moeten beslissen over allerleiresoluties omdat zulke grote delen van de wereld om ons heen verzuimen burgerlijke vrijheden en rechten te respecteren en fundamentele mensenrechten schenden. Ik moet dit zeggen omdat ik het zo vreselijk vind dat het gewoon door blijft gaan. We spreken er hier over in het Parlement, we spreken erover in zo veel verschillende contexten en toch gaat het nog steeds door.

Wat betreft Pakistan, dat het onderwerp van de resolutie is waarover we nu discussiëren, wil ik zeggen dat de GUE/NGL-Fractie de resolutie in haar geheel steunt.De resolutiestelt een groot aantal zeer gerechtvaardigde eisen aan de regering in Pakistan. Wij in de wereld eromheen kunnen niet blijven zwijgen over de invloed en beslissingsmacht van het militaire regime op alle gebieden van de maatschappij.De macht moet worden overgedragen aan een burgerlijke democratische regering. We moeten alle vrijwillige organisaties steunen, iedereen die werkt voor democratische vrijheden en rechten. Ik wil in het bijzonder de nadruk leggen op het belang van lid 16 van de resolutie. In dat punt drukt het Parlement zijn grote bezorgdheid uit over het feit dat een groot deel van de Pakistaanse vrouwen nietin staat is deel te nemen aan het democratisch proces. De mensen in Pakistan worden onderdrukt door het militaire regime op grond van godsdienst, maar wij moeten niet de onderdrukking vergeten waaraan een groot deel van de Pakistaanse vrouwen wordt blootgesteld. Onze Fractie wenst de gehele resolutie krachtig te steunen. Dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), auteur. (ES) Mijnheer de Voorzitter,ik wil ook zeggen dat ondanks het feit dat logischerwijs de hoofdverantwoordelijkheid voor het oplossen van de situatie bij de Pakistaanse autoriteiten ligt, wij daardoor niet mogen vergeten dat de Europese Unie, en wij lidstaten bovenal, een enorme verantwoordelijkheid heeft en hebben om tenminste de situatie niet te verergeren.

Het heeft te maken met de praktijk, die ook onbegrijpelijk is vanwege het feit dat die onverenigbaar is met de wil om de situatie op te lossen, van het doorgaan met het exporteren van wapens of met het streven om wapens te exporteren naar Pakistan.

Om slechts drie voorbeelden te geven: in 2006 autoriseerde de regering van het Verenigd Koninkrijk de export van 15 000 geweren naar de regio, waaronder Pakistan; Frankrijk blijft ernaar streven Pakistan raketten en radars te verkopen om gevechtsvliegtuigen te bouwen die Pakistan momenteel zou ontwikkelen samen met China; en Duitsland is ook verantwoordelijk geweest voor de export van belangrijke hoeveelheden munitie, wapens en andere soorten militaire uitrusting.

Ik geloof dat voor dat doel het verlangen om de situatie in Pakistan op te lossen onverenigbaar is met leveringen aan het land in het kader van dit beleid. Ik stel daarom voor en vraag mijn collega’s het amendement te steunen dat beoogt het opschorten van alle soorten export van wapens en militaire uitrusting tot dat moment waarop gegarandeerd kan worden dat die niet gebruikt zullen worden om de mensenrechten te schenden.

 
  
MPphoto
 
 

  Charles Tannock (PPE-DE), auteur.(EN) Mijnheer de Voorzitter, de zelfmoordaanslag van vorige week in Karachi heeft ons eraan herinnerd hoe gevaarlijk dicht Pakistan tegen de anarchie aan zit. Het vooruitzicht van een nucleair gewapend Pakistan dat verandert in een schurkenstaat beheerst door fanatieke islamisten is, om de waarheid te zeggen, afgrijselijk.

Ik ben niet bepaald een bewonderaar van Benazir Bhutto, wier ambtstermijn als premier werd gekenmerkt door wijdverspreide corruptie, maar uiteindelijk is een democratische regering onder burgerlijk bestuur met een tendens naar secularisme altijd te verkiezen boven een militaire dictatuur, die in dit geval wordt gecompromitteerd door haar banden met islamistische partijen en de Afghaanse Taliban. President Musharraf wordt geacht onze bondgenoot te zijn in de strijd tegen het terrorisme; ik vraag me wel eens af hoe sterk hij zich maakt voor de strijd tegen het terrorisme in zijn eigen land.

Hopelijk heeft de terugkeer van mevrouw Bhutto naar Pakistan een gunstige invloed op de mensenrechten. Een punt van grote zorg is de aanhoudende onderdrukking van religieuze minderheden, waaronder christenen, hindoes en Ahmadi-moslims. Als ze serieus genomen wil worden als progressieve leider van een moderner Pakistan, moet ze ervoor zorgen dat Pakistan zijn internationale verplichtingen op grond van de mensenrechtenverdragen naleeft.

Pakistan staat voor talrijke uitdagingen, maar we moeten erkennen dat er op sommige terreinen vooruitgang wordt geboekt. De economie blijft groeien en Pakistan heeft samen met India vertrouwenwekkende maatregelen genomen met betrekking tot het geschil over Jammu en Kashmir.

Een vraag die volledig onbeantwoord blijft, is hoe het juridisch gezien mogelijk is dat de Pakistaanse regering voormalig premier Nawaz Sharif bij aankomst onmiddellijk naar Saudi-Arabië heeft uitgezet, ondanks een uitspraak van een hooggerechtshof op grond waarvan hij uit ballingschap naar Pakistan mocht terugkeren. Hoe kan een regering op grond van internationaal recht een van haar eigen burgers uitwijzen? Mogelijk is er voor Nawaz Sharif een grote rol weggelegd bij het herstellen van de burgerlijke meerpartijendemocratie in Pakistan.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie.(DE)Mijnheer de Voorzitter, we moeten Pakistan heel kritisch bekijken. Het is een groot en belangrijk land met een turbulente geschiedenis.De Pakistaanse staat is kunstmatig gecreëerd om de Indiase moslims een eigen staat te geven en heeft duseen islamitische identiteit, iets wat we het land niet kunnen kwalijk nemen.Dat was min of meer zijn oorspronkelijke raison d’être.

Dit betekent niet dat we het islamitisch extremisme niet moeten bestrijden en de Pakistanenzelf wijden daadwerkelijk aanzienlijke inspanningen aan juist die strijd. Pakistan was een belangrijke bondgenoot toen we geconfronteerd werden met de Russischebezetting van Afghanistan, in de betrekkingen met communistisch China en in de context van langdurige Russische pogingen om invloed te verwerven in India. Het was een belangrijke strategische factor voor het Westen.

Van de andere kant hoeft het geen betoog dat Pakistan interne problemen heeft en daarvan moeten wij ons bewust zijn: een complexe en heterogene bevolkingstructuur in etnische en godsdienstige termen, wijdverbreide armoede en, natuurlijk, de noodzaak om de democratie en de rechtsstaat te versterken. We moeten het land duidelijk zeer veel steun verlenen bij het opzetten van vrije verkiezingen en een sterkere onafhankelijke rechterlijke macht en moeten het militair bewind aanmoedigen geleidelijk de macht over te dragen aan gekozen politici. We moeten bovenal, zoals Charles Tannock heeft gezegd, Pakistan aanmoedigenhet proces van vertrouwen scheppen te blijven nastreven met buurland India.

In dit opzicht zijn er bemoedigende signalen geweest en het doel van een evenwichtig beleid met betrekking tot Pakistan is om die signalen te versterken terwijl we tegelijkertijd waar nodig kritiek uiten.

 
  
MPphoto
 
 

  Sarah Ludford, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de bevolking van Pakistan verdient beter dan een militaire dictatuur, geweld en wetteloosheid. Daarom bevestigen wij in een van de kernartikelen in deze resolutie opnieuw onze solidariteit met de bevolking van Pakistan, die de doelstellingen van democratisch, transparant en controleerbaar bestuur met ons deelt en die ondanks het geweld in verband met terrorisme en misdaad moedig en vastberaden handelt.

Om deze reden benadrukken wij natuurlijk dat een terugkeer naar democratie, een burgerregering en vrije en eerlijke verkiezingen in januari de enige manier zijn om de uitdagingen waarvoor de Pakistaanse samenleving gesteld staat, het hoofd te bieden.

Tegelijkertijd benadrukken we dat er ook een eind moet komen aan de militarisering van de Pakistaanse samenleving en betreuren wij dat president Musharraf niet bereid is zijn functie als legerleider op te geven, zoals hij had beloofd. De rechtsstaat is buitengewoon grillig in Pakistan. Er is bij tijden sprake van bemoedigende ontwikkelingen, maar die gaan dan gepaard met een aantal zeer repressieve besluiten. Met name religieuze en andere minderheden en vrouwen worden hier hard door getroffen. We vragen terecht om verbetering op dat terrein.

Bovendien betreuren wij natuurlijk de zelfmoordaanslag en de 140 slachtoffers en 500 gewonden van vorige week. Ik vrees dat dit als excuus kan dienen om politieke activiteiten te beperken, aangezien de regering al heeft aangekondigd dat politieke partijen alleen bijeenkomsten mogen houden in goed beveiligde parken en openbare ruimten en geen optochten mogen organiseren. Het is niet zo moeilijk te zien hoe een en ander als excuus kan dienen.

Tot slot nog dit: een van de dichter bij huis liggende redenen voor mijn wens dat Pakistan extremisme en militarisering bestrijdt en terugkeert naar de rechtsstaat, heeft te maken met de gevolgen voor Britten van Pakistaanse herkomst, bijvoorbeeld de roep om profilering of visumvereisten voor de Verenigde Staten. Dit gevaar zou voor mensen zoals mijn kiezers kunnen worden afgewend als Pakistan een democratische samenleving wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Ryszard Czarnecki, namens de UEN-Fractie.(PL) Mijnheer de Voorzitter, vandaag op de televisie andermaal een bulletin over weer een aanslag in Pakistan, over dodelijke slachtoffers. Dit is ook een verhaal zonder einde. Waarom besteden wij hier tijd aan, vooral omdat wij optreden namens de Europese belastingbetalers? We moeten niet vergeten dat de Europese Uniebelangrijke geldbedragen naar Pakistan stuurt voor de gezondheidszorg, voor de uitbanning van armoede en voor het onderwijs.Om deze reden hebben wij het recht om betrokken te zijn bij wat er gebeurt in dat land dat, gedeeltelijk, wordt gesteund met geld van onze kiezers.

Ik zou uw aandacht willen vestigen opkwesties die hier niet besproken zijn. Allereerst op het feit dat in Pakistan godsdienstige minderheden worden vervolgd en gediscrimineerd.Dit geldt voor christenen, maar ook voor Hindoes, Sikhs enboeddhisten. Ik geloof dat deze kwestie onze aandacht verdient.Het is iets wat uit het zicht verdwijnt in het licht van deze aanslagen en tragische dodelijke slachtoffers, maar het is een constant verschijnsel.

Ik wil er ook nog op wijzen, en deze kwestie is al aangeroerd, dat er discriminatie tegen vrouwen is.Er zijn voor dit doel specialehududverordeningen. Dit moet ook worden veroordeeld en ik ben blij dat we dit doen onafhankelijk van onze politieke verschillen.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen, namens de ITS-Fractie.(NL) Voorzitter, natuurlijk hebben wij allemaal onze afschuw uitgesproken over de gruwelijke aanslagen die vorige week in Pakistan hebben plaatsgevonden, en die, zoals de vorige spreker zei, een niet-stoppend verhaal zijn.

Maar dat mag ons niet van de essentie weerhouden om erop te blijven wijzen dat Pakistan natuurlijk een militaire dictatuur is, dat in het officiële Pakistan de mensenrechten op grote schaal geschonden worden en dat de leider er nog altijd boven de wet staat. Pakistan is echter ook een strenge islamitische staat waar geen plaats is voor anders gelovigen of godsdienstige minderheden en het land beschikt, zoals al gezegd is, over atoomwapens.

Misschien - maar misschien mag dat niet gezegd worden - dreigt er wel een groter gevaar vanuit Islamabad dan vanuit Teheran - ik weet het niet. Ik heb met Pakistan ook een beetje een déjà vu-gevoel. Want net zoals in vele andere islamitische landen - zoals destijds bijvoorbeeld Algerije - is het zo dat militaire dictaturen of regimes waar het leger een overheersende rol speelt, de islamfundamentalisten ervan weerhouden om de macht over te nemen. Meer democratie betekent jammer genoeg vaak meer islamfundamentalisme, en paradoxaal genoeg ook minder democratie. Dit is een dilemma dat we niet zomaar kunnen oplossen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE).- (EN) Mijnheer de Voorzitter, de moordaanslag op nietsvermoedende aanhangers die mevrouw Benazir Bhutto op 18 oktober in Karachi terug verwelkomden, was wederom een gevoelloze daad van terrorisme als reactie op de vooruitzichten op democratische verandering in Pakistan.

De internationale gemeenschap keek met afgrijzen toe hoe opnieuw onschuldige burgers werden opgeofferd in een land dat door het dictatoriale regime van generaal Musharraf in een staat van angst wordt gebracht en waar de rechtsorde wordt ondermijnd. Deze meedogenloze man met zijn corrupte regeringsgroep bestaande uit deelgenoten, is een kwaadaardig gezwel voor de bevolking van Pakistan. Het valt te betreuren dat hij nog steeds aan de macht is, wat grotendeels te danken is aan de steun die hij krijgt van het westen, met name van de VS, maar ook van enkele EU-lidstaten.

Het wordt de hoogste tijd dat het westen het kleed onder de heer Musharraf’s voeten vandaan trekt en hem niet langer steunt maar steun biedt aan de democratische hervormingskrachten in Pakistan.

 
  
MPphoto
 
 

  Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie.(EN) de Voorzitter, zoals we allemaal weten, bevindt Pakistan zich tijdens de voorbereidingen op de belangrijke parlementaire verkiezingen in een zeer moeilijke en zorgwekkende situatie en evenals velen van u was ik diep geschokt door de gruwelijke bomaanslag en mislukte moordaanslag vorige week in Karachi, bij de terugkeer van mevrouw Benazir Bhutto naar haar land, en ook door het vreselijke feit dat zoveel onschuldige mensen om het leven zijn gekomen. Ons medeleven gaat uit naar de families van de slachtoffers en we doen een beroep op de Pakistaanse autoriteiten om de schuldigen te berechten.

Deze aanslag tijdens een vreedzame bijeenkomst heeft weer eens duidelijk aangetoond wat de gevaren zijn van terrorisme en fundamentalisme voor de bevolking van Pakistan. Mevrouw Bhutto had gelijk toen ze deze afschuwelijke gebeurtenis een aanslag op de democratie noemde, vooral met het oog op de komende verkiezingen in het land.

De wens van het Parlement om te getuigen van zijn solidariteit met de bevolking van Pakistan is van groot belang en komt precies op het goede moment. Wij moeten in Europa een meer open, democratische maatschappij en natuurlijk een krachtige civiele maatschappij in Pakistan stimuleren.

Het is ook van fundamenteel belang dat de nieuwe volksvertegenwoordiging maximale democratische legitimiteit ontleent aan de verkiezingen en dat de verkiezingen democratisch en transparant verlopen met gelijke kansen voor alle politieke partijen.

Zoals u weet, is Pakistan een van die landen waar we eventueel een verkiezingswaarnemingsmissie zouden kunnen inzetten. Mijn diensten hebben in dit verband in juni een verkenningsmissie uitgevoerd en ik moet zeggen dat zij ernstige tekortkomingen hebben geconstateerd ten aanzien van het kader en de voorwaarden voor de verkiezingen. De knelpunten betreffen onder andere de onafhankelijkheid van de verkiezingscommissie, de volledigheid en de betrouwbaarheid van het kiesregister, beperkende voorwaarden voor de kandidatuurstelling en een gebrek aan transparantie bij de verwerking van de resultaten.

Met de noodzakelijke politieke wil is er echter nog tijd om aan een aantal van deze knelpunten te werken en daarom heb ik nog geen volledig besluit genomen over de vraag of we een volwaardige verkiezingswaarnemingsmissie gaan inzetten. Eerst moeten de hiervoor genoemde zaken geregeld zijn.

Ik geloof dat de meerderheid van de bevolking van Pakistan een gematigd, stabiel en democratisch Pakistan wil en we moeten de bevolking helpen dit doel te bereiken. We doen bijvoorbeeld veel op het gebied van handel, om mensen te helpen de armoede te ontstijgen, maar we doen ook veel op het gebied van onderwijs, om te voorkomen dat scholieren en jonge kinderen les krijgen in de madrasahs en onderricht krijgen in de denkbeelden van extremisme en fundamentalisme. Maar, zoals al is opgemerkt, moeten we het ook doen omdat het van groot belang is voor de hele regio, waaronder buurlanden zoals het belangrijke Afghanistan.

We hebben dus alle reden om bij de regio betrokken te blijven. Dat is wat we proberen te doen en daarom komt dit debat precies op het goede moment.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . – Het debat is gesloten.

De stemming vindt spoedig plaats, na de debatten.

Schriftelijkeverklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE-DE), schriftelijk.(FI) Mijnheer de Voorzitter,ik wil eerst iedereen graag bedanken voor hun steun om Pakistan het onderwerp van een schriftelijke resolutie te maken. Een demonstratie van populariteit voor democratische krachten en een duidelijke nadruk op de mensenrechten, en niet een leger, zijn de grootste barrières voor het aan de macht komen van radicale groepen. Daarom zijn dit, net zoals godsdienstige minderheden, zaken die nu onze steun vragen.

Uit ervaringen van activiteiten ten behoeve van mensenrechten blijkt dat vrijheid van godsdienst een belangrijke indicator is van de situatie met betrekking tot de mensenrechten; het is een soort lakmoesproef. De problemen zijn eerst zichtbaar in de status van godsdienstige groepen en als zwakke plekken in het systeem van vrijheid van meningsuiting en het recht om deel te nemen aan vergaderingen. Er is een correlatie tussen the stand van zaken met betrekking tot de democratie en de status van minderheden: overal waar de kansen die mensen hebben om deel te nemen slecht zijn, lijden ook de minderheden.

We zouden kunnen zeggen dat het specifieke probleem van Pakistan het misbruik is van de blasfemiewetgeving ten opzichte van godsdienstige minderheden.Er zou een systeem van bescherming moeten zijn van godsdienstige waarden, geen actieve vervolging van mensen met een ander geloof.Ofschoon de wetgeving inhoudelijkniet gericht is op enige godsdienstige groepen in het bijzonder, is de alledaagse werkelijk anders. Doodvonnissen worden voornamelijk uitgesproken met betrekking tot minderheden. Juridische hervormingen zijn cruciaal.

Alleen democratie zal dit mogelijk maken.Debetreurenswaardige beslissing van Musharraf om zijn positie als legerleider te houden, heeft deze laatste paar jaar een krachtige invloed gehad op de sociale ontwikkeling van Pakistan en het verzwakt. De geleidelijke militarisering van de maatschappij is een bedroevende zaak geweest.

Aan de andere kant geven wij uitdrukking aan onze steun voor Pakistan in zijn strijd tegen detalibanisering. We voelen ons solidair met die Pakistanen die getroffen zijn door de vernietigende bomaanslag van vorige week.

Vorige maand heb ik de gelegenheid gehad om mij persoonlijk op de hoogte te stellen van de politieke situatie in Pakistan. Ik had de eer om vertegenwoordigers vanverschillende politieke partijen te ontmoeten, senatoren en leden van het parlement. Ik wil echter in het bijzonder de Pakistaanse Alliantie van Minderheden vermelden, waarvan het belangrijk werk als de vertegenwoordiger van vele minderheidsgroepen de aandacht en steun van de buitenwereld verdient.

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid