Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0111/2008

Debatten :

PV 13/03/2008 - 9.3
CRE 13/03/2008 - 9.3

Stemmingen :

PV 13/03/2008 - 11.3
CRE 13/03/2008 - 11.3

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 13 maart 2008 - Straatsburg Uitgave PB

9.3. De zaak van journalist Perwez Kambakhsh – De zaak van de Iraanse onderdaan Seyed Mehdi Kazemi
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het volgende onderwerp is het debat over zes ontwerpresoluties inzake de zaak van de journalist Perwez Kambakhsh en het debat over vier ontwerpresoluties inzake de zaak van de Iraanse burger Seyed Mehdi Kazemi(1).

 
  
MPphoto
 
 

  Nickolay Mladenov, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik koppel deze discussie aan het voorgaande debat over Rusland omdat ik er vast van overtuigd ben dat het, als we in een essentiële verzameling waarden geloven, niet voldoende is deze alleen in landen die zwak zijn hoog te houden om voor landen die sterk zijn een uitzondering te maken.

Ik ben er trots op dat dit parlement over de resolutie inzake Rusland heeft gedebatteerd en we zouden daar allemaal trots op moeten zijn. We moeten de dag vrezen waarop het Europees Parlement niet langer over dit soort resoluties debatteert en niet langer standvastig staat voor de waarden waarin wij geloven.

Want nu is democratie niet het recht van iedereen om gelijk te zijn, het is het gelijke recht van iedereen om verschillend te zijn. Dat is een essentiële boodschap die we aan onze partners in Rusland én aan onze partners in Afghanistan moeten doorgeven.

President Karzai en de Afghaanse regering hebben zich verplicht een moderne democratische staat op te bouwen. In een moderne en democratische staat is de doodstraf onaanvaardbaar. Daar is geen debat over mogelijk. Geen enkele vorm van de doodstraf is aanvaardbaar in een democratische en moderne staat. Dat is de kern van onze Europese waarden.

De zaak van de Afghaanse journalist Kambakhsh is des te verbazingwekkender, omdat hij ter dood is veroordeeld vanwege de uitoefening van zijn recht van vrije toegang tot informatie.

Wij zouden de autoriteiten in Afghanistan, de regering en de president, nadrukkelijk moeten aanmoedigen ten gunste van hem tussenbeide te komen. Zij kunnen hun invloed aanwenden opdat zijn leven wordt gespaard en ervoor zorgen dat hem aan het eind van het proces dat hij nu moet ondergaan, met andere woorden het proces in hoger beroep, gratie wordt verleend.

Maar we moeten de autoriteiten ook blijven helpen de instellingen op te bouwen die nodig zijn om als een moderne, democratische staat te functioneren, de civiele samenleving blijven ondersteunen en, en dat is het belangrijkst, onze betrokkenheid bij de veiligheid van Afghanistan continueren.

Ten slotte mogen we nooit vergeten dat scholing de kernwaarde is die we een land als Afghanistan moeten inprenten. Meisjes konden alleen de afgelopen paar jaar naar school. Er is daar zoveel werk voor ons te doen. We moeten niet terugdeinzen voor dat werk en we dienen zowel de Commissie en de Raad als alle lidstaten te doordringen van het feit dat we moeten investeren in onderwijs in Afghanistan.

 
  
MPphoto
 
 

  Marcin Libicki, auteur. − (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Afghaanse journalist Perwez Kambakhsh is ter dood veroordeeld. Zoals gebruikelijk pakken autoritaire regeringen diegenen aan die zich uitspreken over mensenrechten, oftewel journalisten en religieuze activisten.

Ik ben het met de voorgaande sprekers eens dat we niet toegeeflijker moeten zijn ten opzichte van sterke landen als Rusland en China. Zoals de heer Mladenov volledig terecht heeft opgemerkt, moeten de normen voor iedereen gelijk zijn. Ik zou er daarnaast op willen wijzen dat zij die zeggen dat we toegeeflijker moeten zijn tegenover China of Rusland omdat dat machtige staten betreft er om twee redenen naast zitten. In de eerste plaats omdat de normen gelijk moeten zijn. In de tweede plaats omdat het feit dat regeringen bepaalde compromissen moeten sluiten een ander verhaal is. In de geschiedenis van Europa zijn parlementen altijd het geweten van de natie geweest. En parlementen kunnen geen compromissen sluiten zoals we die helaas van tijd tot tijd van de kant van regeringen moeten accepteren.

Ik doe derhalve een beroep op dit parlement geen verschillende normen toe te passen voor sterken en zwakkeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Thijs Berman, auteur. (NL) De doodstraf is een barbaarse straf en de vrijheid van meningsuiting staat in marmer gebeiteld in de grondwet van Afghanistan. En toch is de journalist Perwez Kambakhsh ver van de hoofdstad Kabul ter dood veroordeeld wegens godslastering om een artikel over vrouwenrechten in de islam, dat hij trouwens niet eens zelf geschreven heeft. Zijn broer schrijft kritisch over lokale leiders, dat was kennelijk geen punt in Perwez' voordeel.

Deze doodstraf heeft een enorme schok teweeggebracht. Ook in de landen waar veel moslims wonen. Journalisten in Pakistan, in Iran, in Datar, iedereen beseft pijnlijk scherp hoe belangrijk het is de vrijheid van meningsuiting overal te beschermen, waar ook ter wereld. Tegen de verdrukking in, tegen de ultraconservatieve clubs die niets ophebben met vrijheden, met rechten voor vrouwen, met open debat. Hoewel ook die conservatieven zélf de vrijheid van meningsuiting hard nodig hebben.

Wat moet Europa doen?

1. Méér hulp bieden dan in 2007 toegezegd voor de hervorming van de rechterlijke macht in Afghanistan;

2. President Karzai met klem verzoeken om in te grijpen en hem daarbij steunen;

3. De Europese Unie moet het respect voor mensenrechten en voor de Afghaanse grondwet centraal stellen in het beleid van de Europese Commissie.

Het heeft geen enkele zin de zaak nog verder op de spits te drijven dan de ultraconservatieven graag willen. Dat zou ze in de kaart spelen. Maar Perwez Kambakhsh moet onmiddellijk vrijkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, er zijn mensen die denken dat Afghanistan een land is dat de afgelopen jaren in een staat van permanente verwarring en chaotische spanning heeft verkeerd. Armoede, analfabetisme, gewelddadige stammenrivaliteit, drugsbaronnen, warlords, de Russische bezetting, terrorisme van de Taliban, gevolgd door de ontzagwekkende militaire interventie van Engeland en de Verenigde Staten, en als klap op de vuurpijl de strikte islamitische sharia. Als er ooit sprake was van een hel op aarde, dan zou Afghanistan inderdaad een ijzersterke kandidaat zijn. En toch, tegenover al deze ellende staan zwakke daden van verzet en is er hoop op vrijheid van meningsuiting en democratie.

Dat is het geval bij een jonge journalist, Perwiz Kambakhsh, die het aangedurfd heeft een artikel te laten circuleren over rechten van vrouwen binnen de islam, dat hij van internet had gedownload. Deze moedige daad werd als godslasterlijk beschouwd krachtens de prehistorische sharia en hij werd door zogenaamde, door fanatisme verblinde rechters met eenzijdige hersenontsteking in een zogenaamde regionale rechtbank in het noorden van Afghanistan ter dood veroordeeld. Zoals we allemaal weten worden vrouwen in termen van de fanatieke islam als weinig meer dan meubelstukken beschouwd en op elke poging dit te betwisten volgt een extreme actie, zoals degene die in deze resolutie in ogenschouw wordt genomen.

Maar de dingen zullen ten goede moeten veranderen en wij in het Westen hebben de plicht ervoor te zorgen dat zo’n verandering eerder vroeger dan later plaatsvindt. Omdat het Westen, met inbegrip van de EU, met een formidabele troepenmacht in Afghanistan is vertegenwoordigd en omdat het Westen, met inbegrip van de EU, miljarden euro’s aan financiële hulp in dat land pompt, denk ik dat onze eis dat de jonge man in kwestie niet alleen onmiddellijk en onvoorwaardelijk wordt vrijgelaten, maar dat soortgelijke voorvallen met betrekking tot de achterlijke islamitische sharia niet meer zullen voorkomen – nooit meer – geheel op zijn plaats is! Anders zouden we serieus moeten overwegen om zowel onze troepen als ons geld terug te halen uit Afghanistan en dat land de helse koers laten volgen waartoe het door zijn fanatieke religieuze lot wordt veroordeeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Lambert, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie ondersteunt de ontwerpresolutie betreffende de heer Kambakhsh met kracht, hoewel ik niet zeker weet of ik het wel met alles eens ben wat de vorige spreker heeft gezegd.

Maar ik wil de aandacht verplaatsen naar een andere jonge man wiens leven op dit moment ook in gevaar is, Mehdi Kazemi, afkomstig uit Iran, waarvoor in dit geval de Britse regering he verschil kan maken. Velen van ons hopen dat Jacqui Smith, de Minister van Binnenlandse Zaken, nu op basis van nieuw bewijs tussenbeide zal komen.

Dit parlement heeft een groot aantal ontwerpresoluties aangenomen waarin de mensenrechtensituatie in Iran wordt veroordeeld. Wij denken dat het een gevaarlijk land is voor homoseksuelen. Ja, wij hebben de lichamen aan kranen zien hangen, dus we weten dat het dat is en velen van ons denken dat het vooral voor deze jonge man gevaarlijk is.

Er zijn mensen die hebben gezegd dat hij veilig kan worden teruggestuurd als zijn gedrag discreet is. Ik zou willen beweren dat het begrip ‘discreet’ gedrag in Iran flink afwijkt van wat wij in onze eigen lidstaten daaronder verstaan. Maar de kwestie is dat voor veel mensen in bepaalde landen, of dat nu Iran, Jamaica of een ander land is, homoseksualiteit een misdrijf is en zij verkeren in gevaar.

Mijn fractie stond zeer kritisch tegenover de Dublin-verordening, die in dit geval actueel is, omdat we weten dat er tussen de lidstaten nog steeds zeer grote verschillen bestaan in de wijze waarop asielaanvragen worden behandeld en dat het zelfs buitengewoon moeilijk kan zijn toegang tot de procedure te krijgen. We hebben kunnen constateren dat er een klimaat heerst waarin getallen als belangrijker worden gezien dan leven.

Dit is de essentie van een beschermingsprocedure: het gaat om het redden van iemands leven wanneer dat in gevaar is. Het gaat niet om de details van correcte procedures: het gaat om het effect.

Wij willen een functionerend asielbeleid dat in staat is fouten te corrigeren en rekening te houden met nieuwe informatie en dat in elke lidstaat hetzelfde hoge niveau heeft. Wij hopen dat in dit geval de Britse regering duidelijk zal maken dat dit mogelijk is.

 
  
MPphoto
 
 

  Eva-Britt Svensson, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, laat mij eerst twee korte constateringen doen. Om mee te beginnen: wij mogen nooit blijven zwijgen wanneer de doodstraf wordt toegepast, waar ter wereld dat ook is. Ten tweede: het is zeer betreurenswaardig dat er, telkens als we hier in Straatsburg vergaderen, een aantal misdaden tegen de mensenrechten ter tafel komt. Soms lijkt het wel alsof er nooit een eind aan komt.

Wat betreft deze resolutie kunnen we vaststellen dat artikel 34 van de Afghaanse grondwet zeer duidelijk het recht van de vrijheid van meningsuiting formuleert door te stellen dat dit niet mag worden ingeperkt en dat elke Afghaan het recht heeft zijn ideeën via het mondelinge en gesproken woord, door afbeeldingen en via elk ander medium uit te dragen. Desondanks is de 23-jarige journalist Perwez Kambakhsh in een onwettig proces ter dood veroordeeld, waarbij zijn juridische rechten hem zijn ontzegd. Het proces was niet toegankelijk voor journalisten en organisaties die zich inspannen voor de mensenrechten. De zogenaamde misdaad was dat hij een artikel over de situatie van vrouwen onder de islam had verspreid.

De achtergronden zijn dus helder. Wij verlangen nu met klem de onmiddellijke vrijlating van Perwez Kambakhsh. Hij heeft niets misdadigs gedaan, maar hij heeft geheel in overeenstemming met de wet en de grondwet gehandeld. Nu moeten de EU en de gehele wereld achter deze eis gaan staan: laat Perwez Kambakhsh vrij.

 
  
MPphoto
 
 

  Marco Cappato, auteur. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, in het geval van Mehdi Kazemi moeten we iets bespreken waarover we werkelijk nog geen seconde zouden moeten debatteren.

Als je mensen zou vragen of ze het voor mogelijk zouden houden dat een Europees land iemand aan een beul en een dictatuur als Iran zou overdragen, zou het antwoord ongetwijfeld zijn dat dat ondenkbaar is. Maar het ondenkbare gaat misschien wel gebeuren, staat op het punt om te gebeuren, ondanks de geruststellingen die zijn gegeven. Dat betekent dat er iets zeer ernstig aan de hand is, dat Europa door een soort van waanzin is gegrepen.

Volgens een aantal mensen is het uiteenlopend juridisch geharrewar dat tot de deportatie en dood van Mehdi Kazemi kan leiden. Dat zou eenvoudigweg niet mogelijk moeten zijn. De oprichtingsbeginselen van de Europese Unie van respect voor de mensenrechten en het leven zijn nog niet losgelaten. Als Kazemi ter dood wordt gebracht zal niemand echt de schuld kunnen leggen bij bureaucratische procedures, tenzij men zich schikt in de opvatting dat dat louter is waar Europa over gaat: bureaucratische procedures, natiestaten die zo machtig zijn dat zij niet eens in staat zijn een leven te redden.

Ik zou de 140 leden van het Europees Parlement willen bedanken die zich rond deze zaak verenigd hebben en ik hoop dat dit Huis unaniem voor de resolutie zal stemmen die nu ter tafel ligt.

 
  
MPphoto
 
 

  Ewa Tomaszewska, namens de UEN-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, op 22 januari 2008 heeft het Gerecht van eerste aanleg in de noordelijke Afghaanse provincie Balkh Perwez Kambakhsh, een 23-jarige student journalistiek die in de plaatselijke krant schrijft, ter dood veroordeeld voor het van internet downloaden van een artikel over vrouwenrechten en de elektronische verspreiding ervan. De rechtszaak vond plaats zonder enig recht op verdediging. De beklaagde was geslagen en een bekentenis was afgedwongen via een brute behandeling.

Wij verlangen dat de Afghaanse autoriteiten Perwez Kambakhsh vrijlaten en dat de Afghaanse regering het respect voor de mensenrechten, met name het recht op leven, herstelt. Mag ik zo stoutmoedig zijn de hoop uit te spreken dat Afghanistan snel een moratorium inzake de tenuitvoerlegging van de doodstraf zal invoeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, een paar maanden geleden verklaarde de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad plechtig voor de Verenigde Naties dat het probleem van homoseksualiteit in Iran niet bestaat, doodeenvoudig omdat er daar geen homoseksuelen zijn. Wat hij niet zei was dat ze er alle homoseksuelen terechtstellen.

De zaak van Mehdi Kazemi benadrukt nogmaals de enorme mazen in het asielsysteem van de Europese Unie: het feit dat iemand in deze tijd asiel moet aanvragen op grond van het feit dat hij of zij vervolgd en met de dood bedreigd wordt vanwege zijn of haar homoseksualiteit is een zaak van de allergrootste zorg en laat zien dat het bevorderen van LGBT-rechten hoger op de internationale agenda moet komen.

Nog ernstiger is het feit dat de Europese Unie, de kampioen van rechten en vrijheden, vervolging op grond van seksuele geaardheid geen factor van voldoende belang acht om automatisch asiel te verlenen in gevallen als dat van Mehdi Kazemi. Helaas is dit niet de eerste zaak van dit type en het zal ongetwijfeld ook niet de laatste zijn. Het is een feit dat er nog altijd een groot aantal landen is waar de LGBT-bevolking aanhoudend aan vervolging van uiteenlopend karakter blootstaat en zelfs ter dood wordt veroordeeld, zoals in Iran.

Daarom hoop ik dat dit Huis en alle politieke fracties zich bewust zijn van de omstandigheden en zich zullen aansluiten bij de rechtvaardige petities die we in de vandaag ingediende resolutie hebben opgesteld, met name met betrekking tot de volledige implementatie van de Kwalificatierichtlijn, die vervolging op basis van seksuele geaardheid als doorslaggevende factor bij het verlenen van asiel erkent. Evenzo stelt deze lidstaten in staat gevallen op individuele basis te beoordelen, rekening houdend met de omstandigheden in het land van herkomst, inclusief de wetten en regelgeving aldaar en de wijze waarop deze worden toegepast.

De lidstaten moeten tevens een gezamenlijke oplossing vinden die garandeert dat Mehdi Kazemi de status van vluchteling wordt verleend en binnen de Europese Unie de bescherming krijgt die hij nodig heeft en dat hij niet wordt teruggestuurd naar Iran, waar hij zeer waarschijnlijk zal worden terechtgesteld, zoals dat ook met zijn partner is gebeurd.

Daarvoor is het simpelweg noodzakelijk om te voldoen aan artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, onder welk uitwijzing van mensen naar en hun uitlevering aan landen waar het risico groot is dat zij worden blootgesteld aan vervolging, marteling of zelfs de doodstraf verboden is.

 
  
MPphoto
 
 

  Ioannis Varvitsiotis (PPE-DE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik steun de resolutie zeker, omdat de huidige situatie in Afghanistan onaanvaardbaar en teleurstellend is. Het regime van de Taliban heeft het land vele jaren achteruit gezet.

Maar, laten we eerlijk zijn. Wie heeft de positie van de Taliban versterkt? Waren het niet de Amerikanen, die met hun wapens en economische hulpmiddelen de Taliban versterkt hebben om tegen de Soviets te vechten? Is het ook geen feit dat de opiumproductie in dat land momenteel vijf maal zo hoog is? Waarom is dit? Laat ieder van ons zijn eigen conclusie trekken.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophia in 't Veld (ALDE). – (NL) Ik ben tamelijk geschokt over het geval van Mehdi en het feit dat wij niet met zijn allen gewoon automatisch zeggen dat hij recht heeft op asiel: ik zou tegen de vertegenwoordigers van de Nederlandse en de Britse regering willen zeggen, en ook tegen de mensen in dit Huis, die van plan zijn om tegen de resolutie te stemmen, vraag u eens af: wat is eigenlijk de doelstelling van de rechtsstaat? Is dat het correct en tot de laatste letter uitvoeren van regels en procedures, of is dat het doen geschieden van gerechtigheid? Dus, voordat u uw stem uitbrengt, vraag u datzelf ernstig af.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernd Posselt (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie is er absoluut voor om de heer Kazemi te beschermen en vanzelfsprekend ertegen om hem naar Iran te deporteren. Toch zijn we tegen deze resolutie, omdat het niet gaat , zoals de bedoeling was, om een dringende zaak, maar om asielrecht in de Europese Unie in zijn algemeenheid en de verhouding tussen twee Europese lidstaten, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, met betrekking tot die moeilijke kwestie.

Daar gaan deze dringende resoluties niet over. Zij worden hier gebruikt als middel om nationale beleidskwesties aan de orde te stellen. We willen dat de heer Kazemi bescherming krijgt en we zullen ieder initiatief hiertoe steunen, maar niet deze resolutie, die de naam draagt van de heer Kazemi, maar waarvan de inhoud over iets heel anders gaat.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bowis (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik steun deze beide resoluties. Maar het is mijn land dat voorstelt om een jonge tiener naar zijn dood te sturen thuis in Iran. Een doodvonnis dat al aan zijn vriend voltrokken is. Niet vanwege een misdaad, maar vanwege zijn seksualiteit. Het is mijn land dat zich er in het verleden trots op heeft laten voorstaan, dat het een absoluut principe heeft dat wij nooit mensen terugsturen om een straf te ondergaan, die erger is dan de straf die zij in Groot-Brittannië zouden ondergaan.

In dit geval hebben we niet te maken met een misdaad, maar wel met een straf, die in Groot-Brittannië lang geleden is afgeschaft. Het is mijn land dat , als het niet toegeeft in deze zaak, zich zou moeten schamen.Ik hoop dat dit Parlement zich niet zal hoeven te schamen. Ik hoop dat zij deze resolutie zullen steunen.

In ‘s hemelsnaam we hebben het hier over een negentienjarige!

(Luid applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, een van de waarden van de Europese Unie is het coördineren van actie en het innemen van standpunten ter bescherming van mensenrechten. Dat is van toepassing op de zaak van een Afghaanse journalist, die ter dood werd veroordeeld door een rechtbank in een noordelijke provincie van Afghanistan voor het verspreiden van een artikel over vrouwenrechten in de Islam. Gedurende zijn rechtzaak werd hem het recht op verdediging ontzegd en werd hij onderworpen aan verschillende vormen van fysiek geweld. Toch bevat de Afghaanse grondwet een artikel aangaande de vrijheid van meningsuiting.

Zoals we zien gaan recht en werkelijkheid niet samen. Vele regeringen garanderen respect voor de Verklaring van de Rechten van de Mens, maar sluiten hun ogen voor de manier waarop deze worden toegepast in hun eigen land. Dat zou ons nog vastberadener moeten maken om mensenrechten, vrijheid en democratie te verdedigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Mauro (PPE-DE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zou er graag de nadruk op willen leggen dat, ondanks de tot op zekere hoogte gefundeerde bezorgdheid van mijn fractie, dat sommige delen van de resolutie tot een wijder gebruik zouden kunnen leiden, er geen ontkomen aan is, dat de informatie die wij van Iraanse bronnen en autoriteiten ontvangen, ondubbelzinnig is. Het lot van Mehdi Kazemi, is de doodstraf, in het geval hij terugkeert naar Iran, en daarom zal ik afwijken van de norm en een andere stem uitbrengen dan mijn fractie.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel, lid van de Commissie. (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dank u dat u ons deze gelegenheid geeft om met u te praten over de zaken Perwiz Kambakhsh uit Afghanistan en de Iraanse staatsburger Mehdi Kazemi.

Het is duidelijk dat wij met betrekking tot de heer Kambakhsh al uw zorgen delen en we volgen de zaak dan ook van heel dichtbij door middel van onze afvaardiging in Afghanistan in samenwerking met het hoofd van de missie en de speciale vertegenwoordiger van de EU. We hebben de zaak verschillende malen te berde gebracht bij de Afghaanse autoriteiten, pas geleden nog bij de minister van Buitenlandse zaken, de heer Spanta, bij de Trojka bijeenkomst in Ljubljana op 21 februari.

Ik weet dat de afvaardiging van het Europees Parlement in Afghanistan de kwestie ook te berde heeft gebracht bij het Afghaans parlement en dat de Afghaanse parlementsleden u hebben verzekerd dat er een bevredigende oplossing zou worden gevonden.

Ik geloof dat we door zouden moeten gaan met de benadering die we tot nu toe gevolgd hebben, vertrouwende, op dit moment tenminste, op discrete diplomatieke activiteit. Te oordelen naar het huidige politieke klimaat in Afghanistan zal het moeilijker zijn om de veilige vrijlating van de heer Kambakhsh zeker te stellen, als het erop lijkt dat de Afghaanse autoriteiten buigen voor internationale druk.

Toch wil ik u verzekeren dat we deze zaak van nabij zullen blijven volgenen dat we bereid zijn om verdere stappen te ondernemen als het doodvonnis in hoger beroep bevestigd wordt. Bijna dertig jaar gewapende strijd heeft het rechtssysteem van Afghanistan kapot gemaakt. Daarom hebben wij hervorming van de juridische instellingen van het land tot prioriteit verheven in ons hulpprogramma voor Afghanistan. We hebben al experts die daar werken met de Hoge Raad, het Openbaar Ministerie en het ministerie van Justitie, met het doel om deze instellingen te professionaliseren zowel op centraal als provinciaal niveau.Het programma van de Europese Commissie zal de autoriteiten ook helpen met het opzetten van een nieuw rechtsbijstandsysteem – iets dat zeer nodig is in Afghanistan, zoals deze zaak heeft duidelijk gemaakt. Er is op het ogenblik geen stevig gevestigde, onafhankelijke Orde van advocaten en geen toegang tot publieke rechtsbijstand. Ik hoop zeer dat het programma voor juridische hervormingen van de Commissie – uitgevoerd in nauwe samenwerking met de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL) onder de paraplu van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) – zal helpen om de mensenrechtensituatie te verbeteren op de middellange en lange termijn.

Natuurlijk deelt de Commissie uw diepe zorg over Mehdi Kazemi en andere soortgelijke gevallen. De Nederlandse en Britse autoriteiten zijn momenteel de zaak van de heer Kazemi zorgvuldig aan het bestuderen. Met betrekking tot de bescherming van vluchtelingen zouden we erop willen wijzen dat internationaal recht voorschrijft, meer in het bijzonder in de Conventie van Genève met betrekking tot de vluchtelingenstatus, dat geen enkele staat die partij is, een vluchteling zal uitwijzen of doen terugkeren, op welke manier dan ook, naar de grenzen of gebieden, waar zijn leven of vrijheid gevaar loopt vanwege zijn ras, geloof, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde maatschappelijke groep of politieke mening.

In het Iraanse strafrecht is de daad die bekend staat als lavat strafbaar met de doodstraf. Maar de de term lavat maakt geen onderscheid tussen seksuele betrekkingen aangegaan uit vrije wil en gedwongen seksuele betrekkingen. In het laatste geval lijkt het erop dat , daar waar de straf voor lavat wordt uitgesproken in samenhang met andere overtredingen, de term gewoonlijk verkrachting aanduidt. Het hoeft geen nadere toelichting dat de Commissie onder alle omstandigheden ten stelligste tegen de doodstraf is en zeker daar waar er geen misdaad is begaan. De situatie van homoseksuelen in Iran geeft reden tot zorg. Schendingen van het recht op een persoonlijk leven en discriminatie op basis van seksuele gerichtheid stemmen helemaal niet overeen met de verplichtingen van Iran onder het Internationale Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten, dat Iran heeft geratificeerd.

De Europese Unie brengt deze boodschappen over mensenrechten aan Iran op een algemene manier en ook door actie op een aantal fronten. Helaas heeft Iran ons aanbod om een bilaterale dialoog over mensenrechten te heropenen nog niet aangenomen. Desalniettemin in onze discussies met Iraanse vertegenwoordigers benadrukken wij dat we voortgang willen zien bij alle punten van zorg voor de Europese Unie, zowel op het gebied van kernwapen beleid als handel en mensenrechten. Zonder een algemene verbetering in de mensenrechtensituatie daar kunnen onze betrekkingen met Iran zich niet naar tevredenheid ontwikkelen.

Persoonlijk zou ik de heer Bowis allerhartelijkst willen bedanken en feliciteren met zijn bijdrage: ik deel zijn gevoelens volledig.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt plaats aan het einde van het debat.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid