Index 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 22 april 2008 - Straatsburg Uitgave PB

Vragenuur (vragen aan de Commissie)
MPphoto
 
 

  De Voorzitter.

Vraag nr. 68 van Ioannis Gklavakis (H-0221/08)

Betreft: In 2005 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Overeenkomstig verordening (EG) nr. 1447/1999() zijn de lidstaten verplicht de Commissie elk jaar op de hoogte te brengen van de gevallen van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), alsook van de respectieve boetes die zijn opgelegd. Onlangs werd door de Commissie het zesde verslag gepubliceerd over in 2005 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (COM(2007)0448).

Uit de cijfers die in het verslag worden vermeld kan worden geconcludeerd dat het aantal inbreuken stijgt, maar dat het aantal boetes die in de hele EU worden opgelegd, daalt. Er werden met name 8,1 procent meer inbreuken geregistreerd in 2005, terwijl het aantal boetes in vergelijking met 2004 met 45 procent daalde. Er blijven ook extreme verschillen bestaan tussen de lidstaten, zowel in het aantal boetes als in het bedrag van de boetes.

Kan de Commissie zeggen of de verschillende nationale sanctiesystemen een eerlijke concurrentie tussen de Europese vissers garanderen? Vindt zij het nuttig een geharmoniseerd sanctiesysteem in het leven te roepen voor de gevallen van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de GVB-voorschriften? Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de vissers meer vertrouwen krijgen in de gelijkwaardige toepassing van de GVB-voorschriften, zodat de voorschriften inzake de instandhouding van de visbestanden worden nageleefd?

 
  

(1)PB L 167 van 2.7.1999, blz. 5.

Juridische mededeling - Privacybeleid