Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2143(DEC)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0094/2011

Debatten :

PV 10/05/2011 - 4
CRE 10/05/2011 - 4

Stemmingen :

PV 10/05/2011 - 11.3
CRE 10/05/2011 - 11.3
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0196

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 10 mei 2011 - Straatsburg Uitgave PB

4. Kwijting 2009 (debat)
Video van de redevoeringen
PV
MPphoto
 

  De Voorzitter. Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling III – Commissie en uitvoerende agentschappen [SEC(2010)0963 – C7-0211/2010 – 2010/2142(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Jorgo Chatzimarkakis (A7-0134/2011);

- het verslag over de speciale verslagen van de Rekenkamer, in de context van de verlening van kwijting aan de Commissie voor 2009 [2010/2204(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Jorgo Chatzimarkakis (A7-0135/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling I – Europees Parlement [SEC(2010)0963 – C7-0212/2010 – 2010/2143(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Ville Itälä (A7-0094/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling II – Raad [SEC(2010)0963 – C7-0213/2010 – 2010/2144(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0088/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling IV – Hof van Justitie [SEC(2010)0963 – C7-0214 – 2010/2145(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0137/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling V – Rekenkamer [SEC(2010)0963 – C7-0215/2010 – 2010/2146(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0138/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité [SEC(2010)0963 – C7-0216/2010 – 2010/2147(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0136/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling VII – Comité van de Regio's [SEC(2010)0963 – C7-0217/2010 – 2010/2148(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0139/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling VIII – Europese Ombudsman [SEC(2010)0963 – C7-0218/2010 – 2010/2149(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0116/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009, afdeling IX – Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming [SEC(2010)0963 – C7-0219/2010 – 2010/2150(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Crescenzio Rivellini (A7-0117/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2009 [COM(2010)0402 – C7-0220/2010 – 2010/2151(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Bart Staes (A7-0140/2011);

- het verslag over de kwijting 2009: prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen [2010/2271(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0149/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Politieacademie voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0241/2010 – 2010/2181(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0150/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0233/2010 – 2010/2173(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0153/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0232/2010 – 2010/2172(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0119/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0226/2010 – 2010/2166(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0106/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0244/2010 – 2010/2184(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0118/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0237/2010 – 2010/2177(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0123/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0239/2010 – 2010/2179(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0107/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0245/2010 – 2010/2185(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0127/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0230/2010 – 2010/2170(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0122/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0238/2010 – 2010/2178(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0146/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0229/2010 – 2010/2169(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0120/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0236/2010 – 2010/2176(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0132/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0252/2010 – 2010/2192(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0105/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Spoorwegbureau voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0240/2010 – 2010/2180(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0125/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0235/2010 – 2010/2175(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0109/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0231/2010 – 2010/2171(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0104/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Voorzieningsagentschap van Euratom voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0246/2010 – 2010/2186(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0144/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0227/2010 – 2010/2167(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0108/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0234/2010 – 2010/2174(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0133/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0120/2010 – 2010/2168(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0130/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex) voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0242/2010 – 2010/2182(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0145/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese GNSS-toezichtautoriteit voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0243/2010 – 2010/2183(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0103/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0250/2010 – 2010/2190(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0126/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0249/2010 – 2010/2189(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0128/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0251/2010 – 2010/2191(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0129/2011);

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0247/2010 – 2010/2187(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0131/2011), en

- het verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor het begrotingsjaar 2009 [SEC(2010)0963 – C7-0248/2010 – 2010/2188(DEC)] – Commissie begrotingscontrole. Rapporteur: Georgios Stavrakakis (A7-0124/2011).

 
  
MPphoto
 

  Jorgo Chatzimarkakis, rapporteur.(DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris Šemeta, geachte dames en heren, het proces waarmee wij ons vandaag bezighouden – dat wil zeggen de kwijting voor de uitgaven van de Europese Commissie – is een essentieel proces. In de afgelopen jaren is daar wellicht iets te gemakkelijk over gedacht, maar in feite is het verlenen van kwijting voor de uitgaven van de Europese Unie voor het jaar 2009 een van de essentiële taken van het Europees Parlement.

Wij zijn ons ervan bewust dat 80% van die middelen besteed is onder een gedeelde verantwoordelijkheid van de Commissie en de lidstaten. Niettemin berust de eindverantwoordelijkheid bij de Commissie. Sta mij daarom toe om het woord rechtstreeks tot u te richten, commissaris Šemeta. In de eerste plaats wil ik u bedanken. Dat wil ik hier meteen aan het begin heel duidelijk stellen. Mijn dank gaat eveneens uit naar mijn medeafgevaardigden voor de goede samenwerking en voor hun grote steun voor het standpunt van het Parlement. De discussies die wij gevoerd hebben, waren echter zeer intens, commissaris Šemeta. U hebt weliswaar slechts een gedeeltelijke verantwoordelijkheid voor 2009, maar u bent er niettemin flink tegenaan gegaan. In sommige gevallen was de discussie verhit en bijzonder gedetailleerd. Ik wil echter graag benadrukken dat u die kwijting boven aan de agenda van het college van commissarissen c.q. de Commissie hebt gezet. De voorzitter van de Commissie, de heer Barroso, heeft meer dan een uur met ons over de details onderhandeld. U hebt zelf een grote rol gespeeld bij het veranderen van de houding van de Commissie ten opzichte van de kwijting en van de houding van de functionarissen van de Commissie ten opzichte van het hele proces. Ik ben u er dankbaar voor dat u eigenlijk heel open hebt gezegd dat de druk die het Parlement dit jaar heeft uitgeoefend uiteindelijk ook tot een grotere transparantie zal leiden. U hebt nu de beschikking over een middel om niet alleen druk op de lidstaten uit te oefenen, maar ook op uw eigen beheeractiviteiten – op dat gebied was er tot nu toe sprake van een zekere laksheid.

Ik ben echter ook van mening dat wij de impulsen die wij samen hebben gecreëerd commissaris Šemeta – en ik verzoek u om onze dank ook aan voorzitter Barroso over te brengen – en de bijbehorende dynamiek tevens voor de andere kwijtingsverslagen moeten gebruiken. Er is namelijk één ding dat wij allemaal duidelijk voor ogen moeten houden, en wel dat de Europese Rekenkamer voor de zestiende keer op rij geen onvoorwaardelijke betrouwbaarheidsverklaring heeft afgegeven. Dat is niet onbelangrijk, want dat betekent in feite dat u al zestien jaar lang niet aan de criteria voldoet. Wij hebben zelf echter ook essentiële criteria geformuleerd, en daaraan hebt u wel voldaan. Sta mij toe om die dadelijk kort toe te lichten. Het doet mij overigens genoegen dat de heer Fjellner, de aanstaande rapporteur voor de kwijting voor de begroting, zich hier aan mijn zijde bevindt. Ik hoop dat hij de werkzaamheden met hetzelfde enthousiasme zal voortzetten.

De Commissie heeft een duidelijk begin gemaakt om de foutieve uitgaven in de boekhouding over 2009 ook te benoemen; dat is cruciaal, want wij hebben het per slot van rekening over een gedeelde verantwoordelijkheid voor 80% van de uitgaven. Zij heeft de betreffende posten openlijk aangegeven. Op basis van deze nieuwe transparantie hebben wij vijf essentiële criteria geformuleerd. Het eerste criterium betreft een eeuwenoude kwestie, een van onze stokpaardjes, waar het Parlement al heel lang de aandacht op vestigt, te weten de nationale beheersverklaringen. Als vertegenwoordiger van de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa ben ik ook verheugd dat deze kwestie met name aan de orde is gesteld door Nederlandse leden van de ALDE-Fractie. Met deze kwestie doel ik op de bevestiging door de ministers van Financiën dat de EU-middelen in hun eigen landen op correcte wijze zijn besteed.

Wij beschikken nog steeds niet over die nationale beheersverklaringen, maar wij willen ze wel hebben. In dat opzicht zal hieraan in de toekomst een vervolg gegeven moeten worden middels mijn samenwerking met de heer Fjellner. Commissaris, u hebt beloofd dat wij zullen bestuderen of er in het kader van de volgende financiële vooruitzichten in 2014 striktere voorwaarden ingevoerd kunnen worden. Het is belangrijk dat u richtsnoeren hebt opgesteld – daar zijn wij u dankbaar voor – en dat u aangegeven hebt welke landen wel nationale beheersverklaringen hebben overgelegd. Dat zijn er niet veel. In wezen voldoet alleen Nederland aan alle criteria. Het is ook een goede zaak dat u de directoraten-generaal de opdracht hebt gegeven om, voor de eerste keer in het activiteitenverslag over 2010, aan te geven welke componenten de toekomstige nationale beheersverklaringen moeten bevatten, zelfs al vindt dit slechts op werkniveau plaats.

Het tweede essentiële vereiste is dat de commissarissen ook een grotere verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. U hebt voorgesteld om de directoraten-generaal te verplichten hun commissarissen op de hoogte te stellen van eventuele onregelmatigheden, en daar zijn wij u dankbaar voor.

Het derde essentiële vereiste heeft betrekking op een intensiever gebruik van het instrument om betalingen te beëindigen of op te schorten. U hebt duidelijke criteria genoemd voor het nemen van dergelijke maatregelen. U hebt ons ook duidelijk laten zien hoe u dat in de afgelopen paar jaar al eerder hebt gedaan. Ik dank u voor die openheid en transparantie, omdat wij daardoor meer druk op de lidstaten kunnen uitoefenen. Onze dank geldt ook de ondersteunende richtsnoeren voor de lidstaten. Daarnaast hebt u toegezegd duidelijke normen te zullen hanteren bij het evalueren van de doelmatigheidscontroles; overigens bent u daar op grond van het Verdrag van Lissabon sowieso toe gehouden. Ik dank u eveneens voor het feit dat u ons in aanzienlijke mate bij die doelmatigheidscontroles hebt betrokken. Bovendien hebt u toegezegd om vereenvoudigingen door te voeren aangezien het materiaal vaak dermate complex is dat mensen zich achter de regels verschuilen en zich aan misbruik schuldig maken. Tot slot geldt onze dank ook de zeer duidelijke eisen die u met het oog op de volgende financiële vooruitzichten hebt gesteld.

Ik ben er voorstander van om op de ingeslagen weg verder te gaan. Naar mijn idee kan het Parlement er in aanzienlijke mate toe bijdragen de Commissie naar een hoger niveau te tillen. Ik wens de heer Fjellner daarbij het allerbeste en wil graag eindigen met een hartelijk woord van dank voor de Parlementaire medewerkers, met name voor Bent Adamsen en Dominykas Mordas.

 
  
MPphoto
 

  Ville Itälä, rapporteur. (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, om te beginnen wil ik iedereen bedanken met wie ik heb samengewerkt, vooral de schaduwrapporteurs, met wie de samenwerking uitstekend was. Ik wil ook de leden van de Commissie begrotingscontrole bedanken, want een duidelijke meerderheid in die commissie stond achter het verslag, en de sfeer was er uitstekend. Mijn dank gaat ook uit naar alle functionarissen die ons hebben geholpen. Het werk was veeleisend en duurde lang, en de kwesties zijn zeer delicaat en lastig, maar moeten toch worden behandeld.

De hoofdgedachte in het verslag is dat we in de Europese Unie nu een economische crisis doormaken. Lidstaten, ondernemingen en burgers moeten voortdurend overwegen hoe ze kunnen bezuinigen en hoe ze zich in het dagelijks leven kunnen redden. Het Parlement moet hetzelfde doen, en de Raad heeft dan ook voorgesteld dat het Parlement ook in dit opzicht over bezuinigingen moet nadenken en die ook moet vinden. Dat is natuurlijk moeilijk, omdat we allemaal ons eigen lievelingsproject hebben en onze ideeën over wat het Parlement in ieder geval wel moet doen. Het vinden van zaken waarop bezuinigd kan worden, is dan natuurlijk soms zeer lastig.

Veel zaken die hier zijn voorgesteld en die betrekking hebben op de toelagen van de leden en manier waarop de leden werken, zijn in financieel opzicht niet erg omvangrijk. De economie van de Europese Unie staat of valt daarmee niet, maar de reputatie die we kunnen verliezen wanneer we niet op een verstandige en voor de burgers aanvaardbare wijze optreden, is aanzienlijk, en daarom moeten we heel nauwgezet overwegen wat we gaan doen.

Naar mijn mening moeten we ons richten op de wezenlijke redenen waarom we hier zijn. We zijn een wetgevingsorgaan en stellen een begroting op. Dat is het werk dat we doen, en daarvoor moeten we de juiste middelen hebben. We moeten de beschikking hebben over informatietechnologie en dergelijke, maar met betrekking tot zaken die verder gaan dan dat, moeten we zeer kritisch zijn en ons afvragen of het daadwerkelijk nodig is voor het werk dat we hier moeten doen.

Nu er weinig tijd is, wil ik twee belangrijke maar waarschijnlijk ook lastige zaken in dit verslag naar voren brengen. De eerste is veiligheid. Mijnheer de Voorzitter, ik hoop dat de secretaris-generaal zo snel mogelijk een voorstel indient om de veiligheid te verbeteren. Binnen ongeveer een jaar hebben we met drie overvallen te maken gehad: in de bank, de kantine en het postkantoor. Dit kan zo echt niet doorgaan. We weten dat er in de hele wereld een voortdurende dreiging van terrorisme is. Als het Parlement zo slecht beveiligd is dat iemand hier zomaar naar binnen kan lopen en het postkantoor of de bank kan overvallen, terwijl er niemand wordt gepakt, dan moeten er snel verbeteringen worden aangebracht. Deze kwestie gaat met veel details gepaard, die in dit verslag worden vermeld. Op basis daarvan moet de veiligheid beslist worden verbeterd.

De tweede belangrijke zaak is dat ik de burgers op geen enkele wijze kan uitleggen waarom we om de drie weken van werklocatie veranderen. Dit brengt enorm veel extra kosten met zich mee, die niet kunnen worden gerechtvaardigd. Daarom moeten we hier openlijk durven bespreken of dit een verstandige manier is om geld van de belastingbetalers te gebruiken. We weten hoe moeilijk deze zaak ligt, er zijn een eigen geschiedenis en eigen passies aan verbonden, maar in de huidige economische crisis moeten we hierover praten. We kunnen geen muren als deze bouwen tussen de besluitvormers en de burgers en hen op deze manier van elkaar vervreemden. Daarom moeten we deze zaak ter sprake brengen.

Gisteren zag ik een document waarin stond dat de Franse senaat heeft voorgesteld om het Europees Parlement slechts in één plaats te laten vergaderen: in Straatsburg. Dat vind ik aanvaardbaar, omdat de hoofdzaak is dat we slechts één werkplaats hebben en geen geld verspillen aan het continu heen en weer reizen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Ik wil graag meteen antwoorden dat de secretaris-generaal en mevrouw de adjunct-secretaris-generaal zich veel moeite getroosten ten behoeve van onze veiligheid in het Parlement. Tijdens een vergadering van het Bureau gisteren is uitvoerig over dit onderwerp gesproken. De procedures moeten worden gestroomlijnd, maar ik wil hierbij ook een beroep doen op al mijn collega's, op alle leden van het Europees Parlement: er mag van onszelf ook een zekere discipline worden verwacht. Ik weet dat het soms een boel gedoe geeft, maar als we een Parlement willen dat tegelijkertijd veilig is en open voor het publiek, moeten we controles uitvoeren, ook al weet ik dat mijn collega's en ikzelf die soms irritant vinden. Gelooft u mij alstublieft als ik zeg dat er maar twee opties zijn: ofwel deze controles blijven bestaan en dan kunnen wij ons veiliger voelen, ofwel we zien ervan af, en dan hoeven we het niet meer over de veiligheid te hebben. Ik wil de leden nogmaals vragen om een positieve houding ten aanzien van deze verscherpte controles, want ik zou er niet mee willen ophouden. Ze zullen ook in de toekomst worden gehandhaafd.

We hebben ook andere plannen om te zorgen dat het Parlement open blijft, want dat is heel belangrijk. We willen een Parlement zijn dat open is voor het publiek, maar tegelijkertijd nopen de veiligheidseisen ons tot bepaalde maatregelen die tot nu toe niet nodig waren. Ook onze medewerkers hebben hiermee te maken, en ik heb begrepen dat de ergernis onder onze medewerkers zelfs nog veel groter is dan onder de leden. Ik zou de medewerkers, die heel hard werken in het Parlement, dan ook graag willen wijzen op de noodzaak van deze controles. Niet alleen de leden worden gecontroleerd, maar ook de medewerkers. Ik weet zeker dat we deze voorschriften zullen aannemen zodat we ons veiliger kunnen voelen.

 
  
MPphoto
 

  Tamás Deutsch, rapporteur. (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, zoals de Voorzitter heeft gezegd, is de heer Rivellini de rapporteur van de zeven verslagen die ter tafel liggen. Onze collega heeft in het afgelopen halfjaar uitzonderlijk hard en effectief gewerkt, maar kan helaas vandaag niet aanwezig zijn op de plenaire vergadering. Ik heb de eer hem vandaag in het debat te vertegenwoordigen.

Zoals ik zei, is de heer Rivellini de rapporteur van zeven van de verslagen. Staat u mij toe om de belangrijkste EU-instellingen te noemen waarvoor de heer Rivellini kwijtingsverslagen heeft opgesteld. Hij heeft kwijtingsverslagen opgesteld aangaande de uitvoering van de begroting van de Europese Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's, het Europese Hof van Justitie, de Europese Rekenkamer, de Ombudsman, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het bureau van deze instellingen.

Ik wil de heer Rivellini persoonlijk bedanken en specifiek mijn dank uitspreken aan de Europese Rekenkamer, die onmisbaar werk heeft geleverd voor het opstellen van de onderhavige verslagen.

Ik wil de leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement en hun collega's bedanken voor het werk dat heeft geleid tot de onderhavige resultaten.

Dames en heren, aan twee verslagen wil ik graag extra aandacht besteden, namelijk aan het kwijtingsverslag van de Europese Raad en het kwijtingsverslag van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

De kwijting van de Europese Raad is altijd ingewikkeld omdat er elk jaar een discussie ontstaat tussen de twee instellingen, het Europees Parlement en de Europese Raad, over de kwijtingsprocedure.

Ik wil hierover helder en eenduidig zijn. Het Europees Parlement is stellig en unaniem van mening dat het bij het verlenen of afwijzen van kwijting aan de Europese Raad dezelfde bevoegdheid en hetzelfde gezag heeft als bij alle andere instellingen van de EU. De heer Rivellini stelt voor om de kwijting van de Europese Raad uit te stellen zodat de Europese Raad en het Europees Parlement verder overleg kunnen voeren over de geschilpunten met betrekking tot de kwijtingsprocedure. Vorig jaar en het jaar daarvoor hebben we een vergelijkbare procedure gevolgd. De bevoegde commissie van het Parlement vroeg toen om uitstel van de kwijting van de Raad, en later werd de kwijting alsnog verleend.

Dit jaar hebben we duidelijk vooruitgang geboekt in de kwijtingsprocedure voor de Europese Raad, al lijkt het voorstel op het eerdere voorstel; het gaat namelijk over het uitstel van kwijting. Hiervoor onze dank en felicitaties aan het Hongaarse voorzitterschap van de Europese Raad.

Zoals in punt 8 van het kwijtingsverslag van de Europese Raad staat, is deze vooruitgang te danken aan de positieve instelling en de inspanningen van het Hongaarse voorzitterschap. Ik wil daarom iedereen die onder het huidige voorzitterschap een bijdrage heeft geleverd feliciteren.

We zien dat deze vooruitgang van jaar tot jaar doorzet, maar lang niet zo snel als we zouden willen. We zien het als een positief resultaat dat de Raad heeft erkend dat de kwijtingsprocedure en de begrotingsprocedure twee verschillende processen zijn en afzonderlijk van elkaar moeten worden behandeld. Het is ook verheugend dat de leden van de Raad aanwezig zijn bij en deelnemen aan het huidige debat over het verlenen van kwijting. Helaas hebben de vertegenwoordigers van de Europese Raad ook dit jaar niet gereageerd op de uitnodiging van de technische commissie. Ze hebben niet deelgenomen aan het debat van de commissie over de kwijtingsprocedure of inzicht gegeven in belangrijke documenten die onmisbaar waren voor het verlenen van kwijting, en de Europese Raad heeft niet geantwoord op de vragen van de parlementaire commissie. Dit zijn problemen die eindelijk overwonnen moeten worden.

Ik vertrouw erop dat de bevoegde parlementaire commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad na het uitstel van kwijting een manier en een gelegenheid zullen vinden om tot een definitieve en op de toekomst gerichte overeenkomst te komen over de kwesties rondom de definitieve kwijtingsprocedure voor de Raad.

Tot slot een opmerking over het voorstel tot kwijting van het Europees Economisch en Sociaal Comité. De problemen rond het beheer van de Commissie zijn niet zo ernstig dat er reden is om de kwijting uit te stellen. Wij zijn daarom vóór het verlenen van kwijting. Bovendien hebben de problemen die tijdens het werk van de technische commissie aan het licht zijn gekomen geen betrekking op het jaar dat volgt op het jaar waarvoor kwijting is verleend.

Dames en heren, als plaatsvervanger van de heer Rivellini kan ik dus met het oog op de zeven verslagen zeggen dat wij de resolutie in het voorstel bij het Parlement in overweging moeten geven.

 
  
MPphoto
 

  Bart Staes, rapporteur. Voorzitter, collega's, mijnheer de commissaris, mijnheer de Raadsvoorzitter, ik moet u een pluim geven, voor het eerst in jaren is de Raad aanwezig in dit debat over de kwijting. Proficiat daarvoor, wij stellen dat zeer op prijs.

22,6 miljard euro, beste collega's, dat is het bedrag dat het 10e Europees Ontwikkelingsfonds zal besteden over de periode 2008-2013. Daarmee vormt het Europees Ontwikkelingsfonds het belangrijkste financieel instrument van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking met de ACS-landen. Het 10e Europees Ontwikkelingsfonds is qua financieel engagement zelfs erg belangrijk en in omvang 64% groter dan zijn voorganger, het 9e Europees Ontwikkelingsfonds.

Ik wil vijf opmerkingen maken.

De eerste opmerking is dat het Europees Ontwikkelingsfonds tot op heden geen onderdeel uitmaakt van de reguliere EU-begroting. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar, want het bemoeilijkt de democratische controle, leidt tot te weinig verantwoording en zorgt zeker niet voor transparantie van de financiering. In mijn verslag herinner ik de Commissie eraan dat zij zich bij de besprekingen over het toekomstig financieel kader ertoe heeft geëngageerd om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds inderdaad een volledig onderdeel van de Europese begroting wordt. Ik hoop dat dat nu ook zal gebeuren en ik hoop, mijnheer de Raadsvoorzitter, dat u dat ook zult meenemen naar de Raad, naar de lidstaten om ervoor te zorgen dat het Europees Ontwikkelingsfonds vanaf 2014 inderdaad een volledig onderdeel van de Uniebegroting wordt. Natuurlijk is daar dan wel onder te verstaan dat deze operatie niet mag leiden tot een vermindering van de middelen die er globaal gezien voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking worden gesteld.

Tweede opmerking: kwantiteit is één zaak, kwaliteit is een andere. Voor wat betreft de reguliere ontwikkelingssamenwerking heeft de Europese Commissie zich ertoe geëngageerd 20% van de steun te besteden aan basis- en middelbaar onderwijs en aan eerstelijns gezondheidszorg. In mijn verslag vraag ik dat ook te doen voor het Europees Ontwikkelingsfonds. Primair te focussen op basis- en middelbaar onderwijs, gezondheidszorg en dat bedrag zelfs op te trekken tot 25% van het geheel. Daarbij is samenwerking met ngo's, zowel lokale ngo's als Europese ngo's, van essentieel belang.

Derde opmerking is een opmerking over het financieel beheer. De Europese Rekenkamer heeft op een zeer grondige manier het financieel beheer van het 8e, het 9e en het 10e Europees Ontwikkelingsfonds doorgelicht, behalve in het jaarverslag ook in de vele speciale verslagen, en heel goede opmerkingen, heel waardevolle opmerkingen gemaakt. Er zijn toch ook wel enkele redenen voor bezorgdheid, zoals de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot openbare aanbestedingsprocedures, de tekortkomingen inzake de controles vooraf bij de delegaties van de Europese Commissie en het falende interne controlesysteem in de partnerlanden. De Rekenkamer merkt expliciet op dat het niet om fraude gaat, maar om tekortkomingen. Ik denk dat we dat moeten meenemen. Er is inderdaad een veel te hoog aantal niet-kwantificeerbare fouten.

Mijnheer de commissaris, ik hoop dat u daar ook uw collega over zal aanspreken. Daar moet echt iets gebeuren.

Vierde opmerking: begrotingssteun. De opmerking over de begrotingssteun past in een breder debat. Charles Goerens is in de zaal aanwezig; hij is de rapporteur in de Commissie ontwikkelingssamenwerking voor het Groenboek inzake begrotingssteun. We erkennen allemaal dat begrotingssteun een belangrijk element kan zijn voor de verbetering van de ontwikkelingssamenwerking. Het is niet een louter zaligmakende methodiek, er zijn ook een aantal nadelen aan verbonden. Het voordeel is dat de transactiekosten laag zijn, dat er sprake is van een toegenomen eigen verantwoordelijkheid van de partnerlanden, van een betere dialoog tussen partners en donoren, maar tegelijkertijd is er natuurlijk het risico van verduistering, van ongewenst gebruik van middelen. Ik denk dat dat debat nog verder zal worden gevoerd in komende debatten hier in het Parlement.

Vijfde en laatste opmerking: de investeringsfaciliteit. De investeringsfaciliteit is een vehikel dat door de Europese Investeringsbank wordt gebruikt om leningen door te sluizen naar onze partnerlanden. Dat mechanisme valt eigenlijk op dit ogenblik niet onder de kwijting en ook niet onder de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer. Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar. We moeten een en ander remediëren. Positief in dezen is dat er een zeer goed debat heeft plaatsgevonden tussen de vertegenwoordigers van de Europese Investeringsbank en de leden van de Commissie begrotingscontrole. Ze hebben voor het eerst ook een verslag gepresenteerd. Ik denk dat we daar veel uit kunnen leren. In mijn verslag staan een aantal belangrijke opmerkingen dienaangaande. We geven ook een aantal opdrachten aan de Europese Investeringsbank en aan de Europese Commissie. We vragen om een betere coördinatie van de middelen. Europese Investeringsbank, Europese Commissie, we vragen eigenlijk om een doorlichting van de acties van de Europese Investeringsbank tegen eind september dit jaar ten einde de volgende kwijting met goede documentatie te kunnen starten, we vragen om een grotere betrokkenheid van lokale partners daar waar de Investeringsbank projecten meefinanciert, we vragen om een meer directe en minder theoretische verslaggeving en we vragen om een algemene audit op het geheel van de middelen van de Europese Investeringsbank.

Beste collega's, ik denk dat ik u een strenge evaluatie voorleg over de werking van het Europees Ontwikkelingsfonds, maar ik denk dat het een rechtvaardige evaluatie is. Ik denk dat mijn verslag heel wat pistes aanreikt voor een beter beheer van de financiële middelen voor ontwikkelingssamenwerking en ik vraag u dan ook met aandrang mijn verslag met een grote meerderheid goed te keuren.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Stavrakakis, rapporteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u meedelen dat ik al mijn spreektijd ga gebruiken.

Ik was verantwoordelijk voor de kwijting van de agentschappen. Hiertoe heeft de Commissie begrotingscontrole het beheer van een groot aantal gedecentraliseerde agentschappen en gemeenschappelijke ondernemingen gecontroleerd. De succesvolle uitvoering van deze belangrijke taak zou niet mogelijk zijn geweest zonder de hulp en medewerking van mijn schaduwrapporteurs en de leden van de commissie, mijn bureau en het secretariaat, die ik daar allemaal voor wil bedanken. Ook wil ik de heer O'Shea van de Europese Rekenkamer bedanken voor zijn bijdrage en medewerking.

Ik ben ervan overtuigd dat de Europese agentschappen en gemeenschappelijke ondernemingen toegevoegde waarde voor de EU produceren en door hun aanwezigheid in de lidstaten de Europese identiteit helpen versterken. Tegelijkertijd is het onze taak als Parlement om ervoor te zorgen dat er verantwoording wordt afgelegd tegenover de burgers, reden waarom we moeten waarborgen dat het geld van de belastingbetalers goed wordt besteed en dat dit op een transparante en doelmatige wijze gebeurt.

Het monitoringproces, dat diverse maanden heeft geduurd, omvatte een constructieve dialoog tussen het Parlement, de agentschappen, de Commissie, de dienst Interne audit en de Rekenkamer. Het gezamenlijke en langdurige analytische en voorbereidende werk heeft naar mijn mening geresulteerd in een grotere transparantie en een grotere discipline in het beheer.

Dan kom ik nu bij de twee agentschappen waarvoor onze commissie voorstelt om de kwijting uit te stellen: de Europese Politieacademie (CEPOL) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Bij de Politieacademie was de verwachting dat we problemen zouden aantreffen die in het verslag van vorig jaar al werden vermeld. Na de infunctietreding van de nieuwe directeur is het actieplan waar het Parlement om had gevraagd uitgevoerd, en de resultaten daarvan beginnen nu zichtbaar te worden. Ik denk dat het een breed geaccepteerde opvatting is dat het beheer van de Europese Politieacademie duidelijk is verbeterd sinds er een nieuw managementteam is aangetreden. Desondanks dient de Politieacademie haar inspanningen op te voeren.

Bij het Europees Geneesmiddelenbureau werden problemen vastgesteld bij het beheer van aanbestedingsprocedures. Er zijn zorgen geuit over het potentiële risico met betrekking tot de onafhankelijkheid van deskundigen en ook met betrekking tot de wijze waarop personeelsleden worden aangeworven. In algemene zin wordt het Europees Geneesmiddelenbureau beschouwd als een goed georganiseerd en goed functionerend agentschap. Desalniettemin denk ik dat we er bij een zo belangrijk agentschap als dit absoluut zeker van moeten zijn dat de juiste procedures zijn aangenomen en ook daadwerkelijk worden toegepast. Daarom hebben we het agentschap verzocht, in samenwerking met de dienst Interne audit, om een audit uit te voeren en ons de resultaten daarvan eind juni te presenteren.

Ik wil afsluiten met een horizontaal verslag. Ik wil graag geloven dat dit verslag een alomvattend overzicht geeft van alle problemen die zijn geconstateerd bij alle agentschappen en gezamenlijke ondernemingen. In dit verslag wordt een groot aantal voorbeelden van goede praktijken gegeven en worden voorstellen gedaan voor verdere verbeteringen. Er wordt gevraagd om een evaluatie van alle agentschappen door de Commissie, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de kleinste agentschappen en aan manieren om hun functioneren te verbeteren. Ook wordt de Rekenkamer verzocht een volledige analyse te maken van de aanpak door de agentschappen van situaties waarin mogelijk sprake is van een belangenconflict. Het stemt mij zeer tevreden dat de Rekenkamer bereid is dit te doen.

In de huidige grote economische en financiële crisis is het monitoren van het beheer van de agentschappen belangrijker dan ooit. Samen – het Parlement, de agentschappen, de Commissie en de Rekenkamer – werken we aan het aanpakken en oplossen van de problemen en het nog verder verbeteren van de resultaten. Het is buitengewoon moeilijk om onregelmatigheden te voorkomen, maar nog belangrijker is dat die worden gevonden en in de toekomst worden vermeden. Ik ben van mening dat we deze monitoringfunctie met succes hebben uitgevoerd.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Het woord in aan minister Zsolt László Becsey namens de Raad.

Mijnheer de minister, ik wil u hartelijk bedanken dat u hier vanmorgen aanwezig bent. Het Hongaarse voorzitterschap geeft een heel goed voorbeeld, ook aan de komende voorzitterschappen, door aanwezig te zijn bij dit uitermate belangrijke debat. Ik sluit mij aan bij wat onze collega Bart Staes daarstraks zei: het is heel goed dat u er bent.

 
  
MPphoto
 

  Zsolt László Becsey, fungerend voorzitter van de Raad. − (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ten eerste zal ik alleen als inleiding Hongaars spreken en daarna als lid van de Raad in het Engels verdergaan. Aangezien ik echter als lid van het Parlement in deze zaal altijd Hongaars spreek, zal ik dat nu ook doen. Ten tweede wil ik de Voorzitter vragen om mij de twee minuten aan het eind van het debat te geven ongeacht wanneer mijn apparaat wordt uitgezet. Ik hoop echter dat de Raad voldoende tijd krijgt, zoals dat tot nu toe in de debatten is gebeurd.

(EN) Dit debat vindt plaats in een economische en financiële crisis waarin veel lidstaten bezuinigingen in hun nationale begrotingen hebben moeten doorvoeren en hun uitgaven strikt onder controle moeten houden. De Europese burgers en belastingbetalers letten er terecht steeds beter op of EU-middelen goed worden besteed. Daarom verwelkom ik de kans om in dit debat de opvattingen van de Raad en het Hongaarse voorzitterschap te presenteren.

Natuurlijk is het terecht dat de begrotingen van alle instellingen in het kader van het bredere controle- en toezichtsysteem tegen het licht worden gehouden. Gedurende te lange tijd hebben we gewerkt op basis van het 'herenakkoord' van 1970, dat inhield dat het Parlement en de Raad ervan afzagen om elkaars uitgaven te controleren.

Ik denk dat beide instellingen aanvaarden dat zo'n akkoord in het klimaat van vandaag, na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, niet langer passend is. Daarom heeft de Raad nieuwe regelingen voor het beheer van de langetermijnsamenwerking tussen de twee instellingen die bij de kwijtingsprocedure betrokken zijn – het Parlement en de Raad – voorgesteld en is de Raad bereid daarover in discussie te gaan. We hebben een voorstel gedaan, en we zien ernaar uit om daarover met u te discussiëren. Ik ben sterk van mening dat het in ons beider belang is om op dit terrein samen te werken en dat het niet minder belangrijk is om de Europese burgers te laten zien dat we samenwerken. Daarom nodig ik het Parlement uit om de discussies over dit onderwerp te beginnen.

Mijnheer de Voorzitter, ik verzoek u persoonlijk om u in te zetten voor de benoeming van een delegatie die op politiek niveau met ons kan onderhandelen. We zijn bereid om onze ideeën met u te delen. Meer in het algemeen delen we uw zorgen over de correcte uitvoering van de begroting van de EU. We hebben de jaarrekeningen van de Commissie en de opmerkingen die de Europese Rekenkamer in haar jaarverslag heeft gemaakt tot in detail bestudeerd.

Eind februari heb ikzelf de aanbeveling van de Raad om de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting te verlenen aan de Commissie begrotingscontrole gepresenteerd. Ik verwelkom het feit dat veel van de punten waarop de Raad heeft gewezen ook door uw instelling zijn overgenomen. De Raad heeft aanbevolen om de Commissie kwijting te verlenen en heeft de door de Rekenkamer vastgestelde algehele verbeteringen erkend. Deze verbeteringen passen in een verheugende trend en zijn grotendeels te danken aan de inspanningen die zowel de Commissie als de lidstaten de afgelopen jaren hebben verricht. Maar ondanks deze positieve signalen is het algehele resultaat nog niet bevredigend, en de Rekenkamer moet zijn oordeel over 2009 nog vaststellen.

Ik wil een aantal korte opmerkingen maken. We moeten een serieuze discussie voeren. Langetermijnsamenwerking met u is nodig, en we moeten een akkoord voor de lange termijn met u sluiten, als opvolger van het herenakkoord. Dat is nodig. We staan achter de kwijtingsprocedure op basis van de bevindingen van de Europese Rekenkamer, omdat dat de regel is. Dat wordt in het Verdrag bepaald. Ook verwachten we dat het Parlement en wijzelf er rekening mee houden dat het vereenvoudigen van de bestaande regelgeving en het vergroten van de transparantie ervan een complexe aangelegenheid is.

Ik hoop dat dit probleem, waarbij de kwijting door de Raad door het Parlement is opgeschort, zich in de toekomst nooit meer zal voordoen, en daarom vraag ik u om al tijdens het Hongaarse voorzitterschap een politieke discussie met ons te voeren en een overeenkomst te sluiten.

Dat is mijn persoonlijke vraag aan u, aan het Parlement en aan u, mijnheer de Voorzitter.

 
  
MPphoto
 

  Algirdas Šemeta, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik de Commissie begrotingscontrole, en in het bijzonder de rapporteur, de heer Chatzimarkakis, bedanken voor de uitstekende samenwerking en het verslag dat hij heeft opgesteld, met inbegrip van de aanbeveling om kwijting te verlenen voor de uitvoering van de begroting 2009. Ook wil ik de heer Staes bedanken voor zijn verslag over de uitvoering van de begroting van het Europees Ontwikkelingsfonds en heer Stavrakakis voor zijn verslag over de agentschappen.

De kwijtingsprocedure voor het jaar 2009 wordt nu afgesloten. Het was een intensieve periode waarin het Parlement en de Raad vorm hebben gegeven aan het speciale partnerschap tussen onze twee instellingen. Het is duidelijk dat onze instellingen veel gemeen hebben als het gaat om gezond financieel beheer en Europese toegevoegde waarde.

U hebt de Europese Rekenkamer gehoord en haar verslagen bestudeerd. Verschillende van mijn medecommissarissen hebben een vruchtbare dialoog met de Commissie begrotingscontrole gevoerd, en er is veel informatie met u gedeeld. Ik wil me concentreren op drie onderwerpen die van bijzonder belang zijn.

In de eerste plaats moeten de Commissie en het Parlement, samen met de Raad, met elkaar nadenken over de vraag hoe de verantwoordelijkheid van de verschillende financiële actoren beter kan worden omschreven en afgebakend in het wettelijk kader. Het feit dat de meerderheid van de fouten door de Rekenkamer en de Commissie wordt ontdekt in projecten en betalingen die door de lidstaten worden uitgevoerd, geeft duidelijk aan waar de inspanningen onverwijld moeten worden opgevoerd, omdat bijna 80 procent van de Europese fondsen wordt besteed in het kader van gedeeld beheer.

Artikel 317 van het Verdrag van Lissabon vereist uitdrukkelijk dat de begroting wordt uitgevoerd in samenwerking met de lidstaten. De Commissie heeft hiervoor, in de context van de huidige herziening van de het Financieel Reglement, consistente voorstellen ingediend. Aangezien het Parlement bij de herziening van dit Reglement nu op gelijke voet met de Raad staat, ligt er een echte en unieke kans om de lidstaten in hogere mate verantwoording te laten afleggen. Die kans mag niet worden gemist.

In de tweede plaats bent u het ongetwijfeld met mij eens dat de complexiteit van de regels potentiële begunstigden ontmoedigt om financiële steun van de EU aan te vragen. Daarnaast vormt deze complexiteit een belangrijke bron van fouten, zoals de Rekenkamer in verschillende van haar auditverslagen heeft onderstreept.

De vereenvoudiging van de regels voor subsidiabiliteit en financiële processen is een prioritaire doelstelling van de Commissie met het oog op het volgende meerjarig financieel kader. Daarom heeft de Commissie ook voorstellen voor de herziening van het Financieel Reglement gedaan die erop gericht zijn om de regels duidelijker en consistenter met sectorale wetgeving te maken en om financiële processen te vereenvoudigen.

In de derde plaats voorzien deze voorstellen ook in gedifferentieerde controlestrategieën op basis van de omvang van het risico per programma, actie en type begunstigde. Met deze aanpak wordt beoogd om de kwaliteit van de controles te verbeteren door ervoor te zorgen dat de kosten ervan evenredig zijn aan de opbrengsten die ze genereren en om tegelijkertijd redelijke zekerheid te verschaffen dat de begroting van de EU overeenkomstig de beginselen van gezond financieel beheer wordt beheerd.

Het doet me genoegen dat deze aanpak hoog op de agenda van de lopende discussies staat en dat de voorstellen die op tafel liggen echt aansluiten op de ambities van de Commissie.

De kwijtingsprocedure heeft de Commissie de mogelijkheid geboden om te leren van de conclusies en aanbevelingen van de Europese Rekenkamer en van de resolutie van de kwijtingsautoriteit in een periode dat we nadenken over de toekomstige opzet van het EU-beleid en hoe dat tot uiting moet komen in de EU-begroting.

Het is nu onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, samen met de Raad, om die lessen te vertalen in concrete, moderne en efficiënte regels en processen die de Unie in staat stellen om de verwachtingen van onze vijfhonderd miljoen burgers op een gezonde en kosteneffectieve manier in te lossen.

Ter afsluiting wil ik het Europees Parlement speciaal bedanken voor de voortdurende steun die het de afgelopen jaren heeft verleend aan de inspanningen van de Commissie om het financieel beheer van de begroting van de Europese Unie te verbeteren.

 
  
  

VOORZITTER: SILVANA KOCH-MEHRIN
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Thijs Berman, Rapporteur voor advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. − Mevrouw de Voorzitter, het Europees Ontwikkelingsfonds heeft van de Rekenkamer in het verleden de kritiek gekregen dat er meer geïnvesteerd moet worden in de controle op de uitgaven. Die controle moet allereerst van de EU-delegaties in de ontwikkelingslanden komen. Zij zitten het dichtst bij de projecten waar het om gaat.

Vooral de laatste jaren heeft de Europese Commissie belangrijke stappen gezet voor verbetering van de controle, met name wat betreft begrotingssteun en uitgaven in fragiele staten. Betere samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten bij ontwikkelingsbeleid kan bovendien 6 miljard besparen. Maar dat vraagt wel om sterke EU-delegaties die rollen en taken kunnen overnemen en zorgen voor de kwaliteit van de uitgaven.

Het zijn ironisch genoeg vaak dezelfde partijen die moord en brand schreeuwen over fraude en tegelijk weigeren geld uit te geven voor sterker management van de EU-delegaties. Als we echt willen dat die delegaties voorkomen dat ontwikkelingsgeld in verkeerde handen terechtkomt of dat geld weglekt naar mislukkende projecten, dan hebben de EU-delegaties meer personeel nodig. Die keuze moet dan ook worden gemaakt in het budget voor extern beleid voor de komende jaren. Ik ben nieuwsgierig naar het antwoord van de Commissie op een aantal opmerkingen in het uitstekende verslag van Bart Staes. Mijn fractie sluit zich volledig aan bij zijn conclusies.

Maar wat gaat er gebeuren om de controle ex-ante te verbeteren? Hoe wordt toegezien op de verbetering van het management van de uitvoerende organisaties? Wat gaat de Commissie doen om de capaciteit van ontvangende landen en van regionale organisaties verder te verhogen en wat is daarvoor nodig? In de toekomst moet het EU-ontwikkelingsbeleid meer uitgeven aan fondsen die toegang bieden tot financiële diensten, fondsen voor microfinanciering. Mensen genoeg met dromen en capaciteiten in arme landen. Zij moeten de kans krijgen om met kleine leningen een eigen bestaan op te bouwen. Ook het EOF kan daaraan bijdragen.

Tot slot, natuurlijk hoort het Europees Ontwikkelingsfonds thuis binnen het Europese budget onder democratische controle, maar dat mag niet leiden tot een vermindering van het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking.

 
  
MPphoto
 

  Charles Goerens, rapporteur voor advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, de kwijting voor de uitvoering van de begroting van het achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds is voor mij aanleiding het volgende op te merken.

Ten eerste ambieert de Commissie, terecht overigens, om de regionale ontwikkeling in Afrika te bevorderen. Zij heeft hiervoor twee instrumenten, of eigenlijk twee mandaten. Het eerste is een door de lidstaten verleend mandaat voor de uitvoering van het Europees Ontwikkelingsfonds, dat overigens wordt bekostigd uit de nationale begrotingen. Diezelfde lidstaten hebben haar ook een mandaat verleend om te onderhandelen over economische partnerschapsovereenkomsten. We kunnen dus zeggen dat dit een mooi voorbeeld is van een geval waarin er prima samenhangend beleid gerealiseerd kan worden. De Commissie heeft overigens veel verantwoordelijkheid in dit dossier, maar zij kan rekenen op de leden van de Commissie ontwikkelingssamenwerking van het Europees Parlement waar het gaat om de terbeschikkingstelling van middelen die nodig zijn voor de delegaties.

Tweede opmerking: de uitvoering van het Europees Ontwikkelingsfonds is een zaak van de Afrikanen, die mede-eigenaar zijn van dit fonds. Beide partners hebben er belang bij het fonds zo goed mogelijk in te zetten. Ik hoop dat de opneming van het Europees Ontwikkelingsfonds in de begroting, die ook ik eis – die schaduw, die gebeurtenis die al zo lang wordt aangekondigd maar nog nooit werkelijkheid is geworden – van dien aard zal zijn dat het geheel eigen karakter van het fonds bewaard zal blijven. We zullen die verworvenheid moeten zien te behouden.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Őry, rapporteur voor advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. (HU) Als rapporteur van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken wil ik de Commissie begrotingscontrole op een aantal voorstellen attent maken en verzoek ik haar om deze in haar verslag op te nemen.

Allereerst zijn wij de Commissie erkentelijk voor haar inspanningen ter verbetering van het financieel beheer. Wij betreuren het echter dat de lidstaten ondanks de financiële crisis geen volledig beroep doen op de financiële middelen van het Europees Sociaal Fonds.

De verhouding is teruggelopen van 54% in 2007 tot 36% nu. Wij denken dat verdere inspanningen op dit gebied nodig zijn. Ook dringen we aan op grotere inspanningen om het aantal terugbetalingen van niet-subsidiabele kosten te verkleinen en willen we de aandacht van de Commissie vestigen op het belang van een sneller besluitvormingsproces op het gebied van financiële correcties.

Het is verheugend dat het Europees Sociaal Fonds zich toelegt op het werkgelegenheidsbeleid, maar het heeft zoals ik zei niet alles gebruikt. Er zijn dus nog meer inspanningen nodig.

Er waren kleine problemen met de agentschappen. Ik heb geen tijd meer om hierover de spreken, maar in zijn geheel beschouwd moet gezegd worden dat het beheer ervan acceptabel is en onze steun verdient.

 
  
MPphoto
 

  Jutta Haug, rapporteur voor advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte fungerend voorzitter van de Raad, geachte dames en heren, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heeft een zeer positief advies uitgebracht aan de Commissie begrotingscontrole. Wij zijn buitengewoon tevreden over de wijze waarop de diensten van de Commissie de middelen hebben besteed. Wij hebben geen punten van kritiek, noch op de wijze waarop de middelen zijn besteed, noch op de omvang van de uitgaven. Integendeel, wij hebben niets dan lof voor het snelle en positieve gebruik van de fondsen in het LIFE-programma. De Commissie is erin geslaagd om de aanvullende financiering waaraan wij goedkeuring hebben verleend op een nuttige manier te besteden. Ook de agentschappen op ons terrein – het Europees Milieuagentschap (EEA), het Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding (ECDC), het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECA), de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) – hebben hun geld op een verantwoorde wijze beheerd.

In tegenstelling tot de ten principale bevoegde parlementaire commissie heeft de Commissie begrotingscontrole in haar verslag niet alleen kritiek geuit op het Europees Geneesmiddelenbureau, maar is zij voornemens om de kwijting voor dit agentschap te weigeren. Dat gaat naar mijn idee te ver, om het even beleefd uit te drukken. Als ik minder beleefd zou zijn, zou ik misschien gezegd hebben dat de Commissie begrotingscontrole zich met zaken bemoeit die buiten haar bevoegdheid vallen. Ik zou haar dan ook vriendelijk willen verzoeken om dat niet meer te doen. Ik kan het Parlement en de plenaire vergadering alleen maar vragen om op dit punt verbeteringen door te voeren.

 
  
MPphoto
 

  Mathieu Grosch, rapporteur voor advies van de Commissie vervoer en toerisme.(DE) Mevrouw de Voorzitter, in tegenstelling tot de voorgaande parlementaire commissie heeft de Commissie vervoer en toerisme geen onvoorwaardelijk positief advies kunnen afgeven. Niettemin staan wij positief tegenover het feit dat een substantiële hoeveelheid middelen aan de trans-Europese vervoersnetwerken is besteed en dat het Galileo-programma in 2009 eindelijk een zeer goed jaar heeft gehad, hetgeen over de voorgaande jaren helaas niet gezegd kan worden. Wij hebben daarnaast opgemerkt dat de coördinatoren goed werk hebben geleverd wat de trans-Europese vervoersnetwerken betreft, aangezien zij ook een aanzienlijke bijdrage leveren aan de totale financiering van deze grote projecten.

Wij zijn van mening dat er nog ruimte voor verbetering is op andere gebieden die het Parlement van belang acht – zoals de verkeersveiligheid. Op dit gebied is slechts 73% van de middelen vastgelegd. Wij vinden dat er met name in het kader van dit programma meer en beter werk verzet kan worden met minder middelen.

Tot slot wil ik opmerken dat wij graag een betere coördinatie zouden zien tussen het vervoers- en cohesiebeleid. Het is geen goede zaak dat er in de ene parlementaire commissie prioriteiten worden gesteld die vervolgens door andere commissies worden genegeerd. Een dergelijke coördinatie vindt op dit moment echter gelukkig wel plaats bij de evaluaties die wij uitvoeren. Wij hopen dat wij op dit punt over 2010 beter nieuws te melden hebben.

 
  
MPphoto
 

  Giommaria Uggias, rapporteur voor advies van de Commissie vervoer en toerisme. − (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, de Commissie vervoer en toerisme heeft mijn aanbeveling gesteund tot het verlenen van kwijting aan de Europese verkeersagentschappen die de Europese Commissie steunen.

De kwijting wordt verleend omdat de Rekenkamer van oordeel is dat de jaarrekeningen van de agentschappen in hoofdzaak betrouwbaar zijn, al moeten we nota nemen van een aantal cruciale vraagstukken en deze benadrukken. Enkele van deze vraagstukken zijn gangbaar voor alle agentschappen of voor sommige ervan, waaronder bijvoorbeeld: annuleringen van en vertragingen in aanbestedingen, het niet in acht nemen van statuten of de schending van het jaarlijks begrotingsprincipe. De inzet van deze agentschappen om de genoemde problemen te overwinnen moet echter worden benadrukt.

In algemene zin wil ik twee korte politieke opmerkingen plaatsen, namelijk het gebrek aan een meerjarenplanning – dat wijst op nalatig leiderschap – en het gebrek aan doortastendheid in het werk van sommige agentschappen, zoals het Europees Spoorwegbureau. In hetzelfde licht wil ik de vertraging onder de aandacht brengen – zo'n twee jaar na dato – bij het opstellen van procedures om de verantwoordelijkheid voor de treinramp in Viareggio vast te stellen.

 
  
MPphoto
 

  Jens Geier, rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling.(DE) Mevrouw de Voorzitter, ik zou deze minuut graag als rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling gebruiken en wil dan later in het debat nog twee minuten namens mijn fractie het woord voeren.

Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Becsey, commissaris Šemeta, voorzitter Caldeira, geachte dames en heren, de begroting voor het regionale beleid blijft de achilleshiel van de algemene begroting van de Europese Unie. 5% van de betalingen van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling bevat nog steeds fouten en moet daarom als onregelmatige betalingen aangemerkt worden. Zelfs sommige betalingen die in orde lijken, zijn in feite gebruikt ter ondersteuning van buitensporige projecten. Mag ik u eraan herinneren dat een concert van Elton John in Napels gesubsidieerd is door het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling met als rechtvaardiging het een maatregel zou zijn ter bevordering van het toerisme. Dat mag dan misschien wel kloppen, maar in mijn optiek heeft echte regionale steun voor Napels een heel andere vorm.

De reden hiervoor is dat de lidstaten nog veel te vaak van mening zijn dat de financiering van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling soft money is. Dat blijkt duidelijk uit het feit dat er van een grote achterstand sprake is bij de restitutie van onregelmatige betalingen, uit het feit dat de Commissie zeer vaak het instrument voor het opschorten van betalingen moet gebruiken (hetgeen wij als controleurs van de begroting uitdrukkelijk toejuichen) en uit het feit dat er tekortkomingen zijn in de punctualiteit van de rapportages. Het directoraat-generaal Regionaal beleid kan ons geen enkele verzekering geven over de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van meer dan de helft van de operationele programma's omdat de rapportages door de lidstaten niet adequaat zijn.

Dames en heren, er moet op dit punt nog veel werk worden verzet.

 
  
MPphoto
 

  Pat the Cope Gallagher, rapporteur voor advies van de Commissie visserij. (EN) Mevrouw de Voorzitter, in 2005 is het Communautair Bureau voor visserijcontrole opgericht om voor een betere naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de EU-lidstaten te zorgen. Dit agentschap, dat is gevestigd in Vigo, Spanje, speelt een belangrijke rol bij het versterken van de visserijcontroles en het verbeteren van de coördinatie tussen de lidstaten.

Ik verwelkom de recente aanneming door het agentschap van een meerjarig werkprogramma voor de periode 2011-2015 dat in overeenstemming is met de Europa 2020-strategie. In mijn ogen zal het meerjarig werkprogramma de kosteneffectiviteit verbeteren doordat de regionale samenwerking wordt verbeterd en middelen worden gebundeld in gezamenlijke inzetplannen. Ik verwelkom het feit dat de Europese Rekenkamer het verlenen van kwijting heeft goedgekeurd. Deze opvatting wordt ondersteund door mijn advies, dat door de Commissie visserij is aangenomen.

De Commissie zal binnenkort haar wetgevingsvoorstellen voor de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid bekendmaken. Deze hervorming moet de nalevings- en handhavingsmechanismen van de lidstaten standaardiseren, aangezien er geen uniformiteit in de Unie bestaat. In dit verband dring ik er bij de Commissie sterk op aan om een systeem van administratieve sancties in te stellen. Dat mag niet worden overgelaten aan de individuele landen. Als we een gemeenschappelijk beleid hebben, moeten de sancties ook overal gelijk worden toegepast. Voor kleine overtredingen moeten administratieve sancties worden opgelegd, in plaats van de strafrechtelijke sancties die op dit moment in mijn eigen land van kracht zijn.

 
  
MPphoto
 

  Iratxe García Pérez, rapporteur voor advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. − (ES) Mevrouw de Voorzitter, jaar in jaar uit herhalen we in de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid de noodzaak om het genderperspectief op te nemen in alle fases van de begrotingsprocedure, zodat er aandacht besteed kan worden aan de vooruitgang van het beleid van gelijke kansen en dus ook aan de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie.

Daarom juichen wij zowel het speciaal verslag van de Rekenkamer betreffende de beroepsopleidingen gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds toe, als de studie waarin de haalbaarheid en de mogelijkheid van de integratie van bepaalde elementen in het genderperspectief wordt geëvalueerd. Maar zelfs dan is het van cruciaal belang om vooruitgang te blijven boeken.

Kwesties met betrekking tot de betalingen in het programma Daphne in de bestrijding van geweld tegen vrouwen baren ons zorgen, en we hopen elk jaar opnieuw op een grotere sensibiliteit en dat we echt rekening houden met het genderperspectief in alle operationele programma's in de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Christofer Fjellner, namens de PPE-Fractie. (SV) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik wil zowel commissaris Šemeta als de rapporteur, de heer Chatzimarkakis, bedanken voor de uitstekende samenwerking. Dit is een gedegen verslag, en ik kan alleen maar constateren dat wij in de Commissie begrotingscontrole het in wezen met elkaar eens zijn over de aanbevelingen die we hebben gedaan. Het is nu echter al het zestiende jaar op rij dat er geen duidelijke betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer is gekomen. Het aantal fouten neemt niet toe, integendeel, maar het is toch nog onaanvaardbaar. Als je de cijfers van elk jaar achter elkaar zet, dan ontstaat er geen beeld dat wij aanvaardbaar vinden.

De Commissie draagt hiervoor een grote verantwoordelijkheid, maar ik wil erop wijzen dat de lidstaten waarschijnlijk een nog grotere verantwoordelijkheid dragen. Zoals de commissaris al zei, valt 80 procent van de financiën en de gebruikte fondsen onder gedeelde verantwoordelijkheid, maar nemen de lidstaten hun verantwoordelijkheid niet. Dit is ook het punt waarop we de grootste problemen hebben. De Commissie moet daarom meer druk op de lidstaten uitoefenen om ze hun verantwoordelijkheid te laten nemen voor het geld dat de Europese Unie hen laat beheren.

Het verslag bevat drie eisen die ik vooral wil benadrukken. De eerste is om meer te doen om de lidstaten nationale declaraties te laten indienen. Er zijn nu vier landen die dat doen: Nederland, Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Dat toont aan dat het mogelijk is. De Commissie moet deze landen steun geven en hen als voorbeeld gebruiken om zo de andere landen te dwingen hetzelfde te doen.

De tweede eis is dat de Commissie meer gebruik moet maken van de mogelijkheid om betalingen op te schorten. Voor de landen die herhaaldelijk problemen hebben met het beheren van geld, moeten betalingen worden opgeschort. Men mag niet doorgaan met wanbeheer zonder dat het wordt opgemerkt.

De derde eis is dat we betere systemen moeten hebben voor het terugeisen van geld dat abusievelijk is uitbetaald. We hebben duidelijke regels nodig. Het is vreemd dat de landen die grote schulden bij de Europese Unie hebben uitstaan geld kunnen blijven krijgen en dat het zo ongelooflijk lang kan duren voordat het geld terugkomt. Dit is ook een punt waarop de Commissie verbeteringen moet aanbrengen.

Ik ben blij dat de commissaris het Parlement op deze drie punten tegemoet is gekomen en ik kijk ernaar uit om volgend jaar als rapporteur nauw met commissaris Šemeta samen te werken. Ik wil de heer Chatzimarkakis bedanken. Ik zal proberen uw werk het komende jaar goed voort te zetten. Nu boeken we vooruitgang.

 
  
MPphoto
 

  Cătălin Sorin Ivan, namens de S&D-Fractie.(RO) Mevrouw de Voorzitter, mijn dank aan de rapporteur voor zijn uitstekende verslag en de zeer vruchtbare samenwerking bij het opstellen ervan. Ook wil ik de Commissie bedanken voor de dialoog die we hebben gehad, want dit verslag is niet alleen een jaarlijks kwijtingsverslag, maar het bevat ook samenwerkingsrichtlijnen voor de komende periode.

Ik wil graag drie kwesties naar voren brengen die ik buitengewoon belangrijk vind. Ten eerste wil ik het hebben over de nationale beheersverklaringen, die moeten aangeven hoe het EU-geld is gebruikt. Meer dan 80 procent van de begroting van de EU wordt op nationaal niveau beheerd, maar bijna alle verantwoordelijkheid voor het beheer van dit geld ligt bij de EU. De nationale beheersverklaringen zouden ons moeten helpen vaststellen hoe het EU-geld door de nationale autoriteiten wordt gebruikt en wie verantwoordelijk is voor het gebruik van het geld. Het is van het grootste belang dat deze verantwoordelijkheid op ministerieel niveau wordt neergelegd en dat deze nationale beheersverklaringen de handtekening dragen van een politieke beslisser.

Ten tweede wil ik het onderwerp aanstippen van het automatische blokkeren van Europese middelen wanneer EU-geld slecht wordt beheerd of als er aanwijzingen zijn dat het geld slecht wordt beheerd. Het is van groot belang dat we snel ingrijpen als de mechanismen voor beheer en uitvoering van EU-fondsen niet goed werken.

Ten derde: We hebben het over geld van belastingbetalers, Europese burgers. Het is daarom zeer belangrijk dat, als het gaat om frauduleus gebruik van EU-middelen, hersteloperaties efficiënter worden en dat de kosten ervan niet door de Europese burgers worden betaald. Het gaat om geld dat Europeanen aan de EU geven. Als het frauduleus wordt gebruikt, draaien de Europeanen op voor de schade. Dat is oneerlijk. De Europese burger wordt zo dubbel het slachtoffer, en aan die situatie moet snel een einde worden gemaakt.

 
  
MPphoto
 

  Gerben-Jan Gerbrandy, namens de ALDE-Fractie. Voorzitter, ook ik wil de heer Chatzimarkakis en alle andere rapporteurs hartelijk danken voor hun uitstekende werk. Ook wil ik met name de Raad en ook de voorzitter van de Rekenkamer danken voor hun aanwezigheid hier, hoewel het raar is dat we dat nog extra moeten benadrukken. Maar toch dank daarvoor.

Voorzitter, de kwijting van dit jaar komt op een belangrijk moment om twee redenen. De eerste reden is dat alle lidstaten te maken hebben met heel forse bezuinigingen. De tweede reden is dat we aan de vooravond staan van het vaststellen van de nieuwe meerjarenbegroting. Ik denk dat beide redenen benadrukken dat we deze kwijting extra kritisch moeten bekijken en dat we de Europese uitgaven extra kritisch moeten bekijken. Hierbij gaat het wat mij betreft zowel om de legitimiteit als de effectiviteit van de Europese bestedingen, want Europese burgers hebben er recht op dat de Europese investeringen ook daadwerkelijk wat opleveren.

Voorzitter, voor mij is politieke verantwoording van uitgaven een politiek abc'tje. Noem mij één lokale, provinciale, regionale of nationale democratische vertegenwoordiging waar die politieke verantwoording van de uitgaven niet bestaat. Waarom hebben wij dat dan op Europees niveau niet? Waarom wordt nog altijd 80% van de uitgaven niet politiek verantwoord door de lidstaten? Opnieuw een oproep aan de Raad: maak nu eindelijk werk van die nationale lidstaatverklaringen. Wat mij betreft komt er geen nieuwe meerjarenbegroting vanaf 2014, zolang die lidstaatverklaring er niet is.

Voorzitter, de huidige tijd dwingt ons ook om extra kritisch naar de eigen begroting van dit Parlement te kijken. Ik ben erg blij met besparingen die wij hebben weten te vinden, ook als die samenvallen met verduurzaming. We gaan onze airmiles nu ook zakelijk gebruiken, we gaan de papierconsumptie aanpakken. Allemaal uitstekende voorstellen. Eén ding wil ik er nog even uitlichten: vanaf september kunnen wij niet alleen van auto's, maar ook van fietsen gebruikmaken en via u, mevrouw de ondervoorzitter, wil ik de heer Buzek uitnodigen om in september deze fietsvoorziening officieel in gebruik te nemen.

 
  
MPphoto
 

  Andrea Češková, namens de ECR-Fractie. (CS) Mevrouw de Voorzitter, dit debat gaat over een zeer uitgebreide problematiek, de verlening van kwijting aan een groot aantal Europese instellingen. Doordat deze elk zo over hun eigen specifieke bijzonderheden beschikken, is het echter uiterst moeilijk om de hele problematiek hier in één optreden samen te vatten.

De samenwerking tussen de Rekenkamer en de Commissie begrotingscontrole, waar ik zelf lid van ben, is van uitstekende kwaliteit en heeft uitgemond in een aantal aanbevelingen aan het Europees Parlement ten aanzien van het stemgedrag bij de toekenning van de kwijting. Helaas is er echter bij het leeuwendeel van de organisaties - en dan met name de Europese agentschappen - telkens opnieuw sprake van onvolkomenheden ten aanzien van bijvoorbeeld de aanname van nieuw personeel, de uitschrijving van openbare aanbestedingen, de transparantie of het intern toezicht. Het is gezien al deze onvolkomenheden dan ook uiterst moeilijk om kwijting te verlenen. Wel kunnen we het verslag steunen, aangezien daarin wordt voorgesteld de kwijting voor onbepaalde tijd uit te stellen.

 
  
MPphoto
 

  Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie. Voorzitter, collega's, ik wil over vijf verslagen spreken. Allereerst de Commissie.

Ik apprecieer zeer de aanpak van collega Chatzimarkakis. Ik denk dat hij op een schitterende manier deze kwijtingsoefeningen heeft aangepakt. Hij heeft op een zeer gerichte manier op voorhand op een aantal zaken gefocust, zes vragen gesteld aan de Commissie en ik moet zeggen dat we hebben binnengehaald wat we gevraagd hebben. Ik moet ook de Commissie bedanken. Dit is mijn 12e kwijtingsoefening. Ik denk dat het voor de eerste keer is dat wij op een dusdanig constructieve manier met elkaar hebben samengewerkt; niet alleen commissaris Šemeta, maar ook de individuele vakcommissarissen hebben echt tijd gestoken in deze kwijting. Zij hebben zowel de schaduwrapporteurs als de hoofdrapporteur meermaals ontmoet en dankzij de constructieve dialoog denk ik dat we heel veel bereikt hebben.

Ik sluit mij in grote mate aan bij wat de heer Gerbrandy heeft gezegd. We zitten in tijden van besparingen; we moeten dus goed met ons geld omgaan. 80% van de Europese begroting wordt inderdaad in de lidstaten uitgegeven en door de lidstaten beheerd. Die politieke verantwoordelijkheid, mijnheer de Raadsvoorzitter, van het gedeelde beheer moet er nu toch eindelijk eens komen. Vandaar nog steeds onze eis dat er een nationale beheersverklaring wordt afgelegd. Ik denk dat dat een essentiële eis is.

Er is ook behoefte aan een betere controle. Ik denk dat ook de lidstaten intensiever dan nu een audit moeten verrichten op de middelen die ze Europees besteden; de hoofdrapporteur besteedt ook veel aandacht aan de ontdekking van zaken die niet correct zijn gelopen en de terugvordering van gelden of de invoering van correctiemechanismen; ik denk inderdaad dat dat heel veel aandacht verdient en dat de opmerkingen die daar worden gemaakt een uitgangspunt moeten vormen voor de volgende kwijtingsoefening onder het rapporteurschap van de heer Fjellner.

Het Europees Parlement: ik zie dat onze secretaris-generaal naast de ondervoorzitter zit. Ik moet de heer Welle uitdrukkelijk bedanken. Ik was de vorige kwijtingsrapporteur. Er was enige spanning tussen mij en het secretariaat-generaal. Er is door mij toen een wat streng verslag geschreven, maar ik moet de heer Welle bedanken, omdat hij samen met zijn administratie op een uitstekende manier alle gestelde vragen correct heeft beantwoord en zeer doortastend te werk is gegaan; ik geloof dat uiteindelijk misschien de spanning die even tussen ons bestond geleid heeft tot een beter resultaat en waarschijnlijk ook tot een betere begroting van het Europees Parlement.

Als we over de begroting van het Europees Parlement spreken, wil ik de collega's hier ook zeggen dat we weg moeten van de cultuur van steeds meer, steeds meer en nooit genoeg. We moeten als instelling het voorbeeld geven, dus we moeten ook durven besparen. Daarbij maak ik echter één kanttekening. Ik heb echt grote bezwaren tegen met name dat huis voor de Europese geschiedenis, niet tegen de inhoud van het project op zich, maar tegen de kosten die het project met zich brengt. Ik vind het vanzelfsprekend goed dat er zo'n huis komt, maar ik vind het uitermate slecht dat er eigenlijk hier in de plenaire vergaderzaal nooit een serieus debat over dat project is geweest. Toch gaan we voor het huis van de Europese geschiedenis, als we alles bij elkaar optellen, min of meer 136 miljoen euro spenderen. Dat is veel geld, collega's, en daar is geen serieus debat over geweest. Er is geen debat geweest over waar dat huis moet komen, hoe het eruit moet zien. Het gebeurt allemaal met gesloten deuren, vaak in de cenakels van het Bureau, en dat kan ik als democraat niet goedkeuren.

Ten aanzien van de Lux-prijs: hierover worden een aantal opmerkingen gemaakt in het verslag van de heer Itälä, die ik overigens feliciteer met het werk dat hij heeft verricht. Ik moet zeggen dat mijn fractie die Lux-prijs toch wel zeer waardevol vindt; wij zijn zeer zeker bereid om een aantal kritische opmerkingen ten aanzien van het functioneren van die prijs nu mee op te nemen, maar het feit dat het Europees Parlement dit project steunt achten wij toch wel waardevol, omdat het steun voor waardevolle filmprojecten betekent.

Dan wil ik ook nog iets zeggen ten aanzien van de heer Stavrakakis en wel over een van zijn verslagen over de Raad. Ik richt mij rechtstreeks tot de Raadsvoorzitter, tot het Hongaars Raadsvoorzitterschap. Ik vind het ongelooflijk dat de Raad die altijd maar transparantie betracht ten aanzien van anderen, blijkbaar veel terughoudender is als het over de Raad zelf gaat. Onze eis is zeer eenvoudig, mijnheer de Raadsvoorzitter, wij willen gewoon als Parlement, als kwijtingsautoriteit, inzicht in alle documenten. Wij willen dat er een openbaar debat komt over de Raadsbegroting. Wij willen niet over de inhoud van die Raadsbegroting gaan debatteren en zeggen: u mag dat doen en u mag dat niet doen, maar wij willen wél inzicht hebben in de besteding van die middelen, want de Raadsbegroting is nu anders dan 30 jaar geleden en bestaat uit veel meer dan alleen maar een aantal administratieve uitgaven.

Tenslotte wil ik nog een opmerking maken over het Geneesmiddelenbureau. Wij hebben daar problemen. Wij stellen de kwijting uit, omdat er duidelijk problemen zijn met de aanbestedingsprocedures; voor belangrijke bedragen van circa 30 miljoen euro waren voor projecten aanbestedingsprocedurefouten gemaakt. Voorts is er sprake van belangenverstrengelingsproblemen onder experts en personeel van het Geneesmiddelenbureau. Ik denk dat er door het uitstel van deze kwijting tussen nu en de herfst een debat komt en ik hoop dat we zo kunnen bereiken dat ook binnen het Geneesmiddelenbureau een einde komt aan belangenverstrengeling.

 
  
MPphoto
 

  Søren Bo Søndergaard, namens de GUE/NGL-Fractie. (DA) Dank u wel, mevrouw de Voorzitter. Allereerst wil ik iedereen bedanken die heeft meegewerkt aan de opstelling van deze voortreffelijke en kritische verslagen over de boekhouding van de EU-instellingen over het jaar 2009. Sommigen hebben gevraagd of we niet al te kritisch zijn als we bijvoorbeeld vragen stellen over onze manier van geld uitgeven hier in het Europees Parlement, of het nu gaat om de vertraagde opening van het bezoekerscentrum, de oprichting van een geheime tv-zender of het continue verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg. Nee, we zijn niet te kritisch. Het is juist onze taak om namens de Europese belastingbetaler onze vinger op de zere plek te leggen en er hard op te drukken. Dit is wat onze burgers van ons verwachten, en eigenlijk hadden we nog meer punten van kritiek kunnen opnemen.

Het is onze taak om onderzoek te doen en kritisch te zijn, en juist daarom is de houding van de Raad zo onacceptabel. Ook dit jaar heeft de Raad alles in het werk gesteld om ons werk als accountant te verhinderen. De Raad heeft geweigerd ons het benodigde materiaal toe te sturen, antwoord te geven op onze vragen en openlijk te discussiëren met de Commissie begrotingscontrole, in navolging van alle andere instellingen.

Ik ben vanzelfsprekend blij dat het Hongaarse voorzitterschap heeft besloten hier aanwezig te zijn. Het verdient hiervoor alle lof. Als we echter spreken van een "gentlemen's agreement" tussen de Raad en het Parlement, moet ik zeggen: als er zo'n overeenkomst is, mogen wij hem dan zien? Als deze overeenkomst bestaat, heeft de Raad de mogelijkheid om hem vandaag voor te lezen. Wij willen hem graag zien. Wij hebben de Raad er herhaaldelijk om gevraagd, maar nooit iets ontvangen. Hij bestaat namelijk niet. Daarom kan mijn fractie het voorstel om vandaag geen kwijting aan de Raad te verlenen volledig steunen. In plaats daarvan verzoeken wij de Raad met klem om te stoppen met zijn boycot van het Parlement en antwoord te geven op onze vragen over zijn boekhouding.

Vandaag voeren we een debat over de boekhouding van de EU over het jaar 2009. Wat de boekhouding ons vertelt, is belangrijk, maar even belangrijk is wat de boekhouding ons niet vertelt over iets wat een grote weerslag heeft op de economie van de EU. Een paar dagen geleden heeft Europol een verslag over georganiseerde misdaad gepubliceerd. Het was schokkend om te lezen. Volgens het bericht in de krant Le Monde kost alleen btw-fraude al miljarden euro's per jaar. Ook met CO2-quota's en andere zaken wordt gefraudeerd. Er is daarom zeker reden om onze discussie over de organisatie van de economie van de EU in het belang van de belastingbetaler voort te zetten en te intensiveren.

 
  
MPphoto
 

  Marta Andreasen, namens de EFD-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, in mijn ogen is het waanzin dat het Europees Parlement de EU-begroting voor het jaar 2009 goedkeurt terwijl de geconstateerde financiële onregelmatigheden en gevallen van fraude 2 tot 5 procent van de totale begroting uitmaken. Dat zijn geen cijfers die ik zelf heb bedacht om partijpolitieke propaganda te bedrijven, maar ramingen van de Europese Rekenkamer. De omvang van de onregelmatigheden in 2009 is abnormaal hoog en komt overeen met de helft van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de EU van dit jaar, ruwweg 6,3 miljard euro. Deze situatie zou in geen enkele onderneming of organisatie worden getolereerd: daar zouden koppen rollen.

Dit Huis wil 27 agentschappen – dure en onnodige quasioverheidsinstellingen – kwijting verlenen terwijl de Europese Rekenkamer een diepgaand onderzoek naar hun rekeningen over 2009 is gestart. Dat zou, voordat er wordt gestemd, alle alarmbellen moeten laten afgaan. Ik herhaal, in de meest krachtige bewoordingen, dat het niet minder dan waanzin is om te tekenen voor 523 miljoen euro van het geld van de belastingbetalers – laten we dat niet vergeten – terwijl de officiële instantie van de EU voor het uitvoeren van controles mogelijke fraude en wanbeheer bij deze agentschappen onderzoekt. Het opschorten van de kwijting voor de Europese Politieacademie en het Europees Geneesmiddelenbureau is een doekje voor het bloeden.

Jaar na jaar horen we de Europese Commissie de lidstaten de schuld van de onregelmatigheden geven, maar hoewel de Commissie de macht heeft om de financiering te blokkeren, doet ze helemaal niets. In plaats daarvan stelt de Commissie voor om met betrekking tot fraude bij de besteding van EU-gelden over te schakelen van een beleid van nultolerantie op een beleid van aanvaardbare risico's. Om het nog erger te maken, eisen de Commissie en het Parlement dat de begroting voor de komende jaren wordt verhoogd. De meeste verhogingen hebben betrekking op gebieden waar de omvang van de onregelmatigheden het hoogst is. Het zou een absolute schande zijn, en een schoffering van de belastingbetalers, als dit Huis kwijting verleent voor de rekeningen over 2009. De enige conclusie die kan worden getrokken uit een stemmingsuitslag ten gunste van het verlenen van kwijting is dat dit Huis en zijn leden openlijk financieel wanbeheer of nog erger bekrachtigen.

Ik roep de Britse premier op om de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de EU te verlagen overeenkomstig het bedrag van de onregelmatigheden als het Europees Parlement nalaat om in het belang van de Britse belastingbetalers te handelen.

 
  
MPphoto
 

  Martin Ehrenhauser (NI).(DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil kort een algemeen verzoek aan mijn medeafgevaardigden richten in verband met de kwijtingsprocedure. De begrotingscontrole – en dus ook de kwijtingsprocedure – vormt ongetwijfeld een essentieel element van de parlementaire werkzaamheden, maar naar mijn idee heeft deze kwijtingsprocedure absoluut geen tanden. Zelfs wanneer de kwijting wordt geweigerd, is er geen reële mogelijkheid om bindende sancties op te leggen; de Voorzitter van het Europees Parlement kan alleen maar een procedure aanhangig maken bij het Europees Hof van Justitie op grond van een inbreuk op het Verdrag. In het geval dat er geen kwijting aan het Europees Parlement zou worden verleend, komen we in de absurde situatie terecht dat de Voorzitter van het Parlement een inbreukprocedure tegen zichzelf in gang zou moeten zetten. Het is dan ook overduidelijk dat er op dit punt hervormingen nodig zijn.

Het feit dat de rechtsgrondslag van het kwijtingsproces daarnaast veeleer op de Commissie was gericht, maar dat wij desondanks de neiging hebben om elkaar onderling als instellingen wederzijdse kwijting te verlenen, zorgt daarnaast voor een bepaalde mate van rechtsonzekerheid die geëlimineerd zou moeten worden. In de praktijk hebben wij hiervoor echter alleen de beschikking over andere politieke instrumenten. Ik ben er dan ook samen met mijn collega's voorstander van dat wij trachten om te streven naar een hervorming van dit kwijtingsproces.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid