Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2017(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0058/2008

Debatten :

PV 10/03/2008 - 21
CRE 10/03/2008 - 21

Stemmingen :

PV 11/03/2008 - 10.11
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0083
P6_TA(2008)0084

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 10 maart 2008 - Straatsburg Uitgave PB

21. Gewijzigde begroting nr. 1/2008 – Solidariteitsfonds – Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:

– het verslag van de heer Virrankoski, namens de begrotingscommissie, over het ontwerp van gewijzigde begroting nr.1/2008 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008, Afdeling III – Commissie (2008/2017(BUD)) (A6-0058/2008), and

– het verslag van de heer Böge, namens de begrotingscommissie, over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU in toepassing van punt 26 van het Interninstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (COM(2008)0014 – C6-0036/2008 – 2008/2019(ACI)) (A6-0065/2008).

 
  
MPphoto
 
 

  Kyösti Virrankoski, rapporteur. − (FI) Mevrouw de Voorzitter, het Europees Solidariteitsfonds is in 2002 opgezet, als reactie op de rampzalige overstromingen in Midden-Europa waardoor zowel lidstaten als kandidaatlanden werden getroffen. We zijn toen overeengekomen dat de omvang van het fonds één miljard euro per jaar diende te bedragen. Het fonds was bedoeld om degenen die als gevolg van ernstige rampen schade hadden geleden steun te bieden. Van een ernstige ramp is sprake als de schade tenminste 3 miljard euro en niet minder dan 0,6 procent van het BNP van de betrokken lidstaat bedraagt. Indien de schade tot een klein gebied beperkt blijft kan ook schade van een geringere omvang als ernstige ramp worden bestempeld, maar dan moet de schade op regionaal vlak relatief groter zijn.

De schade waar het nu om gaat is die welke in juni en juli 2007 door de enorme overstromingen in het Verenigd Koninkrijk veroorzaakt is. Die schade wordt begroot op 4,6 miljard euro, en komt daarom in aanmerking voor vergoeding. De Commissie stelt voor 162 miljoen euro bij te dragen.

De begrotingscommissie geeft de aanbeveling om middelen beschikbaar te stellen op de wijze die de Commissie voorstelt. Voor het mobiliseren van die steun is de steun van het Parlement vereist. We zullen daarom eerst het verslag van de heer Böge over de inzet van het Solidariteitsfonds moeten aannemen.

De eerste gewijzigde begroting heeft voor het overige voornamelijk betrekking op agentschappen en het administratieve beheer van het Galileo-programma. In deze begroting is de nodige structuur opgezet voor de opname van een Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad. Het opzetten van die Raad sluit aan bij de begrotingsprocedure die we voor dit jaar zijn overeengekomen. Binnen het kader van deze gewijzigde begroting wordt bovendien een Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA) opgezet, ten behoeve van de andere programma’s uit het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek. Ook dat sluit aan bij de eerder overeengekomen begrotingsprocedure.

Het Europees Parlement heeft verzocht om amendementen op te stellen met betrekking tot het tijdsschema voor het aanstellen van personeel voor het Europees Agentschap voor het beheer van de buitengrenzen van de lidstaten (Frontex), en dat is gebeurd. Het Parlement heeft de begroting voor dit Agentschap via de begrotingsprocedure met 30 miljoen euro aanvullende fondsen uitgebreid.

De financiering van het Galileo-programma voor satellietnavigatie vormde het grootste probleem. Eén van de belangrijkste successen van het Parlement bestond erin dat het er in het kader van de begrotingsonderhandelingen in geslaagd was het budget voor dit programma voor de eerstvolgende zes jaar met 2,4 miljard euro te verhogen. Dit is mede mogelijk gemaakt door een aanpassing van het meerjarige financiële kader. Het Galileo-project is daarmee werkelijk een EU-project geworden.

En nu gaat het erom dat project te beheren. De Commissie stelt voor 2 miljoen euro beschikbaar te maken door dat bedrag vanuit de operationele begrotingsplaats over te hevelen naar beheer. Het beheer van dit project is echter heel slecht georganiseerd. Het is binnen de EU tot nu toe voornamelijk door de GSA - de Galileo Supervisory Authority – beheerd. De opdracht van de GSA hield eerst en vooral verband met de uitgifte van vergunningen en het coördineren van gesprekken tussen de particuliere en openbare sectoren over het opzetten van partnerschappen. Aangezien de particuliere sector in de beginfase niet kon deelnemen is de rol van de GSA ietwat onduidelijk, en datzelfde geldt voor de rollen die de Commissie en het Europees Ruimteagentschap zouden moeten spelen. Aanvankelijk gingen we ervan uit dat dit Agentschap verantwoordelijk zou moeten zijn voor de technische aspecten van de implementatie; de EU zou de middelen beschikbaar stellen en het toezicht houden. De verdeling van de taken tussen de belangrijkste betrokkenen – de Commissie en verschillende agentschappen – is evenwel niet duidelijk.

In het verslag van mevrouw Barsi-Pataky stelt de commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie daarom voor de GSA op te heffen. In die omstandigheden kan de begrotingscommissie het idee van de Commissie om middelen uit de operationele begrotingsplaats over te hevelen niet aanvaarden. We stellen daarom voor een pro-memorielijn te creëren. De Commission heeft beloofd dat ze de bedoelde transfer zou uitvoeren binnen de grenzen van haar bevoegdheden in dezen, en ze heeft dat gedaan voordat er overeenstemming was bereikt over het beheerssysteem voor Galileo. Als we de gewijzigde begroting in dit opzicht aanpassen, zal het project daardoor geen vertraging oplopen, maar het zou er wel toe leiden dat het Europees Parlement nu een onderhandelingspositie heeft. Ik hoop dat de voltallige vergadering bereid is het unanieme standpunt van de commissie aangaande de eerste gewijzigde begroting over te nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Reimer Böge, rapporteur. (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, de rapporteur voor de begroting voor 2008, de heer Virrankoski, heeft de kernpunten reeds in genoegzame mate toegelicht. We hebben het nu dus over een voorstel van de Commissie om in toepassing van punt 26 van het Interninstitutioneel Akkoord middelen uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

Het is waar dat het Solidariteitsfonds en andere bijzondere instrumenten betrekkelijk geringe bedragen vertegenwoordigen als je deze bedragen afzet tegen de algemene begroting van de Europese Unie, maar uiteindelijk zijn de mensen en regio’s die door rampen worden getroffen met deze middelen geholpen. En rampen doen zich tegenwoordig steeds veelvuldiger voor, of het nu gaat om overstromingen of bosbranden.

Alvorens tot een besluit te komen, heeft de begrotingscommissie een hoorzitting georganiseerd en vertegenwoordigers van de getroffen regio’s in het Verenigd Koninkrijk, lokale overheden en de centrale overheid uitgenodigd om daar te verschijnen. We hebben bij ons die gelegenheid een goed idee kunnen vormen van de uitdagingen waarmee de getroffen mensen en regio’s geconfronteerd worden en de omvang van de schade die door de overstromingen van juni en juli 2007 is teweeg gebracht. De totale schade wordt geschat op 4,6 miljard euro.

Op basis van hetgeen we bij die hoorzitting en de daarop aansluitende gesprekken hebben geleerd, hebben we besloten in te stemmen met het voorstel van de Commissie om voor dit bijzondere geval 162 387 000 euro uit het Solidariteitsfonds beschikbaar te stellen.

Ik wil daar graag aan toevoegen dat we ervan uitgaan dat we de eerstvolgende maanden opnieuw middelen uit het Solidariteitsfonds zullen moeten mobiliseren. We kunnen echter niet volstaan met het oproepen tot solidariteit vanuit de Europese Gemeenschap. Dit soort rampen doen zich immers steeds regelmatiger voor; het is dus zaak dat de lidstaten zich preventief opstellen en nadenken over crisisbeheer. Ze dienen een inventaris uit te voeren van hun systeem voor de bescherming van de burgerbevolking, te controleren of de lokale brandweer wel naar behoren is uitgerust en te onderzoeken of het mogelijk is in de toekomst met betrekking tot bepaalde kwesties een andere strategie te ontwikkelen, bijvoorbeeld als het gaat om het bouwen in gebieden die aan overstromingsgevaar blootstaan. Dat zijn allemaal zaken die deel uitmaken van een goed doordachte lange termijnstrategie. Anders verlies je je geloofwaardigheid.

Iets anders – en in dit geval kunnen we daar zeker een opmerking over maken – is dat we steeds zouden moeten proberen een beroep op het Solidariteitsfonds binnen maximaal zes maanden te verwerken. Dat is voor iedereen een uitdaging: de nationale autoriteiten moeten al de nodige documenten en verzoeken binnen de voorgeschreven termijn indienen, de Commissie moet het onderhavige geval op basis van de toepasbare bepalingen beoordelen en ook het Parlement moet meewerken aan een gezwinde afwerking door tijdig een oordeel af te geven.

En dan een laatste punt met betrekking tot de gewijzigde begroting. De onderhandelingen verlopen moeizaam en de wetgevingsprocedure met betrekking tot het Galileo-satellietnavigatiesysteem is bijna afgesloten. Daarom stel ik voor dat we de suggestie van de rapporteur om de begrotingslijn voor uitgaven ten behoeve van administratief beheer een ‘pro-memorie’-vermelding te geven opvolgen. Dat is een stap in de juiste richting als we willen dat de nodige administratieve structuren binnen de Commissie hun beslag krijgen. We zijn het echter niet eens met de voorgestelde regelingen voor toekomstige interactie tussen de Commissie, het Europees Ruimteagentschap en de GSA.

We zullen in de loop van deze wetgevingsperiode manieren moeten vinden om overlappingen te voorkomen. We zullen verder een gedegen beheersstructuur voor het Galileo-satellietnavigatiesysteem moeten ontwikkelen die aansluit bij de nieuwe omstandigheden. Er zal dus nog het één en ander moeten worden besproken, en ik hoop dat we daar zo spoedig mogelijk een gelegenheid voor zullen vinden.

 
  
  

VOORZITTER: MARIO MAURO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Dalia Grybauskaitė, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie heeft op 18 januari een voorstel gedaan voor het mobiliseren van het Solidariteitsfonds ten gunste van het Verenigd Koninkrijk. We zijn heel blij en tevreden dat ons voorstel in het advies van de begrotingscommissie zulk een gunstig onthaal heeft gekregen. We hebben niet alleen een amendement ingediend op de begroting nr. 1/2008, we hebben bovendien voorgesteld 162 miljoen euro uit het Solidariteitsfonds toe te kennen aan het VK als compensatie voor de schade die door de overstromingen van vorige zomer is toegebracht.

Zoals de voorzitter van de begrotingscommissie al heeft aangegeven hebben we onlangs verzoeken van twee lidstaten – Slovenië en Griekenland – ontvangen; en we zullen naar alle waarschijnlijkheid spoedig een nieuw voorstel aan u voorleggen. Dat voorstel heeft uiteraard niet uitsluitend met het Solidariteitsfonds te maken. Het is gewoon zo dat alleen die aspecten van ons voorstel die met dat Fonds te maken hebben ook financiële gevolgen hebben – de andere elementen van dat voorstel zijn vooral van technische aard.

De kwestie-Galileo ligt gevoelig voor ons allemaal, en ik begrijp de bezorgdheid van de begrotingscommissie dan ook volledig. Ik moet daar evenwel aan toevoegen dat de suggestie van de begrotingscommissie om het voorstel van de Commissie te wijzigen de implementatie van het Solidariteitsfonds met een maand zal vertragen, aangezien de zaak dan weer ter stemming aan de Raad zal moeten worden voorgelegd. We begrijpen echter dat de zaken gevoelig liggen en daarom willen we het besluit van de commissie in dezen niet aanvechten. Ik hoop wel van ganser harte dat ons algemene voorstel deze week de steun van Parlement zal krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard James Ashworth, namens de PPE-DE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag aangeven dat ik deze gewijzigde begroting steun. Over één of twee punten wil ik graag iets opmerken.

Om te beginnen het Solidariteitsfonds: ik heb het nu natuurlijk over het beschikbaar stellen van middelen naar aanleiding van de overstromingen in Groot-Brittannië in juni en juli van het afgelopen jaar. Veel van die overstromingen hebben zich in mijn regio voorgedaan, en ik weet heel goed wat voor schade ze hebben toegebracht en hoe zwaar veel bewoners van mijn regio het te verduren hebben gekregen. Ik vond het interessant – maar niet werkelijk verrassend – om te vernemen dat dit het op twee na grootste beroep op het Solidariteitsfonds was, en dat er naar aanleiding van een schade van 4,6 miljard euro een bedrag van 162,8 miljoen euro is toegewezen. Ik weet dat mijn vriend en collega de heer Böge gezegd heeft dat die toewijzing tegen zo'n achtergrond erg klein lijkt. Wie weet is dat waar, maar u kunt mij geloven dat dit gebaar van solidariteit oprecht wordt gewaardeerd. Namens de mensen uit mijn regio wil ik daarom graag onze dank tot uitdrukking brengen. Om te beginnen bedank ik de leden van de begrotingscommissie – zij hebben unaniem besloten dit steunpakket toe te wijzen, en dat is werkelijk een gebaar van solidariteit. Verder bedank ik de commissaris en haar collega's, die erin geslaagd zijn deze claim binnen zeven maanden te verwerken. Ik geloof dat dit een enorme prestatie is, mevrouw de commissaris, en ik dank u voor de inspanningen die u zich getroost heeft om dat resultaat te bereiken. Ik zal de ontwikkelingen de eerstvolgende weken en maanden goed volgen om te zien hoe de regering van het Verenigd Koninkrijk deze middelen toewijst. De bewijzen dat het klimaat steeds extremer wordt stapelen zich op. Ik ben er dus van overtuigd dat dit soort gebeurtenissen zich steeds regelmatiger zullen voordoen, en dan moet je bedenken dat bij het tot uitdrukking brengen van solidariteit de reactietijd het belangrijkste element in het hele mechanisme vormt.

Met betrekking tot Frontex wil ik graag aangeven dat ik de toewijzing van extra middelen voor Frontex – het is de bedoeling twee keer zoveel geld voor dit Agentschap vrij te maken – steun. Ik meen dat die verhoging terecht is, en ik teken daarbij aan dat men om dit extra geld heeft verzocht teneinde 25 banen te creëren. Ik geloof wel dat we de distributie van deze middelen nauwlettend moeten blijven volgen, zodat we er zeker van kunnen zijn dat dit geld goed gebruikt wordt. Om precies dezelfde reden steun ik de Lissabon-doelstellingen waartoe de Commissie zichzelf heeft verplicht, vooral als het gaat om onderzoek en ontwikkeling. Ik erken dat we behoefte hebben aan uitvoerende onderzoeksagentschappen, maar wil tegelijkertijd – opnieuw – aangeven dat ik mijn bedenkingen heb bij de wel erg sterke groei van agentschappen. We weten nu toch wel dat veel agentschappen niet altijd waar voor ons geld leveren.

Tot slot Galileo. De nieuwe begrotingslijn zal stellig bijdragen tot meer transparantie en het zal gemakkelijker zijn mensen tot verantwoording op te roepen. Ik ben het echter wel eens met mijn collega's van de begrotingscommissie dat we goed moeten oppassen. U zult toegeven, mevrouw de commissaris, dat dit een enorme opdracht is. De Commissie begeeft zich hier – om even het ruimtevaardersjargon te gebruiken – "waar nog nooit eerder een Commissie zich gewaagd heeft". Ik ben het dus eens met mij mijn collega Böge dat we dit punt moeten steunen, maar dat we dan wel moeten aandringen op een PM-lijn.

Mevrouw de Voorzitter, ik steun de gewijzigde begroting, en kan dat met een blij gemoed doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Linda McAvan, namens de PSE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vervang vanavond de heer Titley, de leider van de afgevaardigden van Labour, maar spreek ook namens al die afgevaardigden die hun steun geven aan deze gewijzigde begroting en het besluit om de door overstromingen getroffen gebieden in het VK 162 miljoen euro toe te kennen.

Zoals de heer Ashworth al heeft aangegeven is het maar een kleine bijdrage in de enorme kosten die de overstromingen in de UK veroorzaakt hebben, maar we zijn onze collega’s in de begrotingscommissie – die unaniem vóór hebben gestemd – en de Commissie zeker dankbaar. Ik heb begrepen dat dit de snelste betaling is die ooit is gedaan – binnen zeven maanden. En ook al is het zo dat mensen lang hebben moeten wachten, vergeleken bij vorige betalingen is dit een vooruitgang. We hebben ook begrepen dat dit één van de grootste steunbedragen is die ooit zijn uitgekeerd, en ook dat waarderen wij ten zeerste.

In het Verenigd Koninkrijk zijn vorig jaar door de overstromingen 48 000 huizen en 700 bedrijven getroffen; de totale schade wordt geschat op meer dan 4 miljard euro. Mijn eigen regio – Yorkshire – behoort tot de zwaarst getroffen gebieden. Veel mensen zijn nog steeds niet naar hun huizen teruggekeerd. Deze hulp en bijstand wordt dus zeker geapprecieerd.

Ik vervang de heer Titley, nu deze in Londen vastzit vanwege de zware storm die West-Europa vanavond teistert. We kunnen slecht weer niet altijd aan klimaatverandering toeschrijven, maar we weten wel met zekerheid dat extreme weersomstandigheden zich steeds vaker voordoen. We hebben overstromingen gehad en afgelopen zomer branden in Griekenland en Zuid-Europa. Geen enkel Solidariteitsfonds, hoe ruim ook van middelen voorzien, kan de schade en de kosten die uit deze met klimaatverandering verband houdende gebeurtenissen voortvloeien volledig vergoeden.

We beginnen als afgevaardigden nu met het werk aan een nieuw pakket wetgeving op het gebied van klimaatverandering. Ik hoop oprecht dat dit Parlement een rigoureus standpunt inneemt en wetgeving aanneemt en ten uitvoer legt die werkelijk iets aan klimaatverandering doet. Dan hoeven wij niet steeds hier terug te komen teneinde de Commissie geld te vragen om ons te helpen op dit soort gebeurtenissen te reageren.

 
  
MPphoto
 
 

  Diana Wallis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in zekere zin heb ik het heel gemakkelijk na de twee vorige sprekers. Ook ik wil mijn steun uitspreken voor de voorstellen van onze rapporteurs, de heer Virrankoski en de heer Böge. Ik ben zeker voor het mobiliseren van het Solidariteitsfonds ten gunste van het VK.

Het gaat hier om een som van 162 miljoen euro: dat we er niet over hebben gekibbeld betekent niet dat het geen belangrijke bijdrage is. Dat is het namelijk wel, en op meer dan één vlak. Ik vertegenwoordig hier als afgevaardigde de regio Yorkshire en Humber. Beide regio’s zijn, zoals mevrouw McAvan al heeft gezegd, door de overstromingen van afgelopen zomer zwaar getroffen. Overal vind je steden en dorpen waar enorme schade is aangericht. Veel mensen – zelfs mensen die een paar huizen van mijn adres wonen – zijn nog steeds niet naar hun huizen teruggekeerd. We weten heel goed dat deze betaling niet meteen verandering in hun situatie zal brengen, maar dat geld zal toch helpen de druk op het begroting van de regering te verlichten.

In de tweede plaats ben ik heel blij dat onze regering dit verzoek heeft ingediend en dat ze daar zo succesvol mee is geweest. We wisten aanvankelijk niet wat er zou gaan gebeuren, maar ik hoop nu dat de onze regering als gevolg van deze ervaring in de Raad een grote fan van het Solidariteitsfonds zal worden en andere lidstaten zal aanzetten een zelfde houding aan te nemen.

Tot slot is het zo dat mijn achterban, het Britse volk, nu begrijpt dat Europese solidariteit praktische en tastbare consequenties heeft. Dat is een les die ook wij hier in de Parlement hebben geleerd. Als de gevolgen van klimaatverandering zich doen gevoelen, kunnen we allemaal in een situatie komen te verkeren waarin we ons genoodzaakt zien namens degenen die het slachtoffer van een natuurramp zijn geworden een beroep te doen op Europese solidariteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Wiesław Stefan Kuc, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, solidariteit is de belangrijkste en edelste grondslag van de Europese Unie. Zonder solidariteit kunnen onafhankelijke naties en staten geen gemeenschappelijke actie ondernemen. Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie is een natuurlijk voortvloeisel van het solidariteitsbeginsel. We kunnen nu elk jaar beschikken over een bedrag van 1 miljard euro. Dat is geen groot bedrag – zeker niet nu we na vorig jaar al door klimaatgerelateerde rampen te zijn geconfronteerd ook dit jaar weer met rampen te maken hebben gekregen. We zijn niet alleen door overstromingen en orkanen getroffen, maar ook door bosbranden van ongekende omvang.

Met deze beperkte middelen kunnen we niet meer dan een gering bijdrage leveren – drie of vier procent van de geleden schade, en soms zelfs minder. Ik steun het verslag van de heer Böge en het ontwerp voor een gewijzigde begroting van de heer Virrankoski, maar ik wil er toch graag op wijzen dat we het Solidariteitsfonds geleidelijk aan zullen moeten versterken. Twee euro per burger volstaan niet om alle tranen te drogen als er zulk een kolossale schade wordt aangericht.

 
  
MPphoto
 
 

  Esko Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie. – (FI) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dit Parlement kent veel verschillende soorten solidariteit. Het moeilijkste soort solidariteit is die welke in militaire steun uitdrukking vindt.

De solidariteitsclausule in het Verdrag van Lissabon stipuleert dat lidstaten verplicht zijn militaire bijstand te verlenen aan een andere lidstaat die het slachtoffer van een terroristische aanval is of driegt te worden. Een sterker soort solidariteit bestaat er niet in de Europese Unie. De in het Verdrag van Lissabon opgenomen veiligheidsgarantieclausule legt geen verplichting tot militaire bijstand op; het is dus een minder sterke vorm van solidariteit dan die welke er in geval van een terroristische dreiging dient te worden getoond.

Jutta Haug, parlementair rapporteur voor de begroting van volgend jaar, stelt voor om regionale solidariteit – het streven naar een harmonische interne ontwikkeling van de Unie – het kernbeginsel bij de begroting van de Commissie te maken. Dat geschiedt het best via de Structuurfondsen.

De gewijzigde begroting die we nu bespreken bevat een voorstel om begrotingsmiddelen te gebruiken ter compensatie van de schade die de overstromingen in het Verenigd Koninkrijk hebben aangericht. Het Solidariteitsfonds kan voor zulke doeleinden een miljard euro vrijmaken. Onze fractie stemt in met het mobiliseren van deze middelen om het Verenigd Koninkrijk te helpen.

Het is heel wel mogelijk dat er zich meer uitzonderlijke natuurverschijnselen zullen voordoen als gevolg van de opwarming van aarde. Het Solidariteitsfonds biedt dan een soort kleinschalige verzekeringspolis tegen dit soort rampen. De lidstaten dragen met een premie in de EU-begroting, en kunnen dan een beroep op hulp van de anderen doen als ze moeilijkheden ondervinden.

In de EU-begroting is niet alleen ruimte gemaakt voor een Solidariteitsfonds – er is ook een globaliseringfonds dat elk jaar tot 500 miljoen euro kan toewijzen om de met de verhuizing van ondernemingen verband houdende sociale problemen te verzachten. Het afgelopen jaar is er minder dan 20 miljoen euro voor dit doel besteed. Het lijkt er dus op dat de EU wel solidariteit toont ten aanzien van landen die in moeilijkheden verkeren, maar niet ten aanzien van de burgers van die landen.

 
  
MPphoto
 
 

  John Whittaker, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het doet mij deugd te vernemen dat Groot-Brittannië geld zal ontvangen om de kosten van de overstromingen van afgelopen jaar te helpen dekken. We zijn allemaal heel blij dat de EU een lidstaat in nood te hulp schiet en daarbij heel royaal is. Maar dat laatste is niet helemaal waar: om te beginnen dekt de toewijzing slechts 3,5 procent van de schade. Het is – zoals de heer Ashworth zegt – een gebaar. Verder is het zo dat deze hulp pas negen maanden na de gebeurtenissen komt. En dat heet snel te zijn! Het zou beter zijn geweest als we hadden geweten dat we deze hulp zouden ontvangen – dan hadden we daar bij de planning van de wederopbouw rekening mee kunnen houden. We merken nu dat we een klein beetje van het geld dat we in de Europese Unie gestopt hebben terugkrijgen, en als de Britten iets niet slikken, dan is het dat we om dat kleine beetje moeten bedelen om vervolgens iedereen te vertellen hoe royaal de EU wel niet is. Kunnen we ons eigen geld niet houden en dan zelf beslissen hoe het uitgeven? Dan zouden we het ook veel sneller kunnen uitbetalen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Claude Martinez (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, de meeste van onze staten hebben in hun begroting kredietlijnen opgenomen om bij rampen iets te kunnen ondernemen. De Franse begrotingswetgeving, bijvoorbeeld, stipuleert dat er onder algemene titel geld moet worden gereserveerd zodat er in geval van nood bij dekreet toewijzingen kunnen worden gedaan. Sinds november 2002 is dit soort wetgeving voor financiering in geval van rampen door middel van het Solidariteitsfonds in het Europees Recht verankerd. Voor financiële rampen hebben we ook een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering opgezet.

Wat natuurrampen betreft: men vraagt ons nu om steun toe te kennen die minder dan vier procent dekt van de schade die de overstromingen van juni 2007 in het Verenigd Koninkrijk hebben veroorzaakt. Die schade bedraagt meer dan 4 miljard euro. Negen maanden voor het goedkeuren van een toewijzing is lange tijd – het gaat hier immers welbeschouwd om een noodsituatie. Het idee om een gewijzigde begroting te gebruiken als methode om een toewijzing goed te keuren is dus niet erg efficiënt. De gewijzigde begroting zou eerder van kracht moeten worden om een gedane belofte te kunnen ratificeren, als het gaat om voorlopige en niet-restrictieve toewijzingen voor rampen, overstromingen en bosbranden.

Dat gezegd zijnde, het feit dat we uit solidariteit 162 miljoen euro toekennen aan het Verenigd Koninkrijk van Adam Smith, Ricardo en mevrouw Thatcher, die alleen maar geloven in de markt, Darwinisme en natuurlijke selectie, is natuurlijk wel een les. Het gaat hier om pragmatische oplossingen. Wanneer de trotse leeuw in de economische jungle nat wordt leert hij wat solidariteit vermag. En dit is al de derde keer: eerst gekkekoeienziekte, daarna mond-en-klauwzeer en nu de overstromingen. Morgen krijgen onze Britse collega's een kans om zelf solidariteit te tonen ten aanzien van de Europese boeren die kletsnat zijn geworden door een regen van invoer.

 
  
MPphoto
 
 

  Margaritis Schinas (PPE-DE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, deze gewijzigde begroting toont opnieuw aan wat reeds bekend was – dat de EU over de mechanismen de flexibiliteit beschikt om oplossingen te vinden voor bepaalde onverwachte problemen. Ik wil met betrekking tot de twee verslagen die we vandaag hebben besproken graag drie voorstellen doen. Twee daarvan hebben te maken met het Solidariteitsfonds; het derde voorstel heeft betrekking op het Galileo-programma.

Wat de overstromingen in het VK betreft: de reactietijd – het tijdsverloop tussen juli en het antwoord van de zijde van de EU – is heel bevredigend. Het is de snelste reactietijd in de geschiedenis van dit Fonds – voor zover ik mij kan herinneren, tenminste. We hebben zo echter wel een precedent geschapen: in de toekomst zal men van ons een dergelijk snel antwoord verwachten als zich vergelijkbare rampen voordoen. Ik heb het dan over de milieuramp die we de afgelopen zomer in Griekenland precies één maand later – in augustus – hebben moeten doorstaan. Ik hoop daarom dat de Commissie bij monde van de bevoegde commissaris een voorstel zal doen met betrekking tot het Griekse verzoek om middelen uit het Solidariteitsfonds te mobiliseren. Ik hoef niet opnieuw te verwijzen op de schokkende beelden va van de grote bosbranden in Griekenland – u heeft die overal in Europa kunnen zien. Ik hoop dat we in de loop van de volgende maand een voorstel van de Commissie zullen ontvangen.

Mijn tweede opmerking heeft te maken met de domme manier waarop we ons gedragen. Ik weet niet hoe het Parlement daar steeds weer slaagt, maar iedere keer als we goed nieuws hebben, zijn wij de enigen die er weet van hebben! We zijn hier alleen, er zit niemand op de publieke tribune en er is waarschijnlijk geen enkele journalist aanwezig. Wanneer leren we nu eindelijk eens hoe je goed nieuws aan de man moet brengen?

Mijn derde en laatste opmerking betreft het Galileo-programma. Als rapporteur voor dit programma ben ik het roerend mijn collega’s in de begrotingscommissie eens dat we pas betalingen kunnen toewijzen uit de ruime middelen die voor dit programma zijn gereserveerd als we met de Raad overeenstemming hebben bereikt over de algemene structuur van het Galileo-project. Zolang we niet weten wie wat doet – en dat weten we nog steeds niet, omdat we nog altijd met de Raad aan het onderhandelen zijn – zullen we geen cent toewijzen. We zijn niet bereid geld weg te gooien. Morgenochtend zullen we trilaterale discussie voeren met het Sloveens voorzitterschap. Voor twee belangrijke kwesties is nog steeds geen oplossing gevonden. Ik hoop daarom dat we deze onderhandelingen kunnen afsluiten zodat we nu eindelijk eens kunnen gaan nadenken over hoe het verder moet.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). – (LT) Het EU-Solidariteitsfonds biedt lidstaten en kandidaatlanden die daarvoor in aanmerking komen belangrijke steun als er zich natuurrampen voordoen. De ervaring heeft echter heel duidelijk uitgewezen dat het Solidariteitsfonds moet worden hervormd om het aan te passen aan de nieuwe uitdagingen en de efficiëntie te verhogen.

Om te beginnen ligt de schadedrempel – 3 miljard euro of 0,6 procent van het BNP – te hoog, waardoor landen die het slachtoffer zijn van rampen van geringere omvang van hulp worden uitgesloten, terwijl de ramp in kwestie wel degelijk ernstige gevolgen kan hebben voor het getroffen land.

Ten tweede is het zo dat er geen toewijzingen uit het fonds kunnen worden gedaan om een antwoord te formuleren op terroristische activiteiten, crises in de sfeer van de volksgezondheid en technologische of industriële ongevallen.

Ten derde blijken er problemen te zijn bij de toewijzing van middelen voor puur regionale rampen, omdat de criteria voor het gebruik van het Solidariteitsfonds in zulke gevallen niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd.

Concluderend zou ik willen stellen dat een hervorming van het fonds een goede zaak zou zijn. Ik roep de Raad daarom op zo snel mogelijk een standpunt in dezen te formuleren.

 
  
MPphoto
 
 

  Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag wijzen op de volgende punten die in dit debat naar voren zijn gebracht.

Ik vind het op te beginnen heel jammer dat het voorstel de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds nog steeds niet door de Raad is aangenomen, en dat terwijl het Europees Parlement over dit onderwerp twee jaar geleden al – in mei 2006 – een standpunt in eerste lezing heeft geformuleerd.

Twee: wij steunen het voorstel om 162 miljoen euro te mobiliseren ter compensatie voor de bijna 5 miljard euro schade die in juni en juli 2007 in Groot-Brittannië en Ierland door overstromingen is veroorzaakt. Jammer dat de middelen pas maanden na de gebeurtenissen worden toegewezen. De steun is zo mogelijk minder efficiënt. In Polen zeggen we: ‘Wat je meteen geeft, is twee keer zo veel waard.’

Derde punt: voor het Solidariteitsfonds geldt een plafond van 1 miljard euro. Nu hoop ik maar dat de oude en de nieuwe lidstaten, als ze een vergelijkbare situatie komen te verkeren, eenzelfde behandeling zullen ontvangen als Groot-Brittannië, en dat ze alsdan snel over de nodige middelen zullen kunnen beschikken.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur graag bedanken voor zijn goede verslag en één kleine opmerking maken met betrekking tot het Solidariteitsfonds.

Mijnheer de Voorzitter, we hebben nu élk jaar slecht weer in de EU. En het is zelfs een beetje ironisch dat Noord-Europa nu – terwijl we deze belangrijke verslagen bespreken – door hevige stormen wordt geteisterd. Goddank biedt de EU bij dit soort rampen steun – we zien dat nu gebeuren met betrekking tot het VK, en in het verleden heeft de EU ook steun geboden aan Cyprus. We mogen ons evenwel niet blindstaren op de financiële aspecten. We moeten op Europees niveau een structuur opzetten die in staat is direct hulp te verlenen aan de getroffen gebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Costas Botopoulos (PSE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, solidariteit is een fraai woord, en een nog fraaier begrip. En we hebben steeds vaker behoefte aan solidariteit. Natuurrampen komen steeds frequenter voor. Werkelijk natuurlijk zijn die rampen niet meer – maar we zullen toch moeten aanvaarden dat ze zich steeds veelvuldiger voordoen.

In de zomer van 2007 alleen al hebben zich vier ernstige rampen voorgedaan. Om te beginnen de toestand in het VK – de overstromingen waar we het nu over hebben en waarover we nu gaan stemmen. Direct daarop volgend de verschrikkelijke bosbranden in Griekenland. En vlak daarna de overstromingen in Slovenië. Dat maakt wel duidelijk hoe ernstig deze verschijnselen zijn en hoe belangrijk het is dat de EU actie kan ondernemen.

Sommige collega’s zeggen dat ze niet inzien waarom de EU geld beschikbaar zou moeten stellen. Dat verbaast me. Het gaat niet alleen om geld, maar ook om morele steun – mensen in de getroffen gebieden moeten het gevoel hebben dat men in de EU weet wat er bij hen gebeurt. Vaak is dat een heus drama, en de EU doet daar iets aan. Zoals anderen reeds hebben gezegd verdient het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk – waar vrij snel is gereageerd – navolging in andere landen die door rampen zijn getroffen. Het is geen toeval dat mijn land, Griekenland, nu aan de beurt is voor steun uit het Solidariteitsfonds. Wij hopen dat ook in dit geval snel hulp zal worden verleend. Ik ben er echter niet zeker van of dit inderdaad zal gebeuren, en ik vraag mij af of dit te maken heeft met de wijze waarop de EU hulpverzoeken behandeld, dan wel met de wijze waarop Griekenland zijn verzoek heeft ingediend. Uiteindelijk maakt dat niet uit: we hopen dat ook Griekenland spoedig hulp zal ontvangen, want ik kan u verzekeren dat de toestand daar nog steeds heel ernstig is. Het probleem is nu dat nog niet is aangekondigd of het geld dat voor Griekenland in het fonds is ingebracht beschikbaar zal worden gesteld.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de lidstaten en de EU-burgers ervaren het mobiliseren van middelen uit het Solidariteitsfonds als iets positiefs. Dit fonds maakt het mogelijk steun uit te keren aan landen die zijn getroffen door natuurrampen die aanzienlijke schade veroorzaken. Het is de bedoeling om zo voor die schade te compenseren, aangezien deze voor veel families moeilijk te dragen valt.

Dit soort financiële steun uit EU-fondsen is een voorbeeld van Europese solidariteit. Voor de Europese families – EU-burgers – die rechtstreeks getroffen zijn is het een levend voorbeeld van de voordelen die aan het lidmaatschap van de lidmaatschap van de Europese Gemeenschap als de nood aan de man komt. We moeten onze actie echter concentreren op het bestrijden van oorzaken van deze rampen, het ontwikkelen van een adequate structuur voor crisisbeheer en het opzetten van een behoorlijk verzekeringssysteem. En we zullen daar natuurlijk ook de nodige middelen voor moeten vrijmaken.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyösti Virrankoski, rapporteur. − (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil al degenen die aan dit debat over het Solidariteitsfonds bedanken voor hun constructieve bijdragen. Het Solidariteitsfonds bestaat nog niet zo lang en daarom zijn de drempelwaarden om voor steun in aanmerking te komen vrij hoog gesteld – we beschikten immers niet over precieze informatie met betrekking tot de benodigde bedragen. Misschien kunnen we drempelwaarden in de toekomst een beetje bijstellen. Ook ik geloof dat in dit soort situaties een snelle reactietijd heel belangrijk is.

De begrotingscommissie heeft diep nagedacht over de mogelijkheid om het globaliseringsfonds in te zetten bij het opvangen van de problemen die ontstaan door het verlies van banen. Dit is een terrein waarop de EU in de toekomst veel werk zal moeten verrichten.

Veel collega’s hebben het gehad over crisisbeheer. In de begroting voor dit jaar is ook een proefproject opgenomen dat bedoeld is om de bosbrandpreventie efficiënter vorm te geven. We willen de resultaten op dit vlak verbeteren.

Wat het Galileo-project betreft: er zullen voor dit project uit principe geen extra middelen worden gereserveerd, aangezien het huidige niveau volstaat. We moeten er wel voor zorgen dat het beheer van Galileo doeltreffender verloopt. Er zijn voor dit programma aanzienlijke sommen vrijgemaakt, en dan bestaat er altijd het gevaar dat het administratieve beheer erg bureaucratisch wordt. Om het beheer efficiënt te houden willen we als Parlement onze onderhandelingspositie behouden, zodat we samen met de Commissie en de Raad kunnen besluiten hoe dit ambitieuze Europese project het best kunnen begeleiden. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen een aantal weken een bevredigende oplossing zullen vinden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . − Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 11 maart 2008 plaats.

Schriftelijke verklaringen (Artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE), schriftelijk. (RO) Ik geloof dat het steunverzoek van Groot-Brittannië gegrond is en stem daarom in met het mobiliseren van het Solidariteitsfonds.

Roemenië is de afgelopen jaren door ernstige overstromingen geteisterd. De ergste daarvan heeft zich onlangs voorgedaan. Net als in Groot-Brittannië had veel van de waterschade kunnen worden vermeden als er meer aandacht was besteed aan preventie. De bestaande infrastructuur en de inspanningen van de nationale autoriteiten vermochten echter hoe dan ook weinig tegen natuurgeweld op deze schaal. Ik geloof daarom dat de Europese Unie twee maatregelen kan nemen om de nationale en Europese reactie op dit soort rampen te verbeteren. Om te beginnen moet er geld uit de structuurfondsen worden vrijgemaakt voor het opzetten van een infrastructuur die de gevolgen van natuurrampen kan opvangen. Verder zal er zo spoedig mogelijk een Europese Interventie-eenheid moeten worden opgezet, samengesteld uit gespecialiseerde teams uit alle lidstaten, om in te kunnen grijpen zodra er zich ergens in de Europese Unie een noodsituatie voordoet.

Een ander belangrijk punt is de omvang van de fondsen die de Europese Unie voor noodgevallen reserveert. De begroting van de Europese Unie zal binnenkort aan een uitgebreide herziening worden onderworpen, en ik geloof dat we dan moeten overwegen om meer middelen aan het Europese Solidariteitsfonds toe te wijzen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid