Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2248(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0032/2008

Debatten :

PV 24/04/2008 - 6
CRE 24/04/2008 - 6

Stemmingen :

PV 24/04/2008 - 7.10
CRE 24/04/2008 - 7.10
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0183

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 24 april 2008 - Straatsburg Uitgave PB

8. Stemverklaringen
PV
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Jaarlijkse beleidsstrategie 2009 (RC-B6-0144/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE). (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik onthield mij van stemming over deze bijzondere kwestie, omdat ik van mening ben dat de Commissie te veel te doen heeft en zij niet zo nodig opnieuw hoeft te beoordelen wat uit het oogpunt van politiek of beleid verstandig is. Er zou veel meer moeten worden gesproken over deregulering, niet over de wijze waarop we verder kunnen gaan met een gemeenschappelijk immigratiebeleid.

Veel kleine ondernemingen in de regio die ik vertegenwoordig, zouden graag zien dat er minder regels kwamen vanaf deze plek. Veel mensen willen graag zien dat de regels die van deze plek komen beter worden toegepast in de hele Europese Unie.

Er zijn in mijn regio veel mensen die hun bezorgdheid uitspreken over het feit dat de Commissie niet doet wat ze behoort te doen. Zo zou de Commissie bij dit huidige punt procedures tegen verschillende lidstaten wegens schending van het Gemeenschapsrecht op het punt van gokken opschorten en dit een aantal jaar voor het publiek verborgen te houden. Dat is iets waar de Commissie nu mee door zou moeten gaan.

 
  
  

- Verslag: Jutta Haug (A6-0084/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM). (PL) Mevrouw de Voorzitter, de prioriteiten van de Commissie voor 2009 zijn meer werkgelegenheid, klimaatverandering en een duurzaam Europa. Vooral werkgelegenheid in de Europese Unie verdient de aandacht.

Het Verdrag van Amsterdam werd in november 1997 tijdens de top in Luxemburg gesloten. Dit schiep de basis voor de opstelling van een Europese werkgelegenheidsstrategie. Vanwege het probleem van de werkloosheid in de lidstaten, waar zeventien miljoen mensen in die tijd zonder werk waren, werd dit onderwerp tot prioriteit. Negen jaar later, in 2006, is in de uitgebreide Europese Unie 64,3 procent van de mensen in de werkzame leeftijd aan het werk. Denemarken heeft de hoogste graad van werkgelegenheid, Polen de laagste. Totaal 7,9 procent van de beroepsgeschikte bevolking was werkloos. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten was 4,6 procent werkloos. Vorig jaar lieten 24 lidstaten een daling van de werkloosheid zien en 3 lidstaten een stijging. De grootste afname werd gezien in Polen, Bulgarije en Letland, en de grootste toename van de werkloosheid in Estland.

Het verslag van mevrouw Haug laat zien hoe belangrijk de rol is die de lidstaten spelen in het werkgelegenheidsbeleid van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM). (EN) Mevrouw de Voorzitter, bij deze stemming en ook bij die over de olie in de Golf voel ik me opnieuw gedwongen om mij van stemming te onthouden of om tegen te stemmen, eenvoudigweg omdat de stemming al op het Verdrag van Lissabon vooruitloopt.

Ik vind het erg aanmatigend en ook van weinig respect getuigen ten opzichte van parlementen die nog niet hebben geratificeerd, en vooral ten opzichte van de Ierse bevolking die nog aan een referendum gaat deelnemen.

Ik zou het Parlement en de opstellers van deze ontwerpresoluties willen vragen zich in hun haast te onthouden van veronderstellingen over een verdrag dat al dan niet wordt geratificeerd. Omwille van de democratie moeten zij zich terughoudend opstellen.

 
  
  

- Top Europese Unie-Latijns Amerika en Caraïben (RC-B6-0147/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM). (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik sta volledig achter de goedgekeurde resolutie opgesteld door de heer Salafranca Sánchez-Neyra en anderen. Er zijn mensen die erover praten en er zijn er ook die de daad bij het woord voegen.

Europa moet de relatie met Latijns-Amerika versterken. Onze komende generaties zullen bij deze relatie baat hebben, iets wat we niet kunnen zeggen over het Galileo-project.

Ten slotte – en de resolutie wijst erop – heeft het partnerschip van Europa en Latijns-Amerika een totale bevolking van meer dan een miljard mensen, die eenderde deel vormen van de VN-lidstaten en die staan voor meer dan een kwart van de wereldhandel.

 
  
  

- Verslag: Cristiana Muscardini (A6-0104/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). (PL) Mevrouw de Voorzitter, het doel waartoe de wereldhandelsorganisatie is opgericht, was het bewerkstelligen van vrije en multilaterale handel. Daarbij werd erkend dat een open markt gebaseerd op de beginselen van vriendschap en eerlijkheid de sleutel is voor stabiele economische groei en terugdringing van de armoede in de wereld.

Voor veel mensen is de WTO echter nog steeds iets raadselachtigs. Dat komt door het gebrek aan transparantie in haar activiteiten en omdat de gepubliceerde informatie ongeschikt is. De tegenwoordig afgeslankte G4 en G6-werkgroepen worden vaak gezien als vergaderingen van de vertegenwoordigers van grote landen die hun wil opleggen op willen opleggen aan de andere leden.

Een ander probleem is het gebrek aan technische en wettelijke bijstand van de WTO aan minder ontwikkelde landen die geen enkel economische voordeel behalen uit de toegenomen liberalisatie van de markt.

Landen zoals India, China of Brazilië worden als ontwikkelingslanden behandeld met als gevolg dat zij profijt hebben van gunstigere voorwaarden en uiteenlopende verplichtingen. Naar mening is dit een fout in het beleid van de WTO. De WTO houdt geen rekening met het omvangrijk potentieel van deze landen en hun bronnen. De landen buiten dit feit uit en hanteren vaak afbraakprijzen in handelsbetrekkingen, hetgeen voor andere landen nadelig is. Er moet een duidelijker indeling van ontwikkelingslanden komen die rekening houdt met factoren zoals economische kracht, economische ontwikkeling, groei van het BBP en exportgroei.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE). (EN) Mevrouw de Voorzitter, we zijn het allemaal eens over de noodzaak tot hervorming van de WTO. Maar de beste hervorming van de Wereldhandelsorganisatie zou moeten plaatsvinden in de attitudes van de onderhandelingspartijen met inbegrip van de Europese Unie.

Ik roep mijn collega tot steun van een partijoverstijgende mondiale campagne die oproept tot echte handel. Ik zal deze campagne samen met Abdi Abdirahim Haithar van de East African Legislative Assembly voorzitten. We vragen vijf dingen. Laten we de landbouwsubsidies afschaffen; laten we de landbouwtarieven afschaffen; laten we de oorsprongsregels liberaliseren; laten we meer de nadruk leggen op hulp voor handel, voor zaken als infrastructuur in plaats van directe begrotingssteun aan corrupte regeringen. En laten we de landen met lage inkomens aansporen de obstakels onderling uit de weg te ruimen, zodat ze rijkdom kunnen scheppen – ondernemers kunnen rijkdom scheppen – en zodat ze kunnen deelnemen aan de wereldhandel.

 
  
  

- Verslag: Anne Ferreira (A6-0040/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM). (PL) Mevrouw de Voorzitter, Europeanen hechten waarde aan het milieu. Peilingen van de Eurobarometer laten zien dat zeventig procent van de bevolking wil dat besluitvormers hetzelfde gewicht aan milieubeleid toekennen zoals zij dat doen aan de economie en sociale vraagstukken.

Er is sprake van klimaatverandering. De gemiddelde temperatuur in Europa is in de laatste honderd jaar gestegen met 0,095°C en zal gedurende de komende eeuw stijgen met 2° of zelfs 6°C. De OESO schat dat 6,4 procent van de kindersterfte en ziekten in Europa worden veroorzaakt door milieuvervuiling.

De Europese Unie kan haar doelstellingen tot vermindering van de vervuiling behalen zoals in het Kyoto-protocol staat

(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het spijt me maar u spreekt te snel voor de tolken.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM). (PL) ... door de introductie van het emissiehandelssysteem in de EU-landen evenals andere instrumenten waaronder het Europese programma voor de bestrijding van klimaatverandering. Ik denk dat het verslag van mevrouw Ferreira de lidstaten verder zal stimuleren tot het nemen van maatregelen op het gebied van milieubescherming.

 
  
MPphoto
 
 

  Christofer Fjellner (PPE-DE). (SV) Ik wil mijn ongenoegen uiten over het feit dat we niet de kans hebben gehad te stemmen tegen het voorstel voor particuliere CO2-kaarten, anders gezegd particuliere kaarten waarmee we worden verondersteld de bijdragen van personen aan het broeikaseffect te gaan meten. Dit is eenvoudigweg verkeerd. Het is tegen de menselijke onderneming en ontwikkeling en geeft uiterst vreemde signalen af: adem niet, doe niet aan lichaamsbeweging, hijg vooral niet en in hemelsnaam, laat geen winden!

Wat moeten de sancties zijn tegen degenen die te veel CO2 uitstoten of te veel bijdragen aan de broeikaseffect? Moeten we verbieden dat ze überhaupt ademhalen? Nee, dit soort idiote ideeën ondergraven onze geloofwaardigheid en leiden de aandacht af van passende en effectieve maatregelen, namelijk de handel in emissierechten, het principe “de vervuiler betaalt” en andere methoden die echt werken.

Ik ben verrast dat niet meer mensen hebben geprotesteerd tegen dit voorstel en het lijkt alsof het ongemerkt is gepasseerd. Ik ben zeer bedroefd als mijn toespraak ertoe heeft geleid dat ik meer CO2 heb uitgestoten dan waartoe ik feitelijk gerechtigd ben. Mijn verontschuldiging daarvoor.

 
  
  

- Verslag: Alexander Radwan (A6-0032/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM). – (PL) Ik heb gestemd vóór de resolutie over de IFRS (International Financial Reporting Standards – internationale standaarden voor financiële verslaglegging). De IFRS vergemakkelijken het vergelijken van financiële verslagen van bedrijven die in dezelfde of zelfs verschillende sectoren werken. Ik vind dat de Europese Unie moet onderzoeken of er enig voordeel kan worden verkregen, en zo ja, wat voor voordeel, uit de invoering van de internationale standaarden voor financiële verslaglegging in kleine en middelgrote ondernemingen.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Jaarlijkse beleidsstrategie 2009 (RC B6-0144/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Giles Chichester (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De Britse conservatieven zijn het eens met de nadruk die in deze resolutie wordt gelegd op betere regelgeving, op verlaging van de administratieve lasten, op hernieuwde nadruk op het bereiken van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid en verdere vooruitgang ten aanzien van de onderbouwing van de interne markt. Wij ondersteunden ook verwijzingen naar onafhankelijke effectbeoordelingen van de wetgeving, een beleid waar de conservatieve leden van het Europees Parlement reeds lang achter staan.

Wij kunnen inter alia echter niet instemmen met de verwijzingen naar een gemeenschappelijk immigratiebeleid of een gemeenschappelijk asielbeleid, het ondernemen van stappen om de vrijheid van lidstaten om op het gebied van justitie en binnenlandse zaken te handelen te verminderen, de oprichting van een Europese dienst voor extern optreden of het ondernemen van stappen met betrekking tot een defensiecapaciteit voor de EU.

Daarom hebben wij ons bij de eindstemming van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) De ontwerpresolutie bevat een aantal vage punten. Wij pleiten voor de ontwikkeling van een interne markt. maar de stelling dat het Europees Parlement het gemis aan concrete harmonisatie op dit gebied betreurt, kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Een ervan is dat er gedetailleerde regelgeving voor een vollediger harmonisatie moet worden ingevoerd, hetgeen wij niet steunen.

Aangezien de ontwerpresolutie ook alle pogingen verwerpt om het cohesiebeleid te renationaliseren, maar voorstander is van een gemeenschappelijk immigratiebeleid en de ontwikkeling van een gezamenlijk beleid ten aanzien van de NAVO, hebben wij ervoor gekozen om tegen de gezamenlijke ontwerpresolutie te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) In een EU die wordt gekenmerkt door de verslechtering van de sociale en economische voorwaarden voor haar werknemers en de bevolking als geheel, en waarin de concentratie van welvaart, ongelijkheid, en armoede voortdurend toeneemt, is het veelbetekenend dat noch de Commissie noch de meerderheid in dit Parlement de strijd tegen deze onaanvaardbare toestand als een belangrijke prioriteit beschouwt. Bovendien zou het niet anders kunnen zijn, gegeven het feit dat het juist het doel is van het EU-beleid om deze situatie te bevorderen.

De prioriteiten in kwestie willen uitbreiding geven aan neoliberaal beleid. Ze richten zich op meer maatregelen die de totale invoering van de interne markt stimuleren, dat wil zeggen, de liberalisatie van de markten voor diensten, goederen en arbeid, met de invoering van flexizekerheid. Daarnaast richten ze zich ook op de internationale handel, in overeenstemming met de versnelling van de federalistische en militaristische agenda (die een herziening bevat van haar eigen strategie en die van de NAVO), en op basis van het niet-geratificeerde(!) Verdrag van Lissabon.

Tot slot, in een jaar waarin de verkiezingen voor het Europees Parlement worden gehouden, worden wij dringend verzocht en opgeroepen tot de versterking van EU-propaganda en de mystificatie van haar beleid. Voorstanders van een dergelijke lijn verwierpen het amendement dat onze fractie indiende en waarbij wij het Europese Hof van Justitie kapittelden over uitspraken waarin loonsverlagingen en beperkingen van vakbondsrechten als legitiem werden beoordeeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. (PL) De resolutie van het Europees Parlement over de jaarlijkse beleidsstrategie 2009 verwees uitdrukkelijk naar veel punten die in het document van de Europese Commissie staan. Belangrijk is vooral de onderlinge afhankelijkheid te benadrukken tussen economische vooruitgang, sociale vooruitgang en milieubescherming, die allemaal belangrijk zijn voor het scheppen van duurzame economieën. Als lid van de Commissie interne markt en consumentenbescherming juich ik vooral de steun toe aan initiatieven die beogen het potentieel van kleine en middelgrote ondernemers te bevorderen.

We moeten de kwestie van een behoorlijke tenuitvoerlegging van richtlijnen die van primair belang zijn voor de interne markt niet uit het oog verliezen, vooral de richtlijnen over diensten en consumentenkrediet. Regelgeving moet naar behoren worden omgezet in nationale wetgeving in alle lidstaten als zij werkelijk voordelen biedt voor Europese integratie. Laten we echter niet vergeten dat de Europese Commissie een centrale rol speelt door middel van toezicht, verslaglegging en ook door het steunen van lidstaten bij hun inspanningen om deze doelstelling te bereiken.

In de resolutie van het Europees Parlement worden de gevolgen genoemd van de jongste beslissingen van het Europese Hof van Justitie in de Viking-, Laval- en Rüffert-zaken en de noodzaak voor een verder debat in het Europees Parlement. Ik reken hier op de inzet van de Europese Commissie en op constructieve besprekingen met haar vertegenwoordigers.

Ik ben het ermee eens dat het jaar 2009 een keerpunt zal vormen voor het functioneren van de Europese instellingen. Ik ben echter optimistisch dat dit feit niet de implementatie van belangrijke doelstellingen in de weg zal staan.

 
  
MPphoto
 
 

  Dan Jørgensen, Poul Nyrup Rasmussen, Christel Schaldemose en Britta Thomsen (PSE), schriftelijk. (DA) De Socialistische Fractie in het Europees Parlement heeft besloten tegen het amendement te stemmen dat is voorgesteld door de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie (Verts/ALE) betreffende de onvoorwaardelijke afschaffing van de doelstelling van tien procent biobrandstof in 2020.

We willen geen compromissen sluiten in verband met duurzaamheid hetzij in sociale of in milieutermen. Daarom houden we eraan vast dat de uitvoering van de doelstelling van tien procent een verplichting blijft en dat zij op een duurzame manier kan worden gerealiseerd.

We zijn bereid de doelstelling te herzien als duidelijk wordt dat deze niet op een duurzame manier kan worden bereikt. We vinden niettemin dat de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie de juiste context is voor een dergelijke beslissing via onderhandelingen over het klimaatveranderingspakket van de EU met inbegrip van de richtlijn over duurzame energie.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. (RO) Ik stemde vóór de amendementen 1, 2, 3, en 4 ingediend door de Socialistische Fractie op het voorstel voor een gezamenlijke resolutie betreffende de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2009. Zij verzochten de Commissie de politieke impasse op te lossen rond de richtlijn over werktijden, de richtlijn over tijdelijke agentschappen en de richtlijn over overdraagbaarheid van pensioenrechten. Dit zijn essentiële aspecten van het Europese sociale en werkgelegenheidsbeleid. Deze amendementen verzoeken de Commissie haar verplichting na te komen om een wetgevingsvoorstel in te dienen met betrekking tot minimumstandaarden voor grensoverschrijdende collectieve contracten die lidstaten in staat stellen deze standaarden te verbeteren bij collectieve onderhandelingen.

Ik betreur het dat deze amendementen niet de vereiste meerderheid hebben gekregen. Ik heb dan ook tegen de uiteindelijke tekst gestemd, aangezien deze geen rekening houdt met de behoeften van sociaal Europa.

 
  
  

- Verslag: Jutta Haug (A6-0084/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE), schriftelijk. (PL) 2008 is het jaar van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon, dat in 2009 van kracht wordt. Het geeft de Europese Unie nieuwe bevoegdheden en zal een belangrijk effect hebben op de communautaire begroting.

Parlement en Commissie, beide nieuw benoemd, zullen te maken krijgen met een geheel nieuwe begrotingsprocedure voor de begroting van 2010. Het is daarom van groot belang tegen het eind van dit jaar een duidelijke overeenstemming te hebben over de wijzigingen van de relevante begrotings- en wetgevingsinstrumenten om te zorgen voor een transparant kader voor 2010. Daarnaast moeten we ons ook intensief voorbereiden op een brede herziening van alle aspecten van de uitgaven van de EU om de Commissie in staat te stellen tegen het eind van dit jaar een verslag in te dienen.

Het solidariteitsbeginsel moet volgend jaar een prioriteit worden, maar de financiering moet worden gewaarborgd om de tenuitvoerlegging ervan te verzekeren. Waar ik mij zorgen over maak is dat, gezien de beschikbare manoeuvreerruimte binnen de door de meerjaarlijkse financiële kaders vastgestelde plafonds, de al bestaande prioriteiten van de Commissie en de nieuwe prioriteiten die zij gaat stellen, in de praktijk niet tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd zonder dat de eerstgenoemde daaronder lijden.

Daarom moet de oorspronkelijke ontwerpbegroting een realistisch beeld geven van alle behoeften voor het volgende jaar, waarbij rekening wordt gehouden met het verzoek van het Parlement tot besteding van alle bedragen die aan pilotprojecten zijn toegewezen en die van algemeen belang zijn voor de Europese burgers.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Laten we eraan denken dat naast het debat over de communautaire begroting voor 2009 er nog een ander debat is over de herziening van de gehele EU-begroting zoals voorzien in het Interinstitutioneel Akkoord. De precieze vorm van deze herziening moet nog worden vastgesteld, maar we maken ons zorgen over enkele doelstellingen die al aangeduid zijn.

Bovendien heeft de Raad al zijn voornemen aangekondigd om een realistisch en strikt betalingsniveau vast te stellen en voorts dat het niveau van zijn verplichtingen en betalingskredieten zorgvuldig moet worden geanalyseerd in relatie tot de capaciteit van de Gemeenschap om deze te op te vangen. Dat wekt de veronderstelling dat verdere besnoeiingen in structurele beleids- en cohesieposten, waar wij tegen zijn, waarschijnlijk zijn. Wij nemen een ander standpunt in en zijn van mening dat er een gedetailleerde analyse nodig is van de mislukking van de volledige besteding van de bedragen die aan deze begrotingsposten zijn toegewezen. Er zullen maatregelen moeten worden getroffen om te zorgen voor hun strikte uitvoering.

In de tussentijd dringt het voorstel aan op meer toewijzingen voor externe maatregelen teneinde middelen te verstrekken die verenigbaar zijn met de ambities van de EU. De afwijzing van ons voorgesteld amendement heeft klaarheid gebracht over wat dit werkelijk betekent. We zijn fel gekant tegen het verzoek van de Raad om aanvullende begrotingstoewijzingen voor militaire doeleinden als onderdeel van het Europese veiligheids- en defensiebeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Janusz Lewandowski (PPE-DE), schriftelijk. (PL) Mevrouw de Voorzitter, de begroting voor 2009 moet rekening houden met speciale omstandigheden die zich volgend jaar voordoen.

Allereerst zijn de budgettaire consequenties niet alleen van de verwachte inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, maar ook van de Europese verkiezingen. Daarnaast zal ook de vorming van het nieuwe Europees Parlement en de Europese Commissie een uitdaging zijn voor de continuïteit van de wetgevings- en begrotingsactiviteiten in de EU. Tegelijkertijd is dit het jaar waarin het financiële perspectief van de periode 2007-2013 volledig ten uitvoer wordt gelegd, na twee jaren van “op snelheid komen”, die werden beïnvloed door vertraging in wetgeving met als gevolg een vertraging in de start van langetermijnprogramma’s.

Dat de nadruk ligt op het financieren van innovatief beleid evenals op de ambities van de Europese Unie op het terrein van het buitenlands beleid is volstrekt begrijpelijk. Dit mag echter niet ten koste gaan van het cohesiebeleid dat op het ogenblik enorm belangrijk is vanwege de verschillen in ontwikkeling tussen uiteenlopende landen en regio’s. Sectie 3 van het verslag, dat handelt over het solidariteitsbeginsel, beschrijft hoe de structuurfondsen op de juiste manier en transparant kunnen worden gebruikt. Dit krijgt een bijzondere betekenis in het licht van de begrotingsherziening die gepland staat voor 2008-2009 met consequenties voor de financiën van de EU na 2013. Dit is nog een andere belangrijke kwestie voor het begrotingsbeleid in 2009.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben blij met de inhoud van het verlag van mevrouw Haug over de begrotingsprocedure 1009, Afdeling III, Commissie en de prioriteiten voor 2009. Het verslag verschaft richtsnoeren ter vereenvoudiging van de overgang van de huidige naar de nieuwe procedure die voortvloeit uit het Verdrag van Lissabon. Ik heb vóór dit verslag gestemd.

 
  
  

- Schipbreuk van de cargo New Flame en de gevolgen daarvan in de baai van Algeciras (RC-B6-0180/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Simpson (PSE), schriftelijk. (EN) Hoewel ik vóór deze gezamenlijke ontwerpresolutie zal stemmen, moet ik zeggen dat het een typische resolutie is van het Europees Parlement is die niet is voortgekomen uit zorg voor het milieu of de maritieme veiligheid, maar die het resultaat is van conservatieve Spaanse politici die nog steeds wanhopig proberen Gibraltar terug te krijgen en hun eigen regering in verlegenheid brengen.

Het is een tekst die iedereen te vriend probeert te houden en voortkabbelt over trivia, terwijl slechts een klein deel van de formulering gaat over de belangrijke kwestie van de maritieme veiligheid.

In het Engels is het slecht geschreven en paragraaf 12 is niet zinnig en is praktisch onmogelijk. Deze paragraaf kan daarom niet serieus worden genomen zelfs als u deze begrijpt.

Belangrijk is dat de olie uit het schip werd gehaald, dat EMSA, Gibraltar en de Spaanse autoriteiten snel en correct handelden toen de ramp toesloeg en dat we ervoor moeten zorgen dat de hele kwestie van maritieme veiligheid wordt aangepakt. Dat had allemaal op twee pagina’s kunnen staan en was veel effectiever geweest dan de vier pagina’s kabbelende tekst waar we nu mee worden geconfronteerd.

(Ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1 van het Reglement)

 
  
  

- Top Europese Unie-Latijns Amerika en Caraïben (RC-B6-0147/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb gestemd vóór het voorstel over een gezamenlijke resolutie over de top EU-Latijns-Amerika en de Caraïben, omdat naar mijn idee de topontmoeting in Lima een uitzonderlijke kans biedt om het strategische partnerschap tussen de twee regio’s te consolideren en de inspanningen te vergroten om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling tegen 2015 te halen. Daartoe behoren de bevordering van de democratie en de rechtsstaat, de bescherming en waarborg van de mensenrechten, met bijzondere aandacht voor de situatie van vrouwen, de versterking van sociale cohesie en de bestrijding van de armoede.

Ik deel de groeiende overtuiging van het belang van de instelling van een waarnemingscentrum voor migratie die zou kunnen leiden tot een beter begrip van de migratie tussen Latijns-Amerika en de Caraïben, en de Europese Unie.

Gezamenlijke maatregelen zijn noodzakelijk ter bescherming van het milieu, de biodiversiteit en de bossen, en ter bestrijding van klimaatverandering, woestijnvorming en de waterschaarste.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) We hebben veel sympathie voor deze ontwerpresolutie, maar sommige delen van de inhoud hebben betrekking op zaken waar dit Parlement niet over gaat. Ze behoren tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten en mogelijk tot die van de Raad van ministers van buitenlandse zaken.

Zoals altijd worden irrelevante amendementen ingediend door verschillende fracties over uiteenlopende, belangrijke, principiële zaken zoals een mogelijke plaatsing van de MRTA (Movimiento Revolucionario Túpac Amaru – revolutionaire beweging Túpac Amaru)) op de EU-lijst van terroristische organisaties, en over pogingen om het vredesproces in Columbia op gang te brengen.

Dit zijn belangrijke kwesties, maar van zodanig belang dat het niet aan het Europees Parlement is maar aan de bevoegde besluitvormers in de lidstaten om erover beslissingen te nemen.

Daarom stemmen wij tegen het verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Ondanks de zorgvuldig opgestelde ontwerpresolutie is het lastig om het onderliggende verlangen naar een mondiaal bi-regionaal partnerschap te verhullen. Datzelfde geldt ook voor de Europees-Latijns-Amerikaanse zone van een mondiaal interregionaal partnerschap dat de kiem kan vormen voor een toekomstige vrijhandelszone (met vrije uitwisseling van goederen, diensten en kapitaal). Dit stelt de EU dan in staat om de Latijns-Amerikaanse integratie te bevorderen naar haar eigen beeld en te reageren op de ambities van haar belangrijkste financiële en economische groepen (zie de doelstellingen van de associatieovereenkomsten tussen de EU en de landen en regio’s van Latijns-Amerika zoals Mexico en Chili).

Sommigen van ons zijn van oordeel dat de uitputtende herhaling in de resolutie van hetgeen zij hoopt dat gezamenlijke principes, waarden en belangen gaan worden, slechts een poging is om neokoloniale pretenties en bemoeiingen door EU-machten in Latijns-Amerika te bevorderen.

We zijn sterk gekant tegen de bedoeling van de EU tot vergemakkelijking van het toe-eigenen door transnationale ondernemingen van de geaccumuleerde rijkdom, natuurlijke bronnen en biodiversiteit van de regio. Dat zal leiden tot uitbuiting van werknemers en dat zal de werkloosheid bevorderen. Ook zal het miljoenen kleine boeren ruïneren, het milieu verwoesten, de vooruitgang een halt toeroepen en de rechten en soevereiniteit van volkeren miskennen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens Holm, Kartika Tamara Liotard en Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), schriftelijk. – (EN) We betreuren het dat de tekst over reproductieve gezondheid, die deel uitmaakte van de resolutie van de GUE in het compromisvoorstel van alle politieke fracties werd geschrapt. De geschrapte tekst luidde als volgt:

“pleit voor openbaar beleid dat voorziet in infrastructuur, uitrusting en openbare diensten die algemene toegang tot seksuele en reproductieve opvoeding voor vrouwen garanderen, met inbegrip van de beheersing van hun eigen vruchtbaarheid, die moederschap en vaderschap bevorderen, ervoor zorgen dat vrouwen hun gezin en de rest van hun leven kunnen plannen en alle voorwaarden scheppen voor meer participatie en gelijkheid.”

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Samenwerking op dit gebied vereist een dialoog die onder andere sociale cohesie en gezamenlijke bestrijding van de opwarming van de aarde bevordert. De behoefte aan een grondige dialoog op deze gebieden wordt in mijn stem weerspiegeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Simpson (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben blij dat door de top EU-Latijns-Amerika ons deze gelegenheid wordt geboden om een discussie te voeren over de situatie in Latijns-Amerika en in het bijzonder over de relatie van de EU met dit deel van de wereld.

Ik zal de gezamenlijke ontwerpresolutie steunen, maar ik wil onderstrepen dat we moeten zorgen voor een politieke oplossing voor de problemen in en rond Columbia overeenkomstig het standpunt van de Verenigde Naties.

We weten dat er problemen bestaan voor landen in die regio en wij in de Europese Unie moeten hen actief helpen om deze problemen de baas te worden. Dat geldt in het bijzonder voor drugs en misdaad, en voor de versterking van democratische principes in hun regeringen en instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Charles Tannock (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De Britse conservatieven hebben vóór de resolutie van vandaag gestemd, maar wensen duidelijk te stellen dat de verwijzing waarover ze bedenkingen hebben – universele steun voor het Statuut van Rome en het ICC (International Criminal Court - Internationaal Strafhof), en verwijzing naar “de bestrijding van de doodstraf” in paragraaf 11 van de resolutie – gaat over een vraagstuk dat voor ieder individueel conservatief Parlementslid een gewetenskwestie is.

 
  
  

- Birma (B6-0186/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) De toestand in Burma vraagt om een unaniem en duidelijk standpunt van de EU. Bredere en meer doelgerichte sancties vormen een belangrijk deel van een dergelijk standpunt. Een wereldwijd wapenembargo en de vrijlating van politieke gevangenen onder wie Aung San Suu Kyi zou worden toegejuicht. De EU moet niettemin niet alleen druk uitoefenen op Burma maar ook op de ASEAN-landen om stappen te zetten waarbij Burma wordt uitgesloten van de gunstige handelsregelingen die de ASEAN (Association of Southeast Asion Nations) biedt

 
  
  

- Europese strategie met betrekking tot de biologische diversiteit (COP 9) en bioveiligheid (COP-MOP 4) (B6-0143/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) De aantasting van de biodiversiteit is een van de grootste uitdagingen waarmee de samenleving vandaag wordt geconfronteerd en deze wordt zelfs nog zorgwekkender in de context van klimaatverandering.

De bezorgdheid over de gevolgen van klimaatverandering op de biodiversiteit gaat verder dan alleen de bescherming van de soorten die met uitsterving worden bedreigd. De teruggang van de biodiversiteit leidt tot minder productieve ecosystemen en minder effectiviteit in de diensten die zij leveren aan de mensheid.

Zo is de bodem met een verarming aan biologische diversiteit veel minder in staat om CO2 te binden, hetgeen de gevolgen van klimaatverandering nog verder benadrukt.

Ik steun daarom deze resolutie in de hoop dat de EU zal doorgaan met het innemen van een ambitieus standpunt binnen de VN-Verdrag inzake biologische diversiteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) De Zweedse partij Junilistan steunt internationale activiteiten voor het behoud van biologische diversiteit en bioveiligheid. De natuur biedt rijkdommen die de mensen pas zijn gaan ontdekken en het is noodzakelijk dat deze schatkamer met toekomstige kansen in stand blijft voor de komende generaties. We steunen daarom vandaag de resolutie.

Het is echter belangrijk dat de activiteiten van de EU voor het behoud van biologische diversiteit flexibiliteit toestaan en dat de EU-richtlijnen en wetgeving zich aanpast aan nationale verschillen. Onze lidstaten hebben een verschillend milieu en vragen daarom verschillende soorten bescherming.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Het verslag van Miroslav Ouzký over de “Europese strategie met betrekking tot de biologische diversiteit (COP 9) en bioveiligheid (COP-MOP 4)” stelt de kwestie van de bescherming van biologische diversiteit en de eerlijke verdeling van de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van dergelijke bronnen, aan de orde.

Ik vraag in het bijzonder de aandacht voor de kwestie van biologische diversiteit en ik onderstreep dat de uiteenlopende moderne technieken van genetische manipulatie moeten worden ontwikkeld en gebruikt voor cisgene en niet-transgene doeleinden worden gebruikt om processen te simuleren die zo natuurlijk mogelijk zijn.

Ik ben het er mee eens dat het belangrijk is om effectieve maatregelen tegen biopiraterij te nemen door het CE-merk aan sommige van deze producten toe te kennen, en aldus er voor te zorgen dat deze voldoen aan de communautaire richtlijnen die op hen van toepassing zijn.

 
  
  

- Verslag: Cristiana Muscardini (A6-0104/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. (FR) Dit stelt niet meer of minder voor dan de transformatie van de WTO in een nieuw centrum van wereldbestuur, met een secretariaat met een sterkere rol en prerogatieven gemodelleerd naar de Europese Commissie (personeel, recht van initiatief, enzovoort), een parlementaire assemblee, enzovoort, allemaal gecoördineerd met andere lichamen die de wereld willen beheersen.

Paradoxaal genoeg probeert het een consensus te rechtvaardigen, dat wil zeggen unanimiteit die, ik citeer “anders dan de stemming bij meerderheid (of gewogen stemming), de gelijkheid van alle leden waarborgt.” Feitelijk wordt die gelijkheid in de Europese Unie met voeten getreden.

Gelijkheid vraagt paradoxaal genoeg dat handelsbesprekingen en geschillenbeslechting duidelijk sociale, milieugerelateerde en “humanistische” overwegingen bevatten, terwijl verzoeken tot toegang alleen vanuit een commercieel standpunt worden beschouwd! Een soort rechtvaardiging achteraf van de massale goedkeuring door dit Parlement van de toelating van China tot de WTO, terwijl het nu klaagt over de sociale dumping door dat land, om maar niet zijn herhaalde schending van mensenrechten te noemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Ondanks dat het verslag verschillende positieve punten bevat, zoals de behoefte aan meer coördinatie van activiteiten tussen WTO, ILO, UNEP, UNDP, WHO en UNCTAD, probeert het tegemoet te komen aan de internationale liberalisatie van de handel, die het in het geheel niet bekritiseert.

De zeer voorzichtige aanpak van het verslag is slechts gericht op het neutraliseren van kritiek en het verhullen van rollen van hen die, zoals de sociaaldemocraten, een uitweg proberen te vinden uit de crisis die het kapitalistische systeem treft.

Het bevestigt opnieuw zijn steun, zij het in gematigde termen, aan de liberalisatie van de wereldhandel terwijl het haar gevolgen camoufleert. De liberalisatie van de internationale handel heeft de opening van de markten tussen de landen met enorme ongelijkheden in hun niveau van economische ontwikkeling bevorderd; dit tot vreugde en voordeel van de grote financiële en economische groeperingen, namelijk de EU.

Het verslag probeert krachtig zijn goedkeuring te verbergen van de liberalisatie van de handel en haar rol in de campagne die wordt geleid door neoliberale kapitalistische globalisering, waarvan het stelt dat dit zorgdraagt voor de economische ontwikkeling en vooruitgang van mensen.

Hier is de waarheid helemaal op de loop gegaan. Wat we hebben gezien en blijven zien, is een toename van de ongelijkheid in de wereld, een trend die sterker wordt naarmate het huidige neoliberale beleid voortduurt. De stijging van de voedselprijzen illustreert dit.

Ik heb daarom tegen het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben blij met het verslag “Hervorming Wereldhandelsorganisatie” van mevrouw Muscardini. Onderwerpen zoals het systeem van vertegenwoordiging, de agendavorming van de organisatie en haar algehele legitimiteit en transparantie vragen allemaal aandacht. De analyse in het verslag draagt over deze kwestie heel veel bij. Meer participatie en consultaties over dit debat met het maatschappelijk middenveld, ontwikkelingslanden en VN-organisaties zijn voorts ook vereist. Deze opvattingen vindt u in mijn stem terug.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). schriftelijk. (PT) Het doel waarvoor de Wereldhandelsorganisatie werd opgericht, was de verbreiding van vrije en multilaterale handel. Erkend werd dat een open markt gebaseerd op vriendelijke en eerlijke attitudes de sleutel vormde voor een stabiele economische groei en het terugdringen van de armoede in de wereld.

Voor veel mensen is de WTO echter nog steeds iets raadselachtigs. Dat komt door het gebrek aan transparantie in haar activiteiten en omdat de gepubliceerde informatie ongeschikt is. De tegenwoordig afgeslankte G4- en G6-werkgroepen worden vaak gezien als vergaderingen van de vertegenwoordigers van grote landen die hun wil opleggen op willen opleggen aan de andere leden.

Een ander probleem is het gebrek aan technische en wettelijke bijstand van de WTO aan minder ontwikkelde landen die geen enkel economische voordeel behalen uit de toegenomen liberalisatie van de markt.

Landen zoals India, China of Brazilië worden als ontwikkelingslanden behandeld met als gevolg dat zij profijt hebben van voordeliger voorwaarden en uiteenlopende verplichtingen. Naar mening is dit een fout in het beleid van de WTO. De WTO houdt geen rekening met het omvangrijk potentieel van deze landen en hun bronnen. De landen buiten dit feit uit en hanteren vaak afbraakprijzen in handelsbetrekkingen, hetgeen voor andere landen nadelig is. Er moet een duidelijker indeling van ontwikkelingslanden komen die rekening houdt met factoren zoals economische kracht, economische ontwikkeling, groei van het BBP en exportgroei.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik stem vóór het verslag van mevrouw Muscardini over een hervorming van de Wereldhandelsorgansiatie. De behoefte aan een hervorming van het multilaterale handelssysteem en vooral van de activiteiten van de Wereldhandelsorganisatie wordt al enige tijd gevoeld. Dat geldt in het bijzonder voor de huidige omvang van de organisatie die nu 151 leden telt.

Ook onderstreep ik de dringende behoefte aan hervorming in samenhang met de ontwikkelingslanden. Landen met een bloeiende handel, zoals China en India, genieten op dit moment een voorkeursbehandeling die lucratief is, terwijl ze nog steeds als “ontwikkelings”land worden beschouwd, op dezelfde voet als minder ontwikkelde landen. Ik ben het eens met de suggestie om ontwikkelingslanden in groepen in te delen Dat schept meer duidelijkheid en meer vergelijkingsmogelijkheden om rekening te houden met de actuele economische omstandigheden in het betreffende land.

 
  
  

- Vrijhandelsakkoord met de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten (B6-0142/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Een echte “handleiding” voor vrijhandelsovereenkomsten …

De tekst bevat veel onkritische verwijzingen naar de beperking, afschaffing en liberalisatie van non-tarifaire handelsbelemmeringen, naar zorgen over de mogelijke concurrentieverstoring door staatssteun, naar het belang van een sterkere liberalisering van de dienstensector en investeringen en concurrerende aanbestedingen. Ook spreekt de tekst min of meer expliciete steun uit voor het Verdrag van Lissabon.

De resolutie is zo neoliberaal dat ze de sociaaldemocraten ertoe verleidde om hun stilzwijgende medewerking aan de inhoud te verbloemen door indiening van een aantal amendementen om de toon wat af te zwakken, het zogenaamde kapitalisme met een menselijk gezicht.

Opnieuw kunnen we zien dat deze vrijhandelsovereenkomsten proberen door het raam naar binnen te duwen wat ze niet via lukt om via de deur naar binnen te krijgen. Door dit soort overeenkomsten met de regio’s en de landen van de wereld af te sluiten, tracht de EU geleidelijk de liberalisering van de internationale handel te bevorderen, terwijl ze doorgaat met het voeren van onderhandelingen binnen de WTO.

Wij verwerpen met klem de vrijhandelsovereenkomsten (ongeacht hoe mystificerend ze zijn opgesteld ). Wij vinden dat mensen zich moeten organiseren, verenigen en strijden voor het beëindigen van neoliberaal beleid dat zoveel schadelijke gevolgen heeft voor werknemers en volken.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) De mondelinge vraag van de heer Markov aan de Commissie over het Vrijhandelsakkoord van de EU met de Raad voor samenwerking van de Arabische Golfstaten wordt ondersteund. Een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Raad voor samenwerking van de Arabische Golfstaten moet bepalingen bevatten over arbeids- en milieunormen en mensenrechten. Zonder dergelijke bepalingen wordt het sociale karakter van de vrijhandelsovereenkomsten in gevaar gebracht. Pleidooien voor vernieuwing van het mandaat moet worden gehonoreerd als de EU geloofwaardig hoopt te blijven bij het verdedigen van een sociaal verantwoord economisch beleid in de hele wereld. Ik heb gestemd conform mijn uitsproken mening over dit onderwerp.

 
  
  

- Verslag: Anne Ferreira (A6-0040/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. (SV) Als Zweedse sociaaldemocraten hebben wij ervoor gekozen vóór dit verslag te stemmen.

We zijn van mening dat economische instrumenten op EU-niveau moeten worden ingesteld om de vele uitdagingen op het gebied van milieu en klimaat aan te pakken. Het verslag legt ook de nadruk op het solidariteitsbeginsel.

We steunen echter niet de tekst over specifieke maatregelen voor de lage inkomens.

Er zijn algemene maatregelen die eenvoudiger en beter zijn om de sociale gevolgen van milieubeleidsinstrumenten te compenseren.

We stemmen ook tegen de amendementen 2 en 3. Deze bestrijken zulke belangrijke gebieden als de efficiency van verbrandingsmotoren en het gebruik van pesticiden.

We zijn echter van mening dat dit het beste kan geschieden door voortgaande activiteiten van het Parlement om de gevolgen van auto’s op het klimaat te verminderen en door het gebruik van pesticiden te reglementeren.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bowis (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De PPE-DE juicht het verslag toe met betrekking tot het Groenboek over marktconforme instrumenten voor milieu- en gerelateerde beleidsdoelstellingen. We zijn van mening dat het veel goede en constructieve elementen bevat die het belang van MBI’s (market-based instruments – op de markt gebaseerde instrumenten) bij de ontwikkeling en invoering van milieubeleid onderstrepen. Daarom stemmen we vóór dit verslag.

Maar de PPE-DE wil de aandacht vestigen op het feit dat het heeft gestemd tegen het tweede gedeelte van paragraaf 26 waarin de Commissie wordt gevraagd om voor het einde van 2008 te komen met een wetsvoorstel voor een minimale EU-belasting op CO2. We zijn ervan overtuigd dat dit indruist tegen het beginsel van solidariteit; het is aan de lidstaten om belastingbeleid vast te stellen. De PPE-DE wil ook benadrukken dat het concept niet verenigbaar is met de voortschrijdende ontwikkeling van een efficiënte EU-emissiehandelssysteem.

Voorts onderstreept de PPE-DE dat hoewel er geen afzonderlijke stemming was gevraagd over paragraaf 42 van het verslag, onze oppositie die op dezelfde beginselen is gebaseerd, zich uitstrekt tot de notie van een EU-brede kerosinebelasting en NOx-uitstootheffingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark en Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. (SV) We steunen het verslag met betrekking tot het Groenboek over marktconforme instrumenten voor milieu- en gerelateerde beleidsdoelstellingen, A6-0040/2008, aangezien het veel methoden behandelt die bruikbaar zijn bij de bescherming of verbetering van het milieu, bijvoorbeeld de handel in emissierechten, het principe “de vervuiler betaalt” en een hervorming van de subsidies die schadelijk zijn voor het milieu.

Maar we verwerpen de gedachte om voor personen en KMO’s een “CO2-kaart” in te voeren waarop hun energieverbruik en niveau van broekasgasuitstoot wordt vastgelegd. We zijn van mening dat de praktische problemen een obstakel op zich vormen. Ook vinden wij dat het voorstel in strijd is met de privacy en de persoonlijke vrijheid, vooral omdat niet wordt gerechtvaardigd waarom deze gegevens worden verzameld of waarvoor ze worden gebruikt.

We verwerpen ook het voorstel over CO2-verplichtingen. Vrijhandel betekent dat de bronnen van de aarde zo efficiënt mogelijk worden benut. Bij internationale overeenkomsten moet de focus gericht zijn op het milieu.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb vóór het verslag van Anne Ferreira met betrekking tot het Groenboek over marktconforme instrumenten voor milieu- en gerelateerde beleidsdoelstellingen gestemd, omdat ik het ermee eens ben dat het gebruik van deze instrumenten wezenlijk is voor het streven naar een haalbaar en effectief milieubeleid. Maatregelen die de werking van de markten verbeteren, zoals toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”, dat een prijs verbindt aan de economische activiteiten die schade aan het milieu brengen, zijn een vorm van overheidsingrijpen die moet worden aangemoedigd zoals de ervaring leert op het vlak van milieubescherming.

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Ik steun het verslag van Anne Ferreira, omdat ik geloof dat het gebruik van marktconforme instrumenten zoals, belastingen, subsidies en handel in emissierechten, voor milieubeleidsdoelen belangrijke, zij het niet de enige instrumenten zijn voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling.

Hoewel ik het in algemene termen met dit verslag eens ben, vind ik het prematuur om een enkele Europese belasting op CO2 te introduceren, omdat het lastig zou zijn haar in te voeren naast het EU-emissiehandelssysteem.

Ik ben het bovendien er niet mee eens dat de bestaande communautaire regels inzake milieubescherming moeten worden vervangen door marktconforme instrumenten die vanwege hun aard geen alternatief zijn voor regelgeving.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Milieuvraagstukken behoren tot de belangrijkste gebieden voor samenwerking binnen de EU. Grensoverschrijdende milieuvervuiling in Europa kan niet op nationaal niveau worden aangepakt. Dit verschaft de EU een voor de hand liggende rol op zulke gebieden.

Het is echter zeer zorgelijk dat het verslag schaamteloos klimaatkwesties gebruikt ter versterking van de politieke macht van de EU en de deuren openzet voor bureaucratie en protectionisme. Er zijn veel voorbeelden, en ze zijn allemaal verkeerd. Het verslag vraagt om een communautaire belasting, herziening van de notie van vrije concurrentie en de introductie van zogenaamde aanpassingsmaatregelen aan de grenzen, met andere woorden: belastingen.

De lidstaten zelf moeten kunnen bepalen hoe ze met milieubeleid omgaan. Het is niet door bureaucratisering van ons bestaan, maar in concurrentie tussen landen en ondernemingen dat effectieve oplossingen voor milieuproblemen worden gevonden.

We hebben daarom tegen het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Dit verslag borduurt voort op een initiatief van de Europese Commissie en stelt een reeks richtsnoeren van het Europees Parlement op bij de creatie van marktconforme instrumenten voor milieu- en gerelateerde beleidsdoelstellingen, een vooruitzicht dat we met zeer veel reserves en zorgen bezien.

Het beoogt de vervuiling te verminderen en het milieu te beschermen door het gebruik van marktconforme instrumenten alsmede de invoering van het principe “de vervuiler betaalt”, waarvan de kosten volgens de laatste analyse worden gedragen door consumenten, in het algemeen door gezinnen die al veel milieubelasting betalen.

Het verslag verwijst naar de betaling van heffingen voor watergebruik waarin de kosten van het gebruik van deze hulpbron worden verwerkt naast de milieukosten. We weten dat er in afzonderlijke landen al steun is voor de vervanging van inkomstenbelasting door belastingen gebaseerd op het principe “de vervuiler betaalt” en dat sommigen dit ook zien als een toekomstige EU-belasting.

Naast de maatregelen op het gebied van belastingen, introduceert het verslag een stelsel voor handel in koolstofemissierechten dat wordt beheerst door de grote economische belangen en dat financiële speculatie zal bevorderen.

Daarom heb ik tegen gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Linda McAvan (PSE), schriftelijk. (EN) De EP-leden van Labour steunen marktconforme instrumenten zoals het EU-emissiehandelssysteem om de klimaatverandering aan te pakken. We juichen veel zaken uit het Groenboek en het verslag toe. Maar op een aantal gebieden hebben we onze bedenkingen. Dat zijn onder andere:

- paragraaf 47: Eurovignet. We begrijpen dat de Commissie in de toekomst zal komen met een wetgevingsvoorstel over het Eurovignet en we zullen dan ons standpunt bepalen.

- paragraaf 50: Richtlijn energiebelasting. Sommige afwijkingen van de belasting op fossiele brandstoffen hebben sociale beleidsdoelstelingen die moeten worden gerespecteerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) Als Zweeds liberaal benader ik communautaire belastingen vanuit een fundamenteel sceptisch oogpunt. Dit is echter niet geval als het gaat om milieubelastingen. We moeten niettemin zorgvuldig overwegen welke combinatie van instrumenten in het bijzonder effectief zal zijn. Ik geloof stellig in handel in emissierechten en ik ben in beginsel niet tegen een koolstofbelasting. Maar de gedachten moeten vooral gaan naar het tegen elkaar afwegen ervan en aangezien de voorstellen tegenover elkaar werden gesteld, vond ik het gepast om een standpunt in te nemen.

Het verslag van mevrouw Ferreira was van alles wat. Maar het meeste was positief en daarom behoefde ik niet lang na te denken om vóór het verslag te stemmen hoewel niet alles goed was. Zoals paragraaf 66, die niet voor een afzonderlijke stemming in aanmerking kwam, over de introductie van een “CO2 –kaart” voor particulieren en KMO’s. Het is waar dat politiek gaat over iets willen. Maar idealiter moet het daadwerkelijk haalbaar zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Ulmer (PPE-DE), schriftelijk. (DE) Ik stem tegen dit verslag, omdat de voorgestelde instrumenten rieken naar een planeconomie in plaats van een markteconomie. Ik deel niet de heersende opvatting over wat een markteconomie omvat.

 
  
  

- Verslag: Alexander Radwan (A6-0032/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. (FR) De onderwerpen in het verslag van de heer Radwan zijn hoogst technisch, maar heel belangrijk.

De overheidsinstanties moeten zeker iets te zeggen hebben over de definitie van standaarden voor jaarrekeningen omdat deze zo’n effect hebben op alle actoren in de economie en zelfs op de nationale belastinginkomsten. Het is niet juist voor een particulier lichaam om zich de facto als een echte wetgever op te stellen zonder dat er sprake is van politieke controle, vooral aangezien de technische legitimiteit van de IASB (International Accounting Standards Board) in toenemende mate in twijfel wordt getrokken door zijn meer theoretische dan professionele benadering bij de betreffende vraagstukken. Bovendien laat zijn geografische en professionele samenstelling wel iets te wensen over. Ja, nieuwe standaarden moeten alleen worden goedgekeurd als ze nuttig en noodzakelijk zijn en pas na een zorgvuldige kosten-batenanalyse. Ja, de rol van de IASB moet worden beperkt tot beursgenoteerde ondernemingen en zich niet uitstrekken tot KMO’s.

Wat betreft het beginsel van “fair value”, dit dient een kortetermijnaanpak en zorgt dat financiële resultaten de dominante factor zijn in het management van een onderneming. Het vergroot de “financialisering” van de economie en fluctuaties van de markten. De Europese Unie moet weigeren die standaard toe te passen. Het standpunt van de rapporteur over dit onderwerp is echter niet zo duidelijk. Daarom onthouden we ons van stemming over zijn verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Sinds januari 2005 zijn beursgenoteerde communautaire ondernemingen verplicht om bij het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening de internationale standaarden voor financiële verslaglegging toe te passen.

Deze standaarden zijn ontwikkeld door een particuliere organisatie (de International Accounting Standards Committee Foundation en de International Accounting Standards Board (IASCF/IASB)) die wordt gefinancierd met particuliere middelen (hoofdzakelijk ondernemingen op hetzelfde vlak) en is niet onderworpen is aan enig overheidstoezicht.

Hoewel het huidige verslag aspecten bevat waar we een voorbehoud bij maken, stelt het bepaalde maatregelen voor om met deze situatie om te gaan. Ook is het verslag behoedzaam over de mogelijke toepassing van dit soort internationale standaarden voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Het is echter van belang om helder te maken dat het niet mogelijk is de patiënt te genezen met palliatieve maatregelen die beogen de consequenties van financiële speculatie te minimaliseren en situaties te voorkomen die kunnen leiden tot een ineenstorting van het internationale financiële stelsel teneinde de toenemende liberalisering van kapitalistische organisaties te bestendigen.

We moeten het probleem bij de wortel aanpakken: de toenemende beheersing van de economie door investeringskapitaal en de toenemende financiële speculatie met de daaruit volgende vlucht van productieve investeringen. We moeten de financiële stelsels in dienst stellen van de vooruitgang van mensen en hun landen en niet in dienst van het grote kapitaal!

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. (PL) Hoogwaardige, mondiale standaarden voor financiële verslaglegging zijn enorm belangrijk voor stabiliteit op de financiële markten. De internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) zullen ongetwijfeld het vergelijken van financiële verslagen van ondernemingen vergemakkelijken en als resultaat daarvan het voor de beleggers mogelijk maken om betere beslissingen te nemen.

Ik wil echter erop wijzen dat de eisen te stellen aan kleine en middelgrote ondernemingen verschillen van de eisen van beleggers op de kapitaalmarkten.

Daarom ben ik het met de rapporteur eens dat de IFRS voorgesteld door de International Accounting Standards Board (IASB) voor KMO’s te gecompliceerd zijn. Ik zou willen benadrukken dat ik consequent tegen oplossingen ben die in plaats van dingen te vergemakkelijken, ondernemingen voor extra obstakels stellen. Het voorstel van de IASB werd opgesteld voor tamelijk grote KMO’s (meer dan vijftig werknemers). Op dit punt wil ik wijzen op enkele gegevens die recent door EUROSTAT zijn gepubliceerd. Ondernemingen met minder dan vijftig werknemers vormen 98,7 procent van alle actieve ondernemingen in de Europese Unie, en slechts 1,1 procent, ongeveer 210 000 ondernemingen, zijn KMO’s met meer dan vijftig werknemers.

Ik ben echter niet tegen het idee van IFRS voor kleine en middelgrote ondernemingen als zodanig. Ik vind wel dat de Europese Unie een grondig onderzoek moet instellen naar de voordelen die KMO’s kunnen behalen bij de goedkeuring van de IFRS. Het verdere debat over deze kwestie zal ik met veel belangstelling volgen

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (PSE), schriftelijk. (EN) Overheidstoezicht op organen zoals de IASCF/IASB is een controversiële kwestie. Activiteiten gericht op convergentie zoals overeengekomen in de IFRS brengen meer voordelen voor ondernemingen die internationaal opereren. Vele miljoenen euro’s kunnen worden bespaard door dubbele jaarrekeningen te voorkomen. Maar de aard van dergelijke overeenkomsten die in een ondoorzichtig en besloten proces worden geïmplementeerd, roept publieke discussie op over deze procedure.

KMO’s hebben ook de juiste aandacht nodig. Er is minder bekend over hun behandeling dan over grote ondernemingen.

Het beginsel van “fair value” mag niet worden uitgehold door alternatieven en interpretaties die verder gaan dan redelijk aanvaardbaar is.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Hiermee zijn de stemverklaringen beëindigd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid