De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie: Lering uit het kernongeval in Japan voor de veiligheid van de kernenergie in Europa.
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik wil allereerst graag uitdrukking geven aan mijn vreugde over het feit dat we het vorige maand aangevangen debat voortzetten. Dat toont enerzijds de ernst van de zaak aan, en anderzijds geeft het aan dat onze instellingen, naast alle emotionele reacties die de nog altijd uiterst precaire situatie in Japan bij ons allen oproept, terzake met de nodige omzichtigheid willen optreden. Tegelijkertijd wil ik opnieuw bevestigen dat we bereid zijn om permanente en concrete steun te verlenen aan het Japanse volk, zowel in de vorm van humanitaire hulp als via nucleaire deskundige begeleiding. De Europese Raad heeft dat op 25 maart duidelijk te kennen gegeven.
Verder wil ik erop wijzen dat het Hongaarse voorzitterschap onverwijld heeft gereageerd op de Japanse ramp, met name met betrekking tot werkzaamheden betreffende kernenergierisico’s. Laat ik maar gelijk in het begin een einde maken aan de misvattingen die in de publieke opinie in verband met nucleaire veiligheid zouden kunnen ontstaan, met name dat de EU zich nu pas, naar aanleiding van een externe crisissituatie, het belang van dit onderwerp realiseert. Dat is een schromelijke vergissing, enerzijds omdat er in Europa in feite al meer dan 25 jaar een juridisch afdwingbaar kader op dit vlak van kracht is dat voortdurend door ons wordt aangepast, laatst bijvoorbeeld door middel van de nucleaire veiligheidsrichtlijn uit 2009. Anderzijds ook omdat nucleaire veiligheid een permanent proces is, waarbij we de voorschriften geleidelijk aan perfectioneren, lering trekken uit gebeurtenissen zoals die in Fukushima, en de actuele veiligheid van de centrales regelmatig controleren. De Europese Raad heeft in maart ook daadwerkelijk bevestigd dat de EU zich in haar reactie moet richten op het garanderen van veiligheid ter plekke in combinatie met perfectionering van het regelgevingskader. Eén aspect van die meervoudige respons van de EU betreft een alomvattende risico- en veiligheidsbeoordeling van de Europese kerncentrales, dat wil zeggen de kwestie van de zogenaamde stresstests.
Het toepassingsbereik daarvan en de betreffende praktische maatregelen moeten met inachtneming van de recente gebeurtenissen met volledige gebruikmaking van de beschikbare specialistische kennis worden ontwikkeld. De Europese regulators voor nucleaire veiligheid en hun leden, de onafhankelijke nationale regelgevende instanties, moeten uiterlijk medio mei de vermelde praktische maatregelen bepalen op grond waarvan waarschijnlijk tegen de zomer begonnen kan worden met de evaluatie daarvan. Een aantal lidstaten en nucleaire exploitanten heeft inmiddels besloten onderzoek te doen naar de veiligheid van de kerncentrales. De eerste conclusies zullen op grond hiervan dus al op het eind van het jaar kunnen worden getrokken en gepubliceerd. De beoordelingsautoriteiten zullen de resultaten van de stresstests derhalve zowel aan de bevolking als aan de Commissie meedelen.
Op grond van het laatstgenoemde verslag zal de Europese Raad voor het eind van het jaar de voorlopige resultaten evalueren. In het kader van het andere, dat wil zeggen regulerende, aspect heeft de Europese Raad de Commissie reeds verzocht om het bestaande wettelijke en regelgevingskader betreffende de veiligheid van kerncentrales te controleren, en om waar nodig een voorstel te doen voor perfectionering daarvan. Tegelijkertijd moeten we het lopende werk op het gebied van de rechtsregeling voortzetten en het voorstel voor een richtlijn inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval aannemen. Want de veiligheidsnormen moeten in elk geval zodanig worden bepaald dat ze zich uitstrekken tot de volledige levenscyclus van kerncentrales. Als derde stap moet ook de niet-EU-landen aan de buitengrenzen van de EU gevraagd worden om zich bij deze evaluatie aan te sluiten en strengere veiligheidseisen te hanteren.
De veiligheidsaspecten beperken zich natuurlijk niet tot het gebied van kernenergie. We mogen ten aanzien van geen enkele energiebron toelaten, hoe groot hun aandeel in de voorzieningszekerheid ook is, dat overwegingen om de voorziening te garanderen veiligheidsoogpunten inzake de menselijke gezondheid of de bescherming van het milieu naar de achtergrond verdringen. Zoals u weet moet verder de bestaande situatie in Europa in aanmerking worden genomen, namelijk dat het brandstofverbruik van de lidstaten op verschillende mixen is gebaseerd. Iedereen mag dus vrijelijk beslissen over zijn brandstofmix. Dat zal ook een tijd zo blijven, aangezien de keuze van die brandstofmix onder de bevoegdheid van de lidstaten valt. Maar dit weerhoudt ons er niet van om op het gebied van gemeenschappelijke doelstellingen de totstandbrenging van een gemeenschappelijk energiebeleid dichterbij te brengen.
Dit jaar beginnen we bijvoorbeeld met een onderzoek van de energie 2050-routekaart. In het kader daarvan beoordelen we in hoeverre de afzonderlijke energiebronnen eraan moeten bijdragen dat de klimaatdoelstellingen worden behaald; daarnaast moeten we voldoen aan onze doelstellingen op het gebied van energiebeleid, voorzieningszekerheid, duurzaamheid en concurrentievermogen. Naast de vrijheid van keuze van de brandstofmix resulteren de verdieping van de interne markt en de steeds nauwere betrekkingen in een toenemende vervlechting van het energiebeleid en de keuze van energiebronnen van de lidstaten. Dienovereenkomstig dient ook een gemeenschappelijk toekomstbeeld ontwikkeld te worden over de gevolgen van onze energiemaatregelenvoor investeringen, energieprijzen en regelgeving.
Aangezien kernenergie momenteel 30 procent van de energieproductie van Europa bedraagt, betekent dat ook dat geen van de 14 lidstaten die voor kernenergie kiezen het zich kan veroorloven om zijn kerncentrales onmiddellijk te sluiten zonder eerst met de andere lidstaten te overleggen en in het kader daarvan zowel mogelijke alternatieve energiebronnen als de aspecten van het net te onderzoeken. Daartoe wil het voorzitterschap ter gelegenheid van de informele vergadering van de ministers van energie in mei, een gedetailleerde gedachtenwisseling houden voor een oplossing voor de desbetreffende problemen. Ten slotte maar niet in het minst is het belangrijk dat we ook de bevolking op de hoogte stellen van de onderliggende veronderstellingen en zowel voor- als nadelen van de gekozen energiebronnen. Ik weet zeker dat we daar ook met het debat van vandaag aan kunnen bijdragen. Mijn hartelijke dank, mijnheer de Voorzitter.
Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Győri, dames en heren, de verschrikkelijke aardbeving van 11 maart, de daaropvolgende tsunami, het ongeval in de kerncentrale dat aanzienlijke schade aan de verschillende reactorblokken veroorzaakte, en het feit dat het einde van het proces om de schade te herstellen en de risico's in te dammen, niet in zicht is, aangezien de kerncentrale nog altijd niet onder controle is, zelfs al wordt de modernste technologie gebruikt, zijn allemaal dingen die ons zorgen baren met het oog op de veiligheid en de energiesector in de Europese Unie en daarbuiten. Daarom hebben we al op 11 maart een groep op hoog niveau, bestaande uit ministers en vertegenwoordigers van de nationale regeringen, vertegenwoordigers van bedrijven die kerncentrales bouwen en vertegenwoordigers van de energiesector, uitgenodigd om op 15 maart een vergadering bij te wonen. Op 21 maart hebben we in de Energieraad de Europese Raad voorbereid, die uiteindelijk op 25 maart de Commissie en de nationale nucleaireveiligheidsautoriteiten de opdracht heeft gegeven om een buitengewone bestendigheidsproef en een grondige controle van de veiligheid uit te voeren om de hoogst mogelijke veiligheidsnormen te verzekeren. Sindsdien werken we aan testcriteria.
Het directoraat-generaal, ikzelf en de regelgevende autoriteiten zijn momenteel een lijst testcriteria aan het voorbereiden, die aan u en het publiek zal worden voorgelegd alvorens hij wordt vastgesteld. Daarbij gaat het enerzijds om de gevolgtrekkingen met betrekking tot het gevaar dat kerncentrales in de Europese Unie lopen door aardbevingen of overstromingen, met name langs de Atlantische Oceaan, en anderzijds om de gevolgtrekkingen met betrekking tot de kerncentrales zelf, met andere woorden om de vraag hoe koelsystemen, stroomvoorziening en noodaggregaten beveiligd kunnen worden. Andere te controleren factoren zijn terroristische aanslagen, cyberaanvallen en vliegtuigen die op centrales neerstorten.
We gaan ervan uit dat de besprekingen en het besluitvormingsproces medio mei, tijdens de plenaire vergadering van Ensreg – de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid – zullen kunnen worden afgerond en dat tegen het einde van het jaar een grondige controle kan plaatsvinden die ten doel heeft om de hoogste veiligheidsnormen te garanderen in de 143 kerncentrales in de Europese Unie. We hebben contact opgenomen met de regering van de Russische Federatie en van Oekraïne, en in de komende dagen zullen we ook contact opnemen met Zwitserland en Armenië, en verder met landen die van plan zijn om kerncentrales te bouwen, zoals Turkije en Wit-Rusland, om ervoor te zorgen dat de hoogste veiligheidsnormen en controlecriteria voor veiligheidstests ook worden toegepast in de landen die aan de EU grenzen.
We weten dat de energiemix en bijgevolg ook de energietechnologie, kerncentrales en andere technologieën de bevoegdheid van de lidstaten zijn. In de voorbije dagen is gebleken dat de lidstaten die bevoegdheid niet uit handen willen geven. Met andere woorden: op basis van de geldende verdragen en rechtsgrondslagen lijkt het momenteel niet realistisch om het besluit over nucleaire energie op Europees niveau te nemen. De veiligheidstest, waar iedereen aan deel moet nemen, lijkt me, gelet op de nagestreefde hoogste normen, echter de gemeenschappelijke basis voor alle lidstaten, ongeacht of ze al dan niet kernenergie opwekken. Frankrijk haalt 76 procent van zijn elektriciteit uit nucleaire energie, Oostenrijk 0 procent. 14 landen maken gebruik van nucleaire energie, 13 niet. Duitsland onderzoekt momenteel de beperking van de levensduur van zijn kerncentrales, Italië denkt erover na om bijkomende kerncentrales te bouwen en Polen overweegt er voor het eerst een te bouwen.
We hechten niet alleen groot belang aan de uitvoering van de bestendigheidsproeven, maar ook aan de omzetting van de richtlijn inzake nucleaire veiligheid in nationaal recht tegen juli van dit jaar. Wij waren van plan om de richtlijn inzake nucleaire veiligheid die door het Parlement en de Raad is vastgesteld en die in nationaal recht moet worden omgezet, in 2014 te evalueren. Nu willen wij dat eerder doen. Al tegen het einde van dit jaar willen wij u op de hoogte brengen van verdere overwegingen met betrekking tot een versterking van de richtlijn, want momenteel betreft de richtlijn, naast andere elementen, in de eerste plaats formele bevoegdheden en de instanties die in het leven moeten worden geroepen.
Ik zou ook de voorstellen inzake nucleair afval willen vermelden, die door de Commissie zijn voorgelegd en momenteel in het Parlement en de Raad worden besproken. Zij zullen ook bijdragen tot gemeenschappelijke maatregelen om de grootst mogelijke veiligheid te garanderen. We weten dat de bestendigheidsproef ertoe zal leiden dat de lidstaten hun eigen conclusies trekken. Ik vertrouw echter op het effect dat de realiteit in dit geval zal sorteren. Ik vertrouw erop dat de lidstaten de beoordeling van de veiligheid, de normen en de door de deskundigen voorgestelde noodzakelijke maatregelen ter harte zullen nemen en in hun land en hun kerncentrales zullen toepassen. Medio mei zullen we u ervan op de hoogte brengen wanneer we u het ontwerp voor de bestendigheidsproef en de op het niveau van werkgroepen opgestelde beoordelingscriteria denken te zullen kunnen voorleggen.
Corien Wortmann-Kool, namens de PPE-Fractie. – Namens mijn fractie wil ik graag commissaris Oettinger danken dat hij meteen actief aan de slag is gegaan met het vraagstuk van de nucleaire veiligheid, nadat de ramp in Japan plaatsvond. Dat is van groot belang voor de veiligheid van onze burgers, want de kernramp in Japan maakt duidelijk dat het noodzakelijk is om onze regels voor nucleaire veiligheid te herzien.
Daar ligt een belangrijke taak voor u, samen met de Raad, omdat wij in Europa afhankelijk van elkaar zijn als het gaat om de nucleaire veiligheid. Wij hebben een Europese stresstest nodig voor alle nucleaire installaties en de criteria moeten, zoals u zei, geharmoniseerd zijn. Op objectieve en transparante wijze, dus openbaar, moet er verslag gedaan worden van die stresstest, waarbij het hoogste veiligheidsniveau uitgangspunt moet zijn.
Voorzitter, ik hoop dat u samen met de lidstaten hard werkt aan die geharmoniseerde aanpak, zodat wij ervan op aan kunnen dat die hoogste veiligheidsnormen gehanteerd worden. En mocht een nucleaire installatie de stresstest niet goed doorstaan, zorgt u er dan voor, samen met de Raad, dat er commitment is dat die lidstaat meteen actie onderneemt. Dat kan ook zijn het tijdelijk stilleggen of zelfs het definitief sluiten van een kerncentrale. Het is daarbij belangrijk om ook de kerncentrales die over onze grenzen staan mee te nemen, want die zijn voor onze burgers soms nog belangrijker dan kerncentrales in Europa. Zorgt u daar dus goed voor.
Voorzitter, wij moeten weloverwogen handelen en de risico's goed bekijken. Want kernenergie is een bron van energie die wij niet zomaar kunnen opgeven, omdat zij voorziet in een groot deel van onze energiebehoefte en ook bijdraagt aan de vermindering van de CO2-uitstoot. Maar wij moeten ons wel herbezinnen op onze toekomst en hernieuwbare energiebronnen en ook de energie-efficiëntie ambitieus verder ontwikkelen.
Marita Ulvskog, namens de S&D-Fractie. – (SV) Mijnheer de Voorzitter, nucleaire energie verschilt van andere energiebronnen. Ze kan in extreem korte tijd extreme schade aanrichten aan landen, mensen en toekomstige generaties. Daarom ben ik blij dat er in het Europees Parlement een sterke en ruime eensgezindheid lijkt te bestaan met betrekking tot nucleaire energie en de veiligheidskwesties. Ik hoop dat die ook zal resulteren in duidelijke, brede en gezamenlijke besluiten.
Nucleaire energie kan niet worden gereguleerd en gecontroleerd op nationaal niveau alleen. Nucleaire energie kent geen nationale grenzen, maar ook geen Europese grenzen. Daarom moeten de veiligheidsdiscussie en de veiligheidsinspanningen een enorm ruime agenda hebben. Tegen die achtergrond is het belangrijk dat we zo eensgezind mogelijk een besluit nemen en voor een keer buiten beschouwing laten dat we enigszins van mening verschillen met betrekking tot nucleaire energie. Hier gaat het om een gemeenschappelijk belang, op korte en op lange termijn: veiligheid.
Op lange termijn toont de situatie aan dat de toestand van onze huidige energievoorziening niet houdbaar is. Onze energiemix is onvoldoende gediversifieerd. Met betrekking tot de investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie moet de daad nu bij het woord worden gevoegd. Op het gebied van ons energiebeleid hebben we nu niets minder dan een paradigmawisseling nodig, maar dat is niet waar deze resolutie over moet gaan. Ze moet een nieuwe start vormen voor de omschakeling van onze energiestelsels in de richting van duurzame energie, en we moeten ons vanzelfsprekend voorbereiden op een strategie die stilaan een einde maakt aan kernenergie – in een aantal gevallen op korte termijn, in andere op wat langere of middellange tot lange termijn.
Lena Ek, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de tragische gebeurtenissen in Japan hebben niet alleen fouten en gebreken in Japanse kernreactoren aan het licht gebracht. Door de gebeurtenissen in Fukushima zijn er ook tekortkomingen aangetoond in het internationale stelsel van voorzorgsmaatregelen in kerncentrales. Veel Europeanen maken zich tegenwoordig zorgen over de veiligheid van kernenergie in Europa. Daarom zal de Europese Unie haar aanpak van de nucleaire veiligheidskwestie uitgebreid moeten herzien.
De stresstests die de Raad heeft voorgesteld, zijn volgens de liberalen en democraten te zwak. We moeten niet alleen de technologische en geografische aspecten toetsen, maar ook de gehele veiligheidscultuur en de paraatheid om te reageren op zeer gevarieerde rampscenario’s. Bovendien is het absoluut essentieel dat de tests verplicht worden gesteld en gebaseerd worden op gemeenschappelijke en transparante Gemeenschapscriteria.
Het moge duidelijk zijn dat we het niet aan regeringen en nationale overheden kunnen overlaten om zichzelf te controleren. De stresstests moeten in alle transparantie worden uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen. Alle feiten moeten openbaar worden gemaakt onder toezicht van de Raad.
(Applaus)
Dat is op dit moment het enige geloofwaardige alternatief voor deze technologie. Daarnaast dient de nucleaire veiligheidsregelgeving van de EU door de IAEA uitvoerig te worden herzien. We hebben Europese normen en strikte voorschriften nodig. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de Commissie, ook de Raad zal naar voren moeten treden en zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Tot slot is het van essentieel belang om op dit moment ook lering te trekken voor alternatieve energie en energie-efficiëntie. Het is tijd om het eens te worden over bindende doelstellingen.
(Applaus)
Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Oettinger, u weet al dat ik uw bestendigheidsproeven wantrouw. Ik wil u ook heel kort uitleggen waarom. Volgens mij is het geen goede zaak dat het vastleggen van de criteria voor de proeven en de beoordeling van de resultaten wordt overgelaten aan de nationale instanties en regelgevende autoriteiten die tot dusver exclusief verantwoordelijk waren voor het toezicht op de nucleaire installaties in de Europese Unie en de controle ervan.
In die autoriteiten zullen alleen mensen zitten die deel uitmaken van het bekende old boys network die met veel plezier wederzijds bevestigen dat hun nucleaire installaties veilig waren, zijn en zullen zijn. Of gelooft u nu echt dat de nationale regelgevende autoriteiten nu plotseling tot de conclusie zullen komen dat ze tot dusver slecht werk hebben geleverd en te tolerant zijn geweest? Dat denk ik niet, mijnheer Oettinger, en u hebt me ook nog niet uitgelegd op welke manier u van plan bent te garanderen dat dit hele systeem van regelgevende autoriteiten nu plotseling onafhankelijk zal worden.
Het feit dat de bestendigheidsproeven vrijwillig zijn, is nog maar eens een bewijs dat we u niet zo serieus kunnen nemen als we eigenlijk zouden willen. Het is echter nog niet te laat om uw plannen te wijzigen en ons te garanderen dat onafhankelijke deskundigen toegang krijgen tot de centrales. U kunt garanderen dat daadwerkelijk alles wordt gecontroleerd en dat we niet alleen verslagen op papier te zien zullen krijgen van een systeem van wat ik volgens mij terecht een old boys network heb genoemd, want de personen in kwestie zijn al decennia bekenden en vrienden van elkaar en hebben altijd de grootste risico's gedoogd.
Ik wil u zeggen dat wij van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie van u verwachten dat de bestendigheidsproeven van dien aard zijn dat ze aantonen welke kerncentrales echt niet meer aanvaardbaar zijn en welke centrales als eerste moeten worden gesloten. Als de bestendigheidsproeven echt een keerpunt moeten vormen in Europa, dan zien wij ze als de basis voor een stapsgewijze beëindiging van het gebruik van kernenergie die vandaag begint en, als alles goed gaat in Europa, rond 2025 kan worden afgerond.
Ik heb nog een heel concreet verzoek aan u, mijnheer Oettinger. In de voorbije dagen hebt u veel interviews gegeven en in Duitsland hebt u bijvoorbeeld verklaard dat u nu al weet welke kerncentrales de bestendigheidsproeven niet zullen doorstaan en dat u dit van enkele zelfs met zekerheid weet. Maak de namen van die centrales bekend. Als Fessenheim er bijvoorbeeld één van is – een kerncentrale die volgens de Franse regelgevende autoriteit noch tegen overstromingen noch tegen aardbevingen adequaat beschermd is – dan moet u die mogelijke risicocentrales eindelijk bij hun naam noemen. Dat zou vertrouwen wekken in uw beleid.
(Applaus)
Giles Chichester, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik bedank de fungerend voorzitter van de Raad en de commissaris voor het afleggen van de verklaringen. De exacte inhoud ervan staat in contrast met een aantal andere bijdragen. Laten we in de eerste plaats bedenken dat er een wereld van verschil zit tussen kernreactoren van vijftig jaar oud in Japan en de nieuwe ontwerpen die in Europa gemaakt worden – een wereld van verschil. Laten we ook bedenken dat er een wereld van verschil zit tussen het risico op aardbevingen in Japan en dat in West-Europa. Voordat we kunnen gaan bespreken wat we aan het doen zijn en nog van plan zijn te gaan doen, zullen we vooral eerst absoluut zeker moeten weten wat er gebeurd is.
Moderne kernreactoren worden tegenwoordig zo ontworpen dat ze bestand zijn tegen risico’s die twintig of vijftig jaar geleden ondenkbaar waren. Ik ben blij dat u het met me eens bent, mevrouw Harms.
(Interruptie van mevrouw Harms)
Dat was een belediging buiten de microfoon om en u ontneemt mij mijn spreektijd, mevrouw Harms.
Er ligt een voorstel voor een moratorium. Ik ben daar tegen, want dat zou overhaast handelen zijn zonder wetenschappelijke onderbouwing. Voordat we stappen nemen om onze toch al indrukwekkende veiligheidscultuur in Europa te veranderen, zullen we moeten achterhalen wat er gebeurd is. Ik ben het ermee eens dat we onze veiligheidscultuur willen verbeteren, maar we moeten niet overhaast handelen.
Sabine Wils, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, onlangs zijn er in Duitsland betogingen geweest waarin 250 000 mensen oproepen om het gebruik van nucleaire energie onmiddellijk stop te zetten en over te schakelen op 100 procent hernieuwbare energie. Beide eisen zijn haalbaar.
Na Tsjernobyl en Fukushima is het duidelijk dat een zeker risico nooit uit te sluiten is bij nucleaire energie. Daarom moeten de nucleaire veiligheidsnormen in heel Europa verplicht worden afgestemd op de beste beschikbare technologie. Hoewel de richtlijn van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties in 2009 werd vastgesteld, blijven in de lidstaten de bestaande veiligheidsnormen van kracht.
We hebben daarom dringend een herziening nodig van deze richtlijn die niet op het Euratom-Verdrag is gestoeld maar waarbij het Parlement betrokken is op basis van de medebeslissingsprocedure. Ik pleit voor een initiatief van zo veel mogelijk fracties in het Parlement waarin we er bij de Raad en de Commissie op aandringen om een voorstel voor een richtlijn voor te leggen. Verder ben ik van mening dat er voor heel Europa een scenario moet zijn voor beëindiging van het gebruik van nucleaire energie.
Niki Tzavela, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit me aan bij wat er tot nu toe gezegd is, evenals bij het voorstel van mijnheer Chichester om later over het moratorium na te denken.
Ik wil hier echter het volgende aan toevoegen: we gaan een nieuw tijdperk in, een nieuwe wereld. Alle natuurrampen in de 21e eeuw waren megarampen: megabranden, mega-aardbevingen en megavloedgolven. Hoe kunnen we onszelf beschermen tegen de nucleaire bedreiging die deze rampen met zich meebrengen, en deze afwenden? Het is duidelijk dat we ook nog eens het risico lopen op een mega-aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van deze catastrofes.
In dit Parlement veroordelen we misdaden tegen de menselijkheid. Ik beschouw de doelmatigheid van Tepco als bedrijf als een nieuwe vorm van misdaad tegen de menselijkheid: geen transparantie, geen voorzorgsmaatregelen en er wordt niets gedaan met de werknemers die het probleem bestrijden. Ik verzoek u allen dringend om na te denken over deze nieuwe misdaad tegen de samenleving waarmee we in de 21e eeuw geconfronteerd worden.
Pilar del Castillo Vera (PPE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, we hebben energie nodig om te eten, te reizen, te studeren, om ziektes te genezen en voor heel veel dingen meer. Die energie is altijd uit verschillende bronnen afkomstig geweest. In sommige gevallen uit de oudste bronnen, zoals waterkracht, fossiele energie en zelfs kernenergie; in andere gevallen uit de modernste bronnen, bijvoorbeeld de hernieuwbare energiebronnen. Daarnaast worden er technologieën ontwikkeld om de veiligheid te vergroten, in sommige gevallen, of om meer doeltreffendheid te verschaffen, zoals in het geval van de hernieuwbare bronnen.
Verder is er ook onderzoek dat nog niet is toegepast, zoals dat naar de opslag van steenkool, of het onderzoek dat waarschijnlijk zal leiden tot kernfusie. Dit is allemaal noodzakelijk, waarde collega’s, want het menselijk bestaan heeft gefunctioneerd en zich ontwikkeld aan de hand van voortdurende verbeteringen van de gebruikte hulpbronnen en het onderzoek dat dit mogelijk maakte. Communicatie, energie, geneeskunde en onderzoek, alles is erop gebaseerd: op de continue verbetering van al onze hulpbronnen.
Onlangs hebben de tsunami en de aardbeving die hem veroorzaakte ernstige schade aangericht voor de bevolking van Japan, schade in de vorm van slachtoffers, vermisten en materiële verliezen, en ook zware schade aan de centrale van Fukushima. Tegen deze achtergrond is wat ons te doen staat het verbeteren van de veiligheid.
Morgen wordt er hier in dit Parlement gestemd over een gezamenlijke resolutie waarover een overgrote meerderheid van de parlementaire fracties overeenstemming heeft bereikt. Hierin wordt datgene benadrukt wat ons verenigt, niet wat ons scheidt. Ik zou de fracties willen vragen om de inhoud van dat voorstel trouw te blijven, en hun eigen belangen geen voorrang te geven boven de algemene belangen of het algemene standpunt dat we inzake dat voorstel bereikt hebben. Dat is onze verantwoordelijkheid voor morgen.
Teresa Riera Madurell (S&D). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik mijn innige solidariteit betuigen met de slachtoffers en met de gezinnen die geëvacueerd zijn als gevolg van het kernongeval.
Dames en heren, de lering die we uit dit ongeval moeten trekken, is dat verbetering van de veiligheidsmaatregelen dringend noodzakelijk is. Veiligheid is echter ook een zaak van de menselijke hulpbronnen. We moeten een zo hoog mogelijk niveau van scholing garanderen van het personeel dat in deze sector werkzaam is. We moeten zorgen voor optimale arbeidsomstandigheden. Het opzetten van een uitstekend kader voor scholing en arbeid is een taak die kan worden verricht binnen de Europese instellingen.
Ik zou ook de verplichtingen willen benadrukken die mijn fractie in ons energieplan voor Europa is aangegaan, en die een stellige toezegging zijn ten gunste van hernieuwbare energiebronnen, infrastructuren, energie-efficiëntie en mobiliteit van elektriciteitleveranties. In dit verband denk ik ook dat we het debat over steenkool moeten heropenen, omdat dit onze enige inheemse fossiele energiebron is.
Fiona Hall (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het volstaat niet om stresstests voor technische voorschriften te hebben. Het gaat niet alleen om aardbevingen. Het probleem in Japan was de opeenstapeling van gebeurtenissen: overstroming, het uitvallen van de stroom in de omgeving en het verbreken van de verbindingen. We hebben gezien hoe het ene probleem tot het andere leidt, en dat juist de radioactiviteit van het terrein in Fukushima op dit moment het veiligheidswerk belemmert dat dringend door moet gaan.
Een nucleair ongeval is geen lineaire gebeurtenis: de gevolgen breiden zich uit zoals de radioactiviteit die nog steeds de zee in stroomt. Het is daarom van het grootste belang dat er in de voorgestelde stresstests rekening gehouden wordt met de meervoudige, complexe, geometrische gevolgen van een ramp.
Commissaris, zoals u aangeeft hebben lidstaten het recht hun eigen energiemix te bepalen, maar u draagt de verantwoordelijkheid voor nucleaire veiligheid. Vindt u ook niet dat de lidstaten een moratorium in moeten stellen op de planning en ingebruikname van nieuwe kerncentrales? Hoe wilt u regeringen en investeerders ertoe aanzetten zich te richten op het vergroten van de betrokkenheid bij energie-efficiëntie en hernieuwbare energie?
Claude Turmes (Verts/ALE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Oettinger, dames en heren, de dramatische gebeurtenissen in Japan leren ons dat de enige absoluut veilige kerncentrale de kerncentrale is die nooit werd gebouwd of die werd stilgelegd. Dat zijn de enige centrales die volkomen veilig zijn. Sinds de gebeurtenissen in Japan weten we dat alle andere beweringen geen hout snijden. De burgers in Europa weten dat en daarom willen ze van ons een krachtig antwoord. Het enige antwoord dat wij kunnen geven, is dat het onze visie is om een Europa tot stand te brengen dat volledig gebaseerd is op hernieuwbare energie.
Dankzij de combinatie van energie-efficiëntie op het gebied van woningen, vervoer, industrie en de elektriciteitsproductie, een ruime waaier van hernieuwbare energiebronnen en het gebruik van aardgas als overgangsbrandstof, kan die visie stap voor stap in de realiteit worden omgezet. Mijnheer Oettinger, u bent momenteel een Stappenplan Energie 2050 aan het opstellen. Onze vraag aan u luidt: bent u bereid om samen met ons aan zo'n visie te werken? Bent u ervan overtuigd dat het Stappenplan Energie 2050 moet worden gebruikt als basis voor een discussie over een andere toekomst voor energie in Europa die niet alleen met deskundigen wordt gevoerd maar ook met de burgers van Europa?
Konrad Szymański (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, als we vandaag conclusies en lering moeten trekken uit de gebeurtenissen in Japan, moeten we daarbij heel voorzichtig zijn. Dit vergt heel wat concentratie en oplettendheid. Door af te stappen van kernenergie of onrealistische voorwaarden te stellen aan dit gedeelte van ons energiesysteem, lossen we geen enkel probleem op. Vlak achter onze grenzen zullen er nog meer kerncentrales worden gebouwd die niet aan onze veiligheidsnormen voldoen en niet onder de controle van onze toezichthouders staan. Vandaag al worden er in Kaliningrad en Wit-Rusland dergelijke investeringen uitgevoerd om de behoefte in Midden-Europa te dekken. De uitwijking van kernenergie uit de Europese Unie toont aan dat onze inspanningen een illusie zijn. We brengen opnieuw een slag toe aan de concurrentiekracht van ons energiesysteem en daarmee aan onze eigen economie en industrie. Voor de zoveelste keer brengen onze ecologische plannen voordelen mee voor onze concurrenten, in de eerste plaats voor Rusland. Als we vandaag dus de vereisten voor kernenergie willen aanscherpen, moeten we ook waarborgen dat de energie die door reactoren buiten onze grenzen wordt geproduceerd, aan dezelfde strenge criteria zal voldoen.
Miloslav Ransdorf (GUE/NGL). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, uit de ramp in Japan kunnen enkele conclusies worden getrokken. Ten eerste zou de staat verantwoordelijk moeten zijn voor de energievoorziening en zou elke kerncentrale moeten kunnen beschikken over betrouwbare hulpfaciliteiten die zich op voldoende afstand van de centrale bevinden. De firma Tepco heeft onverantwoordelijk gehandeld. Ten tweede zouden we er alles aan moeten doen om het milieu te ondersteunen en moeten we “nee” zeggen tegen de groene handelaars in angst die Europa al zo lang chanteren. Ten derde moet de stemming in ons Parlement en in onze Commissie veranderen. In het Europees Parlement heerst al geruime tijd een zeker anti-beschavingsklimaat, en in de Commissie hebben we moedige mannen en vrouwen nodig die niet bang zijn voor nieuwe oplossingen, die een pioniersgeest hebben, en geen figuren die telkens weglopen voor hun verantwoordelijkheid en die ook in Europese geledingen net als een bepaalde kever een balletje met kleine persoonlijke belangen voor zich uitrollen.
Peter Liese (PPE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Oettinger, dames en heren, ik steun de gezamenlijke resolutie echt van ganser harte. We geven met name twee concrete boodschappen mee aan de verantwoordelijken in de lidstaten en ook aan de burgers. We hebben gemeenschappelijke regels nodig om ons in heel Europa te beschermen tegen nucleaire ongelukken. De tijd dat met betrekking tot nucleaire veiligheid niet verder werd gekeken dan de eigen nationale grenzen, moet voltooid verleden tijd zijn. Op 180 kilometer van Straatsburg zijn in Duitsland twee oudere kerncentrales voorlopig stilgelegd en gesloten. Op zo'n 100 kilometer van hier, in Fessenheim, staat een reactor die, zover we weten, niet veiliger is dan de beide reactoren die nu in Duitsland als gevolg van de gebeurtenissen in Japan zijn gesloten.
Dat voorbeeld toont duidelijk aan dat we op dit gebied gemeenschappelijke criteria op zeer hoog niveau nodig hebben. We beschikken over de rechtsgrond en de vraag hoe ver we met een bestaande rechtsgrond gaan, is altijd een politieke kwestie. We moeten veel verder gaan dan we tot dusver hebben gedaan.
Onze tweede boodschap is dat, ongeacht wat de lidstaten besluiten – sommige zullen hun kerncentrales sneller sluiten dan andere – we de kerncentrales niet mogen vervangen door meer ingevoerd gas, bijvoorbeeld uit Rusland. In de paragrafen 21 en 22 beschrijven we welke weg we in willen slaan: we willen meer hernieuwbare energie en meer energie-efficiëntie. Mijnheer de commissaris, u hebt vóór de gebeurtenissen in Fukushima een actieplan voor energie-efficiëntie voorgelegd. Dat was een belangrijke stap voorwaarts, en nu moet dat plan nog dringender in de praktijk worden omgezet.
Persoonlijk ben ik het met de meerderheid in dit Parlement eens dat we bindende doelstellingen nodig hebben. We willen geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. We willen banen in bedrijven en de industrie. Energie-efficiëntie kost weinig, en op dat gebied moeten we daarom dringend vooruitgang boeken.
Catherine Trautmann (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, kernenergie is een niet-koolstofhoudende vorm van energie, maar ook een tijdelijke vorm van energie, waarvan de bronnen uitputtelijk zijn. Het is ook een potentieel gevaarlijke vorm van energie. Na Fukushima is het duidelijk dat we allereerst de veiligheid van onze centrales moeten bekijken. De bestendigheidsproeven moeten zo gecoördineerd mogelijk plaatsvinden binnen de Unie, en zelfs daarbuiten bij onze naaste buren, en moeten worden uitgevoerd door onafhankelijke instanties die volgens de meest strikte normen en met de grootst mogelijke transparantie te werk gaan.
Voorts is het in het kader van de strijd tegen de opwarming van de aarde noodzakelijk dat wij een samenhangend en ambitieus beleid hebben. Ook al maakt kernenergie het mogelijk minder CO2 in de atmosfeer uit te stoten voor onze benodigde elektriciteitsproductie, we moeten er niet van afhankelijk worden. In de landen die kernenergie produceren, zoals Frankrijk, is een vermindering van het aandeel ervan in de energiemix een voorwaarde voor ieder verregaand besluit. Dit proces betekent dat wij nog meer moeten inzetten op energiebesparing en op een toename van energie uit hernieuwbare bronnen, die op middellange en lange termijn vrijwel onze gehele energieconsumptie zal kunnen uitmaken. We hebben het over de veiligheid van centrales, maar we moeten het ook hebben over de veiligheid van de energievoorziening in de hele Europese Unie, zodat de economie van geen enkel land in gevaar komt.
Tot slot, daadwerkelijke solidariteit betekent het tot stand brengen van een energiegemeenschap.
Corinne Lepage (ALDE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, als het over de veiligheid gaat kan ik het natuurlijk alleen maar eens zijn met de woorden van mijn collega's over de noodzakelijke onafhankelijkheid van degenen die de bestendigheidsproeven moeten gaan uitvoeren en over het feit dat de regels op Gemeenschapsniveau moeten worden vastgesteld.
Laten we ons echter niet vergissen: wij hebben oude centrales, die niet zijn ontworpen voor een samenloop van risico's, en daarom zullen we, ondanks de bestendigheidsproeven, nooit absolute zekerheid hebben met onze huidige centrales. Daar moeten we ons terdege van bewust zijn. Bovendien geloof ik niet dat de meerderheid van de Europese burgers nu bereid is om de prijs te betalen van een nucleair ongeval in Europa. Die luxe kunnen we ons niet veroorloven, daar moeten we ons terdege van bewust zijn.
Daarom moeten we ons nu bezighouden met het afbouwen van kernenergie, met in het achterhoofd onze economische behoeften, onze behoeften op het gebied van werkgelegenheid, onze industriële capaciteit en de noodzaak om onze broeikasgasemissies niet te laten toenemen. Ik denk dat we ons daar allemaal van bewust zijn.
Hoe kunnen we dat doen? Dat kunnen we doen met het grote Europese project voor het afbouwen van kernenergie. Claude had het over vijftien jaar. Dat lijkt me erg optimistisch; het zal waarschijnlijk wat langer zijn. Het is echter een groot project dat de Europeanen kan mobiliseren, dat ons vertrouwen in onszelf en ook in de instellingen kan herstellen, want meer dan Fukushima, mijnheer de Voorzitter, is dit ook een trotsering van de overheid en de toezichthoudende organen. Daar moeten we ons van bewust zijn.
Paul Rübig (PPE). ("Blauwe kaart"-vraag aan mevrouw Trautmann krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou mevrouw Trautmann willen verzoeken om de volgende vraag te beantwoorden. In Frankrijk bestaat een stelsel van onafhankelijke regelgevende autoriteiten die goed werk leveren. Denkt u dat het Franse model in heel Europa zou kunnen worden gebruikt, met een Europese regelgevende autoriteit naar Frans voorbeeld?
Catherine Trautmann (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik dank mijn collega, de heer Rübig, voor deze vraag. Ik geloof inderdaad dat de Franse regelgever onafhankelijk is. Dat blijkt uit zijn woorden. Voortbordurend op wat ik heb gezegd over de Europese Energiegemeenschap, denk ik dat we een onafhankelijke regelgever op Europees niveau zouden moeten hebben, en dat wij over middelen moeten beschikken om toezicht te houden, zodat we ons kunnen verzekeren van de onafhankelijkheid van zijn werk en van zijn deskundigheid.
Corinne Lepage (ALDE). ("Blauwe kaart"-vraag aan mevrouw Trautmann krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement). – (FR) Wat dat betreft, mevrouw Trautmann, is het een onafhankelijke autoriteit op papier, ja. Gezien de samenstelling en het feit dat er geen enkele verscheidenheid is tussen de mensen waaruit de autoriteit bestaat, kunnen daar eerlijk gezegd veel vraagtekens bij worden geplaatst.
Catherine Trautmann (S&D). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, op het nationale vlak kan de samenstelling altijd betwist worden, en vanuit dat oogpunt steun ik de opmerking van mevrouw Lepage. Ik denk dat er spoedig een tijd komt waarin de verscheidenheid beter gewaarborgd zal kunnen worden, maar toch zou ik de integriteit van het werk van deze mensen die hun taak serieus nemen, in het bijzonder de heer Lacoste, niet in twijfel willen trekken.
Evžen Tošenovský (ECR). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, al enkele weken volgen we gespannen hoe Japan een enorme strijd levert tegen de gevolgen van de gigantische aardbeving en de daaropvolgende tsunami. Daarbij heb ik diepe bewondering voor de manier waarop de Japanners de situatie aanpakken, dat is iets wat ik hier nog niet heb gehoord.
Mensen leren altijd van een ramp. Dergelijke gebeurtenissen leiden altijd tot technische verbeteringen en nieuwe veiligheidsmaatregelen. Na grote vliegrampen blijven mensen vliegen. De betrouwbaarheid en veiligheid zijn erop vooruitgegaan. Het is belangrijk om alle ervaringen met betrekking tot de exploitatie van kerncentrales uit de kernramp in Japan te verzamelen. Deze extreme, door de natuur veroorzaakte stresstest moet nauwkeurig geëvalueerd worden en zoveel mogelijk informatie opleveren op basis waarvan technische en veiligheidsmaatregelen kunnen worden genomen. Kerncentrales moeten extreme en rampzalige vormen van natuurgeweld kunnen weerstaan.
Er moet geleerd worden van de reddingsprocedures, ook dat hoort bij de exploitatie van een installatie en de veiligheid ervan. Politici moeten niet te snel en te primair oordelen. Het is zeker verstandig om kerncentrales nog eens volledig te controleren. De gebeurtenissen in Japan bieden ons de gelegenheid om de huidige veiligheidsstandaarden nog eens op verantwoordelijke wijze te evalueren, en dat zonder overbodige politieke voorgeschiedenis.
Herbert Reul (PPE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, iedereen weet dat de lidstaten en ook de fracties in dit Parlement van mening verschillen over de vraag of we al dan niet nucleaire energie zouden moeten hebben.
Uit het debat van vandaag is gebleken dat de meningen ook binnen de fracties zeer uiteenlopend zijn. Anderzijds is er de ramp in Japan die een enorm probleem is. We zijn een debat over dit onderwerp begonnen, en ik vind dat de resolutie ons een goede mogelijkheid biedt om ons vandaag en morgen toe te spitsen op één concrete vraag, namelijk of we onze veiligheidsnormen gezamenlijk kunnen verhogen en of we erin zullen slagen om een ruimere Europese bevoegdheid van welke aard dan ook of meer Europese samenwerking tot stand te brengen.
Hoewel er heel wat dingen in de resolutie staan die me niet bevallen, ben ik van mening dat mijn collega's uitstekend werk hebben verricht, want ze hebben een tekst tot stand gebracht waarin we ons sterker toespitsen op meer veiligheid en Europese samenwerking. Daarom zou ik willen vragen of het niet de hoogste tijd is om gebruik te maken van de gelegenheid die het debat van vandaag en morgen biedt om ons daarop te concentreren en de kwestie of we al dan niet een einde moeten maken aan nucleaire energie en of we vurig pleitbezorger of tegenstander van nucleaire energie zijn, naar de achtergrond te schuiven. Het is maar een voorstel, maar als we alle amendementen die we hebben ingediend morgen niet in stemming zouden brengen en ons erop zouden concentreren om met een grote meerderheid of zelfs eenparig te stemmen voor meer veiligheid en Europese bevoegdheden, dan zouden we het imago van het Europees Parlement en het proces om lering te trekken uit de gebeurtenissen in Japan een grotere dienst bewijzen dan wanneer we ons constante gekibbel voortzetten. Dat gekibbel kunnen we misschien uitstellen tot over twee weken. Ik vraag u er eens over na te denken of we dat niet zouden moeten proberen.
(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)
Rebecca Harms (Verts/ALE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Reul, u weet dat ik altijd hogere veiligheidsnormen op nucleair gebied heb gesteund. Bij de richtlijn nucleaire veiligheid die we twee jaar geleden hebben aangenomen, boekte ik daar weinig succes mee. Een grote meerderheid in dit Parlement was tegen de hoogste veiligheidsnormen. Als we het nu over een nieuw gemeenschappelijk vertrouwen hebben, kampen we nog met een ander groot probleem. Het Parlement heeft in deze aangelegenheid eigenlijk helemaal niets in de melk te brokkelen. In geval van twijfel worden de besluiten met betrekking tot nucleaire veiligheid en bestendigheidsproeven door de Raad en Euratom genomen, en het Parlement staat daar buiten. Doorgaans kunnen we onze mening geven, maar of dat iets oplevert, is koffiedik kijken. Als u nu zegt dat we in de toekomst het oude Euratom-Verdrag aanpakken en op alle gebieden die de veiligheid betreffen, zorgen voor inspraak en transparantie, dan kunnen we het misschien gemakkelijker eens worden.
Herbert Reul (PPE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Harms, ik heb de vraag niet helemaal begrepen omdat het geen vraag was. Maar dat is niet erg, want ik heb er mij ook voor ingezet en ik blijf mij ervoor inzetten om deze mogelijkheid te benutten. U weet dat wij tweeën wat deze kwestie betreft een totaal andere mening zijn toegedaan.
Bevoegdheid of niet, het zou een enorm belangrijk signaal zijn als we het met een grote meerderheid eens zouden kunnen worden over de kwestie van meer veiligheid. In de resolutie staat veel meer dan wat we tot dusver hebben vastgesteld en ook veel meer dan wat ik tot dusver wilde aanvaarden. Dat klopt. Wat dat betreft hebt u volkomen gelijk. Als we er echter in slagen om het eens te worden over meer veiligheid voor Europa, sturen we ook een signaal aan de lidstaten. Als we dat morgen polariserend doen omdat we verschillende meningen zijn toegedaan wat betreft uitdoving van nucleaire energie, dan zullen we waarschijnlijk weinig effect sorteren. Dat is waar ik voor pleit, niet meer en niet minder.
Giles Chichester (ECR). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik voel mij diep beledigd omdat mevrouw Harms mij louter interrumpeerde buiten de microfoon om, maar haar blauwe kaart ophield voor mijn collega, mijnheer Reul. Zou ik een gelijke behandeling kunnen krijgen?
Michael Cramer (Verts/ALE). ("Blauwe kaart"-vraag aan de heer Reul krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Reul, ik wilde u vragen of uw persoonlijk standpunt is veranderd. De trui die ik vandaag draag, is 30 jaar oud. Toentertijd betoogden wij tegen nucleaire energie. De zogenaamde deskundigen zeiden ons dat er een risico was van één ongeval in tienduizend jaar. In een interview in de krant "Die Zeit" heeft de voorzitter van het Institut für Klimafolgenforschung uit Potsdam, de heer Schnellhuber, onlangs gezegd: "Ja, dat klopt. Tienduizend jaar gedeeld door wereldwijd 400 kerncentrales is 25 jaar." We mogen er dus van uitgaan dat er elke 25 jaar een ongeluk met een kernreactor gebeurt. Eerst Tsjernobyl, nu Fukushima, en waar zal het de volgende keer zijn?
Bent u, wat dat betreft, van mening veranderd? Denkt u nog altijd dat kerncentrales veilig zijn, of denkt u net als ik dat Zwentendorf de enige veilige kerncentrale ter wereld is?
Herbert Reul (PPE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, natuurlijk ben ik van mening veranderd, maar niet fundamenteel. Is het zo erg om aan een standpunt vast te houden? Ik heb mijn mening echter verregaand herzien, en hopelijk hebt u dat gemerkt. Ik heb gezegd dat ik voor deze resolutie zou stemmen als ze blijft zoals ze is. Dat is een grote verandering in vergelijking met mijn vroegere standpunten. Of dat al dan niet volstaat, moet u uitmaken. Ik blijf bij wat ik heb gezegd: het zou een goede zaak zijn als we deze resolutie met eenparigheid zouden kunnen aannemen.
Jo Leinen (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, u hebt de voorzitter van de Commissie industrie, onderzoek en energie gehoord; nu spreek ik als voorzitter van de Commissie http://www.europarl.europa.eu/activities/committees/homeCom.do;jsessionid=E90208D48D138E7A727581C874840375.node2?language=NL&body=ENVI" \o "ENVI" – groter kan het verschil niet zijn. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat alle kerncentrales aan de hoogste veiligheidsnormen moeten voldoen. Daarover zijn we het allemaal eens. Mijnheer Oettinger, uw stresstest is een belangrijke eerste stap, maar hij gaat lang niet ver genoeg. Ik ben ook van mening dat we deze kwestie fundamenteel anders moeten benaderen. Daarom hebben we in de EU boven op de hoogste veiligheidsnormen ook een scenario nodig om uit een technologie te stappen die risico’s met zich meebrengt die wij in het dichtbevolkte Europa helemaal niet kunnen verantwoorden.
Mijnheer Reul, u en anderen moeten daar eenvoudigweg in meegaan. Uw mensen in Berlijn zijn al veel verder dan u hier in Straatsburg en Brussel. Die hebben de knop weten om te zetten, terwijl u hier nog altijd aan de oude denkbeelden vasthoudt. Ik hoop dus dat we tot een formulering, een scenario, een strategie kunnen komen voor het sluiten van de kerncentrales. En uw routekaart van juni dit jaar, mijnheer Oettinger, zou daarvoor een schitterende gelegenheid bieden. Na de stresstests moet u ook schetsen hoe we van de die kerntechnologie afkomen.
(Applaus)
Antonio Cancian (PPE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, mijnheer de minister, dames en heren, mijn medeleven gaat uit naar alle slachtoffers van de grote ramp die in Japan heeft plaatsgevonden. De situatie is werkelijk zorgwekkend, maar de taak van de politiek is volgens mij niet om in paniek keuzes te maken, maar om altijd te proberen rationeel te blijven en op de juiste manier met de situatie om te gaan.
Dit gezegd hebbende denk ik dat we moeten beginnen bij twee belangrijke overwegingen. De eerste is dat we maar één hemel hebben en dat de aarde wordt verdeeld door grenzen die niets te maken hebben met de problemen die nu aan de orde van de dag zijn. De tweede is dat we altijd moeten werken aan een duurzame ontwikkeling die niet uit een enkel onderdeel bestaat. Deze duurzame ontwikkeling bestaat uit drie delen die moeten worden samengevoegd, namelijk het economische deel, het milieugerelateerde deel en het sociale deel. Als we daarin slagen denk ik dat we de goede kant op gaan.
Naar mijn mening komt de gepresenteerde resolutie, waar ik volledig achter sta en die ook veel bijval heeft gekregen, op het goede moment om verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van veiligheid, op het gebied van wat een check-up van de huidige situatie zou moeten zijn, en om naar de toekomst te kijken. Hoe moeten we naar de toekomst kijken? Door de parameters die we hebben eerbiedigd te blijven eerbiedigen, en vooral door naar beslissingen van efficiëntie en vernieuwing te werken, beslissingen die altijd genomen moeten worden met de cultuur en onderzoeksvernieuwing in het achterhoofd, evenals ITER.
De Voorzitter. – Het voorzitterschap heeft vernomen dat de heer Leinen vandaag jarig is. Hartelijk gefeliciteerd, mijnheer Leinen.
Edit Herczog (S&D). – (HU) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, nucleaire veiligheid heeft een menselijk gezicht. Het ontwerpen, bouwen, runnen, controleren en sluiten van een kerncentrale, en het opstellen van de desbetreffende rechtsregels zijn stuk voor stuk menselijke werkzaamheden. De belangrijkste elementen van veiligheid zijn dus kennis en de maximale exploitatie van menselijke werkzaamheden. Handhaving en praktische tenuitvoerlegging van die kennis is zowel gedurende de exploitatie van kerncentrales als geruime tijd na sluiting daarvan van essentieel belang. Ik ben het eens met de uitvoering van stresstests, en ik ben het ermee eens dat we de ervaringen moeten opnemen in de nucleaire veiligheidsrichtlijn.
Ik ben het ermee eens dat we grensoverschrijdende controles moeten uitvoeren, al is het maar om de bevolking gerust te stellen. Ik ben het ermee eens dat we alles in het werk moeten stellen om met de inzet van al onze kennis aan internationale organisaties deel te nemen. Ik ben het er in het bijzonder mee eens dat we via O&O-werkzaamheden van het kernafval van de afgelopen 60 jaar moeten afkomen. En er is één ding waar ik het in het bijzonder mee eens ben: ongeacht de beslissing die we ten aanzien van energie nemen, moeten we erop aandringen dat de 500 miljoen mensen in Europa van elektriciteit worden voorzien. Mijn dank voor uw aandacht.
Gaston Franco (PPE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, we moeten vandaag spreken over de verbetering van de veiligheid van kernenergie, in plaats van kernenergie voor maatschappelijke doeleinden ter discussie te stellen. Kernenergie is namelijk een essentieel onderdeel van de energieonafhankelijkheid en van de strijd tegen de broeikasgassen in veel lidstaten van de Europese Unie.
Het Europese initiatief om bestendigheidsproeven uit te voeren voor al onze centrales is een eerste noodzakelijke en redelijke stap, waarmee we beantwoorden aan de verwachtingen van de Europese burgers. Deze proeven moeten worden uitgevoerd volgens een gemeenschappelijke aanpak en gemeenschappelijke voorwaarden, waarvan de methodologie moet worden toevertrouwd aan de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid (ENSREG). De buurlanden van de Europese Unie zouden zich ook aan deze proeven moeten onderwerpen in verband met de grensoverschrijdende risico´s.
Naast deze proeven moet de Europese Unie werken aan de harmonisatie van internationale normen op het hoogste niveau, binnen de G20 en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, op basis van de doelstellingen voor nieuwe reactoren van de Vereniging van West-Europese regelgevers op nucleair gebied. Binnen de Europese Unie moet de samenwerking tussen de nationale regelgevers voor nucleaire veiligheid worden bevorderd en geïntensiveerd.
De Europese Unie moet het voorbeeld geven, of het nu gaat om versterking van de regels of om solidariteit. Met het oog op een dergelijke ramp lijkt de totstandkoming van een Europese civiele beschermingsmacht me meer dan ooit noodzakelijk.
Kathleen Van Brempt (S&D). - Het klopt, voor of tegen kernenergie gaat door verschillende fracties. Toch begrijp ik niet dat na Fukushima voor eenieder de ogen over dit onderwerp niet opengaan. Het ondenkbare is gebeurd. Een combinatie van factoren heeft ertoe geleid dat er een catastrofe is die ook bij ons perfect denkbaar is. Zero risico bestaat niet. Vandaag zijn er drie stappen nodig.
Ten eerste de stresstest, zoals de commissaris heeft voorgesteld, in alle openheid, in alle transparantie en ervoor zorgend dat hij zo breed mogelijk gaat. Maar wij moeten er ook voor zorgen dat wij consequenties trekken uit deze stresstest. Niet veilig: dicht!
Ten tweede moeten wij ervoor zorgen dat wij een fasering uit de kernenergie organiseren. Het kan niet zijn dat kerncentrales die gebouwd zijn voor een levensduur van dertig jaar, na veertig of zelfs vijftig jaar nog open zijn.
Ten derde zou het te gek zijn voor woorden als wij in deze Europese Unie nog kiezen voor nieuwe kerncentrales. Er is maar één weg in Europa en dat is de hernieuwbare energie en daarvoor moeten wij een consensus zoeken in dit Parlement.
Bogusław Sonik (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, op 26 april is het een kwart eeuw geleden dat de ramp in Tsjernobyl, het grootste kernongeval in de geschiedenis, plaatsvond. Na vijfentwintig jaar zijn we de slachtoffers van deze ramp, de benadeelden en zij die de gevolgen van de ramp tot op vandaag voelen, niet vergeten. Deze tragische herdenking valt ongelukkigerwijs samen met de gebeurtenissen in Japan. Bij de herdenking van de ramp in Tsjernobyl wil ik mijn solidariteit met het Japanse volk uitdrukken, dat kampt met de gevolgen van het kernongeval in Fukushima, dat veroorzaakt is door de tsunami.
In Oekraïne zijn levensmiddelen uit de gebieden die met het radioactieve cesium 137 werden bestraald, nog steeds besmet. De halfwaardetijd van dit isotoop bedraagt dertig jaar. Greenpeace heeft onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de plaatselijke bevolking in ten minste twee provincies, Zjytomyr en Rivne, besmette melk, paddenstoelen, vruchten, zoetwatervissen en groenten eet. Volgens officiële gegevens is er nog sterke straling binnen een straal van 30 km van de kerncentrale. Er wordt echter geschat dat de besmette zone in totaal ongeveer 50 000 vierkante kilometer in verschillende provincies van Oekraïne omvat.
Momenteel zijn er in Europa, met uitzondering van Rusland, 165 reactoren actief. Wat belangrijk is om weten, is dat ze niet enkel op het grondgebied van de Europese Unie liggen, maar ook in de buurlanden bij de grenzen met de Unie. Rusland en Wit-Rusland beginnen met de bouw van kerncentrales bij de grenzen met de Europese Unie. En hier verschijnt de vraag welke veiligheidsgarantie er kan worden gegeven? Er zou geen energie mogen worden gekocht van kerncentrales die buiten de grenzen van de Europese Unie liggen, als ze niet voldoen aan de hoogste veiligheidsnormen die voor stresstests in de Europese Unie zijn bepaald.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Ik herhaal: bij de grenzen van de Europese Unie worden momenteel door Rusland en Wit-Rusland kerncentrales gebouwd. Daarom ben ik van mening dat de Europese lidstaten geen kernenergie uit deze kerncentrales mogen kopen als deze niet voldoen aan de stresstests die in de Europese Unie vereist zijn.
Ioan Enciu (S&D). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik mijn diepe meeleven uitspreken met het Japanse volk. Het lijkt me nu belangrijk om hen alle mogelijke steun te bieden.
Het ongeluk in Fukushima heeft laten zien dat een deel van de bestaande kerncentrales niet veilig is. Daarom moeten we meer belang hechten aan nucleaire veiligheid, en ik ben van mening dat het onmiddellijk uitvoeren van een aantal veiligheidstests voor de kerncentrales noodzakelijk is.
Aan de andere kant moeten we niet in de val trappen van emotionele of ongefundeerde beslissingen voor wat betreft het al of niet handhaven van kernenergie. De beslissing over de samenstelling van de energiemix moet de bevoegdheid van de lidstaten blijven. De Europese Unie moet controleren of de veiligheidsnormen aan de hoogste standaarden voldoen. Iedere maatregel op Europees of nationaal niveau met betrekking tot de energiemix en regelgeving op het gebied van nucleaire energie moet echter gebaseerd zijn op een hoge mate van wetenschappelijke objectiviteit.
Arturs Krišjānis Kariņš (PPE). – (LV) Mijnheer de Voorzitter, kernenergie vertegenwoordigt ongeveer een derde van het totale energieverbruik in Europa. Als we deze capaciteit op korte termijn zouden willen vervangen, zijn er slechts twee reële alternatieven, namelijk een verhoging van het gebruik van kolen of aardgas. Deze twee alternatieven hebben hun eigen problematiek. Bij kolen zijn dat CO2-emissies en bij aardgas is dat natuurlijk het feit dat het grootste deel uit Rusland wordt geïmporteerd. Daarom kunnen we op de korte termijn twee dingen doen. Het belangrijkste is het intensifiëren van de veiligheidsmaatregelen, zoals we reeds hebben besproken. Het zal echter niet genoeg zijn, dames en heren, om de veiligheidsmaatregelen in Europa te intensifiëren, omdat buurlanden van Europa, Rusland en Wit-Rusland, doorgaan ongeacht onze debatten over nucleaire veiligheid. Zij zullen doorgaan met de ontwikkeling van reactoren, en daarom moeten we waarborgen dat de hoge normen van Europa niet alleen in Europa verplicht worden gesteld, maar ook in de rest van de wereld, in het bijzonder in onze buurlanden Rusland en Wit-Rusland. Het tweede wat Europa op de korte termijn natuurlijk ook moet doen en kan doen, is om haar maatregelen op het gebied van energiebesparing doorlopend te versterken en nog meer nadruk te leggen op hernieuwbare energiebronnen door meer gebruik te maken van wind-, zonne-, water- en biomassa-energiebronnen. Uiteraard zullen ook op de lange termijn juist energiebesparing en een intensiever gebruik van wind-, zonne-, water- en biomassabronnen onze afhankelijkheid van zowel kernenergie als geïmporteerde energiebronnen verminderen.
Mario Pirillo (S&D). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het nieuws over Fukushima wordt steeds verontrustender. De veiligheidsgrenzen zijn ruimschoots overschreden, en we weten niet wat er in de nabije toekomst staat te gebeuren. Er is een gebrek geweest aan duidelijke en transparante communicatie.
De stresstests van de bestaande centrales moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd, en als de uitkomst anders is gehoopt of verwacht, moeten we de moed hebben om de onmiddellijke sluiting van de centrales te eisen. We moeten hogere internationale veiligheidsparameters vaststellen, en niet denken aan de bouw van nieuwe centrales. We moeten ons voorbereiden op de uitfasering van kernenergie, want de ongelukken die ermee gebeuren richten onherstelbare schade aan aan het milieu en de volksgezondheid.
De uitwerking van toekomstig energiebeleid moet aandachtiger worden bekeken. Het is nodig beleid te ontwikkelen dat mikt op besparingen en energie-efficiëntie, als wel op de opwaardering van de investeringen in onderzoek naar nieuwe technologieën en hernieuwbare energiebronnen. Tot slot moeten we een debat op gang brengen waarbij ook burgers en lokaal bestuur betrokken zijn.
Romana Jordan Cizelj (PPE). – (SL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het eens met de leden van het Parlement die hebben gezegd dat we nucleaire veiligheid op Europees niveau moeten waarborgen. We moeten in dit verband echter erkennen, dames en heren, dat ‘veiligheidscultuur’ een zeer breed concept is, dat zowel een veilige nucleaire technologie omvat als het waarborgen van voldoende financiële en personele middelen, passende veiligheidsmaatregelen alsmede sterke en onafhankelijke toezichthoudende organen. Naar mijn mening zou dit allemaal onderdeel moeten uitmaken van deze Europese veiligheidsnormen. Het gaat er niet om dat we geen vertrouwen hebben in de bestaande instellingen, maar dat we ook in de toekomst de hoogst mogelijke veiligheid waarborgen, op institutioneel niveau.
Commissaris, u zei dat lidstaten daarin niet geïnteresseerd zijn, maar om welke lidstaten gaat het dan? Als we het onze burgers zouden vragen (en dergelijke peilingen van de publieke opinie zijn reeds uitgevoerd), zou u zien dat ze het volstrekt eens zijn met het overdragen van enkele bevoegdheden aan de Europese Unie.
Ik moet voor alle duidelijkheid zeggen dat ik tegen de sluiting van kerncentrales om politieke redenen ben. Er zijn in Japan meerdere kerncentrales, en een ervan is getroffen door dit ernstige kernongeval. Voordat we allerlei maatregelen treffen, moeten we de beschikking hebben over argumenten en bevindingen van deskundigen. We hebben daarom door deskundigen uitgevoerde analyses nodig van de gebeurtenissen in Fukushima om er überhaupt achter te komen wat de werkelijke oorzaken waren van het kernongeval en in hoeverre de reactor beschadigd is.
Tot slot zou ik nog willen zeggen dat we al ver zijn gekomen op weg naar een richtlijn over radioactief afval en dat we met de onderhavige richtlijn kunnen laten zien dat we het serieus menen.
(Spreker verklaart zich bereid drie “blauwe kaart”-vragen krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)
Sonia Alfano (ALDE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wilde aan mevrouw Jordan Cizelj vragen of we over duizenden doden niet lang na kunnen denken, aangezien zij net heeft gezegd dat er nog geen aanleiding is om kernenergie als gevaarlijk te beschouwen. Aangezien we duizenden nieuwe doden uit Japan hebben, wilde ik haar vragen of dit niet genoeg aanleiding is.
Judith A. Merkies (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou van mijn collega willen weten hoeveel kerncentrales het nog moeten begeven voordat zij het genoeg vindt. Ze heeft het erover dat er maar één kerncentrale in Japan getroffen is. Het waren er echter zes, niet één. Welk aantal zou genoeg zijn om haar op andere gedachten te brengen?
Hannes Swoboda (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Jordan Cizelj, in uw land ligt in Krško een kerncentrale die nogal kritisch bekeken wordt, onder meer omdat ze in een aardbevingsgebied ligt.
Wilt u zich er tenminste voor inzetten om Krško als een van de eerste kerncentrales te laten onderzoeken in het kader van strenge en hopelijk objectieve stresstests, zodat de burgers gegarandeerd kan worden dat er geen onmiddellijk gevaar van deze centrale uitgaat, hoewel zij in een aardbevingsgebied ligt, of dat de situatie nog verbeterd kan worden, zolang deze centrale nog bestaat?
Romana Jordan Cizelj (PPE). – (SL) Mijnheer de Voorzitter, er zijn in Japan werkelijk duizenden slachtoffers, naar wie mijn diepe medeleven uitgaat, en ik ben van mening dat de Europese Unie alle mogelijke hulp moet bieden. Waar ik echter tegen ben, is dat deze slachtoffers worden misbruikt uit naam van een ideologische strijd tegen het gebruik van kernenergie. Daarom zei ik dat we de oorzaken van dit kernongeval moeten onderzoeken en erachter moeten komen of dergelijke ongevallen in Europa überhaupt kunnen gebeuren en hoe we ze kunnen voorkomen. Verder vraag ik dat we slachtoffers van een natuurramp, slachtoffers van een aardbeving en een tsunami, niet verwarren met potentiële slachtoffers van een kernongeval. Dat is mijn antwoord op de eerste vraag.
Wat betreft de tweede vraag, hoeveel ongevallen in kerncentrales … Mag ik doorgaan? Hoeveel ongevallen zijn er nodig om me van gedachte te doen veranderen? Ik had het over één centrale die meerdere reactoren heeft, dus één centrale met meerdere reactoren. We weten dat er in Japan een aantal centrales staan. Ik ben van mening dat iedere centrale … of ieder ongeval zeer ernstig moet worden genomen. We moeten niet in termen van het aantal ongevallen denken, omdat we ieder ongeval in overweging moeten nemen en niet alleen ongevallen, maar ook ieder ander incident dat als minder dan een ongeval wordt beschouwd. We moeten uit elk van dergelijke incidenten lering trekken. Zo laat juist ook dit voorbeeld zien dat we op basis van één ongeval niet moeten concluderen dat nucleaire technologie onacceptabel is.
Er is nog een vraag die ik niet heb beantwoord. Er waren drie vragen. Wat betreft de kerncentrale in Krško ... Mag ik? De veiligheid van deze centrale is getest, en destijds heeft Oostenrijk, dat zich actief met deze kwestie heeft beziggehouden, ook aanvullende seismische veiligheidstests uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan zijn extra aanpassingen doorgevoerd, en dit is nu in feite een gangbare praktijk. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen in Slovenië zou instemmen met de onmiddellijke uitvoering van een dergelijke risico- en veiligheidsbeoordeling (dat wil zeggen ‘stresstest’) in Krško. Omdat we een klein nucleair land zijn, zijn we eraan gewend om aan een relatief groter aantal internationale tests te worden onderworpen dan het geval is voor andere kerncentrales in de grotere landen.
Richard Seeber (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Oettinger, beste collega’s, ik kom uit Oostenrijk en we maken ons allemaal zorgen om Krško. Ik hoop dat de garanties die collega Jordan Cizelj heeft gegeven, ook worden nagekomen. Mijn zorg en deelneming gaan echter in het bijzonder uit naar de Japanse bevolking, die lijdt en deze gebeurtenissen met een stoïcijnse rust aanvaardt.
Maar laten we iets positiefs uit deze crisis meenemen! Dat positieve kan alleen zijn dat we nadenken en ook hier in Europa lering beginnen te trekken uit deze crisis. Op korte termijn kan die lering er alleen in bestaan dat we ook de veiligheid van de Europese kernreactoren ingrijpend verhogen. Een andere les moet zijn dat we een Europese rampenbestrijding moeten oprichten. Europa heeft echt de plicht zijn veiligheidsteams grensoverschrijdend te laten samenwerken.
Op lange termijn kan die lering alleen zijn dat we samen een sluitingsscenario moeten voorbereiden, want de gebeurtenissen laten duidelijk zien dat kerntechnologie bij de huidige stand van de techniek – en dat zal in de toekomst waarschijnlijk niet veranderen – te gevaarlijk is. De gevolgen ervan werken te lang door.
Aan mijn bijdrage ziet u dat de breuk dwars door alle fracties loopt, ook door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-Democraten), maar al met al denk ik dat we toch ter harte moeten nemen dat die beroemde veiligheid die ons werd beloofd, gewoon niet gegarandeerd kan worden. De stresstests moeten daarom ook de opeenstapeling van verschillende risico’s afdekken. Als je alleen losse risico’s onderzoekt, zal je nooit een realistisch scenario krijgen. Realistisch houdt in dat we bijvoorbeeld een tsunami erg moeilijk kunnen voorspellen, hoewel die hier in Europa niet zal plaatsvinden, maar aardbevingszones liggen er hier in Europa wel degelijk.
(Applaus)
Marian-Jean Marinescu (PPE). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik blijk geven van mijn bewondering en respect voor de houding van het Japanse volk bij de buitengewone gebeurtenissen die het doormaakt. Deze situatie heeft geleid tot hevige discussies over de toekomst van nucleaire energie – doorgaan of stoppen. Ik ben van mening dat we een evenwichtige houding moeten aannemen, waarbij rekening wordt gehouden met alle aspecten: economische eisen, de veiligheid van de bevolking en klimaatverandering.
Ik ben van mening dat het energiebeleid van de toekomst gebaseerd moet zijn op een evenwicht tussen hernieuwbare energie, nieuwe technologieën voor conventionele energiebronnen en nucleaire energie, onder veilige omstandigheden. Er moet geïnvesteerd worden in onderzoek voor een efficiënte productie van hernieuwbare energie. We moeten investeren in het veiligstellen van nieuwe conventionele hulpbronnen en nieuwe toevoerlijnen voor Europa – de zuidelijke corridor. Daarnaast is er behoefte aan onderzoek en innovatie richting nieuwe technologieën, die het effect van milieuvervuiling door conventionele energieproductie elimineren.
De richtlijn nucleaire veiligheid moet worden aangepast, waarbij de eisen moeten worden aangescherpt. Er is behoefte aan de door de Commissie voorgestelde bestendigheidsproeven. Bij het opstellen van criteria moet rekening worden gehouden met alle aspecten: leeftijd, technologie, natuurlijke risico's. De proeven moeten worden uitgevoerd met medewerking van de Commissie. De resultaten van de proeven moeten worden gebruikt bij de herziening van de richtlijn. Er moeten zeer duidelijke consequenties worden verbonden aan de proeven. Wie slaagt, gaat door. Wie zakt, stopt. Ik wijs op de noodzaak van Europees beleid voor het behandelen en opslaan van kernafval en voor de ontmanteling van kerncentrales.
Als laatste, maar niet als minst belangrijke opmerking: De bevolking moet haar vertrouwen in kernenergie behouden en moet dienovereenkomstig worden geïnformeerd.
Laima Liucija Andrikienė (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag een korte opmerking maken over kerncentrales in derde landen die dicht bij EU-grenzen liggen. Twee specifieke gevallen zijn vandaag al genoemd, twee gelijktijdige nucleaire projecten: één in de Russische regio Kaliningrad, die geheel omgeven wordt door Litouwen, Polen en de Oostzee, en het tweede in Wit-Rusland, waar men van plan is om op slechts twintig kilometer van de grens met Litouwen een kerncentrale te bouwen.
Terwijl de ogen van de hele wereld gericht waren op de dramatische ontwikkelingen in Fukushima, tekenden de regering van Wit-Rusland en het Russische staatsenergiebedrijf Rosatom op 15 maart een contract waarmee Rosatom zich ertoe verplichtte om in 2018 de bouw van de kerncentrale in Wit-Rusland af te hebben. Daarnaast verstrekt Rusland een krediet van zes miljard dollar aan Wit-Rusland om dit project te financieren. De overheid van Wit-Rusland heeft zich dus niets aangetrokken van de eis om haar buurlanden goed te informeren over het geplande project, en het huidige project is duidelijk in strijd met het Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage.
Silvia-Adriana Ţicău (S&D). - (RO) Ik verwelkom de beslissing van de Commissie om de kernreactoren in de Europese Unie aan bestendigheidsproeven te onderwerpen. Wij vragen dat deze controles worden uitgevoerd op basis van gezamenlijke, gedetailleerde criteria, ter verhoging van de nucleaire veiligheid in de Europese Unie.
Momenteel staan er 143 kernreactoren in de Unie. Kernenergie vormt 30 procent van de Europese energiemix. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor hun eigen energiemix, maar de nucleaire veiligheid is de verantwoordelijkheid van ons allemaal. Daarom is het belangrijk om een resolutie te hebben over de nucleaire veiligheid in de Europese Unie. Ik wil onderstrepen dat de investeringen voor de veiligheid van iedere kernreactor tot aan het eind van de geplande levensduur gewaarborgd moeten zijn.
Naar aanleiding van de bestendigheidsproeven zullen de normen voor toekomstige kernreactoren en daarmee de kosten van kernenergie stijgen. Zodoende moet de Europese Unie aanzienlijk investeren in maatregelen voor energie-efficiëntie en in de productie en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, met name voor gebouwen en de vervoerssector.
Anneli Jäätteenmäki (ALDE). − (FI) Mijnheer de Voorzitter, het is goed dat de Europese Unie stresstests voor haar lidstaten en buurlanden wil. Een zwak punt is dat deze niet verplicht zijn. De Europese Unie vraagt nu bedeesd of ze misschien uitgevoerd kunnen worden. Een ander zwak punt is dat de Europese Unie geen gemeenschappelijke normen heeft opgesteld. Die zijn absoluut onontbeerlijk. Ten derde moet een onafhankelijk orgaan deze tests uitvoeren. Ik geloof absoluut niet dat nationale organen zullen zeggen dat er in hun eigen land dingen slecht functioneren of dat ze zelf de controle slecht hebben uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat dit echte tests zijn, moeten er normen voor zijn, moeten ze transparant zijn en moeten ze door onafhankelijke partijen worden uitgevoerd.
Michèle Rivasi (Verts/ALE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou mijn collega's er toch aan willen herinneren dat de ramp van Fukushima nog niet voorbij is en dat er nog steeds kans is op explosies in verband met de smeltende kern.
Ik heb een vraag aan commissaris Oettinger over de uitvoering van deze bestendigheidsproeven. Zoals onze collega al zei: hoe zorgt u ervoor dat u de garantie krijgt dat alle voorwaarden die u in de Commissie industrie, onderzoek en energie hebt genoemd, in aanmerking worden genomen door alle lidstaten die over kerncentrales beschikken? Hoe gaat u een staat die niet wil meewerken dwingen om zijn centrales te laten inspecteren en controleren door onafhankelijke deskundigen? Want onder ons gesproken, als het de staten zijn die hun eigen toezicht uitvoeren, dan zie ik niet in hoe we uw bestendigheidsproeven moeten uitvoeren. Het is absoluut noodzakelijk dat een onafhankelijke structuur de centrales in iedere lidstaat controleert.
Hoe gaat u er bovendien voor zorgen dat de buurlanden – bijvoorbeeld Armenië met Metsamor en andere landen zoals Wit-Rusland – meewerken? Het Parlement zal u moeten steunen, commissaris, maar hoe gaan we dat doen?
Bovendien hebben we een daadwerkelijke verantwoordelijkheid om kernenergie af te bouwen, en u moet het Parlement scenario's voorstellen om dat te bereiken. Dat is de enige waarborg dat er geen nieuwe ongelukken komen.
Jaroslav Paška (EFD) - (SK) De door een ongewoon ernstige natuurramp veroorzaakte omvangrijke schade aan de kerncentrale in Fukushima heeft nog weer eens aangetoond dat de beveiliging van dergelijke installaties van buitengemeen groot belang is. Het is dan ook een uiterst goede zaak dat de Europese Commissie besloten heeft om met onmiddellijke ingang alle kerncentrales in Europa te onderwerpen aan een veiligheidsaudit.
De Europese burger heeft het recht om in veiligheid te leven. Met een onafhankelijke deskundige audit van kerninstallaties kunnen mogelijke onvolkomenheden en risico’s die met zorgvuldig beheer vermeden kunnen worden, aan het licht worden gebracht. Ik heb er alle vertrouwen in dat er aan de hand van de veiligheidsaudits bindende besluiten worden genomen die de exploitanten van kerncentrales ertoe dwingen om eventuele tekortkomingen aan hun centrales recht te zetten. Ik ga ervan uit dat zij niet zullen proberen de veiligheidscriteria - de noodzakelijke voorwaarde voor de exploitatie van kerncentrales - te omzeilen.
Mijnheer de commissaris, het Europees publiek verwacht vandaag een open en eerlijke dialoog van ons over de toekomst van het Europees energiebeleid alsook dat wij nieuwe veiligheidslimieten vaststellen voor alle elektriciteitscentrales in Europa.
Angelika Werthmann (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, beste collega’s, de kernramp in Japan heeft ons een ding duidelijk gemaakt: de natuur is sterker en machtiger dan de mens. Daarom is het hoog tijd dat de oude of door aardbevingen bedreigde kerncentrales definitief van het net gehaald worden en dat we op de lange termijn afzien van kernenergie. We hebben stresstests nodig, mijnheer Oettinger! Geen tweede Tsjernobyl alstublieft! We hebben grenswaarden voor levensmiddelen nodig. Beste Commissie, ik heb maar één vraag voor u: wilt u de Europeanen echt laten bestralen?
U zou deze uitvoeringsverordening onmiddellijk terug moeten nemen, liefst vandaag nog. We moeten investeren in alternatieve energiebronnen en er gebruik van maken. Want die zijn er wel degelijk, en er is hierbij meer oog voor mens en milieu. Nog een voordeel: ze leveren nieuwe banen op.
In Oostenrijk hadden we Zwentendorf, dat nooit in bedrijf ging. Nu is het een zonne-energiecentrale.
Mairead McGuinness (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit debat zou over nucleaire veiligheid moeten gaan. Daar is het kennelijk niet bij gebleven, want het gaat over de energiemix. Mag ik voorstellen om dat debat te voeren zodra de Commissie haar routekaart voor energie aan de orde stelt?
Wat het veiligheidsvraagstuk betreft, zou ik van de commissaris willen weten of het wel gepast is om de term ‘stresstests’ te gebruiken, want in het bankwezen zijn de ‘stresstests’ zeer zeker tekortgeschoten. Ik stel voor om ‘veiligheidsbeoordelingen’ of ‘risicobeoordelingen’ te gebruiken. Wat zal het vervolg zijn van deze veiligheidsbeoordelingen? Zullen ze op alle kerncentrales uitgevoerd worden, inclusief de afval- en opwerkingsfaciliteiten? Ik maak me namelijk vooral zorgen om Sellafield, dat dicht bij de Ierse grens ligt.
We moeten nu de veiligheid van centrales beoordelen. Jammer genoeg, zo stelt een aantal collega’s, zijn we in hoge mate afhankelijk van kernenergie – zelfs zij die geen centrales op hun eigen grondgebied hebben – dus veiligheid is van het grootste belang. We moeten naar een volgende fase in de beoordeling van de energiemix. Laten we eerlijk zijn: hernieuwbare energiebronnen zijn ook geen gemakkelijke oplossing.
Kriton Arsenis (S&D). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, wij hadden vijfentwintig jaar nodig om Tsjernobyl te vergeten, en ik vrees dat de ramp in Japan niet volstaat om ons geheugen op te frissen.
Wij beschuldigen stelselmatig Japan. Het lijkt wel of we willen zeggen dat Japan onveilig is en niet kernenergie. Wij gaan nu onze kerncentrales onderwerpen aan veiligheidstests maar blijven volhouden dat er wel degelijk veilige kerntechnologie bestaat. Wij moeten de kerncentrales die ouder zijn dan dertig jaar onmiddellijk sluiten en de bouw van nieuwe centrales helemaal uit ons hoofd zetten. Wij moeten onmiddellijk een ‘nucleaire’ belasting invoeren om alle milieukosten van kernenergie in kaart te kunnen brengen. Wij moeten investeren in een hoger rendement van fotovoltaïsche energie en echt investeren in een hoger rendement van alle hernieuwbare energiebronnen.
Mijnheer de commissaris, u hebt het wetgevingsinitiatief, en de verantwoordelijkheid voor ons optreden of voor de gevolgen van niet optreden ligt bij u.
Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte dames en heren, op de eerste plaats wil ik kijken naar ons energiebeleid op de lange termijn. Wij willen u uitdrukkelijk uitnodigen om vanaf dag één mee te werken aan de Energieroutekaart. Daarom bied ik aan om vanaf mei met de fracties rond de tafel te gaan zitten om de verschillende scenario’s voor de Europese energiesector in de komende decennia te bespreken.
Een scenario, met andere woorden een optie met alle noodzakelijke gevolgen, zal zeker ook met zich meebrengen dat bij het doel voor het aandeel van hernieuwbare energie bij het opwekken van elektriciteit zo hoog mogelijk gesteld moet worden, misschien zelfs wel op honderd procent, met alle gevolgen van dien voor netwerken, opslagcapaciteiten, onderzoek, efficiëntie en enkele andere zaken.
Tegelijkertijd zou ik iedereen willen verzoeken rekening te houden met de rechtsgrondslag. Het Verdrag van Lissabon is maar anderhalf jaar oud. Bij de totstandkoming ervan was u meer betrokken dan ik. Het Verdrag voorziet in omvangrijke wetgevende bevoegdheden voor de Europese Unie op het gebied van energie en een enkele, verstrekkende uitzondering, die er heel bewust in is opgenomen. Het vraagstuk energietechniek en energiemix blijft een zaak van de nationale parlementen.
Nu kun je erover debatteren of dit de juiste keuze was, maar het is duidelijk dat ik de conclusies uit de gebeurtenissen in Japan voor de routekaart voor energie moet trekken op basis van het Verdrag van Lissabon, en ik denk dat het momenteel irreëel is te denken dat dit artikel in de nabije toekomst zal worden gewijzigd. Ik zou dat graag zien en denk ook dat er op Europees niveau voldoende deskundigheid bestaat. Maar voor de komende jaren is energietechniek bij het opwekken van elektriciteit een aangelegenheid van de lidstaten.
Er bestaat echter een beperking die we met de lidstaten hebben afgesproken. De doelstelling van twintig procent hernieuwbare energie beperkt de bevoegdheid van de lidstaten tot tachtig procent. Aangezien we met de steun en de verbintenis van de lidstaten over negen jaar een niveau van twintig procent hernieuwbare energie moeten en zullen halen en dit door middel van voortgangsverslagen ook steeds zullen evalueren, wordt de bevoegdheid van de lidstaten beperkt tot tachtig procent. Nee, eigenlijk tot nog minder. Waarom? Omdat het totaal van twintig procent op het gebied van vervoer misschien tien procent hernieuwbare energie zal betekenen.
Op het gebied van elektriciteit, die nu in het middelpunt van de belangstelling staat, streven we over negen jaar naar een aandeel van 35 procent hernieuwbare energie – waterkracht, biomassa, geothermische, zonne- en windenergie. Dat betekent dat in de elektriciteitssector hernieuwbare energie over drie of vier jaar steenkool en kernenergie zal hebben ingehaald. Ik denk dat dit een ontwikkelingsproces is dat we niet hoog genoeg kunnen prijzen. 35 procent hernieuwbare energie in negen jaar!
Met de routekaart voor energie zullen we ons in elk geval niet alleen richten op 2050, maar ook op 2025 of 2030, dat wil zeggen het komende decennium, waarin we in techniek, elektriciteitsnetwerken en opslagmogelijkheden moeten investeren. Ik ben er zeker van dat we hier een consensus kunnen bereiken over een percentage energieopwekking van 40 + x procent in 2030 en dan samen met de lidstaten hierover tot een besluit kunnen komen.
Zodra hernieuwbare energie een aandeel van 40 procent of meer inneemt, blijft er voor de lidstaten nog maar 60 procent of nog minder over en dan boeken we vooruitgang bij het onderwerp bevoegdheid op Europees niveau met medeweten en instemming van de lidstaten. Voor sommigen gaat dat misschien niet snel genoeg, maar ook zonder wijziging van het Verdrag van Lissabon, die momenteel niet realistisch zou zijn, liggen de doelstellingen op 20, dan 35 en later 40 procent hernieuwbare energie. Dat is een duidelijke ontwikkeling van de bevoegdheid in de richting van Europese controle en het Europees niveau.
Wanneer we dit scenario voor hernieuwbare energie bekijken, is het ook altijd de moeite waard een blik te werpen op de lidstaten. Neem bijvoorbeeld het door mij zeer gewaardeerde opkomende grote land Polen. In Polen wordt negentig procent van de elektriciteit momenteel opgewekt met steenkool. Negentig procent! Ik vind dat onwaarschijnlijk en vraag daarom ook aan de leden van alle fracties uit deze grote, opkomende lidstaat Polen: denkt u dat in uw land de politiek, ongeacht wie er regeert, in de komende jaren en decennia het aandeel steenkool zal weten te verlagen tot nul procent? Ik denk het niet.
Overigens wordt in Polen momenteel een nieuwe kerncentrale gepland. Dat betekent dat Polen ook met kernenergie een deel van zijn energiemix wil aanpassen om minder afhankelijk te zijn van gas en dus van de Russische Federatie.
Nu, mevrouw Harms, deze regering werd democratisch verkozen en geniet in eigen land groot aanzien. Met name wij in Duitsland moeten niet denken dat we alles beter weten. Als het over veiligheidsoverwegingen gaat, vertrouw ik onze Poolse vrienden even consequent als ik u vertrouw.
(Applaus en interrupties)
Mijnheer de fractievoorzitter, wij hebben altijd de neiging om vanuit Duitsland Europa te willen besturen. Mijn advies is om de democratische processen in Polen en ook in Frankrijk met de nodige nederigheid in acht te nemen en te aanvaarden. Ik spreek hier als een Europeaan die zijn geboorteland Duitsland kent en respect heeft voor de democratische processen in Polen, in Frankrijk en in alle andere lidstaten.
Een land waarvan de energiemix voor negentig procent gebaseerd is op steenkool zal het echter lastig krijgen om dit af te bouwen tot nul procent. Daarom is in mijn planning steenkool zonder CO2-uitstoot een van de opties. Wie Polen, Roemenië of Spanje kent, moet in de Energieroutekaart 2050 ook een optie voor steenkool opnemen, anders gaat men voorbij aan de werkelijkheid in democratisch gekozen parlementen en regeringen. Daarom vind ik onderzoek en demonstratieprojecten voor CO2-afvang en –opslag (CCS) zeer belangrijk op weg naar een ander doel, namelijk het bereiken van een CO2-vrije energiesector in de komende decennia.
In de routekaart van mevrouw Hedegaard hebben we voor de energiesector tegen 2050 tien procent minder CO2-uitstoot dan nu voorzien.
(Interrupties)
Wat het onderwerp kerncentrales betreft, weten we allemaal dat er landen zijn die momenteel een moratorium hebben voor kerncentrales of ze willen sluiten, zoals bijvoorbeeld Duitsland. Er zijn buurlanden, zoals Zwitserland, die de planning van nieuwe kerncentrales uitgesteld hebben, maar er zijn ook landen waar kerncentrales worden gebouwd, zoals Finland, er zijn landen die kerncentrales hebben en nieuwe plannen en er zijn landen die geen kerncentrales hebben en er een willen gaan bouwen. Daarom vind ik het geweldig en belangrijk dat ondanks al deze verschillen en verschillende culturen de stresstest en de veiligheidstoets met de hoogste veiligheidsnormen algemeen goedgekeurd en door de lidstaten aanvaard moet worden. De test is een kleine, maar doorslaggevende gemeenschappelijke noemer die zowel landen met kernenergie als landen zonder kernenergie de hoogst mogelijke veiligheid zal garanderen.
Er is gezegd dat de autoriteiten onafhankelijk moeten zijn. Er wordt op de meest uiteenlopende levensgebieden openbare controle en toezicht uitgeoefend: gezondheid, veiligheid, verkeer, energiesector, in de industrie en op vele andere terreinen. Ik wil fundamenteel mijn vertrouwen uitspreken in het openbaar toezicht. Mevrouw Harms, wanneer u alles over een kam scheert en het over pappenheimers hebt en daarmee suggereert dat een nationaal nucleair toezichtsorgaan zijn wettelijke taak niet vervult, dan vind ik dat bijzonder ernstig en ook een motie van wantrouwen jegens uw collega mijnheer Trittin, die in Duitsland als federaal minister van Milieu zeven jaar lang verantwoordelijk was voor deze toezichtsautoriteiten. Ik heb fundamenteel vertrouwen in deze autoriteiten, en wij hebben de taak om met hen samen te werken.
Voordat het besluit wordt genomen, zal ik volledig transparant te werk gaan en u in mei het ontwerp van de stresstests en van de testcriteria voorleggen. Ik zou graag van u horen hoe de tekst verbeterd, aangevuld of aangescherpt kan worden om zo een proces op te starten dat uiteindelijk leidt tot een brede aanvaarding door alle lidstaten en tot een hoge controledichtheid. Met deze stresstests, waartoe de staatshoofden en regeringsleiders ons de opdracht hebben gegeven, hebben we voor het eerst een gemeenschappelijke Europese procedure om te zorgen voor de allerhoogste veiligheidsnormen in alle 143 kerncentrales. Dat is al een innovatie en een ontwikkeling die het Parlement zou moeten ondersteunen en niet al van meet af aan op kritiek en wantrouwen zou moeten onthalen.
Tot slot wil ik opmerken dat ik de richtlijn nucleaire veiligheid van juni 2009 geërfd heb, die tegen juli dit jaar moet worden omgezet. Ik zeg u heel eerlijk dat de inhoud ervan voor mij onvoldoende is, omdat er in de richtlijn op de eerste plaats formele regelingen worden getroffen, bevoegdheden worden gedefinieerd en vereisten worden opgelegd aan toezichtsorganen, maar het volgens mij aan echte inhoud ontbreekt. Daarom wil ik in de tweede helft van het jaar tegelijk met het veiligheidsonderzoek en overeenkomstig de opdracht van de Europese Raad de vraag bespreken hoe we deze veiligheidsrichtlijn vroeg en snel kunnen herzien en op Europees niveau concrete vereisten kunnen opstellen voor de veiligheid van kernenergie.
(Applaus)
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, dit debat was zeer leerzaam. Mijn hartelijke dank, ik heb het met grote aandacht gevolgd.
Het Hongaarse voorzitterschap is dit halfjaar begonnen met zeer grote ambities op het gebied van energiebeleid. Eén ambitie die we niet hadden was een regeling te bereiken voor brandstofmixen. Naar mijn mening heeft ook het debat van vandaag aangetoond dat dat geen reële doelstelling zou zijn. Er zijn heel wat argumenten ten gehore gebracht voor en tegen het vaststellen van enkele richtsnoeren voor brandstofmixen in de Europese Unie. Ik denk niet dat we dit binnen afzienbare tijd zullen kunnen regelen, maar ik weet niet zeker of dat een probleem is; de lidstaten moeten dus verantwoordelijke besluiten kunnen nemen ten aanzien van hun eigen brandstofmix.
We hebben evenwel ambities gehad om veel vorderingen te maken voor de totstandkoming van een gemeenschappelijke energiemarkt. Dit is wat de Europese Raad van 4 februari 2011 zich ten doel heeft gesteld, alsook dat we uiterlijk in 2015 een eind maken aan de energie-eilanden binnen de Europese Unie, en vervolgens hebben we op de Raad Energie van eind februari ook conclusies kunnen aannemen, wat naar mijn mening een belangrijke stap voorwaarts is.
Bij ons weten zal de Commissie het Stappenplan Energie 2050 in november publiceren. Maar op de informele Raad Energie op 2 en 3 mei in Boedapest zullen de ministers van energie terzake reeds een voorlopig debat houden over de doelstellingen, waarvan het voorzitterschap een verslag zal opmaken, een politieke samenvatting die op de agenda van de formele bijeenkomst van de Raad Energie in juni zal worden gezet.
Ik weet zeker dat de kwesties die nu in deze zaal ter sprake zijn gekomen ook tijdens het debat van de Raad naar voren zullen komen, en ik vertrouw erop dat wanneer dit debat door het Hongaarse voorzitterschap wordt samengevat, de Commissie erop zal kunnen voortbouwen wanneer zij de laatste hand legt aan het Stappenplan Energie 2050 die zij in november zal publiceren. Maar dat de lidstaten zowel ten aanzien van de veiligheid van kernenergie als in hun streven om een gemeenschappelijk Europees kader te creëren, maximaal engagement aan de dag leggen, wordt het best bewezen door de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart. In die conclusies wordt benadrukt dat we lering moeten trekken uit de ramp in Japan, onderzoek moeten doen naar de veiligheidstoestand van de kerncentrales van de EU, en de stresstests moeten uitvoeren. De Ensreg en de Commissie is verzocht om dit zo spoedig mogelijk te doen en met een voorstel te komen voor de bevoegdheid en modaliteiten daarvoor, zodat daarna een algemene evaluatie door de Commissie kan worden opgesteld en gepubliceerd op grond van de evaluaties van deze onafhankelijke autoriteiten. En tot slot zal ook de Europese Raad zelf zich opnieuw over dit thema buigen op zijn laatste bijeenkomst van 2011.
De staatshoofden en regeringsleiders hebben tevens benadrukt dat nucleaire veiligheid niet moet worden beperkt tot het grondgebied van de Europese Unie, en dat we ook onze buurlanden zullen vragen om deze stresstests uit te voeren. Ook oordeelden ze dat op het gebied van nucleaire veiligheid de hoogst mogelijke standaarden nodig zijn, en dat de Europese Raad belangrijke taken voor de Commissie heeft vastgesteld die - naar mijn vaste overtuiging en zoals de commissaris al zei - met de grootste inzet door de Commissie zullen worden uitgevoerd.
Dus hoe heftig het debat vandaag ook geweest is, er zijn gemeenschappelijke punten waar we het naar mijn mening allemaal over eens zijn: dat er een gemeenschappelijk Europees kader moet komen, dat we op alle niveaus ons uiterste best moeten doen om de grootst mogelijke veiligheid te waarborgen, en dat we dat allemaal op transparante wijze in alle openbaarheid moeten doen. De Raad is bereid om langs deze lijnen met zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement samen te werken.
De Voorzitter. – Tot besluit van het debat zijn er zes ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement.
Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Liam Aylward (ALDE), schriftelijk. – (GA) Er gaat voor Ierland een aanzienlijke nucleaire dreiging uit van kerncentrales aan de westkust van het Verenigd Koninkrijk, waarvan een aantal operationeel zijn en andere gesloten zijn, . Sellafield is de beroemdste. Deze centrales zijn begrijpelijkerwijs een bron van ongerustheid onder de bevolking van Ierland, die recht heeft op correcte en actuele informatie over deze centrales. Hoewel Ierland en het Verenigd Koninkrijk een bilaterale overeenkomst hebben ondertekend inzake informatie-uitwisseling in geval van een kernongeval, moeten Ierland en andere buurlanden in een eerdere fase betrokken worden bij het veiligheidsproces. De EU moet een ingrijpende herziening uitvoeren van haar huidige benadering van nucleaire veiligheid en van de criteria die worden gebruikt om de veiligheid van centrales te evalueren. Er moet onmiddellijk worden begonnen met uitgebreide, onafhankelijke en transparante risico- en veiligheidsbeoordelingen (dat wil zeggen stresstests). Stresstests voor kerninstallaties betekenen een stap voorwaarts. Om het beste uit deze stresstests te halen, moeten de gedetailleerde resultaten worden gedeeld met buurlanden en de Europese Commissie, zodat passende maatregelen getroffen en veiligheidsplannen uitgevoerd kunnen worden teneinde de bevolking van Europa te beschermen.
Elena Băsescu (PPE), schriftelijk. – (RO) Tegen de achtergrond van de kernramp in Fukushima moet er opnieuw worden nagedacht over de veiligheidsnormen in de nucleaire sector. We hebben het over de meer dan 400 kernreactoren in de hele wereld. Het uitvoeren van een bestendigheidsproef op zo kort mogelijke termijn is een welkom initiatief. Dat is echter onvoldoende – er moet een hele cultuur komen van nucleaire veiligheid. Ik breng het kernongeval in Tsjernobyl in 1986 in herinnering, dat het concept van 'nucleaire veiligheid' heeft geïntroduceerd. Met betrekking tot Roemenië wil ik onderstrepen dat er geen risico bestaat op een aardbeving die het functioneren van de kerncentrale in Cernavodă in gevaar brengt. Preventieve controles hebben uitgewezen dat de twee reactoren veilig functioneren. Deze dekken ongeveer twintig procent van het landelijke energieverbruik. De centrale is bestand tegen aardbevingen met een kracht van 8 op de schaal van Richter. De bevingen die in Roemenië kunnen voorkomen, hebben gemiddeld een kracht van 7 tot 7,5.
Spyros Danellis (S&D), schriftelijk. – (EL) De tragedie in Fukushima heeft ons op een bijzonder pijnlijke wijze de stap doen zetten naar een nieuw tijdperk in het gebruik van kernenergie. Bovendien is een geheel nieuwe situatie ontstaan door zowel de energie-uitdagingen van de eenentwintigste eeuw als de gevaren in verband met de leeftijd en de steeds geringer wordende betrouwbaarheid van veel kerncentrales. Ook is het noodzakelijk geworden het Euratom-Verdrag te wijzigen, dat in feite meer dan een halve eeuw lang ongewijzigd is gebleven. Om te komen tot een volledig Europees toezicht op deze door een gebrek aan transparantie gekenmerkte bedrijfstak, moet het Euratom-Verdrag worden opgenomen in de Europese Unie en moeten kernenergievraagstukken onder de gewone wetgevingsprocedure komen te vallen. In het kader van de wijziging zou kunnen worden voorzien in strengere veiligheidsvoorschriften, beperkingen (voor bijvoorbeeld aardbevingsgebieden) en strenge bouwvoorschriften voor nieuwe kerncentrales, maar ook in regelmatige, geloofwaardige stresstests voor bestaande centrales. Voor ons is het vanzelfsprekend dat het nieuwe, strenge rechtskader ook geëerbiedigd moet worden door de buurlanden van de Unie, totdat wij er op een goede dag in slagen ons definitief te bevrijden van de nachtmerrie van kerncentrales.
Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. – (EN) Ik ben uit veiligheidsoogpunt tegen kernenergie, maar ik steun verder onderzoek naar de mogelijkheden van kernfusie als mogelijk veiliger alternatief op de langere termijn. Er is geen veilige manier. Er zullen altijd ongelukken gebeuren. Het recente nucleaire ongeval in Japan, waarvan gezegd was dat het nooit kon gebeuren, toont eens te meer aan dat de huidige productie van kernenergie catastrofaal kan zijn. Het bijproduct ervan, radioactief afval, vormt al een dodelijke bedreiging voor de menselijke gezondheid, in feite voor eeuwig. In plaats van dat we miljarden euro’s in nieuwe kerncentrales investeren, moeten we dat geld investeren in het ontwikkelen van hernieuwbare energiebronnen.
András Gyürk (PPE), schriftelijk. – (HU) Onder invloed van de Japanse ervaringen zal een aantal landen naar verwachting zijn kernenergiestrategie heroverwegen. Duitsland heeft al concrete maatregelen genomen en zijn vóór 1980 gebouwde kerncentrales voor drie maanden stilgelegd. Voor zover meerdere lidstaten in Europa hun kernenergiestrategie heroverwegen als resultaat van de gebeurtenissen in Japan, zou dat een aanzienlijke invloed op de Europese energiemarkten kunnen hebben, aangezien de stroomopwekking van kerncentrales door andere bronnen zou moeten worden vervangen. Naar mijn overtuiging zouden overijlde maatregelen in de huidige situatie even schadelijke gevolgen kunnen hebben als een eventuele ramp. In plaats daarvan is een verstandige inachtneming van de effecten van de afzonderlijke scenario’s de aangewezen weg. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat, net als in Duitsland als gevolg van de daar genomen maatregelen, de elektriciteitsprijzen omhoog gaan en ook lidstaten die onder normale omstandigheden stroom exporteren met uitdagingen ten aanzien van voorzieningszekerheid worden geconfronteerd. Europa moet zich koelbloedig beraden over de mogelijke invloed van een heroverweging van de kernenergiestrategie op de energiemarkt. Het is evenmin duidelijk welke technologieën geschikt zouden kunnen zijn voor vervanging van de capaciteiten van een kerncentrale. Verder is het een belangrijke vraag wat voor invloed een eventuele wijziging van de strategie op de gasmarkten, de gasvoorzieningszekerheid en de doelstellingen van de EU betreffende vermindering van de koolstofemissies zou hebben. Tot slot wil ik de snelle reactie van de Europese Commissie toejuichen, alsmede de mededeling dat de Europese kerncentrales aan stresstests zullen worden onderworpen. Maar de belangrijkste vraag is wat voor verdere maatregelen Europa wil nemen om de veiligheid van de kernenergieproductie te garanderen.
Ivailo Kalfin (S&D) , schriftelijk. – (BG) De tragedie in de kerncentrale van Fukushima dwingt ons hieruit lering te trekken en onmiddellijk de maatregelen te treffen die de Europese burgers verwachten. Deze maatregelen moeten echter wel op het juiste doel gericht worden.
Het essentiële probleem dat we moeten aanpakken, is hoe de veiligheid van Europese burgers gewaarborgd moet worden. In de komende maanden zal het Europees Parlement een aantal wetgevingsteksten behandelen die de toekomst van de energiesector in Europa zullen bepalen, en de toekomst van kernenergie in het bijzonder.
Op dit moment is veiligheid onze topprioriteit. We moeten de kerncentrales van Europa niet vergelijken met de 40 jaar oude kerncentrale van Fukushima, waarvan de particuliere eigenaar weigerde de veiligheidseisen te verhogen.
De EU moet zo spoedig mogelijk de minimumnormen goedkeuren en deze verplicht stellen voor alle kerncentrales. Deze normen moeten worden opgesteld en goedgekeurd voordat de risico- en veiligheidsanalyses (dat wil zeggen stresstests) in de kerncentrales worden uitgevoerd. Tijdens haar ambtstermijn als regeringspartij heeft de Bulgaarse socialistische partij bij verschillende gelegenheden op het vaststellen van dergelijke normen aangedrongen, maar dit is tot nu toe nog niet gebeurd. Zowel de normen als de criteria voor de stresstests moeten worden vastgesteld door de specialisten van de Groep Europese regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid.
Ik steun de ontwikkeling van nieuwe technologieën en hernieuwbare energiebronnen in het bijzonder. Er bestaat echter geen twijfel over dat deze niet in staat zijn de kerninstallaties op de korte en middellange termijn te vervangen.
Pavel Poc (S&D), schriftelijk. – (CS) Een andere les die we uit de ramp met de kerncentrale Fukushima 1 kunnen trekken, is dat het gevaarlijk is om de energievoorziening volledig aan particuliere ondernemingen toe te vertrouwen. Privékapitaal maximaliseert de winsten en verwaarloost daarbij veiligheidsmaatregelen. Hoeveel “economische wereldcrises”, “Golven van Mexico” en “Fukushima’s” hebben we nog nodig om dat eindelijk eens toe te geven? Door onverantwoordelijk handelen van particuliere investeerders is er op dit moment een wereldwijde financiële crisis. Door onverantwoordelijk handelen van een particuliere oliemaatschappij zijn er miljoenen tonnen olie de zee ingestroomd. Door onverantwoordelijk handelen van een particulier bedrijf zijn de bodem, zee en voedingsketen in Japan nog tientallen jaren radioactief besmet. Kernenergie zou altijd onder staats- en internationale controle moeten staan. De geplande stresstests moeten op basis van uniforme standaarden door transparante en onafhankelijke controleorganen worden uitgevoerd en moeten grensoverschrijdend zijn. Hoewel er in Europa een rechtskader bestaat waarbinnen technologische verbetering voortdurend wordt gestimuleerd, moet er toch aanzienlijk meer geïnvesteerd worden in onderzoek en onderwijs om het hoogst mogelijke veiligheidspeil te kunnen garanderen en om de gezondheid en het milieu te kunnen beschermen op basis van het laatste technisch-wetenschappelijk onderzoek. Ook in de omgang met radioactief afval en verbruikte splijtstof, die beide momenteel onder min of meer provisorische omstandigheden liggen opgeslagen, moet aanzienlijk meer worden geïnvesteerd. De lering die we uit deze ramp trekken, moet erop gericht zijn om de veiligheid te waarborgen en niet om de enige echt duurzame en klimaatneutrale energiebron die we tot onze beschikking hebben, af te schaffen.
Daciana Octavia Sârbu (S&D), schriftelijk. – (EN) Door het kernongeluk in Japan is opnieuw bezorgdheid ontstaan over de veiligheid van kerncentrales overal ter wereld. In Roemenië is de kerncentrale in Cernavodă door diverse instanties beoordeeld, waaronder de Europese Commissie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie. In een onderzoek uit 2004 werd vastgesteld dat het aardbevingsrisico de grootste risicofactor is voor de veiligheid in de centrale. Dit risico moet doeltreffend aangepakt worden en, zoals de tragische gebeurtenis in Japan weer liet zien, als urgente kwestie. Daarom juich ik het recente voorstel toe om stresstests voor nucleaire installaties in te voeren, evenals het van kracht worden van de richtlijn betreffende nucleaire veiligheid. De veiligheid van nucleaire faciliteiten, inclusief langetermijnopslagplaatsen, zal van het allergrootste belang blijven voor zowel huidige als toekomstige generaties, ongeacht ons besluit over de toekomstige energiemix en de manier waarop we onze koolstofarme doelen halen.
Theodor Dumitru Stolojan (PPE), schriftelijk. – (RO) Kernenergie is een hulpbron waar de wereldeconomie op de lange termijn niet zonder kan. Gevaarlijke ongelukken in bepaalde kerncentrales moeten niet leiden tot een volledige afwijzing van kernenergie. De oplossing is om zoveel mogelijk middelen in te zetten voor onderzoek op dit gebied en het verbeteren van de nucleaire technologie om het risico op ongelukken te verkleinen.
Marc Tarabella (S&D), schriftelijk. – (FR) Ja, we moeten kernenergie afbouwen, dat is duidelijk. Dat kunnen we echter onmogelijk van de ene op de andere dag doen. Alleen al in België wordt 55 procent van de elektriciteit opgewekt door middel van kernenergie. Hoe kunnen we nog zorgen voor verwarming, voeding en verlichting als we morgen besluiten om alle centrales te sluiten? Daarom moeten we op twee niveaus handelen.
In de eerste plaats moeten we de veiligheidsnormen voor de bestaande centrales verhogen, in het bijzonder door de bestendigheidsproeven, die momenteel worden uitgevoerd in de lidstaten. Behalve de noodzakelijke harmonisatie van deze proeven op Europees niveau, zijn we het aan onze bevolking verplicht om zo transparant mogelijk te werk te gaan. Het vertrouwen in onze kernenergie moet worden hersteld.
In de tweede plaats moeten we ons onderzoek en onze innovatie intensiveren om zo snel mogelijk oplossingen te ontwikkelen om energie te besparen en duurzame en doeltreffende hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. De goedkoopste, schoonste en minst gevaarlijke energie is niet-gebruikte energie. Die inspanningen vereisen met onmiddellijke ingang een dwingende regulering en grote investeringen op Europees niveau en in de lidstaten.