Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2594(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0181/2010

Debatten :

PV 09/03/2010 - 16
CRE 09/03/2010 - 16

Stemmingen :

PV 10/03/2010 - 7.8
CRE 10/03/2010 - 7.8
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0059

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 9 maart 2010 - Straatsburg Uitgave PB

16. Verordening houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de mondelinge vraag (O-0022/2010) van Daniel Caspary, namens de PPE-Fractie, Kader Arif, namens de S&D-Fractie, Niccolò Rinaldi, namens de ALDE-Fractie, Yannick Jadot, namens de Verts/ALE-Fractie, Joe Higgins, namens de GUE/NGL-Fractie, en Robert Sturdy, namens de ECR-Fractie, aan de Commissie: Regelgeving tot tenuitvoerlegging van een programma van algemene tariefpreferenties (B7-0018/2010).

 
  
MPphoto
 

  Daniel Caspary, auteur.(DE) Mijnheer de voorzitter, commissaris, dames en heren, met het stelsel van algemene preferenties (SAP) verleent de Europese Unie op dit moment 176 landen markttoegang in de vorm van verminderde invoerrechten. Dit zijn voordelen die wij als Europese Unie aanbieden zonder dat wij daarvoor iets van onze partners terugverwachten. Dan is er ook nog het SAP+ voor bepaalde landen die met specifieke uitdagingen worden geconfronteerd en voor landen die aan speciale voorwaarden voldoen.

Wat is onze uitgangspositie? Wij hebben vanaf 1 januari 2012 een nieuwe regeling nodig omdat de oude dan verlopen is. Om een goede procedure te kunnen volgen en eventueel ook ruimte te hebben voor een tweede lezing, is tijd nodig. Namens mijn fractie verwacht ik dan ook dat de Commissie zo snel mogelijk een nieuw voorstel zal overleggen. Zoals gezegd, wij hebben voldoende tijd nodig om een procedure met twee lezingen te kunnen volgen. Het zou onacceptabel zijn als wij als Europees Parlement, in geval van twijfel, onder druk beslissingen zouden moeten nemen. Daarnaast hebben wij een evaluatie van het huidige systeem nodig. Ik hoop dat wij zeer binnenkort feiten, cijfers en gegevens ontvangen waaruit blijkt hoe succesvol het bestaande systeem in de praktijk is geweest. Heeft dat bestaande systeem daadwerkelijk de handel bevorderd in de landen waarvoor het systeem geldt? Zijn de exportcijfers ook gestegen? Profiteren de juiste landen van dit systeem? En de volgende vraag is tot alle aanwezigen hier gericht: is alles in orde met het bestaande systeem? Als landen als Qatar bijvoorbeeld, met een inkomen per hoofd van de bevolking dat hoger is dan dat van vijfentwintig lidstaten van de Europese Unie, ook onder dit systeem vallen, moeten wij mijns inziens zeker een zeer kritische houding aannemen bij de herziening van het systeem.

Er is één ding dat ik mijn collega’s van alle andere fracties zou willen vragen met het oog op de stemming van morgen: wij dienen de resolutie zeer algemeen te houden, zoals dat ook voor het oorspronkelijk ontwerp was afgesproken. Ik zou mijn medeafgevaardigden erg dankbaar zijn als wij in de resolutie geen melding maakten van de specifieke gevallen die hier besproken zijn.

 
  
MPphoto
 

  David Martin, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, net als de heer Caspary ben ik ingenomen met de drie preferentieregelingen die we uit hoofde van het SAP nu hebben – Alles behalve wapens, SAP en SAP+.

Het is terecht dat de 49 armste landen in de wereld voor “alles behalve hun wapens” vrije toegang tot onze markten krijgen. Het is ook terecht, zoals de heer Caspary heeft gezegd, dat de 176 ontwikkelingslanden preferentiële toegang tot onze markt krijgen. Het is ook terecht dat 16 landen zelfs nog betere toegang krijgen, via SAP+, in ruil voor het opzetten en ten uitvoer leggen van 27 gespecificeerde internationale verdragen inzake mensenrechten, arbeidsnormen, duurzame ontwikkeling en goed bestuur.

Het is echter ook terecht dat we van die 16 begunstigde landen verwachten dat ze hun verplichtingen krachtens deze verdragen ook toepassen en respecteren.

Als we toestaan dat landen zich niet aan hun verplichtingen houden of de wetten die uit die verdragen voortvloeien niet eerbiedigen, dan levert het SAP+ niet de stimulans op die het geacht wordt te geven. En dat is nog niet het enige: feitelijk straffen wij dan de andere SAP-landen door hun preferenties uit te hollen en preferenties te geven aan 16 landen die hun rechten niet respecteren.

Daarom ben ik verheugd over het feit dat de Commissie Sri Lanka aan een onderzoek heeft onderworpen en ook heeft voorgesteld om actie te ondernemen tegen Sri Lanka. Daarom ook ben ik absoluut van mening dat de Commissie een onderzoek moet instellen om na te gaan of Colombia de 27 verdragen al dan niet respecteert. Dat betekent niet dat we actie tegen Colombia ondernemen; het betekent alleen dat we het onderzoeken. Wij hebben dat ook gedaan met El Salvador, maar toen besloten wij uiteindelijk dat er geen actie ondernomen hoefde te worden.

Ik heb drie vragen aan de commissaris.

Is de Commissie het er niet mee eens dat het Parlement in de toekomst de bevoegdheid moet krijgen om tot onderzoeken op te roepen in het kader van het SAP+?

In de tweede plaats, kan de Commissie in de tussentijd het gevraagde verslag over de stand van zaken bij de ratificatie en de tenuitvoerlegging van de verdragen door de bestaande SAP+-begunstigden aan het Parlement overleggen?

Tot slot, wanneer denkt de Commissie het Parlement de herziene verordening voor de volgende fase van het SAP toe te zenden? We zouden die uiterlijk in juni krijgen, en we zouden die dan ook graag in juni ontvangen.

 
  
MPphoto
 

  Niccolò Rinaldi, auteur. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijnheer de commissaris, onmiddellijk nadat dit Parlement was geconstitueerd, werden we geconfronteerd met de opschorting van het stelsel van algemene preferenties (SAP+), en met name met de vraag of dit stelsel al dan niet moest worden toegepast op Sri Lanka en Colombia.

In het eerste geval zijn we getuige geweest van een serie, soms ernstige fouten van de kant van Sri Lanka, van een land waarvoor de verzachtende omstandigheid geldt dat het uit een langdurige burgeroorlog tegen een vreselijke terroristische organisatie komt. Naar mijn mening is de Commissie in dit geval nogal overhaast te werk gegaan, waardoor al snel een voorstel voor de opschorting van SAP+ op tafel kwam. In de Raad had Sri Lanka echter zogezegd geen ‘beschermheren’ en is het besluit genomen. Het Europees Parlement speelde hierbij geen enkele rol. Niemand heeft ons om onze mening gevraagd.

In het tweede geval gaat het om een land dat een verschrikkelijke guerrillaoorlog voert in eigen land en waar de mensenrechten ernstig worden geschonden, met inbegrip van frequente moorden op vakbondsleden. Tot op heden heeft de Commissie zich niet uitgesproken over de mogelijkheid om een onderzoek in te stellen. Sterker nog, zij is doorgegaan op de weg van het vrijhandelsakkoord, waar ik het persoonlijk mee eens ben. We weten dat in de Raad regeringen zitten die de belangen van de Colombiaanse autoriteiten fel verdedigen en de rol van het Parlement was wederom niet-bestaand: niemand heeft het Parlement om zijn mening gevraagd, terwijl het zelf bijna dagelijks naar de standpunten van anderen moet luisteren.

In beide gevallen is er geen enkele beoordeling gemaakt van de gevolgen op economisch en werkgelegenheidsvlak van een eventuele opschorting. Ondanks de grote mate aan inconsequentie hebben beide gevallen één ding gemeen: de marginale rol van het Europees Parlement. Dit zijn echter duidelijk politieke besluiten, geen technische, en daarom vind ik dit onaanvaardbaar. We hebben dan ook een nieuwe verordening nodig en moeten gebruik maken van het feit dat de huidige verordening eind 2011 afloopt. Ik meen dat deze twee concrete voorbeelden dit wel aantonen. In de tussentijd zou het echter goed zijn om te bespreken wat er in de afgelopen maanden in deze twee landen is gebeurd.

Het zou bijvoorbeeld interessant zijn om te vernemen welke drempel op het gebied van mensenrechtenschendingen volgens de Commissie moet zijn overschreden om een onderzoek in Colombia of in een ander land te starten, en welke concrete stappen de regering van Sri Lanka zou moeten nemen, zoals afschaffing van de krijgswet, om niet-uitvoering van de opschorting te verkrijgen.

Daarom vragen wij, mijnheer de commissaris, het volgende: een nieuw voorstel, het liefst voor eind juni; duidelijke criteria voor de begunstigde landen die in aanmerking komen, rekening houdend met het feit dat het SAP+ een ontwikkelingsinstrument is en dat er op de lijst van begunstigde landen ook landen staan die eerlijk gezegd geen ontwikkelingslanden meer zijn; de ondertekening en tenuitvoerlegging van de 27 verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie in de begunstigde landen; transparantie in de regels over hun gedrag; een systeem waarmee de impact van het SAP+ kan worden gemeten en een mededeling aan het Parlement. Zoals de heer Martin al aangaf, dient het Parlement bij opschorting een volledige rol te spelen aangezien het hier, nogmaals, om een duidelijk politiek besluit gaat.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Kiil-Nielsen, ter vervanging van de auteur.(FR) Het debat dat we nu voeren is ingegeven door drie aspecten van het stelsel van algemene preferenties.

Om te beginnen is het zo dat de huidige verordening op 31 december 2011 zal verlopen. Om het Europees Parlement in staat te stellen de bevoegdheden die ze uit hoofde van het Verdrag van Lissabon bezit ook werkelijk uit te oefenen zal de Commissie ons ten laatste in juni 2010 een ontwerp voor een nieuwe verordening moeten voorleggen.

Ten tweede is de wijze waarop het SAP functioneert verre van volmaakt. Wie stelt de lijst met begunstigde landen op? Op basis van welke criteria? Abracadabra! Wie houdt het toezicht op de tenuitvoerlegging van de 27 overeenkomsten inzake sociale en milieukwesties die vastleggen aan welke voorwaarden begunstigde landen moeten voldoen? Dat weten we gewoon niet.

Wat heeft dit stelsel eigenlijk bewerkstelligd? Heeft het geleid tot duurzame ontwikkeling, tot diversificatie van de productie en totstandkoming van behoorlijke banen? Of heeft het nu juist geleid tot een wildgroei van korte termijncontracten, meer verlaten boerenbedrijven en steeds meer grote, op de export gerichte ondernemingen? We weten het niet.

De verordening zal dus drastisch moeten worden herzien, om het democratisch toezicht te herstellen en te verzekeren dat er maatregelen worden genomen om de gewenste doelstellingen te bereiken.

De werkelijke aanleiding voor dit debat vanavond is echter het betreurenswaardige geval van Colombia. De Commissie heeft tot op heden geweigerd een onderzoek in te stellen naar de ernstige mensenrechtenschendingen in dit land. De verordening schrijft evenwel voor dat er een dergelijk onderzoek moet worden uitgevoerd.

Gelet op de waarden die de Europese Unie uitdraagt, is het niet aanvaardbaar dat diezelfde EU met het oog op het verzekeren van de winsten van een aantal sectoren – zuivel, automobielen, geneesmiddelen, telecommunicatie en het bankwezen – afziet van de voorwaarden die waren verbonden aan het stelsel voor algemene preferenties, zoals ze dat de afgelopen paar dagen heeft gedaan door in alle haast een vrijhandelsovereenkomst met Colombia te sluiten. Die overeenkomst is de doodsklap voor de Colombiaanse vakbonden, de kleine boerenbedrijven in dit land, de consumenten en de nationale industriële productie.

 
  
MPphoto
 

  Joe Higgins, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het stelsel waarmee de EU sommige landen een preferentiële behandeling op handelsgebied toekent, bestaat al sinds 1971. Het moet fungeren als een mechanisme om onevenwichtigheden in de handel tussen de ontwikkelde kapitalistische landen en de armere landen van de wereld weg te werken en bij te dragen aan duurzame ontwikkeling.

Mijnheer de commissaris, bent u het er in dit verband niet mee eens dat dit stelsel echt een complete mislukking is geworden en dat de handelsovereenkomsten van de EU voornamelijk de in de EU gevestigde transnationale ondernemingen hebben bevoordeeld die hun superieure middelen gebruiken om kleine plaatselijke producenten in vele arme landen te vermorzelen, wat tot ernstige ontwrichting heeft geleid, met inbegrip van verlies van plaatselijke werkgelegenheid en verwoesting van het milieu? Is dat niet de werkelijke betekenis van het nog maar drie jaar geleden gepubliceerde strategiedocument van de Commissie ‘Europa als wereldspeler: wereldwijd concurreren’?

En, mijnheer de commissaris, welke hoop is er nog voor de werkende bevolking van Afrika, Azië en Latijns-Amerika wanneer uw Commissie de afgelopen weken nog laf door de knieën is gegaan voor de criminele speculatie van avontuurlijke hedgefondsmanagers die uit zijn op snelle winsten via buitensporige speculatie tegen de euro en tegen Giekenland in het bijzonder? U hebt de werkende klasse van Griekenland en de armen van Griekenland overgeleverd aan de welwillende genade van deze parasieten – misdadigers in feite. Welke hoop is er dan voor de arme en werkende bevolking buiten de grenzen van Europa, gezien die situatie?

Nu is de vraag hoe de Commissie beoordeelt of de staten die van de preferentiële handelsovereenkomsten met de EU profiteren de rechten van werknemers en de mensenrechten eerbiedigen. Vertelt u dat ons alstublieft eens.

En hoe kunt u de betrekkingen met de regering van Colombia voortzetten, waar door de regering gecontroleerde instanties, met name het leger, zich continu schuldig maken aan de meest gruwelijke misdaden, zoals nog maar kort geleden werd aangetoond met de afschuwelijke ontdekking van het massagraf van onschuldige slachtoffers van de moordpartij in La Macarena.

En tot slot, wat is het huidige standpunt van de Commissie met betrekking tot het voortzetten van het SAP+ met Sri Lanka, gezien het feit dat na de verkiezingen het beleid van de regering van de heer Rajapaksa nog steeds haaks staat op de mensenrechten en de rechten van werknemers in dat land?

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, iedereen begrijpt mijns inziens dat een van de doelstellingen van het stelsel van algemene preferenties was om armere landen te integreren in het mondiale handelssysteem. Het toekennen van een preferentiële behandeling werd gezien als een positieve manier om een aantal van de onevenwichtigheden in de handelsverhoudingen tussen rijke en arme landen uit de wereld te helpen.

Als iemand die veel vrienden en verwanten heeft in deze arme landen, denk ik dat wij alleen maar hoeven te kijken naar de regeringen van deze landen: problemen met slecht bestuur, staatsmonopolies en corrupte regeringen die ondernemers in deze landen ervan weerhouden vermogen te creëren, het feit dat ondernemers moeilijkheden hebben de materialen te importeren die zij nodig hebben om waarde toe te voegen en vermogen te creëren, en verder het feit dat de meeste burgers in deze landen geen toegang krijgen tot goederen en diensten die wij hier in de EU en in vele overige rijke landen als vanzelfsprekend beschouwen.

Laten wij ook erkennen dat de beste manier om mensen te helpen uit hun armoede te geraken is om ondernemers te helpen. Ondernemers zorgen voor banen en zorgen voor rijkdom; het zijn de ondernemers die de mensen uit de armoede zullen trekken.

Tijdens de recente onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten hebben veel Parlementsleden uit het gehele politieke spectrum zich zorgen gemaakt over de pasklare aanpak van de Commissie ten aanzien van deze overeenkomsten.

In een van de gevallen waar ik bij betrokken was, zei de ambtenaar van de Commissie, in antwoord op een vraag in de commissie, dat de economische partnerschapsovereenkomsten niet alleen om handel gingen, maar ook om regionale integratie en export van het EU-model. Op de vraag of sommige ACS-landen, die specifieke problemen hebben, wellicht een SAP+ als alternatief konden krijgen, kregen wij te horen dat dit niet mogelijk was omdat zij bepaalde verdragen schenden en daarom niet in aanmerking komen voor een SAP+.

In de toekomst zullen wij zeker wat flexibeler moeten zijn bij onze toepassing van het SAP+, wellicht als alternatief voor een economische partnerschapsovereenkomst. Dit kunnen wij op een aantal manier aanpakken. Wij kunnen sancties opleggen aan de landen die niet voldoen aan de normen, of wij kunnen een lopende dialoog opzetten om te zorgen dat de voorwaarden in deze landen worden verbeterd, en begrijpen dat dergelijke zaken niet van vandaag op morgen gebeuren, wat overigens evenmin gold voor de superieure hoge standaarden van de EU. Het is tijd dat wij actief worden en de ondernemers in ontwikkelingslanden helpen in plaats van dat wij deze kwestie te zeer politiseren.

 
  
MPphoto
 

  Karel De Gucht, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het huidige SAP loopt af op 31 december 2011. De Commissie werkt momenteel reeds aan een substantiële bijwerking en herziening van het huidige stelsel. Later deze maand zal ik een uitgebreide openbare raadpleging opstarten over de mogelijke verbeteringen en wijzigingen. Deze raadpleging zal dan worden gevolgd door een grondige effectherbeoordeling. Het voorstel van de Commissie voor een nieuwe regeling zal daarom naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 gereed zijn. Dit voorstel zal uiteraard worden onderworpen aan de gewone wetgevingsprocedure, die zich wellicht zal uitstrekken tot na de vervaldatum van de huidige regeling, namelijk 31 december 2011.

U zult het allen met mij eens zijn dat wij een situatie moeten zien te voorkomen waarin alle begunstigden van het SAP op 1 januari 2012 al hun voordelen zouden verliezen. Daarom zullen wij tegelijk met het essentiële voorbereidende werk voor een nieuw SAP een voorstel moeten indienen voor de verlenging van de huidige regeling, zodat deze doorloopt totdat de nieuwe regeling van kracht wordt. Dit geeft u de tijd om op gedegen wijze te werken aan de nieuwe regeling en geeft tegelijkertijd de garantie dat de begunstigden van het SAP niet in de kou komen te staan. U kunt dit document in april verwachten.

Ik heb nota genomen van uw vraag en zorgen over de manier waarop de Commissie toezicht houdt op de naleving door de begunstigde landen van de huidige criteria voor een SAP+-behandeling. Het voornaamste criterium voor het SAP+ is de ratificatie en effectieve uitvoering van 27 internationale verdragen op het gebied van mensenrechten, fundamentele arbeidsnormen, duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Het is de taak van de Commissie nauw toezicht te houden op de naleving van deze criteria door alle begunstigde landen.

Het is de plicht maar ook het vaste streven van de Commissie om het SAP op een eerlijke en objectieve wijze toe te passen. In dit opzicht gaan wij bij ons toezicht op en onze beoordeling van de effectieve uitvoering van de SAP+-regelingen zo veel mogelijk uit van de bevindingen en rapporten van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, de IAO en overige relevante organen, alsmede van de controlemechanismen waarin de verdragen zelf voorzien.

Hierdoor ontstaat een ondubbelzinnig en onpartijdig beoordelingsproces. Daarnaast wordt het toezicht kracht bijgezet door de bilaterale dialoog van de Commissie met de SAP+-landen over uitvoeringsaangelegenheden. Als uit dergelijke rapporten blijkt dat de SAP-criteria niet volledig worden nageleefd, voorziet het SAP in de mogelijkheid dat de Commissie een onderzoek instelt om de feitelijke situatie op te helderen en passende maatregelen voorstelt.

Dit onderzoekmiddel is een ernstige remedie die moet worden ingezet als de situatie er ook echt om vraagt, maar het instellen van een onderzoek is niet een stap die al te lichtvaardig moet worden genomen, aangezien het consequenties kan hebben voor onze betrekkingen in ruimere zin met de partnerlanden. Denkt u bijvoorbeeld maar eens aan het recente geval van Sri Lanka.

Omdat het doel van het SAP+ is om landen ertoe te stimuleren zich aan de internationale normen voor goed bestuur te houden, moeten de SAP+-landen eerst gelegenheid krijgen aan te tonen dat het hun ernst is met de SAP+-doelstellingen, en dat ze bereid zijn samen te werken met internationale toezichtsorganen en de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken.

Door deze aanpak worden de stappen die deze landen al hebben genomen, beloond. Dit is in lijn met de algemene, op aanmoediging gebaseerde aanpak waarop het SAP+ gestoeld is.

Ik wil graag met u debatteren over de toekomst van het SAP en van het SAP+ in het bijzonder. Bij de voorbereiding van de beoordeling van de huidige regeling, waarbij het tevens gaat om de criteria van het SAP+ en het toezicht op de naleving daarvan, zal nauwkeurig worden gekeken naar de door het Europees Parlement aan de orde gestelde vraagstukken.

Aangezien deze beoordeling niet zal worden onderworpen aan de gewone wetgevingsprocedure, is de rol van het Europees Parlement ten aanzien van de uiteindelijke vorm van het nieuwe SAP gelijkwaardig aan die van de Raad.

 
  
MPphoto
 

  Laima Liucija Andrikienė, namens de PPE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, inhakend op de woorden van mijn collega Daniel Caspary, waar ik mij geheel bij aansluit, zou ik een aantal punten willen benadrukken. Ten eerste krijgt de rol van het Europees Parlement bij de vaststelling van het EU-handelsbeleid in velerlei opzicht een nieuwe vorm met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het SAP is een van die terreinen waarop het Parlement meer inspraak en invloed krijgt.

Commissaris, ik zou u met klem willen vragen deze versterkte rol van het Parlement op uw werkgebied als positief te begroeten. Ik verzoek u dan ook dringend het Parlement te raadplegen wanneer u de beoordeling van de lijst met begunstigden voor het SAP en het SAP+ afrondt.

Ten derde zou het Parlement ook moeten worden betrokken bij het proces van toezicht op de naleving – dus niet alleen op de ratificatie maar ook op de effectieve uitvoering – van 27 IAO- en VN-verdragen door de begunstigde landen. De Commissie zou in ieder geval het Parlement hierover moet raadplegen en het is uiteraard onze plicht om er hier in het Parlement voor te zorgen dat wij binnen onze relevante organen, onze commissies, mechanismen ontwikkelen om aan dit toezicht bij te dragen. Verder zou ik de oproep willen herhalen die in de morgen in stemming te brengen ontwerpresolutie wordt gedaan. De Commissie dient de nieuwe SAP-verordening zo snel mogelijk op te stellen.

Tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, ben ik het niet eens met wat door sommige collega’s is gezegd over Colombia. Colombia is een land als vele andere landen in de regio. Wij mogen onze ogen niet sluiten voor de positieve ontwikkelingen en resultaten op het vlak van de mensenrechten en voor de situatie van de mensenrechtenstrijders in dit land. Er is geen reden dit land specifiek aan de schandpaal te nagelen, aangezien onze resolutie slechts over de nieuwe verordening en de noodzaak van een nieuwe verordening gaat.

 
  
MPphoto
 

  Vital Moreira, namens de S&D-Fractie.(PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, het doet goed commissaris De Gucht te horen verzekeren dat de Commissie binnenkort aan het Parlement een wetgevingsinitiatief voor de herziening van het stelsel van algemene preferenties zal doen toekomen, zodat de wetgevingsprocedure kan worden afgerond voordat het huidige stelsel van algemene preferenties eind volgend jaar afloopt.

Het stelsel moet hernieuwd worden, ten eerste omdat het een instrument voor ontwikkelingssteun is dat landen zonder wederkerigheid gunstige toegangsvoorwaarden tot de Europese markt verleent, en ten tweede omdat dit systeem ook een instrument is voor de bevordering van de mensenrechtensituatie en goed bestuur in deze landen. Immers, de toekenning van preferenties is afhankelijk van een reeks voorwaarden waaraan de begunstigde landen moeten voldoen.

Om deze twee redenen moet de Europese Unie het gebruik van dit instrument hernieuwen en de handel in dienst van de ontwikkeling en de mensenrechten blijven stellen. Het is echter noodzakelijk bij de beoogde hernieuwing rekening te houden met de beoordeling van de resultaten van de vorige periode.

Anderzijds moet in de nieuwe verordening een aantal vereisten in acht worden genomen die gebaseerd zijn op de tot dusver opgedane ervaring. Ten eerste is het wenselijk om ook in de toekomst het tijdelijke karakter van het stelsel van algemene preferenties te handhaven, zodat het kan worden ingetrokken wanneer het niet langer nodig is. Ten tweede moet de methode die wordt toegepast om de begunstigde landen te differentiëren en te selecteren uitgediept en verfijnd worden uitgaande van het ontwikkelingsniveau en het externe concurrentievermogen van elk land. Ten derde en ten laatste moeten betere mechanismen worden opgezet om de naleving van de aan het stelsel van algemene preferenties gekoppelde voorwaarden te controleren, met name voor wat betreft de eerbiediging van de mensenrechten.

Tot slot, mijnheer de commissaris, zou het een goede zaak zijn als in de wetgevingsprocedure van meet af aan rekening werd gehouden met het standpunt van het Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Papastamkos (PPE).(EL) Voorzitter, een behandeling die voortvloeit uit het stelsel van algemene preferenties is een uitzondering op het principe van het meest begunstigde land van de WTO en moet daarom doelgericht zijn, dat wil zeggen dat de ontvangers ervan ontwikkelingslanden moeten zijn, daar die daaraan het meest behoefte hebben. De nieuwe lijst van begunstigde landen dient de werkelijke economische situatie en het concurrentievermogen van de ontwikkelingslanden weer te geven.

Overigens werkt het gebrek aan differentiatie onder de ontwikkelingslanden uiteindelijk in het nadeel van de minst ontwikkelde landen. Het is logisch dat het herzieningsvoorstel wordt voorafgegaan door een evaluatie van de impact die het stelsel op de begunstigde landen heeft gehad gedurende de voorgaande toepassingsperiode hiervan.

Het handelsbeleid, en met name de conditionaliteit op handelsgebied, zou zonder enige twijfel kunnen bijdragen aan een efficiënter mondiaal bestuur door middel van milde machtsuitoefening. Het zou door middel van stimulansen kunnen bijdragen aan de bevordering van de sociale dimensie van de globalisatie in brede zin: waardig werk, duurzame ontwikkeling, democratische verantwoording.

Het Europese Parlement zou de mogelijkheid moeten hebben tot creatieve deelname in het kader van het nieuwe, herziene stelsel, maar ook tot een effectieve monitoring van de toepassing van de overeenkomsten door de begunstigde landen.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Lange (S&D). (DE) Mijnheer de voorzitter, commissaris, dames en heren, wij weten allemaal dat het SAP een goed systeem en dat het SAP+ een zeer goed systeem is. Wij moeten ervoor zorgen dat die systemen verlengd worden, en dus hebben wij een voorstel van uw kant nodig zodat wij in dit Parlement een gepaste discussie kunnen voeren. Trap daarom op het gaspedaal, mijnheer de commissaris.

Zelfs wat het SAP+ betreft, moet het mogelijk zijn om een aantal verbeteringen door te voeren. In dat opzicht wil ik graag vijf aspecten benadrukken met betrekking tot gebieden waarop nog verbeteringen mogelijk zijn. Ten eerste: wie bepaalt op welke wijze de 27 normen concreet worden geïmplementeerd? Ik bedoel dus niet slechts de erkenning in de praktijk, maar de officiële implementatie. Is dat uitsluitend de taak van de ILO of hebben wij een speciaal assessment committee nodig om tijdens de implementatie specifieke ondersteuning te verstrekken.

Ten tweede: op welke manier betrekken wij de maatschappelijk organisaties hierbij? Ik zou graag zien dat bij de beoordeling van de implementatie van het SAP+ coördinatie van de maatschappelijke organisaties mogelijk werd, zoals wij dat nu ook in de overeenkomst met Zuid-Korea opgenomen hebben.

Ten derde: wie zet er eigenlijk een onderzoek in gang indien problemen geconstateerd worden? Hierbij dient ook het Parlement betrokken te worden, aangezien ik het gevoel heb dat er in de Raad ook andere belangen een rol spelen dan alleen maar de vraag of er een onderzoek uitgevoerd moet worden of niet. In dit verband zou dus ook het Parlement een onderzoek in gang moeten kunnen zetten.

Wij hebben zonder meer ook duidelijke structuren nodig voor de volgende stappen die wij moeten nemen, evenals duidelijke structuren voor een opschorting, maar wellicht dat wij daar een andere keer uitgebreider over kunnen praten.

 
  
MPphoto
 

  Thomas Mann (PPE).(DE) Mijnheer de voorzitter, in wezen worden via het SAP handelsprivileges verstrekt aan ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Dankzij deze moderne vorm van ontwikkelinghulp – van tariefverminderingen tot tariefontheffingen – is veel bereikt. De speciale SAP+-regeling is bedoeld om de implementatie van sociale en milieunormen te realiseren. Die regeling heeft tevens geleid tot een toename van het aantal ondertekeningen van VN- en ILO-overeenkomsten.

Hoe controleert de Commissie de implementatie van die criteria, geachte commissaris? Worden de privileges consequent ingetrokken wanneer er goederen worden uitgevoerd die geproduceerd zijn met dwang- of slavenarbeid, wanneer er oneerlijke handelspraktijken worden ontdekt of wanneer controle van de producten van oorsprong niet gewaarborgd is? Zou de verbetering van de mensenrechten die via het SAP+ verwezenlijkt dient te worden, uiteindelijk ook niet voor de grotere landen moeten gelden? Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan China. Al onze resoluties, onze demonstraties en de bilaterale onderhandelingen tussen de EU en China hebben geen verbetering in de situatie van de mensenrechten gebracht. Als gevolg daarvan zullen honderdduizenden mensen morgen, op de internationale Tibet-dag, de straat op gaan en zal er in tienduizenden steden en gemeenten in de Europese Unie de Tibetaanse vlag worden gehesen. Wij zullen onze solidariteit tonen met de mensen die vechten voor hun culturele, taalkundige en religieuze autonomie.

Commissaris, deelt u het standpunt dat normen op het gebied van mensenrechten, sociale normen en milieunormen geschrapt dienen te worden uit de speciale regelingen en opgenomen moeten worden in de lijst van SAP-criteria? Samenwerking met onze handelspartners mag niet beperkt blijven tot pure economische uitgangspunten.

 
  
MPphoto
 

  Gianluca Susta (S&D). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dit is in de eerste plaats een belangrijke gelegenheid om het belang van het stelsel van algemene preferenties te benadrukken. Zowel het basis-SAP als het SAP+, die beide verbonden zijn aan het ´Alles behalve wapens´-initiatief, dragen bij aan het bestrijden van armoede met volledige inachtneming van de mensenrechten, wat de belangrijkste verplichting is. De schending van deze elementaire samenlevingsbeginselen heeft ervoor gezorgd dat de Europese Unie, na een gedetailleerd onderzoek van de Commissie, onlangs heeft besloten de voordelen van de tariefpreferenties voor Sri Lanka in te trekken.

Op grond van het nieuwe institutionele kader dient het Parlement echter volwaardig te worden betrokken bij het wetgevingsproces, dat gericht is op de herziening van de bestaande wetgeving. We hopen dan ook dat het gaat om een grondige herziening, overeenkomstig de normale procedures, aangezien de wetgeving vele leemtes heeft, bijvoorbeeld op het gebied van onderzoeken. Vandaar de gezamenlijke resolutie.

De effectiviteit van de verordening hangt ook af van haar geloofwaardigheid, van de objectiviteit van de criteria waarop zij is gebaseerd en van de striktheid waarmee zij wordt toegepast. In een Europa waarin de overgrote meerderheid van de burgers het niet eens is met het opleggen van democratie aan een ander land, zijn handel en handelsgerelateerde hulp een fundamenteel voertuig voor de verspreiding van op respect voor fundamentele mensenrechten gebaseerde samenlevingsbeginselen. Het is onze plicht te voorkomen dat wij in onverschilligheid vervallen – dat zou verkeerd zijn – maar we moeten ook voorkomen dat wij te snel een oordeel klaar hebben over bepaalde partijen, oordelen die klinken als onherroepelijke veroordelingen, zoals met Colombia is gebeurd.

Daarom kan ik geen steun uitspreken voor wat ik beschouw als onwrikbare, eenzijdige meningen over bepaalde staten. Ik ben het wel hartgrondig eens met de noodzaak van een betere monitoring van alle probleemsituaties, in de geest van de huidige wetgeving en volgens de beginselen van de regels waarop wij de door ons verzochte wetsherziening willen baseren.

 
  
MPphoto
 

  Christofer Fjellner (PPE).(SV) Mijnheer de Voorzitter, het stelsel van algemene preferenties dat vandaag wordt besproken, is een ontzettend goed en belangrijk instrument, want het maakt het voor enkele van de misschien armste landen ter wereld gemakkelijker om uit te voeren naar en handel te drijven met Europa. Veel Europese landen hebben op die manier hun welvaart opgebouwd en het is daarom belangrijk dat we dit proberen uit te breiden naar andere landen.

In een debat zoals dit en in de komende werkzaamheden voor de herziening van het stelsel van algemene preferenties moeten we nadenken over en ons toespitsen op de fundamentele taak en het principiële doel van het stelsel van algemene preferenties, namelijk de uitbanning van armoede. Handel is veruit de effectiefste manier om armoede uit te bannen en economische groei te creëren, en het is belangrijk dat we dat niet vergeten.

Het stelsel van algemene preferenties is natuurlijk ook een goede manier om landen onder druk te zetten en ertoe aan te zetten internationale overeenkomsten, verdragen en verbintenissen met betrekking tot mensenrechten, enzovoort, na te leven. We mogen echter niet vergeten dat ontwikkeling het doel is. De EU moet landen die hun verbintenissen niet nakomen deze preferentiële behandeling vanzelfsprekend kunnen weigeren of afnemen, maar het is belangrijk om niet te vergeten dat het een moeilijke evenwichtsoefening is. Voor een land dat meer handelsvrijheid en nieuwe uitvoermogelijkheden worden ontzegd, wordt het er immers niet gemakkelijker op om de verbintenissen na te komen en te voldoen aan de eisen die wij aan hen stellen.

Er bestaat een verband: corruptie, slechte arbeidsomstandigheden en ondermaatse eerbiediging van de mensenrechten dragen bij tot armoede, maar armoede maakt het ook moeilijker om corruptie, mensenrechtenproblemen en slechte arbeidsomstandigheden te bestrijden. Ik zou willen horen hoe de commissaris deze Catch 22-situatie ziet, met andere woorden hoe hij het risico ziet dat intrekking van handelspreferenties het voor landen moeilijker maakt om bijvoorbeeld iets te doen aan slechte arbeidsomstandigheden.

Vervolgens zou ik ook willen opmerken dat we nu eisen dat een aantal landen 27 IAO- en VN-verdragen ratificeert en ze ook volledig toepast. Ik zou wel eens een echte analyse willen zien van de vraag of alle EU-landen al die VN- en IAO-verdragen volledig hebben toegepast en geratificeerd. Ik acht het op zijn minst onwaarschijnlijk dat ze allemaal tot in de puntjes worden toegepast, en het is belangrijk om dat niet te vergeten wanneer we eisen beginnen te stellen aan anderen.

 
  
MPphoto
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE).(RO) Ik heb een eenvoudige vraag aan de commissaris. Volgens Verordening (EG) nr. 732/2008 kunnen landen die tariefpreferenties willen verkrijgen in het kader van het SAP+-stelsel aanvragen indienen tot eind april van dit jaar. Nu het einde van deze termijn nadert, wil ik de commissaris vragen of hij weet welke landen tot nu toe aanvragen hebben ingediend en of we tariefpreferenties moeten gunnen aan nieuwe landen nu we van plan zijn de gunningscriteria te wijzigen. Verder steun ik de collega´s die hebben benadrukt dat het Europees Parlement moet worden geraadpleegd over de toepassing van het stelsel van algemene preferenties.

Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Karel De Gucht, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, er zijn diverse vragen gesteld over Sri Lanka en Colombia. Er is gevraagd waarom wij in het ene geval er wel voor hebben gekozen een onderzoek in te stellen en een besluit te nemen, en in het andere geval niet.

In het geval van Sri Lanka werd de aandacht van de Commissie gevestigd op openbaar beschikbare rapporten en verklaringen van de Verenigde Naties en op overige relevante bronnen, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, waaruit bleek dat Sri Lanka niet afdoende de diverse mensenrechtenverdragen uitvoerde, met name het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, en het Verdrag inzake de rechten van het kind.

In tegenstelling tot Colombia bestond de algehele benadering van Sri Lanka erin het bestaan van eventuele problemen te ontkennen en in geen enkele fase van het onderzoek met de Commissie samen te werken.

In het geval van Colombia bleek uit de onderzoeksresultaten van de Verenigde Naties en de IAO dat er vraagtekens zijn bij de mate van effectieve uitvoering van bepaalde VN- en IAO-verdragen, maar dat Colombia tevens contacten onderhoudt met de organen van de IAO en de Verenigde Naties en reeds aanzienlijke wijzigingen heeft aangebracht in zijn rechtsstelsel, en dat de regering stappen zet om de wetgeving te wijzigen en de uitvoering in de praktijk te verbeteren. Er is een lopende dialoog, waar ook de Verenigde Naties en de IAO bij betrokken zijn.

Wat betreft de vraag van de heer Moreira, zou ik willen zeggen dat wij bij de beoordeling van het SAP een evenwicht proberen te vinden tussen de verschillende verzoeken die hier zijn gedaan. Ons is gevraagd dat zo snel mogelijk te doen, en dat zullen wij ook. Ons is gevraagd een effectbeoordeling te verrichten en wij zullen de SAP-gegevens over 2009 pas in juli dit jaar ontvangen, hetgeen uiteraard zal worden gevolgd door een raadpleging van het Parlement.

Ik zou verder willen herinneren aan de toezegging die ik in de Commissie internationale handel heb gedaan tijdens mijn hoorzitting en vervolgens een planning willen voorleggen voor de wetsvoorstellen die wij de komende maanden bij die commissie zullen indienen. Zoals u weet, staat er voor morgen een vergadering op de agenda. Wij zullen proberen om samen tot een oplossing te komen die het Parlement alle gelegenheid geeft in alle openheid de diverse dossiers te bespreken, met inbegrip van die van de nieuwe SAP-verordering en het prolongatiesysteem, dat wij in april al zouden moeten introduceren.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Tot besluit van het debat zijn er twee ontwerpresoluties ingediend(1), overeenkomstig artikel 115, lid 5 van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt woensdag 10 maart 2010 plaats.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid