Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2692(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

B6-0104/2009

Debatten :

PV 11/03/2009 - 12
CRE 11/03/2009 - 12

Stemmingen :

PV 12/03/2009 - 7.9
CRE 12/03/2009 - 7.9
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0133

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

12. Voortgangsverslag 2008 betreffende Kroatië - Voortgangsverslag 2008 betreffende Turkije - Voortgangsverslag 2008 betreffende de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (debat)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over:

- het voortgangsverslag 2008 betreffende Kroatië,

- het voortgangsverslag 2008 betreffende Turkije, en

- het voortgangsverslag 2008 betreffende de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is mij een genoegen om het debat over de voortgangsverslagen over Kroatië, Turkije en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te mogen inleiden.

Laat ik beginnen met Kroatië. Uw verslag geeft zeer terecht aan dat Kroatië afgelopen jaar goede vooruitgang heeft geboekt. Sinds het begin van de onderhandelingen zijn 22 van de 35 hoofdstukken geopend en daarvan zijn er 7 voorlopig gesloten. Het Voorzitterschap zal de onderhandelingen verder voortzetten. In het bijzonder staan er twee toetredingsconferenties op het programma: een voor de afgevaardigden in de komende weken en een voor de ministers in juni.

Uw verslag wijst er heel terecht op dat het belangrijk is om tot een schikking te komen in het lopende grensconflict met Slovenië. Ik wil dit Parlement verzekeren dat het voorzitterschap zich zal blijven inspannen om dit probleem op te lossen en dat wij in deze context onze volle steun bieden aan de inspanningen van Commissaris Olli Rehn om een oplossing te vinden waarmee we de toetredingsonderhandelingen kunnen voortzetten. We hebben dit net voor deze vergadering tijdens een lunch uitgebreid doorgesproken. Ten aanzien van de laatste ontwikkeling zijn wij ingenomen met de beslissing van Kroatië van afgelopen maandag om de bemiddeling door de groep deskundigen zoals voorgesteld door Olli Rehn te accepteren. Wij moedigen Slovenië en Kroatië aan op constructieve wijze aan het werk te gaan om een permanente en wederzijds aanvaardbare oplossing te vinden en hierbij haast te maken, want dit mag niet slechts een excuus zijn voor meer vertragingen.

Afgezien van dit belangrijke probleem hangt het voornamelijk van Kroatië zelf af of in de verdere onderhandelingen vooruitgang zal worden geboekt. De vereiste politieke, economische, administratieve en wetgevingshervormingen moeten worden afgerond en Kroatië moet voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van de stabilisatie- en associatieovereenkomst. De tenuitvoerlegging van het gereviseerde partnerschap voor toetreding is ook belangrijk voor de voorbereiding van verdere integratie in de Europese Unie. De Raad is van mening dat het indicatieve en voorwaardelijke draaiboek dat de Commissie in haar voortgangsverslag 2008 heeft samengesteld een nuttig instrument is. Het zal Kroatië helpen de vereiste stappen te nemen om de laatste fase van de onderhandelingen te bereiken. Toch moet er ondanks de positieve vooruitgang nog veel worden gedaan.

Graag wil ik een paar belangrijke gebieden noemen waarin vooruitgang nodig is, te beginnen met gerechtelijke hervormingen. De EU heeft heel duidelijk gesteld dat de oprichting van een onafhankelijk, neutraal, betrouwbaar, transparant en efficiënt rechtssysteem van essentieel belang is. Het is een voorwaarde voor het versterken van de rechtsstaat en de juiste tenuitvoerlegging van het acquis. Een professioneel, competent, transparant en onafhankelijk openbaar bestuur is eveneens essentieel. Op deze twee gebieden zijn ingrijpende gerechtelijke hervormingen gerealiseerd, maar we moeten nog afwachten hoe deze hervormingen in de praktijk zullen uitpakken.

Hetzelfde geldt voor de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad, zoals in uw rapport wordt aangegeven. De bevoegdheden en de middelen van de dienst ter bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad zijn uitgebreid. Dit geldt tevens voor de strafrechtbanken die voor dergelijke zaken bevoegd zijn. De belangrijkste opgave is nu om ervoor te zorgen dat de geplande resultaten worden behaald. Voor het volbrengen van deze opgave is het essentieel dat het programma voor corruptiebestrijding en het actieplan volledig ten uitvoer worden gelegd.

De Unie heeft tevens benadrukt dat volledige samenwerking met het Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY), met inbegrip van toegang tot documenten, essentieel is. Wij volgen de ontwikkelingen op dit terrein op de voet en verzoeken de Kroatische autoriteiten ervoor te zorgen dat de volledige samenwerking met het ICTY wordt gehandhaafd. Wij zijn ingenomen met de recente overeenkomst betreffende de vermiste documenten en roepen Kroatië dringend op deze op te sporen.

Ten aanzien van de terugkeer van vluchtelingen merken wij op dat de tenuitvoerlegging van het besluit voor het erkennen van pensioenrechten is begonnen en dat informatie over de gewijzigde regels beschikbaar is gesteld aan de vluchtelingengemeenschap.

Ten aanzien van huisvesting zijn de gevallen van 2007 opgelost, maar de richtlijn voor 2008 is nog niet behaald. De inspanningen ten behoeve van een duurzame terugkeer van vluchtelingen moeten worden voortgezet. Op het gebied van wetgeving geldt hetzelfde voor de verbetering van de rechten van minderheden.

U hebt in uw verslag zeer terecht gewezen op het thema regionale samenwerking. De betrekkingen met buurlanden moeten verder worden verbeterd.

Nu wil ik graag overgaan op Turkije. De onderhandelingen met Turkije zijn in 2008 voortgezet en er zijn in de loop van het jaar in totaal – het wordt bijna een gewoonte – vier hoofdstukken geopend.

Ondanks dat de EU Turkije heeft aangespoord om de hervormingen in een hoger tempo door te voeren, is Turkije niet tot het verwachte resultaat gekomen. Verdere inspanningen ten aanzien van de politieke criteria blijven essentieel. Op een aantal gebieden moeten aanzienlijke inspanningen worden geleverd, zoals benadrukt door de Raad in zijn conclusies van 8 december 2008 en door de Commissie in haar voortgangsverslag 2008. Dit is een aandachtspunt waar u in uw verslag ook op hebt gewezen.

Niettemin verwelkomt het voorzitterschap de recente positieve stappen die Turkije heeft genomen, waaronder het recentelijk aangenomen nationaal programma voor de overname van het acquis en de benoeming van een nieuwe hoofdonderhandelaar. Nu is het van belang dat deze inspanningen worden vertaald naar werkelijke en concrete maatregelen.

Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken om te wijzen op het strategische belang van Turkije. Het Voorzitterschap is het met het Parlement eens dat Turkije moet worden geprezen om de vooruitgang die het heeft geboekt op het gebied van energie. Wij zullen onderzoeken hoe we op dit cruciale terrein verdere stappen kunnen zetten, met name ten aanzien van volledige steun voor het Nabucco-pijplijnproject.

Wat betreft de vorderingen van Turkije richting toetreding willen we er graag duidelijk op wijzen dat vooruitgang op het gebied van vrijheid van meningsuiting essentieel is voor de vooruitgang van de onderhandelingen in het algemeen. Naast de welkome amendementen op artikel 301 van het wetboek van strafrecht, die een positieve invloed hebben gehad, zijn er nog een aantal wettelijke voorschriften van kracht die op dit vlak tot beperkingen kunnen leiden. Het verbieden van bepaalde websites, waarbij de duur van de verboden vaak niet naar verhouding is, blijft een bron van zorgen. Bovendien zijn geschikte juridische oplossingen vereist om religieus pluralisme in lijn te brengen met de Europese normen.

Er moet een uitgebreide strategie voor de bestrijding van corruptie worden ontwikkeld. We zijn ook bezorgd over het toenemend aantal folteringen en mishandelingen, met name buiten officiële detentie-inrichtingen. De wet inzake de plichten en wettelijke bevoegdheden van de politie, die in 2007 is gewijzigd, moet scherp onder controle worden gehouden teneinde schendingen van de mensenrechten te voorkomen. De bekrachtiging van het protocol bij het Verdrag tegen foltering is van vitaal belang.

Wat betreft het zuidoosten van Turkije verwelkomen wij de bekendmaking van de richtsnoeren en de algemene inhoud van het Project voor Zuid-Oost-Anatolië. Nu zijn we in afwachting van concrete stappen richting economische, sociale en culturele ontwikkeling van de regio. Hierbij moeten ook aloude problemen worden aangepakt, zoals de terugkeer van intern ontheemden of de kwestie van de dorpswachters.

Wat betreft de betrekkingen EU-Turkije is het duidelijk dat Turkije moet voldoen aan zijn plicht om het aanvullend protocol volledig en zonder discriminatie ten uitvoer te leggen. Dit is een belangrijke aangelegenheid, zoals u in uw verslag heeft benadrukt, die bovendien zo spoedig mogelijk moet worden aangepakt, aangezien het tempo van de toetredingsonderhandelingen duidelijk hierdoor wordt beïnvloedt. De punten die worden behandeld in de verklaring van 21 september 2005 zullen doorlopend worden opgevolgd, en hierbij wordt gerekend op vooruitgang binnen korte termijn.

Verder dient Turkije zich ten volle in te zetten voor goede betrekkingen met de buurlanden en vreedzame regeling van conflicten.

Ondanks al deze moeilijkheden wordt op een aantal terreinen voortdurend vooruitgang geboekt. Momenteel is Turkije bezig met aanpassingen voor hoofdstuk 16 over belastingen en hoofdstuk 19 over sociaal beleid en werkgelegenheid. Ondanks het feit dat de onderhandelingen complexer worden naarmate ze vorderen, richt het Tsjechische voorzitterschap zich op vooruitgang bij de hoofdstukken waarvoor vooruitgang daadwerkelijk mogelijk is. Daarnaast besteedt het voorzitterschap extra aandacht aan het maken van vorderingen bij hoofdstuk 15 over energie, in overeenstemming met energiekwesties, omdat dit een van onze prioriteiten is.

Tot slot ga ik het hebben over de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Dit is een dynamisch land met een aanzienlijk potentieel, maar het staat ook voor een aantal grote uitdagingen. In uw verslag zijn deze twee punten op lovenwaardige manier uiteengezet. In feite bevat het verslag veel elementen waar de Raad is het mee eens is.

In uw verslag wordt sterk de aandacht gevestigd op het vastleggen van een datum voor het begin van de toetredingsonderhandelingen. U hebt ook zeer terecht benadrukt dat alle partijen op korte termijn een wederzijds aanvaardbare oplossing voor de kwestie van de naam wensen te vinden.

Wat betreft de recente ontwikkelingen zijn de vroege verkiezingen in juni 2008 in verschillende fasen gehouden nadat zich ernstige problemen hadden voorgedaan bij zowel het opstarten van de verkiezingen als op de oorspronkelijke verkiezingsdag 1 juni. De OVSE/ODIHR en de Raad van Europa hebben vastgesteld dat het bestuur "niet in staat was gewelddaden te voorkomen" bij de voorbereiding van de verkiezingen en dat de verkiezingen niet in overeenstemming waren met een aantal belangrijke internationale normen.

Naar aanleiding hiervan hebben wij de regering en alle politieke spelers gewezen op het belang van het oplossen van deze kernproblemen bij de voorbereiding van de presidents- en gemeenteverkiezingen die over een paar dagen worden gehouden. Wij hebben de indruk dat deze boodschap is begrepen en dat vergaande inspanningen zijn verricht om verstoringen te voorkomen. We zullen zien of deze inspanningen vruchten zullen afwerpen.

Het voortgangsverslag 2008 van de Commissie is nuttig. Wij hebben kennis genomen van de blauwdruk die de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië heeft opgesteld. Dit is een uitgebreide tekst waarin wordt verklaard dat serieuze inspanningen zullen worden verricht om de aanbevelingen van de Commissie op te volgen. Tegen de achtergrond van de regio in zijn geheel moeten het document en het werk dat eraan is voorafgegaan, positief worden beoordeeld.

De interne cohesie van deze multi-etnische staat is vanzelfsprekend bepalend voor de verdere ontwikkeling. Daarom wil ik het belang dat het Parlement hecht aan de kaderovereenkomst van Ohrid onderschrijven. Deze overeenkomst is van centraal belang geweest om te voorkomen dat het land in conflictsituaties terecht komt en om het te begeleiden in zijn weg naar een bredere Europese integratie.

Wat visumliberalisering betreft bevinden we ons thans in een evaluatiefase, waarover ik geen voortijdig oordeel wens te geven. Uit persoonlijk oogpunt wil ik alleen maar zeggen dat ik veel waardering koester voor de hoop en aspiraties van gewone burgers van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die graag weer in staat willen zijn vrij te reizen. De essentiële voorwaarde blijft echter de bereidwilligheid van het land om te voldoen aan de specifieke criteria van het draaiboek voor visumliberalisering. Ik hoop persoonlijk dat er binnenkort positieve ontwikkelingen kunnen worden waargenomen.

Dit brengt mij tot een van de belangrijkste punten in uw verslag en resolutie. Het Tsjechische voorzitterschap zet zich ten volle in voor het Europese perspectief voor de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Verdere vooruitgang in deze richting is haalbaar, maar de belangrijkste doelstellingen van het toetredingspartnerschap moeten worden behaald en er moet worden aangetoond dat de verkiezingen goed worden georganiseerd, anders dan in 2008. Deze punten zal de Commissie in haar volgende voortgangsverslag beoordelen. Wij kijken uit naar dit verslag en naar verdere ontwikkelingen in Skopje.

 
  
  

VOORZITTER: MIGUEL ANGEL MARTÍNEZ MARTÍNEZ
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Olli Rehn, Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, het debat van vandaag biedt een uitstekende kans om weer een blik te werpen op het toetredingsproces van de drie kandidaat-lidstaten.

Laat ik beginnen met Kroatië. De ontwerpresolutie van de heer Swoboda gaat in op de grootste uitdagingen waar Kroatië dezer dagen mee wordt geconfronteerd. Ik ben het volledig eens met vice-premier Vondra dat de toetredingsonderhandelingen met Kroatië over het algemeen goed zijn voorlopen sinds het begin in oktober 2005, en juist om die reden heeft de Commissie in november 2008 een indicatief draaiboek voorgesteld voor het bereiken van de laatste fase van de toetredingsonderhandelingen tegen het eind van 2009, mits Kroatië aan de vereiste voorwaarden voldoet.

Ook op dit punt ben ik het eens met de analyse van uw rapporteur en de heer Vondra betreffende de toekomstige uitdagingen zoals de hervorming van het rechtssysteem, de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie, alsmede en de hervorming van de scheepsbouwsector en het zorgen voor overeenstemming hiervan met onze regeling inzake staatssteun en ons mededingingsbeleid.

Helaas zijn de toetredingsonderhandelingen met Kroatië tot stilstand gekomen in verband met het grensconflict. Wij hebben ons samen met het Tsjechische voorzitterschap hiermee bezig gehouden en waarderen de steun van het voorzitterschap bij onze pogingen om een reële oplossing te vinden.

Hoewel dit een bilaterale kwestie is, is het een Europees probleem geworden, en daarom heeft de Commissie het initiatief genomen om Europese steun te bieden om het grensconflict op te lossen en zodoende de toetredingsonderhandelingen met Kroatië te kunnen vervolgen, in de veronderstelling dat beide partijen dergelijke steun nuttig zouden vinden.

Dat is de boodschap waarmee ik in januari naar Ljubljana en Zagreb ben gegaan. Sindsdien heb ik met beide ministers van buitenlandse zaken de voorwaarden van dergelijke steun besproken – onlangs nog in een trilaterale bijeenkomst gisterenavond –, nadat beide regeringen een besluit hadden genomen over ons initiatief.

Ik ben verheugd over het feit dat beide landen in beginsel hun goedkeuring geven aan deze Europese steun, die zal worden verleend door een groep deskundigen onder leiding van voorzitter Martti Ahtisaari. Gisteren hebben we in onze gesprekken geprobeerd overeenstemming te bereiken over de voorwaarden van deze steun. We hebben afgesproken de gesprekken op korte termijn te vervolgen. Dit werk is dus nog in ontwikkeling.

Graag wil ik erop wijzen dat de Commissie bij haar werkzaamheden heeft gesteund op het onderhandelingskader, de feitelijke basis van het EU-toetredingsproces van Kroatië, zoals dit door Kroatië en alle EU-lidstaten, inclusief Slovenië, is overeengekomen.

Door instemming met en aanneming van het onderhandelingskader zijn zowel Kroatië als Slovenië ermee akkoord gegaan om eventuele grensconflicten op te lossen conform het beginsel van vreedzame regeling van conflicten in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties. Het VN-Handvest bepaalt dat, en ik citeer, want dit is van bijzonder belang: "The parties to any dispute (...) shall (...) seek a solution by negotiation, enquiry, mediation, conciliation, arbitration, judicial settlement, resort to regional agencies or arrangements, or other peaceful means of their own choice" (De partijen van een conflict (…) dienen (…) een oplossing te zoeken door middel van onderhandelingen, onderzoek, bemiddeling, verzoening, arbitrage, gerechtelijke schikking, hulp van regionale agentschappen of regelingen, of andere vreedzame middelen naar hun keuze).

Deze bepaling in het VN-Handvest leidt tot twee conclusies van even groot belang. Ten eerste hebben de partijen vrije keuze tussen de in het VN-Handvest weergegeven methoden. Het initiatief van de Commissie valt zonder twijfel onder deze methoden.

Ten tweede moeten ze het onderling eens worden, ongeacht welke van de methoden in het VN-Handvest ze kiezen. Ik hoop werkelijk dat dit liever vroeg dan laat gebeurt. Het voorstel van de Commissie biedt hiervoor een zeer solide basis en een reële stap vooruit.

Samengevat is de doelstelling van de Commissie dus het oplossen van het grensconflict en parallel daaraan het deblokkeren van de EU-toetredingsonderhandelingen van Kroatië, zodat Kroatië in staat is te voldoen aan het tijdschema voor het afronden van de technische onderhandelingen voor eind 2009.

Ik ben ingenomen met de zorgvuldig uitgebalanceerde resolutie over Turkije en steun het initiatief van het voorzitterschap om de hoofdstukken te openen die technisch klaar zijn om te worden geopend. Wij hebben helaas opgemerkt dat de politieke hervormingen in Turkije in de afgelopen jaren een zekere vertraging hebben opgelopen. Desalniettemin – en hierover ben ik het eens met uw rapporteur – zijn er sinds eind vorig jaar en begin dit jaar bepaalde positieve ontwikkelingen bereikt, zoals de lancering van een nieuwe televisiezender met uitzendingen in de Koerdische taal en de oprichting van een parlementaire commissie voor gendergelijkheid. Daarnaast zijn ook het nieuwe "Nationale programma voor de overname van het acquis" en de benoeming van een nieuwe permanente hoofdonderhandelaar stappen in de juiste richting.

Ook het feit dat minister-president Erdogan en de leider van de grootste oppositiepartij, Deniz Baykal, tijdens hun recente bezoek aan Brussel te kennen hebben gegeven zich in te zetten voor het EU-toetredingsproces van Turkije, is voor mij hoopgevend. Ik hoop dat deze ontwikkelingen zullen leiden tot een sterke politieke en maatschappelijke eensgezindheid om met nieuwe kracht en energie aan de EU-hervormingen te werken.

Dit hangt nauw samen met de vrijheid van meningsuiting, een kernwaarde in Europa. Een open en transparante relatie tussen de pers en de openbare instellingen is namelijk fundamenteel voor de kwaliteit van het democratische debat in een land. Dit geldt in het bijzonder voor een land als Turkije, dat bezig is met een moeilijk proces van verandering en hervorming. De Commissie houdt daarom scherp in de gaten of de persvrijheid in Turkije daadwerkelijk wordt gewaarborgd. De persvrijheid moet volkomen worden geëerbiedigd, aangezien deze direct ten grondslag ligt aan een vrije maatschappij, en daarmee aan de voortgang van het democratiseringsproces van Turkije.

Ik zal een paar woorden wijden aan Cyprus. Dit jaar is er een unieke kans om het eiland te herenigen en een einde te maken aan dit langdurige conflict op Europese bodem. Het is essentieel dat Turkije de lopende onderhandelingen tussen de leiders van de twee gemeenschappen in Cyprus proactief ondersteunt.

Voor wat betreft de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wil ik de heer Meijer en de schaduwrapporteurs bedanken voor de zeer evenwichtige resolutie. Ik betreur het eveneens dat er drie jaar na de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat van de EU nog geen begin met toetredingsonderhandelingen gemaakt is.

De belangrijkste voorwaarde die hiervoor moet worden vervuld, is de overeenstemming met internationale normen voor het houden van eerlijke en vrije verkiezingen. Dit is een essentiële eis om te kunnen voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen; de presidents- en gemeenteverkiezingen in maart en april zullen dan ook een moment van de waarheid worden.

Ik sluit me aan bij het positieve oordeel in uw ontwerpresolutie over de vordering van Skopje bij de tenuitvoerlegging van het draaiboek voor visumliberalisering. De Commissie is nog altijd voornemens bij de Raad een voorstel in te dienen voor visumvrijstelling in 2009 wanneer alle landen in de regio aan de voorwaarden voldoen. Ik weet hoe belangrijke dit is voor de gewone burgers van de westelijke Balkan.

Samenvattend wil ik zeggen dat wij ons in het belang van stabiliteit, vrede, vrijheid en democratie zullen blijven inzetten voor een geleidelijke, geslaagde toetreding van de drie kandidaat-lidstaten, ongeacht de problematische tijden voor de economie. Ik vertrouw erop dat ook het Parlement dit zeer waardevolle gemeenschappelijke doel verder zal nastreven.

 
  
MPphoto
 

  Hannes Swoboda (PSE), auteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, ik zou in eerste instantie en hoofdzakelijk over Kroatië willen spreken. Kroatië heeft op een hele reeks gebieden vooruitgang geboekt. Ik ben erg dankbaar voor de inspanningen in Kroatië zelf, met name wat betreft de justitiehervorming. Op dat gebied moesten er noodzakelijke verbeteringen worden doorgevoerd en door de benoeming van twee nieuwe ministers zijn er dingen in gang gezet. Ik weet dat ministers niet alles kunnen bewerkstelligen, maar er zijn essentiële initiatieven genomen op het gebied van de corruptiebestrijding en de bestrijding van de grensoverschrijdende criminaliteit.

Ten tweede wil ik wat betreft de samenwerking met het Internationaal Strafhof duidelijk stellen dat ik natuurlijk verwacht dat Kroatië alle noodzakelijke stappen zal nemen. Er zijn conflicten geweest over verschillende commandostructuren en bijbehorende documenten, maar ik hoop dat deze kwesties in de komende dagen kunnen worden opgehelderd, zodat ze geen aanleiding geven tot onderbreking of vertraging van de onderhandelingen.

Ten derde heeft Kroatië met betrekking tot de economische hervormingen ook reeds enkele initiatieven genomen. De plannen verheugen mij ten zeerste, ook wat betreft de scheepvaartsector. Dit is niet eenvoudig, maar we kunnen stellen dat hier de essentiële fundamenten gelegd zijn. Verder verheugt het mij dat het is gelukt om ook met de werknemers in de scheepvaartsector de nodige overeenkomsten te bereiken. Deze hervormingen zullen pijnlijk zijn, maar ze zijn noodzakelijk en ze kunnen op een verstandige manier worden doorgevoerd.

Dan kom ik nu op de grote kwestie, die hier steeds opnieuw voor controverse zorgt, namelijk de kwestie van het grensconflict. Mijnheer de commissaris, ik moet u helaas zeggen dat het mij een beetje teleurstelt dat u zich met deze kwestie bent gaan bezighouden zonder overleg te plegen met het Parlement. Ik heb u de documenten doen toekomen, maar u hebt op geen enkele wijze geantwoord. We zouden vermoedelijk al verder zijn geweest, als u deze kwesties met meer tact had behandeld. Niettemin wil ik om misverstanden te vermijden zeggen dat ik uw voorstel voor bemiddeling absoluut steun. Toch zouden we meer hebben hunnen bereiken, als er vooraf al een duidelijke verklaring was afgegeven met betrekking tot het belang van het internationale recht in plaats van achteraf.

We bevinden ons in een lastig parket. Het is duidelijk dat er aan beide zijden iets moet gebeuren. Uw oorspronkelijke voorstel was, in elk geval in de formulering ervan, niet het best mogelijke voorstel. Ik zou ook graag hebben gezien dat u juist met het Parlement en ook met de rapporteur nauwer contact had gehouden. Dan hadden we namelijk gezamenlijk wellicht ook meer kunnen bereiken. Helaas is dat niet gebeurd, maar dat is niet waar het in dit debat in hoofdzaak om gaat. De hoofdzaak binnen dit debat is de vraag hoe we nu verdere vooruitgang kunnen boeken.

We boeken vooruitgang. Dat is waarschijnlijk de formulering die ik morgen aan het Parlement zal voorstellen. We zullen zeggen dat deze bemiddeling die u hebt voorgesteld – zo is het nu eenmaal en ik sta er ook volledig achter – gebaseerd moet zijn op het internationale recht, waaronder de billijkheidsbeginselen. Beide partijen moeten elkaar in deze richting tegemoet zien te komen. Beide partijen, Kroatië en Slovenië, moeten erkennen dat het internationale recht noodzakelijk is, maar dat natuurlijk ook de billijkheidsbeginselen, redelijkheid, een passende oplossing – men zou het ook een politieke oplossing kunnen noemen – noodzakelijk zijn. Beide partijen moeten dit erkennen en eigenlijk is het een beetje triest dat we in een situatie zitten waarin we niet verder komen. We hebben nog met andere problemen op deze wereld te maken, met name ook in Europa, en daarom moet het mogelijk zijn deze problemen in wederzijds overleg op te lossen. Ondanks alle kritiek wens ik u natuurlijk veel succes in uw pogingen om beide partijen te overtuigen. Helaas heeft het gesprek van gisteren niet zo'n positief resultaat opgeleverd als nodig was, maar ik hoop dat dat binnenkort wel het geval zal zijn.

Verder wil ik nog een algemene opmerking maken, omdat dit ook van toepassing is op Macedonië: bilaterale problemen komen voor, maar mogen de uitbreidingsonderhandelingen niet blokkeren. Wat ons amendement betreft, en hierbij gaat het om iets dat soms verkeerd wordt begrepen: natuurlijk behoren bilaterale problemen geen deel uit te maken van de onderhandelingen en moeten ze buiten het onderhandelingskader blijven. Het gaat om de onderhandelingen tussen de Europese Unie en de afzonderlijke landen. Parallel daaraan moeten de bilaterale problemen worden opgelost, als beide partijen – in dit geval Macedonië en Griekenland – bereid zijn om de kwesties in overweging te nemen. Vanuit dit Parlement moeten we een duidelijk signaal afgeven dat in al deze conflicten beide partijen bereid moeten zijn om hun standpunt te heroverwegen. Het mag niet zo zijn dat de ene partij bereid is tot een compromis, terwijl de andere partij geen duimbreed toegeeft. In elk van deze gevallen moeten we duidelijk maken dat de bilaterale problemen de toetredingsonderhandelingen niet mogen blokkeren, maar dat er juist parallelle inspanningen moeten worden gedaan. Verder moet duidelijk zijn dat ook dit Parlement zich ervoor zal inspannen om beide partijen binnen de twee conflicten waar het hier om gaat ertoe te bewegen gezamenlijk naar een compromis te zoeken. Ik hoop dat we in dat geval een positief resultaat zullen bereiken.

 
  
MPphoto
 

  Ria Oomen-Ruijten, Auteur. − Voorzitter, laat mij beginnen met iedereen die bijgedragen heeft aan dit verslag van harte te bedanken. Ik heb hier een kritische, maar wel eerlijke evaluatie neergelegd van de voortgang die Turkije in 2008 heeft geboekt. Het is een verslag dat vele punten bevat, Turkije een spiegel voorhoudt, en slechts één heldere boodschap heeft, en wel dat er voor het derde opeenvolgende jaar te weinig is gebeurd qua politieke hervormingen.

Politieke hervormingen, het voldoen aan de criteria van Kopenhagen, dat is een absolute prioriteit. Het gaat niet om het openen van hoofdstukken. Het gaat om datgene wat de Europese burgers verenigt, de rechtsstaat, een onafhankelijke en onpartijdige justitie, de vrijheid van meningsuiting, een optimaal functionerende pers, een individueel burgerrecht voor elke burger. Voorzitter, op die punten moet er meer worden gedaan en als dat allemaal gebeurd is, dan worden er ook politieke hoofdstukken geopend.

Voorzitter, die politieke criteria invullen moet Turkije niet voor óns doen; de Turkse regering heeft haar eigen burgers bij haar aantreden gezegd dat het nodig is Turkije te moderniseren. Daarvoor zijn hervormingen van de politieke criteria nodig, want voor de opbouw van een sociaal georiënteerde markteconomie dienen mensen de mogelijkheid krijgen om hun creativiteit te beleven, dienen alle burgers dezelfde rechten te hebben. Daarom staan de politieke criteria nu centraal in ons verslag.

We zijn met de Commissie buitenlandse zaken, met de GPC, met iedereen daar geweest; ik heb toen het gevoel gekregen en óók een sprankje hoop gekregen dat er iets aan het veranderen is. Commissaris Rehn, u hebt dat ook al gezegd. Tien jaar geleden had ik me niet kunnen voorstellen dat er tv-uitzendingen in het Koerdisch zouden zijn. Ook dat is in het verslag neergelegd. De positieve rol van Turkije op de Kaukasus heb ik eveneens zeer gewaardeerd. Ik heb mijn waardering uitgesproken voor de eerste stappen in de richting van het openen van de grenzen met de Armeniërs, want ook de Armeniërs moeten worden verlost uit het isolement waarin ze nu zitten.

Voorzitter, er is een nationaal programma goedgekeurd om die hervormingen door te voeren; dit zijn allemaal positieve elementen en ik hoop van ganser harte dat Turkije nu zelf met grote voortvarendheid met de nieuwe onderhandelaar die hervormingen oppakt. Een modern en welvarend Turkije is van het allergrootste belang voor de Turkse bevolking, maar – en dat zeg ik in elke lidstaat in Europa – zeer zeker ook van groot belang voor ons allen in de Europese Unie.

Voorzitter, ik heb nog wat extra opmerkingen. We krijgen nogal eens berichten dat de mediavrijheid, de persvrijheid te wensen overlaat en dat de pers, wanneer zij haar vrijheden uitoefent, achteraf fiscale aanslagen of andersoortige maatregelen krijgt opgelegd. Dit moet veranderen.

Tot slot nog één punt, namelijk de amendementen die zijn ingediend. Ik zou de Socialistische Fractie willen vragen please don't do it, accepteer het verslag zoals het hier ligt. Wanneer er verbeteringen aangebracht moeten worden, akkoord, maar er moeten geen extra dingen worden gevraagd. Dat is nergens voor nodig en leidt alleen maar tot polarisatie hier in dit Huis.

 
  
MPphoto
 

  Erik Meijer, Auteur. − Voorzitter, uitbreiding van de Europese Unie is op dit ogenblik veel minder een prioriteit dan in de jaren die voorafgingen aan de grote uitbreidingen van 2004 en 2007. De publieke opinie in de bestaande lidstaten is daarover nu veel minder positief. Dat heeft veel te maken met verschillen in welvaart en in het niveau van salarissen, verschillen die kunnen leiden tot meer arbeidsmigratie vanuit armere lidstaten naar rijkere lidstaten.

Ook het probleem van de in de landen van voormalig Joegoslavië gehate visaverplichtingen heeft veel te maken met die vrees. Het leidt ertoe dat veel inwoners van deze landen, die tot 1992 gemakkelijk toegang kregen tot de huidige lidstaten van de Europese Unie, onze landen nu moeilijk kunnen bezoeken. Dat moet veranderen.

Als kandidaat-lidstaten hun best doen om zo snel mogelijk volwaardig lid te worden van de Europese Unie, kunnen ze daarbij fouten maken. Ter wille van dat doel heeft Macedonië in 2008 nieuwe wetgeving doorgevoerd in een ongewoon snel tempo, dat slecht past bij onze gangbare opvattingen over een zorgvuldige democratische besluitvorming.

De oppositie, verschillende niet-gouvernementele organisaties en individuele burgers klagen in verschillende gevallen over onzorgvuldig bestuur. Zij vinden dat de grootste regeringspartij meer vrijheid neemt dan past in een pluriforme samenleving, waarin de democratie meer betekent dan alleen het houden van verkiezingen. Er is kritiek op het niet registreren van klachten van burgers door de politie. Er bestaat verontwaardiging over het demonstratief arresteren van de burgemeester van de stad Strumitsa en van andere politici.

Ik stel voor om die kritiekpunten in de morgen aan te nemen resolutie niet te verzwijgen. Er is alle reden om hier openlijk uit te spreken dat nog lang niet alles goed gaat. Toch moeten we erkennen dat het in Macedonië niet slechter gaat dan in andere staten tijdens hun toetredingsonderhandelingen en soms zelfs na hun toetreding. Als de toetredingsonderhandelingen met Macedonië nu starten, duurt het nog minstens tot 2017, voordat dit land lid kan zijn.

Een jaar geleden stemde het Parlement voor mijn voorstel om die onderhandelingen zo spoedig mogelijk te laten beginnen. Daarna is de verstoring van de parlementsverkiezingen een argument geworden om eerst te wachten op de verkiezingen die binnenkort plaatsvinden voor de president en de gemeentebesturen. Verder uitstel heeft twee grote nadelen: de brede steun binnen Macedonië voor het EU-lidmaatschap zal afbrokkelen, de status van kandidaat-lid verliest in de toekomst zo elke betekenis.

Iedereen weet dat de naam Macedonië zonder toevoeging stuit op onoverkomelijke bezwaren van Griekenland. Voor Griekenland is deze buurstaat Noord-Macedonië, Hoog-Macedonië, Vardar-Macedonië of Skopje-Macedonië. Dat is een aanmerkelijk positievere opstelling dan die van vóór 2006, waarin Griekenland elk gebruik van de naam Macedonië voor de noorderburen wilde vermijden.

Juist Griekenland heeft er, veel meer dan andere lidstaten, belang bij dat dit noordelijke buurland zo snel mogelijk toetreedt tot de Europese Unie. Daarvoor moet zo snel mogelijk door beide staten een oplossing worden overeengekomen. Het alternatief is dat beide staten blijven wachten tot de andere staat als eerste een grote concessie doet, maar die andere staat kan niet als enige dwars tegen de binnenlandse publieke opinie ingaan.

We moeten niet naar een toestand waarin volksreferenda gaan uitspreken dat men geen compromis met het buurland wil sluiten. Zo lang geen compromis wordt gevonden, zullen mijn opvolgers als rapporteur nog decennia lang jaarlijks moeten blijven melden dat vooruitgang niet mogelijk is.

Tot slot, Voorzitter, ook het andere bilaterale meningsverschil tussen Slovenië en Kroatië moet snel worden opgelost. In 2011 moet Kroatië een volwaardige lidstaat kunnen zijn. Staatssteun voor de scheepsbouw mag geen belemmering zijn als het andere lidstaten is toegestaan om staatssteun te geven aan hun banken of hun auto-industrie. De werkgelegenheid in Pula, Rijeka en Split moet behouden kunnen blijven.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, in dit debat over uitbreiding moeten we drie doorslaggevende onjuistheden rechtzetten. Ten eerste is Turkije geen Europees Land, maar ligt het in Klein-Azië. Het land is, zo heeft de voorzitter van de Raad terecht opgemerkt, een partner van strategisch belang, en daarom hebben we behoefte aan een strategisch partnerschap en niet aan toetreding tot de EU.

Ten tweede hebben de problemen waarmee Macedonië geconfronteerd wordt niets te maken met het feit dat de democratie daar zogenaamd niet functioneert, mijnheer de commissaris, want ik was bij de verkiezingen aanwezig en die verliepen uitstekend met alleen problemen bij een zeer kleine minderheid binnen de minderheid. De problemen van Macedonië hebben daarentegen te maken met die verschrikkelijke kwestie van de benaming, die misbruikt wordt voor wederzijdse chantage.

Ten derde is Kroatië er reeds lange tijd klaar voor om toe te treden tot de Europese Unie. We zouden de onderhandelingen zonder meer dit jaar kunnen afronden, zoals het Europees Parlement meermaals geëist heeft en vermoedelijk morgen opnieuw zal eisen. Dat het nog niet zover is, ligt uitsluitend aan een blokkade door Slovenië in de Raad. Mijnheer de voorzitter van de Raad en mijnheer de commissaris, ik doe een beroep op u beiden om er door een verstandige oplossing voor te zorgen dat deze blokkade eindelijk wordt opgeheven. De grenskwestie is precies dezelfde als die waar we destijds genoegen mee hebben genomen, toen Slovenië toetrad. We kunnen niet het ene land toestaan om toe treden ondanks een openstaande kwestie en het andere land niet.

Derhalve zou ik ervoor willen pleiten dat we de Slovenen en Kroaten helpen een verstandige oplossing voor de grenskwestie te vinden, maar tegelijkertijd alle onderhandelingshoofdstukken te openen. Het ene heeft niets met het andere te maken en het openen van de onderhandelingshoofdstukken vormt de voorwaarde om dit jaar een positief resultaat met een uitstekende en voorbeeldige kandidaat-lidstaat te bereiken.

Wat de oplossing voor de bilaterale kwestie betreft, waar we onze ondersteuning aanbieden, verzoek ik u, mijnheer de commissaris, om u in te spannen voor een objectieve arbitrage. Uw woordvoerster heeft op maandag zelf gezegd dat dit op basis van international law and jurisprudence zou kunnen plaatsvinden. Ik wil u vragen of u deze formulering passend vindt om hier tot een compromis tussen beide partijen te komen.

Ik zou deze formulering in ieder geval ...

(De Voorzitter ontneemt de spreker het woord)

 
  
MPphoto
 

  Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie. – Voorzitter, ik wil graag een aantal opmerkingen maken over het heel goede verslag van mijn collega Ria Oomen-Ruijten over Turkije. Mijn fractie onderschrijft de belangrijkste conclusie in het verslag, namelijk dat er de afgelopen tijd te weinig vooruitgang is geboekt.

Weliswaar was 2008 een turbulent jaar voor de Turkse politiek en die turbulentie zal er wel toe geleid hebben dat een aantal hervormingen niet zijn doorgegaan, dat het proces als zodanig voor een deel stil is komen te liggen. Nu die problemen in Turkije voor een deel zijn opgelost, hopen we dat de regering aan de hand van de plannen die ze op tafel heeft gelegd, vaart zal maken met datgene wat nodig is om het onderhandelingsproces met de Europese Unie geloofwaardig te houden. Ik wijs met name op het nationaal programma voor hervormingen, dat door de huidige regering is vastgesteld.

Onze fractie blijft de onderhandelingen met Turkije natuurlijk steunen en de onderhandelingen gaan wat ons betreft over lidmaatschap van de Europese Unie, ook al moeten we geen illusies hebben over de complexiteit van dat proces en de mogelijke duur ervan. Maar het kan niet zo zijn dat de impuls alleen maar van Turkije komt. Wij moeten ook als EU een betrouwbare partner blijven in dat proces.

Turkije is van strategisch belang voor de Europese Unie, met name vanwege onze energievoorziening en alles wat daarmee samenhangt, en we zijn als PSE-Fractie voor het openen van het energiehoofdstuk in het onderhandelingsproces. Maar uiteindelijk zal Turkije toch zelf de bulk van het werk moeten doen, en er zijn ook in het verslag van Ria Oomen-Ruijten heel veel punten waar wij kritisch naar gekeken hebben en waar we ook kritisch naar moeten blijven kijken.

Ik wil een paar punten uit dat uitstekende verslag lichten. De vrijheid van meningsuiting moet worden gegarandeerd. We zijn nog steeds niet tevreden over wat daar gebeurt. Recentelijk is er een internetactie geweest rond Armenië en de genocide; de manier waarop daar door de autoriteiten op wordt gereageerd, is toch een aantasting van die vrijheid.

Iets wat heel erg van belang is, wat we ook steeds willen herhalen en waarover wij als Europees Parlement geen enkele twijfel moeten laten bestaan, is dat wij een islamisering van Turkije nooit zullen accepteren, dat we het land uiteindelijk alleen maar zullen kunnen opnemen, op basis van het seculiere karakter zoals dat nu in de grondwet is vastgelegd.

Tot slot wil ik nog één opmerking maken. Er is door commissaris Rehn enigszins optimistisch gesproken over de onderhandelingen op Cyprus. Ik vind dat wij niets moeten doen, maar ook niets moeten nalaten om het succes van die gesprekken mede mogelijk te maken en we zullen ook een oproep moeten doen aan Turkije om niets te doen wat die processen, die gesprekken in de wielen kan rijden, want de partijen moeten daar in vrijheid kunnen onderhandelen over hoe ze hun gezamenlijke toekomst vorm willen geven. Ik kan alleen maar zeggen dat ik hoop dat het optimisme van commissaris Rehn gerechtvaardigd is.

 
  
MPphoto
 

  István Szent-Iványi, namens de ALDE-Fractie.(HU) Eind vorig jaar vonden er twee belangrijke ontwikkelingen plaats in het toetredingsproces van Kroatië. Enerzijds zette de Kroatische regering enkele belangrijke stappen op weg naar hervorming van het rechtsstelsel, door op te treden tegen de georganiseerde misdaad en resultaten te boeken in de bestrijding van corruptie. Tegelijkertijd stopten de toetredingsonderhandelingen vanwege het bilaterale grensgeschil. Dit heeft niet alleen gevolgen voor Kroatië, dames en heren, maar meer nog voor de geloofwaardigheid van het uitbreidingsproces. Dit soort gedrag brengt die geloofwaardigheid in gevaar en het is daarom van het grootste belang dat die obstakels zo snel mogelijk uit de weg worden geruimd. Het blokkeren van deze besprekingen geeft de uiterst gevaarlijke boodschap af, dat toetreding niet afhangt van de vraag of het land voldoet aan de voorwaarden, maar van het oplossen van bilaterale geschillen, waarin de ene, sterkere, partij zich wil doen gelden over de andere.

We zijn blij dat commissaris Olli Rehn bemiddeling heeft aanbevolen en het is hoopgevend dat Slovenië en Kroatië daar positief op hebben gereageerd. We hopen dat er zich geen redenen meer zullen voordoen om de toetredingsonderhandelingen te blokkeren. Wij blijven erin geloven dat de onderhandelingen tegen het eind van dit jaar kunnen worden afgerond, overeenkomstig het oorspronkelijke tijdschema. Er moeten daarvoor echter nog wel enkele inspanningen geleverd worden. We verwachten van Kroatië dat het alle zorg zal wegnemen over medewerking van het land met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, en dat het alle documenten zal overleggen waar het tribunaal om vraagt. Dat is van groot belang. Wat we ook belangrijk vinden, is ondersteuning bij het proces van terugkeer van vluchtelingen, de integratie van de Romaminderheid en het voltooien van het desegregatieprogramma. Daarnaast moet er goed gebruik worden gemaakt van de EU-fondsen, want daaraan heeft het nog wel eens geschort. Het oorspronkelijke tijdschema is nog steeds haalbaar. Dat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. We verwachten van zowel Kroatië als van de Europese Unie een constructieve opstelling, want dit is niet slechts een kwestie van gezamenlijke inspanning. De geloofwaardigheid van het hele uitbreidingsproces staat op het spel.

 
  
MPphoto
 

  Konrad Szymański, namens de UEN-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, allereerst zou ik mevrouw Oomen-Ruijten, de heer Swoboda en de heer Meijer willen feliciteren met hun zeer grondig voorbereide resoluties.

Wat Turkije betreft, het beeld dat van onze verstandhouding wordt geschetst in dit document is niet optimistisch, maar het is zeker wel de waarheid. Ik ben blij dat onze verwachtingen op het gebied van vrijheid van godsdienst voor de christelijke gemeenschappen in Turkije in de resolutie zijn gehandhaafd, waaronder het recht om les te geven, het recht om geestelijken op te leiden en ook de bescherming van de eigendommen van deze gemeenschappen. Ook met betrekking tot andere kwesties ondervinden we dat Turkije steeds weer zaken uitstelt, hetgeen tot groeiende irritatie leidt.

Ongeacht de toetredingsprocedure is Turkije een veelbelovende en belangrijke partner voor Europa op het gebied van veiligheid en energie. De pogingen van de regering van premier Erdogan en president Gül om de betrekkingen met de buurlanden van Turkije te verbeteren was de speerpunt van de Turkse politiek van de afgelopen tijd. Het is jammer dat deze pogingen ondermijnd werden door de overhaaste maatregelen jegens Israël. De pogingen om de ontwikkeling van de strategische samenwerking tussen de EU en Turkije, een zaak van onmiddellijk belang, te koppelen aan het onderhandelingsproces, dat om objectieve redenen is vertraagd, zijn ook verontrustend. Daarom begrijp ik het Turkse standpunt met betrekking tot Nabucco. We hebben hier een meer pragmatische aanpak nodig. De verleiding van chantage is een slechte raadgever.

Wat Kroatië betreft moeten we er alles aan doen om het tempo van de toetredingsprocedure te handhaven, dat voorziet dat Kroatië in 2009 tot de EU kan toetreden. De stabiliteit in dit gebied is nog steeds zwak. Het mag niet zo zijn dat grensgeschillen of eigendomsgeschillen de uitbreiding op de Balkan in de weg staan. Omwille van de stabiliteit in het gebied zouden we Kroatië zo snel mogelijk in het integratieproces moeten opnemen, en dan Servië, Macedonië en Montenegro, en misschien Kosovo en Albanië.

 
  
MPphoto
 

  Joost Lagendijk, namens de Verts/ALE-Fractie. – Voorzitter, collega's, over het verslag van collega Oomen-Ruijten kan ik kort zijn. Het is in hoofdlijnen een prima verslag dat de resterende problemen prima opsomt en als er sprake van vooruitgang is, dat ook zegt. Wat dat betreft alle lof voor de rapporteur.

Ik wil eerlijk gezegd van deze gelegenheid gebruikmaken om terug te blikken op vijf jaar relaties EU/Turkije in deze Parlementsperiode. Het jaar 2004, vijf jaar geleden, was terugkijkend eigenlijk het gouden jaar van de hervormingen die Turkije echt dichter bij de EU brachten. Het merkwaardige, en eerlijk gezegd ook wel een beetje treurige is dat sinds 2004 het tempo van de hervormingen te laag is, dat eigenlijk de bereidheid in de Europese Unie om Turkije een eerlijke kans te geven, is afgenomen en dat in Turkije het animo voor het lidmaatschap is teruggelopen.

In alle Parlementsverslagen over al die jaren is duidelijk wat de prioriteiten van het Parlement zijn als het gaat om cruciale hervormingen. Ten eerste de vrijheid van meningsuiting. Ja, het bekende artikel 301 is veranderd, maar de situatie is nog steeds onbevredigend. Het is zeer te betreuren dat websites, zoals YouTube, nog steeds niet toegankelijk zijn in Turkije, en er is een ontoelaatbare druk van de regering op een deel van de media.

Ten tweede de Koerdische problematiek. Er was in 2007 grote hoop dat er na de toetreding van de Koerdisch-nationalistische partij DTP een oplossing gevonden zou worden tussen de DTP en de AKP. Dat is helaas niet gebeurd.

Ten derde religieuze minderheden. Ja, er is de wet op de stichtingen, die voor een deel van de minderheden een oplossing biedt, maar voor een grote moslimminderheid, de Alevieten, is er helaas nog steeds geen oplossing. Óndanks al die ontoereikende vooruitgang is er in dit Parlement nog steeds een meerderheid die vóór toetreding is.

Ik denk dat de boodschap van dit debat en van de debatten in de afgelopen vijf jaar aan de Turkse regering zou moeten zijn dat die steun, ondanks de ontoereikende hervormingen, alléén zal blijven bestaan als er werkelijk snel op alle drie de terreinen nieuwe hervormingsvoorstellen worden gedaan.

Wat dat betreft, deel ik voor een deel het optimisme van de commissaris over de Koerdische tv, over de openingen die er zijn gemaakt tussen Turkije en Armenië; de wil tot hervorming van 2004 zal moeten terugkeren. Als dat gebeurt, ben ik er ook van overtuigd dat het optimisme in onze debatten en in de debatten in Turkije zal terugkeren.

 
  
MPphoto
 

  Adamos Adamou, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, het voortgangsverslag over Turkije en de evaluatie in december draaien om de vraag of dit land de criteria van Kopenhagen en de uit de associatieovereenkomst en het aanvullend protocol van Ankara voortvloeiende verplichtingen nakomt.

Het streven naar volledige toetreding – dat zowel voor Turkije als voor de Europese Unie belangrijk is – is de drijvende kracht achter een reeks hervormingen en veranderingen in het beleid van Turkije ten aanzien van de rechten van alle minderheden, de politieke oplossing van het Koerdisch vraagstuk, de erkenning van de genocide op de Armeniërs en de opheffing van het grensembargo tegen Armenië.

Turkije moet al zijn conventionele verplichtingen jegens de Europese Unie nakomen. Hetzelfde werd immers ook geëist van alle vorige toetredingslanden. Turkije houdt zich echter niet aan zijn conventionele verplichtingen jegens de Unie met betrekking tot de lidstaat Republiek Cyprus. Het weigert de havens en luchthavens te openen voor schepen en vliegtuigen van Cyprus en zijn veto tegen deelname van Cyprus aan internationale organisaties in te trekken. Turkije wil weliswaar voor moderator spelen in het gebied, maar het blijft met de bezetting van Cyprus het internationale recht schenden.

Wij zitten nu midden in onderhandelingen over de oplossing van de kwestie-Cyprus op basis van een uit twee zones en twee gemeenschappen bestaande federatie waarbinnen politieke gelijkheid bestaat. Zo is dit ook geformuleerd in de resoluties van de VN en in het internationaal en Europees recht. De Unie moet derhalve aandringen op haar principestandpunten en meer druk uitoefenen op Turkije, opdat het echte vooruitgang in de onderhandelingen mogelijk maakt, een einde maakt aan de bezetting en de noodzakelijke stappen zet voor de opheldering van het lot van de vermisten. Wij hebben dit vraagstuk opnieuw aan de orde gesteld met een amendement, ofschoon er een aparte resolutie is opgesteld over de vermisten naar aanleiding van de recente verklaringen van de Turkse soldaat Olgac dat hij in 1974 tien Grieks-Cyprische krijgsgevangenen – die nog steeds vermist zijn – had vermoord. Dit is een zuiver humanitaire aangelegenheid die niets aan belang inboet, hoe vaak wij dit ook herhalen

Het energiehoofdstuk kan niet worden geopend zolang Turkije de Republiek Cyprus blijft dwarsbomen in de uitoefening van haar soevereine rechten in de exclusieve economische zone. Ik heb in uw verklaringen, mijnheer de commissaris, gelezen dat de Commissie ongerust is over het feit dat Turkse gevechtsvliegtuigen schepen intimideren die onderzoek verrichten naar koolwaterstoffen in de exclusieve economische zone van Cyprus. Ook hebt u verklaard dat de Raad in zijn conclusies van 8 december 2008 Turkije afraadt om te dreigen, wrijving te veroorzaken of daden te verrichten die een negatieve weerslag zouden kunnen hebben op de goede nabuurschapbetrekkingen en een vreedzame oplossing van de conflicten in de weg zouden kunnen staan.

Het zou goed zijn, mijnheer de commissaris, indien u druk uitoefende op Turkije. Die druk moet dan wel de juiste richting hebben, dat wil zeggen de richting die uzelf in uw verklaringen hebt aangegeven. Voor dit vraagstuk hebben wij een amendement ingediend dat inhoudelijk volledig overeenstemt met uw verklaringen, mijnheer de commissaris, en dus ook met de verklaringen van de Europese Commissie.

 
  
MPphoto
 

  Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie. – Voorzitter, rapporteur mevrouw Oomen-Ruijten richt zich in paragraaf 17 tot de hele Turkse samenleving om vrijheid van godsdienst volop in praktijk te brengen. Ik sluit mij bij deze oproep volmondig aan, want het raakt hier een essentieel toetredingscriterium voor Turkije én de Europese Unie.

Intussen wedijveren met name het Turkse onderwijs en de Turkse mediawereld in de verspreiding van de stereotype karikatuur van inheemse christenen, van Turkse christenen, als vijanden van de eigen natie, als handlangers van westerse machten, die het vaderland opnieuw wensen te koloniseren en onderling wensen te verdelen. Commissaris, spreekt u de passieve Turkse overheid, de verantwoordelijke Turkse overheid ook aan op dit toetredingsobstakel?

En dan, commissaris, nog een tweede vraag. Alle Turkse identiteitspapieren vermelden de religie van staatsburgers. Dé oorzaak tegelijk van veelvormige maatschappelijke discriminatie van Turkse christenen. Ampel reden, commissaris, om bij uw Turkse gesprekspartner op onmiddellijke schrapping van deze rubriek in officiële documenten aan te dringen.

 
  
MPphoto
 

  Luca Romagnoli (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het ziet er inderdaad naar uit dat Kroatië redelijke vooruitgang heeft geboekt bij het aannemen van wetgevingsteksten ter bestrijding van discriminatie. Maar alvorens onze waardering te uiten voor hetgeen in de resolutie wordt verklaard, moeten wij nagaan in hoeverre de wetten worden toegepast. Bijvoorbeeld de toegang tot onroerendgoedbezit en met name de mogelijkheden voor Italiaanse investeringen lijken mij niet direct wijzen op reële vooruitgang. Ik ga niet akkoord met de resolutie: hoewel er staat dat de geboekte vooruitgang ontoereikend is en dat Kroatië niet consequent inhaakt op het acquis communautaire, pleit men toch voor toetreding van het land. Ik vind dat veel te vroeg. Laten zij eerst maar eens teruggeven wat zij sinds 1947 onze vluchtelingen uit Istrië en Dalmatië hebben afgepakt; daarna pas kunnen wij het hebben over toetreding.

 
  
MPphoto
 

  Anna Ibrisagic (PPE-DE). - (SV) Mijnheer de voorzitter, de resolutie over de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is volgens mij een evenwichtige tekst en ik wil de heer Meijer bedanken omdat hij zich bij het opstellen van de resolutie geconcentreerd heeft op de gerealiseerde hervormingen en bereikte doelstellingen en op de kwesties die nog meer inspanning vereisen. Het doet mij met name plezier dat de resolutie het duidelijk signaal zendt dat de huidige situatie na drie jaar wachten op de start van de onderhandelingen erg onrustwekkend en onaanvaardbaar is. Het staat als een paal boven water dat de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een Europese staat is die in de Europese Unie thuishoort.

Wanneer wij deze kwestie in het Europees Parlement behandelen, vermijd ik meestal in te gaan op het conflict tussen Griekenland en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de naam. Ik vind dat er veel andere kwesties zijn die diepgaander zouden moeten worden besproken en die nooit aan bod komen, doordat het conflict over de naam disproportioneel veel tijd in beslag neemt. Maar nu, na een aantal amendementen te hebben gelezen, voel ik de behoefte om met klem te onderstrepen dat het niet aanvaardbaar is, welk bilateraal conflict dan ook te misbruiken om het voor een land moeilijker te maken sneller aan zijn Europese integratie te werken of om zijn deelname in internationale instellingen te verhinderen.

Er zijn vele landen die bilaterale conflicten kennen of hebben gekend, en wij willen allemaal dat die conflicten zo snel mogelijk opgelost worden op een manier die voor beide partijen aanvaardbaar is, maar voor het zover is, zou men elkaar volgens mij in het Europese integratieproces geen stokken in de wielen mogen steken, en zeker niet wanneer het gaat om landen die zich vanuit geografisch en politiek standpunt in een gevoelige situatie bevinden.

 
  
MPphoto
 

  Józef Pinior (PSE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, voor het derde jaar op rij treed ik op als rapporteur voor de Sociaal-Democratische Fractie in het Europees Parlement met betrekking tot het voortgangsverslag voor de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonië. Ik moet zeggen dat de toestand rond Macedonië doet denken aan een scene uit een klassieke Griekse tragedie. Hoewel alle partijen blijk geven van goede wil, blijft het hier ook bij. Drie jaar geleden was ik ervan overtuigd dat we aan het einde van de huidige zittingsperiode, succesvolle onderhandelingen zouden voeren met Macedonië over toetreding tot de Europese Unie. Dit is niet gebeurd. Het grootste probleem is de naamskwestie. Ongeacht het feit dat dit een bilaterale kwestie is die losstaat van de criteria van Kopenhagen, beïnvloedt ze de politieke situatie tijdens de toetredingsonderhandelingen met Macedonië. Griekenland is bereidwillig, Macedonië zelf is bereidwillig, maar het is al jaren onmogelijk om tot een vergelijk te komen met betrekking tot deze kwestie. Als rapporteur van dit verslag voor de Sociaal-Democratische Fractie, kan ik alleen de hoop uitspreken dat dit probleem opgelost wordt met het oog op de belangen van de Europese Unie, Macedonië en Griekenland.

Er is een probleem met de stabiliteit van politieke instellingen in Macedonië. Dit zien we heel duidelijk. Ook zien we erg duidelijk de politieke wil van de samenleving, de autoriteiten en politieke fracties in een land dat hard op weg is een band met de Europese Unie tot stand te brengen. De Raad zou moeten besluiten om de toetredingsonderhandelingen voor het eind van 2009 van start te laten gaan, maar dit zou afhankelijk moeten zijn van de volledige verwezenlijking van de belangrijkste prioriteiten uit eerdere afspraken. In dit opzicht zijn de aanstaande presidentiële en lokale verkiezingen in Macedonië erg belangrijk. Wij zullen de verkiezingen nauwlettend volgen in het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u voor deze opheldering. Griekenland is in 1981 toegetreden tot de Europese Unie en het lidmaatschap heeft het land veel voordelen bezorgd, wat mij groot genoegen doet. Maar bijna dertig jaar later wil Macedonië natuurlijk lid worden van de Europese Unie en profiteren van dezelfde voordelen. Het zou daarom niet meer dan terecht zijn dat Griekenland als buurland in de Balkan zijn volle solidariteit uitspreekt en zich inzet om een klein land als Macedonië te helpen zijn ambities waar te maken.

Maar omdat het zelf een provincie heeft met de naam Macedonië, verzet Griekenland zich tegen het gebruik van de naam "Republiek Macedonië" zonder toevoeging, en dringt aan op het gebruik van "Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië", of de Engelse afkorting FYROM. Maar waarom dringt Griekenland er dan omwille van de consistentie ook niet op aan om voor Estland als officiële naam "Voormalige Sovjetrepubliek Estland" te gebruiken?

Ik betreur dan ook dat Griekenland nu overweegt vanwege dit probleem zijn veto te gebruiken voor het lidmaatschap van Macedonië. Ik vrees dat Griekenland zich hiermee belachelijk zal maken en roep de regering in Athene op haar standpunt af te zwakken. Ik sta in dit Parlement en bij mijn achterban bekend als een Griekenlandliefhebber en een vriend van Griekse en Cypriotische Parlementsleden, maar ik ben ook lid van de onlangs opgerichte "Vrienden van Macedonië" van het Europees Parlement. Laten we dit aanhoudende probleem snel en verstandig oplossen. Ik wil het Parlement ook vragen een delegatie afgevaardigden naar Macedonië te sturen om de aanstaande presidentsverkiezingen te observeren en bij te dragen aan een gerechtvaardigde uitslag.

Ten aanzien van de naderende EU-toetreding van Kroatië is het te betreuren dat de grensconflicten met Slovenië nog altijd voortduren. Net zoals bij Griekenland en Macedonië moeten deze hindernissen op bilateraal niveau worden opgelost en niet in het EU-toetredingsproces worden betrokken.

Slovenië is lid geworden van de Europese Unie terwijl het nog onopgeloste geschillen had met Italië. Italië heeft toen voor Slovenië de weg naar toetreding niet geblokkeerd, dus ik zie geen reden waarom Kroatië wel moet worden tegengehouden. In een soortgelijke situatie in de toekomst zou ik nooit dulden dat Kroatië met zijn veto de toetreding van Servië tegenhoudt vanwege territoriale conflicten.

Wat mijn kiezers die last hebben van uitbreidingsmoeheid op dit moment meer zorgen baart, is de omvang van de georganiseerde misdaad en corruptie in Kroatië. De regering moet het absoluut tot een nationale prioriteit van maken om die uit te roeien.

 
  
  

VOORZITTER: MARTINE ROURE
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Alexander Graf Lambsdorff (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil ten eerste opmerken dat ik namens mijn fractie over het onderwerp Turkije spreek en niet namens mijzelf. Voor de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie is de ontwikkeling in Turkije zorgwekkend. In drie jaar tijd is er niet alleen te weinig vooruitgang geboekt in het tempo van de hervormingen, maar er zijn zelfs een paar stappen terug gezet. Zoals commissaris Rehn hier terecht heeft vastgesteld, is de persvrijheid een kernwaarde van de Europese Unie. In een land dat wil toetreden tot de EU moet het respect voor de persvrijheid boven iedere twijfel verheven zijn.

Echter, wat we zien is iets anders. Kritische journalisten hebben problemen met accreditatie. De nieuwe eigenaar van ATV moet nog een heleboel vragen beantwoorden, vanuit de hoogste regionen wordt er opgeroepen bepaalde media te boycotten en de Dohan-groep wordt een willekeurige belastingboete van 400 miljoen euro opgelegd. Dit is een willekeurige maatregel die ons bij de vraag van de rechtsorde brengt, voor liberalen even belangrijk als de persvrijheid. Ook de rechtsorde moet gegarandeerd zijn. De rapporten over toenemende gevallen van foltering en mishandeling van in verzekering gestelde verdachten wekken onze diepe verontrusting, met name als deze plaatsvinden buiten officiële gevangenissen of politiecellen, maar als ze wel daar plaatsvinden, baart ons dat natuurlijk ook grote zorgen.

Symbolische of puur praktische maatregelen zoals de goedkeuring van een nieuw programma of de benoeming van een nieuwe hoofdonderhandelaar zijn te verwelkomen, als men het puur praktisch bekijkt. Echter, ze zijn niet toereikend om het tempo van de hervormingen opnieuw te stimuleren. Naar de mening van de ALDE-Fractie moet Turkije ongeacht de toetredingsperspectieven komen tot hervorming van de economie en de maatschappij, van de politiek en de grondwet, voor eigen bestwil en in het belang van de mensen.

Ik wil nog een laatste opmerking aan dit debat toevoegen: op mij komt dit debat over als een draaimolen waarop de ene keer een Turks paardje en dan weer een Kroatisch of Macedonisch paardje voorbijkomt. Naar mijn mening moeten we dit debat eerst op een andere manier structureren. Verder zou ik dankbaar zijn geweest, als we het in Brussel hadden gehouden en niet in Straatsburg.

 
  
MPphoto
 

  Mario Borghezio (UEN). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, wat de kwestie Kroatië betreft, hebben degenen die het Italiaanse volk vertegenwoordigen de plicht terug te vorderen wat onrechtmatig is afgepakt: meer dan 60 jaar zijn er voorbijgegaan sedert die historische beroving van onze bezittingen in Istrië en Dalmatië. Kroatië heeft een morele plicht op dit vlak, en de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, heeft een dossier over deze delicate en schadelijke kwestie, die de nodige aandacht verdient. Teruggave van de bezittingen aan degenen die daar recht op hebben: dat is nog eerder een morele dan een politieke kwestie. Het gaat om 1 411 onroerende goederen die oorspronkelijk aan Italianen toebehoorden.

Dan Turkije. Hoe kun je nu doodgemoedereerd een land laten toetreden dat momenteel in NAVO-verband een islamitisch veto uitspreekt tegen de benoeming van een secretaris-generaal, alleen maar omdat deze een land vertegenwoordigt, Denemarken, waar de rel rondom de spotprenten is ontstaan? Turkije, een islamitisch land, heeft "nee" gezegd tegen de benoeming van een premier als secretaris-generaal van de NAVO, alleen maar omdat hij eerste minister is van een land waar de islamcartoons vandaan komen. Denemarken is een liberaal land waar uiteraard, anders dan in Turkije, spotprenten mogen worden gemaakt, ook over Mohammed. In Turkije is er een wet – en de commissaris zou daarmee bekend moeten zijn – waarin wordt verboden een niet-islamitisch godshuis te bouwen in een straat waar al een moskee staat. Dus, als ergens in een straat een moskee staat, mag er geen ander religieus gebouw bij komen. Onze rapporteur, die naar ik meen een prachtige broek draagt, zou zo gekleed, met die broek, vandaag de dag niet eens het Turkse parlement mogen betreden. Dit toont toch wel dat die mensen nog heel ver achter liggen. Turkije is Azië, het is geen Europa.

 
  
MPphoto
 

  Angelika Beer (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ten eerste wil ik namens mijn fractie, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie, de vandaag aanwezige plaatsvervangende minister-president van Macedonië begroeten.

Ten tweede wil ik mijn dank uitspreken aan het Tsjechische voorzitterschap van de Raad, met name voor de verklaring van de premier, de heer Topolánek, die gisteren ten eerste erop heeft gewezen dat het namenconflict tussen Macedonië en Griekenland een bilaterale aangelegenheid is en geen effect mag hebben, en die zich ten tweede heeft uitgesproken voor een zo spoedige mogelijke toetreding van Macedonië tot de NAVO en daarmee voor de oproep aan Griekenland om zijn veto in te trekken. Dit zijn twee zeer belangrijke punten.

Het komt soms misschien een beetje arrogant over, wanneer we over kandidaat-lidstaten spreken. Daarom wil ik ook de eigen verantwoordelijkheid ter sprake brengen. We praten hier immers over de perspectieven en gebreken van de kandidaat-lidstaten, terwijl we anderzijds fundamentele politieke machten hebben, zoals de conservatieven in Duitsland, die proberen te bewerkstelligen dat alleen Kroatië nog mag toetreden en daarna geen enkel land meer.

Als dat in de volgende zittingsperiode van het Parlement de meerderheidsopinie in de Europese Unie zou zijn, vernietigen we de opbouw van vrede in Europa, die we na de oorlog op de Balkan met aanzienlijke bedragen hebben gefinancierd. We zouden ongeloofwaardig worden en de geloofwaardigheid van Europa een slag toebrengen. Ik verzoek u allen u hiertegen te verzetten.

Wat betreft Kroatië en Slovenië gaan we ervan uit dat alles goed verloopt zonder dubbele standaarden en zonder veto, en dat de grensconflicten opgelost kunnen worden, en verder zouden we graag zien dat de onderhandelingen met Macedonië zo spoedig mogelijk van start gaan.

 
  
MPphoto
 

  Gerard Batten (IND/DEM). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, als Turkije lid wordt van de Europese Unie, wordt dit land met een bevolking van 72 miljoen mensen de armste lidstaat met de grootste economische achterstand. Honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen zullen emigreren naar landen als Groot-Brittannië.

De Europese Unie zal grenzen aan landen als Syrië, Irak en Iran, met een enorm risico voor conflicten en confrontaties in de toekomst.

Maar de mensen die zich pas echt zorgen zouden moeten maken over de toetreding van Turkije, zijn de Grieken en de Cyprioten: als Turkije lid wordt van de EU, hebben de Turken het recht overal in de EU te gaan en staan waar ze willen. Duizenden Turken kunnen legaal naar Zuid-Cyprus gaan om het feitelijk min of meer op wettige basis te bezetten, als ze dat willen.

Bij de Europese verkiezingen op 4 juni moeten de stemmers van Griekse afkomst in Londen goed in hun hoofd houden dat zowel de conservatieven, als Labour, evenals de liberaal-democraten en de groenen stuk voor stuk enthousiast voorstander zijn van de toetreding van Turkije. De enige Britse partij in het Europees Parlement die tegen de toetreding van Turkije is, is de UK Independence Party.

 
  
MPphoto
 

  Philip Claeys (NI). - Voorzitter, als de onderhandelingen met Turkije één positief gevolg hebben, dan is het wel de perfectionering van de kunst van het eufemisme bij de Commissie en de Raad. De manier waarop de problemen in Turkije worden geminimaliseerd, begint indrukwekkend te worden. Het gaat zelfs zó ver dat men daar in Turkije af en toe zelfs de spot mee gaat drijven.

De waslijst met problemen is zo lang, dat het onbegrijpelijk is dat de onderhandelingen nog altijd doorgaan. Nochtans had de Commissie beloofd dat het onderhandelingsproces gelijke tred zou houden met het hervormingsproces in Turkije. Van die belofte is niets overgebleven, want men blijft maar nieuwe hoofdstukken openen.

De balans van meer dan drie jaar onderhandelingen is zonder meer bedroevend. Laten we er dus de stekker eruit trekken. Turkije is geen Europees land en hoort dus niet in de Europese Unie, maar laat ons daarentegen een relatie van bevoorrecht partnerschap met Turkije uitwerken.

 
  
MPphoto
 

  Doris Pack (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, Kroatië is het eerste land waarvoor de meetlat voor toetreding na de ervaringen met de laatste twee uitbreidingen, met Roemenië en Bulgarije, terecht zeer hoog is gelegd. Om die reden moeten we de door de Kroaten behaalde benchmarks ook bijzonder waarderen. De nog openstaande hervormingen op justitiegebied, waarover reeds gesproken is, worden aangepakt. De geëiste volledige samenwerking met het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag met betrekking tot de overhandiging van nog ontbrekende documenten is op de goede weg.

Wat betreft Slovenië gaat het om bilaterale grensconflicten. Mijnheer de commissaris, u hebt opeens gesproken over "Europese grensconflicten". Voor 2004 waren het geen Europese grensconflicten, maar grensconflicten waar men geen nota van nam. Destijds heeft ook niemand zich tot de Verenigde Naties gewend om deze strijd bij te leggen, maar nu wordt dat wel gedaan. Als Slovenië dus de opening van de nodige onderhandelingshoofdstukken niet langer blokkeert wegens deze bilaterale grensconflicten, die ten tijde van de toetreding van Slovenië tot de Europese Unie ook geen hindernis vormden, kunnen de toetredingsonderhandelingen tussen Kroatië en de EU aan het einde van dit jaar worden afgesloten.

Ook de kandidaat-lidstaat Macedonië heeft grote vooruitgang geboekt. Als de verkiezingen, die in maart plaatsvinden, aan internationale normen voldoen, zou de EU eindelijk een datum voor de opening van de toetredingsonderhandelingen moeten noemen. Het betreurenswaardige bilaterale namenconflict tussen Macedonië en Griekenland mag er niet toe leiden dat Griekenland zijn vetorecht gebruikt.

Het valt dus te hopen dat de twee EU-lidstaten Griekenland en Slovenië nog even terugdenken aan hoe ze er zelf voor stonden, voordat zij toetraden tot de EU en daaruit concluderen dat zij jegens hun buurlanden een Europese en billijke houding moeten innemen.

Mochten Kroatië en Macedonië de door mij beschreven doelen dit jaar bereiken, mede dankzij hun buurlanden, zou dat een positief signaal afgeven aan de overige landen van de westelijke Balkan, namelijk dat de EU het serieus meent met de in Thessaloniki gedane toezegging inzake toetreding door alle landen van de westelijke Balkan, een toezegging die ook de CDU onderschrijft, mevrouw Beer.

 
  
MPphoto
 

  Libor Rouček (PSE). - (CS) Een paar opmerkingen van mijn kant: allereerst dat het een goede zaak is dat er nu een debat over de uitbreiding van de Europese Unie plaatsvindt, want het is belangrijk dat Europa zelfs tijdens deze grote economische crisis niet een van zijn uitermate succesvolle prioriteiten uit het oog verliest, namelijk de verdere uitbreiding van de Unie. We moeten deze prioriteit echt hoog zien te houden. Ten tweede ga ik ervan uit dat wat Kroatië betreft de toetredingsonderhandelingen reeds dit jaar kunnen worden afgerond. Daarom zou ik de Raad willen oproepen reeds nu over te gaan tot oprichting van de technische werkgroep belast met de opstelling van het toetredingsverdrag. Wat de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië betreft, vind ik het buitengewoon spijtig en acht ik het ook buitengewoon demoraliserend voor de Macedoniërs dat er nog geen toetredingsonderhandelingen van de grond zijn gekomen, dit ondanks het feit dat het reeds drie jaar geleden is dat Macedonië het statuut van kandidaat-lidstaat verwierf. Ik zou de Raad hierbij dan ook willen oproepen dit proces te versnellen. Wat Turkije betreft ben ik het ermee eens dat de zogeheten politieke hoofdstukken pas geopend kunnen worden als de politieke hervormingen in een stroomversnelling worden gebracht. Wat ik echter niet begrijp is waarom niet zou kunnen worden overgegaan tot opening van de onderhandelingen over een hoofdstuk als "Energie". Dat is per slot van rekening toch een levensbelangrijk thema voor zowel de Europese Unie als Turkije.

 
  
MPphoto
 

  Jelko Kacin (ALDE).(SL) Wij als Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie steunen het verslag-Meijer. De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) verdient een kans en een betere toekomst. Het land verdient echter ook een beetje internationaal respect, met het recht op een eigen identiteit en erkenning van de eigen taal en cultuur.

Het probleem van de naam van het land sleept al te lang en de sfeer in het land is al enige tijd aan het verslechteren. Er is een groeiend populisme en nationalisme, de politiek verschanst zich te veel en er worden verbale aanvallen op de buurlanden gericht. Het is niet bevorderlijk voor goede betrekkingen met de buren om infrastructurele projecten te vernoemen naar Griekse historische figuren van vóór de komst van de Slaven in die streken. Het is niet nodig om nog meer tien meter hoge monumenten op te richten.

Indien we instabiliteit willen voorkomen, moeten we de staat, de politici en de mensen van FYROM helpen om uit het isolement te treden. Afschaffing van visa volstaat niet. Dit land moet weten op welke datum de onderhandelingen kunnen beginnen. Ze verdienen de kans om te laten zien wat ze waard zijn tijdens het toetredingsproces. We moeten hun nu helpen en laten zien dat we vertrouwen in hen hebben. Dit draagt bij aan de stabiliteit van de regio en bevordert ontwikkelingen ten goede. FYROM heeft nú een positieve reactie nodig, want de tijd dringt. Tijd is geld, zou je nu eigenlijk kunnen zeggen.

Ik wil ook graag iets over Kroatië zeggen. Commissaris, twee voormalige premiers van Slovenië en Kroatië, namelijk Drnovšek en Račan, hebben een enorme prestatie verricht door een overeenkomst over de grens te sluiten. Ze zijn helaas niet meer onder ons, maar zij hadden de moed om doortastend te zijn, te investeren in de toekomst en iets te bereiken. Ik denk dat u er bij beide regeringen op zou moeten aandringen dat ze in hun voetsporen treden en opnieuw een overeenkomst over de grens bereiken, en wel in de nabije toekomst. Dat zou goed zijn voor Slovenië, Kroatië, de Europese Unie en de westelijke Balkan.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Rogalski (UEN).(PL) Mevrouw de Voorzitter, de onderhandelingen met Turkije over toetreding tot de EU zijn nog gaande, maar ze zouden al lang afgerond moeten zijn. De Turkse regering heeft geen samenhangend en begrijpelijk programma van politieke hervormingen voorgesteld. Turkije heeft zijn werk aan een nieuwe seculiere grondwet, waarvan de bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden een belangrijk onderdeel zouden vormen, die de Turkse regering zou waarborgen, niet hervat.

De discriminatie van etnische en religieuze minderheden gaat gewoon door. Turkije heeft geen stappen ondernomen om de onpartijdigheid van rechterlijke instanties te versterken. De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn nog steeds niet beschermd in Turkije, sterker nog: er wordt openlijk inbreuk gemaakt op deze rechten. Huiselijk geweld en gedwongen huwelijken zijn nog steeds aan de orde van de dag.

Het bezwaar van Turkije tegen een strategische samenwerking tussen de EU en de NAVO gaat in tegen de belangen van de Gemeenschap. Verder erkent Turkije de onafhankelijkheid van een van de lidstaten van de Europese Unie niet, namelijk Cyprus. Dit is een schande. Turkije is een land dat antidemocratisch is, mensenrechten schendt en geleid wordt door een stelsel van waarden dat ons vreemd is. Het is veel beter voor Europa als Turkije geen lid wordt van de EU.

 
  
MPphoto
 

  Sepp Kusstatscher (Verts/ALE). - (DE) Dank u, mevrouw de Voorzitter, in deze zeer omvangrijke discussie hier vandaag wil ik slechts een probleem bespreken, namelijk de kwestie van de meertaligheid in Macedonië.

Onlangs waren er op scholen in Struga conflicten tussen Albanees- en Macedonischtalige ouders. Onder druk van deze nationalistisch gezinde ouders namen de verantwoordelijken maatregelen en verdeelden zij het onderwijs onder op basis van etnische groepen. Dit is een verkeerde ontwikkeling. Het leren van talen wordt niet bevorderd door taalgroepen te scheiden, maar mensen met verschillende talen zonder dwang bijeen te brengen op school, op het werk en in de vrije tijd. Het onderricht van het Engels, dat nu al vanaf de eerste klas over de hele linie verplicht is, is weliswaar te verwelkomen, maar mag niet als excuus dienen voor een Macedoniër om geen Albanees te leren en ook niet voor een Albanees om geen Macedonisch te leren. De scholen in een meertalige regio hebben een heel speciale taak, aangezien ze in het onderwijs naast de moedertaal van de kinderen ook kennis van de talen van de buurlanden moeten overbrengen.

Eenheid in verscheidenheid, zo luidt het motto van de EU en dat moet ook voor Macedonië gelden.

 
  
MPphoto
 

  Hanne Dahl (IND/DEM). - (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik ben van mening dat Turkije lid moet worden van de EU. De kritiek op Turkije is op vele punten terecht, maar het getreuzel en de excuses moeten ophouden, en er moet een serieus plan worden opgesteld voor de toetreding van Turkije tot de EU. Het zal tijd in beslag nemen, maar het land moet toetreden en dat moeten we duidelijk en bindend verklaren. In plaats van een pseudodebat over Turkije hebben we behoefte aan een reële en open discussie over de vraag welke plaats religie kan en moet spelen in het maatschappelijke debat. We moeten een Europese samenwerking creëren die opgewassen is tegen de uitdaging van een Europa dat is samengesteld uit verschillende godsdiensten. Daarbij moeten we er wel voor zorgen dat we niet voorbijgaan aan de centrale waarden en het respect voor de integriteit van de mens, die voortkomen uit de Europese waarden die zijn gecreëerd in de smeltkroes van joodse, christelijke en hellenistische cultuur in de eeuwen voor en na de geboorte van Christus.

 
  
MPphoto
 

  Carl Lang (NI).(FR) Mevrouw de Voorzitter, ik heb één minuut spreektijd om u te vertellen dat niettegenstaande de verbetenheid en de blindheid van de Europese instellingen één ding toch wel zonneklaar is geworden, en dat is dat het tijd is geworden om de procedures voor de toetreding van Turkije te staken.

De onderhandelingen zijn vastgelopen, er is geen wederzijds begrip en er is steeds sprake van een dubbelzinnigheid die iedereen schaadt – zowel Turkije als de Europese Unie. We moeten een einde maken aan deze hypocrisie en dit toneel.

We mogen één feit nooit uit het oog verliezen. Turkije is een land in Klein-Azië. Het is geen Europees land, noch in geografisch noch in cultureel opzicht. Turkije houdt een deel van een lidstaat van de Europese Unie met militaire middelen bezet. Van de 35 onderhandelingshoofdstukken zijn er tien behandeld; slechts één hoofdstuk is afgesloten. Het is tijd dat iedereen zijn vrijheid, onafhankelijkheid en soevereiniteit herwint, om te beginnen Cyprus.

De volkeren van Europa willen Turkije niet in Europa. Laat ons de wens van onze volkeren respecteren en laten we respect tonen voor Europa!

 
  
MPphoto
 

  Pál Schmitt (PPE-DE). (HU) Als voorzitter van de Gemengde Parlementaire Commissie EU-Kroatië vraag ik uw aandacht voor een uiterst belangrijke ontwikkeling. Afgelopen maandag heeft de Kroatische premier – en niet alleen de premier, maar ook de president en alle oppositiepartijen in het parlement – ingestemd met bemiddeling van de EU om een oplossing te vinden voor het grensgeschil tussen Kroatië en Slovenië op basis van het internationaal recht. Dit is bij mijn weten zonder precedent in de geschiedenis van de EU: dat één lidstaat de uitbreiding van de Unie en de opening van 12 onderhandelingshoofdstukken tegenhoudt, terwijl dat land destijds in 2001, bij zijn eigen toetredingsonderhandelingen, verklaard heeft dat het geen grensgeschillen met buurlanden had.

Sinds de start van de toetredingsonderhandelingen in 2005 zijn er veel resultaten geboekt op het gebied van de transformatie van het rechtsstelsel en het openbaar bestuur, maatregelen tegen corruptie, de rechten van minderheden, de terugkeer van vluchtelingen en regionale samenwerking. In het geval van Kroatië betekende dit dat voor het eerst werd voldaan aan een aantal criteria. Aan ongeveer honderd daarvan werd met succes voldaan. Wegens deze uitzonderlijke inspanningen hopen de Kroaten nu eindelijk op een positieve boodschap van de Europese Unie. Deze gevoelige en zelfbewuste bevolking werd daarin teleurgesteld toen een bevriend buurland helemaal alleen de voortzetting van de toetredingsonderhandelingen blokkeerde. De stabilisering van de Balkan voor de langere termijn is alleen mogelijk door Europese integratie. De Unie begaat een fout als ze toestaat dat Slovenië de besprekingen met Kroatië tegenhoudt vanwege dit bilaterale geschil, terwijl Kroatië er alles aan gedaan heeft om de fundamentele Europese waarden te verdedigen en het acquis om te zetten. Ik wil opmerken, voorzitter, dat het te betreuren valt – misschien ook voor diegenen die naar ons luisteren – dat we ons tegelijkertijd over het lot van drie belangrijke, historische landen buigen alsof het één land is. Het was wellicht beter geweest alle drie de landen afzonderlijk te bespreken.

 
  
MPphoto
 

  Emine Bozkurt (PSE). - Voorzitter, ik wil doorgaan op het punt waarover mevrouw Oomen-Ruijten het ook had: de politieke criteria. In het onderhandelingsproces met Turkije zijn de burgerrechten zeer duidelijk op de agenda gezet. Dat zien we ook terug in dit verslag.

Een aantal dingen is duidelijk verbeterd: Koerdischtalige televisie, maar ook de installatie van een vrouwencommissie in het Turks parlement, waar ik als rapporteur vrouwenrechten in Turkije, me de afgelopen jaren keihard voor heb ingezet. Belangrijke hervormingen.

Ook het vermeerderen van het aantal opvanghuizen voor vrouwen die mishandeld zijn, is een duidelijke verbetering. Maar wat gebeurt er met die vrouwen als ze de opvanghuizen verlaten? Hoe wordt voor hun en voor de kinderen gezorgd? Daar moet Turkije aandacht aan besteden. Met de gemeenteraadsverkiezingen op komst: er moeten meer vrouwen komen in de gemeenteraad. Eind deze maand zijn de verkiezingen.

Ik wil nog de aandacht vestigen op fraudebestrijding. Turkije moet beter samenwerken met de Europese Unie bij fraudebestrijding alsook bij de bestrijding van vrouwenhandel, want veel te veel mensen worden bijvoorbeeld slachtoffer van fraude met de groene fondsen of van fraude met liefdadigheidsinstellingen.

 
  
MPphoto
 

  Jim Allister (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik was al nooit voorstander van de toetreding van het niet-Europese land Turkije tot de EU, maar de huidige economische neergang maakt mijn overtuiging bij dit standpunt nog groter.

Het Verenigd Koninkrijk draagt met zijn enorme netto bijdrage een onevenredig zware last bij de financiering van de EU, dus als de reusachtige extra kosten voor de uitbreiding met Turkije daar nog bij komen, wordt onze last zwaarder dan we kunnen dragen. Met een vermindering van de belastinggrondslag, een dalend inkomen bij gestegen bijstandskosten en een loodzware schuldenlast in de komende decennia als gevolg van het wanbeleid van de linkse regering, kunnen we niet onze steeds dunnere portemonnee blijven trekken om te betalen voor de uitbreiding met Turkije.

Noem het eigen, geldbeluste nationale belangen als u wilt, maar voor mij is het niet meer dan gezond verstand en fiscaal belang.

 
  
MPphoto
 

  Antonios Trakatellis (PPE-DE).(EL) Mevrouw de Voorzitter, in dit gebied is Griekenland het oudste lid van de Europese Unie en de NAVO. Griekenland heeft altijd een voortrekkersrol vervuld in de pogingen om alle landen van de Balkan op te nemen in de Euro-Atlantische structuren, en zet zich daar nog steeds voor in. Griekenland is er namelijk rotsvast van overtuigd dat de ontwikkeling van deze landen in eenieders belang is.

Griekenland heeft meer dan een miljard dollar in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geïnvesteerd en meer dan 20 000 banen gecreëerd. Dat zijn ongeëvenaarde cijfers voor buitenlandse investeringen in een lokale economie. Voor ons land heeft het vraagstuk van de naam niet enkel historische, psychologische of emotionele aspecten. Het is ook een waarachtig, inhoudelijk politiek vraagstuk. Dit gaat elke Griekse burger aan, maar is ook van belang voor de Europese waarden inzake goed nabuurschap en regionale samenwerking.

Ik wil eraan herinneren dat mijn land ermee heeft ingestemd de Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonië de status van kandidaat-land voor toetreding toe te kennen (COM(2007) 0663), mits dit land zich ertoe zou verplichten om via onderhandelingen en onder het beschermheerschap van de VN tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen voor het vraagstuk van de naam. Een dergelijke oplossing zou kunnen bijdragen aan de regionale samenwerking en aan goede nabuurschapbetrekkingen, omdat er van vriendschap geen sprake kan zijn zonder een oplossing en omdat er van bondgenootschap en partnerschap geen sprake kan zijn zonder vriendschap.

Onze delegatie is niet tegen de punten in het verslag waarin krachtige steun wordt betuigd aan het streven naar een oplossing voor het vraagstuk onder het beschermheerschap van de VN. Dit is een duidelijk standpunt. In de paragrafen 12 en 13 komen echter formuleringen voor die het streven naar een oplossing juist afzwakken en die een ontoegeeflijke houding in de hand werken. Deze formuleringen in de paragrafen 12 en 13 zijn absoluut onaanvaardbaar en met de amendementen 1 en 2 wordt dan ook geprobeerd ze recht te zetten.

Overigens staan er in het verslag heel wat dingen die de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zouden kunnen helpen bij de voortzetting van zijn inspanningen op de Europese weg.

 
  
MPphoto
 

  Maria Eleni Koppa (PSE). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, het uitbreidingsbeleid is de meeste succesvolle uiting van het buitenlands beleid van de Unie. In het geval van Turkije moet de boodschap duidelijk zijn: toetreding is het doel, maar toetreding loopt via de nakoming van de verplichtingen, via de consolidering van de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de handhaving van goede nabuurschapbetrekkingen.

Turkije zit in een cruciale fase, zowel op intern vlak als bij het opnieuw afbakenen van haar geostrategische rol. In dit kader is het absoluut noodzakelijk de hervormingen voort te zetten en een steevaste Europese oriëntatie aan te houden. Ik wil er echter op wijzen dat het gespannen klimaat dat Turkije de afgelopen tijd in de Egeïsche Zee cultiveert, nieuwe problemen veroorzaakt.

Wat de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreft heeft de Commissie duidelijk gesteld dat dit land niet aan de fundamentele voorwaarden voor opening van de onderhandelingen voldoet, aangezien er aanzienlijke tekortkomingen zijn op het gebied van de democratie. Wat het geschil over de naam betreft, wil ik vermelden dat Griekenland weliswaar blijk heeft gegeven van samenwerkingsgezindheid en realisme, maar dat de regering in Skopje daar niet op in is gegaan.

Helaas wordt in het vandaag besproken verslag van het Europees Parlement Griekenland gepresenteerd als het enige land dat verantwoordelijk is voor de vertraging bij de opening van de onderhandelingen. Daarmee wordt Griekenland onrecht aangedaan en het streven naar een oplossing voor het probleem, dat de twee landen nu al langer dan vijftien jaar parten speelt, bemoeilijkt.

 
  
MPphoto
 

  Alojz Peterle (PPE-DE).(SL) Tot nu toe heb ik mijn steun verleend aan alle verslagen van het Europees Parlement waarmee een koers van Kroatië in de richting van een volledig lidmaatschap van de Europese Unie werd bevorderd. Ik verwelkom bij deze ook de vele nieuwe successen van Kroatië. Ik wil dit belangrijke verslag, dat ook nauwgezet door mijn collega, de heer Swoboda is voorbereid, graag steunen, als de compromisamendementen maar voortkomen uit een evenwichtige en realistische benadering. Dat is de enige benadering waarmee de oorzaken van de belemmeringen kunnen worden weggenomen en waarmee het toetredingsproces van Kroatië kan worden versneld.

Ik ben het volkomen eens met de fungerend voorzitter, de heer Vondra, dat we een constructieve en dynamische aanpak nodig hebben. In dit verband lijkt het me van belang dat de Commissie nu met haar bemiddelingsinitiatief, na een reeks van mislukte bilaterale pogingen, een kans heeft geboden voor een nieuwe en geloofwaardige poging om een definitieve oplossing te vinden voor het probleem van de grens tussen Slovenië en Kroatië en om tevens snelle vorderingen te maken in de toetredingsonderhandelingen met Kroatië.

Het doet me genoegen dat beide landen het initiatief verwelkomen en dat er op hoog niveau besprekingen zijn begonnen. Ik hoop dat door dit initiatief een drievoudige overwinning – voor Kroatië, Slovenië en de Europese Unie – voor ons veel dichterbij komt. We kunnen niet toestaan dat slecht één partij als winnaar uit de strijd komt, of dat er één standpunt de boventoon voert. We kunnen slechts winnen als we op grond van gemeenschappelijke doelstellingen en een gezamenlijke wil opereren.

Ik ben het ook eens met de rapporteur, de heer Swoboda, dat we het gelijkheidsbeginsel, dat deel uitmaakt van het internationaal recht, moeten hanteren. Bovendien ben ik het volkomen eens met commissaris Rehn, dat het Handvest van de Verenigde Naties een geschikt uitgangspunt voor de beslechting van het grensgeschil vormt en dat het initiatief van de Commissie in de geest van het Handvest is.

Het wordt tijd dat de onderhandelingstafel centraal komt te staan, zonder retoriek of druk die de waardigheid van een van de partijen of de toetredingsstatus van Kroatië zou kunnen aantasten. We hebben een positieve sfeer nodig. Ik ben ervan overtuigd dat er maar één positieve oplossing is, een waar Slovenië en Kroatië mee instemmen met bemiddeling van een derde partij, namelijk de Europese Commissie. Ik hoop dat deze oplossing zo snel mogelijk zal worden gevonden.

 
  
MPphoto
 

  Giorgos Dimitrakopoulos (PPE-DE).(EL) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het eens met en erken het Europees perspectief van Turkije. Als wij echter willen dat dit perspectief ook tot een goed einde wordt gebracht, moet Turkije zich van het volgende kwijten:

Ten eerste moet het de rechten van minderheden daadwerkelijk eerbiedigen en nalaten een beleid te voeren als dat voor Imvros en Tenedos.

Ten tweede moet het zijn betrekkingen met de lidstaat Griekenland verbeteren door bijvoorbeeld de casus belli op te heffen en de schendingen van het Grieks luchtruim in de Egeïsche Zee definitief stopzetten.

Ten derde moet het vooruitgang boeken in de kwestie-Cyprus. Deze vooruitgang moet zijn beslag vinden in enerzijds de terugtrekking van de Turkse bezettingslegers en anderzijds een door meer opbouwendheid gekenmerkte houding bij alle aspecten van het vraagstuk. Ik wil eraan herinneren dat ik tot de generatie behoor die opgroeide met de leus: "Onze grenzen liggen in Kyrenia".

 
  
MPphoto
 

  Joel Hasse Ferreira (PSE).(PT) Het proces dat moet uitmonden in de toetreding van Turkije tot de Europese Unie, vordert traag. Op dit moment wordt het proces niet zozeer opgehouden door het matige tempo waarmee Turkije hervormingen doorvoert, dan wel door het getalm van de Raad en de Europese Commissie. Over de economische, sociale en politieke gevolgen van de toekomstige toetreding van Turkije is in december uitvoerig gedebatteerd in de Poolse stad Sopot, tijdens een conferentie waaraan ik tot mijn eer en genoegen als spreker heb mogen deelnemen.

Met betrekking tot de prioriteiten van de Turkse regering moet ik verwijzen naar de ontbijtvergadering met premier Erdogan die in januari in Brussel heeft plaatsgevonden. Deze vergadering heeft voor de nodige opheldering gezorgd, samen met de contacten die sommigen onder ons hebben gelegd met de republikeinse zijde en de betrekkingen met diverse vooraanstaande personen en organisaties uit de Republiek Turkije, alsmede het werk dat wij hebben verricht in de Gemengde Parlementaire Commissie EU-Turkije.

Tot slot wil ik onderstrepen, mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, dat dit proces beslissend is voor de totstandkoming van een echt uitgebreid en sterk Europa, dat openstaat voor de wereld, van een seculier en democratisch Europa, waarin de democratisch verenigde Republiek Cyprus de plaats krijgt die haar toekomt.

 
  
MPphoto
 

  Metin Kazak (ALDE).(BG) Dank u wel mevrouw de Voorzitter. Turkije is voor Europa van groot belang op geostrategisch gebied en voor de energiezekerheid, en zal ook tijdens de crisis een stabiliserende factor blijven. Het is waar dat het hervormingsproces in het land is vertraagd door gebeurtenissen als de pogingen om de AK-partij op te heffen, de Ergenekon-zaak en de lokale verkiezingen. Door de benoeming van een nieuwe hoofdonderhandelaar ontstaat er echter een goede gelegenheid voor de Turkse regering om het proces van harmonisatie van de wetgeving met de Europese normen te versnellen en om vorderingen te maken op het gebied van de politieke criteria in de onderhandelingshoofdstukken.

Ik ben van mening dat Turkije drie prioriteiten moet verwezenlijken, indien het op de weg naar toetreding werkelijke vorderingen wil maken. Ten eerste moet het constructief blijven werken aan een succesvol resultaat van de besprekingen over de kwestie Cyprus, maar dit geldt ook voor alle andere bij dit proces betrokken landen en het mag niet als excuus worden gebruikt voor het tegenhouden van de onderhandelingen. Ten tweede moet het de vrijheid van meningsuiting en denken respecteren. Ten derde moet het de bescherming van minderheden waarborgen, vooral wat hun onderwijs- en culturele rechten betreft. Omdat Turkije voortdurend blijft moderniseren, moet het zijn pro-Europese aanhangers terugwinnen. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Bart Staes (Verts/ALE). - Voorzitter, ik was een van de parlementsleden die vóór de opening van de onderhandelingen met Turkije stemde, en ik geloof dat die onderhandelingen al met al een oefening in conflictpreventie zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de onderhandelingen een goede invloed hebben op tal van beleidsterreinen. Ze zorgen voor een beter sociaal klimaat in Turkije zelf, voor betere milieu- en gezondheidswetgeving en betere arbeidswetgeving voor Turkse mensen.

De onderhandelingen zorgen op den duur ook voor betere levensomstandigheden voor tal van bevolkingsgroepen: vrouwen, religieuze minderheidsgroepen, Koerden en Alevieten. Maar het gaat te traag. Er is al vier jaar stilstand, en de pijnpunten die een oplossing verdienen, zijn allerlei. De discriminatie van partijen zoals de Koerdische DTP is niet aanvaardbaar. Er is een gebrek aan burgerlijk en politiek toezicht op de werking van het leger, en dat kan gewoonweg niet.

De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn essentieel en foltering en mishandeling in gevangenissen kan niet gedoogd worden. En ook een politieke oplossing voor het Koerdische vraagstuk is een absolute noodzaak. Ik denk dat we onder die omstandigheden de onderhandelingen zonder enige twijfel moeten voortzetten.

 
  
MPphoto
 

  Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil Commissaris Rehn graag feliciteren met zijn standpunt over het verslag-Oomen-Ruijten, volgens welk verslag het voor Turkije essentieel is om de lopende onderhandelingen tussen de leiders van de twee gemeenschappen in Cyprus proactief te ondersteunen. Daarom zijn wij het volledig eens met de rapporteur als zij in lid 40 van haar verslag Turkije verzoekt "een gunstig klimaat voor de onderhandelingen te scheppen door de Turkse strijdkrachten terug te trekken en de twee leiders toe te staan om vrij te onderhandelen over de toekomst van hun land".

Ik ben van mening dat het op dit moment, nu de partijen rechtstreeks met elkaar onderhandelen, voor het Europees Parlement niet aan te raden is om in dit verslag voorstellen te doen voor afwijkingen van het acquis.

Om het standpunt van de rapporteur te completeren verzoeken wij Turkije zijn verplichtingen ten aanzien van het onderzoek naar het lot van vermisten na te leven en te stoppen de exclusieve economische zone van de Republiek Cyprus te belemmeren. Als Turkije dat doet, zal het zelf zijn toetredingsproces bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE).(FR) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gisteren een mondelinge vraag aan de Commissie ingediend. Ik heb nu van het Secretariaat van het Parlement een berichtje ontvangen dat de commissaris vanmiddag op mijn vraag een antwoord zal geven.

Mijn naam is Panayotopoulos en mijn vraag had betrekking op paragraaf 6 van het kader voor de onderhandelingen met Turkije.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou, ik denk dat de commissaris u gehoord heeft.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. (EN) Mevrouw de Voorzitter, we hebben hier vandaag een lang, maar belangrijk debat gevoerd. Dit is een cruciaal jaar voor het toetredingsproces van Kroatië en voor de hele westelijke Balkan en wij verwelkomen en hechten groot belang aan de voortdurende steun van het Parlement om Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de westelijke Balkan dichter bij de EU te brengen.

Er is veel gezegd over de gebrekkige vooruitgang van Turkije in het hervormingsproces. Daarom zijn wij verheugd dat Turkije opnieuw verklaard heeft zich op het EU-lidmaatschap te willen blijven richten, zoals de heer Erdogan heeft gezegd, en verzoeken we Turkije in 2009 de kans te benutten om zijn inzet te tonen en verdere vorderingen te maken in het proces richting EU-lidmaatschap.

Turkije moet lang verwachte hervormingen realiseren. De voortdurende steun van het Europese Parlement in dit proces is veelbetekenend, in het bijzonder met het oog op de toekomstige uitdagingen. Ik heb morgen in Praag de gelegenheid tot een ontmoeting met de Turkse onderhandelaar.

Tegelijkertijd moeten we het strategische belang van Turkije niet onderschatten, met name in de huidige roerige tijden, en we moeten ook onze eerder vastgestelde streefdoelen niet vergeten. Voor zover ik mij bekend is gaat president Obama tijdens zijn bezoek aan Europa mogelijk een bezoek brengen aan Turkije als een soort model voor moslimlanden. Ik denk dat het voor de Europeanen nu niet het moment is om de koers die wij hebben ingezet voor Turkije op te geven. Ik denk dat Joost Lagendijk dat zeer terecht heeft gezegd.

Wat betreft het grensconflict tussen Kroatië en Slovenië, heb ik aandachtig geluisterd naar wat Hannes Swoboda, István Szent-Iványi en vele anderen hebben gezegd, dus ik zou alleen willen herhalen dat wij als voorzitterschap ons verheugen dat zowel Slovenië en Kroatië er nu mee hebben ingestemd om aan het werk te gaan met het initiatief van Commissaris Rehn betreffende dit conflict. Wij staan volledig achter dit initiatief en het baart ons zorgen dat het nog niet tot gunstige resultaten heeft geleid ten aanzien van de specifieke voorwaarden voor Europese steun. We zien dat de tijd begint op te raken en het voorzitterschap wil erg graag concrete vooruitgang bewerkstelligen in de onderhandelingen op basis van het reeds gedane werk. Daarom gaan wij momenteel na of het mogelijk is het initiatief van de commissaris binnenkort extra te steunen. Dit hebben wij zojuist tijdens de lunch besproken.

Voor wat betreft de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, zei onder andere Bernd Posselt dat we de inzet van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië moeten steunen, en ik vind dat hij gelijk heeft. Ik zal alleen zeggen dat de Tsjechische minister-president Topolánek gisteren een bezoek heeft gebracht aan Skopje en opnieuw heeft laten weten dat wij ons zullen inzetten voor de Europese ambitie van dit land.

 
  
MPphoto
 

  Olli Rehn, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de afgevaardigden bedanken voor een zeer opbouwend, doelgericht en verantwoord debat, en ik wil slechts enkele opmerkingen maken over uw toespraken.

Ten eerste is het duidelijk dat alle beleidsvorming in Europa en in de wereld wordt overschaduwd door de huidige zeer complexe omstandigheden in verband met de financiële crisis en de economische recessie waar onze burgers mee te maken hebben, en uiteraard beheerst dit de gedachten van onze bestuurders in de Europese Unie.

Desondanks is het absoluut essentieel dat wij als Europese Unie ons blijven inzetten voor het EU-perspectief van Zuidoost-Europa, en het Europees Parlement heeft hier vandaag duidelijk gemaakt dat dit zijn politieke ambitie is, hetgeen ik positief beoordeel en waardeer.

Ten tweede, wat betreft Cyprus zei mijn vriend, de heer Wiersma, dat ik een optimist moet zijn. Ik denk dat er bij de vertaling iets verloren is gegaan, terwijl ik toch echt meen Engels te hebben gesproken – misschien enigszins met een Oost-Fins accent! Hoe dan ook beschouw ik mezelf niet als optimist of pessimist; ik ben meer een realist als het gaat om het analyseren van zaken en beraden als het gaat om aangelegenheden die ik daadwerkelijk kan beïnvloeden. Op dit punt denk ik dat het absoluut essentieel is dat we de lopende onderhandelingen van de twee leiders en de twee gemeenschappen steunen, zodat we in 2009 de kans kunnen grijpen om het conflict volledig op te lossen. Uiteraard verwachten wij dat Turkije zal bijdragen aan een gunstig politiek klimaat om een dergelijke oplossing te bereiken.

Vanuit de Europese Unie bekeken is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de oplossing in overeenstemming is met de grondbeginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat. Met andere woorden, de EU kan haar steun geven aan alle mogelijke oplossingen voor de hereniging van Cyprus, zolang de beginselen waarop de EU is gegrondvest, worden geëerbiedigd en de plichten van het EU-lidmaatschap kunnen worden vervuld. Dit impliceert duidelijk een bizonale, bicommunale federatie met politieke gelijkheid, zoals gedefinieerd door de betreffende resoluties van het de VN-Veiligheidsraad.

Tot slot, wat betreft Kroatië, wil ik de sprekers bedanken voor hun steun voor het initiatief van de Commissie voor bemiddeling, een initiatief dat gebaseerd is op internationaal recht en ik verwijs naar zowel het VN-Handvest en het onderhandelingskader tussen de EU en Kroatië. Ik kan alleen benadrukken dat het, ongeacht de gekozen methode, een bilateraal akkoord moet zijn tussen de beide landen, Slovenië en Kroatië. En daar werken wij momenteel aan, in een poging een dergelijk akkoord tot stand te laten komen.

Ik wens oprecht dat u het initiatief van de Commissie in uw resolutie steunt, zodat we niet in een situatie terechtkomen waarin we weer van voor af aan moeten beginnen, want dit is de enige route die realistisch en doenlijk is.

Ter afsluiting wil ik zeggen dat ik oprecht denk dat het voor Kroatië nog steeds mogelijk is het ambitieuze streven om de toetredingsonderhandelingen tegen het einde van 2009 te hebben afgesloten, waar te maken, mits de onderhandelingen spoedig kunnen worden hervat. Daarom moedig ik beide landen aan om snel een akkoord te sluiten, zodat het grensconflict wordt opgelost en de EU-toetredingsonderhandelingen van Kroatië zonder oponthoud kunnen worden voortgezet. Ik wil u graag bedanken voor het steunen van dit initiatief.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Tot besluit van het debat zijn er drie ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen, 12 maart 2009, plaats.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik heb een concrete vraag aan de commissaris, namelijk of hij ermee instemt of ook voorstelt om het principle of equity, zoals het in de verklaring van de Commissie wordt genoemd, te vervangen door international law and jurisprudence.

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Mijnheer Posselt, het debat is gesloten.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Călin Cătălin Chirită (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik wil mevrouw Oomen-Ruijten graag gelukwensen met haar uitstekende verslag.

Ik wil op twee ideeën graag extra aandacht vestigen.

1) Om te beginnen geloof ik dat de EU door moet gaan met het aanmoedigen van de ontwikkeling van pro-Europese, moderne en seculiere elites, met het uitdragen van Europese waarden en met het verspreiden van kwalitatief goede informatie over Europese integratie. De EU moet daarom op een actievere wijze steun bieden – voor onderwijshervormingen in Turkije, voor het garanderen van de autonomie van universiteiten, voor het opzetten van een studierichting Europese Integratie en voor het Erasmusprogramma. Studenten, onderzoekers en docenten die de Europese instellingen en het beleid van de EU willen bestuderen moeten daarin worden gesteund.

2) De Europese Unie moet zich sterk maken voor de rechten van nationale minderheden, maar tegelijkertijd de acties van militante separatisten resoluut afwijzen. Ik heb het dan in de eerste plaats over het separatisme van de Koeren en het Turkse separatisme op Cyprus, maar er zijn ook andere voorbeelden. De EU moet met betrekking tot Turkije, Irak, Cyprus en andere landen in de regio aandringen op strikte toepassing van de beginselen van territoriale integriteit en goed nabuurschap.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Corbett (PSE), schriftelijk. (EN) Het is hoopgevend dat de Commissie buitenlandse zaken en de Europese Commissie er vertrouwen in hebben dat de onderhandelingen voor de toetreding van Kroatië tot de EU dit jaar kunnen worden afgesloten. Kroatië heeft goede vooruitgang geboekt bij het overnemen van het acquis communautaire, de dienst ter bestrijding van corruptie USKOK heeft zich extra ingezet en wetgeving is aangenomen om het Kroatische rechtsstelsel te hervormen.

Een wanklank is echter dat er nog gevallen zijn waarin het Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië geen toegang kon krijgen tot bepaalde documenten over vermeende oorlogsmisdaden. Bovendien moet er extra aandacht worden besteed aan rechten van minderheden zoals de status van de Serviërs van Krajina en de terugkeer van vluchtelingen.

Uitbreiding is een van de grote successen van de hedendaagse Europese Unie. We hebben eerder veel Europese staten opgenomen die waren verwoest door de Koude Oorlog en nu moeten we hetzelfde doen voor de westelijke Balkan. De toetreding van Kroatië is de eerste cruciale stap.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexandra Dobolyi (PSE), schriftelijk.(HU) De Turkse kwestie is altijd omringd geweest door aarzelingen en wantrouwen. Er zijn altijd problemen geweest die niets te maken hadden met het al dan niet voldoen aan de toetredingscriteria.

Je hoeft wat dat betreft alleen maar te kijken naar de aard van de betrekkingen die Turkije met buurlanden onderhoudt, met andere EU-landen zoals Griekenland en Cyprus of met een niet-EU land als Armenië. Gezien het feit dat Turkije bovendien het enige land is dat vindt dat de Europese Unie uit slechts 26 landen bestaat, is het vreemd dat Turkije zelf in de toekomst deel wil uitmaken van deze gemeenschap.

Ik ben van mening dat, als dit land zijn gedrag ten aanzien van een aantal fundamentele kwesties niet drastisch wijzigt, het proces van zijn toetreding tot de EU in de toekomst zal verdwijnen. Toen de EU besloot de toetredingsonderhandelingen te openen, was dit in de hoop en met de verwachting dat er voor Turkije inderdaad een plaats is in de Europese familie. Laat me dit vragen: staat het vast dat Turkije vandaag de dag langs deze lijnen denkt?

Indien Turkije zich onverdeeld inzet voor goede betrekkingen met zijn buurlanden en bestaande problemen vreedzaam oplost conform het VN-Handvest en andere EU-documenten, is er hoop.

Als Turkije zonder enige terughoudendheid aan deze criteria voldoet, bestaat de kans dat het de steun krijgt van ons allemaal en ook de sympathie van de Europese burger terugwint.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE), schriftelijk. (PL) Het afgelopen jaar hebben we gezien dat Kroatië aanzienlijke vooruitgang boekt en enorm zijn best doet tijdens de toetredingsonderhandelingen. Met de onderhandelingen over het EU-lidmaatschap gaat het de goede kant op, maar het land moet zich richten op verdere hervormingen op het gebied van bestuur, het rechtsstelsel, de economie, de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad, respect voor de bescherming van minderheden en het onderzoek naar oorlogsmisdaden.

Voortdurende inspanningen zijn van essentieel belang voor de volledige omzetting van het acquis en zijn doeltreffende uitvoering. Vervolgens is het uitermate belangrijk om een verbetering te bewerkstelligen in de betrekkingen van Kroatië met zijn buurlanden en in het bijzonder met Slovenië. Daarnaast is het belangrijk om een blijvende oplossing te vinden voor de kwestie van de grenzen met andere buurlanden.

Kroatië zou in zijn ontwikkelingsbeleid ook de doelstellingen moeten opnemen die de Europese Unie zichzelf momenteel oplegt op het gebied van het klimaatpakket en hernieuwbare energiebronnen.

De verdere vooruitgang van Kroatië in de toetredingsonderhandelingen hangt vooral af van de totstandbrenging van essentiële politieke, economische, wettelijke en bestuurlijke hervormingen. In dit kader moeten we niet vergeten dat de routekaart van de Commissie een heel bruikbaar en nuttig hulpmiddel is dat Kroatië steunt in het afronden van specifieke onderhandelingshoofdstukken. Ik hoop dat het mogelijk is om tot de afsluitfase van de onderhandelingen te komen, misschien zelfs dit jaar al.

 
  
MPphoto
 
 

  András Gyürk (PPE-DE) , schriftelijk. – (HU) Samenwerking op energie is een van de belangrijkste kwesties geworden in de betrekkingen tussen de EU en Turkije. De belangrijkste reden daarvoor is dat Turkije, als doorvoerland, een cruciale rol kan spelen om de afhankelijkheid van de EU van energiebronnen terug te dringen en haar energievoorziening te diversifiëren. Nauwere samenwerking met Turkije kan tegelijkertijd een belangrijke stap zijn in de uitbreiding van de interne energiemarkt.

Ik ben ervan overtuigd dat Turkije en de Europese Unie fundamenteel dezelfde doelstellingen hebben. We zouden graag zien dat aan de groeiende vraag op het gebied van energieverbruik wordt voldaan door zoveel mogelijk verschillende bronnen te benutten. Het stimuleren van diversificatie is het allerbelangrijkst op het gebied van de aardgasvoorziening. Met het oog daarop is de aanleg van de Nabucco-gaspijpleiding van essentieel belang. De aardgascrisis in januari heeft duidelijker dan ooit laten zien hoe hard deze infrastructuur nodig is. Het is dan ook een welkome ontwikkeling dat in het Europees economisch herstelplan middelen worden gereserveerd voor de aanleg van die gaspijpleiding.

Voordat de eerste spade voor Nabucco de grond in gaat, moeten we echter zo snel mogelijk bilaterale overeenkomsten met Turkije sluiten. Ik betreur het dat er in uitspraken een directe link wordt gelegd tussen de houding van Ankara ten opzichte van Nabucco en de toetreding van dat land tot de EU. Ik ben sterk van mening dat samenwerking op energiegebied niet mag worden gebruikt als wapen in het buitenlands beleid. Er is daarom een nog verdergaande dialoog over energie nodig tussen de Europese Unie en Turkije. Eén van de mogelijke stappen daarin kan het openen van het hoofdstuk over energie zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Nicolae Vlad Popa (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Het jaarlijkse verslag van de Commissie over de vorderingen die Turkije als kandidaatlidstaat in 2008 heeft geboekt is heel evenwichtig. Hoewel het hervormingsproces weer op weg moet worden geholpen en acht onderhandelingshoofdstukken nog steeds zijn geblokkeerd, is de Commissie vooral tevreden over de recente diplomatieke activiteiten van Turkije en de rol van dit land bij het bevorderen van de stabiliteit in de regio. De gebeurtenissen van de zomer van 2008 hebben aangegeven wat voor strategische rol Turkije speelt, ook in de energiesector.

In de context van de regionale samenwerking is vastgesteld dat Turkije door actieve diplomatie een constructieve rol heeft gespeeld bij de betrekkingen met de buurlanden en in het Midden-Oosten. De ontwikkelingen in de Kaukasus hebben aangetoond dat Turkije een strategisch belang vertegenwoordigt voor de veiligheid van de energievoorziening van de Europese Unie, en dan vooral door de diversificatie van de aanvoerroutes. Dit document wijst op het belang van een nauwe samenwerking tussen de EU en Turkije op het gebied van energie. Het Nabucco-project speelt in dat verband een cruciale rol. Er is nu een begin gemaakt met onderhandelingen tussen Grieks-Cypriotische en Turks-Cypriotische leiders om tot een vergelijk te komen. Het is van groot belang dat Ankara samen met de VN steun blijft bieden bij het vinden van een oplossing.

De uitbreiding van de EU en de verdere integratie van de landen van de westelijke Balkan in de EU zijn voor Roemenië topprioriteiten. Roemenië meent dat er bij de onderhandelingen grote vorderingen zijn gemaakt. Dat proces is voldoende dynamisch om interne hervormingen te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Toomas Savi (ALDE), schriftelijk. – (EN) De nieuwe lidstaten hebben de afgelopen vijf jaar kunnen merken dat het lidmaatschap van de Europese Unie talrijke positieve effecten heeft. We moeten ons evenwel niet blindstaren op die ervaring en daarom ben ik een groot voorstander van de verdere uitbreiding van de EU. Maar hoe graag ik ook zou willen dat Turkije zich in de nabije toekomst bij de EU aansluit: de boodschap van het voortgangsverslag is helaas een heel andere.

Ik heb dit in dit Huis meerdere malen aangekaart, waarbij ik de Armeense genocide, bezorgdheid over de Koerden en de bezetting van Cyprus heb genoemd.

Wanneer we daarnaast kijken naar de vooruitgang die Turkije sinds oktober 2005 heeft geboekt met het oog op de afronding van de onderhandelingen over 35 hoofdstukken van het Gemeenschapsacquis, dan blijkt dat er slechts twaalf hoofdstukken zijn geopend en dat er tot nu toe maar één hoofdstuk – dat over wetenschap en onderzoek – is gesloten.

Ik zou de Raad en de Commissie willen vragen hoe zij de onderhandelingen in een stroomversnelling hopen te brengen en het conflict over Cyprus denken op te lossen.

 
  
MPphoto
 
 

  Csaba Sógor (PPE-DE), schriftelijk. – (HU) De lidstaten van de Europese Unie moeten meer solidariteit en tolerantie aan de dag leggen tegenover de toetredende landen. Mijn land, Roemenië, was niet gereed voor toetreding en sommige zaken, zoals de rechten van minderheden, zijn nog steeds niet helemaal op orde. Maar desondanks heeft Hongarije de toetreding van Roemenië niet tegengehouden, omdat het Europese solidariteit en tolerantie belangrijker vond. De toetredingslanden moeten uiteraard grotere stappen nemen om mensenrechten en rechten van minderheden te garanderen, maar de huidige lidstaten van de EU moeten het goede voorbeeld geven. Ik vind het daarom belangrijk dat we allereerst de lidstaten van de EU aanspreken:

- om het Europees Handvest voor de regionale en minderheidstalen te ondertekenen en ratificeren,

- om de wet in te trekken, die in één van de lidstaten van de EU van kracht is, waarin de notie van collectieve schuld wordt geïntroduceerd,

- om lering te trekken uit het voorbeeld van Kosovo, om de culturele en regionale autonomie te garanderen van traditionele nationale minderheden die op het grondgebied van huidige EU-lidstaten leven.

 
  
MPphoto
 
 

  Csaba Sándor Tabajdi (PSE), schriftelijk. – (HU) De stabilisering van de westelijke Balkan en het versterken van de banden van de regio met Europa is een belangrijke taak, vanwege het geostrategische belang van de regio voor Europa. Tegelijkertijd blijft de westelijke Balkan echter in veel opzichten enorm kwetsbaar en afhankelijk, onder andere op economisch en energiegebied.

Kroatië zal, naar wij hopen, in 2011 kunnen toetreden, tijdens het Hongaars voorzitterschap, maar dat zal afhangen van de succesvolle afronding van de onlangs gestarte bilateraal besprekingen met Slovenië, met behulp van internationale bemiddeling, over de verdeling van de baai van Piran. Een andere voorwaarde is dat Kroatië volledige medewerking verleent aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag bij het opsporen en uitleveren van oorlogsmisdadigers. We moeten daarnaast een positief signaal afgeven aan de landen in de regio waarvoor het, vanwege verschillende externe en interne factoren, nog onzeker is wat het tijdschema voor toetreding is. We moeten zo snel mogelijk de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië en met Bosnië en Herzegovina ratificeren, alle landen in de regio de status van volwaardig kandidaat-lidstaat verlenen en een besluit nemen over het exacte tijdschema voor de vroegst mogelijke overeenkomst over de liberalisering van visa. De financiële crisis is op de Balkan hard aangekomen en de lidstaten van de EU zullen indien nodig een rol moeten spelen bij de stabilisering van de regio. Landen die in moeilijkheden verkeren, moeten we helpen. De EU moet de interetnische betrekkingen nauwlettend volgen, met bijzondere aandacht voor de gevoelige binnenlandse situatie in Macedonië, waar momenteel een groot risico bestaat voor een ernstig conflict in de regio.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid