Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2549(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0233/2010

Debatten :

PV 20/04/2010 - 11
CRE 20/04/2010 - 11

Stemmingen :

PV 05/05/2010 - 13.52
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0142

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 20 april 2010 - Straatsburg Uitgave PB

11. Top EU-Canada (debat)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de verklaring van de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de top EU-Canada.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie en hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. (EN) Mijnheer de Voorzitter, Canada is een van onze oudste en qua mentaliteit sterkst op ons lijkende partners. Wij werken samen bij zeer uiteenlopende kwesties niet alleen op bilateraal vlak maar in de hele wereld.

Onze betrekkingen zijn verankerd in een gemeenschappelijke geschiedenis die heel ver teruggaat en in gemeenschappelijke waarden die hoog in het vaandel worden gehouden. Dat is de grondslag voor onze samenwerking bij de bescherming van onze gemeenschappelijke belangen. Dit doen we natuurlijk ten behoeve van de burgers in Europa en Canada, maar ook om veiligheid en welvaart in de hele wereld te bevorderen.

Het zijn dus belangrijke betrekkingen. Die moeten we koesteren en we moeten erin investeren, zodat we het potentieel ervan ten volle benutten. Dat is het doel van de komende top EU-Canada, die op 5 mei in Brussel zal plaatsvinden.

De timing is gunstig. Omdat namelijk Canada eind juni voorzitter zal zijn van de G8- en G20-top, kunnen we tijdens de top EU-Canada de stand van zaken bij onze strategieën opmaken en deze op elkaar afstemmen wat betreft de mondiale thema’s die voor de G8- en G20-top op de agenda staan, bijvoorbeeld de vraag hoe we kunnen zorgen voor een duurzaam economisch herstel en de samenwerking kunnen bevorderen op het gebied van hervorming en regulering van de financiële markt, klimaatverandering en bestrijding van nucleaire proliferatie.

Onlangs heb ik in Canada de vergadering bijgewoond van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G8, waar veel van deze zaken zijn besproken.

Tevens krijgen we de kans de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Canada en de wijze waarop we samenwerken op het gebied van regionale crisissen te bespreken. Ons doel is een gerichte, zakelijk ingestelde top te houden.

Wat betreft onze bilaterale betrekkingen zal tijdens de top gesproken worden over de activiteiten om de betrekkingen tussen de EU en Canada te verbeteren en te moderniseren. Er zal ons een uitstekende gelegenheid worden geboden om op het hoogste politieke niveau ondersteuning te bieden om zo spoedig mogelijk tot een ambitieuze, allesomvattende economische en handelsovereenkomst te komen.

We zullen nagaan welke vooruitgang is geboekt gedurende de eerste drie onderhandelingsronden, maar deze onderhandelingen ook een nieuwe impuls geven, gezien het belang daarvan voor het uitbreiden van de handel en het creëren van banen. Wat betreft de handel meer in het algemeen moet de top het duidelijke signaal geven dat de EU en Canada protectionisme afwijzen, en herinneren aan ons engagement voor een ambitieuze, allesomvattende en evenwichtige afsluiting van de Doha-ontwikkelingsronde.

In de top moet bovendien het onderwerp van wederzijds reizen zonder visumplicht aan de orde komen. Ons doel is duidelijk: wij willen dat alle EU-burgers zo spoedig mogelijk zonder visumplicht naar Canada kunnen reizen.

We zullen ook een kans krijgen om besprekingen te voeren over onze samenwerking op het gebied van crisisbeheersing, die zich – en het verheugt mij dat te kunnen zeggen – snel aan het uitbreiden is. Er zijn diverse crisisbeheersingsoperaties gaande. Ik noem met name onze politiemissie in Afghanistan, waar onze samenwerking met Canada voorbeeldig is.

Haïti zal om voor de hand liggende redenen ook op de agenda van de top staan. Canada speelt een belangrijke rol in Haïti, en een van de punten waarop we onze gezamenlijke inspanningen kunnen en moeten versterken, is het koppelen van crisisbeheersing aan ontwikkeling op de langere termijn. Dit was ook het punt dat ik heb benadrukt tijdens de conferentie over Haïti in New York op 31 maart, waarvan de EU en Canada, tezamen met Frankrijk, Spanje en Brazilië covoorzitters waren.

Samen met mijn collega voor ontwikkeling, Andris Piebalgs, en mijn collega voor internationale samenwerking, humanitaire hulp en crisisbestrijding, Kristalina Georgieva, kon ik tot mijn genoegen in New York aankondigen dat de EU ruim 1,2 miljard euro zal bijdragen aan de wederopbouw en ontwikkeling van Haïti.

De EU en Canada verplichten zich er allebei toe om Haïti op lange termijn te helpen bij de wederopbouw, bij het opbouwen van een betere toekomst.

Tijdens de top zal ook klimaatverandering aan de orde komen. Wij moeten rekening houden met de context die is ontstaan na Kopenhagen en daarom zal aanpassing aan en vermindering van klimaatverandering bovenaan de agenda blijven staan en ondersteunend energiebeleid vereisen. Er is ook veel steun voor het idee dat de samenwerking tussen de EU en Canada zich moet concentreren op financieringsmechanismen evenals op ondersteuning van schone ontwikkeling in derde landen.

De gevolgen van de klimaatverandering voor het Noordpoolgebied zullen ook een belangrijk element zijn in onze besprekingen tijdens de top. Nergens worden de effecten van de klimaatverandering harder gevoeld dan in het Noordpoolgebied. De milieuveranderingen hebben een steeds grotere impact op de bevolking, de biodiversiteit en het landschap van het Noordpoolgebied, zowel ter land als ter zee. De bescherming van de regio en zijn bevolking is een van de voornaamste doelstellingen van het in ontwikkeling zijnde EU-beleid inzake het Noordpoolgebied, zoals de geachte leden zich zullen herinneren van mijn presentatie gedurende de plenaire vergadering van maart. Ruim veertig procent van het landoppervlak van Canada ligt in het noorden en daarom deelt Canada onze belangstelling voor milieubescherming in het Noordpoolgebied en voor het verzekeren van een duurzame economische en maatschappelijke ontwikkeling in de regio.

Wat tot slot de verbetering en modernisering van de betrekkingen tussen de EU en Canada betreft, wil ik gewag maken van de Kaderovereenkomst voor commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada van 1976. Deze is nog steeds van kracht, maar verouderd. De samenwerking tussen de EU en Canada heeft zich uitgebreid naar andere gebieden, zoals buitenlands en veiligheidsbeleid en er is een nauwere samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.

Daarom moeten we de Kaderovereenkomst moderniseren, die als paraplu kan dienen voor al onze sectorale overeenkomsten, waaronder de allesomvattende economische en handelsovereenkomst, en we houden op dit moment verkennende besprekingen met Canada over de mogelijkheid om die Kaderovereenkomst op een hoger plan te tillen.

In een wereld met grote uitdagingen en voortdurende veranderingen hebben we partners nodig. Canada behoort tot de belangrijkste partners die de Europese Unie heeft. We streven naar een productieve top met duidelijke resultaten.

 
  
MPphoto
 

  Elisabeth Jeggle, namens de PPE-Fractie.(DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, geachte afgevaardigden, ik dank u, mevrouw Ashton, hartelijk voor uw uitvoerige toelichting. Het is mij als ondervoorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met Canada een bijzonder genoegen dat we de op handen zijnde top EU-Canada in het Parlement bespreken. Zoals u allen weet, moest de stemming helaas tot begin mei uitgesteld worden. Staat u mij desondanks toe om de aspecten te belichten die voor de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) het belangrijkst zijn.

Canada onderhoudt al sinds 1959 nauwe banden met de Europese Unie. De Europese Unie en Canada hebben tal van waarden gemeen en zetten zich nadrukkelijk in voor multilaterale oplossingen voor wereldwijde problemen. Canada bekleedt in 2010 het voorzitterschap van de G8 en treedt tevens op als gastland voor de eerstvolgende G-20-top. Met het oog op de lopende onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada is het belangrijk om de goede betrekkingen tussen beide partners bij de komende top verder te verdiepen en te versterken.

Om die reden dringen wij er in onze gezamenlijke resolutie op aan om de uitdagingen waar met name de economische en financiële crisis, het buitenlands en veiligheidsbeleid, de ontwikkelingssamenwerking, het klimaat- en energiebeleid en de onderhandelingen in het kader van de Doha-ronde ons voor stellen, integraal te benaderen. We eisen echter ook dat er op de komende top EU-Canada een oplossing komt voor het probleem van de door de Canadese regering weer ingevoerde visumplicht voor EU-ingezetenen uit Tsjechië, Bulgarije en Roemenië. Wat dat betreft zijn wij erg ingenomen met de inrichting van een visumbureau in de Canadese ambassade in Praag en het feit dat een deskundigenwerkgroep zich over dit onderwerp gaat buigen.

Tot slot wil ik nog eens benadrukken dat ik ervan overtuigd ben dat op de komende top EU-Canada de toch al nauwe politieke banden tussen beide partners verder aangehaald zullen worden. Ik dank u voor uw engagement en uw aandacht.

 
  
MPphoto
 

  Ioan Enciu, namens de S&D-Fractie.(RO) Zoals ook de hoge vertegenwoordiger, mevrouw Ashton, heeft gezegd, is Canada een van de oudste partners van de Europese Unie en is de top van dit jaar belangrijk om de nauwe samenwerking voort te zetten en te consolideren op elk gebied: economie, handel, klimaatverandering en militaire aangelegenheden. Ik juich dan ook de maatregelen toe die tot nu toe zijn genomen om een handelsovereenkomst tussen de EU en Canada te kunnen ondertekenen, en ik hoop dat deze top de impuls oplevert die nodig is om die overeenkomst definitief af te ronden.

Indachtig de huidige economische situatie en de toestand van het klimaat moet ik de noodzaak onderstrepen van nauwe samenwerking teneinde alternatieven aan te wijzen voor de traditionele energieproducerende bronnen. Deze alternatieven moeten rekening houden met de bijzondere kenmerken van beide staten, de Europese Unie en Canada, die betrokken zijn bij de ontwikkeling en het gebruik van koolstofarme technologie. Tegelijkertijd moet ook samenwerking worden bevorderd in de energie- en klimaatsector en de maritieme sector in het Noordpoolgebied.

Er komen tijdens de top ook gevoelige kwesties aan de orde. Ik noem hier milieuzaken, de opwarming van de aarde, ACTA, CETA, de bankensector, de stabilisering van de financiële en economische markten, de CITES-conferentie en de overeenkomst EU-Canada inzake PNR-gegevens. Gezien de ervaringen in het verleden denk ik dat de Europese Unie en Canada veel van deze problemen zullen weten op te lossen. Deze kwesties moeten echter tactvol en met begrip worden benaderd, zonder verwijten, met de blik eenvoudigweg gericht op de toekomst en rekening houdend met de belangen van de burgers aan beide zijden. De garantie van wederkerigheid in bilaterale betrekkingen is een van de basisbeginselen van de Europese Unie. We hopen dat Canada in de toekomst de visumplicht voor Roemeense, Tsjechische en Bulgaarse staatsburgers opheft en daardoor alle burgers van de Europese Unie verzekert van een billijke en gelijke behandeling.

Ten slotte zal het Europees Parlement, omdat zijn goedkeuring is vereist alvorens een internationale overeenkomst kan worden ondertekend, al in de eerste fase van elk project bij de zaak moeten worden betrokken en geraadpleegd. Ik neem deze gelegenheid te baat om de Commissie te vragen doeltreffende communicatie met het Europees Parlement tot stand te brengen om duurzame resultaten te bereiken.

 
  
MPphoto
 

  Wolf Klinz, namens de ALDE-Fractie.(DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de EU en Canada werken uitstekend samen, niet alleen op economisch vlak maar ook in de buitenlandse politiek – denkt u maar aan Iran, Afghanistan, Haïti en vergelijkbare gevallen.

Desondanks staan we voor diverse serieuze problemen, al kunnen we daar zeker uitkomen, juist omdat we zulke vriendschappelijke banden met Canada onderhouden. Ik denk daarbij aan vijf punten. Ten eerste dienen we bij de regulering van de financiële sector eindelijk spijkers met koppen te slaan. De G-20 heeft erg veel beloofd en op de G-20-top in Toronto, dus onder Canadees voorzitterschap, moet de bereidheid van de landen om concrete maatregelen te nemen nu echt blijken en mag het niet bij toezeggingen blijven.

Een tweede punt is al eerder genoemd: ook in het klimaatbeleid streven we nagenoeg dezelfde doelen na. Wij in Europa kunnen ongetwijfeld van Canada's CCS-plannen en de ontwikkelingen op dat terrein leren. Wij hopen dat we het over gemeenschappelijke reductienormen eens kunnen worden.

Ten derde is er behoefte aan een nieuwe handelsovereenkomst en ik denk dat ook hier onze doelstellingen erg dichtbij elkaar liggen. Ik noem slechts twee punten waar nog aan gewerkt moet worden, punten waarop we ondanks de intentie het eens te worden nog van mening verschillen. Dat is enerzijds het visumvrije reizen, waar u, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, het al over gehad hebt. Ik hoop dat we er uiteindelijk in slagen om etnische minderheden uit EU-lidstaten op dezelfde manier te behandelen als alle andere ingezetenen van de EU.

Mijn laatste punt betreft de overeenkomst inzake passagiersgegevens die vorig jaar herfst afliep. Zij is de facto nog van kracht, maar zij heeft geen rechtsgrondslag meer. Die moet er wel komen, zodat we ervan op aankunnen dat de burgerrechten zoals wij die opvatten ook werkelijk nageleefd worden. Bij alle moderne technische mogelijkheden tot koppeling van netwerken mag het niet zo zijn dat alle gegevens over naam, geboortedatum, reisverloop, creditcard en dergelijke toegankelijk gemaakt en misbruikt worden. Wij hopen dat we er samen in slagen een rechtsgrondslag te scheppen die daadwerkelijk strookt met onze Europese opvatting van burgerrechten.

 
  
MPphoto
 

  Reinhard Bütikofer, namens de Verts/ALE-Fractie.(DE) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, in Canada heeft de EU een goede vriend, een belangrijke medestander op het wereldtoneel. Het land is een volwassen democratie, waar we werkelijk het nodige van kunnen leren. Maar juist omdat het zo lang geleden is dat we in dit Parlement een resolutie over Canada behandeld hebben, zouden we die gelegenheid toch aan moeten grijpen om dieper op de Europees-Canadese betrekkingen in te gaan dan het geval is in de ontwerpresolutie die ons nu voorgelegd wordt.

Met die resolutie zit ik enigszins in mijn maag. Het is gênant dat er van allerlei gemeenschappelijke uitdagingen gesproken wordt, maar dat het beleid voor het Noordpoolgebied met geen woord genoemd wordt. Geen woord over doelstellingen en normen ter bescherming van het Noordpoolgebied, dat slechts in een bijzin genoemd wordt. Bovendien wordt verzwegen dat Canada Zweden, Finland, IJsland en de inheemse volkeren in maart op een niet al te vriendelijke wijze van een internationale bijeenkomst over het Noordpoolgebied geweerd heeft.

Ik vind het pijnlijk dat het teerzandprobleem niet aangestipt wordt, net zomin als het probleem van de blauwvintonijn en het verbod op de robbenjacht. Natuurlijk is het niet mijn bedoeling om Canada te provoceren, maar als je bij een serieuze discussie onder vrienden je bezwaren niet naar voren durft te brengen, blameer je jezelf. Er wordt gezwegen over het feit dat Canada geen al te positieve rol gespeeld heeft in Kopenhagen. Ook het probleem van het visumbeleid, met name ten aanzien van Tsjechië en de Tsjechische Roma, zou nadrukkelijker belicht moeten worden.

Laten we kortom vooral vriendschappelijk samenwerken, maar de ogen daarbij niet voor moeilijkheden sluiten, anders schiet niemand er iets mee op. Om die reden zal mijn fractie haar best doen om het teerzandprobleem en dat van de invoer van robbenproducten bij de stemming ook nog in de resolutie opgenomen te krijgen.

 
  
MPphoto
 

  Philip Bradbourn, namens de ECR-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, als voorzitter van de Delegatie voor de betrekkingen met Canada ben ik bijzonder verheugd over deze resolutie, die eigenlijk een eerste onderdeel vormt van de top EU-Canada. Zoals werd gezegd, is Canada een van de oudste partners van Europa, en het versterken van onze betrekkingen over en weer de Atlantische Oceaan is voor beide partijen een prioriteit geworden. Nogmaals, zoals de dame van adel in haar openingstoespraak zei, zijn er besprekingen met Canada gaande over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst, die hopelijk een norm zal worden voor toekomstige handelsovereenkomsten tussen de EU en derde landen.

Het Parlement zal deze overeenkomsten moeten goedkeuren, en ik hoop dat de Commissie de leden, in vooral de interparlementaire delegatie en de Commissie internationale handel, in elke fase van deze besprekingen volledig op de hoogte zal houden en erin zal betrekken.

De onderhavige resolutie heeft mijn volledige steun, want ze is bondig en houdt zich aan de kwesties die tijdens de top aan de orde zullen komen en die een rol spelen in onze betrekkingen met de Canadese regering. De resolutie zet een positieve toon voor toekomstige besprekingen en illustreert de bereidheid van dit Parlement om positieve betrekkingen met onze oudste handelspartner te onderhouden. We kunnen erop vertrouwen dat deze resolutie de reputatie van dit Parlement niet alleen in dit geval maar ook in toekomstige onderhandelingen met andere derde landen zal bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Joe Higgins, namens de GUE/NGL-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, er is geen enkele beoordeling gemaakt van de maatschappelijke, milieu- en economische effecten van een economische overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada.

De Canadian Union of Public Employees, een vakbond met 600 000 leden in sectoren zoals gezondheidszorg, onderwijs, gemeentebesturen, nutsbedrijven en openbaar vervoer, is ernstig bezorgd over de effecten van een dergelijke overeenkomst. Een andere vakbond, de National Union of Public and General Employees, met 340 000 leden in de openbare en private sector in Canada, is net zo bezorgd, evenals de Public Service Alliance of Canada, nog een vakbond, met 165 000 leden.

Deze werknemers zijn bezorgd omdat ze begrijpen dat een dergelijke overeenkomst voornamelijk zal worden geïmplementeerd in het economische belang van grote bedrijven, zowel in Canada als in de Europese Unie, en niet in eerste instantie in het belang van werknemers of van maatschappelijke rechtvaardigheid.

Nu willen zowel de Europese als de Canadese transnationale ondernemingen de openbare dienstverlening in Canada binnendringen – natuurlijk op basis van winstmaximalisatie. Ze zien een overeenkomst tussen de EU en Canada als een middel om op uitgebreide schaal privatisering door te drijven in sectoren zoals openbaar vervoer, water- en elektriciteitsvoorziening. Een dergelijke ontwikkeling zou een ramp betekenen voor het loon en de arbeidsvoorwaarden van Canadese werknemers. Het zou het begin kunnen betekenen van een neerwaartse spiraal, precies zoals we in Europa hebben gezien, waar de Europese Commissie zelf het recht bekrachtigt van particuliere dienstverlenende bedrijven werknemers uit te buiten, zoals wel gebleken is toen de Commissie de Luxemburgse staat voor de rechter daagde omdat deze migrantenwerknemers in de dienstverlening dezelfde bescherming wilde geven als Luxemburgse werknemers.

Op dit moment is het Canadese water met name een doelwit van de watermultinationals. Sommige multinationals met hun hoofdvestiging in de EU hebben met hun privatisering van de watervoorziening in landen zoals Bolivia de zaken volkomen ontwricht, terwijl hun noodlottige invloed ook al in Canada voelbaar is.

Gelukkig willen de gewone mensen in Canada de strijd wel aanbinden om hun openbare watervoorziening te beschermen. Zij zullen waakzaam moeten zijn.

De vakbonden van Europees overheidspersoneel zijn ook bezorgd, en ik roep zowel de Canadese vakbonden als die in de EU op een echte campagne op te zetten om het overheidsbezit in de openbare dienstverlening te beschermen, voor een democratisch beheer in plaats van maximalisatie van particuliere winst, en om dat dan niet alleen door gezamenlijke actie op leiderschapsniveau te doen, maar ook door de betrokkenheid van de gewone man om zijn openbare dienstverlening te beschermen.

 
  
MPphoto
 

  Anna Rosbach, namens de EFD-Fractie. (DA) Mijnheer de Voorzitter, Europa en Canada werken al vele jaren goed samen en daarom is het vanzelfsprekend dat we ons inzetten voor een toename van de vrije handel. Is de huidige methode echter de beste, gezien het feit dat de onderhandelingen zo lang hebben geduurd? Is het EU-apparaat te log en bureaucratisch om deze taak te vervullen?

Canada wil graag een vrijhandelsovereenkomst met de EU, maar tegelijkertijd wil Canada geen verbod invoeren op de afschuwelijke methode die wordt toegepast om zeehonden te doden en in strijd is met alle dierenwelzijnregels.

Tevens wenst Canada het recht om belastingen te heffen op het zeevervoer door een ijsvrije Noordwestelijke Doorvaart. Echter, een route ten noorden van Amerika moet voor iedereen vrij toegankelijk zijn. De Noordwestelijke Doorvaart is een ideale route om tijd, geld en brandstof te besparen en is derhalve beter voor het milieu. Dit versterkt de concurrentiemogelijkheden voor alle landen van het noordelijke halfrond. Derhalve wil ik Canada oproepen om verder te gaan met de ideeën achter de vrijhandelsovereenkomst en om af te zien van alle ideeën over een eventuele belastingheffing op het gebruik van de open zee.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, alsof het nog niet pijnlijk genoeg was dat midden in de onderhandelingen over een allesomvattende economische en handelsovereenkomst (CETA) informatie uitlekte, is nu ook nog het verwijt te horen dat Canada in het kader van CETA en ACTA regelrecht geprest wordt zijn auteursrecht aan dat van de VS en de EU aan te passen. Het schijnt dat de overeenkomst sterk in de richting van privatisering, deregulering en herstructurering gaat. Zo zou het gemeenten niet meer toegestaan zijn bij het plaatsen van opdrachten lokale criteria te hanteren. Natuurlijk is het zinvol om grotere opdrachten openbaar aan te besteden en natuurlijk dient dat volgens bepaalde regels te gebeuren, zodat corruptie en nepotisme niet welig tieren.

Als gemeenten in de EU-landen nu al klagen dat ze helemaal geen maatschappelijk verantwoorde ondernemingen in de arm mogen nemen, maar meestal gedwongen zijn dominante concerns te begunstigen, is het des te onbegrijpelijker dat iets dergelijks nu ook aan andere landen opgelegd zou moeten worden. En als multinationals dankzij vrijhandelsovereenkomsten dan ook nog in speciale procedures schadevergoeding van regeringen kunnen eisen voor beslissingen op het gebied van milieu en volksgezondheid, dan wordt zonneklaar dat de Europese Unie weinig geleerd heeft van de recente financiële en economische crisis en in haar neoliberale dwaling volhardt.

Als de EU er echt voor haar burgers wil zijn, zoals in zondagse redevoeringen steeds weer te horen is, moet zij een eind aan die dwaling maken en een bolwerk tegen globalisering worden, en bevriende mogendheden als Canada helpen hetzelfde te doen.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda (PPE).(RO) Ik wil allereerst, zoals ook andere leden van het Parlement hebben gedaan, benadrukken dat de top EU-Canada een belangrijke gelegenheid biedt voor verdieping van ons partnerschap met deze belangrijke democratie. Deze relatie is uiterst belangrijk voor de EU omdat zij partners betreft die dezelfde waarden delen en al lange tijd samenwerken.

Tegelijkertijd wil ik u herinneren aan de verklaring die is afgelegd na de vorige top EU-Canada, in mei 2009 in Praag, waarin als gemeenschappelijk doel van de partners werd uitgesproken, ik citeer: “om het vrije en veilige verkeer van personen tussen de EU en Canada te versterken met het oogmerk zo snel mogelijk visumvrij verkeer naar Canada voor alle EU-burgers mogelijk te maken”.

Eén jaar later moeten we vaststellen dat dit doel verre van bereikt is. Momenteel zijn niet alleen Roemenen en Bulgaren nog altijd onderworpen aan de visumplicht, maar zoals u weet is de visumplicht vorig jaar ook weer ingevoerd voor de Tsjechische Republiek.

Ik denk dat we hier in de eerst plaats te maken hebben met een wederkerigheidsprobleem. Gegeven het feit dat, zoals u weet, alle EU-lidstaten de visa voor Canadese staatsburgers overeenkomstig onze wetgeving hebben afgeschaft, hebben we, als ik het zo mag uitdrukken, een consequentieprobleem, omdat Canada de visumplicht voor één kandidaat-lidstaat, Kroatië, wel heeft afgeschaft maar, ik herhaal het nog maar eens, de visumplicht voor burgers van bepaalde EU-lidstaten heeft gehandhaafd.

Ik geloof daarom dat de top in mei belangrijke, zo niet beslissende vooruitgang moet verwezenlijken bij de afschaffing van de visumplicht voor alle burgers van de EU-lidstaten. Ik denk dat specifieke maatregelen vereist zijn en dat deze doelstelling zo hoog mogelijk op de agenda moet worden gezet, omdat we niet langer blij zijn met beginselverklaringen. Deze vorm van discriminatie is uiterst onbillijk, met name voor de burgers van het land waar ik vandaan kom, een lidstaat van de Europese Unie, dat grote technische vooruitgang heeft geboekt met het oog op visumontheffing.

 
  
MPphoto
 

  Jörg Leichtfried (S&D).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag mij af waarom ik steeds het gevoel krijg de Commissie ervan te moeten verdenken bepaalde zaken niet werkelijk aan het Europees Parlement voor te willen leggen. Dat gevoel heb ik nu ook bij de vrijhandelsovereenkomst, waarover met Canada onderhandeld wordt. Ik schaar mij achter de kritiek van enkele collega’s die bepaalde feiten verdacht vonden, met name achter die van de heer Higgins, en ik geef hem volkomen gelijk.

Handelsovereenkomsten hebben volgens mij zin als de welvaart aan beide zijden ermee gediend is, maar niet als ze bijna uitsluitend de belangen van een paar multinationals dienen. En als men dan de informatie krijgt dat gezondheid, onderwijs of openbare veiligheid ineens onderwerp van handelsovereenkomsten moeten worden, gedereguleerd en geprivatiseerd moeten worden, dan bekruipt mij het gevoel dat het alweer om het gewin van een selecte groep gaat, ten koste van vele anderen. Ik waarschuw dan ook degenen die deze zaken achter onze rug, buiten het Europees Parlement om, in zulke overeenkomsten proberen op te nemen.

Het tweede punt dat ik ter sprake wil brengen is dit: als je met een vertrouwde partner als Canada om de tafel zit, moet je ook de minder aangename kwesties ter sprake brengen. Ik vind dat in zo'n gesprek en een daaruit voortkomende overeenkomst ook de robbenslacht ter sprake moet worden gebracht, niet om iemand op de tenen te trappen maar om het Europese standpunt te verduidelijken en tot een oplossing te komen die aan deze wrede manier van geld verdienen ten koste van jonge dieren een einde maakt.

 
  
MPphoto
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE).(RO) Mijn collega Sebastian Bodu kon Straatsburg vandaag niet bereiken en daarom vervang ik hem.

Op het ogenblik kunnen 39 miljoen Europese burgers uit Roemenië, Tsjechië en Bulgarije niet naar Canada reizen zonder visum. Meer dan de helft van hen – 22 miljoen – zijn Roemenen. Handhaving van de visumplicht voor reizen naar Canada schept, net als in het geval van de visumplicht in de Verenigde Staten, een situatie waarin sommige Europeanen tweederangsburgers zijn.

Het vrije verkeer van Europese burgers moet op uniforme basis worden behandeld. De visumkwestie tast de betrekkingen tussen de Europese Unie en Canada aan. Commissievoorzitter Barroso heeft op de vorige topconferenties verzocht om een oplossing voor dit probleem. De zaak moet opnieuw aan de orde worden gesteld.

In het geval van Roemenië is het aantal afgewezen visumaanvragen van Roemeense staatsburgers tussen 2004 en 2008 gedaald van 16 naar 5 procent. Er wonen ongeveer 200 000 Roemenen in Canada, van wie de overgrote meerderheid het land is binnengekomen via de officiële immigratieregelingen van de Canadese staat. Ik begrijp niet waarom Canada met twee maten meet. In 2009 is de visumplicht afgeschaft voor een Europees land dat geen lidstaat van de Europese Unie is, waarvoor als reden werd gegeven dat een groot aantal uit dat land afkomstige burgers al in Canada woonde.

Ik geloof ook dat Tsjechië weer zou moeten profiteren van visumontheffing. De reden waarom visa weer zijn ingevoerd mag geen factor van betekenis worden voor de overige landen. De visumplicht is als onderwerp op de agenda van de top EU-Canada gezet door het Europees Parlement. De EU moet haar in oktober 2009 ingenomen standpunt handhaven, namelijk dat zij een beroep doet op de solidariteitsclausule als het probleem eind 2010 niet is opgelost.

Vicevoorzitter Ashton, het bereiken van visumontheffing voor lidstaten zou een geweldig resultaat voor u, in uw functie, zijn. Ik wens u daarbij veel succes.

 
  
MPphoto
 

  Kriton Arsenis (S&D).(EL) Voorzitter, Canada is een van de oudste en belangrijkste bondgenoten van de Europese Unie, dat is al sinds 1959 het geval. Echter, onze samenwerking moet wel altijd gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden en onderling respect.

Canada is een van de tien grootste vervuilers met broeikasgassen van de wereld en is het enige land dat, na het Kyoto-Protocol te hebben ondertekend en geratificeerd, vervolgens publiekelijk aankondigde dat het niet van plan was om zijn wettelijke verplichtingen na te komen. In plaats van de uitstoot vergeleken met 1990 met 6 procent te verminderen is Canada’s uitstoot nu toegenomen met 26 procent. De belangrijkste oorzaak hiervan is de productie van oliezand. De uitstoot van broeikasgassen ligt bij de productie van oliezand drie tot vijf keer hoger dan bij de conventionele productie van olie en aardgas. De productie van oliezand vereist bovendien twee tot vijf vaten water voor elk vat geëxtraheerd teer, en vervolgens worden er allerlei afvalstoffen geproduceerd die een bedreiging vormen voor zowel de biodiversiteit als de inheemse bevolking. Deze productie vernietigt bovendien het boreale bos, een van ’s werelds grootste koolstofreservoirs. Tegen 2020 zal oliezand waarschijnlijk meer uitstoot produceren dan Oostenrijk en Ierland. Canada spendeert slechts 77 dollar per persoon voor groene subsidies, terwijl Korea 1,200 dollar spendeert, Australië 420 en de VS 365.

De bescherming van het boreale bos is van groot belang. Daarom is het belangrijk om Canada te verzoeken zich te houden aan de internationale overeenkomsten die we gezamenlijk hebben ondertekend maar die alleen wij, eenzijdig, respecteren. Dat zal ten grondslag moeten liggen aan elke verdere samenwerking.

 
  
MPphoto
 

  Miroslav Mikolášik (PPE). (SK) Canada is sinds 1959 een van de meest hechte en stabiele partners van de Europese Unie. Het verheugt mij dat de economische situatie in het land onder de huidige rechtse regering is verbeterd, in tegenstelling tot wat in vorige regeringstermijnen het geval was.

De verbetering van de economische situatie en de versterking van de Canadese dollar, twee ontwikkelingen die de Canadese burgers meer welvaart brengen, hebben ook naar andere landen een positief signaal uitgezonden, aangezien daarmee gunstige voorwaarden ontstaan voor de ontwikkeling van zowel politieke als economische samenwerking. Ik ben van oordeel dat tijdens de top EU-Canada in Brussel concrete vooruitgang zal worden geboekt in de onderhandelingen over een complexe overeenkomst inzake economisch partnerschap.

Canada is de op tien na grootste handelspartner van de Europese Unie en vertegenwoordigt 1,7 procent van de totale buitenlandse handel van de Unie. Bovendien is de Europese Unie de op een na grootste investeerder in Canada, terwijl Canada de op drie na grootste investeerder in de Europese Unie is.

In 2008 bedroeg het totale goederenvolume bijna 50 miljard euro, terwijl de diensten 20,8 miljard euro vertegenwoordigden. De liberalisering van goederen en diensten tussen de Europese Unie en Canada en de grotere markttoegang zullen ons in de gelegenheid stellen de bilaterale handel te versterken en te verdiepen, wat ongetwijfeld gunstige gevolgen zal hebben voor zowel de Europese als de Canadese economie.

 
  
MPphoto
 

  Jan Březina (PPE). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, dames en heren, het gemeenschappelijk visumbeleid van de EU staat momenteel voor een tweesprong. Ik heb het over de nu reeds tien maanden in Canada geldende visumplicht voor burgers van de Tsjechische Republiek. Canada heeft met zijn eenzijdige maatregel jegens de Tsjechische Republiek de instellingen van de Europese Unie die bevoegd zijn voor het gemeenschappelijk visumbeleid, op volstrekt onaanvaardbare wijze het nakijken gegeven. De rechten van de burgers van een Europese lidstaat alsook het prestige van de instellingen van de EU die er de hoeders van zijn, staan momenteel onder druk. Deze ongeziene stap van de Canadese regering jegens een lidstaat van de Europese Unie is een ware lakmoesproef voor de onderlinge solidariteit in de EU.

De burgers van de Tsjechische Republiek vertrouwen erop dat de Europese Commissie zich met verve op haar rol van verdediger en vertegenwoordiger van een Europese lidstaat en haar rechtmatige belangen storten zal. De aanstaande top EU-Canada is daar een uitgelezen gelegenheid toe. De hele visumkwestie dient daar een van de agendapunten te zijn. Het is de allerhoogste tijd dat alles in het werk wordt gesteld om in deze reeds lang voortslepende zaak tot een doorbraak te komen. Het doet mij deugd dat de Europese Unie in oktober 2009 een verslag heeft uitgebracht waarin zij Canada opriep om een visumloket te openen in Praag en een tijdspad af te kondigen voor de afschaffing van de visumplicht. Canada heeft weliswaar inmiddels voldaan aan de eerste voorwaarde, maar in de verste verte nog niet aan de tweede. De Europese Commissie, noch de Raad mogen zich bij deze gang van zaken neerleggen. De druk op Canada mag dus niet worden verminderd, maar moet juist worden opgevoerd. Ik doe dan ook een oproep aan de Europese Commissie om zich daadwerkelijk aan haar toezegging te houden om ingeval van onvoldoende vooruitgang tegenmaatregelen als invoering van de visumplicht voor Canadese ambtenaren en diplomaten voor te stellen.

De huidige impasse moet al met al, koste wat het kost, doorbroken worden. De Tsjechische burgers verwachten echt heel wat anders van de EU-organen dan zoete beloftes en medelevende sussende woordjes. Zij verwachten concrete, doelgerichte stappen. De bal ligt nu bij de Europese Commissie en dan met name bij haar voorzitter, de heer Barroso, die tijdens de top de belangrijkste tegenspeler zijn zal van de Canadese premier. Indien we de Canadese regering niet zelfbewust en met daadkracht tegemoet treden, zullen al onze inspanningen elk doel missen en zal het vertrouwen van de Europese burgers in de Europese instellingen ernstige deuken oplopen. Alle woorden over Europese solidariteit zullen dan voortaan vergeefs zijn.

 
  
MPphoto
 

  Othmar Karas (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, geachte afgevaardigden, als lid van de Delegatie voor de betrekkingen met Canada wil ik erop wijzen dat Canada en de EU vele waarden gemeen hebben. Deze gemeenschappelijke waarden vormen de grondslag; zij zijn van fundamentele betekenis voor de inrichting van onze maatschappijen. We zouden die grondslag moeten gebruiken om samen verantwoordelijkheid te dragen voor de totstandkoming van nieuwe randvoorwaarden in de wereldpolitiek. De nauwe historische en culturele banden, evenals het respect voor multilateralisme, ook waar dit het handvest van de Verenigde Naties betreft, liggen aan dit partnerschap ten grondslag. We moeten de onderlinge betrekkingen op allerlei niveaus versterken, en vanzelfsprekend ook op politiek niveau.

Als we vandaag deze overeenkomst bespreken, doen we dat voor het eerst op basis van het nieuwe Verdrag. Daar dient de Commissie zich bewust van te zijn. Transparantie, samenwerking en betrokkenheid van het Parlement zijn voorwaarden voor een succesvol besluitvormingsproces rond deze overeenkomst. We hebben het hier over twee belangrijke thema's gehad. De eenzijdige visumregeling ten aanzien van onze Tsjechische burgers is onaanvaardbaar en moet van tafel. De Canadese kritiek op de strenge regels voor de handel in robbenproducten maakt duidelijk dat niet wij, maar Canada zijn standpunt moet bijstellen.

Maar de overeenkomst met Canada heeft ook tot doel een sterkere zone tot stand brengen dat de vrijhandelszone van de NAFTA. Daarbij gaat het niet alleen om economische samenwerking, maar ook om een duidelijk signaal tegen protectionisme. Het is een heuglijk toeval dat de top EU-Canada op dezelfde dag plaatsvindt als de toespraak van Joe Biden tot het Europees Parlement in Brussel. Wij vinden een doeltreffende en professionele samenwerking met beide landen van Noord-Amerika namelijk van belang en we willen gezamenlijk een grotere verantwoordelijkheid in de wereldpolitiek willen dragen.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Barones Ashton, ik zou u erop willen wijzen dat een succesvolle ratificatie van de overeenkomst tussen de EU en Canada staat of valt met de afschaffing van de eenzijdige visumplicht voor Tsjechië, Roemenië en Bulgarije, omdat daarmee een onaanvaardbare vorm van tweederangs EU-burgerschap is gecreëerd. Als Canada zijn belofte om zijn al te soepel asielbeleid aan te scherpen – wat een voorwaarde is voor de afschaffing van de visumplicht – niet nakomt, dan staan niet alleen solidaire lidstaten, maar ook talrijke leden van het Europees Parlement volledig in hun recht als zij de ratificatie blokkeren. Mevrouw Ashton, kunt u mij zeggen of u Canada erop gewezen heeft dat het onacceptabel is dat het zijn gulle en tot misbruik aanzettende asielwet pas in 2013 beoogt aan te scherpen en dat het deze wet zo snel mogelijk dient te wijzigen, mede met het oog op de in de nieuwe economische overeenkomst genoemde gedeelde waarden en goede economische betrekkingen met de Europese Unie en de bijbehorende, eveneens in de overeenkomst neer te leggen regels en voorwaarden daarvoor? Mevrouw de vicevoorzitter, beschouwt ook u de kwestie van een vroegere wetswijziging als een prioriteit voor de top met Canada over twee weken, opdat de visumplicht kan worden afgeschaft voordat de overeenkomst met Canada wordt ondertekend? Zo niet, realiseert u zich dan het grote gevaar dat een dergelijk belangwekkende overeenkomst het hier in het Europees Parlement wellicht niet halen zal, omdat wij de Canadese houding jegens drie Europese lidstaten weigeren te aanvaarden?

Geachte collega's, ik zou u namens miljoenen medeburgers hartelijk willen bedanken voor uw solidariteit en ben zeer verheugd over het feit dat onze gezamenlijke ontwerpresolutie, waarover we in Brussel stemmen zullen, een duidelijke oproep bevat tot wijziging van het Canadese asielstelsel en een zo spoedig mogelijke afschaffing van de visumplicht voor niet minder dan bijna 50 miljoen Europese burgers.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de hoge vertegenwoordiger, dames en heren, ik denk dat de discussie en het debat in dit Parlement het optreden van het Parlement met het oog op de top in mei veel kracht hebben bijgezet.

Er zijn geen twijfels over de ideeën die iedereen naar voren heeft gebracht: het belang van de betrekkingen met Canada, het belang van het partnerschap, de gedeelde waarden met een groot democratisch land waarmee wij om strategisch redenen moeten samenwerken.

Er zijn echter enkele kwesties aan de orde gesteld die u mijns inziens, uitgaande van het mandaat dat u van dit Parlement heeft gekregen, absoluut moet aanpakken en indien mogelijk oplossen, omdat uiteindelijk de resultaten tellen en niet de strijd die je ervoor levert.

Ten eerste moet worden aangedrongen op het wederkerigheidsbeginsel met betrekking tot het recht op vrij verkeer van Canadese en Europese burgers. Ik ben geen Tsjech, geen Roemeen en ook geen Bulgaar – en enkele Roemeense collega’s hebben hierover voor mij al het woord gevoerd – maar als Europees burger voel ik toch dat mijn rechten net zozeer worden geschonden als andere Europese burgers zich niet vrij kunnen bewegen in Canada. Ik praat snel omdat u mij wel begrijpt, mijnheer de Voorzitter, maar u wilt geloof ik dat ik het nogmaals herhaal voor de vertolking – ik vind dus dat mijn rechten evenzeer worden geschonden als burgers uit andere Europese landen zich niet vrij kunnen bewegen in Canada, terwijl Canadese burgers zich wel vrij kunnen bewegen in alle Europese landen.

Dan nog iets over de afslachting van zeehonden. Wij worden altijd diep getroffen als televisieprogramma’s of journalistieke onderzoeken de wrede, gemene praktijken laten zien bij bepaalde vormen van zeehondenjacht. In dit Parlement hebben wij de mogelijkheid om onze mening te uiten en ik denk dat wij emotie en commotie moeten omzetten in actie.

Onze relatie met een groot democratisch land als Canada moet ons ook de mogelijkheid bieden problemen aan de orde te stellen of om moratoria te verzoeken. Ik wil barones Ashton bedanken voor hetgeen zij zal ondernemen en het verslag dat zij daarover zal uitbrengen bij het Parlement, te beginnen met de top in mei.

 
  
MPphoto
 

  Olga Sehnalová (S&D). - (CS) Mevrouw de vicevoorzitter van de Commissie, geachte collega’s, ik zou graag in verband met de komende top EU-Canada opnieuw een van de basisbeginselen van de Europese Unie in herinnering willen roepen, namelijk het beginsel van onderlinge solidariteit. Indien de Unie geloofwaardig wil zijn in de ogen van de burger, dient dit beginsel onder alle omstandigheden geëerbiedigd te worden. Ook wanneer het om een probleem van slechts een enkele lidstaat gaat. Zoals reeds eerder gezegd, heeft Canada in juli 2009 een visumplicht ingevoerd voor de burgers van de Tsjechische Republiek. Op verzoek van de Tsjechische Republiek werd deze visumkwestie officieel op de agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van februari gezet. Roemenie, Bulgarije, Hongarije en Slowakije spraken tijdens deze Raad hun solidariteit uit met de Tsjechische Republiek. Het Spaanse voorzitterschap en ook de Commissie schaarden zich onomwonden achter de Tsjechische Republiek. Desondanks ligt er nu, zelfs na de bijeenkomsten van de deskundigengroepen, geen concrete oplossing in het verschiet. Ondertussen tikt de tijd verder, wat allesbehalve in het voordeel werkt van de EU en haar burgers. Het lange wachten op de nieuwe Canadese asielwet, die de voorwaarde is voor de opheffing van de visumplicht en op z’n vroegst in 2013 of misschien zelfs nog later zal komen, is voor de burgers van de EU en de Tsjechische Republiek onverteerbaar. Zij verwachten hier dan ook een daadwerkelijke helpende hand van de Europese Unie. We hebben het regelmatig over de vertrouwenscrisis van de burger ten aanzien van de Europese instellingen. Het is niet zo moeilijk om ook in deze kwestie, waar solidariteit helaas ver zoek is, een oorzaak daarvoor te vinden.

 
  
MPphoto
 

  Chris Davies (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik hoop dat de hoge vertegenwoordiger de Canadezen zal feliciteren met hun diplomatieke capaciteiten, want zij kunnen ons nog wat leren. Tijdens de recente conferentie over de handel in bedreigde planten- en diersoorten (CITES) speelden ze onder één hoedje met hun Japanse bondgenoten om onze poging tot invoering van een handelsverbod op blauwvintonijn te verijdelen.

Die CITES-conferentie deed maar al te veel denken aan de conferentie over klimaatverandering in Kopenhagen, waar het standpunt van de EU onduidelijk was. Wij besteedden veel tijd aan onderlinge discussies, in plaats van dag in dag uit met anderen te spreken, en uiteindelijk kregen we er flink van langs.

Japan en zijn Canadese bondgenoten waren al maandenlang tevoren bezig geweest hun rondes te draaien, vrienden te maken en hier en daar een stukje invloed te kopen om de stemmen binnen te halen die ze nodig hadden om het door hen gewenste resultaat te behalen. Wij lieten uiteindelijk een onsamenhangende, ongeorganiseerde en zwakke indruk na.

De commissaris voor Milieu heeft gezegd dat dit nooit meer mag gebeuren. Hij is vastbesloten hier verandering in te brengen. Dit soort conferenties vindt echter voortdurend over de hele wereld plaats en we moeten erop toezien dat we de diplomatieke capaciteiten van de Europese Unie versterken en een vooruitziende strategie hebben, dat we onze middelen effectief inzetten en ermee stoppen onder onze krachten te werken.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag de aandacht voor een netelige kwestie in deze onderhandelingen, te weten de eerbiediging van de intellectuele-eigendomsrechten. Als we de kritiek van rechtsgeleerden uit Canada of ook uit Harvard mogen geloven, komt de geplande overeenkomst neer op een algehele herziening van de Canadese wetgeving op het gebied van auteurs-, octrooi- en merkenrecht.

Enerzijds voelen de Canadezen dat hun soevereiniteit en hun recht om over hun eigen intellectuele kapitaal te beschikken, aan banden worden gelegd, maar anderzijds zijn natuurlijk strikte voorschriften om illegaal kopiëren te voorkomen en audiovisuele producten zoals film beter te beschermen, van het grootste belang.

In mijn ogen zou de eerbiediging van intellectuele-eigendomsrechten vooral ook tot het internet uitgebreid moeten worden, omdat intellectuele eigendom op internet niet kan worden beschermd zonder internationale verdragen. Ik ben ook voorstander van een uitdrukkelijk verbod op het maken van camcorderopnames bij filmvertoningen. Daar zou men de Canadezen voor moeten winnen, al dient daarvoor wel een middenweg gevonden te worden: wél bescherming van intellectuele eigendom, geen algehele bewaking van en vervolging op het internet.

Daarnaast dienen we er ons natuurlijk van bewust te zijn dat Canada een andere rechtstraditie en ook een ander rechtsstelsel heeft. Al met al een steenachtig terrein. Ik hoop dat we er een goede weg doorheen weten te vinden.

 
  
MPphoto
 

  Paul Rübig (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, barones Ashton, geachte afgevaardigden, het voornaamste is dat we ons voor het midden- en kleinbedrijf inspannen, zeker in tijden van crisis. In deze sector is tweederde van de beroepsbevolking werkzaam en wordt 80 procent van de belastinginkomsten gegenereerd. Daarom is het van het grootste belang dat openbare aanbestedingen zo toegesneden worden, dat kleine en middelgrote bedrijven kans maken een overheidsopdracht in de wacht te slepen. Natuurlijk horen ook de technische voorschriften, de zogenaamde trade facilitation, in deze overeenkomst voldoende aandacht te krijgen. Mijn vraag is of met de WTO is afgesproken om bij deze vrijhandelsovereenkomst al rekening te houden met de fundamentele beginselen voor de Doha-onderhandelingen.

 
  
MPphoto
 

  Silvia-Adriana Ţicău (S&D).(RO) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, het vliegverkeer is van vitaal belang om de Europese Unie en Canada dichter bij elkaar te brengen via de vergemakkelijking van het goederen- en reizigersvervoer. De overeenkomst tussen de EU en Canada inzake luchtvervoer, die werd ondertekend op 18 december 2009, en de overeenkomst inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart, die werd ondertekend op 6 mei 2009 in Praag, zijn twee belangrijk elementen in de trans-Atlantische dialoog tussen de Europese Unie en Canada. De eerste overeenkomst wordt voorlopig ten uitvoer gelegd en zal na ratificatie in werking treden. De Raad heeft in dat verband nog geen kennisgeving ontvangen.

De tweede overeenkomst wordt niet voorlopig ten uitvoer gelegd. De Raad moet het voorstel voor een besluit van de Raad en de tekst van de overeenkomst naar het Europees Parlement sturen voor advies.

Gezien het belang van het luchtvervoer voor de samenwerking tussen de Europese Unie en Canada wil ik u, vicevoorzitter, vragen wanneer de beide overeenkomsten tussen de Europese Unie en Canada echt in werking kunnen treden.

 
  
MPphoto
 

  Fiona Hall (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, Canada is een nauwe bondgenoot, maar de EU moet ook een kritische vriend zijn als dat nodig is. De prestaties van Canada op het gebied van klimaatverandering zijn slecht en tijdens de onderhandelingen in Kopenhagen pleegde Canada obstructie. Vooral de teerzandindustrie geeft reden tot zorg, zoals de heer Arsenis opmerkte. Voor het winnen van olie uit teerzand is veel meer energie nodig dan voor het produceren van olie uit andere bronnen, en bovendien is het zeer verontreinigend voor het plaatselijke milieu.

Daar de Canadese regering momenteel haar uiterste best doet om de Commissie over te halen haar benadering van de koolstofmeting bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn brandstofkwaliteit af te zwakken, wil ik de hoge vertegenwoordiger vragen of zij de kwestie van teerzand in de besprekingen tijdens de top aan de orde zal stellen.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie en hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit was een bijzonder nuttig en waardevol debat voor de voorbereiding van de top. De geachte leden hebben een groot aantal uiteenlopende onderwerpen aangekaart en ik zal er in ieder geval voor zorgen dat de twee voorzitters – de voorzitter van de Commissie en de voorzitter van de Raad – die de Europese Unie uiteraard tijdens de top zullen leiden, er volledig van op de hoogte worden gebracht.

Ik ben zeer dankbaar voor de behulpzame informatie die de leden van het Parlement mij hebben gegeven en voor de vragen die zij hebben gesteld over zaken die ik eerlijk gezegd niet zo goed ken – zoals het luchtvervoer – en die ik voor hen zal moeten uitzoeken.

Ik wil graag ingaan op twee of drie van de belangrijkste kwesties die naar voren zijn gebracht. Algemeen lijken de geachte leden binnen deze context van mening te zijn dat dit belangrijke betrekkingen zijn. Een aantal van de frustraties die ik in het Parlement voelde, kwam misschien voort uit het feit dat we het belang van Canada en het belang van onze gemeenschappelijke waarden erkennen. Ik heb dan ook volledig begrip voor de frustraties van de leden uit de landen die getroffen worden door de visumkwestie.

Ik begin met de handel, want in veel bijdragen ging daar bijzondere aandacht naar uit. Terecht streven wij naar een ambitieuze handelsovereenkomst. Dit zal niet eenvoudig zijn, en vanaf het allereerste begin – en ik was degene die de handelsonderhandelingen op gang bracht – zagen we in dat dit, vanwege de bijzondere belangen van de EU en Canada, nooit gemakkelijke onderhandelingen zouden zijn. We moeten echter aan beide kanten zeer ambitieus zijn.

Eén voorbeeld is intellectuele-eigendomsrechten. Voor mij is zeer belangrijk dat Canada zorgt voor de invoering van een gepast systeem. Ik weet dat Canada daar mee bezig is en dat de besprekingen en de onderhandelingsronden tot nu toe bijzonder positief en opbouwend zijn geweest en er schot in de zaak zit.

Ik ben het ermee eens dat we de Commissie internationale handel volledig op de hoogte moeten houden en, zoals de heer Bradbourn zei, degenen die speciaal belang hebben bij Canada moeten daar ook duidelijk in betrokken worden. Er komt een effectbeoordeling; daar wordt op dit moment al aan gewerkt, en uiteraard zal het Parlement zijn rol spelen als het ja of nee tegen de overeenkomst moet zeggen zodra deze op tafel ligt. Er zal daarin een heel duidelijke en belangrijke rol voor het Parlement zijn weggelegd.

Daar wil ik slechts nog twee punten aan toevoegen. Ten eerste zal een goede handelsovereenkomst onze burgers tot voordeel strekken. Daar is de overeenkomst ook voor bedoeld. Ze moet ervoor zorgen dat er voor consumenten meer keuzes en voor werknemers meer kansen komen. We moeten ervoor zorgen dat al onze handelsovereenkomsten werkelijke kansen in de gehele Europese Unie bieden.

Wat betreft het midden- en kleinbedrijf, dat ook ik zeer belangrijk vind, herinner ik me dat ik ooit statistieken heb gelezen waaruit bleek dat slechts acht procent van ons midden- en kleinbedrijf echt handel drijft en slechts drie procent handel met landen buiten de Europese Unie drijft. Ik vond dat uitermate interessant en het is mij bijgebleven.

Ik heb altijd het gevoel gehad – en heb dat nog steeds – dat indien we die cijfers kunnen verhogen en kansen kunnen bieden – en plaatsing van overheidsopdrachten kan inderdaad een van de gebieden zijn waarop dat kan – er een mogelijkheid is dat ons midden- en kleinbedrijf in beide richtingen er baat bij heeft.

Enkele leden hebben gesproken over het Noordpoolgebied. We hebben daarover recentelijk besprekingen in het Parlement gevoerd. Inderdaad is dit een zeer belangrijke kwestie, niet in het minst omdat deze verband houdt met een andere belangrijke kwestie die ik naar voren wilde brengen voordat ik het over visa ga hebben, namelijk klimaatverandering.

Inderdaad behoorde ons inziens Canada tot de groep landen die ervoor zorgen dat wij tijdens de onderhandelingen in Kopenhagen niet ver genoeg kwamen. We kunnen verder over Kopenhagen debatteren – en in andere gesprekken met de daarvoor verantwoordelijke commissaris zullen daar ongetwijfeld gelegenheden toe zijn. Interessant was echter te horen dat de Canadese regering in de troonrede op 3 maart verklaarde de overeenkomst over de klimaatverandering in Kopenhagen volledig te steunen. Dat is beduidend, en we willen dan ook binnen de context van de top Canada ertoe aanzetten ambitieus te zijn, met name door zijn mitigatiedoelstelling voor 2020 te verhogen.

De internationale koolstofmarkt speelt een rol van doorslaggevend belang in het verschuiven van investeringen naar een koolstofarme economie. Een van de dingen die we in onze bilaterale betrekkingen kunnen doen, is aandringen op die strategische kwesties van de investeringen, de groene technologie en de samenwerking. Daarmee kunnen wij steun geven aan de maatregelen die genomen moeten worden om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen.

Het laatste punt – er waren er nog veel meer, maar ik wilde slechts drie punten eruit lichten – betreft de hele kwestie van visa, waar ik natuurlijk op in wilde gaan. Dit is een bijzonder belangrijke kwestie en, zoals de lidstaten via hun gekozen leden hier in het Parlement hebben opgemerkt, zijn er drie lidstaten die hier werkelijk door worden getroffen.

Er wordt momenteel hard gewerkt om deze kwestie op te lossen. We hebben veel met Canada gesproken. Veel van de vraagstukken zijn bekend en er zijn vraagstukken waarvoor Canada een oplossing moet vinden met wetgeving, waar het in de toekomst voor moet zorgen. Dit punt is volkomen terecht door de geachte leden aangekaart en het zal deel uitmaken van de besprekingen.

De tweede vergadering van de werkgroep van deskundigen vond plaats in Praag. Toen is gekeken naar de kwesties die vooral relevant zijn voor de Tsjechische Republiek. De werkzaamheden zijn gefaciliteerd door de Commissie en de Commissie is er dus volledig bij betrokken.

Ik heb goede nota genomen van de frustratie van degenen die stelden dat er sneller en harder moest worden gewerkt om dit probleem aan te pakken. Ik zal dit meenemen uit deze vergadering. Wij mogen daarbij niet uit het oog verliezen wat het belangrijkste punt hierbij is, namelijk dat dit geen bilaterale kwestie is, maar een kwestie tussen de Europese Unie en Canada. Daarom moeten wij dit ook als zodanig aanpakken.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt tijdens de eerste vergaderperiode van mei plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Sebastian Valentin Bodu (PPE), schriftelijk.(RO) Op het ogenblik kunnen 39 miljoen Europese burgers uit Roemenië, Tsjechië en Bulgarije niet naar Canada reizen zonder visum. Meer dan de helft van hen – 22 miljoen – zijn Roemenen. Handhaving van de visumplicht voor reizen naar Canada voor sommigen van ons schept een onhoudbare situatie, omdat zij tot twee klassen van Europese burgers leidt. Het vrije verkeer van Europese burgers moet op eenduidige, gemeenschappelijke basis worden behandeld; de visumkwestie betreft de betrekkingen tussen de EU en Canada, niet de bilaterale betrekkingen tussen Canada en de respectieve lidstaten.

In het geval van Roemenië is het aantal afgewezen visumaanvragen van Roemeense staatsburgers tussen 2004 en 2008 gedaald van 16 naar 5 procent. Er wonen ongeveer 200 000 Roemenen in Canada, van wie sommigen het land zijn binnengekomen via de officiële immigratieregelingen van de Canadese staat. Dit is een van de redenen voor het grote aantal visumaanvragen. De visa zijn als onderwerp op de agenda van de Top EU-Canada gezet door het Europees Parlement.

De EU moet zich op het standpunt stellen dat zij een beroep doet op de solidariteitsclausule als het probleem eind 2010 niet is opgelost. Visumontheffing voor lidstaten zou het eerste succes kunnen zijn van de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (S&D), schriftelijk.(RO) Ik denk dat een van de meest dringende onderwerpen op de agenda van de Top EU-Canada, die op 5 mei in Brussel wordt gehouden, visumontheffing voor alle Europese burgers moet zijn. Deze moet zijn gebaseerd op wederkerigheid en een eind maken aan de bestaande discriminatie waardoor Roemenen, Bulgaren en Tsjechen niet zonder visum Canada kunnen bezoeken.

Deze situatie is des te vreemder omdat de Canadese autoriteiten vorig jaar wel voor burgers van Kroatië, een land dat nog in onderhandeling is over toetreding tot de EU, de visumplicht voor een kort verblijf in Canada heeft opgeheven. Roemenië heeft de laatste paar jaren aanzienlijke vooruitgang geboekt, ook bij een aantal belangrijke criteria voor opheffing van de visumplicht. Het percentage afgewezen visumaanvragen, het percentage overschrijdingen van de toegestane verblijfsduur en het aantal asielaanvragen nemen gestaag af.

Daarom zou visumontheffing een afspiegeling van deze ontwikkeling zijn, nog afgezien van het feit dat gelijke behandeling van Europese en Canadese burgers het wederzijds vertrouwen zou versterken.

 
  
 

(De vergadering wordt kortstondig onderbroken)

 
  
  

VOORZITTER: STAVROS LAMBRINIDIS
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid