Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2016(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0201/2009

Ingediende teksten :

A6-0201/2009

Debatten :

PV 04/05/2009 - 25
CRE 04/05/2009 - 25

Stemmingen :

PV 05/05/2009 - 5.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0340

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 4 mei 2009 - Straatsburg Uitgave PB

25. Aanbeveling aan de Commissie inzake klacht 185/2005/ELB (korte presentatie)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de korte presentatie van verslag (A6-0201/2009) van Miguel Angel Martínez Martínez, namens de Commissie verzoekschriften, over het speciaal verslag van de Europese ombudsman aan het Europees Parlement naar aanleiding van zijn ontwerpaanbeveling aan de Europese Commissie inzake klacht 185/2005/ELB [2009/2016(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Miguel Angel Martínez Martínez, rapporteur. − (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, toen een freelance tolk in 2005 constateerde dat hij vanaf het bereiken van de leeftijd van 65 jaar geen opdrachten meer had ontvangen van de Europese Commissie, wendde hij zich tot de Europese Ombudsman met de klacht dat hij op grond van zijn leeftijd werd gediscrimineerd en dat dit een schending van het EU-Handvest van de grondrechten was.

De zaak had een lange voorgeschiedenis: jaren eerder hadden de Commissie en het Parlement besloten geen freelance tolken in te huren die ouder waren dan de pensioengerechtigde leeftijd van de eigen ambtenaren.

De tolken die door dit besluit werden geraakt, stapten naar het Hof. In eerste aanleg wonnen ze, maar in hoger beroep werd tégen hen beslist, zij het niet op inhoudelijke gronden maar wegens een vormfout.

Kijkend naar eerdere zaken en arresten kwam de Ombudsman na een nauwgezet onderzoek van de klacht tot de conclusie dat hier inderdaad sprake was van discriminatie en schending van het Handvest van de grondrechten en deed hij de Commissie de aanbeveling de desbetreffende regel te veranderen overeenkomstig de actie die het Parlement eerder naar aanleiding van de uitspraak van het Gerecht van eerste aanleg had ondernomen.

De Commissie negeerde de aanbeveling van de Ombudsman, waardoor hij zich genoodzaakt zag zich tot het Parlement te wenden, dat de zaak doorverwees naar de Commissie verzoekschriften. Een voorstel voor een resolutie waarin de aanbeveling van de Ombudsman wordt onderschreven, werd vervolgens unaniem door de commissie aangenomen. De commissie gaf drie redenen voor haar steun:

In de eerste plaats om niet in strijd te handelen met de eigen handelswijze van het Parlement, dat freelancers boven de 65 jaar inhuurt wanneer dat wenselijk of noodzakelijk wordt geacht.

In de tweede plaats vanwege de verplichting die het Parlement heeft om het instituut van de Ombudsman te verdedigen. Het Parlement is van mening dat de Ombudsman soms een ongemakkelijk instituut is, maar desalniettemin een onmisbaar onderdeel van ons rechtsstelsel.

En in de derde plaats om de Europese Commissie eraan te herinneren dat ze niet boven de andere Europese instellingen staat, met name die welke tot taak hebben haar te controleren.

Zo zijn we op dit punt beland, waarbij aan de voltallige vergadering de resolutie wordt voorgelegd die de Commissie verzoekschriften zoals gezegd unaniem heeft aangenomen en waarin van de Commissie wordt geëist dat ze de aanbeveling van de Ombudsman navolgt, waarbij we er nogmaals op wijzen dat de Ombudsman, net als het Parlement zelf, boven de Juridische dienst van de Commissie staat, die weliswaar een belangrijke administratieve dienst is, maar ook niet meer dan dat.

Mijnheer de Voorzitter, ik sta hier met een zeker gevoel van onbehagen omdat wij gedurende het hele proces steeds hebben geprobeerd om tot overeenstemming te komen maar desalniettemin een zekere druk is uitgeoefend om het verslag buiten de plenaire vergadering te houden. Er zijn zelfs opmerkingen gemaakt die erop duiden dat men zich evenmin iets gelegen zal laten liggen aan wat het Parlement wel of niet zegt. Dit is werkelijk hoogst verbazingwekkend, temeer omdat deze opmerkingen niet stammen van de commissarissen zelf, maar van bepaalde hoge functionarissen – erg weinig, eigenlijk maar een enkeling, maar toch – die er vol van zijn dat ze vast personeel zijn, terwijl wij, de leden van het Parlement, en zelfs de commissarissen, hier per definitie maar tijdelijk werken en in hun ogen eigenlijk maar passanten zijn.

Ik herhaal, mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, dat we steeds de wens en bereidheid tot samenwerking met de Commissie hebben en een goede verstandhouding nastreven, maar dat we het gedrag waarover ik heb gesproken, moeten verwerpen. Laten we hopen dat de stemming van morgen een afspiegeling zal vormen van de stemming in de Commissie verzoekschriften: een meerderheid of eenstemmigheid voor een resolutie ter verdediging van de Ombudsman, waarmee het Parlement de Commissie tegelijk duidelijk maakt dat de zaken zijn zoals ze zijn en waarmee iedereen op zijn plaats wordt gezet.

 
  
MPphoto
 

  Meglena Kuneva, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik graag benadrukken dat de Commissie in goed vertrouwen heeft gehandeld, waarbij zij alle toepasselijke wettelijke regels en processen nauwlettend heeft gevolgd. Wij zijn nimmer uit geweest op een conflict met de Ombudsman, nog minder met het Europees Parlement. Onze mening was dat onze opvatting door de Ombudsman zou worden erkend.

Ons uitgangspunt is dat, door de jaren heen, de arbeidsomstandigheden voor agents interprètes de conference (AIC’s) steeds meer zijn afgestemd op de regels van het Statuut van de ambtenaren. Sinds 2000 zijn freelance tolken op een lijn gesteld met het Statuut van de ambtenaren, na de beslissing van de Raad van de Europese Unie dat zij over hun inkomen uit Europese instellingen gemeenschapsbelasting kunnen betalen in plaats van nationale belastingen.

Vervolgens vallen zij, vanaf 2004, onder artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, wat de reden is dat zij nu AIC’s worden genoemd. De leeftijdsgrens van 65 is een regel van het Statuut van de ambtenaren die toeziet op alle categorieën personeel dat voor de instellingen werkt, of het nu gaat om ambtenaren, tijdelijke krachten, werknemers op contractbasis, hulpfunctionarissen of parlementaire medewerkers, en hiermee wordt een nieuwe regeling gevolgd die kortgeleden is aangenomen. Deze regel werd tussen 2000 en 2004 door zowel de Commissie als het Parlement toegepast op AIC’s.

Naar aanleiding van een uitspraak van het Gerecht van eerste aanleg in 2004, waarin werd bepaald dat het niet werven van AIC’s die ouder zijn dan 65 jaar discriminatie is, hebben de instellingen de toepassing van de regel opgeschort. Naar aanleiding van een beroep tegen deze uitspraak heeft het Hof de uitspraak echter nietig verklaard. De Commissie heeft haar vorige praktijk derhalve weer in ere hersteld.

Aangezien er in deze zaak niet langer een uitspraak van het Gerecht geldig is, is het onze interpretatie dat de vorige benaderingswijze van toepassing is en dat de Commissie de regels moet toepassen die voortvloeien uit de verordening van de Raad van het jaar 2000 en bij een leeftijd van 65 jaar moeten stoppen met werven, net zoals dit voor ander personeel geldt.

De vrijheid van de tolkendiensten van de instellingen om naar hun behoeften AIC’s te werven is essentieel voor de efficiënte levering van congrestolken. Hierdoor wordt het mogelijk om voor de regelmatige en voorspelbare vraag tolken in vaste dienst in te zetten en voor de wisselende vraag en bij piekbelasting AIC’s te werven.

Door dit beproefde systeem is het voor de instellingen mogelijk aan de tolkverzoeken naar vraag te voldoen, en tevens een succes te maken van de laatste uitbreidingen en de kosten toch strikt in de hand te houden. Deze benadering steunt ook een actief beleid om jonge congrestolken op te leiden.

Ten slotte wil ik graag kwijt dat ik de zeer positieve contacten tussen het Parlement en de Commissie in deze zaak toejuich en ik wil in het bijzonder ondervoorzitter Martínez Martínez bedanken voor zijn waardevolle contacten met mijn collega commissaris Orban in een eerder stadium.

 
  
MPphoto
 

  Miguel Angel Martínez Martínez, rapporteur. − (ES) Mijnheer de Voorzitter, omdat ik eerder nog een minuut spreektijd overhad, wil ik nog graag reageren op de inbreng van mevrouw de commissaris, die weet van mijn gevoelens van vriendschap en genegenheid voor haar en voor de heer Orban. Maar de commissaris heeft met geen woord gesproken over de aanbeveling van de Ombudsman. Met andere woorden: de Ombudsman, die op de hoogte is van alle argumenten van de commissaris, heeft een duidelijke aanbeveling gedaan en de Commissie lijkt die aanbeveling volledig te negeren.

Ik vraag mevrouw Kuneva niet eens om mij nu persoonlijk te antwoorden, omdat zij duidelijk niet degene is die over de informatie beschikt. Maar alle informatie die zij me heeft gegeven, stemt overeen met wat wij en ook de Ombudsman al wisten. Wat ze ons niet heeft verteld, is of de Commissie ondanks dit alles – en de Ombudsman heeft die informatie natuurlijk ook en heeft desalniettemin de aanbeveling gedaan om de regel te veranderen – zal doen wat de Ombudsman haar aanbeveelt en wat ook het Parlement naar aanleiding van deze aanbeveling vraagt.

 
  
MPphoto
 

  Meglena Kuneva, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, het enige wat ik u in dit stadium kan zeggen is dat ik dit zal opnemen met commissaris Orban en ervoor zal zorgen dat u op dit punt een goed antwoord krijgt. Wij gaan ons uiteraard serieus buigen over uw opmerkingen en de laatste opheldering waar u om vroeg.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Dank u, commissaris, dank u, collega’s. Dank aan alle medewerkers en dank aan alle tolken, ongeacht hun leeftijd.

Het debat is gesloten. De stemming vindt morgen, dinsdag 5 mei 2009, plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid