Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2104(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0140/2009

Ingediende teksten :

A6-0140/2009

Debatten :

PV 01/04/2009 - 12
CRE 01/04/2009 - 12

Stemmingen :

Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0215

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 1 april 2009 - Brussel Uitgave PB

12. Nieuwe overeenkomst EU-Rusland (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0140/2009) van Janusz Onyszkiewicz, namens de Commissie buitenlandse zaken, over de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland [2008/2104(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Janusz Onyszkiewicz, rapporteur. (PL) Mijnheer de Voorzitter, in dit verslag wordt erop gewezen dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland van fundamenteel belang zijn voor de economische en politieke belangen van de Unie. De rapporteur legt de nadruk op de rol die Rusland op het internationale toneel kan en zou moeten spelen, met name in onze onmiddellijke omgeving, waar het land tot de economische en politieke stabiliteit van de regio kan bijdragen.

In het verslag wordt echter tevens de aandacht gevestigd op de buitensporige reactie van Rusland op de gewapende interventie van Georgische troepen in Zuid-Ossetië, alsmede op de grootschalige en onuitgelokte actie van het Russische leger in Abchazië. Verder wordt in het document de noodzaak onderstreept van een zinvolle dialoog over veiligheidskwesties, die op de eerbiediging van het internationaal recht en de territoriale integriteit van de landen gebaseerd zou moeten zijn. De rapporteur beklemtoont eveneens dat de gebeurtenissen in de Kaukasus en de erkenning van de onafhankelijkheid door Rusland van de twee enclaves, Zuid-Ossetië en Abchazië, twijfels doen rijzen over de vraag of Rusland daadwerkelijk bereid en in staat is om samen met de Europese Unie een gemeenschappelijke ruimte van veiligheid in Europa tot stand te brengen.

In het verslag wordt gesteld dat de besprekingen over de volledige nakoming door Rusland van de afspraken en overeenkomsten waarmee een einde werd gemaakt aan het conflict tussen Rusland en Georgië, moeten worden afgerond alvorens een via onderhandelingen bereikte overeenkomst kan worden goedgekeurd. Dit geldt eveneens voor het akkoord over de status van Abchazië en Zuid-Ossetië. Daarenboven eist de rapporteur tastbare garanties van Rusland dat het geen geweld zal gebruiken tegen zijn buurlanden.

Bovendien wordt er in de tekst op gewezen dat zowel de recente gebeurtenissen aangaande de schending door Rusland van de territoriale integriteit van Georgië als de rol van Rusland in de gascrisis een bedreiging vormen voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland.

Voorts wordt het in het verslag wenselijk geacht om de huidige overeenkomst te vervangen door een nieuwe en bredere overeenkomst die alle aspecten van onze samenwerking dekt en wettelijk bindend is. Bovendien zou een dergelijke overeenkomst moeten voorzien in duidelijke procedures voor geschillenoplossing.

Daarnaast wordt in het verslag nader ingegaan op het probleem van de energiezekerheid. In deze context wordt er tevens op aangedrongen om de essentiële bepalingen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Transitprotocol op te nemen in een via onderhandelingen bereikte overeenkomst, ongeacht het feit dat dit verdrag wettelijk bindend is. Dat is ook het geval voor Rusland, hoewel dit land het bestaande verdrag op ieder ogenblik kan opzeggen.

In het verslag wordt de nadruk gevestigd op het enorme, verborgen potentieel van mogelijke wederzijdse economische afspraken op basis van een gelijkwaardig partnerschap tussen beide partijen. Dergelijke regelingen zouden tot een wederzijds gunstige onderlinge afhankelijkheid kunnen leiden. Volgens het verslag is het van vitaal belang dat zowel de EU-lidstaten als de Europese Unie als geheel met één stem spreken, met name wat de betrekkingen met Rusland betreft. Het is tevens bijzonder belangrijk dat de lidstaten, overeenkomstig de bepalingen van de diverse EU-verdragen, tijdig overleg plegen met andere lidstaten over eventuele bilaterale initiatieven met Rusland. Dit geldt in het bijzonder in gevallen die gevolgen kunnen hebben voor andere landen van de Europese Unie of voor de Europese Unie als geheel.

In het verslag wordt veel aandacht besteed aan de mensenrechten en de vrijheden in Rusland. Er wordt aan herinnerd dat Rusland als lid van de Raad van Europa verplicht is om te voldoen aan de beginselen waarop de Raad is gebaseerd. De rapporteur stelt dat de eerbiediging van deze beginselen van doorslaggevend belang is voor het welslagen van de onderhandelingen over samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland. Hij betreurt voorts dat Rusland zich verzet tegen de invoering van efficiënte maatregelen die tot doel hebben te verhinderen dat de talrijke gevallen van schending van de mensenrechten door de Russische autoriteiten, die door het Europees Hof van Justitie zijn veroordeeld, opnieuw plaatsvinden.

Er dient te worden gewezen op een van de vele aanbevelingen die in de tekst zijn opgenomen, namelijk dat de Europese Unie steun moet blijven verlenen aan het Russische verzoek om toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie. Het wordt van groot belang geacht dat Rusland alle verbintenissen nakomt die aan dit lidmaatschap verbonden zijn vooraleer het land formeel tot de WTO kan toetreden. Dit houdt in de eerste plaats in dat Rusland ophoudt reeds ingevoerde praktijken over boord te gooien. In deze context wordt herinnerd aan het belang van een efficiënte bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten.

Het verslag bevat aanbevelingen in verband met mensenrechten, mediavrijheid, een onafhankelijke rechterlijke macht en het geleidelijke beperken van het actieterrein van niet-gouvernementele organisaties in Rusland. Het verslag heeft ook betrekking op een waaier van economische kwesties, zoals het zeeverkeer in de Oostzee en langs de noordelijke kust van Rusland, het luchtverkeer over Siberië en de wederzijdse overeenkomsten over onbeperkte investeringsmogelijkheden.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het Parlement bedanken voor de gelegenheid die het ons biedt om tijdens deze vergaderperiode te spreken over de betrekkingen met Rusland. Zoals u vast weet, heeft de Raad enige tijd geleden diepgaande besprekingen gevoerd over de betrekkingen met Rusland. We hebben toen de uitgangspunten en argumenten voor de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland vastgesteld. We vinden het belangrijk dat de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst nu weer op schema liggen. Rusland is tenslotte onze grootste buur, een van onze belangrijkste partners en een onmisbare speler op het internationale toneel. Het is duidelijk dat confrontatie geen van ons beide sterker maakt, nu de economische crisis ons allebei even hard treft.

Een constructieve, weldoordachte en voor beide partijen voordelige samenwerking en de nakoming van de internationale verbintenissen door Rusland zouden ons daarentegen wel sterker maken.

Een dialoog en een constructief engagement zijn bovendien belangrijke middelen om onze belangen te verdedigen en onze waarden tegenover Rusland te bevorderen.

Dit was in een notendop de belangrijkste drijfveer voor ons besluit om ondanks de gebeurtenissen van vorig jaar augustus in Georgië de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland te hervatten. De crisis en de gevolgen daarvan blijven echter ongetwijfeld onze betrekkingen overschaduwen en de onderhandelingen betekenen geenszins dat het gedrag van Rusland in Georgië, met inbegrip van de regio's Abchazië en Zuid-Ossetië, wordt gelegitimeerd. De EU heeft wat dit betreft rode strepen getrokken en onze steun voor de territoriale integriteit van Georgië is er daar zeker één van.

We verwachten van Rusland dat het zich verantwoordelijk blijft gedragen en zich houdt aan al zijn toezeggingen. Dit betekent in het bijzonder dat we tijdens het hele onderhandelingsproces speciaal zullen letten op de buurlanden die we gemeenschappelijk hebben met Rusland. De crisis in Georgië heeft laten zien hoe onopgeloste conflicten zelfs na vele jaren nog explosief kunnen zijn, en dat militair optreden geen oplossing is.

We moeten Rusland eraan herinneren dat het veel baat kan hebben bij een constructieve opstelling tegenover zijn buurlanden, en dat het veel te verliezen heeft als het blijft aankoersen op confrontatie. Rusland heeft immers al laten zien dat het weet hoe het zich moet gedragen tegenover buurlanden in Midden-Europa die nu deel uitmaken van zowel de EU als de NAVO.

We zullen erop blijven aandringen dat Rusland zich houdt aan zijn internationale verbintenissen en dat het de territoriale integriteit en soevereiniteit respecteert van Georgië en andere Oost-Europese landen in onze gedeelde nabuurschap. Tijdens de gesprekken in Genève zal zowel van Rusland als van Georgië volledige medewerking worden verwacht.

Ik ben niet van plan om de huidige stand van zaken rond de onderhandelingen met Rusland over de nieuwe overeenkomst in detail uiteen te zetten. De Commissie kan u als onderhandelaarster over de overeenkomst beslist beter bijpraten over het proces.

Ik moet er ook aan herinneren dat we pas aan het begin van het proces staan en dat het proces enige tijd kan duren. We mogen niet ontmoedigd raken als het aanvankelijk slechts langzaam vordert. Ik weet echter zeker dat we aan het einde van ons voorzitterschap meer duidelijkheid zullen hebben over wat beide partijen in de nieuwe overeenkomst willen zien staan.

We zijn de heer Onyszkiewicz dankbaar voor zijn verslag en de daarin gedane aanbevelingen. Over het algemeen delen we een groot aantal van uw zorgen en zijn we het eens met veel van de doelstellingen.

Ik wil nu enkele opmerkingen maken over het deel externe veiligheid van de nieuwe overeenkomst. Het voorzitterschap speelt op dat punt ook een rol in de onderhandelingen. Het is van het grootste belang dat de nieuwe overeenkomst een bepaling bevat die een effectieve dialoog en samenwerking met Rusland waarborgt. De overeenkomst moet worden gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, naleving van de bestaande internationale verplichtingen, rechtstaat en eerbiediging van de democratie, mensenrechten en grondvrijheden. Dit is vooral belangrijk waar het gaat om onze gedeelde nabuurschap en zelfs essentieel als we een oplossing voor slepende conflicten willen.

Ook conflictpreventie is een belangrijke doelstelling. Deze moet zowel via een politieke dialoog als via gezamenlijke initiatieven worden nagestreefd.

Er is reeds enige beweging in de onderhandelingen met Rusland bij het gedeelte van de nieuwe overeenkomst betreffende de reikwijdte van de politieke dialoog en de externe veiligheid. Het venijn zit hem natuurlijk in de details. Het interessantste en moeilijkste deel van de onderhandelingen begint nu, nu we het over concrete tekstvoorstellen gaan hebben.

De onderhandelingen lopen nog, dus het zou niet gepast zijn om u hier details te verstrekken. Ik kan u echter wel verzekeren dat we streven naar wezenlijke bepalingen over de versterking van de dialoog op het internationale toneel, de strijd tegen terrorisme, wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie van kernwapens, mensenrechten, democratie en rechtstaat, crisisbeheersing en civiele bescherming.

Op de topconferentie EU/Rusland in Khanty-Mansiisk is overeengekomen dat ons gezamenlijke doel is een strategische overeenkomst te sluiten die een veelomvattend kader voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland voor de afzienbare toekomst biedt en het potentieel van onze betrekkingen helpt ontwikkelen. Dit blijft onze doelstelling, en dit voorzitterschap en de komende voorzitterschappen zullen blijven werken aan de realisering daarvan.

We zijn bereid om dit Parlement op de hoogte te houden van de vorderingen en we zijn dankbaar voor uw inbreng tot nu toe, en in het bijzonder voor de tekst van uw resolutie.

 
  
MPphoto
 

  Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik de heer Onyszkiewicz hartelijk danken voor dit waardevolle verslag.

Wij hebben steeds opnieuw benadrukt dat wij grote waarde hechten aan de mening van het Parlement en ik ben uiteraard graag bereid u verder te informeren over het verloop van de onderhandelingen.

Mijnheer de Voorzitter, Rusland is en blijft voor ons een belangrijke partner. Onze gemeenschappelijke belangen zijn complex en overlappen elkaar. Deze gaan van economische contacten tot bijvoorbeeld onze gezamenlijke inspanningen als partners in het Midden-Oosten-Kwartet, of zoals gisteren in Afghanistan en Pakistan. Uiteraard bestaan er tussen ons, zoals wij allen weten, ernstige meningsverschillen, onder andere ten aanzien van de territoriale integriteit van Georgië. Steeds weer ontstaat er spanning als het gaat om de intensivering van onze rol in de gemeenschappelijke nabuurschap met Rusland. In dit verband wordt dikwijls ten onrechte beweerd dat wij afhankelijk zijn van onze grote buren. Voor wat betreft handel en energie is eerder sprake van een wederzijdse afhankelijkheid; met andere woorden, wij zijn een onmisbare partner voor de ander. Dit zijn derhalve tijden waarin onze betrekkingen met Rusland van groot belang zijn en waarin een uniforme, visionaire EU-strategie onontbeerlijk is.

Morgen zal president Obama voor het eerst president Medvedev ontmoeten om, zoals hij het uitdrukte, op de knop te drukken voor een reset van de betrekkingen tussen de VS en Rusland. Deze nieuwe benadering is zonder meer toe te juichen, maar we mogen niet weer bij nul beginnen. We hebben geen behoefte aan een reset van onze betrekkingen. Veeleer moeten we ze voortdurend bijstellen. Dat staat boven aan ons prioriteitenlijstje.

Zoals de Commissie in haar mededeling van 5 november constateert, vereisen de complexe en omvangrijke aard van onze betrekkingen, evenals de vele gebieden waarop wij van elkaar afhankelijk zijn, dat wij voortdurend maar wel nuchter en resultaatgericht werken aan onze betrekkingen met Rusland. De onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst zijn ongetwijfeld de beste manier om een gemeenschappelijk EU-standpunt te verdedigen dat onze belangen behartigt en tot doel heeft overeenstemming op de belangrijkste gebieden te bereiken. Terwijl ik nu tot u spreek, vindt in Moskou de vierde onderhandelingsronde plaats.

Wij zijn het inmiddels eens geworden over de algemene structuur van de overeenkomst die de rechtsgrondslag moet zijn voor alle aspecten van onze betrekkingen in de nabije toekomst. Tegelijkertijd hebben wij voor de onderhandelingen zelf echter geen kunstmatige termijnen gesteld; mijns inziens moeten wij zo veel tijd nemen als nodig is om een bevredigend resultaat te bereiken, want de huidige overeenkomst blijft immers tot die tijd van kracht. Het is dus niet nodig om hals over kop te werk te gaan. We hoeven ook niet op de nieuwe overeenkomst te wachten om actuele vraagstukken te kunnen behandelen. Tot dusver zijn de politieke, justitiële en veiligheidskwesties zodanig behandeld dat er begrip kon ontstaan voor elkaars standpunten, en we zijn nu begonnen met besprekingen over de economische vraagstukken.

Het mag ons echter niet verbazen dat beide partijen op verschillende gebieden een geheel eigen benadering hebben. Rusland heeft bijvoorbeeld grote ambities op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid, terwijl het ten aanzien van economische kwesties minder ambitieus is. Uiteraard is het in ons belang, in het belang van de EU, dat onze economische en handelsbetrekkingen juridisch bindende en afdwingbare bepalingen behelzen waarmee kan worden gewaarborgd dat Rusland instemt met een op duidelijke regels gebaseerd systeem. Dat geldt met name voor het energievraagstuk waarbij wij streven naar aanvaarding van de beginselen van het Energiehandvest, waarvan transparantie, wederkerigheid en non-discriminatie de belangrijkste zijn.

De gascrisis aan het begin van het jaar heeft het vertrouwen in de betrouwbaarheid van onze energiebetrekkingen aangetast en dat moet weer worden hersteld. Daarom streven wij naast de onderhandelingen ernaar het vroegtijdig waarschuwingssysteem aanmerkelijk te versterken, dat bepalingen bevat voor monitoring en waarneming in geval van een crisis. Het doel hiervan is conflicten te voorkomen en oplossingen te vinden.

De overeenkomst waarover wij nu onderhandelen, moet uiteraard ook gebaseerd zijn op naleving van de mensenrechten en de democratie. Wij zijn van mening dat dit een essentieel onderdeel ervan moet zijn. Rusland en de EU zijn, zoals de heer Vondra opmerkte, tenslotte dezelfde verplichtingen aangegaan in de VN, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa. Onze overeenkomst moet de eerbiediging van deze gemeenschappelijke verplichtingen en belangen benadrukken. Uiteraard kan deze overeenkomst niet alle conflicten in Europa oplossen, maar ze kan wel een raamwerk zijn voor het oplossen van conflicten.

Naast deze onderhandelingen zullen wij ook onze inspanningen in bestaande forums voortzetten, voor Georgië in het overleg in Genève, in het 5+2-formaat voor Transnistrië en in het Minsk-proces voor Nagorno-Karabach, waarbij ik de gelegenheid tot intensievere medewerking van de EU werkelijk toejuich. Justitie en binnenlandse zaken zijn, zoals ik reeds opmerkte, voor beide partijen belangrijke aspecten van de onderhandelingen, in het bijzonder met het oog op de strijd tegen de georganiseerde misdaad evenals op de verbetering van de omstandigheden voor ‘bonafide’ reizigers. Afschaffing van de visumplicht - waar Rusland op heeft aangedrongen - zal uiteraard alleen mogelijk zijn in combinatie met verdere verbeteringen op andere gebieden. Een effectieve samenwerking in het algemeen zou bijvoorbeeld worden vergemakkelijkt als Rusland hogere normen ten aanzien van de bescherming van persoonlijke gegevens zou implementeren. Onderzoek, onderwijs en cultuur bieden eveneens vele mogelijkheden tot samenwerking in het belang van onze burgers en moeten in de nieuwe overeenkomst derhalve eveneens in overweging worden genomen.

Het verslag waarover wij vandaag debatteren, bevat uiteraard nog veel meer voorstellen waar ik nu in verband met de tijd niet nader op in kan gaan, maar die tijdens het debat ongetwijfeld aan bod zullen komen. Ik wil nogmaals benadrukken dat ik de lijn die de heer Onyszkiewicz volgt in het onderhavige verslag en in de voorgestelde ontwerpresolutie uitdrukkelijk toejuich. Mocht er na het debat van vandaag nog behoefte aan nadere informatie bestaan, dan ben ik uiteraard graag bereid om bijvoorbeeld de Commissie buitenlandse zaken, wanneer zij dat maar wil, een uitvoerige briefing te geven, zoals ik vorig jaar heb gedaan.

Tot slot wil ik benadrukken dat ik veel waarde hecht aan een succesvol verloop van de onderhandelingen, en deze hebben dan ook mijn volledige ondersteuning. Een goede overeenkomst zal naar ik hoop een solide en betrouwbare basis voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland in de nabije toekomst vormen en daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de veiligheid en stabiliteit van ons continent.

 
  
MPphoto
 

  Cristina Gutiérrez-Cortines, rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, het is iedereen in Europa, inclusief de Commissie industrie, onderzoek en energie, duidelijk dat energie een instrument van buitenlands beleid geworden is, dat energie een factor is die verandering kan bewerkstelligen, aanleiding kan geven tot conflicten en ons kan verenigen, en dat is nu precies waar we het hier vandaag over hebben.

Als wij kijken naar de traditie zien wij dat er altijd eenheid is geweest tussen Europa en Rusland. Onze gemeenschappelijke geschiedenis toont aan dat Wit-Rusland in zijn ontwikkeling onmiskenbaar invloeden uit het Westen heeft ondergaan. Zowel vanuit religieus oogpunt als wat betreft alle vormen van onderwijs en een groot deel van het gedachtegoed is de Russische traditie nauw verwant aan het Europese gedachtegoed, dat Rusland verrijkt heeft. Daar staat tegenover dat de Russische wetenschap, met haar grote wiskundigen uit Kazan, onze cultuur verrijkt heeft, en hetzelfde geldt voor de Russische literatuur.

We dienen de spanningen van het socialistische tijdperk te beschouwen als een interval dat gedenkwaardig maar niet blijvend is. Onze constante met Rusland is er altijd een van eenheid geweest, en daarom moeten we Rusland waarschuwen dat we ook op energiegebied, waarop Europa tekorten heeft, als vrienden met elkaar om moeten blijven gaan, zij het dan aan de hand van een aantal duidelijke spelregels, zoals die welke ridders altijd hadden en wij altijd gehad hebben, en die nu een geschreven vorm krijgen.

Wij kunnen niet in permanente onzekerheid leven en vrezen dat de energievoorziening aan onze burgers zal worden afgesneden. Rusland zal ook moeten inzien dat het energie niet mag gebruiken als een middel om aan te geven dat het de soevereiniteit van de aangrenzende lidstaten niet erkent. Het is een feit: deze volkeren zijn soeverein geworden en beoefenen de democratie volledig. Wij moeten over deze volkeren waken. Ook Rusland behoort over hen te waken, zoals het ook de plicht heeft om duidelijke spelregels te verschaffen voor de energiehandel en voor eenheid door middel van energie.

 
  
MPphoto
 

  Josef Zieleniec, namens de PPE-DE-Fractie. – (CS) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Onyszkiewicz bedanken voor het opstellen van dit belangrijke, goedgeschreven en evenwichtige verslag. Als schaduwrapporteur van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten ben ik zeer verheugd dat het verslag ook onze belangrijkste prioriteiten met betrekking tot Rusland weerspiegelt: een pragmatische samenwerking op basis van een gezonde marktomgeving, de nadruk op mensenrechten, een functionerende rechtsstaat en democratie – allemaal fundamentele maatschappelijke waarden voor de EU – en ook de nadruk op eerbiediging van de soevereiniteit van alle buurstaten en van de eenheid van de EU.

De nieuwe overeenkomst waarover wordt onderhandeld, moet alle samenwerkingsaspecten omvatten, juridisch bindend zijn en de kwaliteit van onze betrekkingen met Rusland weerspiegelen. Wij moeten in de discussies weliswaar onze standpunten en waarden tot uiting doen komen, maar mogen daarbij niet vergeten welke rol Rusland vorig jaar heeft gespeeld in de oorlog in Georgië of tijdens de gascrisis in januari. We kunnen het ons niet veroorloven nieuwe invloedssferen in Europa te laten ontstaan. We kunnen de status-quo – beter gezegd het fait accompli – in de Kaukasus niet aanvaarden. Vandaar de eis dat Rusland ondubbelzinnig garandeert dat het geen geweld zal gebruiken tegen zijn buren en dat het conflicten in onze gemeenschappelijke nabuurschap samen met de EU zal oplossen. In onze visie is het volkomen natuurlijk om Rusland uit te nodigen de eerste directe, vertrouwenwekkende stap te zetten.

Veel collega´s benadrukken vandaag terecht dat de EU als eenheid moet optreden in haar betrekkingen met Rusland. We kunnen echter alleen geleidelijk aan tot een werkelijk eensgezind standpunt komen en daarom stel ik voor om binnen een door de Raad te bepalen bepaald kader een overlegmechanisme in het leven te roepen dat de lidstaten de mogelijkheid biedt om elkaar te raadplegen ruim voorafgaand aan alle bilaterale kwesties waarbij Rusland betrokken is en waaruit gevolgen voortvloeien voor een lidstaat of voor de EU als geheel. Alleen op deze manier zullen we een werkelijk eensgezind standpunt tegenover Rusland kunnen innemen en alleen op deze manier zullen we maximaal profijt kunnen trekken van ons grootste voordeel ten opzichte van Rusland: onze eenheid.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Tabajdi, namens de PSE-Fractie. – (HU) De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement beschouwt Rusland als een cruciale, strategische partner. De Europese Unie en Rusland zijn van elkaar afhankelijk, zoals commissaris Ferrero-Waldner al zei.

Ik wil graag opmerken dat we wat betreft de aardgasvoorziening van elkaar afhankelijk zijn, omdat Rusland zijn aardgas aan niemand anders zou kunnen verkopen. Daar moeten we duidelijk over zijn. Het is van groot belang dat er een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst wordt uitgewerkt en gesloten. Dit verslag zou daaraan moeten bijdragen, maar doet het niet.

Het in de Commissie buitenlandse zaken goedgekeurde verslag-Onyszkiewicz, waarvan de toon soms uitgesproken bot is, kan het netwerk van betrekkingen tussen de EU en Rusland ernstig schaden. De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement is het ermee eens dat het Parlement zijn terechte kritiek op Rusland moet uiten. Zij veroordeelt de schending van de mensenrechten met kracht en eist dat de democratische rechten en fundamentele waarden worden gerespecteerd.

We dringen er bij Rusland op aan het beginsel van onafhankelijke media, of het nu geschreven of elektronische media zijn, te respecteren. We vragen de Russische regering om alle maatregelen te treffen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de aanvallen en moorden op journalisten worden onderzocht. De Russische wet inzake NGO's brengt het onafhankelijk optreden van deze organisaties in gevaar.

De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement is bezorgd over de manier waarop de parlements- en presidentsverkiezingen onlangs in Rusland zijn gehouden. We hebben kritiek over de houding van Rusland in het aardgasgeschil tussen Rusland en Oekraïne en in het conflict tussen die twee landen. Tegelijkertijd zijn we er echter van overtuigd dat de aanbevelingen van het Parlement moeten bijdragen aan de verbetering van de betrekkingen tussen de EU en Rusland en aan de uitwerking van een nieuw strategisch partnerschap. Dit verslag doet dat echter niet en daarom hebben wij in de Commissie buitenlandse zaken tegen dit verslag gestemd.

De Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie keren zich tegen de gedachtegang van de Commissie. Ze keren zich tegen het nieuwe beleid van de Verenigde Staten. Ze denken misschien dat de regering Obama, met name via de uitspraken van vicepresident Joe Biden, blijk heeft gegeven van een andere stijl, maar de Europese Unie zal achterlopen op het Amerikaanse beleid, ofschoon dit niet in ons belang zou zijn. Onze zorg betreft dus niet de kritiek, maar de stijl.

Wij hoeven niemand de les te lezen, maar moeten gerechtvaardigde kritiek leveren. Het is niet aan de Europese Unie om het vingertje omhoog te houden en Rusland de les te lezen. Daarom kan de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement dit ontwerpverslag alleen aannemen als alle zes de amendementen die we hebben ingediend, door het Parlement worden aangenomen. Anders zal dit verslag slechts een averechtse uitwerking hebben en het strategisch partnerschap tussen de EU en Rusland geen dienst bewijzen. Het is echter in het belang van de Europese Unie dat er een succesvolle samenwerking tussen Rusland en de EU wordt ontwikkeld.

 
  
MPphoto
 

  Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, voor buitenlandse zaken zijn diplomatie en principes nodig, en dit verslag over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland biedt beide. Mijn fractie looft de inhoud van het verslag en feliciteert de heer Onyszkiewicz met zijn werk.

De geschiedenis leert ons dat niets de Russen zo nijdig maakt als wanneer we hun de rug toekeren. Het is dus in het belang van zowel Rusland als de Europese Unie dat wij met elkaar communiceren, samenwerken en handel drijven op vertrouwenwekkende manieren. Evenzo is het niet eerlijk om te doen alsof het gedrag van Rusland onberispelijk is. Dit is een land dat energieleveringen als wapen gebruikt, een land waarvan het arrogante gedrag in de Kaukasus en de Baltische staten zijn buurlanden irriteert, en een land dat het recht flexibel interpreteert om degenen die in de gunst van het Kremlin staan, van dienst te zijn, en degenen die het Kremlin niet aanstaan de duimschroeven aan te halen, zoals het nieuwe proces van vandaag tegen Michaïl Khodorkovski bevestigt.

De verkiezingen zijn, zoals wij weten, geen uitzondering. Meneer Tabajdi, fysiek geweld, intimidatie van mensenrechtenverdedigers en moord op onafhankelijke journalisten zijn de werkelijkheden van het Rusland van vandaag.

(Applaus)

We vinden het jammer dat enkele afgevaardigden de kritiek op de staat van dienst van Rusland op het gebied van de mensenrechten willen afzwakken. Ik ben verrast te moeten zien hoezeer sommigen erop aandringen de nieuwe overeenkomst te bestempelen als strategisch, eenvoudigweg omdat Moskou die overeenkomst wil. Ja, we moeten bruggen bouwen, maar we mogen dingen die verfoeilijk zijn, niet kritiekloos aanvaarden.

Er zijn drie redenen waarom sommigen geneigd zijn toe te geven aan de heer Poetin. Op de eerste plaats zijn er mensen die ooit met de Sovjets hebben gesympathiseerd en nog steeds een emotionele band hebben met het Kremlin hebben. Op de tweede plaats zijn er mensen die denken dat Rusland op de een of andere manier anders is dan andere landen en dat voor Rusland niet dezelfde normen kunnen gelden. En op de derde plaats zijn er mensen die denken dat Rusland gewoon te angstaanjagend is om tegen zich in het harnas te jagen. Geen van deze argumenten is steekhoudend. De harde linkervleugel van Europa heeft zich in het verleden moedwillig onwetend gehouden van de mensenrechtensituatie in het Sovjettijdperk. Zij maken niet alleen een morele fout, maar geven ook blijk van politieke warrigheid als ze excuses bedenken voor Rusland, nu het land opschuift naar autoritair rechts. Mensenrechten zijn bovendien universeel en ondeelbaar; anders hebben niets te betekenen. De Unie moet dus voldoende zelfvertrouwen hebben om onze waarden te verdedigen, zowel binnen onze eigen grenzen als daarbuiten.

Tot slot heeft de Europese Unie tegenwoordig een bevolking die drie en een half keer zo groot is als die van Rusland. Onze militaire uitgaven zijn tien keer zo hoog en onze economie is vijftien keer zo groot. We hebben geen reden om terug te deinzen voor het Kremlin, maar wel alle reden om onze waarden te verdedigen. We geven daarom steun aan een nieuwe overeenkomst, maar laat Europa die relatie wel eensgezind, sterk en met open ogen aangaan.

 
  
MPphoto
 

  Adam Bielan, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, het Kremlin gebruikt de energiebevoorrading als een politiek drukmiddel en past het beginsel van 'verdeel en heers' toe om Europa land per land te corrumperen, gaande van Cyprus tot Nederland. Deze aanpak blijkt buitengewoon succesvol te zijn. De uiterst passieve houding van de Europese Unie na de aanval van Rusland op het soevereine Georgië staat hiermee in schril contrast. De leiders van de Unie schitterden door afwezigheid. De heer Solana en commissaris Ferrero-Waldner waren nergens te bekennen. Intussen werd de Franse president Nicolas Sarkozy publiekelijk te kijk gezet, aangezien de Russen besloten om het vredesakkoord waarover hij had onderhandeld, volledig naast zich neer te leggen. We kunnen bijgevolg stellen dat de zwakke positie van Europa in de betrekkingen met Rusland het logische gevolg is van onze eigen naïviteit en kortzichtigheid.

Energiebedrijven uit Oostenrijk, Duitsland en Italië doen op bilaterale basis zaken met het Kremlin. Dit leidt rechtstreeks tot politieke druk van Moskou op afzonderlijke EU-lidstaten. Duitsland bouwt momenteel een gaspijpleiding op de bodem van de Oostzee om Polen links te kunnen laten liggen, terwijl Rusland de energiebevoorrading aan Litouwen, de Tsjechische Republiek en andere EU-landen al meermaals heeft onderbroken. Als het Nord Stream-project ten uitvoer wordt gelegd, is mijn land, Polen, wellicht hetzelfde lot beschoren. Het EU-beleid ten aanzien van Rusland dient gebaseerd te zijn op de beginselen van eenheid en solidariteit. Als we willen dat onze betrekkingen met Rusland efficiënt zijn, moeten wij met de andere EU-lidstaten die mogelijk bij een overeenkomst betrokken zullen zijn overleg plegen alvorens bilaterale overeenkomsten te sluiten met het Kremlin.

 
  
MPphoto
 

  Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie.(FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur eveneens bedanken voor het feit dat hij heeft ingestemd met onze amendementen en dat hij de kwestie van de mensenrechten bij de onderhandelingen met Rusland centraal heeft gesteld. Ik verzoek de Raad en de Commissie op dit punt niet te zwichten, en ik verzoek de rapporteur zijn steun te geven aan onze andere amendementen inzake de eerbiediging van de rechten van minderheden en van Tsjetsjenië, hetgeen in het verslag niet echt aan bod is gekomen.

Wij steunen ook de kritische houding tegenover Rusland, want ook al geeft Rusland momenteel positieve signalen af, met name als het gaat om zijn bereidheid internationale overeenkomsten te sluiten over de vermindering van nucleaire arsenalen, die in deze tijden van crisis ongetwijfeld te duur zijn, toch blijft dit land op andere punten nog steeds onverzettelijk, met name als het gaat om zijn nabuurschapsbeleid, waarbij het de Europese Unie verwijt zich binnen zijn invloedsfeer te begeven. Ik herinner eraan dat de heer Lavrov zich onlangs in Brussel kritisch heeft uitgelaten over het Oosters Partnerschap dat wij tijdens de Voorjaarstop hebben opgezet, net zoals de heer Poetin negatief heeft gereageerd op de gasovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne.

Zoals u weet – en zoals iedereen heeft opgemerkt – is de kwestie Georgië nog steeds actueler dan ooit. Deze kwestie blijft een twistpunt tussen de EU en Rusland, dat voortdurend gebruikmaakt van zijn vetorecht om de oprichting van internationale vredeshandhavingstroepen te blokkeren, en om onze waarnemers zelfs de toegang te ontzeggen tot de grondgebieden die het bezet houdt en controleert. Hiermee schendt Rusland de zes punten van de overeenkomst die de EU op 12 augustus met dit land heeft gesloten, terwijl het niets doet om het dagelijkse geweld bij de administratieve grens Abchazië-Ossetië te stoppen.

Bovendien laat niemand zich voor de gek houden door de energieafhankelijkheid van de Europese Unie ten opzichte van Rusland, zoals al is gezegd, of door de politieke prijs die wij moeten betalen.

Tot slot hoop ik, mijnheer de Voorzitter, dat, nu wij met een mondiale crisis te maken hebben die niemand ontziet, ook Rusland niet, zich onverwachte oplossingen zullen voordoen die Rusland ertoe zullen brengen om in te stemmen met een constructief partnerschap, en die ertoe zullen leiden dat de EU als eensgezinde partner meer gewicht in de schaal legt.

 
  
MPphoto
 

  Vladimír Remek, namens de GUE/NGL-Fractie. (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, we spreken over onze aanbevelingen aan de Raad voor de nieuwe overeenkomst met Rusland. De tekst van het verslag ziet er in mijn ogen echter niet uit als een aanbeveling voor diplomatieke onderhandelingen. In het grootste deel van het document wordt beschreven en benadrukt dat het noodzakelijk is te eisen, aan te dringen, te onderstrepen, uit te dagen, enzovoort. Dit is het lexicon van een dictaat en ik ben erg blij dat ik geen onderhandelaar ben die geacht wordt zich te laten leiden door zulke aanbevelingen. Tegelijkertijd erkennen wij echter dat de EU, afgezien van al het andere, een kwart van haar olie- en aardgastoevoer uit Rusland ontvangt. Soms heb ik de indruk dat we een veilige, stabiele aanvoer van essentiële grondstoffen proberen te verkrijgen door met een knuppel te zwaaien. Maar wat nemen wij, de EU, mee naar de onderhandelingstafel? Waar is ons standpunt ten aanzien van de mensenrechten - waarachter we ons verschuilen - bijvoorbeeld met betrekking tot Russisch sprekende minderheden op het grondgebied van EU-lidstaten? Waar is onze mening over de reünies en activiteiten van leden van voormalige SS-eenheden in EU-landen? Of is het zo dat we ons niet tegen hen verzetten maar hen juist steunen, in strijd met bijvoorbeeld de bevindingen van de VN? Hoe is het verder mogelijk dat de Commissie industrie, onderzoek en energie (ITRE) beide landen, Oekraïne en Rusland, verantwoordelijk houdt voor de problemen met de aardgaslevering aan de EU, maar in onze aanbevelingen alleen Rusland wordt aangesproken? Al met al is het alsof we proberen te voetballen op een veld met maar één doel. Dat is, zoals u zeker zult moeten toegeven, geen echte wedstrijd. Laten we dan ook geen wonderbaarlijke resultaten verwachten.

Persoonlijk vind ik het daarom een probleem om het document in zijn huidige vorm te steunen. Zelfs in de Commissie buitenlandse zaken was een derde van de leden niet gelukkig met het concept. Intussen heeft de Commissie internationale handel voor een veel realistischer aanpak in de betrekkingen met Rusland gekozen, rekening houdend met wat Europa werkelijk nodig heeft.

 
  
MPphoto
 

  Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie. – Voorzitter, het lijdt geen twijfel dat Rusland vandaag volop deelt in de wereldwijde economische crisis. Nog vanmorgen hoorde ik op de radio een indringende reportage vanuit St. Petersburg over medicijnen die onbetaalbaar en dus onbereikbaar zijn voor de gemiddelde Russische burger. De jongste prognoses van de Wereldbank duiden op nog zwaarder weer voor de Russische economie. Wat te denken van de zwarte voorspelling dat eind dit jaar meer dan 20 miljoen Russen onder het bestaansminimum van 4 600 roebel (circa 185 dollar) kunnen vallen?

Inderdaad, Europa en Rusland staan beide voor de urgentie van krachtige crisisbestrijding. Gezamenlijke inspanningen om het mondiale economische klimaat te doen opklaren verdienen derhalve prioriteit. Voorwaarde daarvoor is echter wederzijds vertrouwen, en dat wil ik onderstrepen, want het externe beleid van het Kremlin staat dat jammer genoeg vierkant in de weg. Denk aan de crisis in Moldavië, die almaar doorgaat en nog ingewikkelder wordt met een slechte rol voor Smirnoff. Denk ook aan de verwikkelingen in Oekraïne weer vorige week. Kortom, het ontbreken van wederzijds vertrouwen staat gezamenlijke inspanningen in de weg.

Het Parlement geeft in dit verslag die eerlijke en heldere boodschap mee aan de Raad en de Commissie voor de onderhandelingen met Moskou en, naar ik van harte hoop, rendeert een rechte rug tegenover de Russen.

 
  
MPphoto
 

  Jana Bobošíková (NI). – (CS) Dames en heren, in de ontwerpaanbeveling van dit Parlement aan de Raad met betrekking tot de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland, waarover wij vandaag debatteren, staan misschien maar twee feiten waarmee we het eens kunnen zijn. Het eerste is dat Rusland van enorm belang is voor de stabiliteit en welvaart van Europa en de wereld, en het tweede is dat we een strategisch partnerschap met Rusland moeten sluiten op basis van democratische waarden. Voor het overige moet ik zeggen dat de tekst is geschreven in de taal van een overwinnaar uit de tijd van de Koude Oorlog, waarin alle basisregels van diplomatie en internationale betrekkingen met voeten worden getreden. Deze regels betreffen vooral zaken als compromisbereidheid, beleefdheid, evenwichtigheid en respect voor de andere partij aan de onderhandelingstafel. Ze gaan niet over dictatoriale eisen en harde veroordelingen. Het woordgebruik en de formulering van het verslag doen denken aan de brief van de verwaande sultan aan de Kozakken in Zaporozhsky, die hem vervolgens gepast van repliek dienden. De ongepaste russofobie in de tekst wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de objectieve verklaring van de Commissie industrie, onderzoek en energie, die als richtsnoer zou moeten dienen voor het formuleren van een nieuw document. Naar mijn mening is het huidige verslag schadelijk voor de EU en de Russische Federatie en daarmee voor de belangen van alle burgers in het Euro-Aziatische gebied.

Dames en heren, ik hoop dat tijdens de top van de EU en Rusland, die onder Tsjechische voorzitterschap zal worden georganiseerd door de Tsjechische president Václav Klaus, beslist niet zulke russofobe retoriek zal worden gehanteerd, vooral ook omdat de Tsjechische president het niet eens is met de gangbare EU-visie op het Russisch-Georgische conflict. Ik ben er stellig van overtuigd dat de Raad, in het belang van onze burgers, niet uit het oog mag verliezen dat Rusland een noodzakelijke, nuttige en gelijkwaardige partner in onze geopolitieke regio is en zal blijven. Zoals al eerder is gezegd, komt een kwart van de olie- en aardgaslevering aan de EU uit Rusland en gaat de helft van de Russische olie- en aardgasproductie naar de EU. Dit feit alleen al is voldoende reden om te proberen betrekkingen van goed nabuurschap te onderhouden tussen de EU en de Russische Federatie.

 
  
MPphoto
 

  Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE). - Voorzitter, de afgelopen tweeënhalf jaar ben ik als voorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met Rusland heel intensief bezig geweest met Rusland en Europa. Ik heb me niet alleen bezig gehouden met incidenten, maar ik heb ook met een open blik gekeken naar de langetermijnstrategie. Ik snap dus echt niet wat Graham Watson, de voorzitter van de ALDE-Fractie, hier gezegd heeft. Want ik ben in al die debatten niet eenzijdig geweest, en mijn collega's evenmin. We hebben gediscussieerd over de vele problemen met Rusland.

Maar laten we niet vergeten dat we, als we een partnerschapsovereenkomst willen sluiten, dan ook partners willen zíjn. Dat betekent dus dat er van beide kanten ook met elkaar overlegd moet worden over moeilijke zaken. Een partnerschapsovereenkomst kan er inderdaad alleen maar komen als je elkaar vertrouwt en niet wanneer je van één kant alleen maar oog hebt voor de problemen. De Verenigde Staten hebben een andere strategie op dit moment. Moeten wij dan zo nodig, anders dan de Verenigde Staten die wel een opening bieden, terugvallen op koude sentimenten? Dat is niet verstandig.

Een partnerschapsovereenkomst, een strategisch partnerschap hebben we nodig, want we hebben maar één grote buur. Wij zijn afhankelijk van die buur voor onze energievoorziening en zij zijn van onze financiële middelen afhankelijk. Maar omdat we in Europa waarden te verdedigen hebben, praten we met hen ook over de gezamenlijke waarden en over de mensenrechten. Voor de nieuwe strategie die we echt nodig hebben met die grote buur is het geen goede start om alles alleen maar vanuit de negatieve kant te belichten. Ik dank daarom de commissaris voor het antwoord dat ze gegeven heeft, want het bevat positieve elementen om inderdaad tot iets te komen wat goed is voor vijfhonderd miljoen Europese burgers.

 
  
MPphoto
 

  Jan Marinus Wiersma (PSE). - Voorzitter, laat ik beginnen met mevrouw Oomen-Ruijten te complimenteren met wat ze zojuist zei. Ik ben het van harte eens met haar betoog en ik hoop dat het ook van invloed zal zijn op het stemgedrag van haar fractie morgen, als onze amendementen op dit verslag in stemming worden gebracht. Ik wens haar daarbij veel succes.

Mijn fractie heeft grote moeite met het voorliggende verslag van collega Onyszkiewicz, en daarom hebben we in de Commissie buitenlandse zaken tegen gestemd. Het is veelomvattend - dat is terecht - en de agenda van de betrekkingen tussen de EU en Rusland is inderdaad ook omvangrijk. De rapporteur, en daarvoor mijn complimenten, heeft wel geprobeerd al die terreinen in zijn verslag aan de orde te laten komen. Maar de toon is fout. Je kunt niet zeggen dat die betrekkingen van cruciaal belang zijn - zoals de rapporteur doet - en vervolgens alleen maar voorbeelden opnoemen van alles wat fout gaat en fout is in Rusland, zonder daarbij overigens oog te hebben voor de fouten die we zelf in het verleden, de afgelopen twintig jaar ten opzichte van de Russische Federatie gemaakt hebben.

Rusland is geen kandidaat-lidstaat, maar een strategische partner die wil samenwerken op gebieden van gemeenschappelijk belang. Daarbij moet je constructief en rationeel optreden. En ik ben het helemaal eens met minister Vondra dat dat de basis moet zijn van onze benadering. De criteria van Kopenhagen gaan hier niet op, al wordt die indruk weleens gewekt. Ik ben voor een pragmatische aanpak uitgaande van interdependentie. Zij hebben ons nodig en wij hen. Of dat nu is op het gebied van de handel, energiesamenwerking, klimaat, of nucleaire non-proliferatie, oplossingen kunnen we alleen samen vinden. Dat is het achterliggende strategische belang - wij hechten aan het woord strategisch in dit debat - van de onderhandelingen over een nieuw akkoord. Die moeten we te goeder trouw voeren, ook met respect voor de belangen van Rusland.

Onze rapporteur besteedt terecht veel aandacht aan de buurlanden die de Europese Unie met Rusland deelt. Ook hier geldt dat samenwerking meer oplevert dan confrontatie. Een gevecht om invloedssferen willen wij ten alle koste vermijden. In plaats daarvan zou de Europese Unie moeten inzetten op een reanimatie van een verzwakte OVSE, de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa. Dan kan in dat kader ook gekeken worden naar een betere aanpak van deze bevroren conflicten waar we in Europa nog steeds mee zitten, of het nu in Georgië is, in Azerbeidzjan of Moldavië.

Natuurlijk is niet alles koek en ei. Het verslag gaat daar terecht op in. Wij veroordelen en veroordeelden de Russische inval in Georgië. We maken ons zorgen over autoritaire tendensen in Rusland. De dialoog kan daarom niet alleen maar positief zijn, en als lid van de Raad van Europa kan Rusland het beter doen. Maar niettemin, met alle respect voor de rapporteur, waar is de reset in zijn verhaal? Doorgaan met polariseren, nu de Amerikaanse regering Rusland anders wil benaderen, is contraproductief. Onze problemen zijn globaal en voor de oplossing daarvan hebben we iedereen nodig.

 
  
MPphoto
 

  István Szent-Iványi (ALDE). (HU) President Medvedev heeft in zijn inaugurale rede verklaard dat het zijn belangrijkste taak is de vrijheid te beschermen en de rechtsstaat te herstellen. Helaas heeft hij deze belofte nog niet vervuld. Het is onze plicht hem aan deze belofte te herinneren en meer steun te geven aan de onafhankelijke media, het maatschappelijk middenveld en de slachtoffers van de schendingen van de mensenrechten.

We streven naar een pragmatisch partnerschap met Rusland, en een partnerschapsovereenkomst is in ons belang. Dit is echter alleen realistisch als Rusland van zijn kant constructief, verantwoordelijk en coöperatief gedrag laat zien.

In januari werd het vertrouwen in de betrouwbaarheid van Rusland als aardgasleverancier beschadigd. Het centrale element van de overeenkomst moet daarom het energiepartnerschap zijn. Het zou het vertrouwen ten goede komen als Rusland eindelijk het Europese Energiehandvest en het Transitprotocol zou ondertekenen. We verwachten van de Europese Unie dat ze gezamenlijk en vastberaden actie onderneemt in het belang van de lidstaten die in grote mate afhankelijk zijn van Russische energieleveringen.

 
  
MPphoto
 

  Inese Vaidere (UEN). (LV) Hartelijk dank, mijnheer Onyszkiewicz, voor uw zeer evenwichtige verslag. Rusland is een heel belangrijke partner voor de Europese Unie. Gezamenlijk optreden kan een positieve uitwerking hebben op het te boven komen van de economische en financiële crisis. Dit mag ons er echter niet toe brengen af te wijken van onze beginselen en waarden. We moeten eisen dat Rusland in eigen land de mensenrechten, de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging hersteld. We moeten erop aandringen dat het Russische programma voor steun aan landgenoten niet wordt misbruikt als instrument om de politieke invloed van Rusland in bepaalde EU-lidstaten te versterken. Voordat een nieuwe overeenkomst kan worden ondertekend, moet Rusland hebben voldaan aan zijn verplichtingen ten aanzien van de territoriale integriteit van Georgië. De brede overeenkomst dient een strategie voor energiezekerheid te bevatten, op basis van de ratificatie van het Energiehandvest. Ook moeten we een adequate beoordeling eisen van de gevolgen van de noordelijke gaspijpleiding voor het milieu. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Milan Horáček (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, fungerend voorzitter van de Raad, de heer Onyszkiewicz heeft duidelijke taal laten horen toen hij sprak over de betekenis van de mensenrechten voor de samenwerking met Rusland, waarvoor hartelijk dank. Het is mijns inziens bijzonder belangrijk om op niet mis te verstane wijze duidelijk te maken dat Europa economische betrekkingen, dat wil zeggen gasverbindingen, niet belangrijker acht dan de mensenrechten. Normale partnerschappen zijn gebaseerd op twee betrouwbare partijen die elkaar vertrouwen. Strategische partnerschappen lopen het risico slechts beperkt houdbaar en betrouwbaar te zijn, reden waarom de EU zich moet beschermen tegen onbetrouwbaarheid. Zolang Rusland de mensenrechten op zo stuitende wijze blijft schenden en er niet in slaagt om een minimaal niveau van democratie en rechtsstaat te realiseren, zoals onder ander de gevallen van Anna Politkovskaja of de heer Chodorkovski en de heer Lebedjev aantonen, kan er geen sprake zijn van een normaal, goed partnerschap.

 
  
  

VOORZITTER: RODI KRATSA-TSAGAROPOULOU
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL). (CS) Het verslag van de heer Onyszkiewicz is ongetwijfeld een van de belangrijkste documenten van het einde van ons verkiezingsmandaat. Ik moet onderstrepen dat ik zeer, zeer teleurgesteld ben over de inhoud van het verslag. Een van de minder belangrijke punten waarmee ik het eens kan zijn is dat goede betrekkingen met Rusland voor iedereen belangrijk zijn. Het uitgangspunt van het verslag is naar mijn mening onevenwichtig en ik geloof stellig dat het in zijn oorspronkelijke vorm de wederzijdse betrekkingen niet zal helpen verbeteren. Ik acht het een misvatting - om het beleefd te zeggen - dat het verslag raadplegingsbevoegdheden wil toevertrouwen aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU. Ik moet zeggen dat, als dat de heer Solana zou zijn, ik van mijn kant geen vertrouwen kan hebben in een man die tien jaar geleden de zinloze, zogenaamd humanitaire bombardementen op Joegoslavië ontketende en die, in strijd met het internationaal recht, de afscheiding van een deel van een soevereine staat organiseert. Ik zie ook een gebrek aan evenwicht in het feit dat Rusland wordt bekritiseerd om zijn programma voor steun aan in het buitenland wonende Russen, terwijl het verslag zwijgt over de positie van Russisch sprekende niet-staatsburgers in de EU. Naar mijn mening wordt in het verslag eveneens opzettelijk geen melding gemaakt van het vraagstuk inzake de zogenoemde ´Polenkaart´, dat in strijd is met het internationaal recht.

 
  
MPphoto
 

  Francisco José Millán Mon (PPE-DE). - (ES) Rusland is een bijzonder belangrijke internationale speler. Het is permanent lid van de Veiligheidsraad en de G8 en een belangrijke grootmacht. Om die simpele redenen zou de Europese Unie moeten streven naar betrekkingen met Rusland die gekenmerkt worden door dialoog en samenwerking. Bovendien zijn tal van lidstaten van Rusland afhankelijk op energiegebied en onderhouden zij intensieve handelsbetrekkingen met dit land.

Onze betrekkingen met Rusland dienen echter verder te gaan en ambitieuzer te zijn. Rusland is een Europees land, het maakt deel uit van de Raad van Europa, het is belangrijke verbintenissen aangegaan op het gebied van mensenrechten en democratische vrijheden, en het dient een reeks waarden en beginselen met ons te delen, waaronder de naleving van het internationale recht en de eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van de staten.

De gebeurtenissen van de afgelopen tijd hebben echter een zorgwekkende tendens in Rusland te zien gegeven, zoals het gebruik van energiebronnen als drukmiddel, waarbij zelfs de levering wordt afgesneden, of de crisis met Georgië van afgelopen zomer en de voorafgaande ontwikkelingen.

Dit alles heeft ertoe geleid dat het vertrouwen in Rusland als Europese partner is afgenomen. We moeten dat vertrouwen nu zien te herstellen. We willen met Rusland een constructieve overeenkomst sluiten, als echte Europese partners, maar dan moet het gedrag van Rusland wel veranderen.

In de Europese Unie hebben de lidstaten om tal van redenen, ook om historische redenen, verschillende opvattingen over de betrekkingen met Rusland, en daarom is het niet makkelijk om een gemeenschappelijk standpunt te bereiken. Dat is een van onze zwakke punten, een van onze problemen, maar naast die visie die je pragmatisch of realistisch zou kunnen noemen, is er in dit Parlement ook steeds meer steun te vinden voor het inzicht dat partners met wie wij nauwe betrekkingen willen aanknopen een gedrag dienen te hebben dat strookt met het internationale recht en met de fundamentele rechten en vrijheden, met name als het gaat om partners die bij de grote Europese familie behoren.

Dit Parlement was zeer verheugd over de toezegging die president Medvedev aan het begin van zijn mandaat deed in verband met de rechten van de mens en de rechtsstaat, maar woorden moeten gestaafd worden met daden.

Dames en heren afgevaardigden, persoonlijk wil ik graag geloven dat de Europese Unie in Rusland een permanente en structurele partner vindt die onze waarden deelt, maar op het ogenblik lijkt het me duidelijk dat die toekomst nog ver in het verschiet ligt.

 
  
MPphoto
 

  Hannes Swoboda (PSE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik de heer Vondra en commissaris Ferrero-Waldner hartelijk danken voor hun bijdragen die veel realistischer en ons inziens duidelijker waren dan het verslag van de heer Onyszkiewicz zoals dat er op dit moment uitziet. Ik vind dat ook bijzonder spijtig, aangezien ik de heer Onyszkiewicz persoonlijk zeer waardeer. Daarom begrijp ik ook niet helemaal waarom hier een verslag wordt gepresenteerd waarin deze gemeenschappelijke basis – kritiek enerzijds en de bereidheid tot samenwerking anderzijds – niet onder één noemer wordt gebracht, zoals de Raad en de Commissie hebben gedaan.

Ik wil daarom nogmaals onze punten van kritiek doornemen, waarmee ik onze kritiek ten aanzien van Rusland bedoel, zodat daar geen onduidelijkheden over bestaan.

Voor wat betreft de nabuurschap hebben wij geen begrip voor het gedrag van Rusland ten opzichte van Georgië en wij bekritiseren dit. De wereld weet echter al lang dat Rusland daarin niet de enige schuldige is. Alleen wil men dat hier in bepaalde kringen niet onder ogen zien. We moeten echter naar beide kanten kijken. Als ik van mevrouw Zoerabisjvili tot mevrouw Boerdzjanadze zie hoe de voormalige bondgenoten van president Saakasjvili van Georgië nu oppositie tegen hem voeren en als ik zie hoe ook daar de mensenrechten niet bepaald zorgvuldig worden gerespecteerd, dan vraag ik me af waarom er alleen op Rusland kritiek wordt uitgeoefend en niet op bijvoorbeeld Georgië. Voor wat betreft de energiecrisis waar Oekraïne bij betrokken is, weten wij toch allemaal heel goed, u net zo goed als wij, dat ook Oekraïne, en de interne situatie aldaar, medeschuldig is. Maar altijd wordt alleen Rusland bekritiseerd.

Hoewel de heer Horáček, die nu blijkbaar de regeringscrisis in de Tsjechische Republiek wil oplossen, nu opmerkt dat wij het energievraagstuk niet voor de mensenrechten mogen laten komen, is er niemand die dit ook daadwerkelijk doet. Zeg nu eens concreet: wilt u echt dat wij zeggen: “Wij willen jullie gas niet totdat jullie de mensenrechten eerbiedigen”? U moet open, eerlijk en onomwonden zeggen wat u wilt en niet slechts losse kreten in de discussie gooien.

Mijn derde punt betreft de mensenrechten. Wij zijn bitter teleurgesteld over de houding ten aanzien van de mensenrechten in Rusland; die is voor ons zonder meer onaanvaardbaar. Wij zullen nooit zwijgen als de mensenrechten ergens worden geschonden. Zoals ik reeds heb opgemerkt, moeten we schending van de mensenrechten onomwonden aan de kaak stellen, of dit nu gebeurt in Georgië, Rusland of in een van onze eigen lidstaten. Dat geldt ook voor de rechten van Russische staatsburgers of niet-staatsburgers, van wie sommigen in bepaalde EU-lidstaten helaas te kampen hebben met problemen. Dat spreekt voor zich, maar we moeten overal met dezelfde maat meten; met dezelfde maat en met dezelfde criteria.

Ten vierde vind ik het bijzonder spijtig dat Rusland – en zijn leiderschap – niet hetzelfde perspectief heeft ontwikkeld ten opzichte van zijn eigen geschiedenis, als vele van onze eigen landen hebben gedaan. Ik doel hierbij op het debat dat we reeds hebben gevoerd en op de stemming van morgen over de resolutie inzake geschiedenis. Het imago van Rusland zou enorm worden verbeterd als het zijn eigen geschiedenis kritischer zou benaderen, dat wil zeggen als Rusland het stalinisme niet als een belangrijke vaderlandse prestatie zou beschouwen maar als een misdaad waarmee de confrontatie moet aangaan. Uiteraard hebben wij daar ook duidelijke uitspraken over gedaan, maar wij mogen er geen misverstanden over laten bestaan, ongeacht het land en ongeacht het totalitaire regime, dat wij niet bereid zijn totalitaire regimes te accepteren en dat wij niet bereid zijn te accepteren dat men de confrontatie met zijn eigen geschiedenis uit de weg gaat.

Daarom is het wellicht nog steeds mogelijk dat ten minste een of twee van onze amendementen worden aangenomen, waarmee wij trachten het evenwicht te herstellen en juist deze tweeledige strategie te volgen: stevige kritiek op Rusland maar tevens bereidheid om een partnerschap met Rusland aan te gaan.

 
  
MPphoto
 

  Henrik Lax (ALDE). − (SV) Mevrouw de Voorzitter, de rapporteur zegt zeer terecht dat de Europese Unie met één stem moet spreken in belangrijke zaken met betrekking tot Rusland. Helaas lijken de Russische leiders de betrekkingen met derde landen nu als een spel met een nulsom te beschouwen. Simpel gezegd: als ik jou niet in je gezicht sla, sla jij mij in mijn gezicht. Een nauwere samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland is in feite een win-winsituatie, en wij moeten ervoor zorgen dat de Russische leiders dit inzien. Het risico bestaat dat de ernstige economische crisis in Rusland uitmondt in een negatievere houding van zijn leiders ten opzichte van een nauwe samenwerking met de Europese Unie. Het is daarom des te belangrijker voor de Europese Unie om met één stem te spreken. De keren dat de Europese Unie duidelijke taal sprak en zei waar het op stond, hielden de Russische leiders zich in. Het conflict in Georgië, de gascrisis tussen Rusland en Oekraïne begin dit jaar en de provocaties rondom het standbeeld van de bronzen soldaat in Estland wijzen er allemaal op dat een eensgezinde Europese Unie ervoor kan zorgen dat het Russische leiderschap zich herbezint.

 
  
MPphoto
 

  Hanna Foltyn-Kubicka (UEN). (PL) Mevrouw de Voorzitter, het verslag dat momenteel ter tafel ligt, bevat een relatief gedetailleerd overzicht van de recente gevallen van schending van de mensenrechten op het grondgebied van de Russische Federatie. Deze gevallen tonen duidelijk aan dat Rusland het niet zo nauw neemt met de normen die overal in de vrije wereld van toepassing zijn. Ik roep de Raad en de Commissie bijgevolg op om met onmiddellijke ingang van Rusland te verlangen dat het land zijn verbintenissen inzake de eerbiediging van de mensenrechten nakomt. Dit zou een noodzakelijke voorwaarde moeten zijn voor de voortzetting van de onderhandelingen over een overeenkomst.

Tijdens gezamenlijke bijeenkomsten met Russische vertegenwoordigers heb ik bepaalde leden van de Doema meer dan eens horen zeggen dat er nu wel genoeg tijd verspild is aan de mensenrechten en dat we ons beter over belangrijkere aangelegenheden zouden buigen, zoals de handel. We mogen niet akkoord gaan met een dergelijke benadering. Niets is belangrijker dan vrijheid, gezondheid en het menselijk leven. Deze waarden worden in Rusland vaak uit het oog verloren, terwijl de waarde van geld er zonder uitzondering wordt erkend.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE-DE). (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer de heer Onyszkiewicz met zijn harde werk en zijn loffelijke resultaten.

Dit is overigens het laatste standpunt dat het vertrekkende Europees Parlement inneemt ten aanzien van de betrekkingen met Rusland, en de duidelijkste boodschap die dit Parlement heeft afgegeven is dat wij consequent zijn als het gaat om onze gemeenschappelijke Europese waarden.

Het is dan ook een goed moment om in herinnering te brengen dat de basis voor onze betrekkingen met Rusland het verslag van onze collega Malmström van enkele jaren geleden blijft. De voorstellen in dat verslag zijn nog steeds niet uitgevoerd.

Intussen verkeren wij min of meer in een toestand van vergetelheid. We herhalen steeds weer hoe belangrijk de betrekkingen met Rusland zijn, en dat zijn ze ook, maar we hoeven dat niet steeds weer te herhalen. We moeten meer vertrouwen hebben in onze eigen kracht, in onze eigen waarden en potentieel, zoals Graham Watson zei, en deze waarden ook in praktijk brengen.

We moeten ook concluderen dat de situatie in Rusland in kwalitatief opzicht achteruit is gegaan. Afgelopen augustus heeft Rusland een soeverein buurland bijna bezet. Het is niet genoeg om alleen maar kritiek te leveren of om de voortdurende schendingen van de mensenrechten in Rusland betreuren. De vraag is hoe we deze mensenrechten en waarden kunnen koppelen aan ons gedrag in de praktijk. Anders zijn we, minstens indirect, medeverantwoordelijk voor het vergassen van de mensenrechten en democratische waarden in Rusland, in ruil voor gas uit de Russische pijplijnen.

 
  
MPphoto
 

  Ioan Mircea Paşcu (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, er zijn in dit Parlement duidelijk twee gedachtescholen met betrekking tot Rusland, en deze weerspiegelen de ambivalente houding van de lidstaten.

In wezen gaat het niet om Rusland, want velen zijn het erover eens dat deze grootmacht voor ons onvermijdelijk een strategisch partner is. Het gaat om de vraag hoe we moeten reageren op het gedrag van Rusland, dat niet altijd aan onze normen voldoet. Terwijl de ene gedachteschool voorstelt Rusland verantwoordelijk te houden voor elke afwijking van deze normen, en het verslag Onyszkiewicz valt duidelijk in deze categorie, is de andere school meegaander en laat zich hoofdzakelijk leiden door pragmatisme.

De vraag is dus welk van deze twee houdingen een beter beheer waarborgt van onze gemeenschappelijke aangelegenheden (economie, handel, energie, veiligheid, onderzoek en onderwijs) en onze belangen behartigt zonder dat we afstand doen van onze normen. Welk van beide houdingen heeft meer effect op het gedrag van Rusland? Ik sta persoonlijk sceptisch tegenover het vermogen van wie dan ook om het gedrag van Rusland in welke richting ook werkelijk te beïnvloeden. Toch pleit ik voor een Europees standpunt dat pragmatisme paart aan integriteit. Dit verslag gaat formeel weliswaar over Rusland, maar eigenlijk gaat het uiteindelijk ook over ons.

 
  
MPphoto
 

  Andrzej Tomasz Zapałowski (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, het is algemeen bekend dat de inhoud van iedere overeenkomst met Rusland op lange termijn meer weg blijkt te hebben van een verlanglijstje dan van een pakket juridisch bindende maatregelen. Desalniettemin is het van wezenlijk belang dat wij ons onverminderd blijven inspannen om onze verstandhouding met Rusland zoveel mogelijk te verbeteren. Het spreekt vanzelf dat dit onmogelijk kan gebeuren op basis van de huidige voorwaarden, waarbij de bevolking van de Unie, die bijna vijfhonderd miljoen burgers telt en meer dan 20 procent van het wereldwijde bbp vertegenwoordigt, zich moet plooien naar de wensen van een veel zwakkere partner met een kleiner inwonertal. Ik stip deze kwestie aan omdat de belangen van de afzonderlijke lidstaten vaak onverenigbaar zijn met de interne solidariteit van Europa. Deze conflictsituaties worden door Rusland zonder blikken of blozen uitgebuit. Het lijdt geen twijfel dat we onze economische samenwerking met Rusland moeten verdiepen. We dienen echter tegelijkertijd van onze partner te verlangen dat hij aan dezelfde bindende normen voldoet als alle landen van de Europese Unie. We mogen in geen geval door de vingers zien dat de mensenrechten in Rusland met voeten worden getreden.

 
  
MPphoto
 

  György Schöpflin (PPE-DE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, mijn felicitaties voor de rapporteur. Ik denk dat dit een uiterst belangrijk verslag is.

Het lijkt mij dat de strategische denkwijze van Rusland een van de belangrijkste problemen is waar de Europese Unie momenteel voor staat. Als we niet begrijpen hoe Rusland zijn eigen plaats in de wereld ziet, zullen we niet echt snappen wat het Kremlin zegt en doet. Er zit een logica achter het optreden van Rusland, maar dat is niet dezelfde logica als die van ons. De denkwijze van de EU draait om vreedzame oplossing van conflicten, terwijl Rusland er geen probleem mee heeft om geweld te gebruiken, zoals we vorig jaar in Georgië hebben gezien.

De echte sleutel is dus de manier waarop Rusland macht ziet. In de Europese traditie moeten democratische instellingen toezicht houden op de macht. In de ogen van Rusland moet de macht worden geconcentreerd, omdat Rusland gelooft dat de macht door een dergelijke concentratie effectiever zal zijn.

Dit is heel gevaarlijk voor staten die Rusland als zwak beschouwt. Ze worden automatisch het doelwit van een expansieve Russische macht. De recente geheimzinnige koop van een groot aandeel in de Hongaarse energiemaatschappij MOL door een Russische onderneming is dus meer dan alleen maar een handelstransactie; het laat zien hoe Rusland een onbezette ruimte inneemt.

Vanuit het machtsperspectief gezien zijn de Europese Unie en de Europese integratie onbegrijpelijke, betekenisloze processen voor Rusland. In Russische ogen is de overdracht van soevereiniteit een gruwel, niet een manier om de vrede te waarborgen. Voor Rusland - en het is van levensbelang dat we dit beseffen - is de Europese Unie dus het probleem. Het succes van de Unie is een raadsel en is bovenal een obstakel voor het maximaliseren van de macht van Rusland. Het toekomstige succes van de Europese Unie hangt daarom af van de vraag of we inzien hoe Rusland denkt over macht. Dat is heel anders dan Europa doet. En laten we ons daaromtrent geen illusies maken.

 
  
MPphoto
 

  Richard Howitt (PSE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, vorige maand ben ik namens het Parlement naar de administratieve grens in Georgië geweest, die door de Zuid-Ossetische separatisten is vastgesteld na de Russische militaire invasie. Aan geen van beide zijden van de doorlaatpost was sprake van formele communicatie. Het leek wel een tafereel uit de Koude Oorlog. Een van de concrete stappen die de Russen kunnen zetten om achteruitgang te voorkomen, is eraan bij te dragen dat de zeer succesvolle Europese politiemissie volledige toegang krijgt tot beide zijden van de lijn en haar toezicht op de naleving van het staakt-het-vuren naar behoren kan uitvoeren. Het zou een kleine, maar concrete stap zijn om vertrouwen te wekken, en ik roep hen op dit te doen.

Ik deel ook de mening van velen in dit Parlement dat hoe groter de Europese solidariteit zal zijn, des te beter de betrekkingen tussen Europa en Rusland zullen zijn. Dit feit werd deze week nog eens onderstreept door de poging van Rusland om met EU-landen aparte, en geen gemeenschappelijke overeenkomsten te sluiten over de invoernormen voor fruit en groenten. Ik betreur in dit verband de toespraak die de voorzitter van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa hier vandaag heeft gehouden, waarin hij probeerde het standpunt van de Sociaal-democratische Fractie af te schilderen als zacht op het punt van de mensenrechten. Wij zullen wel degelijk stemmen vóór kritiek op Rusland omdat het de internationale verkiezingsnormen schendt, de vrijheid van meningsuiting ondermijnt, politieke gevangenen opsluit en mensenrechtenverdedigers intimideert en pest, maar in de genoemde toespraak wordt geprobeerd punten te scoren met betrekking tot Rusland, en dat is op zich al een voorbeeld van het gebrek aan solidariteit dat ons tegenhoudt.

Rusland wordt net als elk ander land getroffen door de economische crisis. Het lijdt onder de ineenstortende olieprijs, de roebel is eenderde in waarde gedaald en de effectenbeurs is met 75 procent gedaald. Vandaag speelt president Medvedev een volwaardige rol op de G20-Top in Londen. Ik denk dat dit het juiste moment is, nu Rusland onze samenwerking nodig heeft en misschien meer openstaat voor verandering, mits we in de Europese Unie de vastbeslotenheid en de eenheid hebben om die verandering echt na te streven.

 
  
MPphoto
 

  Giulietto Chiesa (PSE).(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, als je de tekst van dit document leest, bekruipt je het gevoel dat degene die dit geschreven heeft niet wil dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland beter worden, maar slechter. Als dat de bedoeling is van de EU, dan is dit een uitstekend document; zo niet, dan is het uitermate slecht. En ik ben van mening dat dit een uitermate slecht document is. Is het voorstelbaar dat we een toekomst van nieuwe spanningen tegemoet gaan met een land dat wij als onontbeerlijk erkennen voor onze eigen belang? De komende veertig jaar zullen we moeten vertrouwen op de traditionele energiebronnen waar Rusland rijk aan is. Hebben we een alternatief? Nee.

In de tweede plaats de houding en de toon van het verslag: Europa spreekt op deze bladzijden een imperialistische taal, niet de taal van iemand die zijn gesprekspartner respecteert. Dat druist in tegen ons eigen “goed nabuurschapsbeleid”. Ook als het een klein land betrof, zou het niet correct zijn die toon aan te slaan, laat staan als het gaat om een groot land dat terecht eist gerespecteerd te worden. Dit is in de eerste plaats een kwestie van realisme!

Het Europees Parlement maakt zich op om, naar ik vrees, een document aan te nemen dat geschreven is in de geest van de Koude Oorlog, in een geest die bij het verleden hoort en die nutteloos, schadelijk en contraproductief is. En dat juist op het moment dat de nieuwe president van de Verenigde Staten een nieuwe dialoog met Moskou tot stand wil brengen. Met een dergelijke aanpak kan Europa absoluut geen aanspraak maken op leiderschap, en ik hoop dat de Commissie deze aanbevelingen niet overneemt.

 
  
MPphoto
 

  Romana Jordan Cizelj (PPE-DE). - (SL) In dit debat zijn al talrijke politieke problemen genoemd, maar ik wil wijzen op een uitdaging die niet in ons verslag staat. Ik bedoel de klimaatsveranderingen waarmee zich tot nu toe vooral wetenschappers hebben beziggehouden. Als we echter succesvol willen zijn, moeten we daaraan ook stevige en resolute politieke maatregelen koppelen.

Dat is een mondiale uitdaging, een uitdaging die om gedeelde verantwoordelijkheid vraagt. Daarom moeten we volgens mij elke gelegenheid aangrijpen om Rusland op te roepen zijn deel van de verantwoordelijkheid te dragen voor zowel de vermindering van als de aanpassing aan de klimaatsveranderingen. We moeten Rusland dringend vragen om een actievere rol te spelen in de internationale onderhandelingen. Wij bevinden ons immers aan de vooravond van de conferentie in Kopenhagen.

Geachte collega's, ik wil u er ook graag aan herinneren dat gepast optreden op het vlak van klimaatsveranderingen ook belangrijk is voor het waarborgen van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 

  Monika Beňová (PSE). (SK) Ik zal het heel kort houden, want het meeste van wat ik had willen zeggen is al gezegd door mijn collega’s uit de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement.

Naar mijn mening is het verslag onevenwichtig en russofoob. Ik kom zelf uit een land dat vele jaren lang onder een regime heeft geleefd dat voor de meeste mensen niet gemakkelijk was, maar juist daarom begrijp ik niet waarom verstandige mannen en vrouwen in dit achtenswaardig Parlement nu een document willen aannemen waarmee we opnieuw met onze vinger naar mensen wijzen en hen van iets beschuldigen.

Ik had verondersteld dat dit Parlement in staat zou zijn de huidige toestand in de wereld te begrijpen. Ik verwerp absoluut het idee dat iemand hier aardgas en olie zou willen inruilen voor de bescherming van de mensenrechten. De Europese Sociaal-democraten willen de mensenrechten beschermen en zij hebben de mensenrechten ook altijd beschermd, maar aan de andere kant zien wij ook de onmiskenbare realiteit voor ons, voor de EU, voor de VS, voor Rusland en voor de hele wereld. We zullen deze realiteit alleen aan kunnen met een fundament van goede gezamenlijke overeenkomsten.

 
  
MPphoto
 

  Andrzej Wielowieyski (ALDE).(FR) Mevrouw de Voorzitter, Rusland is ons grootste buurland. Het is een groot land dat gedurende de afgelopen eeuw imperialistische illusies had, maar dat ook een aantal verschrikkelijke ervaringen heeft meegemaakt.

Het vergt tijd en doorzettingsvermogen om een dergelijk trauma achter zich te laten, en wij moeten ook geduld opbrengen. Daarom zullen de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst moeilijk en pijnlijk zijn. Het verslag is veeleisend, maar rechtvaardig. Het tot stand brengen van coherentie tussen een effectief partnerschap met onze zes oosterse buurlanden en een goede wederzijdse samenwerking met Rusland vormt de grootste uitdaging voor de Europese politiek. Of er vooruitgang wordt geboekt, hangt af van het feit of er daadwerkelijk toenadering plaatsvindt tussen onze levenswijzen en of er begrip is voor de fundamentele waarden, die niet mogen worden verloochend.

 
  
MPphoto
 

  Ewa Tomaszewska (UEN). (PL) Mevrouw de Voorzitter, de belangrijkste hindernis die de contacten met Rusland in de weg staat is het feit dat dit land de gasleveringen gebruikt als een politiek chantagemiddel, de onafhankelijkheid van Georgië bedreigt, een genocide begaat in Tsjetsjenië en niet bereid is om een eerlijk proces te houden over de moorden op Anna Politkovskaya en Alexander Litvinenko. Jammer genoeg heeft Rusland geen enkele vooruitgang geboekt bij de bevordering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten. Dit voorspelt weinig goeds voor de toekomstige onderhandelingen en verdere samenwerking. Als we willen dat onze onderhandelingen succesvol zijn, moeten we eensgezind kiezen voor een gemeenschappelijk beleid van solidariteit. Dit is van essentieel belang ten aanzien van een zo belangrijk buurland van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Gerard Batten (IND/DEM).(EN) Mevrouw de Voorzitter, hoe kan mevrouw Ferrero-Waldner Rusland een partner noemen en de heer Vondra garanties willen voor democratie en mensenrechten?

Rusland is een gangsterstaat waar lastige politieke tegenstanders, andersdenkenden en journalisten eenvoudigweg worden vermoord. De Russen hebben zelfs een wet die hun toestaat om in het buitenland ieder burger, of het nu een Russische staatsburger is of een buitenlander, te vermoorden die zij als een gevaar of een ergernis beschouwen. Zo'n moord is in 2006 in Londen uitgevoerd op Alexander Litvinenko, iemand uit mijn kiesdistrict. Dit was een daad van door de staat gesteund terrorisme. Zijn familie wacht er nog steeds op dat recht wordt gedaan en zijn moordenaars in Engeland voor het gerecht worden gebracht.

Persoonlijk wil ik niet dat de Europese Unie met wie dan ook op wel punt dan ook onderhandelt over een overeenkomst. Maar als het de Commissie ernst is, waarom heeft zij dan niet verzocht om de uitlevering van de verdachten als een teken van goede wil en als voorwaarde voor de opening van onderhandelingen?

 
  
MPphoto
 

  Alexandru Nazare (PPE-DE) . – (RO) Het potentieel voor een solide samenwerking met de Russische Federatie is recht evenredig met de uitdagingen en moeilijkheden die we het hoofd moeten bieden. Rusland heeft al sinds geruime tijd gekozen voor een vorm van dialoog en een handelwijze die de vooruitzichten op een pragmatische samenwerking op het tweede plan plaatsen en in de internationale betrekkingen een harde aanpak voorstaan, waarmee we in het geheel niet akkoord kunnen gaan.

Sinds het conflict in Georgië zijn we op een punt blijven staan waar de verschillen tussen onze standpunten ten aanzien van wezenlijke kwesties zichtbaar worden. De Russische Federatie is van mening dat de aanwezigheid van haar troepen in de landen in de regio aanvaardbaar is en dat haar troepen zelfs het recht hebben om in te grijpen wanneer Moskou dit noodzakelijk acht. De betrokkenheid van Rusland bij onopgeloste conflicten is zelfs voelbaar aan de grens van de EU, met alle gevolgen van dien voor ons allen als Europeanen.

Ik wil u nog eens herinneren aan hetgeen ik in mijn amendementen heb voorgesteld. Moldavië, dat de weg naar vooruitgang en keuzevrijheid voor zijn eigen toekomst is ingeslagen, heeft als sinds bijna twintig jaar met de aanwezigheid van Russische troepen in de separatistische regio Transnistrië te maken. De Russische Federatie moet haar troepen uit Transnistrië terugtrekken om de basis voor dit partnerschap te leggen.

 
  
MPphoto
 

  Alexandr Vondra, fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dank u allemaal voor dit interessante debat. Ik denk dat dit heel hard nodig was, gelet op onze toekomstige betrekkingen met Rusland. In dit debat is een aantal belangrijke punten besproken en ik kan steun geven aan veel van wat hier is gezegd.

Ik denk dat het voor degenen die spraken over de noodzaak van engagement, duidelijk is dat een nieuwe overeenkomst van groot belang is voor de verdere ontwikkeling en intensivering van de samenwerking tussen de EU en Rusland. Het is ook duidelijk dat de nieuwe overeenkomst de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) verder moet verbeteren. Ook moet zij de realiteit in de huidige samenwerking met Rusland weerspiegelen. Onze betrekkingen gaan nu veel dieper en bestrijken een veel breder terrein dan tien jaar geleden.

Aan het adres degenen die spraken over energie moeten we duidelijk stellen dat de EU de samenwerking met Rusland wil versterken met de instrumenten die we al hebben, dat wil zeggen, met bijeenkomsten in het kader van de energiedialoog en de Permanente Partnerschapsraad voor energie. Tijdens dit voorzitterschap zal er een bijeenkomst van de Permanente Partnerschapsraad voor energie zijn. Het doel is het vertrouwen en de transparantie in de energiebetrekkingen tussen de EU en Rusland te bevorderen. We kunnen ons geen nieuwe onderbreking van de energielevering veroorloven. We moeten ook het mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing versterken en dit doeltreffender maken.

Tegen degenen die spraken over mensenrechten wil ik zeggen dat volgens mij de toepassing van de rechtsstaat, een onafhankelijke rechtspraak en een volledige eerbiediging van de mensenrechten – inclusief vrije en onafhankelijke media – noodzakelijk zijn om de stabiliteit en welvaart in Rusland te bevorderen. De EU volgt de mensenrechtensituatie in Rusland met bezorgdheid. We brengen onze zorgen ter sprake tijdens de bijeenkomsten van de EU en Rusland, en we zullen dat blijven doen. De manier waarop bepaalde zaken zullen worden behandeld – zoals de hervatting van het Khodorkovski-proces – zal voor ons bijvoorbeeld een lakmoestest zijn voor de rechtsstaat in Rusland.

Tegen degenen die over het uitoefenen van invloed spraken wil ik zeggen dat ik het er helemaal mee eens ben dat we met één stem moeten spreken tegenover Rusland. We hebben dit soort van debat ook nodig om aan die gemeenschappelijke stem vorm te geven. Eenheid en solidariteit zijn essentieel en we zullen er hard aan werken om die te bereiken. Het is belangrijk dat de lidstaten elkaar zoveel mogelijk informeren en raadplegen over de bilaterale aangelegenheden met Rusland die repercussies zouden kunnen hebben voor andere lidstaten en voor de EU als geheel. De voorstellen van het Parlement op dit punt zijn de moeite van het overwegen waard, alhoewel ik niet helemaal zeker weet of de instelling van een formeel raadplegingsmechanisme de meest praktische manier is, gelet op de bestaande structuren van de Raad. Ik ben echter vast van mening dat er een of ander mechanisme of gemeenschappelijke aanpak nodig is, als aanvulling op het bestaande kader van de betrekkingen tussen de EU en Rusland.

Er is zeker enige ruimte voor verbetering in ons beleid inzake Rusland. Eenheid en solidariteit zijn in dit verband inderdaad sleutelwoorden. In de Raad vindt al een tamelijk intensief politiek overleg plaats wanneer blijk moet worden gegeven van solidariteit, maar dit is ook een kwestie van politieke wil. Ik ben het ermee eens dat we meer vertrouwen en begrip tussen de EU en Rusland nodig hebben. We moeten de argwaan uit het verleden te boven komen en voortbouwen op de echte, substantiële betrekkingen die zich in de loop van de jaren hebben ontwikkeld. Dit is echter zeker een tweerichtingsverkeer; voor een tango zijn er twee nodig.

De nieuwe overeenkomst is één manier om dit te doen. De andere manier is een betere dialoog. Het Parlement kan hier een belangrijke rol spelen. Ik sta daarom achter het voorstel om in de nieuwe overeenkomst de rol van de parlementaire samenwerkingscommissie te versterken. De parlementaire dimensie heeft, net zoals de contacten met het maatschappelijk middenveld, veel te bieden op het punt van communicatie en bevordering van de fundamentele democratische beginselen en waarden waarop de EU is gegrondvest. We kijken uit naar de voortzetting van de dialoog met u tijdens de onderhandelingen.

 
  
MPphoto
 

  Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, debatten over Rusland zijn nooit gemakkelijk. Rusland is aan de ene kant een belangrijke mondiale partner, maar aan de andere kant ook een grote buur. Die twee kanten gaan volgens mij niet altijd gemakkelijk samen.

Aan de ene kant zien wij Rusland, zoals ik zojuist al zei, als een echte partner in de wereld, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, bij het zoeken naar een oplossing tussen Israël en Palestina en bij veel andere soortgelijke aangelegenheden, of met betrekking tot Afghanistan en Pakistan. Rusland speelde gisteren een belangrijke rol op de conferentie over Afghanistan in Den Haag, en het is ook een partner bij de kwestie van Iran, bij de vraagstukken inzake non-proliferatie, bij de grote mondiale vraagstukken van bijvoorbeeld klimaatverandering – die ook hier werd genoemd – of nu in de financiële en economische crisis, waardoor iedereen wordt getroffen: wij worden daardoor getroffen, maar ook Rusland en veel andere mondiale partners. Ik denk daarom dat we Rusland heel duidelijk als partner moeten zien, maar tegelijkertijd ook als een groot buurland, al zijn we het niet altijd met elkaar eens in de gemeenschappelijke nabuurschap. Wij hebben namelijk een gemeenschappelijke nabuurschap. Sommigen van u hebben er ook naar verwezen, naar Moldavië of naar Nagorno-Karabach of natuurlijk naar Georgië. We moeten ervoor zorgen dat we daar veel dichter bij elkaar komen, maar tegelijkertijd ook open spreken over de moeilijkheden en de verschillen die er zijn.

Een van deze aangelegenheden is het ‘Oostelijk Partnerschap’. We hebben het Oostelijk Partnerschap vorige week nog in dit Parlement besproken. Het hoofddoel van het Oostelijk Partnerschap, dat zes van onze buurlanden betreft, is de landen te helpen die met de Europese Unie sterker op één lijn willen komen op belangrijke gebieden als bestuursnormen, vrijere handel, enzovoort. Mijns inziens is het belangrijk dat deze landen onze partners zijn bij deze activiteiten. Tegelijkertijd hebben we, wat het multilaterale platform betreft, ook gezegd dat we in beginsel open staan voor derde landen als Rusland, zo nodig op ad-hocbasis. Rusland is zeker ook een volwaardig lid van de Zwarte Zeesynergie, waarin regionale aangelegenheden worden behandeld.

Er is dus een gelegenheid tot samenwerking bij het overwinnen van bepaalde bestaande problemen. Aan de andere kant is er de kwestie van het gas. We weten dat we onderling afhankelijk zijn wat gas betreft; dat heb ik eerder al duidelijk gezegd en ik herhaal het nu weer. We weten ook dat de gascrisis het vertrouwen in onze partners heeft geschaad. De crisis heeft het belang onderstreept van energiebepalingen in de komende overeenkomsten tussen respectievelijk de EU en Rusland en de EU en Oekraïne, en die bepalingen zullen er komen.

We moeten intensiever werken aan de totstandbrenging van een interne energiemarkt, maar we moeten ook zorgen voor meer efficiëntie en diversificatie van leveringen. In de nieuwe overeenkomst met Rusland moeten dus – zoals we altijd zeggen – juridisch bindende, wederkerige verplichtingen worden verankerd. Wij werken echter met Rusland niet alleen aan nieuwe overeenkomst maar, zoals gezegd, ook aan de verbetering op korte termijn van de efficiëntie van het mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing. We moeten ook voorzieningen treffen voor monitoring en conflictpreventie en -oplossing, waarbij ook Wit-Rusland en Oekraïne moeten worden betrokken.

We weten dat Rusland voor ons een heel belangrijke energiepartner is, die 40 procent van het gas levert dat we invoeren, en 20 procent van het gas dat we gebruiken. Zoals gezegd, worden deze betrekkingen gekenmerkt door onderlinge afhankelijkheid. Aangezien wij zorgen voor meer dan tweederde van hun exportinkomsten – die een heel belangrijke bijdrage aan de economische ontwikkeling van Rusland leveren – is het essentieel dat de gebeurtenissen van afgelopen januari zich niet herhalen. We werken er daarom samen met Oekraïne en Rusland aan om zo'n herhaling te voorkomen.

We zijn het niet altijd met elkaar eens wat de mensenrechten betreft. Aan de ene kant hebben de EU en Rusland deels dezelfde gemeenschappelijke internationale verbintenissen, zoals ik al zei, uit hoofde van de instrumenten waar wij samen in de VN, de OESO en de Raad van Europa de handtekening onder hebben gezet. Deze verbintenissen weerspiegelen waarden en bevatten de verplichting om de besluiten van de organen die daarmee worden ingesteld, te respecteren. Dat geldt in het bijzonder voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Aan de andere kant is het ook evident dat de EU en Rusland bepaalde verplichtingen verschillend interpreteren.

De Europese Unie en Rusland hebben gekozen voor de weg van de dialoog over deze kwesties, en dit is de juiste weg. Dit betekent dat we ook moeten luisteren naar de zorgen die de Russische kant soms uit over bepaalde ontwikkelingen binnen de Europese Unie, zoals bijvoorbeeld de kwestie van de Russischtalige minderheden.

Zoals de fungerend voorzitter van de Raad echter ook heeft gezegd, zijn er duidelijke zorgen over het verzuim om de mensenrechten te eerbiedigen in de Russische Federatie. De aanhoudende aanvallen op mensenrechtenverdedigers, journalisten en anderen brengen Rusland in diskrediet.

We stellen deze zaken regelmatig aan de orde bij de hoge autoriteiten: ikzelf bij Sergei Lavrov, en voorzitter Barroso bij zijn gesprekspartners. Hetzelfde doen wij ook tijdens ons halfjaarlijkse mensenrechtenoverleg. Tevens is tijdens de gesprekken in de bilaterale ontmoeting tussen voorzitter Barroso en president Medvedev op 6 februari van gedachten gewisseld over mensenrechten.

President Medvedev heeft zelf voorgesteld deze gedachtewisselingen tijdens de top van 21 en 22 mei voort te zetten, en op dat voorstel gaan we in. De aanval op de mensenrechtenactivist Lev Ponomarev afgelopen nacht is het meest recente incident dat ons eraan herinnert hoe moeilijk de situatie in Rusland is voor verdedigers van de mensenrechten. De twee lijnen worden echter duidelijk weergegeven in het onderhandelingsmandaat dat de Raad de Commissie heeft gegeven. Beide lijnen zijn terug te vinden en dit is de inhoud van ons mandaat. Ik denk dus dat de juiste weg is gevolg te geven aan dit mandaat. Zoals ik heb gezegd, zijn we altijd bereid verslag uit te brengen over de follow-up van onze onderhandelingen, zoals we dat ook nu hebben gedaan.

 
  
MPphoto
 

  Janusz Onyszkiewicz, rapporteur. − (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik zou de tegenstanders van dit verslag eraan willen herinneren dat dit geen verslag over Rusland is. Deze tekst heeft tot doel de Commissie voor te stellen welke aangelegenheden tijdens bilaterale besprekingen en onderhandelingen aan bod zouden moeten komen en te benadrukken aan welke terreinen ze bijzondere aandacht zou moeten besteden. Daarom bevat dit verslag geen verwijzing naar de kwestie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) of naar het plan van president Medvedev. Dergelijke verwijzingen zouden inderdaad ongepast zijn geweest. Het gaat immers om heel andere kwesties. Dit zou in samenspraak met de Verenigde Staten behandeld moeten worden in het kader van de OVSE, maar niet in het kader van de bilaterale betrekkingen met Rusland. Daarenboven mag bij dit soort voorstellen bijvoorbeeld geen rekening worden gehouden met onze eigen kritiek en beoordeling van de toestand van de mensenrechten in de Europese Unie. Deze aangelegenheden moeten bijgevolg aan de orde worden gesteld tijdens de besprekingen met Rusland. De Russen zullen ons te gepaste tijde wel op onze tekortkomingen wijzen. Dit is de eerste stelling die ik wilde verdedigen.

Mijn tweede punt, dat algemener is, betreft de aard van de besprekingen als dusdanig. Ik zou erop willen wijzen dat het gebruik van termen als 'strategisch partnerschap' in dit verslag werd vermeden. Daar is een goede reden voor. In de aangenomen tekst over het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid staat in het deel over Rusland immers te lezen dat: (Spreker gaat verder met een citaat in het Engels).

(EN) ‘een strategisch partnerschap onmogelijk is wanneer de normen en waarden van democratie, eerbied voor de rechten van de mens en de rechtsstaat niet volledig worden onderschreven en geëerbiedigd; verzoekt de Raad [daarom] die normen en waarden centraal te stellen in de lopende onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst’.

(PL) Ons standpunt is dus volledig duidelijk. Ik ben van oordeel dat we niet uit het oog mogen verliezen wat het doel van dit verslag is en welk signaal we met deze tekst aan de Commissie willen geven. Tot slot zou ik mevrouw Bobošíková nog willen zeggen dat de sultan niet naar de Kozakken heeft geschreven, maar omgekeerd.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen, donderdag 2 april 2009, plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Călin Cătălin Chiriţă (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Ik juich het verslag van Janusz Onyszkiewicz over de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Rusland toe. Ik geloof dat de betrekkingen tussen de EU en Moskou op een pragmatische leest geschoeid dienen te zijn, waarbij vooroordelen dienen te worden vermeden.

Ten eerste is er een behoorlijke samenwerking op het gebied van de energievoorziening nodig, wat van wederzijds belang is. Om dit te bereiken is het voor ons echter essentieel dat de lidstaten van de EU onder elkaar solidair zijn, zodat ze tijdens de onderhandelingen in Moskou over de gasinvoer laten zien dat ze schouder aan schouder staan. Dit is de enige manier waarop we de Europese burgers een zekere gasvoorziening tegen betaalbare prijzen kunnen garanderen. Het is onze verantwoordelijkheid om het ontstaan van een nieuwe gascrisis te voorkomen.

Ten tweede moeten we met Moskou samenwerken om gezamenlijk problemen aan te pakken met betrekking tot onze gemeenschappelijke buurlanden en de betrekkingen met Moldavië, Oekraïne, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. Deze aanpak moet op de normen van het internationaal recht zijn gebaseerd en daarbij moet de integriteit en soevereiniteit van de landen worden geëerbiedigd en moeten autoritaire trekken worden vermeden. We moeten vooruitgang boeken bij het oplossen van bevroren conflicten, zoals de conflicten in Transnistrië, Ossetië en Abchazië.

 
  
MPphoto
 
 

  Filip Kaczmarek (PPE-DE), schriftelijk. (PL) Rusland is een belangrijke partner van de Europese Unie. De Unie verwacht van haar partners dat zij op een betrouwbare en eerlijke manier met haar samenwerken.

Onderlinge afhankelijkheid kan voor beide partijen van voordeel zijn, maar dat is niet altijd het geval. Soms is zelfs het tegenovergestelde waar en kan wederzijdse afhankelijkheid ook aan de basis liggen van onrust en conflicten. We moeten alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat economische samenwerking, veiligheid, energiezekerheid en de eerbiediging van de beginselen van de mensenrechten en de democratie een positieve en constructieve plaats krijgen in onze betrekkingen. Of dit daadwerkelijk zo zal zijn, hangt in grote mate af van onze Russische partner. Rusland heeft de mogelijkheid om voor de waarden en normen van het Westen te kiezen. Niemand zal Rusland dwingen om een bepaalde keuze te maken. Dat moet het land zelf doen. Eén kwestie is naar mijn mening echter zonneklaar: Europa zal zijn waarden niet aanpassen op verzoek van Rusland of van om het even welk ander land. We zijn consequent of zelfs koppig, maar niet omdat een andere handelwijze zou betekenen dat we onze waarden opgeven.

Indien Europa zijn fundamentele waarden overboord zou gooien, zou het ophouden Europa te zijn. Daarom zullen we de territoriale integriteit van Georgië bijvoorbeeld altijd erkennen. We handelen natuurlijk niet op deze manier omdat we een bijzondere voorliefde hebben voor het Georgische volk. Onze houding is gebaseerd op de loyaliteit aan de beginselen die aan onze wereld ten grondslag liggen. Het vernietigen van deze wereld zou neerkomen op zelfmoord. De Europese Unie zit zeker niet te wachten op een dergelijk scenario en dat geldt, vermoed ik, ook voor Rusland.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE-DE), schriftelijk.(RO) Het staat buiten kijf dat de recente gascrisis en het conflict in Georgië voor nieuwe spanningen in de betrekkingen met de Russische Federatie hebben gezorgd.

Rusland moet nalaten zijn slag uit dit soort situaties te slaan op een manier die niet in overeenstemming is met de internationale procedures, en moet afzien van het scheppen van nieuwe invloedssferen.

Tezelfdertijd moet de EU alle noodzakelijke inspanningen ondernemen om haar energieafhankelijkheid van Rusland zoveel mogelijk te beperken.

Het is echter ook zo dat Rusland één van de buurlanden van de EU is en een essentiële rol op het internationale toneel speelt. De betrekkingen tussen de EU en Rusland hebben een groot economisch potentieel, en de EU kan het zich niet veroorloven dit braak te laten liggen, vooral niet in het huidige mondiale klimaat.

Daarom moeten we in de dialoog en samenwerking met de Russische Federatie blijven investeren door een coherente strategie te ontwerpen op basis van gemeenschappelijke, tot wederzijds voordeel strekkende verplichtingen.

Deze samenwerking kan alleen succesvol zijn als de EU met één stem spreekt en op een dialoog vertrouwt die aan bepaalde voorwaarden gebonden, maar tegelijkertijd ook constructief is en gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, de eerbiediging van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de bestaande internationale normen.

 
  
MPphoto
 
 

  Katrin Saks (PSE), schriftelijk. (ET) De betrekkingen tussen de EU en Rusland hebben vorig jaar grote schade opgelopen. Nu, na de gebeurtenissen in Georgië en de Russische erkenning van de enclaves Abchazië en Zuid-Ossetië, is er een grotere discrepantie dan ooit tussen de bereidheid van Rusland om met de Europese Unie een gezamenlijke veiligheidszone op te bouwen en de standpunten van beide partijen ten aanzien van Kosovo en het gemeenschappelijk nabuurschap. Aanhoudende conflicten met gasleveranciers en de politisering van energiebronnen vergroten het vertrouwen niet.

Ik ben blij dat in het verslag van mijn collega Janusz Onyszkiewicz een beroep op Rusland wordt gedaan om internationaal overeengekomen verplichtingen te bevestigen, vooral als lid van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, en dat aan het adres van de Russische regering bezorgdheid wordt geuit over de mensenrechtensituatie en de marginalisering van het maatschappelijk middenveld in Rusland. In zijn verslag heeft het Parlement ook de aandacht gevestigd op de situatie van minderheden in de Russische Federatie en roept het Russische overheidsinstanties op het voortbestaan en de duurzame ontwikkeling te waarborgen van de culturen en talen van de inheemse volkeren die in de Russische Federatie wonen.

De betrekkingen van de Europese Unie met Rusland moeten zijn gebaseerd op partnerschap, niet op confrontatie. Onze betrekkingen met Rusland zijn echt van doorslaggevend belang vanuit het oogpunt van pragmatische samenwerking, en onze samenwerking is tot nu toe de internationale stabiliteit ten goede gekomen. Tegelijkertijd moet dat partnerschap zijn gebaseerd op de volgende waarden: democratie, markteconomie, bevordering van mensenrechten en vrijheid van meningsuiting. Wij mogen niet alleen kijken naar commerciële belangen; wij mogen onze ogen niet open hebben voor hetgeen verband houdt met die belangen, en nadrukkelijk sluiten voor andere zaken.

 
  
MPphoto
 
 

  Toomas Savi (ALDE), schriftelijk. – (EN) In de betrekkingen tussen de Russische Federatie en de Europese Unie hebben zich de afgelopen jaren diverse problemen voorgedaan. Na het conflict tussen Rusland en Georgië van vorig jaar augustus zou men misschien geneigd zijn te denken dat buren heel aardig zijn als men ze maar niet te vaak ziet. In dit geval ben ik blij dat het gezegde niet klopte en de vorige voorzitter van de Europese Raad, Nicolas Sarkozy, met succes heeft kunnen bemiddelen in de crisis.

Na de val van het IJzeren Gordijn heeft de Europese Unie een nauwe onderlinge afhankelijkheid met de Russische Federatie tot stand gebracht. Deze moet nu worden gebruikt om een gemeenschappelijke interpretatie van de begrippen ‘democratie’, ‘mensenrechten’ en ‘de rechtstaat’ te introduceren en tegelijkertijd betrouwbare economische betrekkingen te bevorderen. Veelvuldige twisten hebben ons in de afgelopen jaren verhinderd werkelijke vooruitgang te boeken met de verwezenlijking van dit doel. De dialoog tussen de twee entiteiten is zelfs tamelijk kil geworden en heeft de vorm gekregen van ‘pragmatische samenwerking’.

Ik sta helemaal achter de aanbeveling aan de Raad en de Commissie om te blijven aandringen op een overeenkomst die is gebaseerd op een gemeenschappelijke inzet voor de mensenrechten, zoals in het verslag wordt gesteld, want zonder gemeenschappelijke waarden hebben we straks waarschijnlijk weer een onverwachte crisis die noodmaatregelen vereist.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Seeber (PPE-DE), schriftelijk. – (DE) De uitgebreide nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Rusland is mijns inziens bijzonder toe te juichen.

Rusland is de op twee na belangrijkste handelspartner van de EU, en ook wat betreft de energievoorziening van Europa is het van enorm strategisch belang. De overeenkomst met de Russische Federatie schept de basis voor een verbeterde samenwerking tussen beide partijen.

Gezien het belang van de EU voor Rusland en omgekeerd, mag deze overeenkomst echter niet slechts een gebaar van politieke wil blijven. Wij moeten ervoor zorgen dat deze ook daadwerkelijk ten uitvoer wordt gebracht. In de aanbeveling van het Parlement aan de Europese Raad wordt met name het belang benadrukt van de bescherming van de mensenrechten en de mediavrijheid in Rusland. Aangezien wij ernaar streven onze betrekkingen op het gebied van de economie, het veiligheidsbeleid en het onderwijsbeleid stap voor stap uit te breiden, is het van groot belang dat de Europese waarden door al onze partners worden gerespecteerd. Alleen dan kan het partnerschap tussen Rusland en de Europese Unie naar wederzijdse tevredenheid verder worden ontwikkeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE), schriftelijk. – (PL) Het bereiken van een nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie en Rusland is een van de belangrijkste uitdagingen die de diplomaten van de Unie moeten aangaan. Het is de taak van het Europees Parlement om een actieve bijdrage te leveren aan de aard en de inhoud van de overeenkomst. Het verslag bevat een gedetailleerde analyse van de belangrijkste aspecten van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland. Er wordt met name in detail ingegaan op de problemen in verband met de huidige verstandhouding tussen beide partijen.

Ik ben ervan overtuigd dat de goedkeuring van het verslag een belangrijke stap voorwaarts zal betekenen in de richting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Rusland. Over de essentiële elementen van een dergelijke overeenkomst moeten door de partijen van de toekomstige overeenkomst niet alleen gedetailleerde besprekingen, maar ook harde onderhandelingen worden gevoerd. In het verslag komt een groot aantal problemen aan bod waarvan de oplossing van buitengewoon belang is voor de afzonderlijke landen. Ik zou in dit verband opnieuw willen wijzen op de problemen in verband met het handelsverkeer tussen Polen en de Russische Federatie. Voor dergelijke moeilijkheden kan alleen een oplossing worden gevonden wanneer de Europese Unie een eensgezind standpunt inneemt.

Het verslag bevat een uitgebreide lijst van aangelegenheden die geregeld moeten worden. Het zal evenwel niet mogelijk zijn om over al deze punten op korte termijn een compromis te bereiken. Dit is ook gedeeltelijk te wijten aan culturele en sociale verschillen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. (PL) In Rusland worden de grondbeginselen van de democratie vaak met voeten getreden. Het is algemeen bekend dat de rechten van de mens er worden geschonden en dat de vrijheid van meningsuiting er wordt beperkt, met inbegrip van de vrijheid van mening. De Russische media, die onder de invloed van president Medvedev en premier Poetin staan, zijn bijgevolg niet in staat om hun voornaamste taak – het verspreiden van betrouwbare informatie – te vervullen.

We moeten evenwel in gedachten houden dat Rusland een van onze belangrijkste partners is. Rusland speelt een vooraanstaande rol op het internationale toneel. Het land is eveneens een van de voornaamste energieleveranciers en een belangrijke handelspartner.

Naar mijn mening moeten we Rusland luid en duidelijk zeggen waar het op staat. We zouden het land moeten bekritiseren niet alleen wegens zijn democratische tekortkomingen en het niet in acht nemen van de burgerlijke vrijheden, maar ook wegens het schenden van de territoriale integriteit en soevereiniteit van andere landen. We zouden Rusland moeten oproepen om de rechten van de nationale minderheden te eerbiedigen en zich te houden aan de internationale verdragen die het heeft ondertekend. Ik verwijs in dit verband naar het Handvest van de Verenigde Naties, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en het Verdrag inzake het Energiehandvest. We mogen hierbij echter niet vergeten dat dit partnerschap met Rusland van groot belang is voor de Europese Unie en voor Europa als geheel.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid