Index 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 14 januari 2008 - Straatsburg Uitgave PB

CARS 21: Een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie (debat)
MPphoto
 
 

  Joan Calabuig Rull (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Chatzimarkakis graag gelukwensen met zijn verslag, aangezien hij de Commissie daarin oproept ambitieuze, maar realistische doelstellingen te formuleren. Het verslag volgt bovendien een aantal aanbevelingen uit CARS 21, zoals de aanbevelingen met betrekking tot een geïntegreerde aanpak voor de vermindering van de CO2-uitstoot, adequate invoeringstermijnen en maatregelen voor de bescherming van het interne en externe concurrentievermogen van de Europese industrie.

Ik wil een aantal punten graag even benadrukken. Om te beginnen is het zo dat de doelstellingen met betrekking tot de veiligheid op de weg van fundamenteel belang zijn. Ook hier moet een geïntegreerde aanpak worden gevolgd, die niet alleen verbeteringen in de voertuigtechnologie omvat, maar ook maatregelen op het gebied van infrastructuur, opleiding en informatie.

Wat de handel en – concreet – de onderhandelingen met Korea betreft: dit land moet de bestaande niet-tarifaire belemmeringen slechten en geen nieuwe belemmeringen opwerpen. Ik wijs er verder op dat de principes die aan een betere regulering ten grondslag liggen – zoals naar behoren uitgevoerde effectbeoordelingen, kostenefficiëntie, realistische aanlooptijden – een fundamentele rol spelen bij het opstellen van een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie.

Daarom moet de routekaart, een essentieel onderdeel van dit definitieve CARS 21-verslag, worden gerespecteerd.

Natuurlijk zijn er nog verschillende structurele problemen. We zullen dus nog een kader moeten scheppen om de duurzaamheid van de Europese automobielindustrie te verzekeren.

We kunnen dat alleen doen door ervoor te zorgen dat we bij de technologische, ecologische en maatschappelijke innovatie steeds in de voorhoede blijven. Daarvoor hebben we de steun van heel goed gekwalificeerde werknemers nodig. De nadruk op scholing en training van de werknemers in de automobielindustrie vormt dus een heel belangrijk aspect. De EU-wetgeving op het gebied van milieu, verkeersveiligheid en energie-efficiëntie heeft immers tot gevolg dat werknemers op een zodanige wijze moeten worden geschoold en opgeleid dat zij zich beter aan de veranderingen in de sfeer van techniek en regelgeving kunnen aanpassen en hun arbeidsvooruitzichten kunnen handhaven of verbeteren.

Om de toekomst van de Europese automobielindustrie te garanderen zullen de rechten van werknemers om informatie te ontvangen en samen met hun vakbondsorganisaties geraadpleegd te worden binnen de Unie verder moeten worden uitgewerkt. Ik noem hier als voorbeeld graag de overeenkomst zoals die onlangs is bereikt tussen Ford en de Unión General de Trabajadores in de Fordfabriek in Valencia. Door dat akkoord zullen er nieuwe investeringen kunnen worden gedaan voor de modernisering van de fabriek en de productie van nieuwe modellen.

Inspraak zal de sector extra kracht verlenen en in al die gevallen waarin een herstructurering echt nodig is, de negatieve gevolgen van zulke aanpassingen verzachten. Daarom moeten we erop aandringen dat de richtlijn over de Europese ondernemingsraad bij een volgende herziening meer slagkracht verleend wordt.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid