Index 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 maart 2009 - Straatsburg Uitgave PB

Groenboek betreffende gezondheidswerkers in Europa (debat)
MPphoto
 

  John Bowis, namens de PPE-DE-Fractie.(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de commissaris graag bedanken voor het feit dat ze haar avond heeft opgeofferd om zich hier bij ons in dit tot de nok gevulde Parlement te voegen. Ik dank haar ook voor de boodschap die ze heeft meegebracht. Dit is een belangrijk Groenboek en het zou de aanzet moeten zijn voor een uitgebreide discussie, in dit Parlement en daarbuiten.

Ze heeft in haar interventie één of twee vragen aangeroerd, waaronder de vraag waarom er zo weinig verpleegsters en verplegers bijkomen. Ik zou willen zeggen dat dit maar de helft van de vraag is. De andere helft van de vraag luidt waarom er zo veel verpleegsters en verplegers het beroep opgeven. Het gaat er dus niet alleen om gezondheidswerkers aan te trekken – we moeten ze ook voor het vak zien te behouden. Dat geldt in de eerste plaats voor verpleegsters en verplegers, maar ook voor artsen en andere therapeuten. Ik geloof dat we eens moeten kijken naar de carrièrestructuur die we aanbieden. We moeten onderzoeken of promotie wordt gezien als een mogelijkheid om verder te komen. We moeten ook een aantal barrières binnen en tussen de verschillende beroepen wegnemen. En we moeten de werkomgeving prettiger maken. Het is een zwaar beroep, maar het kan ook aangename kanten hebben. We moeten ervoor zorgen dat er in Europa onderzoeksfaciliteiten zijn, om te verhinderen dat mensen buiten Europa hun heil zoeken. Het belangrijkst van alles is misschien wel dat we naar de gezondheidswerkers zelf luisteren. Het gebeurt veel te vaak – ik weet dat uit mijn ervaring in de regering, en u als commissaris weet dat ook – dat we alleen maar luisteren naar de mensen aan de top, en verzuimen langs de bedden te lopen om te zien wat de artsen en verpleegsters en verplegers die daar aan het werk zijn, te zeggen hebben. Als we dat eens wat vaker deden, zou ons beleid misschien wat vaker doel treffen.

Ik verwijs natuurlijk – zoals de commissaris al heeft aangegeven – naar mijn verslag, ofwel de ideeën van dit Parlement aangaande grensoverschrijdende gezondheidszorg. We hebben van meet af aan gezegd dat er aan twee zaken aandacht moest worden besteed, het liefst op hetzelfde moment. Om te beginnen natuurlijk de veiligheid. We geloven dat de achterstand op dit punt nu wordt ingehaald. Ook op het tweede punt – de gezondheidswerkers zelf – is er sprake van een achterstand. We hebben behoefte aan gezondheidswerkers om de nodige ondersteuning te bieden en het zo mogelijk te maken dat patiënten in het volste vertrouwen kunnen reizen. We zijn hier in Straatsburg, en we zien de driehoek Straatsburg, Luik, Luxemburg als een voorbeeld voor een netwerk dat van groot nut kan blijken te zijn – niet alleen voor patiënten, maar ook als het gaat om training en onderzoek.

De commissaris heeft ook gesproken over de mobiliteit van gezondheidswerkers. We moeten onderzoeken hoe we dat idee concrete invulling kunnen geven zonder de veiligheid van patiënten in gevaar te brengen. Ik geloof dat er dan zeker aan taaltests moet worden gedacht – niet om een obstakel in het leven te roepen, maar als beschermende maatregel ten behoeve van de patiënten. De commissaris heeft het gehad over de erkenning van kwalificaties. Dat is van belang – niet alleen wanneer je in eigen land door een dokter uit het buitenland wordt behandeld, maar ook als je naar het buitenland gaat om daar door een plaatselijke arts behandeld te worden. Er zijn beroepen – waaronder bijvoorbeeld dat van chiropractor – die in sommige landen wel erkend zijn en in andere niet. We moeten manieren vinden om een plaats in te ruimen voor dit soort ondersteunende gezondheidswerkers.

Verder moeten we patiënten beschermen tegen artsen, verpleegsters en verplegers of andere gezondheidswerkers, die geroyeerd zijn of tegen wie disciplinaire maatregelen zijn getroffen. In mijn verslag dring ik er bij de Commissie op aan dat dit gemakkelijker moet worden. Ik geloof dat we aan dit punt wat meer aandacht moeten besteden.

De commissaris heeft terecht gesproken van een braindrain. Het is beslist treurig dat we niet voldoende gezondheidswerkers voortbrengen en ze wegpikken uit landen die ze het hardst nodig hebben. Als je de cijfers bekijkt, dan zie je dat één op de vier artsen en één op de twintig verpleegsters in Afrika is opgeleid en werkzaam is in een OESO-land. Wij trekken deze mensen aan of ze worden door onze ngo's in hun eigen land gerekruteerd. Ze krijgen zo meer betaald dan wanneer ze bij hun eigen gezondheidsdiensten zouden werken. Daarom gaan ze niet terug naar die landen om daar aan het werk te gaan.

Dat zijn allemaal belangrijke zaken, mevrouw de commissaris. We moeten aandacht besteden aan de veiligheid van onze gezondheidswerkers. We moeten het hebben over ongelukken met naalden, in ziekenhuizen opgelopen infecties en agressie jegens personeel. Uit gesprekken met vroedvrouwen is onlangs gebleken hoe moeilijk het is voor deze groep om een verzekering te krijgen tegen beroepsaansprakelijkheid. Ziehier een aantal onderwerpen dat, naar ik hoop, een prominente plaats zal innemen bij de discussies over dit – uiterst welkome – Groenboek.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid