Index 
Volledig verslag van de vergaderingen
PDF 2755k
Donderdag 9 juni 2011 - Straatsburg Uitgave PB
1. Opening van de vergadering
 2. Besluiten inzake bepaalde documenten: zie notulen
 3. Toepassing van de MEB-richtlijn in Oostenrijk (debat)
 4. Misleidende bedrijvengidsen (verzoekschriften 0045/2006, 1475/2006 e.a.) (debat)
 5. Stresstests van kerncentrales in de EU en nucleaire veiligheid in de buurlanden van de EU (debat)
 6. Diversen
 7. Bestrijding van corruptie in de Europese sport – Werkzaamheden van het Comité vermiste personen op Cyprus (schriftelijke verklaringen)
 8. Stemmingen
  8.1. Sudan en Zuid-Sudan (B7-0349/2011) (stemming)
  8.2. Top EU-Rusland (B7-0347/2011) (stemming)
  8.3. Misleidende bedrijvengidsen (verzoekschriften 0045/2006, 1475/2006 e.a.) (B7-0342/2011) (stemming)
 9. Stemverklaringen
 10. Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag: zie notulen
 11. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen
 12. Debatten over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat
  12.1. Madagascar (debat)
  12.2. Guantánamo: nakend besluit inzake de doodstraf (debat)
  12.3. Oekraïne: de zaken van Yulia Tymoshenko en andere leden van de voormalige regering (debat)
 13. Stemmingen
  13.1. Madagascar (B7-0353/2011)
  13.2. Guantánamo: nakend besluit inzake de doodstraf (B7-0361/2011)
  13.3. Oekraïne: de zaken van Yulia Tymoshenko en andere leden van de voormalige regering (B7-0363/2011)
 14. Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag: zie notulen
 15. Ingekomen stukken: zie notulen
 16. In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 123 van het Reglement): zie notulen
 17. Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten: zie notulen
 18. Rooster van de volgende vergaderingen: zie notulen
 19. Onderbreking van de zitting
 BIJLAGE (Schriftelijke antwoorden)


  

VOORZITTER: RODI KRATSA-TSAGAROPOULOU
Ondervoorzitter

 
1. Opening van de vergadering
Video van de redevoeringen
 

(De vergadering wordt om 9:00 uur geopend)

 

2. Besluiten inzake bepaalde documenten: zie notulen

3. Toepassing van de MEB-richtlijn in Oostenrijk (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de mondelinge vraag (O-000084/2011) van Erminia Mazzoni, namens de Commissie PETI, aan de Commissie: Toepassing van de MEB-richtlijn in Oostenrijk (Β7-0314/2011).

 
  
MPphoto
 

  Richard Howitt (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, zoals vooraf met de Voorzitter afgestemd neem ik het woord voor een motie van orde uit hoofde van artikel 96. Ik wil de Voorzitter verzoeken de Formula One Teams Association – waarbij ook Lotus, uit mijn eigen kiesdistrict, is aangesloten – aan te schrijven, aangezien deze organisatie gisteren in een brief heeft laten weten dat zij er om logistieke redenen bezwaar tegen heeft dat de Grand Prix in Bahrein alsnog doorgang vindt op een andere datum.

Ik verzoek de Voorzitter deze teams er in dat schrijven aan te herinneren dat we een prachtige traditie kennen van sportmensen die wegens de mensenrechtensituatie in een land afzien van deelname aan evenementen – denk aan Mohammed Ali en Vietnam, de cricketspelers die weigerden in Zuid-Afrika te spelen wegens de apartheid en de atleten die de Olympische Spelen in Moskou links lieten liggen.

Daarnaast wil ik de Voorzitter vragen namens het Europees Parlement duidelijk te maken dat deze teams, mochten zij besluiten zich terug te trekken vanwege de mensenrechtensituatie, kunnen rekenen op de steun van dit Parlement, en dat de met bloed besmeurde naam Bahrein dit jaar niet mag prijken naast de glorierijke Europese namen Nürburgring, Monza, Monaco en Silverstone.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Wij hebben nota genomen van uw opmerking, mijnheer Howitt, en wij zullen het doorgeven.

 
  
MPphoto
 

  Carl Schlyter (Verts/ALE). - (SV) Mevrouw de Voorzitter, ik ben rapporteur voor het verslag over overgangsmaatregelen voor bilaterale investeringsovereenkomsten na het Verdrag van Lissabon en na de stemming van het Parlement en het voorstel van de Raad grondig te hebben overwogen zou ik mij willen terugtrekken als rapporteur voor dit rapport, omdat de positie van zowel de Raad als van het Parlement zo eenzijdig de belangen van de investeerders begunstigt en geen rekening houdt met de noodzaak van transparantie. Bovendien houden de oude lidstaten geen rekening met de behoefte van de nieuwe lidstaten aan nieuwe overeenkomsten en zijn de rechten van de investeerders op geen enkele manier in evenwicht met milieueisen, sociale eisen en andere juridische eisen. Derhalve voel ik mij niet in staat de positie van het Parlement te verdedigen en ik ben evenmin in staat om deze besprekingen naar een succesvol resultaat te leiden. Ik verzoek dan ook mijn opdracht als rapporteur over te mogen dragen aan de voorzitter van de commissie.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Dat is een procedurele kwestie, die u zou moeten voorleggen aan de bevoegde commissie.

 
  
MPphoto
 

  Rainer Wieland, auteur.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, dames en heren, ik spreek hier namens mevrouw Mazzoni, de voorzitter van de Commissie verzoekschriften, die vandaag helaas niet aanwezig kan zijn. Ongetwijfeld zijn er veel belangrijkere verzoekschriften dan dit. Dit verzoekschrift heeft geen betrekking op 30 000 mensen, zoals het geval is bij andere verzoekschriften die in dit Parlement in behandeling zijn. Vanuit het perspectief van de Commissie verzoekschriften, wordt deze vraag gesteld omwille van de natuur (dit is ter plaatse een controversiële kwestie), de wijze waarop de lokale economie zich kan ontwikkelen en, met name de uniforme toepassing van het recht in de Europese Unie. Op dat laatste punt kom ik zo meteen nog terug.

Sta mij toe om nog een andere opmerking te maken voordat ik verder ga. Uit het verslag over deze zaak – over dit skiliftproject – blijkt dat de lokale media er plezier in hebben als deze of gene in het stof bijt. Het maakt daarbij niet uit of het om een lobbyist voor de natuur of voor het bedrijfsleven gaat of om lokale of nationale instanties. Dat is in dit geval niet gepast. Ik heb in gezelschap van mevrouw Lichtenberger een lokale onderzoeksmissie uitgevoerd. De indruk die er bestaat dat de Europese Unie als een soort hogere raad van beroep kan fungeren, is echter volledig misplaatst.

Wij moeten er in bepaalde mate op vertrouwen dat de lokale autoriteiten de wetgeving adequaat ten uitvoer leggen. Hiermee komen wij bij de kern van het verzoekschrift. De indieners van het verzoekschrift stellen dat de lokale drempel voor het uitvoeren van een milieueffectbeoordeling (MEB), die toentertijd 20 hectare bedroeg, niet in acht is genomen. Zij stellen dat het project in kleinere onderdelen is opgesplitst en dat het in de praktijk die drempel van 20 hectare wel degelijk overschrijdt. Terzijde zij opgemerkt dat er sindsdien in Oostenrijk een nieuwe drempel van 10 hectare is ingevoerd. Er zijn dus in ieder geval wel wat dingen veranderd.

Bij ons onderzoek ter plaatse hebben wij geconcludeerd dat de voorschriften met betrekking tot milieueffectbeoordelingen zoals die in Oostenrijk van toepassing waren, toentertijd – in ieder geval in essentie –in acht zijn genomen. Er zou getwist kunnen worden over een vierkante meter meer of minder of over andere meetmethoden, maar naar ons idee heeft het geschil geen betrekking op omvangrijke oppervlakten. Daarnaast geloven wij ook niet dat het in aanmerking nemen van afzonderlijke aspecten van de ontwikkeling automatisch tot een andere conclusie zou leiden. Ik doel daarmee bijvoorbeeld op de kwestie van aangelegde meer met het oog op de beschikbaarheid van water om kunstsneeuw te maken, op de kwestie van de parkeervoorzieningen in het kader van het project en op andere aspecten.

Wij hebben echter ook geconstateerd dat wij meer aandacht moesten besteden aan de achtergronden van deze zaak. Zo hebben wij ons afgevraagd of de nationale overheid de MEB-wetgeving op correcte wijze en in overeenstemming met de geest van de Europese regelgeving heeft toegepast. Wij hebben toen al snel gemerkt dat het in bepaalde mate ook mogelijk was om de voorschriften op andere manieren toe te passen – niet alleen in Oostenrijk, maar ook in andere lidstaten, met inbegrip van mijn eigen land.

De vraag dient zich aan of wij altijd zouden moeten toestaan dat projecten op lokaal niveau opgesplitst worden. Daarnaast dient de vraag zich aan of wij moeten toestaan dat de uitvoering van projecten in verschillende tijdfasen wordt opgesplitst als achteraf geconcludeerd kan worden dat alle onderdelen eigenlijk deel uitmaakten van een en hetzelfde overkoepelende plan en dus vanaf het begin ook als één geheel beoordeeld hadden moeten worden. Er zijn ook gevallen bekend waarin projecten lokaal zijn opgesplitst wat de juridisch-technische aspecten betreft. Dat is weer aanleiding voor de vraag wat er eigenlijk op grond van onze Europese wetgeving – bewust of anderszins – is toegestaan en of de voorschriften op dit vlak niet aangescherpt moeten worden.

Met betrekking tot dergelijke voorzieningen is één ding ons met name opgevallen. Kunnen wij eigenlijk wel toestaat dat skipistes – nieuwe skigebieden van 1, 2, 3 of 10 hectare die toegevoegd worden aan de reeds aanwezige skigebieden en die veel drukker bezocht zullen worden als gevolg van de uitbreiding van de bestaande skifaciliteiten – in de berekeningen volledig buiten beschouwing worden gelaten? Op basis van de Europese regelgeving ben ik persoonlijk van mening dat alle gebieden die voor het totale project gebruikt gaan worden, in aanmerking moeten worden genomen. Dat is de reden voor onze specifieke vraag aan de Commissie of zij van mening is dat wij de Europese voorschriften op dit punt moeten aanscherpen.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de heer Potočnik en ik zijn verheugd dat dit Parlement het toezicht op de milieuvoorschriften als een van de prioriteiten van zijn werkzaamheden beschouwt, hetgeen ook in dit geval weer is aangetoond. De MEB-richtlijn is van grote waarde voor de ecologische ontwikkeling van de Europese Unie. Die richtlijn vormt voor ons een belangrijk instrument voor het realiseren van een duurzame ontwikkeling.

In de MEB-richtlijn is vastgelegd dat projecten met een aanzienlijke invloed op het milieu aan een beoordeling onderworpen moeten worden waarin alle directe en indirecte effecten op het milieu worden geëvalueerd. Het gaat om categorieën projecten waarbij de lidstaten aan de hand van drempelwaarden moeten besluiten of er op basis van de resultaten van die eerste evaluatie een MEB moet worden uitgevoerd. De omstandigheden in uw skigebied behoren tot een categorie projecten waarvoor de lidstaten al lange tijd een besluit moeten nemen over de noodzaak van een MEB.

De Oostenrijkse wettelijke regeling was in het verleden niet echt bevredigend. Het ging daarbij om gebieden van 10 hectare of van 20 hectare of meer. Na ontvangst van het verzoekschrift heeft de Commissie de Oostenrijkse regering gevraagd hoe deze gewaarborgd heeft dat de richtlijn adequaat op dit project is toegepast. Oostenrijk heeft daarop geantwoord dat er geen MEB nodig was omdat de drempel van 20 hectare niet was overschreden. Van onze kant hebben wij daarover officiële twijfels geuit. Wij hebben erop gewezen dat bij het vaststellen van de omvang van het gebied, en dus bij het nemen van een besluit of er een MEB uitgevoerd moet worden, er een overkoepelend perspectief gehanteerd had moeten worden in plaats van een beperkte kijk op het betreffende gebied.

Vervolgens heeft Oostenrijk zijn wetgeving inzake MEB’s herzien. Dat is volgens mij het belangrijkste resultaat van dit specifieke geval. Vanuit juridisch standpunt voldoet die wetgeving nu op alle punten aan de vereisten van de Europese MEB-richtlijn. Het besluit of er een MEB noodzakelijk is voor de uitbreiding van een skigebied, is nu afhankelijk van de totale oppervlakte van de uitbreiding en van de vraag of dat gebied zich in een zone bevindt die als natuurgebied is aangemerkt. Bovendien moeten eerdere uitbreidingen ook bij de beoordeling worden betrokken.

De eisen die de MEB-richtlijn stelt, zijn in feite duidelijk en strikt geformuleerd. Het omzeilen van die eisen door projecten in fasen, onderdelen of tranches op te splitsen, is gewoonweg niet mogelijk. Wij hechten een groot belang aan de overkoepelende analyse van de effecten van projecten op de natuur. Het Europees Hof van Justitie heeft onze interpretatie van de wetgeving ook bekrachtigd. Dat Hof heeft in meerdere gevallen duidelijk gemaakt dat de doelstellingen van de MEB-richtlijn niet omzeild kunnen worden door een opsplitsing van projecten. Wat de drempeloppervlakte betreft, is het uitsluitend in aanmerking nemen van die delen waar daadwerkelijk werkzaamheden worden uitgevoerd, te beperkt. Onze bezorgdheid heeft namelijk niet alleen op de bouwwerkzaamheden betrekking, maar ook op de integratie ervan in de nabije omgeving. Met andere woorden, bij het vaststellen of de drempelwaarde wel of niet is overschreden, moet ook rekening worden gehouden met gebieden waarin geen concrete werkzaamheden worden uitgevoerd maar die onmiskenbaar deel uitmaken van het project en van de effecten van het project.

Dat is de reden dat wij van mening zijn dat er in het skigebied Damüls-Mellau een screening uitgevoerd had moeten worden om vast te stellen of er voor dit project een MEB noodzakelijk was. Dat besluit had ook openbaar gemaakt moeten worden gezien de redenen die eraan ten grondslag hebben gelgen. Dat zijn de verplichtingen die de Oostenrijkse autoriteiten niet zijn nagekomen. Zij hebben nagelaten om een dergelijke screening uit te voeren hoewel die naar ons idee wel vereist was.

Het project speelt zich af in het verleden: het besluit ertoe is vijf jaar geleden genomen en ook de goedkeuring dateert van die tijd. De aanleg is inmiddels voltooid. Wij hebben de autoriteiten in Wenen daarom om nadere informatie verzocht over de effecten van de werkzaamheden. Wij hebben bovendien nagevraagd of er maatregelen genomen moeten worden om de negatieve gevolgen te beperken en of dergelijke maatregelen nog steeds tot de mogelijkheden behoren. Zodra wij die informatie in ons bezit hebben, zullen wij onderzoeken welke vervolgstappen gezet kunnen worden om de negatieve effecten op de natuur in dit gebied in zijn geheel, te beperken.

Wij hebben de autoriteiten in Oostenrijk ook gevraagd om te bevestigen dat er bij toekomstige uitbreidingen van dit of andere skigebieden die op grond van de oude versie van de Oostenrijkse Wet op de Milieueffectbeoordelingen aan de criteria voldeden, er eerst een screening zal worden uitgevoerd om vast te stellen of er een MEB noodzakelijk is. De heer Potočnik is op dit moment bezig met een herziening van de MEB-richtlijn. Wij zijn allebei voornemens om een nieuwe tekst te overleggen waardoor de milieubescherming nog verder verbeterd wordt. In die tekst zal meer in het bijzonder aandacht worden besteed aan aspecten als de klimaatverandering, energie en biodiversiteit. Daarnaast zullen de relevante belangrijke arresten van het Europees Hof van Justitie in aanmerking worden genomen en worden de bestaande procedures zo weel mogelijk geharmoniseerd en vereenvoudigd. Daardoor zal het omzeilen van de regels nog moeilijker worden dan voorheen.

De heer Potočnik zit dus midden in het proces van de herschikking van deze richtlijn en hij heeft hiervoor het afgelopen jaar op grote schaal het publiek en de relevante belangengroepen geraadpleegd. De resultaten worden op dit moment geëvalueerd en wij zullen uiterlijk in 2012 een daartoe strekkend voorstel indienen. De foutieve uitvoering van deze bouwwerkzaamheden zal in ieder geval een positief effect voor de toekomst hebben, omdat de Europese regelgeving duidelijker geformuleerd zal zijn, waardoor het moeilijker wordt om de voorschriften te ontduiken. Wij zijn verheugd dat de Oostenrijkse Wet op de Milieueffectbeoordelingen nu in overeenstemming is met de MEB-richtlijn.

De Commissie zal actie ondernemen om te waarborgen dat de Oostenrijkse autoriteiten de milieugevolgen van de reeds uitgevoerde werkzaamheden zullen beoordelen teneinde te zorgen dat bij toekomstige uitbreidingen van het sikgebied in de regio rond Damüls-Mellau de vereisten van onze richtlijn conform de regels worden toegepast. Met andere woorden, wij hebben allemaal lering getrokken uit de fouten die er in dit specifieke geval zijn gemaakt.

 
  
MPphoto
 

  Peter Jahr, namens de PPE-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, de heer Wieland heeft de feiten van deze zaak al zeer duidelijk uiteengezet. Sta mij toe om hieraan een paar politieke beoordelingen toe te voegen.

Allereerst is het evalueren van besstaande verordeningen of richtlijnen om vasts te stellen hoe goed zij hun doelstellingen realiseren om deze waar nodig vervolgens te verbeteren of nauwkeuriger te interpreteren, geen argument tegen het Europese beleid, maar veeleer een argument vóór dat beleid. Er zal altijd frictie blijven bestaan tussen de Europese verordeningen en richtlijnen en de vorm waarin zij op lokaal niveau in bepaalde instrumenten worden omgezet. Het betreffende verzoekschrift heeft aan het licht gebracht dat bepaalde dingen op lokaal niveau anders werden geïnterpreteerd dan de oorspronkelijke intentie op Europees niveau was. De Commissie verzoekschriften is dan misschien geen raad van beroep, maar door mijn indruk van het werk dat wij in die commissie verrichten – met andere woorden, door de indruk die ik zelf heb in mijn hoedanigheid als lid van de Commissie verzoekschriften – ben ik er behoorlijk trots op dat dit verzoekschrift, in combinatie met het advies van de Commissie verzoekschriften, uiteindelijk geleid heeft tot de verandering van de wetgeving in een lidstaat van de EU. Naar mijn idee is dat een groot succes en wel meer in het bijzonder een succes van het Europese beleid.

Naar mijn idee houdt het probleem in het algemeen verband met de vraag die ik nu aan de commissaris ga stellen. Veel burgers maken zich zorgen over de wijze waarop de Europese milieuwetgeving in de lidstaten ten uitvoer wordt gelegd. Wij ontvangen hier veel verzoekschriften over waarvan een groot aantal betrekking heeft op grensoverschrijdende kwesties. Veel verzoekschriften gaan echter ook over de omstandigheden in de lidstaten. Steeds weer worden wij echter met het probleem geconfronteerd dat wanneer wij vragen aan de Commissie stellen over projecten in uitvoering, wij het volgende te horen krijgen: “Wij gaan ervan uit dat lidstaat X de bestaande richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie op adequate wijze ten uitvoer legt en toepast. Wij zien dan ook geen noodzaak om te interveniëren.” Indien er aanwijzingen zijn dat er iets verkeerd gaat, hebben wij dan ook een instrument nodig dat wij kunnen gebruiken om een serieuze dialoog met de lidstaten aan te gaan over projecten waarvan de uitvoering al is begonnen. Wij willen toch niet weer in eenzelfde situatie terechtkomen als in het onderhavige geval? Daarin zijn de dingen niet optimaal verlopen, maar dat project is inmiddels afgerond. Wij hebben nu dus wel een oplossing voor de toekomst, maar helaas niet voor het verleden.

 
  
MPphoto
 

  Jörg Leichtfried, namens de S&D-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat wat er allemaal is gebeurd het beste omschreven kan worden als een les waar wij lering uit hebben getrokken. Wij Oostenrijkers zijn fanatieke skiërs. Voor die hobby heb je natuurlijk skipistes nodig. Wij moeten er ons echter bewust van zijn en er rekening mee houden dat een mooie, intacte omgeving ook onderdeel vormt van het skiën. Wanneer een dergelijke omgeving verdwijnt, gaan mensen ook niet meer skiën.

Tegen die achtergrond zijn er in het Oostenrijkse beleid in het verleden veel fouten gemakt. Er zijn unilateraal nieuwe skipistes aangelegd, zonder dat overwogen werd of dat eigenlijk wel een goed idee was. Ook de administratieve praktijken en de juridische situatie waren op die leest geschoeid. Wat er nu hier de afgelopen tijd is gebeurd, vormt een illustratie van de toegevoegde waarde van de Europese Unie en het Europees Parlement. Het lijkt erop dat in het onderhavige geval de dingen verkeerd zijn gelopen. Wanneer er iets fout gaat, gebeurt er echter in veel gevallen niets. In dit geval is er echter een verzoekschrift ingediend, hebben de relevante mensen adequaat gereageerd en heeft Oostenrijk zijn zaakjes op orde gebracht. Wat mij betreft, is dit een goed voorbeeld van hoe de dingen aangepakt moeten worden.

 
  
MPphoto
 

  Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, ik ben u erg dankbaar voor de informatie die u heeft vershaft. Ik vind datgene wat u heeft gezegd, bijzonder belangrijk. Ik heb alleen nog één aanvullende vraag. U zei dat de Commissie volledig tevreden is over de wijze waarop Oostenrijk thans de milieueffectbeoordelingen uitvoert. Er is echter nog steeds een arrest van het Europees Hof van Justitie van kracht dat voorschrijft dat de burgers bij de procedure betrokken moeten worden waarin vastgesteld wordt of er een MEB noodzakelijk is. Dat voorschrift is niet opgenomen in de betreffende Oostenrijkse wet en dit zou toch als een soort vroegtijdig waarschuwingssysteem kunnen functioneren om te waarborgen dat wat wij in Mellau hebben meegemaakt, niet nog een keer kan gebeuren.

Ik zou graag nogmaals willen benadrukken dat ik het ietwat absurd vind als pistes niet in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de omvang van een skigebied alleen omdat de hele berg niet omgespit is. Ik vind juist dat dit de gebieden zijn die ertoe doen en dat zij dus wel degelijk mee moeten tellen. Het is zonneklaar dat wij te maken hebben met een zaak waarin het project in kleinere onderdelen is opgesplitst om de voorschriften te omzeilen. Ik hoop dat u bij toekomstige procedures deze zaak in uw achterhoofd houdt.

 
  
MPphoto
 

  Willy Meyer, namens de GUE/NGL-Fractie. – (ES) Mevrouw de Voorzitter, we hebben een geval dat ons kan helpen om een kwestie op te lossen die de Commissie feitelijk erkend heeft, die ook de heer Jahr aan de orde heeft gesteld, en die we zullen opnemen in het jaarverslag dat zal worden voorgelegd door de Commissie verzoekschriften bij de beraadslagingen over 2010.

De situatie is als volgt - en we hebben het voorbeeld van Damüls in de Alpen, en ook dat van de Pyreneeën -: het komt vaak voor dat de tijd die verloopt tussen het moment dat een aantal Europese burgers een klacht indienen totdat het probleem is opgelost, zo lang is dat het probleem niet kan worden opgelost zonder onherstelbare schade aan te richten. Ik refereer hier aan het vermogen van vele lidstaten om zich te onttrekken aan de Europese richtlijn die hen verplicht de milieu-effecten te beoordelen van openbare en particuliere projecten in bijzonder kwetsbare gebieden van het Europese ecosysteem, zoals de Alpen in dit geval, of de Pyreneeën in Spanje. In dit geval gaat het om een project dat is gesplitst en opgedeeld om de richtlijn te omzeilen, wat het onmogelijk maakt een milieu-effectrapportage op te stellen.

Dames en heren van de Commissie, als u werkelijk vindt dat milieu-effectrapportages strikt moeten worden uitgevoerd, dan dient u naar mijn idee sneller te reageren om projecten te stoppen die worden voortgezet ondanks verslagen waaruit blijkt dat die projecten eerst een milieu-effectrapportage behoeven. Daarom is het heel belangrijk dat we de duur van de tijd veranderen die het neemt om een klacht te behandelen, en dat de Commissie verzoekschriften en de Europese Commissie zich ervoor inzetten om die tijd te verkorten, zodat lidstaten niet de noodzaak omzeilen om uitvoering te geven aan die richtlijn betreffende milieu-effectrapportages. In vele lidstaten is zij ontdoken, zoals hier is opgemerkt, niet alleen in Oostenrijk. In mijn land, Spanje, staat nu een project op stapel in de Pyreneeën. Het gaat ook om een skioord, in de Valle de Castanesa, en de Spaanse staat zal weer hetzelfde doen. In dit geval zullen de verantwoordelijke autoriteiten in Aragón het project opsplitsen om te voorkomen dat er een milieu-effectrapportage wordt uitgevoerd.

Ik denk dat we ons er zowel in het Europees Parlement als in de Europese Commissie voor moeten inzetten dat die procedure versneld wordt.

 
  
MPphoto
 

  Angelika Werthmann (NI).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris Oettinger, dames en heren, het doel van de milieueffectbeoordeling is om, in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel, zowel het directe als het indirecte effect van projecten op het milieu vast te stellen en te beoordelen. Het uitsluiten van geplande ontwikkelingswerkzaamheden die duidelijk verband houden met een project in geografische of andere zin, kan het rechtskader alleen maar ondermijnen. Al in 1996 was het Europees Hof van Justitie van oordeel dat lidstaten moeten waarborgen dat het doel van de richtlijn niet ontdoken kan worden door het opsplitsen van projecten.

In haar verslag van 2003 over de toepassing en effectiviteit van de MEB-richtlijn, concludeerde de Commissie dat de wortels van de meervoudige problematiek die een belemmering vormde voor de effectiviteit van de MEB-voorschriften, niet noodzakelijkerwijs terug te voeren waren op de omzetting van de richtlijn op nationaal niveau, maar veeleer op de praktische toepassing ervan. Een van de opmerkingen die toentertijd geformuleerd zijn, was specifiek gericht aan het adres van de lidstaten die bindende drempels hadden vastgesteld, waaronder Oostenrijk. Aanbevolen werd om bij projecten met een mogelijk aanzienlijk milieueffect, een adequate screening uit te voeren, met name met betrekking tot bijzonder gevoelige gebieden en de eventuele cumulatieve impact van projecten. U noemde dat screeningproces al in uw inleiding; wij zijn nu in afwachting van de resultaten.

De Oostenrijkse burgers protesteren steeds vaker tegen het feit dat er geen rekening wordt gehouden met hun twijfels. Het Europees Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de specifieke wetgeving op nationaal niveau voldoende gedetailleerd moet zijn en de mogelijkheid voor een adequate participatie van de burgers moet bieden. Wat is de beoordeling van de Commissie van dit aspect van de Oostenrijkse Wet op de Milieueffectbeoordelingen?

In vrijwel alle lidstaten wordt kritiek geleverd op het gebrek aan publieke participatie. Daarom dient in het kader van de huidige herziening van de MEB-richtlijn ook een debat gevoerd te worden over een uniforme procedure voor die publieksparticipatie, iets wat feitelijk ook gewoon al in de richtlijn is vastgelegd.

 
  
MPphoto
 

  Richard Seeber (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, kijkend naar de lijst met sprekers zou de indruk kunnen ontstaan dat de Gemeenschap en ook de Commissie verzoekschriften in deze procedure als een soort hooggerechtshof worden beschouwd. Ik wil daar graag aan toevoegen dat dit soort projecten niet bedoeld zijn om politieke punten te scoren.

Wij hebben het vandaag over een project in Damüls-Mellau, twee kleine gemeenschappen. De provinciale regering in Voralberg en de lokale overheid hebben naar beste vermogen getracht om de Oostenrijkse milieuwetgeving toe te passen. Ik geloof niet dar er een reden is om deze autoriteiten verwijten te maken. De juridische vraag dient zich echter aan of de Republiek Oostenrijk de MEB-richtlijn correct heeft omgezet. Op dit punt moet bedacht worden dat de rechtstradities in Oostenrijk (en ook elders binnen de Europese Unie) aanzienlijk verschillen. Ik moet mijn geachte collega erop wijzen dat ik van mening ben dat Oostenrijk de betreffende zaken goed wilde regelen. In de loop van dit proces hebben juristen geconstateerd dat er wellicht een paar fouten zijn gemaakt. Ik wil graag nogmaals benadrukken dat slechts de laatste paar procenten ter discussie staan. In dit project zijn hiervoor ook op vrijwillige basis compensatiemaatregelen genomen en dat lijkt ook te worden vergeten. Er zijn substantiële betalingen verricht. Dat moet ook gezegd worden.

Tot slot moeten wij waarschijnlijk ook een politieke beoordeling uitvoeren. Wetende dat er compensatiemaatregelen binnen dit project zijn uitgevoerd en dat er een poging is ondernomen om alles recht te zetten, moet dit project toch eigenlijk een hamerstuk zijn. Helaas moet ik de Commissie in deze fase vragen om iedereen gelijk te behandelen en ook buiten onze grenzen een aantal gevallen in andere lidstaten nader te bestuderen waar eigenlijk veel grotere schade aan natuurlijke hulpbronnen wordt toegebracht. De Commissie zou echter op dit punt met een bepaalde mate aan behoedzaamheid te werk moeten gaan. Die behoedzaamheid is met name belangrijk bij het milieubeleid omdat wij op dit gebied immers ook een grotere acceptatie willen bewerkstelligen.

 
  
MPphoto
 

  Heinz K. Becker (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte commissaris, dames en heren, ik wil graag een van de aspecten benadrukken die de commissaris heeft genoemd, en wel dat “de nationale autoriteiten hier iets van geleerd hebben”. Ik ben namelijk van mening dat de manier waarop de Oostenrijkse centrale overheid – en meer in het bijzonder de minister die voor milieuzaken verantwoordelijk is – de herziening van de Oostenrijkse Wet op de Milieueffectbeoordelingen heeft aangepakt, als zeer positief aangemerkt moet worden. Die aanpak zou als voorbeeld, als benchmark, gebruikt kunnen worden voor veel andere zaken die bij een groot aantal mensen aanzienlijk minder bekend zijn.

Tot slot wil ik graag mijn steun uitspreken voor het gewijzigde verzoekschrift van de heer Jahr, waarin om specifieke en effectieve instrumenten wordt verzocht om al tijdens de planning en de eerste stadia van dergelijke projecten invloed en controle uit te kunnen oefenen en eventueel corrigerende maatregelen te kunnen nemen.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, ik wil kort enkele opmerkingen maken over dit proces. De ervaringen met de uitvoering van milieueffectbeoordelingen (MEB) zijn op enkele punten positief, maar tonen ook aan dat deze voor verbetering vatbaar zijn. Er moet op een andere manier gekeken worden naar de analyse van de cumulatieve effecten van projecten, ongeacht of deze op verschillende vlakken liggen of op hetzelfde vlak. Er wordt te vaak naar de bomen gekeken, en dan zie je het bos niet meer. Het is van belang dat er breder wordt gekeken naar de enorme en cumulatieve gevolgen van het menselijk handelen voor de natuur.

Ook moet er meer aandacht komen voor de fase na de effectbeoordeling, die vaak verwaarloosd wordt. Het is belangrijk dat achteraf geëvalueerd wordt in hoeverre de beoogde effecten gerealiseerd zijn, in hoeverre eventuele mitigatie- of compensatiemaatregelen effectief geweest zijn en in hoeverre deze geïmplementeerd zijn. Overheidsinstanties op het gebied van het milieu spelen daarbij een belangrijke rol en moeten in staat gesteld worden deze rol te vervullen.

En tot slot is het van fundamenteel belang dat de procedure transparant is, en dat overheidsinstanties hierbij betrokken worden en de gang van zaken bewaken, om transparantie, kwaliteit en de onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mevrouw de Voorzitter, vandaag debatteren we over zeer specifieke kwesties van een specifiek land, maar milieueffectbeoordelingen zijn nog steeds, zowel op nationaal als op internationaal niveau, nogal ingewikkeld en moeilijk. Het grootste probleem is waarschijnlijk een vertrouwenscrisis in de maatschappij in verband met de uitgevoerde onderzoeken voor de milieueffectbeoordeling, dat wil zeggen het feit dat het onderzoek wordt verricht door uitvoerders van projecten, etc. Het publiek zou daarom actiever bij dit proces betrokken moeten worden, maar we moeten natuurlijk een evenwicht vinden zodat projecten niet zonder geldige reden worden gestopt. Een ander probleem is het concept van de beoordeling na afloop van het project, wanneer bepaalde zaken, met inbegrip van de milieueffectbeoordeling, niet worden genoemd en er later neveneffecten opduiken.

Gisteren hebben we voor het principe van onafhankelijkheid in het milieueffectbeoordelingssysteem gestemd. Dit zou ook moeten worden toegepast in het milieurecht en bij de herziening van de milieueffectbeoordelingsrichtlijn moeten we ons juist hierop richten.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Jörg Leichtfried (S&D).(DE) Mevrouw de Voorzitter, wellicht dat ik mevrouw Morkūnaitė-Mikulėnienė verkeerd heb begrepen, dus daarom vraag ik het even na. Ik vind het belangrijk dat de regels die op dit moment van kracht zijn, ook nageleefd worden. Wij moeten niet altijd proberen om ons ergens uit te praten door te zeggen dat wij ons niet zo strikt aan de regels hoeven te houden omdat de omstandigheden zijn veranderd. Regels moeten te allen tijde strikt nageleefd worden en dat is niet meer dan terecht.

Ik zou graag willen weten of u bedoelde dat de regels, ongeacht de situatie, nageleefd moeten worden en dat mensen zich niet altijd door de omstandigheden moeten laten leiden.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mevrouw de Voorzitter, ik wil benadrukken dat het van groot belang is om de regels in acht te nemen, maar in sommige gevallen proberen belangengroepen, misschien door het manipuleren van de publieke opinie, de uitvoering van bepaalde projecten te beïnvloeden. Zoals ik al heb onderstreept, moeten echter de autonomie, de juiste analyse en de onafhankelijkheid van de deskundigen worden gewaarborgd en dient alles volgens de regels, zoals het in de wetten staat, te worden gedaan.

 
  
MPphoto
 

  Karin Kadenbach (S&D).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, dames en heren, deze discussie onderstreept eens te meer dat wij op het hele milieugebied te maken hebben met één groot communicatieprobleem. Het milieu, de economie en de regionale belangen worden voortdurend tegen elkaar uitgespeeld. En daar ligt het grote probleem. Wij hebben steun van de Commissie nodig om te waarborgen dat het milieu als een essentieel onderdeel van de economie wordt gezien. Op dit moment wordt er veel te weinig nadruk gelegd op het feit dat de maatregelen om het milieu en de natuurlijke omgeving te beschermen ook banen kunnen creëren en in stand houden.

De discussie is tegenwoordig nog steeds gepolariseerd: het gaat of om de natuur of om de werkgelegenheid. Wij politici gebruiken helaas altijd dit soort argumentatie. Ik roep iedereen daarom op om op dit punt een betere bewustwording te bevorderen. Aan beide kanten moet daarnaast erkend worden dat wij het milieu in stand moeten houden zodat de economie in de toekomst effectief kan blijven functioneren.

 
  
MPphoto
 

  Miloslav Ransdorf (GUE/NGL). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, Oostenrijk stemde ooit tegen de kerncentrale van Zwentendorf om zich te ontdoen van een regionale kanselier. Dat leidde tot een Europees unicum: een model van een kerncentrale op een schaal van 1:1. Dat lijkt me een nogal duur experiment en dus niet iets dat de Oostenrijkers kunnen opdringen aan anderen.

 
  
MPphoto
 

  Rainer Wieland (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, ik ben eigenlijk heel tevreden over de reacties, maar ik wil graag op één punt nog wat meer duidelijkheid krijgen. Op grond van de huidige regelgeving hoeven skipistes uitsluitend in de berekeningen van de drempels opgenomen te worden wanneer er tijdens de ontwikkeling van de betreffende faciliteit structurele veranderingen zijn gepland. Alle andere gebieden die door skiërs, “zwartrijders” of andere mensen worden gebruikt, worden buiten beschouwing gelaten. Ik ben van mening dat de effecten van het gebruik van een gebied waarvan de natuurlijke staat wordt veranderd, ook in die berekeningen opgenomen moet worden.

Nog één kort punt tot slot: in een bepaald gedeelte van een lidstaat waarmee de heer Oettinger en ondergetekende heel goed bekend zijn, heeft de Commissie verzoekschriften in geselecteerde gevallen de mogelijkheid om een blokkeringsprocedure toe te passen. Ik denk dat het een goed idee zou zijn als wij, samen met de Commissie en de Raad, afspreken dat het mogelijk moet zijn om projecten te bevriezen, mits deze optie op een verantwoorde wijze wordt toegepast.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Richard Seeber (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, aangezien de heer Wieland jurist is, zou ik hem graag willen vragen of hij de bergwandelaars en de klimmers die op ski’s rondtrekken en soms van de skiliften gebruik maken omdat zij de hele afstand niet te voet willen afleggen, ook in de MEB wil betrekken? En geldt dat ook voor mensen die andere sportuitrustingen gebruiken? Betekent dit dat de gehele Alpine regio aan een milieueffectbeoordeling moet worden onderworpen? Ik vind dat hij de criteria wat nauwkeuriger moet definiëren en precies moet uitleggen wat hij bedoelt.

 
  
MPphoto
 

  Rainer Wieland (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil één ding graag heel duidelijk stellen om de indruk die is ontstaan, weg te nemen. De natuur is geen eigendom van de organisaties voor natuurbescherming. De natuur is er om door mensen gebruikt te worden. Dat betekent dat ik niet van mening ben dat Damüls-Mellau, en daar werd zojuist aan gerefereerd, een geval is waarin wij die blokkeringsprocedure moeten toepassen.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, het mag voor ons allemaal duidelijk zijn dat deze zaak niet goed is afgehandeld. De herwaardering van deze zaak zal echter wel een bijdrage leveren om binnen Europa vooruitgang te boeken. Wij hebben geconstateerd dat de drempelwaarden niet correct zijn toegepast, dat er geen screeningprocedure is uitgevoerd en dat de milieueffecten daardoor niet objectief genoeg zijn beoordeeld.

In de tweede plaats moet de Oostenrijkse Wet op de Milieueffectbeoordelingen gewijzigd of uitgebreid worden om te waarborgen dat deze in overeenstemming is met de richtlijnen van de Europese Unie, met andere woorden, met de eisen die u stelt. Wanneer er nieuwe maatregelen in deze regio worden genomen – ongeacht of het om extra parkeerplaatsen of om andere ontwikkelingen gaat – vinden wij het in de derde plaats van belang dat er een speciale screening van het gehele project wordt uitgevoerd, ook van de aanwezige ontwikkelde gebieden en van de reeds bestaande bouwprojecten. Je zou kunnen zeggen dat de regio nu onder scherper toezicht staat.

Iedereen die van skiën houdt, weet dat de geluidsoverlast in deze regio rond 3 uur ’s middags een groter probleem vormt dan de schade aan de natuurlijke omgeving. Uiteraard moet deze opmerking niet helemaal serieus worden genomen. De Commissie heeft thans de mogelijkheid om een inbreukprocedure in te leiden. Wij dreigen er niet mee niet dat wij dat ook daadwerkelijk gaan doen, maar de mogelijkheid is er wel. Vervolgens moeten wij ook in meer algemene zin naar de herziening van de MEB-richtlijn kijken. Wat is de bedoeling van de heer Potočnik?

In de eerste plaats gaat het om het integreren van nieuwe beleidsdoelen, zoals de klimaatverandering, biodiversiteit, energie, trans-Europese netwerken en het cohesiebeleid. In de tweede plaats moet ook het arrest van het Europees Hof van Justitie in aanmerking worden genomen. Dat arrest heeft immers tot veel meer duidelijkheid rondom deze kwestie geleid. In antwoord op de vraag van de heer Lichtenberger, kan ik zeggen dat wij vastgesteld hebben dat de Oostenrijkse MEB-wet nu aan de drempelvereisten voldoet. Op dit moment evalueren wij of die wet ook, naar vorm en inhoud, in toereikende mate voldoet aan de vereisten op het gebied van de transparantie, burgerparticipatie en openbare raadpleging. Ik kan hierbij bevestigen dat de heer Potočnik, de commissaris voor Milieu, u de komende weken zal voorzien van een uitgebreid schriftelijk antwoord op de vraag of die wet in overeenstemming is met de eisen die in onze richtlijn aan de transparantie en burgerparticipatie worden gesteld.

Ik denk dat dit het geval is. Mede op basis van andere bevindingen zullen wij vervolgens in staat zijn om volgend jaar een bevredigende herziening van deze Europese richtlijn tot stand te brengen. De heer Wieland heeft gevraagd hoe de definitie van het gebied geïnterpreteerd moet worden. Wij zullen u op deze vraag een schriftelijk antwoord doen toekomen. Wanneer er een transportvoorziening wordt gebouwd, ben ik van mening dat wij niet alleen moeten kijken naar de grond die zich onder de kabel bevindt. Met andere woorden, het gaat niet alleen om het traject van de skilift, want dat is slechts één meter breed en een aantal kilometers lang. Aan de andere kant moet ook weer niet de hele berg bij de beoordeling worden betrokken, hoewel de “zwartrijders” vaak de beste skiërs op de zwarte pistes zijn. Meer op detailniveau moeten in ieder geval alle gebieden die als piste te boek staan bij de beoordeling worden betrokken. Met andere woorden, alle geëxploiteerde pistes en gebieden waar sneeuwmachines worden gebruikt, behoren naar mijn idee tot het ontwikkelde gebied van de berg en moeten daarom in de drempelwaarde meegenomen worden. Indien nodig moet dit in het kader van de herziening van de richtlijn duidelijk worden gedefinieerd.

Hadden wij niet in een eerder stadium invloed op dit proces kunnen uitoefenen? De huidige discussies spelen zich uiteraard in een relatief laat stadium af; de bouwvergunning is immers al vijf jaar geleden afgegeven. Dit vormt een fundamenteel probleem. Op grond van het Verdrag is namelijk het subsidiariteitsbeginsel van toepassing. De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving berust primair bij de lidstaten die de voorschriften op lokaal niveau moeten toepassen en handhaven. Ik hoop dat er, zeker in Oostenrijk, lering uit de zaak wordt getrokken zodat wij straks meer oog en oor hebben voor een adequate afweging van de economische en de ecologische belangen en dat deze zaak dus een positief effect op de toekomst heeft gehad.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

 

4. Misleidende bedrijvengidsen (verzoekschriften 0045/2006, 1475/2006 e.a.) (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de mondelinge vraag (O-000087/2011) van Erminia Mazzoni, namens de Commissie PETI, en Malcolm Harbour, namens de Commissie INTA, aan de Commissie: Misleidende gegevensbankdiensten (Β7-0315/2011).

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, tweeënhalf jaar geleden heb ik in deze vergadering een verslag gepresenteerd over bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden. De boodschap die dit Parlement destijds heeft afgegeven was helder: dat frauduleuze praktijken van misleidende bedrijvengidsen een ernstig probleem vormen, dat tienduizenden van onze kleine ondernemingen, vrijwilligersorganisaties en zelfs charitatieve instellingen ten prooi vallen aan deze frauduleuze praktijken, en dat we een eendrachtige aanpak nodig hebben om dit bedrog voor eens en voor altijd een halt toe te roepen.

Nu, tweeënhalf jaar later, zijn we hier jammer genoeg weer bijeen om te praten over hetzelfde onderwerp, aangezien er deerniswekkend weinig is ondernomen om het probleem van de misleidende bedrijvengidsen tegen te gaan. Dat is onacceptabel.

Ik herinner u er graag nog eens aan waarover we het nu precies hebben. Het komt erop neer dat een misleidende bedrijvengids een formulier uitstuurt en mensen daarbij ogenschijnlijk enkel vraagt hun eigen persoonlijke gegevens of bedrijfsgegeven te actualiseren, in ruil voor een ogenschijnlijk kostenloze opname, een gratis vermelding in de bedrijvengids. In eerste instantie wijst niets erop dat hier kosten aan verbonden zijn, dat uit het invullen van het formulier enige betalingsverplichting zal voortvloeien. Zodra het formulier is ingediend ontvangen slachtoffers echter een brief waarin een betaling van 1 000 euro per jaar wordt geëist voor de volgende drie jaar. Betaalt men niet, dan bedienen de misleidende bedrijvengidsen zich van tactieken die zich laten kenschetsen als intimidatie: mensen worden telefonisch lastiggevallen, bedreigd met juridische stappen en achtervolgd door incassobureaus.

Het meest zorgwekkend van dit alles is dat dergelijke illegale tactieken worden gebruikt pal onder de neus van de autoriteiten van verschillende lidstaten, die dondersgoed weten dat deze misstanden plaatsvinden maar geen enkele actie hebben ondernomen om er een einde aan te maken. European City Guide, Construct Data, TEMDI, EU Business Services, World Business Directory, Expo Guide en DAD kunnen nog steeds gewoon hun gang gaan. De Commissie heeft reeds verklaard dat dergelijke misleidende praktijken indruisen tegen de EU-wetgeving, maar zij heeft niet genoeg gedaan om ze te stoppen. Daarom zijn we hier vandaag bijeen.

 
  
MPphoto
 

  Eija-Riitta Korhola, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, uit het grote aantal klachten over misleidende bedrijvengidsen blijkt wel dat deze misstanden voor kleine en middelgrote ondernemingen een ernstig probleem vormen. Malafide bedrijven die gegevensbankdiensten aanbieden brengen kleine ondernemingen financiële schade toe en vallen ze lastig. Tussen 2003 en midden 2008 zijn bijna 14 000 klachten en informatieverzoeken geregistreerd. En nog steeds worden honderden klachtenbrieven ontvangen van nieuwe slachtoffers.

Door de moeilijkheden die komen kijken bij het traceren van dit soort activiteiten wordt de interne markt in zijn functioneren ondermijnd. Misleidende praktijken zijn illegaal onder de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken.

We kampen echter met een gebrek aan effectieve rechtsmiddelen en handhaving. De Commissie interne markt en consumentenbescherming, de bevoegde commissie als het gaat om deze wetgeving, heeft deze kwestie recentelijk opgenomen met de Nederlandse autoriteiten en hen gewezen op frauduleuze praktijken van een in Nederland gevestigd bedrijf dat gegevensbankdiensten aanbiedt.

Uit het antwoord van de Nederlandse autoriteiten is op te maken dat de lidstaten zich vooral zorgen maken over wat er gebeurt op hun eigen grondgebied. Gezien het grensoverschrijdend karakter van het probleem is meer samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van handhaving mijns inziens een absolute voorwaarde om een einde te maken aan deze frauduleuze praktijken.

De Commissie zou zelf een actievere bijdrage kunnen leveren door met de lidstaten samen te werken aan grensoverschrijdende handhaving, met gebruikmaking van bestaande EU-brede netwerken om de samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken. Er moet meer nadruk worden gelegd op effectieve en ontradende sancties tegen dit soort malafide bedrijven in alle lidstaten, waardoor dergelijke bedrijvengidsen ten onder zouden gaan en de mensen die erachter zitten zouden kunnen worden gestraft.

Er moet worden overwogen het toepassingsbereik van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken zo uit te breiden dat deze alle commerciële praktijken tussen bedrijven en consumenten bestrijkt, of het nu gaat om de bescherming van consumenten of concurrenten. Op die manier zouden voor de meeste, zo niet alle commerciële praktijken tussen bedrijven onderling in de detailhandel dezelfde regels gelden als voor oneerlijke commerciële praktijken tussen bedrijven en consumenten, waarmee ze in de regel overlappen.

Het is daarnaast belangrijk om ondernemingen te helpen in de strijd tegen deze zwendel door de toegang tot informatie te verbeteren en het bewustzijn te vergroten door het verbeteren van regelingen voor verhaal. De commissaris zou ik het volgende willen vragen: wat zijn de belangrijkste hinderpalen voor een grotere betrokkenheid van overheden bij de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van handhaving, en welke maatregelen denkt de Commissie te nemen ter bestrijding van bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden?

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de Commissie sluit zich aan bij de bezorgdheid, twijfels en kritische analyse van het Europees Parlement. De misleidende praktijken van gegevensbankdiensten veroorzaken voor talloze ondernemingen problemen. Drie jaar geleden hebben wij opdracht voor een enquête gegeven en naar aanleiding daarvan zijn duizenden klachten binnengekomen. Wij gaan ervan uit dat dit slechts het topje van de ijsberg is, hetgeen betekent dat het aantal ondernemingen dat zich als het ware bedrogen voelt, vele malen groter is.

Mevrouw Reding, de commissaris die verantwoordelijk is voor Justitie, fundamentele rechten en burgerschap, verzamelt op dit moment gegevens om de omvang van het probleem vast te stellen. Ik wil graag benadrukken dat dergelijke praktijken op grond van Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en op grond van de wetgeving inzake de fraudebestrijding in de diverse lidstaten, reeds verboden zijn. Sommige frauduleuze praktijken hebben een grensoverschrijdend karakter en worden in zakelijke transacties tussen verschillende ondernemingen gebruikt. Gezien de huidige stand van zaken is het echter moeilijk om de daders te vervolgen.

Om deze problemen aan te pakken en op te lossen, is mevrouw Reding voornemens om eind van dit jaar een mededeling te publiceren over de status van de tenuitvoerlegging van de huidige Richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en over de mogelijkheden die er op dit moment bestaan voor een herziening van die richtlijn. De mededeling zal daarnaast een evaluatie van de huidige situatie bevatten. Zij overweegt ook om de inhoud te verbeteren op basis van de conclusies die over die misleidende praktijken worden getrokken. Bovendien zal zij ook aandacht besteden aan de wijze waarop de samenwerking tussen de nationale autoriteiten bij de vervolging van grensoverschrijdende zaken verbeterd kan worden.

Bovendien is zij van plan om voor te stellen om burgers en ondernemingen meer bewust te maken van het steeds groter wordende probleem van de misleidende praktijken van gegevensbankdiensten. Zij wil in dat verband ook de noodzaak van meer voorlichtingsactiviteiten op dit gebied benadrukken. De richtlijn (uit 2006) is inmiddels door alle lidstaten ten uitvoer gelegd. Niettemin heeft de Commissie de lidstaten verzocht om informatie over die tenuitvoerlegging en de genomen maatregelen te verstrekken en om zo spoedig mogelijk, in ieder geval vóór de publicatie van de mededeling, een statusrapport te overleggen. Ter ondersteuning van dit proces heeft de Commissie eind mei een conferentie georganiseerd waaraan nationale autoriteiten, belangengroepen en onafhankelijke deskundigen hebben deelgenomen. De nadruk van de conferentie lag op de frauduleuze praktijken van gegevensbankdiensten en met name op hun grensoverschrijdende activiteiten.

Tijdens het debat werd duidelijk dat er een betere en systematische samenwerking tussen de autoriteiten in de lidstaten nodig is. Die constatering zal dan ook worden geïntegreerd in de mededeling van mevrouw Reding die voor het eind van dit jaar gepland staat. Ik kan u de verzekering geven dat wij deze kwestie net zo urgent vinden als u. Daarom willen wij de volgende stappen zo snel mogelijk zetten. Vanwege formele redenen moeten wij echter zorgen dat de relevante ondernemingen op gepaste wijze bij dit proces betrokken worden. Daar is tijd voor nodig. Op basis van de resultaten van het raadplegingsproces en na bestudering van alle argumenten, is de Commissie voornemens om aanvullende corrigerende maatregelen te nemen teneinde misleidende en illegale grensoverschrijdende praktijken te voorkomen. Ik dank u hartelijk voor uw breed gedragen steun voor deze kwestie.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Papanikolaou, namens de PPE-fractie. – (EL) Meneer de Voorzitter, commissaris, iedereen moet het wel eens zijn met wat u heeft gezegd. Ik zal u vertellen wat een Griekse landgenoot van mij heeft doorgemaakt, die bij mij zijn beklag deed over eenzelfde geval van misleidende reclame waar hij het slachtoffer van werd en die mij ook de brieven heeft gegeven. Bovenaan de brief die het betrokken bedrijf stuurt, staat dat de informatie free of charge is. Onze medeburger ziet dan dat hij bepaalde gegevens moet invullen, vult die in en verstuurt de brief. In heel kleine lettertjes op de achterkant van de brief staat, net zoals de heer Busuttil zojuist heeft verteld, dat hij duizend euro per jaar moet betalen. Na enige tijd, stuurt de zogenaamde juridische afdeling van het bedrijf brieven, die ik ook hier heb,waarin hij mijn landgenoot sommeert 3.529,18 euro te betalen, blijkbaar inclusief de rente en de onkosten voor juridische bijstand van het bedrijf.

Meneer de commissaris, het staat buiten kijf dat er een wetgevend kader bestaat. Wij weten echter niet, in hoeverre deze richtlijnen worden toegepast en adequaat door de lidstaten zijn omgezet. Het Stockholm-programma schrijft voor dat wij deze kwesties onmiddellijk moeten aanpakken. Wij staan achter onze medeburgers en delen ook in hun dagelijkse zorgen. Onze medeburgers moeten weten dat wij niet ergens ver weg zitten en ons alleen bezighouden met de grote Europese thema’s. Wij weten wat er bij hen leeft en het is aan ons om deze kwestie onmiddellijk op te lossen.

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová, namens de S&D-Fractie (SK) Op de allereerste plaats dient duidelijk gezegd te worden dat deze ondernemingen niet alleen misleidend zijn, maar bovenal regelrechte oplichters.

Ondernemen is van nut als het de hele samenleving ten goede komt. Maar zo goed als niemand onderneemt op dusdanige wijze dat ze andere, eerzame zelfstandige ondernemers en bedrijven hun bedrijvengidsen aansmeren uitsluitend en alleen om daar zelf beter van te worden en nog wel door gebruik te maken van slimme trucjes. In dat geval hebben we het over oplichterij, hoe hard ze ook mogen roepen dat er niets wederrechtelijks aan de hand is. Verder moet worden geconstateerd dat krachtens de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame de praktijken van deze gegevensbankdiensten onmiskenbaar wederrechtelijk zijn.

Nieuwe wetgeving is hier echter niet nodig. Wel moet ervoor worden gezorgd dat de wetgeving zo snel en zo doeltreffend mogelijk wordt omgezet in de praktijk. De problemen zijn een gevolg van het feit dat de gegevensbankdiensten vaak toeslaan bij bedrijven in een andere lidstaat van de Europese Unie, alsook van het feit dat veelal kleinere familiebedrijven zich in de praktijk niet met juridische middelen weten te beschermen of doordat het hen gewoon buitensporig veel moeite en geld zou kosten. Ik heb slechts een aanvullende vraag, en wel of de Commissie mogelijkheden ziet voor een publiekscampagne waarin de desbetreffende gegevensbankdiensten bij naam en toenaam genoemd worden en eerzame ondernemers worden gewaarschuwd om niet met hen samen te werken.

 
  
MPphoto
 

  Marian Harkin, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de commissaris vertellen dat ik in de afgelopen jaren vele Ierse burgers heb gesproken die het slachtoffer zijn van bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden.

Zo heb ik een secretaresse van een school ontmoet die meer dan 2 000 euro heeft betaald omdat de school dit niet kon opbrengen, en zij zich verantwoordelijk voelde omdat zij degene was die het formulier had ondertekend. Ze voelde zich ook heel dom. Ze dacht dat ze de enige was die een dergelijke stommiteit had gedaan, en realiseerde zich uiteraard niet dat ook vele anderen in deze val zijn getrapt.

Ik heb een oudere dame ontmoet wier echtgenoot taxichauffeur was. Zij ontving een formulier waar een paar fouten in stonden. Zij dacht dat ze alleen de fouten corrigeerde, stuurde het formulier terug en ontving vervolgens twee jaar lang dreigbrieven. Zij voelde zich zo geterroriseerd door die brieven dat ze bang was ze te openen als ze bij haar op de deurmat vielen. Ik kon haar niet zeggen dat ze niet moest betalen. Ik kon haar alleen vertellen dat ik, als ik haar was, het geld niet zou betalen. Dat was het beste advies dat ik haar kon geven.

En zo zijn er nog vele andere voorbeelden, u ongetwijfeld bekend. Feit is dat burgers verwachten dat de Europese wetgeving hen beschermt, en ze begrijpen dan ook niet waarom de Europese wetgeving op dit punt tekortschiet. Op dit punt constateer ik een zekere tegenstrijdigheid. Zoals ik al zei vertel ik burgers dat ik geloof dat ze op bescherming kunnen rekenen, maar ik kan het niet garanderen. Zo heb ik begrepen dat een van deze bedrijven is veroordeeld in een regio van Spanje, maar vervolgens simpelweg is verhuisd naar een andere regio om daar zijn praktijken voort te zetten.

Een van de zaken die burgers zorgen baren is, dat ze niet precies weten hoe rechtsstelsels in andere landen functioneren. Ze vertrouwen erop dat ze in hun eigen lidstaat zullen worden beschermd, maar weten niet zeker hoe dat is in een andere lidstaat. En ook als deze bedrijven verkassen naar een locatie buiten de EU, is dat voor onze burgers reden tot ongerustheid.

Het doet me dan ook deugd dat de Commissie onze zorgen deelt, dat zij aandringt op samenwerking tussen de lidstaten, dat zij zich nogmaals buigt over grensoverschrijdende gevallen en dat ze probeert burgers en bedrijven te informeren.

Commissaris, u zei dat de situatie urgent is, maar dat is zij al heel, heel lang. Burgers zien dat de EU-wetgeving op velerlei gebied hun leven beïnvloedt, en ze kunnen dus niet begrijpen waarom ze niet worden beschermd tegen frauduleuze bedrijven. Ik verzoek u, commissaris, tot u door te laten dringen dat met ‘urgent’ ‘nu’ wordt bedoeld.

 
  
MPphoto
 

  Struan Stevenson, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het helemaal eens met het relaas van mevrouw Harkin van zojuist. In mijn kiesdistrict in Schotland zijn het voornamelijk bejaarden en mensen die een bed and breakfast drijven of vakantiehuisjes verhuren die ten prooi vallen aan deze criminele activiteit. Ze laten hun adres opnemen in zo’n gids en krijgen vervolgens een rekening van duizend euro. Bejaarden zijn vaak doodsbenauwd als ze deze dreigbrieven ontvangen van de zogenaamde wettelijke vertegenwoordigers van deze bedrijven.

Dit is een grensoverschrijdende criminele activiteit. Deze bedrijven geven hun identiteit en hun adresgegevens prijs. We moeten ze opsporen, sluiten en vervolgen en de burgers van de Europese Unie beschermen. Als burgers uit mijn kiesdistrict me benaderen zeg ik ze dat ze het bedrijf in kwestie moeten terugschrijven en moeten vragen alle toekomstige correspondentie naar mij te sturen. Ze horen dan direct niets meer. De mensen achter deze bedrijven verdienen echter ook gevangenisstraf.

 
  
MPphoto
 

  Keith Taylor, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, deze motie is hard nodig. We hebben dan wel de richtlijn uit 2006, maar het is zonneklaar dat deze niet naar behoren functioneert. De bedrijven waarover we hebben gehoord bestaan enkel en alleen om argeloze organisaties, die soms krap bij kas zitten, op te lichten, en ik vind dit helemaal schanddalig als ze communautaire ondernemingen, vaak met een beperkt budget, duperen.

Met tactieken waarvan ook vechtersbazen en gangsters zich bedienen lokken ze nietsvermoedende mensen in de val met mooie beloften, maar mijns inziens moet de boodschap zijn dat een aanbod, wanneer het te mooi lijkt om waar te zijn, dat waarschijnlijk ook is. Deze bedrijven zijn net haaien op rooftocht en we hen een halt toeroepen.

Uiteraard verwelkomt onze fractie deze resolutie; deze komt geen minuut te vroeg en we zullen er onze steun aan geven, aangezien de Commissie erin wordt opgeroepen van de lidstaten te eisen dat ze de richtlijn adequaat handhaven.

 
  
MPphoto
 

  Derek Roland Clark, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ken European City Guide het beste en in weerwil van pogingen dit bedrijf te sluiten duurt deze terreur nog altijd voort. In het Verenigd Koninkrijk zijn in 2008 de verordeningen betreffende misleidende marketing ingevoerd. Krachtens deze verordeningen is het niet toegestaan de kleine lettertjes van een document te gebruiken om de ware kosten van een dienst te verdoezelen. Het Office of Fair Trading (OFT) kan nu dus optreden tegen Britse bedrijven, maar er is één groot nadeel.

Het OFT is niet bevoegd om afzetterij vanuit andere landen, waaronder andere lidstaten, aan te pakken, en dus blijft het probleem bestaan en blijven de klachten komen. Wat ik eigenlijk wil zeggen: dat deze bedrijven elders hun gang kunnen gaan dankzij nonchalante handhaving is nog tot daar aan toe, maar waarom kan mijn eigen regering niets beginnen tegen deze zwendelpraktijken van personen die opereren vanuit het Europese vasteland? Het antwoord op deze vraag ligt in het hart van deze nutteloze EU, die de nationale grenzen heeft afgebroken. Het vrije verkeer van personen, goederen en diensten vormt een perfecte dekmantel voor de mensensmokkelaars, de terroristen en voor deze bedreigende, traumatiserende zwendelpraktijken die tot doel hebben argeloze mensen een poot uit te draaien.

 
  
MPphoto
 

  Philippe Boulland (PPE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, we kunnen de situatie rond de misleidende bedrijvengidsen die zogenaamd gratis zijn, in cijfers weergeven. Er zijn vierhonderd verzoekschriften naar de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement gestuurd. Er zijn vijftigduizend heel kleine ondernemingen, verenigingen of organisaties getroffen, die bestookt werden tot ze betaalden. Gemiddeld moest er duizend euro in drie jaar tijd worden betaald voor de ongewenste contracten, zoals de heer Busuttil heeft opgemerkt.

Deze cijfers geven het leed van de slachtoffers van deze oplichters slechts ten dele weer. Deze mensen nemen al risico's door een onderneming te beginnen en hebben snel te maken met zakelijke problemen, de economische crisis en onzekerheden in de toekomst. Laten we voorkomen dat ze te maken krijgen met dit soort frauduleuze praktijken. Ze ontberen de personele en financiële middelen om die te bestrijden.

We kunnen verschillende voorstellen overwegen: in de eerste plaats een halt toeroepen aan deze oplichters, die onze economie in gevaar brengen. Daarvoor zou het wenselijk zijn, commissaris, dat de herziening van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame wordt versneld, gezien het feit dat misleidende reclame toeneemt en complexer wordt.

Laten we daarna een zwarte lijst opstellen van deze ondernemingen, die als referentie kan dienen, volgens het principe van naming and shaming. Met de hulp van de nationale fraudebestrijdende autoriteiten en de getroffen ondernemingen zouden we een eenvoudig en doeltreffend instrument in handen kunnen hebben voor ontmoediging en preventie. Tot slot moeten de daders van dit soort praktijken zwaar worden gestraft. De opgelegde straffen en boetes zijn vaak lager dan de bedragen die deze oplichters hebben buitgemaakt. We moeten de lidstaten aansporen om strenger te zijn op dit gebied.

 
  
MPphoto
 

  Evelyne Gebhardt (S&D).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, de Commissie sluit zich dus aan bij de bezorgdheid van het Europees Parlement. Dat is heel prettig, maar wij wachten al jaren op het moment dat de Commissie actie onderneemt om nu eens een keer echte vooruitgang op dit gebied te boeken. Het verslag-Busuttil ligt thans voor ons. In de laatste parlementaire zittingstermijn heeft de Commissie interne markt en consumentenbescherming herhaaldelijk benadrukt dat wij nu eindelijk iets moeten doen om de mensen te helpen. Het probleem is dat de mensen nog steeds op die hulp zitten te wachten.

Veel van de kleine vrijwilligersorganisaties die negatieve gevolgen van die praktijken ondervinden, beschikken niet over de financiële middelen of de flair om zichzelf te verdedigen. Vorige week nog ontving ik een brief met de volgende vraag: “Hoe kan ik mij daartegen verdedigen? Ik heb geen geld voor een advocaat, dus kan ik niet nar de rechter stappen.” Naar mijn idee moeten wij de burgers van Europa nu eindelijk een effectief middel geven om van dit probleem verlost te raken.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Stihler (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, frauduleuze bedrijven die hun geld verdienen met bedrog, die het gemunt hebben op kleine ondernemingen en daarbij legitimiteit voorwenden – en die vaak een bedrijfsnaam hebben waarin de naam ‘Europa’ voorkomt – moeten worden verboden. Deze zwendelpraktijken schaden niet alleen kleine bedrijven, die worden bedreigd, lastiggevallen en geïntimideerd om ze zover te krijgen dat ze betalen voor diensten waarvan ze dachten dat ze gratis waren; ze schaden ook de Europese Unie als we geen stevige maatregelen nemen om deze praktijken tegen te gaan.

‘Denk eerst klein’ mag dan wel de mantra van de Europese Commissie zijn, maar ondertussen hamer ik, zoals talrijke collega’s hebben opgemerkt, nu al vele jaren op dit probleem en is er desondanks geen enkele directe actie ondernomen. Waarom niet? We horen verhalen over enquetes, over het verzamelen van informatie en bijeenkomsten van belanghebbenden. We hebben behoefte aan daden, niet aan woorden, en als we zeggen dat we het nog de tijd zullen geven tot het eind van dit jaar, of het nog een paar jaar zullen aankijken, dan is dat gewoon te laat: we moeten nu handelen.

Zal de Commissie, gezien de aard van deze zwendelpraktijken en hun EU-brede en grensoverschrijdende karakter, dus overwegen een vorm van juridische bijstand in het leven te roepen om KMO’s te helpen deze zwendel aan te pakken? Dit soort zwendel zal blijven doorgaan totdat de Commissie harde maatregelen neemt.

 
  
MPphoto
 

  Phil Prendergast (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, het Europees Parlement heeft honderden verzoekschriften ontvangen van kleine ondernemingen uit alle regio’s van de EU, die zeggen het slachtoffer te zijn van deze zwendelpraktijken. Door het betalen van deze schanddalig hoge rekeningen komen onschuldige bedrijven financieel zwaar in de problemen, en de slachtoffers zijn vaak te klein om de juridische kosten te betalen die gemoeid zijn met het zetten van juridische stappen tegen deze bedrijvengidsen.

Deze bedrijven richten vaak hun pijlen op slachtoffers die zijn gevestigd in andere lidstaten. Hierdoor ontstaat juridische onzekerheid voor de slachtoffers, aangezien ze vaak niet weten wat in een ander land de juridische status van dergelijke contracten is. De bedrijvengidsen maken handig gebruik van die onzekerheid.

De Commissie heeft duidelijk aangegeven dat de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame de misleidende praktijken van deze bedrijvengidsen verbiedt. Zij moet zich echter ook buigen over de omzetting van deze richtlijn door de lidstaten om vast te stellen of burgers overal in Europa even goed zijn beschermd. Dat deze richtlijn is omgezet door de lidstaten betekent nog niet dat de betreffende maatregelen voldoende uitgebreid zijn en op elkaar aansluiten.

 
  
MPphoto
 

  Sylvana Rapti (S&D). – (EL)Mevrouw de Voorzitter, ongeoorloofde handelspraktijken zijn net als water. Waar een gat wordt gevonden, daar wordt gebruik van gemaakt. En hier hebben ze twee gaten gevonden. Het ene gat zit in de richtlijn 2006, die al genoemd is; het andere gat zit in de verordening over samenwerking tussen de lidstaten.

Op dit moment, meneer de commissaris, dat u alle fracties in het parlement, het hele parlement aan uw zijde heeft, moet u snel in actie komen, want tijd is geld. Zoals mijn collega’s al hebben gezegd, zijn er ten minste drie jaar verstreken, drie jaar waarin deze mensen, terecht ʺhuftersʺ genoemd door vele collega’s - en ik sluit mij hierbij aan -, collega’s misleiden en kleine zelfstandigen, die de ruggengraat vormen van de economie in de Europese Unie, misleiden. Doe er wat aan en snel graag!

 
  
MPphoto
 

  Marc Tarabella (S&D). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het is van essentieel belang om te weten of de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame goed is omgezet en ten uitvoer wordt gelegd in de lidstaten. We moeten echter ook andere fundamentele aspecten van deze problematiek, die overigens ook van toepassing kunnen zijn op andere vormen van grensoverschrijdende misleiding, snel en diepgaand aan de orde stellen.

In de eerste plaats betreft dat de informatie die de Commissie, de lidstaten en hun organisaties aan de consumenten moeten verstrekken. Het is niet aanvaardbaar dat steeds meer burgers worden opgelicht.

In de tweede plaats zouden de slachtoffers toegang moeten hebben tot collectieve rechtsmiddelen om hun rechten te laten gelden. We wachten al meer dan twintig jaar op die rechtsmiddelen.

In de derde plaats zou de huidige discussie over de herziening van alternatieve manieren van geschillenbeslechting ook kunnen voorzien in bepalingen om deze vorm van misleiding aan banden te leggen.

Commissaris, we verwachten concrete en snelle maatregelen van u op dit gebied.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de situatie is door collega’s zeer treffend beschreven. Ik weet dit omdat in mijn eigen kiesdistrict, en met name in Cork, een bedrijf met de naam European City Guide allerlei ondernemingen heeft bedrogen. Ondanks het feit dat dit bedrijf, naar ik heb begrepen, in 2001 door het hooggerechtshof in Catalonië is gesommeerd zijn activiteiten te stoppen en door de Belgische rechtbanken en door het Britse Office of Fair Trading schuldig is bevonden aan misleidende praktijken, blijft het zijn producten aan de man brengen. Dit is niet goed genoeg.

Het is uitermate belangrijk dat we twee dingen doen: ten eerste moeten we ons inspannen om het bewustzijn van bedrijven in Europa te vergroten om ze waakzaam te maken en te voorkomen dat ze het slachtoffer worden van deze misleidende bedrijven, en ten tweede moeten we wetgeving invoeren die ervoor zorgt dat deze bedriegers, wanneer ze worden vervolgd, hun commerciële activiteiten staken of achter de tralies worden gezet. Zo simpel is het.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - Mevrouw de Voorzitter, het Parlement heeft meer dan 400 petities gekregen en ook ikzelf heb talloze klachten binnengekregen van ondernemers, non-profitorganisaties, scholen, liefdadigheidsinstellingen en zelfs een aantal overheidsinstellingen die het slachtoffer zijn geworden van gegevensbankdiensten. In de veronderstelling hun gegevens te actualiseren, gaan ze grote financiële verplichtingen aan. De frauduleuze gegevensbankdiensten opereren opzettelijk vanuit andere lidstaten of derde landen. Dit vraagt om een duidelijke pan-Europese oplossing, maar ondanks inspanningen van het Europees Parlement doet de Europese Commissie die het wetgevend initiatief heeft, helemaal niets.

Als schaduwrapporteur heb ik in het verslag van het Parlement een groot aantal oplossingen aangedragen. Het zou eenvoudigweg volstaan dat de Commissie deze praktijken op de zwarte lijst van verboden misleidende reclame van de desbetreffende richtlijn laat zetten. Dit probleem vraagt niet alleen om een robuuste Europese legislatieve oplossing, maar ook om een snelle oplossing.

Ik roep de Commissie op om de versnelde wetgevingsprocedure in te zetten. De laksheid van de Commissie in dit geval heeft talloze fatsoenlijke burgers al heel wat geld gekost. Ook denk ik dat de tijd rijp is voor een onderzoek van Europol.

 
  
MPphoto
 

  Olga Sehnalová (S&D). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, de duistere praktijken van zogeheten gegevensbankdiensten zijn en blijven een ernstig probleem. Hun activiteiten zijn in alle gevallen een kwestie van wetsontduiking en ze maken misbruik van uiterst moeilijk af te dwingen rechtsregels. Talloze slachtoffers besluiten om financiële redenen om niet eens de gang naar de rechter te maken. Daar bovenop komt nog eens het groeiende aantal gevallen waarin absurde vonnissen worden geveld op basis van formalistische interpretaties van de wetsregels door rechterlijke instanties en andere toezichthoudende organen.

De oplichters maken echter in de allereerste plaats misbruik van de beperkte juridische kennis binnen de verantwoordelijke instellingen en verder van de helaas in vele gevallen tekortschietende bereidheid en daadkracht en in sommige gevallen zelfs een zekere gemakzucht aldaar. Door de wet formalistisch te interpreteren, hoeft er niet te worden ingegrepen, hoeven deze gevallen niet te worden vervolgd en kan men zich de handen wassen in onschuld. Paradoxaal genoeg leidt dat tot bescherming van de belangen van de oplichters in plaats van die van hun slachtoffers.

In de vraag aan de Commissie wordt terecht gevraagd hoe de lidstaten met deze kwestie omgaan. Hoe voeren zij de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame uit? Zonder een actieve en niet uitsluitend formele rol van de overheid is dit probleem volstrekt onoplosbaar en kunnen we nog meer petities van opgelichte slachtoffers tegemoet zien.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Schwab (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) is een groot voorstander van de actie om de kleine en middelgrote ondernemingen te bevrijden van de bedreiging die de gegevensbankdiensten vormen. Die diensten beweren dat ze die KMO’s een dienst bewijzen, maar zij leveren uiteindelijke helemaal niets, behalve rekeningen. Zoals u echter terecht heeft gezegd, mijnheer Oettinger, biedt Richtlijn 2006/114/EG hiertegen een adequate rechtsgrondslag. Alleen is die richtlijn blijkbaar niet in alle lidstaten succesvol ten uitvoer gelegd. Ik hoop dan ook dat de Commissie dit probleem bij de wortel aanpakt en dat zij een systematische benadering zal hanteren om zo snel mogelijk een oplossing te bewerkstelligen in die lidstaten waar de situatie op dit punt bijzonder slecht is. Vanwege het grensoverschrijdende karakter van de gegevens kan het probleem zich uiteraard vanuit deze lidstaten naar andere buurlanden verspreiden.

Een globale aanpak werkt in dit geval niet, aangezien duidelijk is dat het probleem vanuit bepaalde lidstaten wordt veroorzaakt.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE).(RO) Mevrouw de Voorzitter, bedrijvengidsen zijn een van de meest gebruikte informatiebronnen over het aanbod in een bepaalde bedrijfstak. Dankzij hun prestige is hun aanzien onder Europese consumenten groot. Daarom zijn misleidende gegevensbankdiensten schadelijk voor degenen die er gebruik van maken. Aan deze praktijk kan een halt toe worden geroepen door een juiste toepassing van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame. Helaas hebben niet alle lidstaten deze richtlijn omgezet in nationale wetgeving. De slachtoffers kunnen daardoor niet schadeloos worden gesteld voor de hen toegebrachte schade. Herziening van de richtlijn zou de instrumenten verschaffen om deze praktijk te bestrijden. Het aanvullen van de EU-wetgeving met specifieke bepalingen zou ook het verschijnen van misleidende gegevensbankdiensten beperken. Naar mijn mening moeten de slachtoffers van deze praktijken de mogelijkheid hebben om een direct beroep te doen op justitie.

 
  
MPphoto
 

  Gerald Häfner (Verts/ALE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, dames en heren, volgens mij hebben wij hier met een echt Europees probleem te maken. Iedereen kent dit soort zaken en wij horen ook verhalen uit uiteenlopende landen. Ik heb een hele stapel van dergelijke gevallen op mijn bureau liggen en ik moet bekennen dat ik er ook in getrapt zou zijn. Wij hebben deze kwestie al een aantal keren behandeld, wij beschikken over Richtlijn 2006/114/EG, wij hebben dit onderwerp in 2008 in de Commissie verzoekschriften besproken en wij hebben hierover in de plenaire vergadering gedebatteerd, maar het probleem is er nog steeds en lijkt alleen maar groter te worden.

Mijnheer Oettinger, ik heb gehoord wat u aan het begin zei en ik heb de indruk dat u het probleem op waarde schat. Wellicht dat een nieuwe commissaris ook over nieuwe mogelijkheden beschikt om op dit gebied actie te ondernemen. Ik wil u graag verzoeken om dit probleem serieus te nemen. Het lijkt dan misschien een klein probleem, maar het heeft grote gevolgen en het raakt met name kleine en middelgrote ondernemingen en familiebedrijven en zij vormen de ruggengraat van onze economieën en maatschappij. Als wij er niet in slagen om aan deze praktijken in alle lidstaten een einde te maken en om de richtlijn op uniforme en effectieve wijze in heel Europa ten uitvoer te leggen, zal de schade alleen nog maar groter worden.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik ben dankbaar voor de veelomvattende en consequente beschrijving van de situatie zoals die gegeven is door de geëngageerde afgevaardigden die hier vandaag aanwezig zijn. Ik zal mevrouw Reding hiervan op de hoogte stellen en haar aansporen om een uitgebreide mededeling op te stellen met de sterke en zwakke punten van de huidige Europese en nationale wetgeving en om de richtlijn op die basis te herzien.

Het is duidelijk dat de richtlijn uit 2006 door de lidstaten ten uitvoer is gelegd. Dat betekent dat het probleem geen verband houdt met het aanpassen van de nationale wetgeving. In de eerste plaats wordt de wet bij grensoverschrijdende problemen in veel gevallen niet eens toegepast. Dat is een gevolg van de nog lang niet ideale samenwerking tussen de autoriteiten in de verschillende lidstaten. Dat betekent dat dergelijke gevallen zelfs helemaal niet onderzocht worden. In de tweede plaats vindt er vaak geen strafrechtelijke vervolging plaats. Het strafrecht is een zaak van de lidstaten. Dat geldt zowel voor het vaststellen van de sancties als voor de beslissing om al dan niet formele onderzoeken in te stellen naar dergelijke gevallen door de autoriteiten, openbare aanklagers en de rechtbaken.

In de derde plaats, en nu kom ik bij de kern van het probleem, heeft de richtlijn uit 2006 alleen betrekking op oneerlijke praktijken bij zakelijke transacties tussen ondernemingen en consumenten en niet tussen ondernemingen onderling. Dat betekent dat de richtlijn voornamelijk bescherming voor particuliere burgers biedt tegen de praktijken van deze frauduleuze ondernemingen. De richtlijn biedt dus ondernemers, kleine zelfstandigen, winkeliers, zakenmensen en eigenaren van kleine en middelgrote bedrijven geen bescherming tegen dit soort fraude. Het was echter precies dit aspect – het uitbreiden van het toepassingsgebied van de richtlijn tot zakelijke transacties tussen ondernemingen – waartegen de meerderheid van de lidstaten zich tijdens het wetgevingsproces toentertijd heeft verzet. Dat betekent dat wij onszelf eigenlijk redelijk bewust met deze richtlijn beperkt hebben tot de regulering van transacties tussen frauduleuze ondernemingen en burgers en dus transacties tussen frauduleuze ondernemingen en kleine bedrijven buiten beschouwing hebben gelaten. Aan Europese voorschriften op dit gebied, waar u terecht over klaagt op basis van uw praktijkervaringen, was toentertijd geen behoefte.

De richtlijn was een ambitieus project en de Commissie was in die tijd bezorgd dat het hele voorstel af zou ketsen en dat er helemaal geen richtlijn zou komen als zij vast bleef houden aan een breder toepassingsgebied dan de transacties tussen frauduleuze ondernemingen en burgers. Gezien de specifieke voorbeelden die u hier vandaag heeft gegeven en de gevallen van misbruik die door de Commissie aan de kaak zijn gesteld, zou het mogelijk moeten zijn om het toepassingsgebied van de richtlijn alsnog breder te maken dan uitsluitend de betrekkingen tussen frauduleuze ondernemingen en burgers. Dit zou dan moeten gebeuren in het kader van de herziening van volgend jaar. Wij zullen de benodigde werkzaamheden hiervoor onmiddellijk in gang zetten.

Tot slot zijn er ook lidstaten die wel over adequate instrumenten beschikken op grond van hun materieel of strafrecht om dergelijke betrekkingen tussen die fraudeurs en hun burgers strafrechtelijk te vervolgen en die dat ook doen. Goede voorbeelden hiervan zijn Oostenrijk, België en Frankrijk. In andere lidstaten, en u hebt er een aantal genoemd, is de nationale regelgeving niet adequaat. Wij zullen moeten afwachten of deze lidstaten over een jaar bereid zijn om in de Raad hun steun te geven aan een algemene Europese gestandaardiseerde regulering om burgers te beschermen die ook als ondernemer actief zijn.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Tot besluit van het debat is er een ontwerpresolutie ingediend door de Commissie verzoekschriften, overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement(1).

Het debat is gesloten.

De stemming vindt vandaag om 12:00 uur plaats.

Schiftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Ildikó Gáll-Pelcz (PPE), schriftelijk. (HU) Het probleem is reëel, heeft zich helaas wijd verbreid en kan in vrijwel de hele Europese Unie worden waargenomen. Goedgelovig sluiten de slachtoffers een contract om in een bedrijvengids geadverteerd te worden na in de waan te zijn gelaten dat dit gratis gebeurt. Vervolgens vragen de exploitanten op verschillende rechtsgronden alsnog om geld, vallen ze niet-betalers voortdurend lastig, zetten ze hen onder psychologische druk en bedreigen ze hen zelfs met juridische stappen. Om verdere misleidende reclame te voorkomen moet zonder meer gecontroleerd worden of lidstaten de EU-wetgeving efficiënt toepassen, en desnoods moet er een nieuwe wijziging van de EU-wetgeving worden voorgesteld om het huidige probleem op te lossen. Op dit moment is het van essentieel belang om ondernemingen die in de problemen zijn gekomen te laten zien dat we niet alleen begrip hebben voor hun situatie, maar ook volledig achter hen staan. Daarnaast moeten ondernemingen achter bedrijvengidsen met misleidende praktijken worden opgeroepen om een eind te maken aan hun opzettelijk misleidende handelsactiviteiten, aangezien die in strijd zijn met de geest van het concurrentiebeleid van de Europese Unie.

 
  

(1) Zie notulen


5. Stresstests van kerncentrales in de EU en nucleaire veiligheid in de buurlanden van de EU (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de verklaring van de Commissie: Stresstests van kerncentrales in de EU en nucleaire veiligheid in de buurlanden van de EU.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, na talloze bijeenkomsten met verschillende parlementaire commissies, kan ik u vandaag verslag doen over de voortgang van ons ambitieuze plan om een Europese stresstest van kerncentrales in de Europese Unie en in onze buurlanden in te voeren.

Wij hebben de Raad voorgesteld om de veiligheid van alle kerncentrales in de EU te onderzoeken op basis van een uitgebreide risico- en veiligheidsevaluatie en de Raad heeft hieromtrent eind maart een besluit genomen De Groep Europese regelgevers op het gebied van de nucleaire veiligheid (Ensreg) en de Commissie hebben het verzoek gekregen om de criteria, de methodologie en het tijdschema op te stellen voor het uitvoeren van deze tests. Dat was geen eenvoudig proces en wij hebben zeer uiteenlopend commentaar gekregen op onze werkzaamheden.

Ik kan u hier vandaag vertellen dat wij thans beschikken over de genoemde criteria, de methodologie en het tijdschema die, naar mijn idee, zullen voldoen aan de verwachtingen van de Europese burgers over deze stresstest.

(Interruptie van de heer Turmes)

Roepen dat het “onzin” is, vormt geen argument, mijnheer Turmes. “Onzin” is geen woord dat wij graag in onze notulen lezen, maar als u daar gelukkig mee bent, zal ik het accepteren.

Het is in ieder geval een hele strijd geweest. In de eerste plaats waren veel van de regelgevers op het gebied van de nucleaire veiligheid niet bereid om akkoord te gaan met een Europese inspectieprocedure. Besluiten over de energiemix zijn namelijk voorbehouden aan de lidstaten en de controle, goedkeuring en supervisie van de kerninstallaties behoort ook tot de bevoegdheden van die lidstaten. Naar mijn mening vormt het feit dat wij op Europees niveau op basis van gezamenlijke criteria een stresstest gaan uitvoeren, echter een bijzonder belangrijke en historische stap voorwaarts in het belang van de veiligheid van alle Europese burgers. Ik kan u dan ook verzekeren dat ik niet zal toestaan dat er een verwaterde versie van die stresstest gebruikt gaat worden.

Op het moment dat de resultaten van die stresstest met de bijbehorende evaluaties, voorstellen en conclusies openbaar gemaakt worden, zullen de burgers van Europa meer over de Europese kerncentrales in alle lidstaten weten dan ooit tevoren, ondanks alle inspanningen die de afgelopen decennia op dit punt zijn verricht. Ik herinner mij nog heel goed dat mensen in grensgebieden wilden weten hoe het met de veiligheid van in de buurt gelegen kerncentrales gesteld was. Vanuit het perspectief van de burgers was de informatie die daarover werd verstrekt, vaak zeer onbevredigend. Over zes tot negen maanden zullen wij over aanzienlijk meer gegevens, feiten en resultaten beschikken dan er de afgelopen twintig jaar openbaar zijn gemaakt.

De stresstest bestaat uit drie fasen.

(Interruptie van mevrouw Harms)

Gezien het vroege tijdstip, stel ik voor dat wij deze kwestie serieus benaderen, mevrouw Harms. U moet vertrouwen in mijn objectiviteit hebben. Bij een bespreking van dit onderwerp heb ik het gevoel alsof ik van beide kanten onder vuur wordt genomen. Als kind van de wereld, staand hier in het midden, weet ik dat ik op de juiste plaats ben.

Ik zei “in het midden”, mevrouw Harms, ik zei niets over middelmatigheid. U moet wel goed luisteren. Ik denk dat mijn standpunt wat de objectiviteit betreft, aan uw verwachtingen zal voldoen.

Fase 1: in een markteconomie is de belangrijkste verantwoordelijkheid van eigenaren en exploitanten van industriële installaties ongetwijfeld dat zij zichzelf ervan vergewissen dat hun faciliteiten veilig zijn, dat zij periodieke inspecties uitvoeren en van de resultaten verslag doen. Dat is de reden dat alle exploitanten van kerncentrales sinds 1 juni het verzoek hebben gekregen om een rapport aan de nationale autoriteiten te overleggen aan de hand van de afgesproken Europese inspectiecriteria en onze openbare en transparante inspectiecatalogus. Die rapporten moeten snel overgelegd worden, maar zij moeten wel degelijk zijn. In dit geval is die degelijkheid belangrijker dan de snelheid. Zij moeten ook een evaluatie van de exploitanten bevatten van hun eigen kerncentrales, evenals hun conclusies op basis van de inspectiecriteria waarbij ook de gevolgen van Fukushima in aanmerking moeten worden genomen.

Stap 2: deze stap omvat een extra beoordeling door de nationale regelgevers op het gebied van de nucleaire veiligheid van de rapporten die door de exploitanten zijn opgesteld, gecombineerd met een eigen inspectie door die regelgevers en een verslag van hun bevindingen.

Stap 3 is nieuw en omvat de zogeheten peer reviews. In deze derde fase is het de bedoeling dat wij zelf een beeld van de situatie vormen. Wij voeren daartoe een eigen evaluatie uit en trekken conclusies op Europees niveau. Wij zullen niet in onze ivoren toren blijven zitten en naïef de resultaten accepteren die door de nationale autoriteiten worden verstrekt. Wij zullen gemengde Europese teams inzetten en hebben de mogelijkheid om zelf een bezoek te brengen aan de kerncentrales. Die Europese teams zullen uit nucleaire deskundigen uit de diverse lidstaten bestaan, aangevuld met functionarissen van de Commissie.

Elke stap, met name ook in het kader van de peer reviews, kan pas gezet worden wanneer daarover overeenstemming tussen de Commissie en de Ensreg bestaat. Dat betekent dat het proces niet uigevoerd kan worden zonder toestemming van de Commissie. Daarom kan ik u de verzekering geven dat ik bijzonder veel waarde hecht aan een serieuze, objectieve en grondige aanpak.

De gehele procedure heeft een transparant karakter. Alleen in gevallen die vanwege veiligheidsredenen geheimhouding vereisen, is een lager niveau van transparantie toegestaan. Naar mijn idee voldoen de testcriteria aan de belangrijkste verwachtingen en legitieme belangen van de Europese burgers. Die criteria hebben betrekking op alle natuurverschijnselen, zoals overstromingen, extreme hitte of kou en aardbevingen. Zij omvatten dus alle natuurgerelateerde risico’s.

Hoewel de aanleiding voor de Fukushima-ramp een natuurverschijnsel was, ben ik er in de tweede plaats meer dan ooit van overtuigd dat dit niet de enige oorzaak van de ramp is geweest. Naar mijn mening speelde menselijk falen ook een significante, zo niet doorslaggevende rol in Japan voordat de aardbeving en de tsunami plaatsvonden. Ik doel daarmee op het verbeteren van de veiligheid en het moderniseren van de centrale vóór de ramp en op het tot een minimum beperken van de schade na de ramp.

Dat is de reden dat de menselijke factor voor mij een belangrijke component van de stresstest vormt. In eerste instantie kreeg ik op dit punt geen adequate steun van de nucleaire regelgevers. Ik ben dan ook dankbaar dat het Parlement – en met name de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid – mij hierin hebben gesteund. Dat is de reden dat ik hun verwachtingen in de onderhandelingen heb meegenomen. Wij hebben uiteindelijk kunnen waarborgen dat de menselijke factor in de stresstest ruim de aandacht krijgt.

Sta mij toe om nu even een zeer specifiek onderscheid te maken. Wij hebben ervoor gezorgd dat de menselijke factor en het menselijk falen volledig door de stresstest worden bestreken. Ik doel hiermee op fouten, tekortschietende kwalificaties, slecht beheer van een kerncentrale of een fout van een piloot waardoor een vliegtuig neerstort. Dat beteklent dat menselijke kwesties en menselijk falen volledig door de stresstest worden gedekt.

(Interruptie van de heer Turmes)

Mijnheer Turmes, u schijnt te denken dat u met uw interrupties het verloop van het parlementaire debat kunt bepalen. Sta mij toe om mijn verhaal af te maken. U heeft daarna nog genoeg spreektijd.

(Applaus en interrupties)

Ik wil de geachte afgevaardigde graag uitleggen dat dit onderwerp dermate belangrijk is dat ik minimaal zeven tot acht minuten spreektijd nodig heb. Hoe dan ook, het is uw eigen Reglement. Als u meer spreektijd wil, kan het Parlement een daartoe strekkend besluit nemen. U bent lid van dit Parlement en ik ben dat niet.

Het menselijk falen is dus volledig door de test afgedekt. Een anders aspect dat echter niet in de test is geïntegreerd, is criminaliteit. Ik wil daarmee zeggen dat bewuste aanslagen op kerncentrales, wellicht door terroristen, met inbegrip van cyber attacks en aanslagen met vliegtuigen geen onderdeel vormen van de stresstest. Daar zijn twee redenen voor. De eerste is een puur formele reden. In veel lidstaten zijn de regelgevers voor de nucleaire veiligheid technisch niet verantwoordelijk voor dit gebied. Zij hebben ons op dit punt doorverwezen naar de geheime dienst, de politie, de luchtmacht, het leger en de binnenlandse autoriteiten. Dat betekent dat wij de lidstaten zullen uitnodigen om vertegenwoordigers van de relevante instanties te sturen zodat wij nog vóór het zomerreces samen met hen kunnen bespreken hoe wij de gevolgen van dergelijke criminele acties in de stresstest kunnen integreren.

De tweede reden is dat de lidstaten zich op de vertrouwelijkheid van de betreffende informatie hebben beroepen. Daarvoor hebben zij sterke argumenten naar voren gebracht, hetgeen betekent dat de discussies niet transparant konden zijn. Wij willen in november echter wel een tussentijds verslag overleggen. Ik zal dan graag aan formele vervolgdebatten met het Parlement deelnemen voordat het peer review plaatsvindt. Er is echter één ding waarover duidelijkheid moet bestaan: degelijkheid is belangrijker dan snelheid. Ik ben het niet eens met de korte termijn die door sommige lidstaten adequaat wordt geacht voor de speciale tests.

Ik denk niet dat wij in een bestek van vier tot zes weken recht kunnen doen aan de testcriteria die voor ons zo belangrijk zijn. Dat betekent dat wij hiervoor wellicht zelfs de tijd moeten nemen tot volgend voorjaar. Wat de andere kwesties betreft, wil ik er graag op wijzen dat mijn aandacht niet uitgaat naar de vraag of kerncentrales al dan niet geëxploiteerd, gepland, gebouwd of stilgelegd moeten worden. Zo ver mijn kennis van de wet reikt, is dat de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Ik vind echter wel dat ik verantwoordelijk ben voor de veiligheid, zowel van de kerncentrales die in bedrijf zijn als van de geplande kerncentrales. Dat is de reden dat ik dankbaar ben dat onze uitnodiging op samenwerkingsniveau is geaccepteerd en dat Oekraïne, Rusland, Zwitserland, Armenië, Kroatië en Turkije hebben ingestemd om de volgende stap op weg naar een Europese stresstest te zetten. Hierdoor wordt het mogelijk om ook buiten de grenzen van de Europese Unie veiligheidsonderzoeken uit te voeren.

Ik zie ernaar uit om u zo snel mogelijk de resultaten te presenteren. Ik wil hier graag aan toevoegen dat ik mij de komende maanden ook zal bezighouden met het opstellen van strikte en objectieve voorschriften voor het reguleren van nucleair afval. Ik was nogal verrast dat de parlementaire commissie de mogelijkheid voor het uitvoeren van dergelijk afval naar derde landen niet categorisch met een grote meerderheid heeft verworpen.

(Interrupties)

Ik wil de geachte afgevaardigde er graag op wijzen dat ik hier in mijn hoedanigheid als commissaris aanwezig ben. Mijn partijlidmaatschap is een privékwestie. Ik verzoek u vriendelijk om een onderscheid te maken tussen de heer Oettinger, de voormalige christendemocraat, en commissaris Oettinger. Als commissaris kan ik dan ook zeggen dat ik verrast was dat er door een duidelijke meerderheid beperkingen zijn verbonden aan dat uitvoerverbod. Wellicht is het nog steeds mogelijk om hierin verandering te brengen tijdens het proces om uiterlijk eind juni tot een parlementair besluit te komen.

(Applaus)

 
  
  

VOORZITTER: ROBERTA ANGELILLI
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Herbert Reul, namens de PPE-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, in de eerste plaats wil ik u van harte bedanken, mijnheer Oettinger. In tegenstelling tot de mooie woorden van mensen die eigenlijk alleen maar tot onzekerheid leiden, heeft u ervoor gezorgd dat er daadwerkelijk iets gaat gebeuren. Dat geeft de doorslag in de politiek.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het begint mij langzaam maar zeker op de zenuwen te werken dat sommige afgevaardigden in dit Parlement voortdurend meer eisen stellen, maar niet bereid zijn om zelf een bijdrage te leveren. Mevrouw Harms, het Parlement is tekortgeschoten. Wij zijn er zelfs niet eens in geslaagd om een resolutie over het onderwerp van de veiligheid aan te nemen omdat u 150% eiste. U was niet tevreden met wat er concreet haalbaar was gezien de verschillende verantwoordelijkheden die hierbij een rol spelen. Wij hebben ons werk niet goed gedaan en dat geldt ook voor u.

De commissaris heeft zijn werk wel goed gedaan. Zes maanden geleden hadden wij niet eens verwacht dat wij nu al de mogelijkheid zouden hebben om een dergelijke stresstest uit te voeren. Wij zouden nooit geloofd hebben dat het mogelijk zou zijn om de discussies over de veiligheid aan te gaan met landen buiten Europa. Het is genmakkelijk om steeds maar te roepen hoe verschrikkelijk dit allemaal is en de aandacht uitsluitend te richten op het afschaffen van kernenergie, zeg maar een houding van “alles of niets”. Het is veel moeilijker, maar wel beter voor de mensen in Europa om vooruitgang op dit gebied te boeken. Wat de heer Oettinger in de afgelopen maanden heeft bereikt, is een voorbeeld voor ons allemaal. Ik wil hiermee niet zeggen dat alles precies is uitgepakt zoals wij het voor ogen hadden. Wij zullen pas aan het eind van de rit kunnen zeggen of dit is wat wij wilden. Maar mevrouw Harms en mijnheer Turmes, het is gewoonweg niet acceptabel dat u voortdurend loopt te klagen en interrumpeert om vervolgens, wanneer u het verzoek krijgt om ook een bijdrage te leveren, tegen betere veiligheidsniveaus voor kerncentrales te stemmen. De resolutie lag hier op tafel en u heeft tegen gestemd. U heeft de positie van het Parlement en de Commissie verzwakt in onze pogingen om de veiligheid van de Europese kerncentrales te verbeteren. Dat is een feit.

Ik heb genoeg van deze constante hypocrisie. Het is namelijk oneerlijk en belet ons om vooruitgang te boeken. Natuurlijk is de situatie gecompliceerd, maar iedereen is op de hoogte van het rechtskader. Het is naïef om te geloven dat wij kunnen doen wat wij willen. Er is sprake van een zeer specifieke rechtskader en daar kunnen wij niet omheen. De dingen die hier binnen dat kader zijn gerealiseerd, zijn interessant en belangrijk. U bent wellicht van mening dat die oeverloze interrupties grappig zijn, maar ze leveren niets op.

(Applaus)

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Claude Turmes (Verts/ALE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Reul, ik zal straks in mijn toespraak nader toelichten waarom wij niet tevreden zijn. Ik heb echter wel de indruk dat u datgene wat uw bondkanselier en uw partij in Duitsland onlangs hebben besloten, nog niet helemaal heeft verwerkt.

 
  
MPphoto
 

  Herbert Reul (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, blijkbaar gaat het ook bij deze kwestie weer niet om het boeken van een millimeter of drie meter vooruitgang, maar om partijpolitieke meningsverschillen. Toch zijn wij daar wel toe in staat. Wij zijn er namelijk in geslaagd om over deze resolutie over alle partijgrenzen heen in dit Parlement veel vooruitgang te boeken. Helaas zijn wij op dit moment weer bijna terug bij af. Ik vind het bijzonder betreurenswaardig dat wij nu wederom de strijd aangaan over “ja” dan wel “nee”. U weet dat ik een zeer persoonlijk standpunt over deze kwestie inneem, maar dat ik niettemin tot compromissen bereid ben om overeenstemming in het Parlement te bewerkstelligen ter verbetering van de veiligheid van de Europese kerncentrales op hun huidige locaties (waar zij waarschijnlijk ook zullen blijven). Het is onze taak om voor de Europese burgers resultaten te boeken en niet alleen maar verklaringen af te leggen.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Gerald Häfner (Verts/ALE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Reul, ik neem uw oproep serieus om op een objectieve eerlijke wijze met elkaar om te gaan. Daarom wil ik u graag vragen waarom u zo agressief klinkt en waarom u de leden van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie van hypocrisie beschuldigt. U heeft het bespottelijke argument gebruikt dat het een jaar geleden onmogelijk zou zijn geweest om goedkeuring te krijgen voor een dergelijk soort stresstest. U heeft het Parlement daar echter niet bij verteld dat u, mijnheer Reul, samen met degenen die aan uw kant staan, de enige reden vormde waarom dat onmogelijk was.

Dit probleem hadden wij ook al vóór Fukushima. Als wij allemaal voorstander van veiligheid zijn, dan is er maar één goede oplossing en dat is wat wij ons permanent voor die veiligheid sterk maken en niet alleen wanneer er in drie kernreactoren een meltdown is geweest.

 
  
MPphoto
 

  Herbert Reul (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, in de eerste plaats reageer ik zo heftig omdat ik boos ben omdat wij er nog steeds niet in geslaagd zijn om een gemeenschappelijke resolutie over veiligheid aan te nemen. Het innemen van een absolutistisch standpunt was voor een aantal mensen blijkbaar belangrijker dan het bereiken van overeenstemming.

In de tweede plaats heb ik tijdens het debat uitgelegd dat ik hieruit lering heb getrokken en dat wil ik hier nogmaals herhalen. Ik besef inmiddels dat wij ons meer moeten inspannen om striktere veiligheidsnormen voor Europese kerncentrales in te voeren. Wij moeten meer druk uitoefenen en meer initiatief tonen.

Dat is de reden dat ik mijn steun aan de gemeenschappelijke resolutie heb gegeven. Dat is ook de reden dat ik vind dat wij de heer Oettinger moeten steunen in plaats van hem voortdurend aan te vallen.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Vytautas Landsbergis (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag tegen de heer Reul zeggen dat in het verleden energie die afkomstig was van onveilige kerncentrales als vuil werd beschouwd, en door verantwoordelijke EU-landen niet werd gekocht. De centrales die men nu van plan is aan de oostgrenzen van de EU te bouwen behoren precies tot deze categorie, want de technologie van deze centrales is nog niet eerder getest in verder afgelegen gebieden. De belofte dat ze veilig zijn is slechts een loze belofte.

Hoe kijkt hij er tegen aan dat Duitsland, dat weigert op eigen grond kerncentrales te bouwen, mogelijk accepteert dat er kerncentrales aan onze grenzen gebouwd worden, en dat het deze vuile energie ook nog koopt? Wat voor beeld van solidariteit en morele waarden schept dat?

 
  
MPphoto
 

  Herbert Reul (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik kan de vraag van de heer Landsbergis helaas niet beantwoorden, ik kan hier tenslotte niet namens de Duitse regering spreken. Ik vind echter wel dat u gelijk heeft, u heeft gezegd dat we niet alleen heel zorgvuldig moeten kijken naar de veiligheid van de Europese kerncentrales, maar dat we ook een zekere verantwoordelijkheid dragen voor de bouw en het onderhoud van andere kerncentrales, en dat we ook daar, voor zover dat mogelijk, is onze invloed moeten doen gelden.

De commissaris heeft er op gewezen dat hij alles in het werk stelt om ook buiten Europa een draagvlak tot stand te brengen voor onze stresstests en voor de nieuwe richtlijnen die er misschien komen. Hij probeert er voor te zorgen dat deze strengere veiligheidsbepalingen worden overgenomen. In zoverre heeft u volkomen gelijk.

 
  
MPphoto
 

  Teresa Riera Madurell, namens de S&D-Fractie. – (ES) Mevrouw de Voorzitter, bij ons is de heer Reul, de voorzitter van de commissie. Dames en heren, laten we ervoor zorgen dat de rust een beetje terugkeert.

Commissaris, op onze vergadering aan de vooravond van uw ontmoeting met de Europese groep op hoog niveau voor nucleaire veiligheid, ENSEG, heeft mijn fractie u uitgelegd welke standpunt wij innemen in de onderhavige kwestie. Ik moet u nu zeggen dat we nog niet helemaal tevreden zijn. Waarom is dat het geval?

Dat is zo omdat wij vinden dat de stresstests verplicht hadden moeten worden gesteld. Niettemin zijn we blij te vernemen dat de 143 kerncentrales in Europa aam deze tests zullen worden onderworpen, en ook steunen wij de Commissie bij haar pogingen om derde landen ervan te overtuigen hun centrales aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. Verder zijn wij niet tevreden omdat wij denken dat de stresstests, die feitelijk zullen worden uitgevoerd door de operators zelf, het onderwerp zouden moeten zijn van een second opinion om meer objectiviteit te garanderen. De beoordeling door vakgenoten, waarbij zeven deskundigen betrokken zijn, is een goede stap. Het voorstel van onze fractie was echter om een onafhankelijk controlemechanisme in het leven te roepen dat vanaf het eerste moment zou moeten functioneren en niet in de latere fase van de resultatenanalyse.

Wij denken ook dat deze tests zouden moeten worden uitgevoerd in andere installaties, zoals onderzoeksreactoren, en met het oog op andere bedreigingen, zoals uitval door een terroristische aanslag of structureel zwakke punten van een centrale. Wij zijn ons bewust van de problemen rond de bevoegdheid die gerezen zijn, maar we denken dat er een beter akkoord had kunnen worden bereikt.

Nu een risicoanalyse uitvoeren is een juiste maar ook een geïsoleerde maatregel. Daarom, om maximale veiligheid te garanderen, stelt mijn fractie voor om op Europees niveau een onafhankelijke organisatie op te zetten die de veiligheids- en controletaken voor haar rekening neemt.

Tenslotte, commissaris, zou ik u willen zeggen dat wij nu op hopen op consistentie, zodat reactoren die de tests niet doorstaan en hun gebreken kunnen verhelpen, gesloten worden, en op transparantie, zodat alle Europeanen volledige informatie krijgen over de testprocedure en resultaten.

 
  
MPphoto
 

  Lena Ek, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit is geen interne Duitse kwestie, maar een Europese kwestie. Het is van het grootste belang dat kerninstallaties in Europa veilig zijn én als veilig worden gezien. De fouten die bij de eerste stresstests zijn gemaakt moeten daarom niet opnieuw worden gemaakt, en we hebben geen behoefte aan een nieuwe zinloze pr-oefening.

Het is de verantwoordelijkheid van de Commissie om ervoor te zorgen dat de stresstesten op weldoordachte, transparante en uitvoerige wijze worden uitgevoerd en dat ze ook daadwerkelijk gevolgen hebben. Als een fabriek de test niet goed doorloopt en als de problemen die daarbij naar voren komen niet kunnen worden opgelost, moet deze worden gesloten. De voorgestelde testen zijn echter niet grondig genoeg. De ALDE-Fractie heeft verzocht ook menselijke factoren en de veiligheidscultuur als geheel in de test op te nemen. Helaas is dit niet gebeurd. Ik hoop oprecht dat de Commissie een andere manier vindt om de veiligheidscultuur beter te testen.

Om deze problemen op te lossen verwacht ik onder andere dat de Commissie voorstellen indient als onderdeel van de herziening van de richtlijn betreffende nucleaire veiligheid. Deze omvat de onderwerpen die door u, commissaris, naar voren zijn gebracht, namelijk veiligheid met betrekking tot ontmanteling en afval. Bij de stresstesten is ook sprake van een gebrek aan heldere formuleringen over de noodzaak van onafhankelijke en transparante testen. Er zal een wederzijdse beoordeling worden uitgevoerd met vertegenwoordigers uit lidstaten waar de betrokken kerncentrale niet zal worden gebouwd, maar dat betekent niet dat deze dan ook volledig onafhankelijk zijn. Dat is een probleem.

Al deze zaken vormen een probleem voor de geloofwaardigheid van de testen, maar deze vormen slechts het begin. We hebben een strategie nodig die verder gaat en die voorziet in Europese gemeenschappelijke normen waarmee een hoog niveau van nucleaire veiligheid en informatie wordt gewaarborgd.

De veiligheid van kerncentrales is een Europees vraagstuk. Als we naar de toekomst kijken, zouden we nog strengere veiligheidsnormen moeten invoeren dan die welke worden aanbevolen door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie en de rest van de wereld. Wanneer men kijkt naar de informatievoorziening en de transparantie bij het ongeluk in Fukushima is er werkelijk behoefte aan een Europees platform en aan Europese wetgeving over dit onderwerp. Europese burgers verwachten en verdienen de best mogelijke veiligheid voor hun kerncentrales.

Er rest ons weinig kostbare tijd, en er rust een zware verantwoordelijkheid op de Europese Commissie en zelfs nog meer op de lidstaten, die na het ongeluk in Japan hun oorspronkelijke beloften gedeeltelijk hebben ingeslikt of teruggenomen. We verzoeken de Commissie om haar verantwoordelijkheid te nemen en we verzoeken de Raad, die hier niet aanwezig is, te voldoen aan de verwachtingen van de Europese burgers als het gaat om nucleaire veiligheid in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Giles Chichester, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil u graag op de hoogte brengen van een aantal fragmenten uit het tussentijdse verslag van de Britse hoofdinspecteur van kerninstallaties: we moeten allen het beginsel van voortdurende verbetering aanhangen. Dat betekent dat hoe hoog de normen voor nucleaire constructies en de werking daarvan ook zijn, de zoektocht naar verbetering nooit mag eindigen.

De Britse nucleaire regelgeving is grotendeels niet-dwingend. Dat betekent dat de sector aan de regelgever moet aantonen dat zij volledig op de hoogte is van de risico’s die gepaard gaan met haar werkzaamheden en weet hoe zij deze moet bedwingen. We verwachten dus dat de sector als eerste de verantwoordelijkheid neemt om van ervaringen te leren, in plaats van erop te vertrouwen dat de regelgever zal zeggen wat zij moet doen.

De eerste conclusie luidt als volgt: bij de beoordeling van de directe oorzaken van het ongeluk in Fukushima zien we geen reden om de werkzaamheden van kerncentrales of andere kerninstallaties binnen het Verenigd Koninkrijk te beperken. De tweede conclusie luidt: in antwoord op het ongeluk in Fukushima heeft de Britse kernenergiesector verantwoordelijk en op passende wijze gereageerd, waarbij de sector tot op heden leiderschap heeft getoond wat betreft veiligheid en een krachtige veiligheidscultuur. De vierde conclusie luidt: tot op heden heeft het onderzoek naar de nu bekende omstandigheden van het ongeluk in Fukushima geen lacunes aangetoond in het toepassingsgebied of de grondigheid van de beginselen voor veiligheidsbeoordelingen voor kerninstallaties in het Verenigd Koninkrijk.

Laat ons tot slot niet voorbijgaan aan het uitzonderlijke karakter van de aardbeving en de kracht van de tsunami die de installatie van Fukushima hebben getroffen en die dit hele proces op gang hebben gebracht.

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Oettinger, het debat is tot nu toe precies zo verlopen als ik had verwacht, maar niet zoals ik had gehoopt. Direct na de gebeurtenissen in Fukushima heeft u de juiste aanpak gekozen, en een aantal doelstellingen vastgelegd: een complete inschatting van alle risico's van de Europese nucleaire installaties, rekening houdende met wat we op dat moment wisten over Fukushima. Nu weten we daar nog meer over, en wel dat de feiten systematisch gebagatelliseerd zijn, en dat de kernen veel vroeger gesmolten zijn dan de Japanners hebben toegegeven. We weten ook wat voor problemen er zijn ontstaan bij de controlesystemen.

Vandaag heeft u echter een grote fout gemaakt: als Commissaris die hier verantwoording op zich heeft genomen die u helemaal niet heeft, had u moeten zeggen: "Mevrouw Frau Harms, geachte leden van het Europees Parlement, dames en heren, ik heb een groot probleem aangepakt, maar ben slechts een klein stukje opgeschoten". U had er op moeten wijzen dat er grote problemen zijn, dat de stresstests vrijwillig zijn, dat ze alleen maar op papier moeten worden uitgevoerd, en dat ze bijna uitsluitend door de exploitanten worden uitgevoerd, zoals dat altijd al geweest is. Dat had u moeten toegeven. Dan had ik u eerder serieus kunnen nemen. Dan hadden we een basis gehad voor een verdere discussie over wat er bereikt is, en wat niet.

Wat u nu heeft voorgelegd, mijnheer Oettinger, is eigenlijk een strategie die er toe bijdraagt om de risico's van de bestaande kerninstallaties in Europa te bagatelliseren. Vroeger of later krijgen de oude reactoren een soort Oettinger-zegel, dat bevestigt dat op papier opnieuw getoetst is wat tot nu toe al zo vaak getoetst is.

U heeft eigenlijk weinig te zeggen over de veiligheid, en dat is nauwelijks veranderd. Vanwege het Euratom-Verdrag heeft het Parlement vrijwel niets te zeggen over de nucleaire veiligheid, en daar is niets aan veranderd.

Ik ben nieuwsgierig hoe de discussie over echte gezamenlijk veiligheidsnormen verder gaat. Daaraan zullen wij u nogmaals meten, dat hebben we nog voor de boeg. Wat we tot nu toe hebben bereikt is buitengewoon mager.

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden.)

 
  
MPphoto
 

  Giles Chichester (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik bedank de geachte mevrouw voor het accepteren van mijn verzoek.

Ik heb twee vragen. Bent u het er allereerst niet allen mee eens dat dit niet slechts een Duits debat is, en dat er ook andere factoren een rol spelen in deze discussie? Het lijkt namelijk een vrij interne Duitse discussie, en de standpunten hierover verschillen.

Ten tweede, bent u het er niet mee eens dat de omstandigheden waar men zich in Fukushima mee geconfronteerd zag zeer uitzonderlijk waren en nog niet eerder vertoond, zowel wat betreft de kracht van de aardbeving – de krachtigste aardbeving in de geschiedenis van Japan – als de hoogte van de tsunami, die volgens zeggen een maximum bereikte van 46 meter en een gemiddelde hoogte had van 14 meter, omstandigheden die wij in Europa niet hoeven te verwachten?

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, de heer Chichester vergist zich, ik heb weliswaar Duits gesproken, maar met geen woord van Duitsland gerept. Wanneer ik al iets over Duitsland zou zeggen, zou het zijn: "De Duitse regering heeft gezegd: Het risico dat inherent is aan deze installaties is te groot, en in geval van een ramp niet te beheersen. Daarom stoppen we met het gebruik van kernenergie." Daarbij is ze onder andere uitgegaan van de ideeën van Klaus Töpfer, die strijdt voor een beter klimaatbeleid. Dat zouden we als Duitsers hier kunnen zeggen, maar dat heb ik vandaag helemaal niet gedaan.

Ten tweede wil ik iets over Japan zeggen: in Japan hebben TEPCO en andere exploitanten van kerncentrales voor de gebeurtenissen in Fukushima beweerd dat hun installaties technisch zo gebouwd waren dat ze iedere te verwachten aardbeving konden doorstaan. Bovendien was voorspeld dat deze tsunami een horror-tsunami zou worden, we waren gewaarschuwd. Waarom het Internationaal Atoomagentschap niet eerder heeft ingegrepen, kan ik u niet vertellen.

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden.)

 
  
MPphoto
 

  Angelika Niebler (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik heb een vraag aan mevrouw Harms: wanneer gaat u commissaris Oettinger bedanken? Bent u dat van plan? Ik vind uw verwijten aan het adres van de commissaris ongehoord. De commissaris was de enige die op het juiste moment het initiatief heeft genomen om direct na Fukushima alle verantwoordelijke personen bij elkaar te roepen, en er op aan te dringen om op het Europese niveau stresstests door te voeren, los van de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is. Nu hebben we een resultaat dat veel verder gaat dan de tests die we de afgelopen vijftien of twintig jaar hebben doorgevoerd, Europa is hier bij betrokken, er komen peer reviews, ook op het Europese niveau. Wat u doet, is niet rechtvaardig, u voert hier uw eigen groene beleid, zonder een deel van de verantwoordelijkheid te dragen!

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik weet nog heel goed wat de heer Oettinger in het openbaar heeft gezegd, hij heeft gezegd dat hij wist dat bepaalde installaties in de Europese Unie - en ik heb toen gevraagd welke installaties dat waren – vanwege de stresstests van het net moesten worden gehaald. Ik wacht nog steeds op zijn antwoord. Ik weet nog heel goed dat de heer Oettinger tijdens de vorige vergaderperiode heeft gezegd dat hij de op dat moment beschikbare teksten over de stresstests niet zou tekenen. Hij heeft dat echter toch gedaan, hoewel er inhoudelijk vrijwel niets veranderd is.

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden.)

 
  
MPphoto
 

  Ashley Fox (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, is mevrouw Harms het er mee eens dat haar standpunt en het standpunt van haar fractie is dat ze niet geïnteresseerd zijn in stresstesten, en dat ze niet geïnteresseerd zijn in enig objectief bewijs dan ook? Hun doel is om alle kerncentrales te sluiten, en zij houden vast aan dit doel. Beaamt zij niet ook dat dit werkelijk waar is?

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, we hebben tot nu toe geen kerncentrales waar we de schade tot de reactor kunnen beperken wanneer de kern smelt. Daarom ben ik van mening dat we hiermee moeten stoppen. Dat geef ik eerlijk toe, en dat is geen geheim.

Ten tweede doen we wat we van het begin af aan hebben gedaan: we pleiten met nadruk voor echte technische proeven, die gebaseerd zijn op de bekende problemen in verband met de veiligheid, ook in de bestaande installaties. Dat gaat niet gebeuren, en wij betreuren dat ten zeerste. Als Groenen hebben wij in dit Parlement altijd gestreden voor strenge en bindende veiligheidsnormen. Mevrouw Niebler weet waarom dit niet gelukt is, en waarom we in Europa op dit moment geen strenge en bindende veiligheidsnormen hebben.

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden.)

 
  
MPphoto
 

  Niki Tzavela (EFD). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, sinds Tsjernobyl ben ik wegens dringende persoonlijke redenen een zeer gedreven tegenstander van kernenergiecentrales. Na de ramp in Fukushima waren de eerste slachtoffers de werknemers en de brandweermannen. Als plichtsgetrouw en geëngageerd burger en gekant tegen kerncentrales heb ik een schriftelijke verklaring ingediend voor een uiting van solidariteit voor de heldhaftige inspanningen van de werknemers en brandweermannen van Fukushima, en ik was werkelijk zeer verbaasd dat tot nu toe niet één iemand van onze fractie deze verklaring heeft ondertekend. Hoe geëngageerd zijn jullie? Bij ons eerbetoon zouden we allereerst...

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, daar kunnen we het graag nog eens over hebben. Ik heb echter een groot probleem. Wat er in die nucleaire hel in Japan wordt gedaan, vind ik fantastisch. Ik ben vaak in Tsjernobyl geweest, ook in de exclusion zone. Wat de arbeiders in die gevaarlijke zone nu nog presteren, vind ik fantastisch. We hebben ze als helden bestempeld, maar nu, tientallen jaren nadat ze helden zijn geworden, vechten ze nog steeds voor hun pensioen, voor hun gezondheidszorg, enzovoort. Iemand als held bestempelen is makkelijk. Hoe je die mensen daarna behandelt, is heel iets anders, en onze aanpak van de gevolgen is werkelijk treurig.

 
  
MPphoto
 

  Jo Leinen (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, wegens een verzoek om het woord te voeren houden we nu een debat met de commissaris, en niet een onderling debat of een debat binnen de fracties. Ik ben van mening dat we volgens het Reglement slechts één blauwe kaart hebben in plaats van zes of zeven.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Met uw goedkeuring zal ik de “blauwe kaart”-procedure onderbreken, aangezien er nog drie verzoeken zijn. Ik persoonlijk ga akkoord met voortzetting van het debat, maar ik wil onenigheid voorkomen. Laten we het debat daarom voortzetten.

 
  
MPphoto
 

  Sabine Wils, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik ben geschokt door de houding van de heer Oettinger. De stresstests voor de kerncentrales in de EU bieden de exploitanten een alibi om de centrales in gebruik te houden. Ze zijn bedoeld om de feitelijke gevaren en het zogenaamde residuele risico te verhullen, de kerncentrales hoeven bijvoorbeeld niet te worden uitgeschakeld wanneer ze de stresstest niet halen.

Wie besluit om de risico's van terroristische aanslagen niet op te nemen in de stresstests, geeft voorrang aan de winst van de nucleaire concerns, door af te zien van dure maatregelen om de veiligheid alsnog te verhogen.

Radioactieve straling stopt niet aan de grens. Wanneer we de burgers in Europa en in de buurlanden willen beschermen, moet de EU niet alleen een draaiboek volgen voor het stoppen met kernenergie in heel Europa, maar ook in haar nabuurschapsbeleid de buurlanden ondersteunen bij hun pogingen om te stoppen met de kernenergie, en op die manier verhinderen dat er nieuwe kerncentrales worden gebouwd. Dat lukt alleen maar wanneer we het Euratom-Verdrag beëindigen, dat de expansie van de nucleaire industrie bevordert. Alleen al Roemenië, Bulgarije en Oekraïne hebben tot nu toe meer dan vijfhonderd miljoen euro aan kredieten gekregen om nieuwe kerncentrales te bouwen.

 
  
MPphoto
 

  Rolandas Paksas, namens de EFD-Fractie. – (LT) Mevrouw de Voorzitter, indien we vandaag de voordelen en de gevaren van de kernindustrie tegen elkaar zouden moeten afwegen, valt moeilijk te zeggen welke het zwaarst zouden wegen. Uit ervaring is gebleken dat kerncentrales nogal kwetsbaar zijn – we hebben zowel de ervaring met Tsjernobyl van 25 jaar geleden als met Fukushima van enkele maanden geleden.

Er bestaan plannen voor de bouw van disproportioneel krachtige kerncentrales zeer dicht bij Litouwen, aan de buitengrens van de Europese Unie. Eigenlijk zijn ze al bezig met de bouw en dit leidt tot veel onenigheid over de veiligheid en de milieueffecten hiervan. Indien er in deze kerncentrales een ongeluk zou gebeuren, zou zowel Litouwen als de rest van de Europese Unie aan grote gevaren worden blootgesteld.

We moeten ervoor zorgen dat niet alleen in Europa maar ook over de grens de hoogste veiligheidsnormen worden toegepast. We moeten ons tot het uiterste inspannen om de invoering van een eis tot verplichte veiligheidscontroles voor kerncentrales in de hele wereld te waarborgen.

Als het om nucleaire veiligheid gaat, is de aandacht vooral gericht op de Europese Commissie. Zij moet controleren of deze aanpak ook te zien is in buurlanden, vooral de landen die plannen hebben voor de bouw van kerncentrales langs de buitengrenzen van de EU, en of de bepalingen van internationale verdragen naar behoren worden uitgevoerd of alleen op papier bestaan. We moeten ervoor zorgen dat niet alleen de lidstaten van de Europese Unie, maar ook buurlanden, met name Rusland en Belarus, aan de strengste veiligheids- en milieunormen voldoen.

 
  
MPphoto
 

  Hans-Peter Martin (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ook de heer Oettinger gaat graag in Oostenrijk op vakantie, en daar zitten we goed wat kerncentrales betreft. Dit is een heftig debat, zonder stralende helden, maar het levert wel iets op. We merken, mijnheer Oettinger, dat u, de Saulus van EnBW, een Paulus van het toezicht op de kernenergie kunt worden, en wanneer u uw werk echt goed doet, kunt u zelfs een Paulus van een kernvrij Europa worden. Dat lukt echter alleen maar wanneer u voor meer bevoegdheden strijdt, dat weet u.

U heeft 'meer' aangekondigd, maar dat is niet genoeg. Het is natuurlijk heel belangrijk dat u druk uitoefent op ons gezamenlijke buurland, op Tsjechië. We hebben gehoord dat dit land zich wil onttrekken aan iedere vorm van wat kritischere tests. Ik denk daarbij met name aan de criminaliteit, maar ook aan de Britse lobbyisten voor de kernenergie, die een bijzonder zichtbare rol spelen – en dat is het sleutelwoord.

U moet zich losmaken van uw souffleurs binnen de Commissie! U moet eens kijken wie het werkelijk voor het zeggen heeft binnen ENSREG en WENRA, die zo invloedrijk zijn. U moet eens wat aandacht besteden aan Dominique Ristori, een ambtenaar van de Commissie, die een onzichtbare maar stralende relatie met de kernenergielobby heeft, maar ook aan andere ambtenaren van de Commissie. Dat zou de moeite waard zijn, zo kunt u het doel bereiken waarvan u zegt dat u het nastreeft.

Last but not least kunnen de grote Duitse ondernemingen, en al die ondernemingen die met een E beginnen, zoals EDF, E.ON en EnBW, niet meer uw vrienden zijn, u moet voor het toezicht een kritische afstand houden. U kunt op de nodige steun uit Oostenrijk rekenen, ook uit uw vakantieoord.

 
  
MPphoto
 

  Pilar del Castillo Vera (PPE).(ES) Mevrouw de Voorzitter, we moeten een kritische blik werpen op de manier waarop de debatten verlopen. Als de commissaris voortdurend wordt onderbroken, krijgen we een lawine vragen van andere leden van dit Huis over ons heen, en wordt het heel moeilijk om ervoor te zorgen dat het debat nog langer gaat over het onderwerp dat behandeld wordt en over de punten die de commissaris aan de orde gesteld heeft, in plaats van over de wensen van andere afgevaardigden.

Het eerste wat ik wil zeggen, is dat sommige afgevaardigden in dit Huis blijk moeten geven van wat meer bescheidenheid en gezond verstand, want zij doen het voorkomen alsof ze de enige mensen zijn die ooit aan nucleaire veiligheid gedacht hebben, en de enige mensen die zich zorgen maken over de toekomst van hun kinderen en de mensheid op aarde.

De 58 reactoren in Frankrijk of die in het Verenigd Koninkrijk of in allerlei andere landen betekenen niet de Fransen en die anderen stommer of minder intelligent zijn, noch dat de toekomst van hun kinderen hun koud laat, of dat ze nooit nagedacht over nucleaire veiligheid.

Dames en heren, de nucleaire veiligheid is iets waaraan continu gewerkt wordt in alle kerncentrales, in verband met alle kernreactoren. Er zijn vele deskundigen van topniveau, het zijn geen mensen die maar wat uit hun nek zitten te kletsen maar mensen die zich van het begin af aan dag in dat uit met deze vraagstukken hebben beziggehouden.

Is een breed onderzoek naar de stresstests nu nodig? Ik ben het daar volkomen mee eens, en ik moet zeggen dat een aantal mensen dat zich nu uitlaat over deze kwesties geweigerd heeft om zich achter een gezamenlijke parlementaire resolutie te scharen die door de meeste fracties van het Huis ondersteund werd.

Op grond daarvan moet een onderscheid worden gemaakt: we hebben het over stresstests en niet over de afschaffing van kernenergie. Ze zullen het onderwerp zijn van nationale discussies, en dat is ook het niveau waarop ze zullen moeten worden uitgevoerd.

Daarom, als we het over stresstests hebben – want sommige mensen willen daar niet over praten, ze praten of discussiëren hier alleen over in het een of andere debat met op de achtergrond de gedachte dat kernenergie moet worden afgeschaft - moet ik zeggen dat commissaris Oettinger geweldig werk heeft gedaan in bijzonder korte tijd. Hij heeft al ingestemd met en praktische uitvoering gegeven aan een reeks maatregelen en tests die ons zullen laten zien hoe het gesteld is met de situatie waarin we nu zitten.

Mijn gelukwensen dus, commissaris, we kunnen enkel waardering hebben voor de manier waarop u de zaken heeft aangepakt.

 
  
MPphoto
 

  Jo Leinen (S&D). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Oettinger, de stresstests waren nodig, en het was de hoogste tijd. Het is verbazend dat dit niet eerder gebeurd is. Het is uw verdienste dat nu eindelijk alle kerncentrales in Europa worden getest.

We moeten echter wel toegeven dat deze stresstests op heel dun ijs staan. U heeft terecht gezegd dat velen helemaal niet bereid waren om mee te werken aan een Europese toetsing. Het gevaar bestaat natuurlijk dat dit een soort gatenkaas wordt, dat dit in de lidstaten niet op dezelfde manier wordt geïnterpreteerd. Sommigen willen de gevolgen van neerstortende vliegtuigen niet behandelen, anderen willen slechts een deel van hun installaties voor de stresstests openen. U moet er werkelijk voor zorgen dat dit overal en volledig gebeurt!

We stellen vast dat u nog niet heeft weten te bereiken dat alle aspecten worden beoordeeld. De kwestie van het menselijk falen leidt tot lacunes. Het gevaar dat een vliegtuig toevallig neerstort op een kerncentrale is nu en in de toekomst niet groot, maar het eigenlijke gevaar is dat kerncentrales gericht worden aangevallen, en dat wordt nou net niet getest. Ik woon aan de grens met Frankrijk en Luxemburg, en daar staan in Cattenom vier kerncentrales. Men heeft ons verteld dat de brandweer en de gendarmerie daarvoor verantwoordelijk zijn. Ik denk dat Al Qaeda en de terroristen zich krom lachen als ze horen dat de brandweer en de politie verantwoordelijk zijn voor de aanpak van de gevolgen van het terrorisme. Dit moet werkelijk ook worden meegenomen in de stresstests.

Tot slot wil ik u vragen wat de gevolgen zijn wanneer u fouten of zwakke plekken vaststelt. Het gevaar bestaat dat we op het Europese niveau niets kunnen doen, en dat alles weer verzandt. Zullen er dus werkelijk centrales worden uitgeschakeld of omgebouwd?

Het is de hoogste tijd dat u een herziene versie van het Euratom-Verdrag voorlegt. Het kan zo niet verder gaan, dat wij bij de veiligheid van nucleaire installaties niets te vertellen hebben.

 
  
MPphoto
 

  Fiona Hall (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, een aantal lidstaten is wat betreft de stresstesten te vroeg van start gegaan. Zoals we weten heeft de Britse nucleaire inspecteur, de heer Mike Weightman, zijn tussentijdse verslag al gepubliceerd voordat er overeenstemming was bereikt over de stresstesten. Zal de Commissie er bij alle lidstaten op aandringen dat ze de stresstesten gedegen uitvoeren, en niet vasthouden aan hun eigen lichtgewicht versie?

Het baart mij vooral zorgen dat de Britse regering wellicht doorgaat met het goedkeuren van een hele nieuwe generatie kerncentrales voordat de stresstestprocedure in juni volgend jaar ten einde loopt. Commissaris, bent u het ermee eens dat dit in het kader van de Europese nucleaire veiligheid niet verstandig zou zijn? Kunt u ervoor zorgen dat informatie die wegens veiligheidsredenen niet publiekelijk bekend wordt gemaakt ten minste binnen een veilig forum overgedragen wordt, bijvoorbeeld tussen de nationale veiligheidsdiensten?

 
  
MPphoto
 

  Ivo Strejček (ECR). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris. Afschaffing van kernenergie zoals in Duitsland is een politiek dwaalbesluit met waarschijnlijk catastrofale economische gevolgen voor zowel Duitsland als zodanig alsook op zijn minst de Midden-Europese ruimte. Maar daarmee lever ik geen kritiek op het Duitse besluit, want elke lidstaat van de Europese Unie heeft het recht om zijn eigen energiebeleid vast te stellen met alle economische, sociale en politieke gevolgen van dien.

Ik wil er in dit verband met klem op wijzen dat ook mijn eigen land, de Tsjechische Republiek, het recht heeft om zelf, onafhankelijk te bepalen hoe het zijn elektriciteit opwekt. Een derde van de Tsjechische energiemix bestaat uit de betrouwbare energiebron met de naam kernenergie. Ik ben ervan overtuigd dat we onze nucleaire bronnen nog verder zullen uitbouwen, dus dat we nog meer kerncentrales zullen bouwen, uiteraard onder naleving van alle fundamentele veiligheids- en toezichtsparameters en -vereisten.

(Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Hans-Peter Martin (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik heb een vraag aan de heer Strejček: wat vindt u van het feit dat Tsjechië, naar verluidt, van plan is om zich aan de strengste stresstests te onttrekken, en dat het land niet mee wil werken aan de strijd tegen aanvallen door criminele organisaties? Wat is uw eigen houding ten opzichte van de nucleaire branche, wat zijn uw persoonlijke relaties met de lobbyisten?

 
  
MPphoto
 

  Ivo Strejček (ECR). - (CS) Om te beginnen, waarde collega, zou ik hier willen benadrukken dat ik in geen enkel contact heb met deze lobby. En ten tweede heb ik nog nooit in ook maar één verklaring van de Tsjechische regering gezien dat de Tsjechische kerncentrales aan geen enkel toezicht onderworpen zouden worden, zoals commissaris Oettinger dat suggereert.

 
  
MPphoto
 

  Yannick Jadot (Verts/ALE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, u wordt niet persoonlijk aangevallen in deze zaak, commissaris, maar u moet begrijpen dat wij enorm teleurgesteld zijn dat de Commissie zo gemakkelijk is gezwicht voor de druk van enkele lidstaten en met name Frankrijk.

Wij willen dus inderdaad stoppen met kernenergie, omdat wij denken dat dat de enige manier is om een einde te maken aan het nucleaire gevaar. We weten echter ook dat het in een land als Frankrijk 20 tot 25 jaar zal duren om kernenergie af te bouwen en in de laatste onderzoeken op het gebied van statistieken van ernstige nucleaire ongelukken wordt voorspeld dat er in de komende vijftien jaar ergens in de wereld een ongeluk zal plaatsvinden.

Wij willen serieuze proeven en wij accepteren niet dat Frankrijk erin is geslaagd om de riskante keuze doorgang te laten vinden. De proeven houden geen rekening met het neerstorten van vliegtuigen, noch op de opslagbassins, noch op de reactoren, en ze houden geen rekening met terroristische aanslagen. Wij accepteren niet dat de proeven op Europees niveau verworden zijn tot een communicatieoefening van een crisisteam van de nucleaire industrie, die de heer Sarkozy tijdens de komende G8 zal etaleren om nog meer Europese drukwaterreactoren te verkopen. Dat accepteren we niet, commissaris.

(Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Peter Liese (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik zou de heer Jadot willen vragen of het klopt dat deze gezamenlijke resolutie over de stresstests eerst door zijn fractievoorzitters Harms en Cohn-Bendit getekend is, en dat hij er vervolgens tijdens de plenaire vergadering toch tegen heeft gestemd, hoewel er vrijwel niets aan veranderd is? Denkt u niet ook dat dit ten koste is gegaan van het pleidooi van de heer Oettinger voor strengere stresstests?

 
  
MPphoto
 

  Yannick Jadot (Verts/ALE). – (FR) Deze resolutie was inderdaad medeondertekend, mijnheer Liese, en ik wil ook antwoorden aan mevrouw Del Castillo, die zei dat de Franse bevolking voorstander is van kernenergie. Dat is niet het geval. Alle opinieonderzoeken wijzen uit dat 77 procent van de Fransen willen stoppen met kernenergie, alleen kunnen we dat debat in Frankrijk niet voeren.

 
  
MPphoto
 

  Miloslav Ransdorf (GUE/NGL). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, slechts drie korte opmerkingen naar aanleiding van de woorden van de commissaris. Allereerst dat ik voorstander ben van de stresstests zoals voorgesteld door de West-Europese Associatie van kernregulators. Hoewel deze tests uitgaan van waarschijnlijkheden maakt de commissaris daar eerder absolute zekerheden van.

Ten tweede wil ik nog zeggen dat voor een geloofwaardige omgang met de burgerveiligheid deze stresstests bij alle vormen van elektriciteitsproductie moeten worden uitgevoerd. Tot nog toe zijn de grootste aantallen mensen omgekomen bij de doorbraak van stuwdammen voor elektriciteitsopwekking. Zo kwamen in 1976 niet minder dan 26.000 mensen om bij de doorbraak van een stuwmeer in China.

En dan nog mijn derde opmerking. Het heeft er alles weg van dat de commissaris op groene bedevaart is. Maar zoals de Poolse satiricus Jerzy Lec al zegt, beschermt zelfs de deelname aan een heilige bedevaart ons niet tegen zweetvoeten en stank.

 
  
MPphoto
 

  Niki Tzavela (EFD). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de commissaris graag zeggen dat ik vertrouwen heb in zijn oprechte pogingen om kernrampen te bestrijden en in zijn zorgvuldigheid en objectiviteit bij het voorzien van Europa van een veiligheidsnet tegen kernrampen.

Ik ben van mening dat er niet alleen in de Europese Unie en aangrenzende landen, maar ook op wereldwijd niveau, stresstesten moeten worden uitgevoerd. Dit is een mondiaal probleem. Daarom verwelkom ik de woorden van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, die verklaarde dat hij op 24 juni in Wenen een vergadering op hoog niveau zal beleggen. Ik hoop dat de commissaris daar aanwezig zal zijn.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft vijf punten over nucleaire veiligheid uiteengezet. Deze komen naar wat ik heb gezien overeen met de regels die de commissaris ons heeft aangereikt en met ons heeft doorgenomen om te weten hoe we verder moeten gaan. In Wenen zullen we deelnemen aan een internationale bijeenkomst, onder de paraplu van de Verenigde Naties. Vervolgens zullen we op 22 september deelnemen aan een vergadering over nucleaire veiligheid op zeer hoog niveau bij de Verenigde Naties in New York.

Naar mijn mening kunnen we dit probleem op deze wijze het hoofd bieden. Europa is niet de enige plek of het enige continent waar kernrampen kunnen plaatsvinden, dus laat ons het probleem vanuit een mondiale visie benaderen.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Oettinger, al bij de stresstests voor de banken was er, zoals we allemaal weten, zo veel speling voorzien dat alle onderzochte instellingen een goede kans maakten om een redelijk resultaat te boeken. Waar men kon vermoeden dat er gevaar dreigde, heeft men voor alle zekerheid maar niet al te goed gekeken. We kunnen vermoeden dat het bij de kerncentrales niet anders zal gaan. Er is gebleken dat de stresstests voor kerncentrales tot nu toe niet meer waren dan een placebo voor bezorgde burgers. Afgezien van het feit dat deze tests zo bescheiden zijn, en waarschijnlijk geen gevolgen zullen hebben, en dus niet meer zijn dan boerenbedrog, hebben we alle reden om te betwijfelen dat zelfs een strenge interpretatie van de testcriteria tot het gewenste resultaat zal leiden. De vraag is ook altijd welke normen gelden voor de tests. Er is gezegd dat geen van de zeventien Duitse reactoren nu nog een vergunning zou krijgen, omdat de indertijd geldende normen niet meer in overeenstemming zijn met de nu beschikbare kennis. Sommige critici betwijfelen of zelfs splinternieuwe kerncentrales, zoals de Europese drukwaterreactoren die op dit moment in Frankrijk en Finland worden gebouwd, aan de nu geldende veiligheidsnormen voldoen. Wanneer we dan ook nog horen dat sommige kerncentrales zelfs niet bestand zijn tegen noodweer, kunnen we alleen maar op iedereen een beroep doen om zo snel mogelijk te stoppen met het gebruik van de kernenergie.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mevrouw de Voorzitter, ik dank u voor de gelegenheid om vandaag te debatteren over deze belangrijke kwestie, vooral wat de buurlanden van de Europese Unie betreft.

Radioactieve besmetting is grensoverschrijdend. Dit is op pijnlijke wijze duidelijk geworden na Tsjernobyl en Fukushima. Daarom zouden de hoogste veiligheidsnormen wereldwijd wettelijk verplicht moeten zijn, zouden de voorzieningen overal even veilig moeten zijn en zou de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) moeten worden versterkt.

De in de Europese Unie gehanteerde veiligheidsnormen behoren tot de hoogste ter wereld. Om nog meer veiligheid te garanderen, zullen we stresstests uitvoeren in kerncentrales die in gebruik zijn, die gesloten zijn en waarvoor plannen bestaan. Indien we veilig willen zijn, zouden dezelfde criteria echter ook moeten worden toegepast op reeds bestaande of geplande centrales in de buurlanden van de EU (Rusland, Belarus, Turkije, Armenië, Zwitserland en Oekraïne). We moeten hier consequent naar streven en met één mond spreken.

Op dit moment is op minder dan 100 km van de buitengrens met de Europese Unie, dicht bij Sint-Petersburg, nog steeds een kerncentrale met een reactor van het type van Tsjernobyl in werking. Rusland is van plan om nog dichter bij de grenzen met de Europese Unie, in Belarus en Kaliningrad, twee nieuwe kerncentrales te bouwen. Vanaf de Litouwse grens zullen de schoorstenen van een van de kerncentrales net zo duidelijk zichtbaar zijn als de toren van de kathedraal van Straatsburg vanuit het Parlement. Beide projecten kampen met dezelfde problemen. Het werk is al begonnen voordat de milieueffectbeoordeling is afgerond en tot nog toe is niets gezegd over de criteria die zijn gehanteerd bij de keuze van de bouwlocaties voor de kerncentrales. Ook is er geen onderzoek gedaan naar mogelijke alternatieve locaties en zijn er geen algemene evacuatieplannen opgesteld. Beide kerncentrales wil men toerusten met experimentele reactoren waarvan de veiligheid onmogelijk beoordeeld kan worden, aangezien deze nog nergens in gebruik zijn genomen.

In het algemeen kan worden gezegd dat Belarus nog niet klaar is voor de ontwikkeling van kernenergie en de Russische regering geeft niet alleen geen antwoord op de vragen van buurlanden, maar negeert ook verzoeken van haar eigen bevolking om te worden geraadpleegd. Gebruikmakend van de bureaucratie weigert zij voor de tweede keer de registratie van een initiatief met betrekking tot een referendum over de bouw van kerncentrales toe te staan. We zouden de buren van de Europese Unie misschien kunnen aanmoedigen om aan de hoogste veiligheidsnormen te voldoen, indien de gehele Unie zou weigeren om elektriciteit te kopen die is geproduceerd zonder dat deze normen in acht worden genomen. We moeten het geld van de burgers van de EU niet gebruiken voor steun aan onveilige kernenergie.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Trautmann (S&D). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, in tegenstelling tot de Franse regering hoop ik oprecht dat er een groot publiek debat zal komen. We hebben behoefte aan uitgebreide stresstests. Fukushima heeft aangetoond dat we rekening moeten houden met het onvoorstelbare. De huidige methode houdt geen rekening met risico's als een terroristische aanslag of een vliegtuigcrash, en voldoet daarom niet aan deze eis. Het moet een transparant debat zijn, want de keuze om door te gaan of te stoppen moet berusten op een brede steun van de burgers, die gebaseerd is op informatie, maar niet overschaduwd door debatten van deskundigen. We hebben behoefte aan een onafhankelijk debat met ruimte voor alle partijen, om eventuele belangenconflicten te vermijden en kalmte te bevorderen.

Tot slot weet ik als inwoner van de Elzas hoezeer de centrale van Fessenheim onze Duitse en Zwitserse buren bezighoudt. Waarom zouden we niet, in plaats van een uitsluitend nationale greep op de zaken te houden, ten minste bevorderen dat onze veiligheidsdiensten deskundigheid uitwisselen? De veiligheid zou er wel bij varen, evenals de transparantie en het burgerschap op Europees niveau.

 
  
MPphoto
 

  Marielle De Sarnez (ALDE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, in werkelijkheid zien wij ons voor twee vragen gesteld. De eerste gaat over het aandeel van kernenergie in Europa. Op dit punt is denk ik in het komende jaar een transparant publiek debat nodig in de Europese Unie en in de betrokken lidstaten. De tweede vraag gaat over de stresstests waarover we vanochtend spreken.

Commissaris, ik zou vier beginselen willen noemen waaraan we ons mijns inziens moeten houden voor een daadwerkelijk controlemechanisme. Het eerste beginsel is dat een controlemechanisme verplicht moet zijn.

Het tweede beginsel is dat dit mechanisme zou moeten worden toevertrouwd aan een onafhankelijke en onpartijdige autoriteit. Ik heb niet zo veel vertrouwen in zelfregulering.

Het derde beginsel is dat het mechanisme bindend zou moeten zijn. Als de stresstests ooit negatieve resultaten zouden aantonen voor bepaalde installaties, dan zouden de tests bindend moeten zijn voor de lidstaten, die dan geen andere keuze zouden hebben dan de onbetrouwbare installaties te sluiten.

In de vierde plaats zou dit mechanisme transparant moeten zijn, met andere woorden, de resultaten moeten openbaar worden gemaakt. Op die manier kunnen we wellicht komen tot wat mevrouw Ek een Europese veiligheidscultuur heeft genoemd.

 
  
MPphoto
 

  Tomasz Piotr Poręba (ECR). - (PL) Vraagstukken van nucleaire veiligheid - zowel in de lidstaten als in de buurlanden van de EU - verdienen bijzondere aandacht van de Europese Unie. Na het ongeluk met de kerncentrale van Fukushima in Japan heeft de Commissie stresstests van kerncentrales in de EU aangekondigd. Dat is bijzonder goed nieuws en een uitstekend besluit. We wachten op de uitvoering ervan. Met het oog op de veiligheid van alle inwoners van Europa moet er speciale aandacht komen voor de juiste inzet van alle beschikbare middelen om de veiligheidsnormen te verhogen en de potentiële risico's van kernenergie te elimineren. Niet alleen de kerncentrales op het grondgebied van de lidstaten vormen een potentieel gevaar, dit geldt ook voor de kerncentrales die zich in de buurlanden van de EU bevinden. De lidstaten moeten daarnaast worden gemotiveerd en gesteund bij de uitvoering van betrouwbare stresstests van de kerncentrales in de EU.

Ik wil verder benadrukken dat er grote behoefte is aan extra financiering voor zowel onderzoek op het gebied van kernenergie als ander belangrijk onderzoek dat gericht is op het anticiperen en voorkomen van ongelukken en de negatieve gevolgen ervan in de toekomst.

 
  
MPphoto
 

  Claude Turmes (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Oettinger, ik wil aan de hand van het voorbeeld van de kerncentrale in Cattenom, die honderdduizenden burgers bedreigt, in Luxemburg, maar ook in Saarland en in Rijnland-Palts, even aantonen waarom deze stresstests eigenlijk niet genoeg opleveren.

Cattenom ligt in de aanvliegroute van het vliegveld van Luxemburg, maar juist de gevolgen van het neerstorten van een vliegtuig op Cattenom worden niet onderzocht. U heeft zelf nadat de eerste test van ENSREG was voorgelegd een wijzigingsvoorstel ingediend om het neerstorten van vliegtuigen, genoemd op bladzijde vier van het document van ENSREG, op te nemen als initiating event. Dat was een goed voorstel, maar Frankrijk en Engeland hebben dit verhinderd.

Wij hebben moeite met het feit dat u ervoor gestreden heeft, dat u de strijd verloren heeft, maar nog steeds niet wilt toegeven dat u verloren heeft. Dat is niet eerlijk, en daarop hebben wij kritiek! We moeten duidelijker zeggen dat Frankrijk en Engeland op dit moment niet bereid zijn om onze en ook uw ideeën te ondersteunen. Dat moeten we gewoon eerlijk op tafel leggen.

Mijnheer Liese, de CDU/CSU heeft geen steun gegeven aan die beroemde resolutie over het stoppen met kernenergie, dat weten we. Mevrouw Merkel is in ieder geval nu een beetje moediger dan u.

 
  
MPphoto
 

  Marisa Matias (GUE/NGL). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, ik wil direct ingaan op het voorstel dat u vandaag aan het Parlement heeft voorgelegd en, om het maar heel eerlijk te zeggen, vind ik dat sommigen van ons het recht hebben teleurgesteld te zijn over dit voorstel, omdat het niet alleen zwak is, maar ook enorme lacunes bevat.

Ik vind dit een Europese aangelegenheid, en niet een kwestie van welke lidstaten een nucleaire industrie hebben en welke landen niet. Een aangelegenheid dus van heel Europa, en Europa heeft dringend goed nieuws nodig. En ik moet u eerlijk zeggen dat het bijvoorbeeld goed nieuws zou zijn als we de burgers ervan zouden kunnen overtuigen dat we hun veiligheid kunnen waarborgen.

Dus als deze stresstests worden uitgevoerd op de manier die de commissaris voorstelt – dat wil zeggen in de eerste fase door de belanghebbenden zelf, in de tweede fase door de regeringen die deze belanghebbenden steunen en in de derde fase door de partners die de echte belanghebbenden zijn – vraag ik me af of de uitkomst niet zal zijn dat alle kerncentrales in goede staat verkeren en goedgekeurd worden.

We weten heel goed dat dit niet het geval is, en ik hoop daarom dat er serieuze consequenties getrokken zullen worden en dat we tegen onze burgers kunnen zeggen dat we voor hun veiligheid zorgen, en niet alleen maar doen alsof.

 
  
MPphoto
 

  Peter Liese (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik zou de heer Oettinger willen bedanken. Hij heeft gestreden, en hij heeft veel bereikt. Het resultaat is niet perfect, maar wat sommigen vooral de commissaris verwijten, zouden we onszelf moeten verwijten. We moeten zelfkritisch zijn, we moeten toegeven dat wij het niet eens zijn geworden over een resolutie. Ook een aantal leden van mijn fractie konden er niet mee instemmen, en dat is betreurenswaardig. Dit verwijt is echter ook gericht aan het adres van de Groenen en de Sociaaldemocraten, die eerst een resolutie hadden getekend, en er vervolgens in de plenaire vergadering niet voor hebben gestemd. Het is een feit dat dit commissaris Oettinger het leven zuur heeft gemaakt in zijn strijd tegen de lidstaten voor strengere stresstests.

Dit is een eerste stap, maar we moeten verder gaan. We moeten de richtlijn veranderen. Mijnheer de commissaris, wij staan achter u wanneer u probeert om van de regels voorschriften te maken. We moeten proberen om dit ook in de buurlanden toe te passen. Ik sta volledig achter de woorden van mevrouw Morkūnaitė-Mikulėnienė.

Duitsland is meerdere keren genoemd. We moeten er natuurlijk mee leven dat we kritiek te horen krijgen, maar ik wil er op wijzen dat nu al dertien lidstaten van de EU het zonder kernenergie stellen, ook economisch heel succesvolle, zoals Oostenrijk en Denemarken. Dan moet men toch aanvaarden dat dit ook in Duitsland mogelijk is? Ik zou er op willen wijzen dat Angela Merkel vandaag in de Bondsdag namens haar regering een verklaring heeft afgelegd, ze heeft nogmaals duidelijk gemaakt dat we tenminste samen willen werken aan de omzetting van de punten waarover we het in Europa eens zijn. Ze heeft met name de energie-efficiëntie genoemd.

De heer Oettinger wil over twee weken een ambitieus voorstel over de energie-efficiëntie voorleggen, en ik zou hem daarbij willen steunen. Wat we er tot nu toe van weten, bevalt me in principe heel goed, het is een combinatie van prikkels en verplichtingen. Het bevalt me wat minder dat de lidstaten zelf doelstellingen vast mogen leggen. De Commissie moet met voorschriften komen, of eerst met voorstellen. Maar leg iets op tafel, dan wordt dit een uitstekend voorstel!

 
  
MPphoto
 

  Kathleen Van Brempt (S&D). - Voorzitter, of je nu voor kernernergie bent of, zoals ik, een warme voorstander van een kernvrij Europa, voor veiligheid zouden we toch allemaal moeten zijn. In dat opzicht is de bescheidenheid die gepredikt wordt door de collega's van de Europese Volkspartij toch een beetje naast de kwestie. Als Fukushima ons iets heeft geleerd, dan is het met name dat we niet voorbereid zijn op rampen, dat we niet voorbereid zijn op allerlei dingen die kunnen gebeuren met de grootst mogelijke gevolgen. In dat opzicht interesseert het mij ook niet, commissaris, of u hier nu veel complimenten dan wel veel verwijten krijgt.

Wat mij interesseert zijn de resultaten. Wij zijn bezorgd, heel erg bezorgd. Want het ergste wat kan gebeuren is dat we straks stresstesten hebben, resultaten, die het perfecte alibi zijn voor veel exploitanten van zeer oude kerncentrales, onder meer in de streek waar ik woon, om deze langer open te houden in plaats van ze te sluiten.

Ik heb twee vragen. Hoe gaat u realiseren dat de onafhankelijkheid echt wordt gewaarborgd? En ten tweede hoe gaat u ervoor zorgen dat de resultaten ook effectief leiden tot het sluiten van de oudste kerncentrales?

 
  
MPphoto
 

  Corinne Lepage (ALDE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, we kunnen u alleen maar bedanken en complimenteren met het feit dat u dit initiatief heeft genomen. Helaas sluit ik me aan bij hen die bijzonder teleurgesteld zijn over het resultaat, dat een succes is voor de exploitanten van kerncentrales, voor de veiligheidsautoriteiten die hebben verhuld wat al dertig jaar gebeurt, en voor de lidstaten die hun keuzen niet ter discussie willen stellen, niet alleen voor wat betreft het behoud van kernenergie, maar ook de keuzen met betrekking tot de risicobeoordeling.

Commissaris, we moeten het achterliggende probleem aanpakken en opnieuw naar Euratom kijken, zoals u heeft gezegd. Dat betekent een heroverweging van de vraag welke vrijheid de lidstaten hebben om alles te blokkeren, zoals Frankrijk duidelijk heeft gedaan.

We moeten nogmaals kijken naar de onaanvaardbare zaken met betrekking tot verantwoordelijkheid, want als de regels van het gemene recht op het gebied van verantwoordelijkheid werden toegepast, dan hadden we deze problemen niet. We moeten ook nogmaals kijken naar de toepassing van het gemene recht met betrekking tot het recht op informatie van de Europese burgers, dat in het huidige systeem, onder deze omstandigheden, duidelijk niet wordt gewaarborgd.

 
  
MPphoto
 

  Satu Hassi (Verts/ALE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, veel collega’s hebben de gebreken van de stresstests al genoemd: er is te veel vrijblijvendheid en de vraag blijft vooral of reactoren bestand zijn tegen terroristische aanvallen. Collega Morkūnaitė-Mikulėnienė noemde een reden waarom de zwakten van de stresstests zeer te betreuren zijn. Nabij Sint-Petersburg, 200 kilometer van Helsinki en Tallinn, bevinden zich vier reactoren van het Tsjernobyl-type, die de veiligheid van honderdduizenden EU-burgers bedreigen.

Commissaris Oettinger, u bent nu bezig met een ander debat. Commissaris Oettinger, kunt u alstublieft luisteren? Herr Kommissar Oettinger, ich bitte Ihnen... Mijnheer de commissaris, ik vraag u het volgende te beantwoorden: als Rusland ermee instemt om stresstests uit te voeren op zijn eigen kerncentrales, overeenkomstig de criteria die ik nu heb genoemd, denkt u dan dat dit onze veiligheid verbetert, gezien het feit dat zich vlakbij de grenzen van de Europese Unie verscheidene reactoren van het Tsjernobyl-type bevinden?

 
  
MPphoto
 

  Romana Jordan Cizelj (PPE).(SL) Mevrouw de Voorzitter, mag ik zeggen, commissaris, dat u heel veel hebt bereikt. In zeer korte tijd bent u erin geslaagd om een zeer gedetailleerde specificatie van de stresstests op te stellen en hebt u een overeenkomst tussen de Europese Commissie en de 27 regelgevende instanties van de lidstaten tot stand weten te brengen.

Veiligheidsgrenzen die in dit geval de grenzen van ieder hypothetisch ongeval te boven gaan, zullen opnieuw door de lidstaten beoordeeld worden. Dat is een belangrijke toegevoegde waarde en een extra eis. Sommige lidstaten waren kritisch, omdat de menselijke factor niet zou zijn beoordeeld of dat hier niet naar behoren rekening mee was gehouden. Ik moet zeggen dat ik de specificatie van deze stresstests persoonlijk goed heb gelezen en dat ik blij ben dat in de tests niet alleen technologie is opgenomen, maar dat ook de menselijke factor en organisatorische factoren zijn opgenomen.

Hiermee hebben we een grote stap vooruit gezet in de richting van een uniformering van de veiligheidsnormen van de Europese Unie en ik denk dat we andere wegen moeten zoeken om nog verder te gaan. Waar en hoe kunnen we nog een belangrijke stap zetten om de bevoegdheden van de EU op dit gebied te versterken? Ik verwacht dat de Europese Commissie hierover een voorstel indient.

Om meer vertrouwen te creëren zullen er internationale inspecties van de uitgevoerde tests plaatsvinden en hier heb ik een vraag over. Ik vraag me af of de groep van zeven mensen zo zal zijn samengesteld dat deze bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van regelgevende instanties, of dat hierin ook onafhankelijke deskundigen zullen worden opgenomen. Indien dit het geval is, zou ik graag willen weten op basis waarvan deze worden geselecteerd.

Ik heb nog twee vragen. Ten eerste, zullen deze tests ook uitgevoerd moeten worden door Duitse kerncentrales die gesloten zijn? Ten tweede, wat zullen de consequenties van de sluiting van de Duitse kerncentrales voor de interne Europese energiemarkt zijn?

Wat de richtlijn voor kernafval betreft, zou ik willen zeggen dat we meer gelegenheden hebben om deze de volgende keer te bespreken dan u in uw toespraak hebt genoemd. Ik hoop dat de Europese Commissie rekening zal houden met de voorstellen van het Europees Parlement, omdat we in de Commissie industrie, onderzoek en energie gestemd hebben voor verschillende sterkere voorstellen dan die oorspronkelijk door de Europese Commissie waren voorgesteld.

 
  
MPphoto
 

  Justas Vincas Paleckis (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, bedreigingen van EU-kerncentrales zijn, als ze gegrond zijn, een kwestie van leven en dood voor duizenden mensen. Zelfs kleine landen moeten voorbereid zijn op de meest ernstige omstandigheden, waaronder terroristische aanvallen en vliegtuigongevallen. Hoe zouden burgers van grote EU-landen zich voelen als een niet-democratisch land een onvoldoende geteste kerncentrale zou bouwen in de buurt van Brussel, Berlijn, Parijs of Londen, zonder de eigen bevolking te raadplegen of betrouwbare informatie te delen met buurlanden?

Litouwen kampt op dit moment met een dergelijke situatie. In de nabije omgeving van Vilnius is Belarus gestart met de bouw van een kerncentrale, waarbij transparantie totaal ontbreekt. Het is van cruciaal belang dat de EU, met behulp van internationale organisaties, de praktijk van stresstesten van kerncentrales uitbreidt naar de rest van de wereld, en vooral naar de buitengrenzen.

 
  
MPphoto
 

  Frédérique Ries (ALDE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik wil op mijn beurt commissaris Oettinger complimenteren met zijn ferme vastberadenheid vanaf het begin met betrekking tot dit moeilijke dossier over nucleaire veiligheid, gezien de ruime nationale bevoegdheden op dit gebied.

Zoals gezegd is onze eerste eis uiteraard de herziening van het Euratom-verdrag, dat vanaf het begin vrijwel ongewijzigd is gebleven. Het onderzoek van de 143 Europese kernreactoren zal inderdaad uiteindelijk slechts betrekking hebben op het zogenaamde Fukushima-scenario. U heeft de kaders duidelijk aangegeven, commissaris. Dat is al een eerste overwinning, in ieder geval een echte breuk met de cultuur van geheimzinnigheid die deze sector nu al meer dan veertig jaar kenmerkt.

De nucleaire industrie moet meer dan andere industrieën begrijpen dat transparantie essentieel is voor al deze vragen over veiligheid – u heeft het woord zeker meer dan tien keer herhaald, commissaris –, evenals onafhankelijkheid van zowel exploitanten als toezichthouders namens de overheid, met de aanwijzing van onafhankelijke deskundigen, en op dit punt zijn we nog niet tevreden.

 
  
MPphoto
 

  Paul Rübig (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, een grote meerderheid van de Oostenrijkers heeft nee gezegd tegen het gebruik van kernenergie, en dat is een duidelijke boodschap aan het adres van de politiek. Indertijd heeft commissaris Palacio al hard gewerkt om Europa op dit vlak wat meer armslag te geven. Ook commissaris Piebalgs heeft veel bereikt met zijn nuclear safety directive, en ik hoop dat we nu een werkelijk bindende nieuwe nuclear safety directive krijgen, waarin de regels voor de toetsing en de normen worden vastgelegd.

We moeten kijken welke normen van de IAEO we kunnen gebruiken, en in het recht van de EU kunnen voorschrijven. Het is natuurlijk niet voldoende om één keer stresstests te houden, we moeten dat regelmatig doen, zodat gevaarlijke kerncentrales en kerncentrales in gevaarlijke situaties meteen kunnen worden uitgeschakeld. Daarvoor hebben we een EU-toezichthouder nodig, die samen met de nationale toezichthouders besluiten kan nemen, en het recht heeft om kerncentrales direct te sluiten wanneer daar de normen niet worden nageleefd.

Ik ben het helemaal eens met wat er tot nu toe gezegd is. Het Euratom-Verdrag moet worden herzien. Met name de staatshoofden en regeringsleiders zijn in dat opzicht aan zet, ze moeten in de Raad een gezamenlijk Europees initiatief nemen. Er moet een einde komen aan de bestaande toestand in de algemene Raad, waar de nuclear working group dwars ging liggen bij ieder idee dat van Europa kwam.

Euratom moet vooral onderzoek verrichten naar het ontmantelen van kerncentrales. We moeten ook onderzoek verrichten naar de definitieve opslag, en we moeten sterker de nadruk leggen op de beveiliging, de veiligheid, de opleiding en de toetsing. In de Europese wetgeving moeten we vaker gebruik maken van het bestaande model van het clearinghouse. Mijnheer Oettinger, u kunt in dat verband rekenen op de steun van dit Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Edit Herczog (S&D). (HU) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, voor regeringen kan vandaag de dag geen taak belangrijker zijn dan het uitwerken van nieuwe methodes voor gebeurtenissen die met zeer kleine waarschijnlijkheid voorkomen, zoals het falen van het koelwatersysteem of een uitval van de volledige stroomtoevoer, en ik ben het eens met de heer Rübig dat zo’n stresstest niet eenmalig moet worden uitgevoerd, maar gedurende langere tijd en met regelmaat. Ik ben het er ook mee eens dat we zo’n stresstest tot buurlanden, de oostelijker van ons gelegen landen, moeten uitbreiden, daarom verzoek ik de Commissie om de mogelijkheid te onderzoeken hoe zo’n stresstest in het kader van het Oostelijk Partnerschap kan worden uitgevoerd.

En tot slot, mijnheer de commissaris, moeten in alle sectoren van de Europese Unie waar grensoverschrijdende emissie van gevaarlijke stoffen kan geschieden, beschermende maatregelen tegen cyberaanvallen of terreuraanslagen worden genomen. Mijnheer de commissaris, de huidige Hongaarse regering heeft de stresstest waarvan u droomt niet doorstaan, aangezien ze de plaatsing van een NAVO-radar, die de kerncentrale van Paks betere bescherming tegen luchtaanvallen zou hebben geboden dan de bescherming die we nu hebben, in de afgelopen zeven jaar herhaaldelijk heeft tegengehouden.

 
  
MPphoto
 

  Ivo Belet (PPE). - Voorzitter, commissaris, het is essentieel dat we de lat hoog leggen met deze stresstests en dat deze tests overal in Europa effectief volgens dezelfde criteria worden toegepast. Veel kerncentrales liggen immers aan de grens, zoals we weten, en liggen ook in zeer dichtbevolkte gebieden. Dat er een onafhankelijk objectief Europees onderzoek van elke nucleaire installatie komt, is heel positief want het versterkt het Europees energiebeleid. Daarvoor alle lof voor u, commissaris.

Alle Europese burgers hebben het recht te weten of die kerncentrales ook effectief veilig zijn. Dat terreurdaden en cyberattacks niet onder deze stresstests vallen, het zij zo. U hebt uitgelegd waarom en we hebben daar begrip voor. Maar dat mag uiteraard de Europese Commissie niet ontslaan van de plicht om de lidstaten op de huid te blijven zitten en druk te blijven uitoefenen op de nationale veiligheidsdiensten zodat deze diensten effectief onderzoeken of de centrales ook op die risico's voorbereid zijn.

De geloofwaardigheid van deze tests staat of valt natuurlijk met de implementatie van de resultaten. We zullen er rekening mee moeten houden dat sommige van die 143 kerncentrales in Europa deze tests niet zullen overleven, dat er 'slachtoffers' zullen vallen en een aantal centrales misschien zullen moeten sluiten. Dan dient zich natuurlijk een uniek moment aan om over te schakelen op hernieuwbare energiebronnen. Het is duidelijk, en collega Leinen heeft het daarstraks gezegd, dat op dat ogenblik een oplossing zich eerst en vooral op het Europese niveau aandient, dat we naar gezamenlijke Europese investeringen zullen moeten gaan, gecoördineerde investeringen en ook naar gezamenlijke Europese financiering via projectobligaties. We rekenen erop dat u op dat ogenblik mee de leiding zult nemen in die nieuwe stap voor de uitbouw van dat Europees energiebeleid. Bedankt en veel succes.

 
  
MPphoto
 

  Judith A. Merkies (S&D). - Voorzitter, commissaris, u heeft complimenten gekregen en kritiek. Ik geef u ook een wortel en hanteer ook de stok. Ik ben blij met de Europese stresstests, die identiek zijn in heel de EU. Dat was hard nodig.

Alleen, ik ben bang voor een vals gevoel van veiligheid. We moeten niet de veiligheid van kerncentrales bevestigen, we moeten juist onderzoeken wat de risico's zijn en geen vals gevoel van veiligheid geven. Er moet onafhankelijk toezicht zijn in de hele EU, er moet een onafhankelijke toezichthouder komen. Die is er nog niet. Nu hebben we een extra laag gecreëerd, maar kunt u zeggen of we uiteindelijk ook een extra onafhankelijke toezichthouder krijgen, waarop ook wetenschappelijke tegenexpertise wordt geleverd?

Ik sluit me aan bij collega's Belet en Leinen dat dit niet langer onder het Euratom-Verdrag mag vallen. De burger heeft recht op maximale veiligheid en het is tijd om dit aspect uit het Euratom-verdrag te halen. Gaat u die discussie starten?

Vervolgens een discussie die nog onvoldoende is gevoerd: wat gaat u doen met de aanbevelingen van het Internationaal Atoomagentschap naar aanleiding van de Fukushimaramp? Gaat u eventueel de stresstest aanpassen? Kunt u zeggen wat er gebeurt met een eventueel negatieve uitkomst van de stresstest?

Ik ben echt erg teleurgesteld over wat er is gebeurd met onze resolutie en ik vind het erg jammer dat we ons zo hebben laten meeslepen door emoties. Veiligheid staat toch echt altijd voorop.

 
  
MPphoto
 

  Françoise Grossetête (PPE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, dit debat is slecht begonnen, met aan de ene kant de goeden, de tegenstanders van kernenergie, en aan de andere kant de slechten, degenen die nog steeds voorstander zijn van kernenergie. Ik herinner er echter aan dat kernenergie onderdeel uitmaakt van de energiemix die wij hier, in dit Parlement, hebben gewild en verlangd.

Ook wil ik me enigszins beklagen over dit debat, waarin een beroep wordt gedaan op collectieve angst. Dat is toch betreurenswaardig bij het behandelen van een zo belangrijk onderwerp als dit. Kerncentrales kunnen inderdaad, in bepaalde gevallen, risico's vormen, maar ik ben bijzonder geschrokken dat er hier, in dit Parlement, een zeker wantrouwen bestaat ten opzichte van mensen die dagelijks in de kerncentrales werken en die iedere dag waken over de veiligheid van onze kernenergie.

Daarom vraag ik u om verantwoordelijkheid te tonen. We weten dat in de Europese Unie de wil bestaat om dagelijks de veiligheid van onze kerncentrales te waarborgen. Ik zou ook willen benadrukken dat we heel goed weten dat er een vliegverbod boven kerncentrales bestaat, in ieder geval in Frankrijk, en dat er geen kerncentrale in Frankrijk is die verder dan 25 kilometer verwijderd is van een vliegbasis, terwijl de vliegbases verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het luchtruim boven de kerncentrales.

Daarom, commissaris, zijn we het met u eens. We zijn het eens met deze stresstests. Gefeliciteerd, u heeft het voor elkaar gekregen. Deze tests zijn onvermijdelijk, want we moeten het vertrouwen van de bevolking in onze kerncentrales herstellen. Deze tests zijn onvermijdelijk en ze moeten plaatsvinden in een sfeer van volstrekte onafhankelijkheid om dat vertrouwen te herstellen. We moeten echter ook begrijpen dat vertrouwelijkheid geboden is in bepaalde gevallen. Wanneer het gaat om terrorismebestrijding, dan is het niet voorstelbaar dat een lidstaat de strategieën om terrorisme te bestrijden van tevoren bekend zal maken.

Laten we daarom verantwoordelijkheid tonen. Laten we vertrouwen stellen in onze commissaris, en ik ben ervan overtuigd dat de testen streng zullen zijn en ons gerust zullen stellen.

 
  
MPphoto
 

  Derek Vaughan (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, net als andere collega’s ben ik van mening dat veiligheid op de eerste plaats komt. Ik geloof echter ook dat kernenergie deel moet uitmaken van onze toekomstige energievoorziening. Het is koolstofarm en voorziet in een vast aanbod. Het betekent bijvoorbeeld dat welvarende Europese landen geen energie hoeven te importeren uit minder welvarende landen, met alle problemen die dat met zich mee kan brengen.

Er zijn gemeenschappen waar al een kerncentrale is die deze gedachte ondersteunen, zoals Anglesey in Noord-Wales,.

Net als alle andere collega’s ben ik daarnaast ook een voorstander van stresstesten, evenals het Verenigd Koninkrijk, en ben ik van mening dat alle lidstaten hun goedkeuring moeten verlenen aan deze stresstesten. Ze moeten snel uitgevoerd worden, rekening houden met alle mogelijke scenario’s en betrekking hebben op zowel kerncentrales als andere installaties binnen de splijtstofcyclus.

Dit is een zeer belangrijk onderwerp voor ons allen. Ik ben van mening dat Europa kernenergie nodig heeft, maar wel veilige kernenergie.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Ziobro (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, na de ramp in Fukushima maakt de samenleving zich steeds grotere zorgen over de veiligheid van de kerncentrales in Europa. Dat is heel begrijpelijk. Het nieuws dat ons bereikt uit Japan is bij tijd en wijle afschuwelijk en beangstigend, en het wijst op een enorme besmetting van het gebied. Niemand van ons wenst een herhaling van deze gebeurtenis in Europa, net zoals niemand een herhaling wenste van Tsjernobyl. Om de angst van de samenleving weg te nemen, moeten we ons tot het uiterste inspannen om de veiligheid van kernenergie in Europa te garanderen, daarom zijn de stresstests zo belangrijk. Het is ook belangrijk dat zij van hoog niveau zijn, zodat de objectiviteit gewaarborgd is, dat zij zekerheid bieden en geloofwaardig zijn en dat op grond van de tests noodsituaties en crisissen kunnen worden voorspeld, omdat die zich net zo goed in Europa kunnen voordoen als in Japan. We moeten alles op alles zetten om Europa opnieuw veilig te maken en het vertrouwen in deze energiebron terug te winnen. We moeten echter ook andere energiebronnen in het achterhoofd houden, zoals het onconventionele schaliegas.

 
  
MPphoto
 

  Jacek Olgierd Kurski (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, kernenergie is jarenlang beschouwd als de energie van de toekomst: het is groen, efficiënt en schoon. De ramp in Tsjernobyl en de recente ramp in Fukushima tonen de keerzijde van de medaille. Ons doel van vandaag mag niet zijn dat de stresstests slechts worden uitgevoerd om door middel van een bevooroordeelde interpretatie van de resultaten een excuus te vinden om af te zien van kernenergie in Europa, zoals links wil. We moeten ons nu richten op het verbeteren van de veiligheid van kerncentrales, het geruststellen van de publieke opinie en het veranderen van het negatieve imago van kernenergie in Europa en daar onze prioriteit leggen. Ik begrijp daarom niet waarom links het heeft over weer een heffing op kernenergie en over definitieve stopzetting van energiewinning uit deze bron. Zolang alternatieve energiebronnen ontbreken, leidt dit slechts tot schoksgewijze prijsstijgingen van elektriciteit. Op dit moment heeft Europa behoefte aan herziening van de kernenergiewet op het gebied van de bevoegdheid van de lidstaten, vaststelling van gemeenschappelijke normen en optimalisering van de veiligheidsnormen in de EU. Stresstests moeten een antwoord geven op onze vragen over de veiligheidstoestand, rekening houdend met alle mogelijke gevaren, van terroristische aanslagen tot stroomstoringen.

 
  
MPphoto
 

  Lena Kolarska-Bobińska (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag tegen de commissaris zeggen dat de Europese Unie vandaag wijzigingen aanbrengt in haar interne beleid over nucleaire veiligheid, maar tegelijkertijd nu pas start met haar werkzaamheden aan het buitenlandse energiebeleid. In de toekomst zouden deze twee beleidsterreinen moeten worden samengevoegd.

De nucleaire stresstesten moeten de Commissie niet alleen helpen bij de herziening van de veiligheidsrichtlijn, maar moeten ook worden opgenomen in het verslag van de Commissie over de externe dimensie van het energiebeleid, dat binnenkort zal worden gepubliceerd. Stresstesten en energieveiligheid moeten een cruciaal onderdeel vormen van onze energiedialoog met derde landen. We moeten ervoor zorgen dat nieuwe centrales in Kaliningrad en Belarus aan dezelfde normen en testen voldoen als dergelijke installaties in de Europese Unie, vooral nu Rusland wil investeren in kernenergiecentrales.

 
  
MPphoto
 

  Zigmantas Balčytis (S&D).(LT) Mevrouw de Voorzitter, waarborging van de nucleaire veiligheid is relevant voor alle landen, of ze nu kerncentrales hebben of niet. We kunnen natuurlijk onze verontwaardiging uiten over wat er in het verleden is gebeurd, maar het is nu duidelijk dat we verder moeten. Commissaris, het is werkelijk prijzenswaardig dat u na het ongeval in Fukushima onmiddellijk hebt gereageerd en met het idee bent gekomen om kerncentrales te testen. Het is ook goed dat de lidstaten hebben ingestemd met de uitvoering van deze tests. Er bestaat echter geen enkel systeem voor de bouw van kerncentrales dicht bij de grenzen van de Europese Unie, zoals al verschillende keren is gezegd in het debat over de bouw van de kerncentrales in Kaliningrad en Bealarus. Ik ben daarom van mening dat we zeer snel passende wetgeving moeten initiëren en aannemen, waarmee systematische, bindende en op duidelijke principes gebaseerde procedures voor de bouw en werking van kerncentrales gewaarborgd zouden zijn. We zouden dan objectieve informatie over de mogelijke gevaren hebben en zouden die hopelijk kunnen vermijden.

 
  
MPphoto
 

  Michèle Rivasi (Verts/ALE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, ik zou toch willen opmerken dat het Franse Instituut voor nucleaire beveiliging en veiligheid (IRSN) tijdens de internationale bijeenkomst in Kiev, ter gelegenheid van de 25e verjaardag van Tsjernobyl, heeft voorspeld dat er binnen twintig jaar een ernstig ongeluk zal plaatsvinden in Europa. Vandaar het belang van de stresstests, vandaar het belang om de beveiliging en de veiligheid van de reactoren te vergroten.

We worden nu echter geconfronteerd met verouderende centrales en met onderaanneming. Tachtig procent van de mensen die in de kernenergiesector werkt is onderaannemer. Bovendien kennen we de geostrategie van terrorismerisico's. Als we kijken naar de stresstests op Frans niveau, dan kunnen we spreken van 'ontspanningstests'.

Commissaris, ik ben verheugd dat u deze stresstests heeft ingesteld, maar u moet laten blijken dat u het niet eens bent met bepaalde lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, en duidelijk stellen dat het geen nationale aangelegenheid betreft, maar een Europese, om de veiligheid van de Europese burgers te waarborgen.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD) - (SK) Om te beginnen zou ik mijn waardering willen uitspreken voor de aanpak van de Europese Commissie die adequaat reageert op de vrees van de Europese burger dat het grote aantal kerncentrales in Europa wel eens gevaarlijk zou kunnen zijn voor hen, alsook voor het feit dat de Commissie om die reden werkt aan een transparante analyse van alle 143 kerncentrales in de Europese Unie.

We dienen ons gedegen te realiseren, dames en heren, dat de stresstests slechts het begin vormen van een uitgebreide dialoog over deze problematiek. Want pas na uitvoering van deze analyses weten we hoe de kernenergie er in Europa voor staat. Ik ben ervan overtuigd dat de informatie die straks uit de stresstests rolt voer zal zijn voor een nieuwe ronde van discussies over dit thema, om precies te zijn discussies over een nieuw veiligheidsbeleid van de Europese Unie op dit vlak. Laten we daarom de inspanningen van de Commissie ter analyse van de veiligheidsrisico's van onze kerncentrales dan ook niet in twijfel trekken en laten we proberen zo veel mogelijk objectieve informatie te vergaren over de daadwerkelijke staat van deze centrales. Want die komt ons straks zeer goed van pas bij de verdere besluitvorming over de kernveiligheid in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik wil graag ingaan op een aantal van uw opmerkingen en voorstellen in verband met de stresstest die de komende maanden plaats zal vinden. Allereerst wil ik er echter op wijzen dat u zich geen zorgen hoeft te maken dat dit een stresstest light wordt, een kwaliteitszegel zonder objectieve basis. Wanneer u toch twijfelt, zal ik in de komende maanden samen met mijn diensten alles in het werk stellen om aan te tonen dat die vrees ongegrond is.

(Applaus)

Ik begrijp heel goed dat deze zorg op dit moment bestaat, maar vooroordelen zijn iets anders. Ik vraag u om geen kerncentrale te beoordelen voor de stresstests zijn afgesloten. Beoordeel ook mij en mijn werk niet nu, maar achteraf. Ik reik iedereen graag de hand, natuurlijk ook mevrouw Harms en mijnheer Turmes. Ik ben bereid om kritiek aan te horen, en de volgende stappen op een transparante manier te zetten.

Ik wil ook op een ander punt wijzen: wanneer we er van uit gaan dat deze stresstests geen placebo zijn, dat er geen kwaliteitszegels onbezien worden verleend, maar dat alles constructief, kritisch en objectief wordt getoetst, dan is voor mij wel duidelijk dat deze stresstests veel voordelen bieden, en dat het alternatief, namelijk geen stresstests, een slechtere oplossing zou zijn.

(Applaus)

We hebben hard onderhandeld. Het eerste ontwerp voldeed niet aan mijn verwachtingen, maar de oplossing die nu tot stand is gekomen komt in hoge mate tegemoet aan de verwachtingen van de burgers, die zich terecht zorgen maken, en van Europa een hoog niveau van veiligheid verwachten. Mijnheer Turmes, wanneer ik niet had ingestemd met deze nieuwe en volgens mij goede testcriteria, dan hadden we nu helemaal niets. Ik zeg maar zo: liever een vogel in de hand dan tien in de lucht.

Dan is er nog een tweede punt: van mij kunt u verwachten dat ik grondig en objectief te werk ga, maar bij anderen is mij toch wel iets opgevallen. Ik heb geluisterd naar een liberale afgevaardigde uit Engeland. Haar partij maakt deel uit van de regeringscoalitie, die was voor de verkiezingen tegen de kernenergie, en is er na de verkiezingen voor. Die dame betwijfelt nu dat ik de stresstests voldoende grondig aanpak. Ik kan alleen maar zeggen dat ze dat beter tijdens haar partijcongres in Londen had kunnen zeggen dan hier in Straatsburg.

Ik wil ook op een andere spreekster ingaan. De Spaanse regering heeft me niet publiekelijk gesteund bij deze grondige stresstest. Daarom hebben we ook niet veel aan de bijdrage van een afgevaardigde die lid is van de Spaanse regeringspartij.

Dat geldt ook voor afgevaardigden uit mijn eigen politieke familie, uit de EVP. Zij vechten misschien op het verkeerde strijdtoneel, en helaas toont dat alleen maar aan dat deze dames en heren in hun eigen partij en in hun eigen land op dit vlak tot nu toe heel weinig hebben bereikt. Ik wil echter sportief blijven, ik heb belangstelling voor wat het verkiezingsprogramma van de Franse socialisten hierover zegt. Ik ben heel nieuwsgierig wie hun kandidaat wordt, en hoe hun programma er uit zal zien. Maar een ding is duidelijk: wat onder de nationale bevoegdheid valt, kan niet door het Europees Parlement in Straatsburg worden geregeld.

Zo kom ik bij de sleutelvraag terecht. Het is en blijft een feit dat de energiemix een bevoegdheid van de nationale regeringen en parlementen is, of we dat nu leuk vinden of niet. Als democraat moet ik het accepteren, maar het is volgens mij een historische vooruitgang dat nu voor het eerst onafhankelijke teams de nationale toezichthouders controleren, dat de controleurs worden gecontroleerd. Dat is in het belang van de veiligheid van de burgers in heel Europa.

Mijnheer Turmes, tijdens de stresstests wordt ook onderzocht wat de gevolgen van het neerstorten van een vliegtuig op een kerncentrale zijn, dat wordt duidelijk genoemd in de toetsingscriteria, en daarom zal ik dat in de derde fase onderzoeken. Ik wil u dat graag laten zien, mijnheer Turmes, maar wanneer alle leden zo onrustig waren als u, zou het hier een chaos zijn. Het is al lastig genoeg dat één afgevaardigde zo is. We kunnen het daar straks graag over hebben. De gevolgen neerstortende vliegtuigen voor de veiligheid van kerncentrales worden onderzocht, omdat die met zo veel woorden worden genoemd in de criteria.

Er is nog een ander punt. Sommigen beweren dat ik bewust heb verzwegen dat de tests vrijwillig zijn. Het tegendeel is waar. Vanaf de eerste gesprekken in de parlementaire commissie heb ik keer op keer duidelijk gemaakt dat de stresstest vrijwillig is. We hebben echter weten te bereiken dat alle lidstaten meedoen, alle veertien betrokken lidstaten doen vrijwillig mee, en dat is een groot succes, ook voor het Europees Parlement.

Wat zal er uiteindelijk gebeuren? Dat wil ik in alle duidelijkheid zeggen, ik vertrouw er op dat de feiten onontkoombaar zijn. Wanneer er in een kerncentrale grote gebreken aan het licht komen, zal de publieke opinie in Europa en in de betrokken lidstaat eisen dat daaraan gevolgen worden verbonden, daarvan ben ik overtuigd. Daarom moeten we dit transparant, grondig en objectief aanpakken, en ik ben van plan om dit in de komende maanden mogelijk te maken. Er is voorgesteld om het Euratom-Verdrag te herzien, en dat is een prachtig idee, maar het Euratom-Verdrag is primair recht, en dus geen bevoegdheid van de Commissie, maar van de lidstaten. Het Euratom-Verdrag kan alleen maar met algemene stemmen worden gewijzigd. Misschien heeft u goede voorstellen, maar ik kan alleen maar zeggen: denkt u nu echt dat het waarschijnlijk is dat we het Euratom-Verdrag met algemene stemmen kunnen wijzigen, met al die verschillende standpunten en preferenties van de voor- en tegenstanders van de kernenergie? Mij lijkt dat niet al te waarschijnlijk. Daarom ben ik een realist, en zeg: we moeten het beste maken van het Verdrag dat we hebben.

Er is ook een vraag gesteld over de onafhankelijkheid van de toetsing. De peer review, de derde fase, de eigenlijke toetsing, wordt verricht door een team van zeven personen die van buitenaf komen, en dat zijn ook deskundigen uit derde landen, die zijn expliciet uitgenodigd. Ook de Commissie neemt hieraan deel. U kunt er van uitgaan dat ik er voor zal zorgen dat de ambtenaren van de Commissie onbevooroordeeld, objectief en grondig te werk zullen gaan. Het zouden insinuaties zijn om van onze ambtenaren iets anders te verwachten. Daarom zeg ik dat ik in dit hele proces volledig achter mijn ambtenaren sta.

Een andere vraag ging over Wit-Rusland en Rusland. Het is waar dat het Parlement en de Commissie in Minsk helaas heel weinig gezag hebben. Daarmee moeten we leven. Misschien kunnen we een manier bedenken om de regering daar te beïnvloeden, maar tot nader order moeten we gewoon aanvaarden dat in Minsk een regering het voor het zeggen heeft die geen concept heeft, en geen gevoel voor transparantie, democratie en veiligheid. Daarom kunnen we alleen maar een beroep op die regering doen, meer niet.

Ons partnerschap met Rusland is veel beter, en tijdens de gesprekken die we in de komende weken met onze Russische partners zullen voeren zullen we veel aandacht besteden aan de veiligheidstests voor kerncentrales. Er is een vraag gesteld over Kaliningrad. Ik kan onze vrienden uit de Baltische staten en uit Polen wel zeggen dat we de strenge technische eisen die we stellen aan een geplande kerncentrale in Kaliningrad alleen maar kracht kunnen bijzetten wanneer de daar geproduceerde elektriciteit ook werkelijk kan worden uitgevoerd naar de Europese markt.

Wanneer we die elektriciteit echter niet afnemen, en een uitwisseling van elektriciteit niet mogelijk is, omdat we zelf kerncentrales bouwen in de Baltische staten, dan hebben we veel minder gezag om invloed uit te oefenen op de techniek in Kaliningrad. Er moet een open markt voor elektriciteit tot stand komen. Ik ben met plezier bereid om daar nader op in te gaan.

Tot slot wil ik duidelijk zeggen dat u van mij kunt aannemen dat ik geen stresstest light zal dulden. U moet omgekeerd echter ook aanvaarden dat de stresstests er niet automatisch toe zullen leiden dat centrales worden gesloten, alleen maar omdat u uw programma in eigen land er niet door heeft weten te krijgen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward (ALDE), schriftelijk. – (GA) Na wat er onlangs in Japan is gebeurd, is het van essentieel belang dat er met betrekking tot Europese kerncentrales stresstests worden uitgevoerd om gezondheidsnormen en risico’s te beoordelen, mogelijke rampen te vermijden en de zorgen van het publiek te verminderen. De Ieren zijn zeer ongerust over het feit dat er geen stresstest wordt uitgevoerd in Sellafield, dat slechts een paar honderd kilometer van de Ierse kust ligt. Ierland loopt een aanzienlijk risico door die kerncentrales langs de Britse kust. Sellafield is de bekendste hiervan en daar was een tijdje geleden, in 2005, sprake van een grote lekkage. Het antwoord van de Britse autoriteiten luidde dat het in het geval van Sellafield om een uitzonderingssituatie gaat, omdat daar geen elektriciteit meer wordt opgewekt. Dat is een kleine troost voor degenen in Ierland die erg te lijden zullen hebben indien hier een ongeval plaatsvindt. De centrale van Sellafield ligt zeer dicht bij Ierland en er zijn daar tot op heden veel ongelukken gebeurd. Ik vraag de Commissie daarom om er bij de Britse autoriteiten op aan te dringen dat er een stresstest wordt uitgevoerd met betrekking tot deze centrale, omdat deze voor de Ieren nog steeds een risico vormt.

 
  
MPphoto
 
 

  Sandra Kalniete (PPE), schriftelijk. – (LV) Na het kernongeval bij Fukushima hebben de EU-lidstaten samen afgesproken dat de Europese Unie stresstests in kerncentrales moet uitvoeren en ze hebben de hele wereld gevraagd om dit ook te doen. We hebben nog niet gehoord of dergelijke tests ook bij reactoren in andere Europese landen die geen EU-lidstaat zijn, zullen worden uitgevoerd. De veiligheid van de reactoren in deze landen is direct van invloed op de veiligheid van Europese burgers. Onze burgers maken zich terecht zorgen over de vraag of de Unie in staat zal zijn om de veiligheid te waarborgen van kerncentrales die gepland zijn of gebouwd worden in de directe omgeving van de EU-lidstaten, zoals die in Grodno (Belarus) en in de regio van het Russische Kaliningrad. Rusland noch Belarus heeft voor deze kerncentrales milieueffectbeoordelingen uitgevoerd volgens de algemeen geaccepteerde internationale normen van het Verdrag van Espoo dat alle EU-lidstaten hebben ondertekend. Ik ben van mening dat de bouw van deze kerncentrales dicht bij de grenzen van de EU niet alleen voor de EU-lidstaten, maar voor het hele Europese continent een gevaar kan vormen. Hier zou de gehele EU zich zorgen over moeten maken. De Europese Commissie moet de vereiste aandacht aan deze kwestie besteden en in actie komen om de veiligheid te waarborgen. We moeten ervoor zorgen dat Rusland en Belarus zich aan de internationale normen houden en met internationale deskundigen samenwerken in alle stadia die bij kerncentrales van toepassing zijn: de planning, de bouw en de werking.

 
  
MPphoto
 
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE), schriftelijk. (FI) We debatteren hier vanwege Fukushima over stresstests voor kerncentrales. Ik herinner me de plenaire vergadering van april, waarin enkele leden net na het ongeluk al hun gevoel voor verhoudingen leken te hebben verloren. Sommigen legden een verband tussen de duizenden slachtoffers van de tsunami en de schade aan de kerncentrale. Men vroeg zich hier in het Parlement af of duizenden slachtoffers niet genoeg waren en hoeveel ongelukken met kerncentrales er eigenlijk nodig zijn voordat er voldoende bewijs is. Ik kon mijn oren niet geloven.

Ook nu zijn er in Fukushima nog geen slachtoffers die door straling zijn gestorven. Er is slechts weinig lichamelijk letsel, ook al vond in Japan een van de grootste aardbevingen plaats die ooit zijn gemeten, gevolgd door een van de grootste tsunami’s ooit, ook al waren ze er niet op voorbereid, hadden ze zelfs niet de voorgestelde verbeteringen aan de kerncentrales aangebracht, was de elektriciteitsvoorziening niet gewaarborgd in noodgevallen en maakten de Japanners in het begin ook andere fouten.

Het ongeluk in Fukushima is ongetwijfeld een ramp die niet had moeten plaatsvinden. Er zullen waarschijnlijk nog dodelijke slachtoffers vallen, maar die vallen in het niet in vergelijking met de dodelijke slachtoffers die door bijvoorbeeld kolencentrales vallen. In Europa gaan nu jaarlijks 300 000 mensen dood door fijnstof in de lucht die door energieconsumptie ontstaat. Het is daarom paradoxaal dat het ongeluk in Fukushima tot tienduizenden indirecte slachtoffers zal leiden. Zij zullen voortijdig sterven, omdat Europa kernenergie afbouwt en vervangt door fossiele energie. De luchtkwaliteit zal verminderen, wat tot meer cardiovasculaire aandoeningen leidt en het leven van astmapatiënten in gevaar brengt. De echte dodelijke factor achter het ongeluk van Fukushima is daarom kolen, waar men nu bijvoorbeeld in Duitsland op overstapt.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. (RO) De Europese Commissie moet de stresstests ook op naburige staten toepassen, met dezelfde testcriteria als die voor de EU en rekening houdend met de grensoverschrijdende aard van de mogelijke gevolgen van kernenergie. Roemenië is al bezig met het uitvoeren van de stresstests. Bij de beoordeling is het belangrijk voor ons dat er rekening wordt gehouden met de specifieke aard van de nucleaire technologie die in Roemenië wordt gebruikt, in vergelijking met die in de EU. Daarom ben ik van mening dat bij het uitvoeren van de stresstests het volgende in gedachten moet worden gehouden:

- de uitgevoerde tests moeten rekening houden met de nucleaire technologie die bij de kerncentrale wordt gebruikt, waaronder mogelijke bijzondere kenmerken, zonder gebruik te maken van standaard testmodellen;

- de stresstests moeten op technische gronden worden beoordeeld en niet op politieke gronden of gronden die ruimte laten voor speculatie;

- in het onafhankelijke team voor ‘peer review’ moet een de nationale regelgevende autoriteit zijn vertegenwoordigd, samen met vertegenwoordigers van de naburige landen, om ervaringen over noodplannen uit te wisselen.

 
  
MPphoto
 
 

  Algirdas Saudargas (PPE), schriftelijk. – (LT) Niemand betwist dat de gevolgen van de ramp in de kerncentrale zowel voor het milieu als voor de bevolking langdurig voelbaar zullen zijn en niet bij de grens stoppen. Het is al drie maanden geleden dat de ramp in Japan plaatsvond en nog steeds weten we niet hoe alle problemen aangepakt zullen worden. De Europese Commissie heeft snel en adequaat op deze ramp gereageerd, door voor alle kerncentrales stresstests voor te stellen en zich in te spannen voor strengere nucleaire veiligheidsnormen. Intussen zouden de nucleaire veiligheid en het vertrouwen van de inwoners in kernenergie worden versterkt door regelmatig controles uit te voeren. We kunnen nu echter zien dat het zelfs binnen de EU moeilijk zal zijn om stresstests uit te voeren, hoewel iedereen het belang en de noodzaak van dergelijke tests begrijpt. Bovendien kunnen we ons niet eenvoudigweg op de nucleaire veiligheid binnen de EU richten. Indien de huidige projecten voor kerncentrales in Kaliningrad en Astravo aan de EU-grens worden uitgevoerd zonder dat aan de hoogste internationale veiligheidseisen wordt voldaan, zullen deze niet alleen voor de naburige Baltische Staten een gevaar opleveren, maar voor heel Europa dat hier betrekkelijk dichtbij ligt. De Europese Commissie heeft bij verschillende gelegenheden bevestigd dat sommige buurlanden – Oekraïne, Rusland, Zweden en Turkije – bereid zijn om zich aan te sluiten bij het Europese stresstestprogramma, maar het is nog steeds onduidelijk welke specifieke acties de Commissie wil ondernemen om de samenwerking tot stand te brengen en hoe de situatie met betrekking tot Belarus zal uitpakken.

 
  
MPphoto
 
 

  Michèle Striffler (PPE), schriftelijk. – (FR) Het recente Duitse besluit om voor 2022 te stoppen met kernenergie is een nieuwe stap in de diepgaande discussie die nu in Europa wordt gevoerd over energie-onafhankelijkheid en mogelijke alternatieven voor kernenergie.

In veel Europese landen is kernenergie echter een belangrijk onderdeel van de elektriciteitsvoorziening. De veiligheid van de nucleaire centrales en installaties moet een kernprioriteit van de lidstaten zijn. Bovendien moeten tests voor nucleaire veiligheid niet uitsluitend in Europese centrales worden uitgevoerd. Zij moeten in ieder land dat kernenergie produceert worden uitgevoerd.

De gevolgen van nucleaire rampen overschrijden immers vaak de landsgrenzen van staten. Daarom ben ik verheugd over het eergisteren in Parijs bereikte akkoord over de noodzaak om veiligheidsonderzoeken uit te voeren in alle landen die over nucleaire installaties beschikken, teneinde hun vermogen te beoordelen om gebeurtenissen die tot op heden als onwaarschijnlijk werden beschouwd te weerstaan.

Tot slot complimenteer ik commissaris Oettinger met het feit dat hij een consensus heeft bereikt over de eisen en de voorwaarden met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de stresstests voor nucleaire installaties, waarmee we het hoogste veiligheidsniveau ter wereld kunnen waarborgen.

 
  
  

VOORZITTER: GIANNI PITTELLA
Ondervoorzitter

 

6. Diversen
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  Mario Mauro (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek volgens artikel 173 van de Procedureregels. Vanavond heeft het Hooggerechtshof van Brazilië geweigerd de meervoudige moordenaar Cesare Battisti uit te wijzen.

Wel twee resoluties van dit Parlement hebben om de tegenovergestelde beslissing gevraagd. Naast mijn eigen teleurstelling wil ik daarom de wens uiten dat het Bureau van het Parlement een brief naar de Braziliaanse autoriteiten stuurt, waarin de teleurstelling van het voltallige Europees Parlement kenbaar wordt gemaakt en waarin vooral uiting wordt gegeven aan onze smart en onze solidariteit met de families van de slachtoffers, die dertig jaar op gerechtigheid hebben gewacht.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Ik ben de heer Mauro dankbaar voor zijn toepasselijke interventie ... (de heer Borghezio spreekt zonder microfoon). Volgens mij deelt het hele Parlement de teleurstelling en diepe onvrede met de genomen besluiten, en daarom kan ik alleen maar herhalen wat het Parlement al bij ten minste twee gelegenheden over dit onderwerp heeft gezegd. Laten we onze verontwaardiging in al onze teleurstelling en in deze duidelijke bewoordingen aan de Braziliaanse autoriteiten overbrengen.

 
  
MPphoto
 

  Licia Ronzulli (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, ik heb maar een paar seconden nodig om mevrouw Weisberger, die net moeder is geworden en die hier aanwezig is met haar dochtertje, het beste te wensen. De beste wensen ook voor alle kersverse moeders in dit Parlement en voor alle vrouwen die moeder zullen worden en die, net als ik, hard werken om goede moeders en goede parlementsleden te zijn.

Het is mooi om te zien hoe dit Parlement wordt verlevendigd met symbolen van hoop, maar ... (spreekster wordt onderbroken door tumult in het Parlement). Ik vraag om uw aandacht want dit is belangrijk en ik hecht eraan u mijn gedachten te vertellen. Laten we eens kijken of u zich volwassen kunt gedragen, aangezien ik de afgelopen dagen helaas opmerkingen heb gehoord als ‘Het Parlement is geen speeltuin. Dit is geen crèche. De kinderen eruit en de moeders eruit’. Erger nog, er is gezegd dat ‘de aanwezigheid van kinderen leden van het Parlement een slecht imago bezorgt’.

Aangezien het heel vaak gebeurt dat wij wetten maken over de combinatie gezinsleven/werk is het werkelijk absurd dat zulke opmerkingen in dit Parlement worden gemaakt, en helemaal wanneer ze worden gemaakt door vrouwen.

 

7. Bestrijding van corruptie in de Europese sport – Werkzaamheden van het Comité vermiste personen op Cyprus (schriftelijke verklaringen)
Video van de redevoeringen
 

Schriftelijke verklaring 0007/2011, ingediend door Georgios Papastamkos, Jean-Luc Bennahmias, Gay Mitchell, Gianluca Susta en Tandeusz Zwiefka over de bestrijding van corruptie in de Europese sport, en schriftelijke verklaring 0010/2011, ingediend door Marina Yannakoudakis, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Françoise Grossetête, Charles Tannock en Cecilia Wikström, over het werk van het Comité voor vermiste personen in Cyprus, zijn ondertekend door de meerderheid van de afgevaardigden van dit Parlement op 9 juni 2011 en zullen daarom, overeenkomstig regel 123(3) en (4) van de Procedureregels, naar hun geadresseerden worden gestuurd en worden gepubliceerd in de Aangenomen teksten van deze zitting samen met de namen van de ondertekenaars.

 
  
MPphoto
 

  Marina Yannakoudakis (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de afgelopen drie maanden heeft mijn bureau e-mails verzonden, gebeld en lijsten opgesteld om deze verklaring over vermiste personen op Cyprus meer onder de aandacht te brengen. Het resultaat was een groot succes. De huidige schriftelijke verklaring 10 is met een stevige en positieve meerderheid aangenomen. Ik wil de medeauteurs en in het bijzonder Charles Tannock bedanken, die tijdens alle vergaderingen in Straatsburg samen met mij heeft opgeroepen tot steun. Ik wil ook het bureau dat de verklaringen behandelt en mijn personeel bedanken, want door hun grote inzet is ons werk vele malen gemakkelijker gemaakt.

Op de tribune is vandaag een groep jongeren van NEPOMAK aanwezig, de wereldwijde organisatie voor jonge overzeese Cyprioten in het Verenigd Koninkrijk. Zij zijn hier naar toe gekomen om de bekendmaking van deze verklaring bij te wonen. Zij zijn de jongeren van vandaag, waar onze toekomst van afhangt. Dat deze verklaring wordt gesteund betekent dat het Parlement de toekomst steunt. Ik dank u voor uw steun.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Mevrouw Yannakoudakis, wij verwelkomen de aanwezige delegatie, en geven vanuit het beginsel van gelijke toegang het woord aan de heer Papastamkos.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Papastamkos (PPE). - (EL) Meneer de Voorzitter, behalve mijn collega’s Zwiefka, Susta, Mitchell en Bennahmias zou ik alle andere collega’s willen bedanken die de verklaring nr.7 hebben meeondertekend. Ik hoop dat dit duidelijke signaal van het Parlement de Commissie zal aanzetten om haar coördinerend taak inzake corruptiebestrijding in de sport met meer daadkracht uit te voeren.

 

8. Stemmingen
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Wij gaan nu over tot de stemming.

(Uitslagen en nadere bijzonderheden betreffende de stemmingen: zie notulen)

 

8.1. Sudan en Zuid-Sudan (B7-0349/2011) (stemming)

8.2. Top EU-Rusland (B7-0347/2011) (stemming)
  

Tijdens de stemming

 
  
MPphoto
 

  Werner Langen (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, kunt u vaststellen waarom de collega op plaats nummer 56 tegelijkertijd heeft gestemd op de plaatsen 56 en 57? De heer Bütikofer heeft ook voor de heer Turmes gestemd. Ik vraag u om hem daarvoor te berispen.

(Tumult)

Tijdens een vroegere zittingsperiode, toen de heer Bütikofer nog geen lid van het Parlement was, is er ooit een fractievoorzitter bestraft omdat hij voor zijn buurman had gestemd. Dat mag de heer Cohn-Bendit best belachelijk vinden, maar dat moet hij dan maar bij de Groenen doen! Het Parlement heeft duidelijke regels: geen afgevaardigde mag namens een ander op andermans plaats stemmen, en dat geldt ook voor de Groenen!

(Levendig applaus)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Laten we doorgaan. Het lijkt me logisch dat je niet namens iemand anders kunt stemmen.

 

8.3. Misleidende bedrijvengidsen (verzoekschriften 0045/2006, 1475/2006 e.a.) (B7-0342/2011) (stemming)
 

Hiermee is de stemming beëindigd.

 

9. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
 

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0349/2011)

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, Sudan is het grootste land van Afrika bezuiden de Sahara, het kruispunt waar de Arabische en Afrikaanse werelden elkaar treffen, en tevens een mozaïek van een groot aantal verschillende etnische groepen. Zoals voorzien in de Comprehensive Peace Agreement heeft in januari 2011 een referendum plaatsgevonden dat de laatste fase vormde van het proces waarmee Zuid-Sudan onafhankelijk is geworden van Noord-Sudan.

Zuid-Sudan is een gebied met ongeveer tien miljoen inwoners, het beslaat bijna een kwart van het landoppervlak van het huidige Sudan en bezit ongeveer driekwart van zijn olievoorraden. Het is een staat die enorme geografische en infrastructurele beperkingen het hoofd zal moeten bieden: het ligt niet aan zee en heeft een praktisch niet-bestaand vervoersnetwerk waarmee het wordt verbonden met Noord-Sudan, waar zich de installatie voor de behandeling en doorvoer van olie bevindt. De uitdagingen voor het Zuiden zijn talrijk, te beginnen met het leggen van de funderingen van zijn eigen instituties en het verbeteren van de sociaaleconomische en veiligheidskaders.

Ik wil echter opmerken dat interventie in dit land een prioriteit voor de Europese Unie blijft. Daarom heeft de Raad in 2010 speciaal een bedrag van 150 miljoen euro voor Sudan beschikbaar gesteld voor de periode 2011-2013. De Europese Unie moet alle instrumenten die het tot haar beschikking heeft mobiliseren om Zuid-Sudan in de delicate fase van na het referendum te ondersteunen. Tegelijkertijd moeten we een evenwichtige aanpak in onze betrekkingen met het Noorden en het Zuiden van het land in stand houden, waarbij we bijzondere aandacht aan de behoeften van het Zuiden in termen van het opzetten van instituties en governance moeten besteden.

De hulp van de Europese Unie aan Zuid-Sudan zou moeten worden afgemeten aan wat de nieuwe staat op doeltreffende wijze kan absorberen. We moeten de situatie vermijden waarin de toekomstige geldstromen naar Djoeba uiteindelijk verkeerd worden gebruikt of, erger nog, het huidige hoge corruputieniveau voeden.

 
  
MPphoto
 

  Lena Ek (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, Soedan bevindt zich nu in een bijzonder gevoelige fase, zo kort voor de onafhankelijkheidsdatum van 9 juli, als het land in twee staten wordt opgesplitst. Het is buitengewoon belangrijk dat de EU hulp blijft geven en deze richt op het opbouwen van die instellingen, die in een functionerende vrije staat nodig zijn. We weten allemaal dat de situatie rond de Hoorn van Afrika buitengewoon gevoelig is, we weten dat er problemen zijn met de democratische tradities, we weten dat de situatie van vrouwen ongelooflijk moeilijk is en we weten dat er problemen zijn met piraten.

In zou in dit verband ook willen benadrukken hoe belangrijk het is dat je je mensenrechten kunt uitoefenen en vrijelijk kunt spreken en demonstreren. Dat geldt voor de hele Hoorn van Afrika en niet in de laatste plaats voor de Zweedse burger Dawit Isaak, die gevangen zit in Eritrea. De hele regio heeft een democratische ontwikkeling en steun van de Europese Unie nodig.

 
  
MPphoto
 
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil hier zeggen dat het heel belangrijk is dat de Europese Unie vrede en de onafhankelijkheid van deze twee landen bevordert. Het is een feit dat sinds Soedan in 1956 onafhankelijk werd, Soedan en Zuid-Soedan voortdurend met elkaar in oorlog - een burgeroorlog - zijn geweest. Daarom is het nu heel belangrijk dat na het referendum, waarin bijna iedereen, meer dan 98 procent van de bevolking, onafhankelijkheid wilde voor Zuid-Soedan, dit proces van vrede en onafhankelijkheid wordt voortgezet.

Het is natuurlijk onze taak als Europeanen om de kernwaarden democratie, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting te steunen. In dit verband is het belangrijk dat we deze democratieën en de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan willen versterken.

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0347/2011)

 
  
MPphoto
 

  Salvatore Iacolino (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, het lijdt geen twijfel dat de resolutie die vandaag is aangenomen een belangrijke indicatie van de coöperatie en nauwere samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland is. Economische governance, gemeenschappelijke ruimten voor samenwerking op het gebied van veiligheid, justitie en vrijheid en de bestrijding van georganiseerde misdaad, terwijl onschendbare rechten worden gewaarborgd.

Noord-Afrika en het Midden-Oosten vereisen een gezamenlijke aanpak en we zijn ervan overtuigd dat Rusland een essentiële rol in deze context kan spelen.

Deze partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, die voor de topontmoeting van 9 en 10 juni is voorbereid, zal een belangrijke beleidsrichtlijn voor deze nauwere samenwerking zijn, waardoor – daar vertrouwen we op – Rusland lid van de WTO zal kunnen worden en ook de liberalisering van het visumbeleid wordt aangemoedigd. Ondertussen moet Rusland zijn taak volledig uitvoeren, vooral op het gebied van fundamentele rechten.

 
  
MPphoto
 

  Ville Itälä (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, er is nu een uiterst belangrijk document aangenomen en het is naar mijn mening van wezenlijk belang dat we de dialoog met Rusland voortzetten. Rusland is voor ons een belangrijk buurland en hoe beter onze betrekkingen zijn, hoe beter dat voor iedereen is. Ik wil de aandacht vestigen op de vrijstelling van de visumplicht. Die zie ik als een belangrijke doelstelling, maar misschien is het beter om kleine stappen tegelijk te zetten. Als vertegenwoordiger van een buurland van Rusland kan ik zeggen dat we niet te snel moeten handelen, tenzij er overnameovereenkomsten zijn die werken. In Rusland moet men er natuurlijk voor zorgen dat men geen dubbele identiteit meer kan krijgen, die men tot nu toe kon kopen. Al deze zaken moeten door Rusland goed worden geregeld, zodat we op visumvrijstelling kunnen overgaan. Daarom moeten we ons hierbij niet onnodig haasten.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag benadrukken hoe er tijdens de bilaterale topontmoeting, die vandaag en morgen plaatsvindt, een belangrijke kwestie het hoofd moet worden geboden, maar het lijkt mij dat die kwestie in onze gezamenlijke resolutie ontbreekt. Met andere woorden: ik denk dat het risico bestaat dat deze topontmoeting wordt overschaduwd door de verdeeldheid over het verbod op de invoer van groenten uit Europa vanwege de Escherichia coli bacterie.

Net zoals eerder de Europese Commissie vind ook ik het absurd dat Rusland een embargo op producten oplegt die wij elke dag consumeren en die we zorgvuldig controleren. Ik denk dat de Russische reactie vooral een politieke zet is, zoals vele andere die we in het verleden al hebben gezien. Ik geloof dat mijn gedachten over deze kwestie, ook in mijn hoedanigheid als lid van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, door de collega-afgevaardigden worden gedeeld.

Ik denk daarom dat het een goed idee zou zijn om ook tijdens de topontmoeting over dit probleem te praten en Rusland te vragen om dit overdreven en ongerechtvaardigde invoerverbod van groenten uit de Europese Unie onmiddellijk op te heffen, omdat die als zodanig niet strookt met de beginselen die zijn vastgesteld door de Wereldhandelsorganisatie (WTO), vooral gezien het feit dat Rusland kandidaat-lid van de WTO is.

De heer Poetin, de Russische premier, heeft al aangekondigd dat Rusland het verbod niet op zal heffen zolang de Europese Unie geen details over de bron van de E.coli infectie heeft verschaft.

 
  
MPphoto
 

  Marek Józef Gróbarczyk (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de normen die gelden in Rusland wijken totaal af van de geaccepteerde normen in de Europese Unie. Ik noem slechts de mensenrechten, het recht van vereniging en het meedogenloos inzetten van natuurlijke hulpbronnen om politieke druk uit te oefenen op andere landen, bijvoorbeeld de landen van de Europese Unie. De bouw van de Nord Stream-gaspijpleiding is hier een duidelijk voorbeeld van. De lopende onderhandeling zijn een test voor de Europese Unie en bepalend voor de positie die we in de toekomst zullen innemen - partner of klant.

 
  
MPphoto
 

  Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE).(LT) Mijnheer de Voorzitter, het beleid van president Lukashenko heeft hem en zijn hele land in een zeer geïsoleerde positie ten opzichte van het Westen gedreven. Rusland maakt hier snel gebruik van en probeert, in ruil voor leningen, de strategische en meest winstgevende bedrijven van Belarus over te nemen. Er wordt al gesproken over de invoering van een gezamenlijke munteenheid (de Russische roebel).

De komende Top EU-Rusland zou moeten worden gebruikt om aandacht te vragen voor de situatie in Belarus. Ik heb het dan niet over onderhandelingen met Rusland over Belarus, omdat dit zou impliceren dat Rusland bepaalde ‘speciale rechten’ ten aanzien van dit land zou hebben. We moeten Rusland echter op het hoogste niveau waarschuwen dat het onaanvaardbaar is om de invloed in een buurland te versterken door gebruik te maken van de situatie en te onderhandelen met een autoritair regime dat niet de bevolking vertegenwoordigt. Alleen de bevolking van Belarus zelf kan een besluit nemen over de integratieprocessen van het land en alleen indien aan de voorwaarden van democratische zelfbeschikking voldaan is.

 
  
MPphoto
 

  Peter Jahr (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat we lang kunnen discussiëren over de vraag hoe ver Rusland is gekomen op de weg naar de democratie. Natuurlijk bestaan er vanuit ons standpunt bekeken allerlei tekortkomingen, maar het is altijd beter om met Rusland samen te werken, met name wanneer we wensen dat beter de hand wordt gehouden aan de mensenrechten, of aan de milieurechten – alleen al omdat het zo'n groot land is. Wanneer we collegiaal en serieus samenwerken, en daarbij niet vergeten dat we terecht eisen dat bepaalde misstanden worden rechtgezet, kan dat een grote stap in de juiste richting zijn, niet alleen voor de samenwerking tussen Europa en Rusland, maar vooral ook voor de mensenrechten. Uiteindelijk willen we situatie van de mensen in Rusland toch verbeteren.

 
  
MPphoto
 

  Lena Ek (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, resoluties als deze hebben altijd een ongelooflijk diplomatiek taalgebruik. Deze keer zijn we naar mijn mening te mild geweest in de beoordeling van de relatie met Rusland. We weten dat de mensenrechtensituatie in Rusland beneden alle peil is en we weten dat het bijna onmogelijk is om vrijelijk je politieke opvattingen te uiten. We weten ook dat velen in de gevangenis zitten juist omdat ze geprobeerd hebben hun mensenrechten uit te oefenen. Dat is onacceptabel.

Ik vind de woordkeuze ten aanzien van het energiebeleid eveneens veel te bleek. Het is gewoon zo dat de criteria die we voor klimaat en milieu opstellen ook moeten gelden voor olie en gas die uit Rusland worden geïmporteerd. We stellen ongelooflijk hoge eisen aan Noorwegen, dat gas naar de EU importeert. Precies dezelfde eisen zouden moeten gelden voor Rusland.

 
  
MPphoto
 
 

  Anneli Jäätteenmäki (ALDE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, Rusland is een belangrijke partner van de Europese Unie en de Europese Unie zou nog meer uit haar betrekkingen met Rusland kunnen halen als de benadering ook tussen topbijeenkomsten in echt strategisch en voldoende assertief was. Alleen dan kunnen we resultaten boeken.

Ik wil drie zaken noemen. Ten eerste Ruslands lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie. Dat is een belangrijke mijlpaal die naar mijn mening moet worden gerealiseerd. Ruslands lidmaatschap van de WTO en vrijhandel zijn in het belang van zowel de Europese Unie als Rusland. Ontwikkeling van het investeringsklimaat en de rechtsstaat is een essentieel onderdeel van de vooruitgang in Rusland.

Ten tweede hebben de Europese Unie en Rusland een belangrijk gemeenschappelijk belang in het Arctisch gebied. De Europese Unie moet haar Arctisch beleid versterken. Ten derde is de vrijstelling van de visumplicht tussen de Europese Unie en Rusland de juiste doelstelling. Rusland moet zijn grenscontroles en -praktijken aanzienlijk verbeteren en in dit verband steun ik deze zeer praktische benadering.

(Applaus)

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0342/2011)

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, terwijl ik onderzoek naar dit onderwerp deed, realiseerde ik me dat – paradoxaal, gezien de grootte van het land – dit een kwestie is waar Zwitserland zich in het bijzonder mee bezig houdt. In dat land is er veel informatie en zijn er veel publicaties over de kwestie, terwijl er veel minder informatie uit Europa komt.

Het zal niet toevallig zijn dat het probleem, zelfs na de toepassing van Richtlijn 2006/114/EG, een indrukwekkend aantal bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en consumenten in heel Europa blijft kwellen. Nu we te maken hebben met meer dan vierhonderd verzoekschriften, zoals in een paragraaf van de resolutie staat vermeld, zijn we vandaag opnieuw in dit Parlement over de kwestie aan het debatteren.

Het probleem is dat zich regelmatig gevallen voor blijven doen van handelaren die onbewust een contract tegen een bepaalde vergoeding ondertekenen om zich te laten opnemen in een bedrijvengids. Degenen die oppervlakkig door de formulieren heen gaan, en die ondertekenen zonder na te denken en zonder aandachtige bestudering, kunnen onaangenaam worden verrast over hoe duur dit hen komt te staan.

De afgelopen jaren hebben commerciële praktijken zoals zojuist beschreven zich over heel Europa verspreid. Ze zijn moeilijk doeltreffend te bestrijden met de huidige wet. Mijn stem vóór van vanochtend was daarom vooral bedoeld om kleine en middelgrote ondernemingen, die een grote bijdrage aan ons economische systeem leveren, te begunstigen.

 
  
MPphoto
 

  Peter Jahr (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben heel blij dat we ons vandaag hebben beziggehouden met bedrijven die gegevensbankdiensten aanbieden, en met hun praktijken. Dat is in de Europese Unie een belangrijk onderwerp. De Commissie verzoekschriften houdt zich al sinds 2008 intensief met deze kwestie bezig, maar toch is er tot nu toe niet echt veel verbeterd.

Ik wil graag toelichten hoe dit probleem er in Duitsland uitziet. In Duitsland is het gebruikelijk, en ook verplicht, om het adres van iedere nieuwe rechtspersoon aan te melden bij een elektronische adreslijst. Wie een bedrijf opricht, krijgt ongeveer 8 à 10 brieven daarover. We kunnen wel zeggen dat een daarvan authentiek is, en de rest overbodig. Wie tijdens die drukke startfase met allerlei rompslomp geconfronteerd wordt, het verkeerde briefje te pakken krijgt, en het verkeerde formulier invult, heeft dan plotseling een contract gesloten, en moet misschien wel duizend euro betalen.

Daarom zou ik de Commissie nogmaals met nadruk willen verzoeken om te overwegen om deze misleidende gegevensbankdiensten in heel Europa te verbieden!

 
  
MPphoto
 
 

  Lena Ek (ALDE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, wij besteden in zijn algemeenheid in dit Parlement veel te weinig tijd aan de problemen van kleine ondernemingen. Er heeft zich een nieuwe vorm van oplichting ontwikkeld, waarbij kleine ondernemingen worden verleid om in allerlei registers te adverteren. Als ze vervolgens ontdekken dat het om oplichting gaat, ontvangen ze een betalingsverzoek. De rekening wordt verder in handen gegeven van incassobureaus en het bedrag groeit en verdrievoudigd of vertienvoudigd in zeer korte tijd.

De laatste ontwikkeling is dat deze grote vormen van oplichting nu ook grensoverschrijdend zijn geworden en dan wordt het voor individuele kleine ondernemers bijna onmogelijk om hun recht te halen. In plaats daarvan worden ze opgejaagd door incassobureaus zonder dat ze daar een einde aan kunnen maken en zonder dat aangifte tegen degenen die voor deze praktijken verantwoordelijk zijn of hun aanhouding mogelijk is.

Dat betekent feitelijk ook dat de samenwerking tussen Europese politiekorpsen moet worden versterkt, omdat we deze grootschalige grensoverschrijdende patronen moeten kunnen zien. Dit is namelijk geen kwestie van op zichzelf staande kleine oplichtingspraktijken, maar het gaat om grote georganiseerde circuits voor frauduleuze activiteiten, waarin buitengewoon grote bedragen omgaan, die in de miljoenen euro’s lopen. Daarom is deze resolutie zinvol, maar is hij veel te zwak. We moeten dan ook doorgaan met de Europese samenwerking.

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0347/2011)

 
  
MPphoto
 
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik had gevraagd te kunnen spreken in het debat over Rusland en misschien staat u mij toe dat nu te doen, ook al is dat debat al geweest. Het is naar mijn mening namelijk zeer belangrijk dat we een dialoog met Rusland voeren. We hebben ontmoetingen op hoog niveau nodig, maar als Europeanen moeten we ook wat dit betreft beseffen wat de fundamentele taak van de Europese Unie is. Het is onze taak om democratie, mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting naar voren te brengen in gesprekken met Rusland. Deze fundamentele waarden moeten worden benadrukt.

Vrijstelling van de visumplicht is een doel voor de toekomst, maar ook in die kwestie is de democratische ontwikkeling van Rusland een prioriteit. Als Rusland zich ontwikkelt en de democratische weg inslaat, waardoor de mensenrechten en de rechtsstaat worden gerealiseerd, dan kunnen we daarna terugkomen op de kwestie van visumvrijstelling.

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0342/2011)

 
  
MPphoto
 

  Martin Kastler (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, al bent u niet meer al te talrijk, beste bezoekers, tot slot zou ik nog iets willen zeggen over de bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden.

Ik heb ingestemd met deze ontwerpresolutie, want het is belangrijk dat de Europese Unie zich hier over uitspreekt. In het kader van de georganiseerde misdaad in Europa ontfutselen bepaalde personen op internet de burgers en het midden- en kleinbedrijf geld, via schimmige en frauduleuze bedrijven. Dat moeten we verhinderen, dat moeten we bestrijden. In allerlei preken heeft de Europese Commissie geëist dat we het midden- en kleinbedrijf daadwerkelijk steunen, en de bureaucratie beperken. Daarbij is de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit een belangrijk aspect. Daarom is deze resolutie een stapje in de juiste richting, maar meer ook niet. We moeten een actieve rol spelen, en daarom doe ik op iedereen een beroep: we moeten doorzetten, alle volksvertegenwoordigers in dit Parlement, ook degenen die hier vandaag niet zijn!

 
  
MPphoto
 

  Syed Kamall (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou me graag willen aansluiten bij de voorgaande spreker. Wat het probleem ook is, het antwoord vanuit deze zijde lijkt vaak neer te komen op meer EU en meer regelgeving. Harmonisatie versus wederzijdse erkenning, een verplicht Europees contractenrecht dat voor kleine bedrijven een extra administratieve rompslomp betekent. Maar waar we ons werkelijk op zouden moeten richten is zorgen dat de EU beter functioneert. Wat uw standpunten over de EU ook zijn, of u sceptisch bent over verdere integratie of juist een groter aandeel voor Europa wilt, we moeten ons richten op het beter functioneren van de EU en de interne markt. Daarnaast moeten we echter ook grensoverschrijdende fraude bestrijden.

Sinds ik lid ben van het Parlement ontvang ik al jaren brieven en e-mails van kiezers die onbewust zijn misleid om zich te laten opnemen in een bedrijvengids, en die vervolgens een factuur ontvingen met een aanzienlijk bedrag dat ze moesten betalen. In plaats van ons te richten op al die andere zaken die deze week onze aandacht vroegen, zouden we ons beter kunnen inzetten voor het beter functioneren van de EU. Laten we ons concentreren op het verminderen van de administratieve rompslomp voor kleine en middelgrote bedrijven, en hulp bieden aan Europese burgers die het slachtoffer zijn geworden van deze grensoverschrijdende fraude.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0349/2011)

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE), schriftelijk. – (LT) Ik heb voor deze resolutie ‘Sudan en Zuid-Sudan: de situatie na het referendum van 2011’ gestemd. Het referendum in Zuid-Sudan vond van 9 tot15 januari 2011 plaats, en hierbij koos een overweldigende meerderheid voor de instelling van een onafhankelijke staat Zuid-Sudan. Naar verwachting zal dit land zijn onafhankelijkheid uitroepen op 9 juli 2011, welke datum samenvalt met de einddatum van het alomvattend vredesakkoord (CPA). Dit zal een zeer belangrijke dag zijn voor Zuid-Sudan, aangezien met het creëren van de nieuwe staat veel moeilijke uitdagingen zullen ontstaan. Ik ben verheugd dat de Zuid-Sudanese autoriteiten in de resolutie worden opgeroepen hun steun te verlenen aan de ontwikkeling van Zuid-Sudan tot een moderne, pluralistische en democratische rechtstaat met inachtneming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van vrouwen en kinderen, en het grote belang van het recht van de burgers om door middel van periodieke vrije verkiezingen hun eigen regering te kiezen. Hoewel Zuid-Sudan over natuurlijke hulpbronnen als olie, koper en ijzer, alsmede bossen en vruchtbare grond beschikt, leeft de grote meerderheid van de bevolking in armoede, heeft het land een kindersterftecijfer dat tot de hoogste ter wereld behoort en de laagste indicatoren voor de kwaliteit van het onderwijs. Ik roep de toekomstige regering van Zuid-Sudan daarom op om onmiddellijk de noodzakelijke maatregelen te nemen om ten minste een minimuminkomen, sociale garanties en vooral veiligheid voor de bevolking van Zuid-Sudan te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie een belangrijke rol zal moeten spelen in de strijd tegen de armoede en in het herstel van de Sudanese economie. Ik benadruk daarom dat het belangrijk is dat de Unie de humanitaire hulp aan Sudan en Zuid-Sudan in stand houdt.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. – (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd. Het referendum in Zuid-Sudan vond van 9-15 januari 2011 plaats en hierbij koos een overweldigende meerderheid voor de instelling van een onafhankelijke staat Zuid-Sudan. Naar verwachting zal dit land op 9 juli 2011 zijn onafhankelijkheid uitroepen. Het Europees Parlement respecteert de uitkomst van het referendum volledig, omdat dit de uiting van de democratische wil van de bevolking van Zuid-Sudan is. Ik ben verheugd over de oproep van het Europees Parlement aan de regering van Zuid-Sudan om in het belang van de bevolking beleid inzake buitenlandse investeringen vast te stellen, zodat buitenlandse investeringen in natuurlijke hulpbronnen ten goede komen aan de ontwikkeling van de binnenlandse economie waardoor de armoede kan worden bestreden. Door de Europese Unie voor ontwikkelinghulp bestemd geld zou moeten worden gebruikt voor ondersteuning van fundamentele diensten, met name onderwijs en gezondheidszorg, landbouw, voedselveiligheid en de opbouw van de institutionele capaciteit, om ervoor te zorgen dat Sudan zich ontwikkelt tot een moderne, pluralistische en democratische staat, die gebaseerd is op de principes van de rechtstaat met inachtneming van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE), schriftelijk. – (ES) Ik heb voor deze resolutie gestemd omdat ik Soedan en zuidelijk Soedan steun en hen gelukwens met hun optreden na het referendum, dat zal bijdragen tot de opbouw van een vreedzame, democratische staat met welvaart en veiligheid ten aanzien van de mensenrechten en de sociale en economische rechten in beide landen. Om dat te bereiken, verzoeken wij de partijen een constructieve dialoog aan te gaan om een vreedzame oplossing te vinden voor de situatie in Abyei en voor de kwesties waarover nog onderhandeld moet worden, zoals de verdeling van de olie-inkomsten, de afbakening van de grenzen en de spreiding van de schuld. Met het oog hierop dient de Europese Unie beide landen de benodigde middelen ter beschikking te stellen om de instanties voor sociale dienstverlening te ondersteunen, zoals die voor onderwijs, gezondheidszorg, landbouw, voedselveiligheid, en voor de ontwikkeling van institutionele vaardigheden, en dient zij de humanitaire hulp aan beide landen voort te zetten na 9 juli, de dag waarop het zuiden officieel zijn onafhankelijkheid krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Mara Bizzotto (EFD), schriftelijk.(IT) Ik verwelkom de resolutie van het Parlement over Sudan en Zuid-Sudan, die het volste respect voor het referendum dat in januari 2011 de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan heeft bekrachtigd opnieuw bevestigt, hartelijk. De resolutie uit zo onze steun voor het beginsel van zelfbeschikking van de volkeren en erkent het recht van de Christelijke gemeenschap van Zuid-Sudan om voor zichzelf een staat te stichten, die niet aan het gezag van de Moslim meerderheid is onderworpen. Het document benadrukt de noodzaak voor de twee nieuwe staten die zijn ontstaan door de verdeling van Sudan om wederzijds de soevereiniteit van de ander te erkennen en dringt aan op het nemen van maatregelen die zijn bedoeld om hun aanwezigheid op de weg naar democratie, respect voor mensenrechten en voor wederzijdse erkenning te consolideren en te stabiliseren. Aangezien verdediging van het beginsel van zelfbeschikking van volkeren en bescherming van Christelijke minderheden in de wereld beiden essentiële aspecten van de politieke theorie van de Lega Nord zijn, kan ik niet anders dan deze resolutie steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bufton (EFD), schriftelijk. − (EN) Ik heb tegen het bieden van buitenlandse hulp aan Zuid-Sudan in de vorm van 200 miljoen euro aan ontwikkelingshulp gestemd. Dit is bedoeld om Zuid-Sudan te helpen het hoofd te bieden aan de talrijke humanitaire en sociaaleconomische uitdagingen in een omgeving waar het vermogen om te regeren is afgenomen en die politiek kwetsbaar is. Aangezien de EU zelf een ondemocratische instelling is, en een instelling die naar mijn stellige mening geen buitenlandse politieke agenda zou moeten hebben, kan ik het niet goedkeuren dat de EU zich met derde landen bezighoudt. Het Verenigd Koninkrijk is één van de grootste donoren van ontwikkelingshulp ter wereld.

Het is van cruciaal belang dat ontwikkelingshulp en buitenlands beleid het terrein blijft van individuele lidstaten en niet op EU-niveau wordt voorgeschreven, zelfs als de ontvanger terecht hulp nodig heeft. Als we toestaan dat de EU er een buitenlandse politieke agenda op nahoudt, zal er op een zeker moment een situatie ontstaan waarbij lidstaten verdeeld zijn over een derde land en niet de unanieme wens van de Unie als geheel wordt gevolgd. Een dergelijke aanpak op EU-niveau maakt het mogelijk dat de bevoegdheden wat betreft extern optreden zullen toenemen, iets waar ik het volledig niet mee eens ben.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) Wat betreft het standpunt van het Europees Parlement naar aanleiding van de situatie in Sudan na het referendum van 2011, waarin steun betuigd wordt voor de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan na 9 juli, vind ik de ontwerpresolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) het meest overtuigend, omdat daarin de beste analyse wordt gemaakt van de politieke situatie en van de betrekkingen met andere Afrikaanse landen.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Het referendum in Sudan was bedoeld om een einde te maken aan de gewelddadigheden tussen het noorden en het zuiden. Uit het referendum blijkt duidelijk dat de bevolking van Zuid-Sudan voor onafhankelijkheid is, zoals ook de afgelopen jaren herhaaldelijk is uitgesproken. Mijn fractie heeft deze kwestie, en met name de situatie in Darfur, van dichtbij gevolgd gedurende meerdere zittingsperiodes, en heeft met succes de kandidatuur gesteund van de Sudanese advocaat Salih Mahmoud Osman voor de Sakharovprijs 2007. Met de toekenning van deze prijs werd beoogd het hemelschreiende schandaal van de genocide in het land zichtbaarder te maken en het vreedzame werk te erkennen van al die mensen die ondanks alles de strijd voor vrede, solidariteit en mensnerecten niet hadden opgegeven. De prijs van de heer Osman heeft echter helaas niet volstaan om de internationale gemeenschap er echt van te doordringen dat er iets gedaan moest worden aan de voortdurende en ernstige schendingen van de mensenrechten in Sudan. Ik hoop dat beide partijen, voor en na de splitsing, de afspraken respecteren, twee vreedzame landen opbouwen, een einde maken aan de armoede van hun bevolking en goed nabuurschap bevorderen, en dat de Europese Unie daaraan zal kunnen bijdragen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) De einduitslag van het referendum van 9 januari 2011 over zelfbeschikking van Zuid-Sudan heeft bevestigd dat een overweldigende meerderheid van de kiezers een zelfstandige staat wil. Het referendum, waarvan de uitslag bekend gemaakt is door de Referendumcommissie Zuid-Sudan, en erkend door de regering van Sudan, is volgens internationale waarnemers en de EU-waarnemers eerlijk verlopen.

Daarom pleit ik ervoor dat de uitslag van het referendum wordt gerespecteerd als uiting van de democratische wens van de bevolking van Zuid-Sudan, en ik dring er bij Sudan en Zuid-Sudan op aan dat ze er actief aan bijdragen dat er in beide landen een democratisch bestuur, vrede, veiligheid en duurzame welvaart tot stand komen. Ik vind het van groot belang dat er hulp van buitenaf gegeven wordt, en ik ben dan ook verheugd over het besluit van de Raad van 23 mei 2011 om Zuid-Sudan 200 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking te geven, en daarmee bij te dragen aan de autonomie van de lokale gemeenschappen, tegemoet te komen aan de basisbehoeften van de bevolking en het land te helpen het hoofd te bieden aan het ontbreken van menskracht en infrastructuur.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) We hebben er indertijd al voor gewaarschuwd dat de onafhankelijkheid van Kosovo een ernstig precedent zou scheppen voor imperialistische inmenging, om kunstmatig nieuwe landen te creëren, ter verdediging van hun eigen geostrategische belangen, en om toegang tot en controle over markten, grondstoffen en arbeidskrachten te krijgen.

Het geval van Zuid-Sudan lijkt in alle opzichten op dat van Kosovo. Ook hier werd een referendum georganiseerd dat gefinancierd en gestimuleerd werd door verschillende grootmachten, maar uitsluitend in het deel dat naar onafhankelijkheid streefde, omdat dit van pas kwam, en zonder dat de rest van de bevolking in de gelegenheid gesteld werd om hun mening te geven. Daar komt nog eens bij dat er in het zuiden van Sudan grote oliereserves zijn die van enorm belang zijn voor het grootkapitaal.

De huidige situatie, waarin de conflicten in Sudan en de hele regio opnieuw tot uitbarsting komen en er geschillen zijn over de exacte grenzen, bewijst dat het kunstmatig creëren van dit land geen enkele van de bestaande problemen oplost of de levensomstandigheden van de miljoenenbevolking van Sudan verbetert, maar de tegenstellingen en conflicten alleen maar versterkt.

Nadat de imperialistische grootmachten het Afrikaanse continent opnieuw hebben ingedeeld, in hun eigen belang, wijst alles erop dat er in Zuid-Sudan een proces gestart is dat tot nog meer oorlogen en ellende zal leiden voor de toch al zwaar getroffen Afrikaanse bevolking.

 
  
MPphoto
 
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D), schriftelijk (SK) Na de verzelfstandiging over nu precies een maand krijgt Zuid-Sudan meteen met meerdere humanitaire en sociaal-economische problemen te maken. Hulp uit omliggende landen zal nog lange tijd erg belangrijk blijven voor Zuid-Sudan, waarschijnlijk nog wel meer dan tot nog toe. Men denke daarbij aan bestrijding van de armoede, versterking van de lokale gemeenschappen alsook aan een betere benutting van de mogelijkheden in vredestijd voor de bevolking.

Er is gerede kans dat in de periode vlak na het referendum -wanneer het land toegang krijgt tot multilaterale financieringsbronnen - er grote tekorten ontstaan die Zuid-Sudan uiterst kwetsbaar maken en heel wel ineenstorting van de staat tot gevolg kunnen hebben. De Europese Unie kan dan ook niet anders dan al het mogelijke in het werk te stellen om de Sudanezen te helpen deze kritieke periode te overbruggen en zo een humanitaire catastrofe te voorkomen. Systematische verwezenlijking van de ontwikkelingsdoelstellingen is namelijk alleen mogelijk wanneer er vertrouwen heerst in het land dat de vrede standhoudt.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. – (LT) Ik was verheugd over dit document omdat de autoriteiten van Zuid-Sudan hierin worden opgeroepen hun steun te verlenen aan de ontwikkeling van Zuid-Sudan tot een moderne, pluralistische en democratische rechtstaat met inachtneming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van vrouwen en kinderen, en het grote belang van het recht van de burgers om door middel van periodieke vrije verkiezingen hun eigen regering te kiezen, met in de grondwet en het recht vastgelegde bescherming van de vrijheid van verkeer, vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor deze resolutie gestemd die beide partijen in Sudan oproept, in de aanloop naar onafhankelijkheidsdag op 9 juli 2011, om concrete plannen te presenteren inzake de oprichting en/of hervorming van hun instellingen om ervoor te zorgen dat de twee staten vanaf die datum op levensvatbare wijze kunnen functioneren. De resolutie dringt er tevens bij de EU-delegaties in Sudan en Zuid-Sudan op aan om de aanbevelingen van de recente verkiezings- en referendumwaarnemingsmissie van de EU proactief te laten circuleren en ten uitvoer te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Clemente Mastella (PPE).(IT) We eerbiedigen het resultaat van het referendum over de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan, die op 9 juli 2011 van kracht moet worden, als een uiting van de democratische wil van het Sudanese volk. We hopen dat de politieke autoriteiten de ontwikkeling van een moderne, pluralistische en democratische staat bevorderen, die stoelt op de regels van de rechtsstaat en het respecteren van mensenrechten, en dat de autoriteiten steun verlenen aan het primaat van het recht van burgers om hun eigen regering door middel van regelmatige en vrije verkiezingen te kiezen, met bescherming van het recht op vrij verkeer, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van (politieke) meningsuiting. We zijn het er bovendien over eens dat alle partijen zich voor een continue en constructieve dialoog in dienen te zetten, gericht op het oplossen van de problemen van na het referendum, waaronder de gemeenschappelijke grenzen, regelingen betreffende staatsburgerschap voor mensen in zowel het noorden als het zuiden en de verdeling van de olie-inkomsten. Tot slot ondersteunen we de noodzaak voor de beschikbaarstelling van nieuwe Europese fondsen voor de ondersteuning van basisvoorzieningen, in het bijzonder onderwijs, gezondheidszorg, landbouw, voedselveiligheid en opbouw van institutionele capaciteit. De Europese Unie moet de humanitaire hulp aan Sudan en Zuid-Sudan ook na 9 juli 2011 handhaven en alle politieke partijen moeten samenwerken om alle mensen van het land volledig te vertegenwoordigen en om te helpen bij de opbouw van stabiele, democratische politieke instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) De conflicten in Sudan, en met name in de regio Darfur, hebben in de loop der jaren vele slachtoffers geëist, vooral onder het armste deel van de bevolking. Laten we hopen dat er met dit referendum een einde komt aan het conflict en dat er nu echt een duurzame vrede tot stand gebracht kan worden. De EU zal een belangrijke rol spelen in de toekomstige ontwikkelingen van de regio en kan haar belangrijke rol bij het tot stand brengen van vrede in de regio niet naast zich neerleggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) De veiligheidssituatie in de regio Abyei is zeer verontrustend. Ik roep de partijen op een vredesdialoog aan te gaan door de besprekingen met de Afrikaanse Unie te hervatten. Ik pleit voor een referendum zoals voorzien in de alomvattende vredesovereenkomst (CPA). Zowel het noorden als het zuiden zullen zich moeten inzetten om verschillende essentiële nog niet opgeloste kwesties uit de wereld te helpen, zoals het vaststellen van de grenzen tussen beide staten, de verdeling van olie-inkomsten, het gebruik van pijplijnen, het burgerschap en het houden van volksraadplegingen in Blauwe Nijl en Zuid-Kordofan. De steun aan Zuid-Sudan moet een van onze prioriteiten vormen. Wij sporen het land aan om de Overeenkomst van Cotonou te ondertekenen en te ratificeren, waardoor nieuwe mogelijkheden voor samenwerking zullen ontstaan. We sporen het land en ook Khartoum aan om een pluralistische en multi-etnische democratie en een onafhankelijk maatschappelijk middenveld in te stellen, met een sleutelrol voor de rechterlijke macht, naast de wetgevende en de uitvoerende machten. Wij verheugen ons een Zuid-Sudanees parlement te verwelkomen, zodra Zuid-Sudan de Overeenkomst van Cotonou heeft getekend en geratificeerd in de Paritaire Parlementaire Vergadering. We moeten aandacht houden voor het noorden en het niet negeren of isoleren in diplomatiek opzicht.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. − (EN) Het referendum in zuidelijk Sudan vond plaats van 9-15 januari 2011, en een overgrote meerderheid van de kiezers sprak zich uit voor de stichting van een onafhankelijke staat Zuid-Sudan. Het besluit om een referendum te houden werd in 2005, na twintig jaar burgeroorlog, genomen door de regering van Sudan en separatisten uit het zuiden van het land.

De autoriteiten die het noorden vertegenwoordigden tekenden het uitgebreide vredesverdrag onder de voorwaarde dat er tijdens het referendum een oplossing zou worden geboden voor het probleem van zelfbeschikking voor Zuid-Sudan. Aangezien de situatie in het gebied onlangs beduidend is verslechterd roepen we met deze resolutie de regering van Zuid-Sudan op om democratisch bestuur in het land te bevorderen en haar legers terug te trekken uit haar gebieden.

We onderstrepen ook het belang van het bieden van humanitaire hulp aan Sudan en Zuid-Sudan, en roepen internationale schuldeisers op de internationale schulden van zowel Sudan als Zuid-Sudan te verlichten. Ik wil daaraan toevoegen dat het noodzakelijk is om het toezicht te verscherpen, meer deskundigen in te zetten, financiële hulp aan de regio te bieden en getalenteerde jongeren kosteloos de kans te bieden hoger onderwijs te volgen op Europese universiteiten. Ik heb voor het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De bevolking van Zuid-Sudan heeft tijdens een referendum in januari jongstleden met een overgrote meerderheid besloten om zich los te maken van het noordelijke deel van Sudan. Het is belangrijk dat de EU dit recht op zelfbestemming volledig respecteert, en de resultaten van dit referendum volledig erkent als een uiting van de democratische wil van de bevolking van Zuid-Sudan. Dat staat heel duidelijk in deze resolutie, en daarom heb ik er voor gestemd. Nu moeten de partijen die het CPA gesloten hebben een permanente en constructieve dialoog voeren om de problemen aan te pakken die na het referendum nog niet opgelost zijn. Ik noem in dat verband het grensverloop, de bepalingen inzake het burgerschap van de burgers in het Noorden en in het Zuiden, maar ook de faire verdeling van de inkomsten uit de oliewinning, en het gebruik van de olieleidingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Rolandas Paksas (EFD), schriftelijk. – (LT) Ik was verheugd over deze resolutie, omdat het van groot belang is dat de gewapende conflicten en geschillen tussen beide landen worden beheerst, dat een einde wordt gemaakt aan verdere uitbreiding van de onrust en dat een alomvattend vredesakkoord wordt bereikt en naar behoren wordt uitgevoerd. Zowel Noord-Sudan als Zuid-Sudan moet worden bestuurd op grond van de principes van de democratie en de rechtstaat, met inachtneming van mensen-, sociale en economische rechten. In deze regio moeten duurzame vrede en veiligheid heersen. Daarom moeten de bescherming en de veiligheid van de bevolking van Sudan prioriteit behouden. Vooral de kwestie van de Abyei-regio moet dringend worden aangepakt, op grond van de bepalingen van het alomvattend vredesakkoord. Het is van groot belang dat de EU, indien mogelijk, de benodigde ontwikkelingshulp verleent. We moeten ons er tot het uiterste voor inspannen dat voor deze hulp bestemd geld gericht voor fundamentele en essentiële diensten wordt gebruikt. Bovendien zou de regering van Zuid-Sudan beleid met betrekking tot buitenlandse investeringen moeten gaan ontwikkelen, waardoor buitenlandse investeringen in de natuurlijke hulpbronnen worden aangetrokken, wat weer aan het armoedebestrijdingsbeleid zou bijdragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Justas Vincas Paleckis (S&D), schriftelijk. – (LT) Ik heb voor deze resolutie over Sudan en Zuid-Sudan gestemd, omdat het in Zuid-Sudan gehouden referendum waarbij de meerderheid van de inwoners voor de instelling van een onafhankelijke staat Zuid-Sudan heeft gekozen, de democratische wens van de burgers weergeeft. Na zeven jaar oorlog leeft de meerderheid van de bevolking van Zuid-Sudan in armoede en zijn de indicatoren voor de kwaliteit van het onderwijs de laagste ter wereld. Daarom verwelkom ik het EU-besluit om 200 miljoen euro aan Zuid-Sudan toe te kennen om de kwetsbaarste groepen van de bevolking te steunen. Deze fondsen moeten aan onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en de opbouw van institutionele capaciteit worden toegekend. Ik ben verheugd over de uitbreiding van de VN-missie in Sudan en de inzet van extra vredestroepen, omdat het nu vooral van belang is om de vreedzame ontwikkeling van Sudan en Zuid-Sudan te waarborgen. De instelling van de nieuwe staat is een ingewikkeld proces, waarbij de kwesties van het vaststellen van de gemeenschappelijke grenzen, het toekennen van het burgerschap aan bevolkingsgroepen uit de zuidelijke en noordelijke regio’s en de verdeling van de inkomsten uit olie etc. zeer snel moeten worden opgelost. Na ondertekening van het alomvattend vredesakkoord zouden de landen een constructieve politieke dialoog moeten voeren. Van belang is ook dat in Zuid-Sudan een herziening van de grondwet plaatsvindt, zodat alle politieke partijen samenwerken om alle mensen in het nieuwe land te vertegenwoordigen en aan de opbouw van stabiele, democratische politieke instellingen bij te dragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) De uitslag van het referendum in Sudan laat duidelijk zien dat de bevolking van Zuid-Sudan de onafhankelijkheid wil, waar ze al jaren om vraagt. De Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) heeft deze kwestie, en met name de situatie in Darfur, van dichtbij gevolgd gedurende meerdere zittingsperiodes, en heeft met succes de kandidatuur gesteund van de Sudanese advocaat Salih Mahmoud Osman voor de Sakharovprijs 2007. Het referendum was bedoeld om een einde te maken aan het geweld van de bevolking van Noord-Sudan tegen die van het Zuid-Sudan. Hopelijk wordt er nu een nieuw hoofdstuk geopend en worden er twee vreedzame landen opgebouwd. De EU kan en moet daarbij een actieve rol spelen, met name door eraan bij te dragen dat er een einde komt aan de armoede van hun bevolking en door goed nabuurschap te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Vincent Peillon (S&D), schriftelijk. – (FR) Deze resolutie, aan het opstellen waarvan ik heb meegewerkt, komt op een kritiek en daarom cruciaal moment van beslechting van het conflict in Zuid-Sudan. In januari hebben de Zuid-Sudanezen zich in een referendum massaal uitgesproken voor onafhankelijkheid. Over een maand zal er een nieuwe staat ontstaat. Toch blijven er veel punten van zorg, met name na de recente geweldsincidenten in de betwiste regio Abyei. In deze overgangsperiode wil het Parlement meer dan ooit zijn volledige steun aan het vredesproces betuigen en de Sudanese en Zuid-Sudanese partijen, evenals de internationale gemeenschap, oproepen om betrokken te blijven bij de tenuitvoerlegging van de alomvattende vredesovereenkomst van 2005. Het Europees Parlement roept de Sudanezen en Zuid-Sudanezen in het bijzonder op om concrete voorstellen te doen waarin ook de gevoelige onderwerpen worden betrokken, zoals het burgerschap, het delen van de schuld en de olie-inkomsten. Deze plannen zullen ook betrekking moeten hebben op de moeilijke kwestie van de grenzen, teneinde de vreedzame en levensvatbare co-existentie van beide staten duurzaam te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. (PT) Tussen 9 en 15 januari 2011 heeft een meerderheid van de bevolking van Zuid-Sudan zich uitgesproken vóór onafhankelijkheid. Zoals algemeen bekend, gaat het hier om een regio die voortdurend gebukt gaat onder conflicten, waardoor het voor grote delen van de bevolking onmogelijk is een menswaardig bestaan te leiden. Gezien deze uitslag roept het Europees Parlement de autoriteiten van Zuid-Sudan (dat op 9 juli onafhankelijk zal worden verklaard) op om zich ervoor in te zetten dat de voorwaarden worden gecreëerd voor een democratische staat, gebaseerd op de menselijke waardigheid. Om dat te bereiken, zal internationale steun nodig zijn, en daarom ben ik blij met de hulp die de EU heeft toegezegd voor de opbouw van deze nieuwe staat. Om die redenen heb ik voor deze resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Ik ben blij dat het Europees Parlement verheugd is over de vreedzame en geloofwaardige opstelling van zowel Sudan als Zuid-Sudan tijdens het referendum van 2011 in zuidelijk Sudan, de inspanningen van alle partijen bij het CPA en de inzet die zij hebben getoond; dit ziet als een essentiële stap voor de tenuitvoerlegging van het CPA, en als een positief teken voor de vreedzame co-existentie van beide landen; verklaart opnieuw het resultaat van het referendum ten volle te zullen eerbiedigen als de uiting van de democratische wil van het volk van Zuid-Sudan; zowel Noord- als Zuid-Sudan oproept zich actief in te zetten voor de bevordering van democratisch bestuur en de totstandkoming van langdurige vrede, veiligheid en welvaart voor beide landen, met inachtneming van mensenrechten, sociale en economische rechten; de autoriteiten van Zuid-Sudan verzoekt eraan te werken dat Zuid-Sudan zich ontwikkeld tot een moderne, pluralistische en democratische staat, die stoelt op de regels van de rechtsstaat, waar mensenrechten worden gerespecteerd - met name de rechten van vrouwen en kinderen -, waar de bevolking het recht heeft via regelmatige en vrije verkiezingen haar eigen regering te kiezen, en waar het in de grondwet en de wetgeving verankerde recht op vrij verkeer, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van (politieke) meningsuiting worden gegarandeerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Salavrakos (EFD), schriftelijk. – (EL) Honderden mensen zijn gedood in het betwiste gebied Abyie dat op de grens van Noord- en Zuid-Soedan ligt. Onlangs hebben de Verenigde Naties bekend gemaakt dat ten minste twintigduizend mensen de stad Abyie hebben verlaten en naar het zuiden zijn gevlucht, na inname van het gebied door het noordelijk leger. Zoals terecht is opgenomen in de gezamenlijke ontwerpresolutie is het nodig dat beide partijen concrete plannen indienen met betrekking tot de oprichting en hervorming van hun institutionele organen, en op een manier dat beide staten volkomen autonoom zijn, en dat zij stoppen met de vijandigheden en een democratisch bestuur nastreven om een langdurige vrede en veiligheid in het gebied te waarborgen.

Withdrawal,/terugtrekking is het tegengestelde van κατάληψη/inname en lijkt me minder logisch binnen de context.

 
  
MPphoto
 
 

  Niki Tzavela (EFD), schriftelijk. – (EL) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie inzake Soedan en Zuid-Soedan gestemd omdat ik elk ontwikkelingsinitiatief ondersteun van de EU ten behoeve van de vrede en de wederopbouw van deze geteisterde regio. De laatste ontwikkelingen in de regio zijn verontrustend ten aanzien van de naleving van de voorwaarden van het recente onafhankelijkheidsreferendum van Zuid-Soedan, en daarnaast is ook de geweldsescalatie in het gebied Abyei die het hele gebied dreigt te destabiliseren , een negatieve ontwikkeling. De Afrikaanse Unie moet hier een belangrijke rol spelen en met hulp van de EU en de VN moet zij in deze kritieke periode bijzonder alert zijn om een eventuele hervatting van de oorlog te voorkomen. Ik juich de aankondiging van de Raad toe om Zuid-Soedan verder financieel te ondersteunen en ik ondersteun de aanbeveling om de humanitaire hulp van de EU in het gebied ook na 9 juli te handhaven. Ik ben van mening dat beide ontwerpresoluties noodzakelijk zijn om Zuid-Soedan te helpen een onafhankelijke staat te stichten, en in het geval dat zich een noodsituatie mocht voordoen.

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0347/2011)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) Ik denk dat de Europese Unie en Rusland intensiever moeten onderhandelen over het sluiten van een partnerschap en het bereiken van een allesomvattende overeenkomst, die betrekking heeft op het politieke, economische en het sociale stelsel en derhalve ook alle terreinen omvat die verband houden met democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. – (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd. Een nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland zijn van groot belang voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart in Europa en daarbuiten. De EU en Rusland zijn zowel politiek als economisch van elkaar afhankelijk en het sluiten van een strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Russische Federatie is vooral van belang voor de verdere ontwikkeling en intensivering van de samenwerking tussen de beide partners. In haar betrekkingen met de Russische Federatie moet de EU met één mond spreken en blijk geven van solidariteit, vooral als het gaat om het veiligstellen van de energiezekerheid. Uit het energiebeleid van Rusland ten opzichte van de lidstaten en de gemeenschappelijke buurlanden zal blijken of Rusland werkelijk bereid is om de weg op te gaan van modernisering en democratisering. Ik ben verheugd dat het Europees Parlement heeft verklaard dat de levering van natuurlijke hulpbronnen niet als politiek instrument mag worden gebruikt en dat de beginselen van onderlinge afhankelijkheid en transparantie het fundament dienen te zijn voor samenwerking op het gebied van energiezekerheid, evenals gelijke toegang tot markten, infrastructuur en investeringen.

 
  
MPphoto
 
 

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE), schriftelijk. – (ES) Ik heb voor gestemd omdat ik denk dat de Europese Unie en Rusland gebruik moeten maken van de top van Nizjni Novgorod om hun strategische samenwerking te versterken en een breed samenwerkingsakkoord te bereiken over het economische, politieke en sociale systeem, en kwesties op te nemen met betrekking tot de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de grondrechten. De top moet worden benut om de energieveiligheid en het energiebeleid te herzien die geïmplementeerd moeten worden aan de hand van de criteria van onderlinge afhankelijkheid, transparantie, leveringsgaranties en bestrijding van de klimaatverandering, alsook een hogere energieëfficiëntie. De centrales zullen worden onderworpen aan stresstests, en in dit verband betreur ik het dat het amendement waarin gepleit werd voor de ogenblikkelijke sluiting van de kernreactoren van het type Tsjernobyl die nog in gebruik zijn, het niet gehaald heeft.

 
  
MPphoto
 
 

  Mara Bizzotto (EFD), schriftelijk.(IT) Ik stem vóór de gezamenlijke resolutie over de top EU- Rusland. De resolutie bevat de juiste aanbevelingen voor de Europese gedelegeerden die aan de top deelnemen, en herinneren hen eraan dat de EU haar politieke macht moet uitoefenen om Rusland ervan te overtuigen zijn deel van de verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problemen die de wereld nu kwellen op het vlak van de politiek, de economie, de geopolitiek en het milieu op zich te nemen. Rusland is een van de belangrijkste economische partners van Europa en is ook een buurland waar het Europese energiebeleid, onder andere, van afhangt. Met mijn stem vóór sluit ik me daarom aan bij de oproep die ons Parlement tot de Europese gedelegeerden op de top richt om tijdens dit evenement aan een voor beide partijen winstgevende en nuttige dialoog te werken, die leidt tot gedeelde en doeltreffende oplossingen die zijn gericht op het oplossen van de belangrijkste kwesties op de Europese en mondiale politieke agenda.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) Ik ben blij met alle inspanningen om de goede betrekkingen tussen de EU en andere economische machten te versterken en te verdiepen. Wat betreft de betrekkingen tussen de EU en Rusland, ben ik blij met de vorderingen die er al gemaakt zijn, niet alleen met betrekking tot een gemeenschappelijke economische ruimte en een gemeenschappelijke ruimte van samenwerking, maar ook met betrekking tot gemeenschappelijke waarden. Ik vind de resolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) over de top EU-Rusland het beste passen bij de huidige situatie zoals deze geschetst wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  George Sabin Cutaş (S&D), schriftelijk. (RO) Ik heb gestemd voor de gezamenlijke ontwerpresolutie over de top EU-Rusland omdat ik van mening ben dat de relatie met Rusland versterkt moet worden, vooral op het gebied van energiezekerheid.

De nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst moet volledig en juridisch bindend zijn en bepalingen bevatten over respect voor mensenrechten en de rechtsstaat. Ik ben van mening dat het partnerschap voor modernisering een geschikt instrument is om Rusland aan te moedigen hervormingen door te voeren.

Ik ben ook van mening dat toetreding van Rusland tot de WTO de investeringen zal stimuleren en de handelsbetrekkingen met de EU zal verbeteren. Het is in ons voordeel om Rusland te steunen bij zijn inspanningen om lid te worden van de WTO. Anderzijds moet Rusland laten zien dat het bereid is protectionistische maatregelen af te schaffen, zoals de douane-unie met Kazachstan en Belarus.

 
  
MPphoto
 
 

  Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk. – (FR) Aan de vooravond van de aanstaande top EU-Rusland, die op 9 en 10 juni zal plaatsvinden in Nijni-Novgorod, hebben wij een duidelijke boodschap voor de lidstaten: ambitieuzere overeenkomsten op het gebied van handel, visa en samenwerking moeten ondergeschikt zijn aan waarborgen voor de eerbiediging van de mensenrechten. De Europese Unie moet Rusland meer aansporen om zijn internationale verplichtingen en toezeggingen na te komen. Sinds 1994 zijn onze betrekkingen met Moskou niet gewijzigd, terwijl er duidelijk behoefte is aan een actualisering van onze partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst. Dat zou hand in hand moeten gaan met daadwerkelijke vorderingen op het gebied van de democratie en de rechtsstaat. Tot slot is het onaanvaardbaar dat de toevoer van natuurlijke hulpbronnen wordt gebruikt als politiek instrument.

 
  
MPphoto
 
 

  Christine De Veyrac (PPE), schriftelijk. – (FR) De Russische Federatie en de Europese Unie hebben een hecht partnerschap ontwikkeld, en de gezamenlijke strijd tegen het internationale terrorisme is daar een van de vele voorbeelden van. In dat kader heb ik mijn steun uitgesproken voor de vandaag aangenomen resolutie over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland voorafgaand aan de top van 9 en 10 juni aanstaande, die is gericht op het sluiten van een nieuwe strategische overeenkomst. De afgevaardigden geven met deze resolutie een sterk politiek signaal aan Rusland: hoewel een grotere economische, strategische en internationale samenwerking en ook samenwerking op het gebied van energie wenselijk is, moet die wel afhankelijk zijn van de inspanningen op het gebied van bescherming van de mensenrechten en de burgerlijke vrijheden.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) De blikken die er tussen Europa en Rusland worden uitgewisseld zijn altijd al gekenmerkt door bewondering en tegelijkertijd door wederzijdse angst. Europa heeft altijd ontzag gehad voor de omvang van het land, qua grondgebied en inwonertal, en voor de militaire macht van Rusland, maar ook angst voor Russisch expansionisme. Voor Rusland was de technische en wetenschappelijke voorsprong van Europa al sinds de tijd van Peter de Grote iets om na te streven, maar ook iets om voor op te passen omdat het de Russische ziel en levenswijze kon bedreigen, en zijn territoriale integriteit. Deze tendensen werden door de Koude Oorlog eerder aangescherpt dan verzwakt. De weg die Rusland is ingeslagen naar een liberale, pluralistische democratie, heeft zowel voortgang als tegenslagen gekend, maar er is onmiskenbaar heel wat veranderd sinds de tijd van het IJzeren Gordijn. Tegelijkertijd kan niet ontkend worden dat er nog veel moet gebeuren op dit gebied, en het is duidelijk dat de Europese Unie en de Russische Federatie niet alleen een historisch, cultureel en religieus erfgoed hebben, maar ook dezelfde belangen en uitdagingen, hetgeen verdere toenadering rechtvaardigt op vele niveaus. De Europese Unie moet zich er voor blijven inzetten om deze toenadering mogelijk te maken en zijn vruchten af te laten werpen.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) Rusland is een permanent lid is van de VN-veiligheidsraad en heeft samen met de Europese Unie een gedeelde verantwoordelijkheid om de stabiliteit en veiligheid in de wereld te handhaven. De vele problemen op internationaal niveau, met name met betrekking tot het Midden-Oosten, Libië, Iran, terrorisme, energiezekerheid, klimaatverandering en de financiële crises, kunnen beter worden opgelost door een goede samenwerking met Rusland. Rusland leeft echter, bijna drie jaar na het conflict met Georgië, nog steeds niet de overeenkomsten na van 12 augustus en 8 september 2008 inzake de terugtrekking van de troepen tot de posities van voor het conflict uit de bezette Georgische provincies Zuid-Ossetië en Abchazië na, en verschaft de waarnemingsmissie van de Europese Unie geen volledige, onbeperkte toegang tot die gebieden.

Daarom pleit ik ervoor dat de EU en Rusland een impuls geven aan de onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, uitgaande van de onderlinge afhankelijkheid van de EU en Rusland. Dit moet een allesomvattende, wettelijke bindende overeenkomst worden die alle terreinen omvat die verband houden met democratie, rechtsstaat, eerbiediging van mensenrechten en grondrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Zoals gewoonlijk staan in deze resolutie de belangen van de grote Europese economische en financiële groepen centraal. In dat licht moeten we de druk zien die (zoals ook bij andere landen gebeurt) op Rusland wordt uitgeoefend, om toe te treden tot de WTO en te zorgen “voor een gelijk speelveld voor het bedrijfsleven in beide partijen”, terwijl het “de wereldhandel zal faciliteren en liberaliseren”, meer buitenlandse investeringen aantrekt en “protectionistische maatregelen” intrekt. In de resolutie wordt dus de eindeloze riedel herhaald van het neoliberale en bemoeizuchtige EU-beleid.

Behalve toegang tot investeringen en markten, staat in dit geval echter ook de zorg centraal met betrekking tot de toegang tot, en controle over, energiebronnen en –stromen en andere grondstoffen, met name zeldzame aardmetalen waaraan een groot gebrek is in de EU. Daarom wordt er gevraagd om “nauwe samenwerking […] op het gebied van de levering van grondstoffen en zeldzame aardmetalen, met name die die beschouwd worden als kritiek”. Verder moet nog gewezen worden op de zogenaamde “veiligheidskwesties”, inclusief “de instelling van een raketschild”. We moeten niet vergeten dat Roemenië, dat lid is van de EU en van de NAVO, zich al bereid heeft verklaard dit systeem op haar grondgebied toe te laten, wat een duidelijke bedreiging vormt voor de veiligheid van Rusland en voor de vrede in heel Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Voor de zoveelste keer verkondigt een meerderheid van het Europees Parlement zijn inmiddels traditionele neoliberale en bemoeizuchtige standpunten inzake de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland.

De belangen van de economische en financiële groepen staan voorop, en er wordt druk uitgeoefend op Rusland om toe te treden tot de WTO en.

Toegang tot en controle over energie spelen daarbij een fundamentele rol en daarom wordt toegang geëist tot de markten, de infrastructuur en investeringen. Ook spreekt er enige wanhoop uit als Rusland gevraagd wordt om nauwe samenwerking op het gebied van de levering van grondstoffen en zeldzame aardmetalen, met name die die beschouwd worden als “kritiek”.

En tot slot nog een staaltje hypocrisie, als Rusland wordt opgeroepen deel te nemen aan een “nadere uitgebreide dialoog […] over veiligheidskwesties, inclusief de instelling van een raketschild”, terwijl Roemenië, dat lid is van de EU en van de NAVO, zich al bereid heeft verklaard dit systeem op haar grondgebied toe te laten, wat een duidelijke bedreiging vormt voor de veiligheid van Rusland en voor de vrede in heel Europa. Zelfs de VS hebben niet gegarandeerd dat dit niet het geval is.

 
  
MPphoto
 
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D), schriftelijk (SK) De resolutie gaat over de voorbereidingen voor de Top EU-Rusland die op 9 en 10 juni 2001 plaatsvinden in Nizhny Novgorod. Het zal bij die top om gezamenlijke uitdagingen gaan als de economische en financiële crisis, de toetreding tot de WTO, vraagstukken op het vlak van de energie en de energieveiligheid, de reeds lange weg naar visumloos verkeer tussen de EU en Rusland, en nog andere internationale en regionale vraagstukken.

Rusland is uiteraard een enorme markt voor producten uit de EU en tegelijkertijd een belangrijke leverancier van aardolie en aardgas voor de lidstaten van de EU. De betrekkingen tussen Rusland en de EU worden de laatste tijd steeds beter, maar desondanks blijven de betrokken partijen enigszins gereserveerd en houden ze elkaar enigszins op afstand. Ik vrees echter dat wanneer we niet de juiste corrigerende stappen daartoe nemen de invloed van de EU niet alleen in Rusland zelf maar ook in de naburige landen zal afnemen. In dat geval zouden de betrekkingen met de EU niet veel meer voorstellen dan de betrekkingen met een simpele handelspartner.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. – (LT) Ik verwelkom dit document, omdat Rusland als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad samen met de EU verantwoordelijkheid draagt voor het behoud van de mondiale stabiliteit en omdat een nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland van groot belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van Europa en daarbuiten. Het sluiten van een strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Russische Federatie blijft van het allergrootste belang voor de verdere ontwikkeling en intensivering van de samenwerking tussen de beide partners. Er blijft echter bezorgdheid bestaan over de eerbiediging en bescherming door Rusland van fundamentele mensenrechten, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, politieke controle van de media, onderdrukkende maatregelen tegen journalisten en oppositieleden en een eerlijk verloop van verkiezingen. In het document wordt de nadruk gelegd op het belang van energiezekerheid en uit het energiebeleid van Rusland ten opzichte van de lidstaten en de gemeenschappelijke buurlanden zal blijken of Rusland werkelijk bereid is om de weg op te gaan van modernisering en democratisering. De beginselen van onderlinge afhankelijkheid en transparantie dienen het fundament voor de samenwerking te zijn, evenals gelijke toegang tot markten, infrastructuur en investeringen.

 
  
MPphoto
 
 

  Sandra Kalniete (PPE), schriftelijk. – (LV) Ik heb voor deze resolutie gestemd en ik wil benadrukken dat het energiebeleid van Rusland ten opzichte van de EU-lidstaten en de Oost-Europese landen een lakmoesproef zal zijn voor de werkelijke bereidheid van Rusland om de weg van modernisering en democratisering op te gaan. Indien de levering van energiebronnen niet als politiek instrument wordt gebruikt, indien hierbij gelijke, transparante en niet-discriminerende regels voor alle marktspelers worden toegepast, indien Rusland een objectieve keuze maakt om gebruik te maken van onze bestaande wederzijdse afhankelijkheid op energiegebied en goed samenwerkt op grond van specifieke eerlijke en juridisch bindende principes, zullen we kunnen spreken van een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van een verenigd Europa. Natuurlijk moeten we verschillende belangrijke kwesties die de ontwikkeling van waardevolle betrekkingen tussen de EU en Rusland in de weg blijven staan niet vergeten en we kunnen deze ook niet ontkennen. Ik denk hierbij vooral aan het feit dat Rusland, bijna drie jaar na de oorlog in Georgië, nog steeds een groot deel van het soevereine grondgebied van Georgië bezet houdt, nog steeds de in 2008 gesloten overeenkomst negeert en de waarnemersmissie van de EU geen behoorlijke toegang verleent tot dit gebied.

 
  
MPphoto
 
 

  Tunne Kelam (PPE), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor de resolutie over de top EU-Rusland gestemd, maar ik zie geen werkelijke vooruitgang aan Russische zijde om de corruptie te bestrijden, de rechtsorde na te leven of de internationale wetgeving toe te passen. Verhelderende verklaringen van president Medvedev vormen ook geen bewijs van of een garantie voor werkelijke vooruitgang. Ik wil u eraan herinneren dat Rusland tracht toe te treden tot de WTO, maar dat het tegelijkertijd als dit beter uitkomt geen acht slaat op verschillende internationale verplichtingen, met name die welke betrekking hebben op mensenrechten. Kan de EU werkelijk vertrouwen stellen in een land dat internationale wetten op selectieve wijze toepast? Ik roep de EU op zeer nauwlettend toezicht te houden op de voorverkiezingen, de verkiezingen zelf en de periode na de verkiezingen en zich ervan te vergewissen dat iedere overtreding wordt opgemerkt en naar voren wordt gebracht. Onafhankelijke en transparante verkiezingen zijn de hoeksteen van democratische landen, en als Rusland daar één van wil zijn moet het aan de normen voldoen. Hoewel de EU en Rusland van elkaar afhankelijk zijn, is het meestal zo dat de EU zich aanpast aan de wensen van Rusland. De EU moet een krachtig standpunt innemen en een volledige en strikte naleving van de wet, de democratie, inachtneming van de mensenrechten en een onafhankelijke rechterlijke macht eisen. Als hier niet volledig aan wordt voldaan, houdt dit in dat onze beginselen niet worden nageleefd. Bovendien zouden we anders de Russische bevolking, die vrijheid, welvaart en veiligheid wil, in de steek laten.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacek Olgierd Kurski (ECR), schriftelijk. – (PL) De Europese Unie heeft een nieuwe opening nodig in de betrekkingen met Rusland. Sinds de laatste top EU-Rusland hebben zich namelijk veel nieuwe problemen voorgedaan die wij zonder versterking van de samenwerking niet kunnen oplossen. De Europese Unie spreekt tegenwoordig met één stem tegen het Russische beleid om smeulende conflicten aan te wakkeren of de pogingen van Moskou om zich te bemoeien met het beleid van onafhankelijke staten die vroeger deel uitmaakten van de USSR, zoals Georgië. Met grote ongerustheid zien we steeds weer nieuwe aanvallen op de persvrijheid en onafhankelijke journalisten. Tijdens de bijeenkomsten met de Russen moeten we de persvrijheid in Rusland stevig aan de orde stellen en prioriteit geven aan de eerbiediging ervan door Moskou. Ik ben het echter niet eens met de paragraaf waarin Rusland wordt veroordeeld voor het verbieden van de Gay Pride-mars in Moskou en de weigering om koppels van hetzelfde geslacht het recht te geven om te trouwen en een kind te adopteren. Ik vind dat ieder land het absolute recht heeft om op het gebied van de homoseksuele en lesbische bewegingen zijn eigen, onafhankelijke beleid te voeren. De Europese Unie respecteert de cultuur van haar buurlanden en mag zich dus niet bemoeien met morele en axiologische kwesties.

 
  
MPphoto
 
 

  Giovanni La Via (PPE), schriftelijk.(IT) Nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland zijn van groot belang voor de stabiliteit, de veiligheid en de welvaart van Europa en de rest van de wereld. Ik hoop dat de stemming van vandaag zal leiden tot het nemen van doorslaggevende maatregelen voor het inslaan van een gezamenlijke weg, die is gebaseerd op transparantie en het volbrengen van gezamenlijke missies die het gemeenschappelijke goed dienen. Ik refereer aan die maatregelen die nodig zijn om elke schending van veiligheid in Europa te voorkomen, inclusief verdere samenwerking op het gebied van illegale immigratie, verbeterde grenscontroles en een doeltreffendere uitwisseling van informatie over terrorisme en georganiseerde misdaad.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. – (UK) Ik heb voor deze resolutie gestemd die opnieuw bevestigt dat het dringend noodzakelijk is dat Rusland de grondbeginselen van democratie, de rechtstaat, mensenrechten en mediavrijheid ten uitvoer legt als basis voor samenwerking, en die Rusland oproept concrete maatregelen te nemen om zijn staat van dienst op het gebied van de mensenrechten te verbeteren, en journalisten, mensenrechtenactivisten, minderheden en vertegenwoordigers van de oppositie te beschermen tegen geweld en intimidatie.

 
  
MPphoto
 
 

  Clemente Mastella (PPE), schriftelijk.(IT) Nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland zijn zeer belangrijk voor de stabiliteit, de veiligheid en de welvaart van niet alleen Europa maar ook alle andere regio’s van de wereld. We denken dat het nodig is om tot een allesomvattende, wettelijk bindende overeenkomst te komen, die zowel betrekking heeft op het politieke, economische en sociale stelsel en derhalve ook alle terreinen omvat die verband houden met democratie, rechtsstaat, eerbiediging van mensenrechten, met name grondrechten. Wat betreft energiezekerheid vinden wij dat de levering van natuurlijke hulpbronnen niet mag worden gebruikt als politiek instrument, maar gebaseerd dient te zijn op de beginselen van onderlinge afhankelijkheid en transparantie evenals op gelijke toegang tot markten, infrastructuur en investeringen om een wettelijk bindend energiekader in te stellen. We verwachten bovendien verdere samenwerking op het gebied van illegale immigratie, betere controles bij grensposten en informatie-uitwisseling inzake terrorisme en georganiseerde misdaad.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) In deze tekst wordt Rusland gevraagd om "protectionistische maatregelen in te trekken" en wordt gedreigd met sancties als Rusland niet aan dat verzoek voldoet. De tekst is slechts gericht op wederzijds vrij verkeer van Russische en Europese burgers op lange termijn, maar steunt daarentegen het huidige vrijhandelsproces. In de tekst spreken we ons niet uit tegen het NAVO-project met betrekking tot een Europese antiraketschild. Dat is arrogant imperialisme. Er wordt daarentegen niet gevraagd om een onmiddellijke stillegging van de kernreactoren van het type Tsjernobyl, die ons allen bedreigen. Ik stem tegen dit verslag, ondanks de oproep tot eerbiediging van de democratische rechten van de Russische burgers, die ik steun.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Deze resolutie over de top EU-Rusland gaat over ambitieuzere handelsbetrekkingen, een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, en liberalisering van het visumbeleid, maar Moskou moet garanties geven voor de verbetering van de mensenrechtensituatie in Rusland en er moet een einde komen aan politiek gemotiveerde uitspraken van rechtbanken, het gebrek aan persvrijheid en de bezetting van de Georgische provincies.

We dringen er bij de EU en Rusland op aan om de gelegenheid van de aanstaande topontmoeting aan te grijpen om een impuls te geven aan de onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en om een oplossing te vinden voor de laatste problemen in verband met de toetreding van Rusland tot de WTO. Een ander belangrijk aspect is de dialoog over verdere liberalisering van het visumbeleid, en we wijzen daarbij nogmaals op de toezegging inzake de langetermijndoelstelling van visumvrij reizen tussen de EU en Rusland.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. – (LV) Op 9 juni begon de 27e top tussen de EU en Rusland in Nizjny Novgorod. De Europese delegatie werd geleid door de voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy, en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso. De Russische delegatie werd geleid door Dimitri Medvedev.

Een van de belangrijkste onderwerpen bij de tweedaagse besprekingen was het Russische importverbod op groenten uit de EU ten gevolge van de recente uitbraak van een gevaarlijke darmontsteking in Europa. Het Russische optreden heeft in de EU een negatieve reactie opgeroepen.

Ik deel de bezorgdheid van de Russische overheid ten zeerste en ik zou graag hebben dat de Republiek Letland de invoer van groenten zou verbieden tot de gevaarlijke infectie volledig is uitgeroeid.

Met deze resolutie roept het Europees Parlement de EU en Rusland op om de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst te versnellen, en roept het Rusland op om alle eerder gesloten overeenkomsten ten uitvoer te leggen en om de problematiek van niet-burgers in Rusland op te lossen. Naar mijn mening zou Europa eerst de problematiek van niet-burgers in de Republiek Letland moeten oplossen alvorens aanbevelingen te doen op dit gebied.

Al met al steun ik de resolutie en ik heb voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Wojciech Michał Olejniczak (S&D), schriftelijk. (PL) In verband met de naderende top EU-Rusland heeft het Europees Parlement vandaag een resolutie aangenomen die de thema's voorstelt die tijdens de top moeten worden besproken. In het document wordt ook gewezen op belangrijke problemen die door Rusland en de Europese Unie gezamenlijk moeten worden aangepakt.

De nadruk moet vooral worden gelegd op het feit dat de EU en Rusland permanente betrekkingen onderhouden en dat hun goede nabuurschapsbetrekkingen van bijzonder belang zijn voor de stabiliteit en de veiligheid van Europa en daarbuiten. Ondertussen zijn beide partijen onderling van elkaar afhankelijk, zowel in economische als in politieke zin. Het Europees Parlement formuleert in de aangenomen resolutie de hoop dat tijdens de top EU-Rusland vooruitgang wordt geboekt op het gebied van visumvrij reizen en energiezekerheid. Het Europees Parlement dringt er bij de Russische Federatie op aan zijn bijdrage aan de aanpak van klimaatverandering te versterken, hoofdzakelijk door middel van het verlagen van de emissies van broeikasgassen. In het licht van de aanloop naar de verkiezingen voor de Russische Staatsdoema is het van belang dat deze verkiezingen verlopen in overeenstemming met de regels die zijn vastgesteld door de Raad van Europa en de OVSE. Ook moet de schending van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Rusland aan de orde komen, het land is immers lid van de Raad van Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Rolandas Paksas (EFD), schriftelijk. – (LT) Rusland en de EU zijn in economische en politieke zin met elkaar verbonden. Ze zijn beide verantwoordelijk voor het behoud van de mondiale stabiliteit. Daarom moeten Rusland en de EU blijven werken aan een nauwere samenwerking en de ontwikkeling van goede nabuurschapsbetrekkingen. Alleen met behulp van dergelijke maatregelen zullen we de stabiliteit, veiligheid en welvaart van Europa en daarbuiten kunnen garanderen. De strategische partnerschapsovereenkomst is een van de belangrijkste instrumenten voor de uitvoering van de geschetste doelen. Om te kunnen garanderen dat de overeenkomst naar behoren wordt uitgevoerd, moeten beide partijen zonder uitzondering aan de voorwaarden voldoen en de gemaakte afspraken nakomen, rekening houdend met de bescherming van de mensenrechten en de beginselen van de democratie en de rechtsstaat. Ik denk dat de top belemmeringen met betrekking tot de toetreding van Rusland tot de WTO zal wegnemen. Als Rusland een volwaardig lid van de WTO wordt, is dat een belangrijke stap, waarmee voor bedrijven van beide partijen een gunstig handelsklimaat wordt gecreëerd en de handel in de mondiale economie vergemakkelijkt en geliberaliseerd zal worden. Er wordt gewezen op het feit dat het van het grootste belang is om kwesties rond de liberalisering van het visumbeleid aan te pakken, met de geleidelijke invoering van visumvrij reizen tussen de EU en Rusland. Een andere basis voor een sterke en stabiele samenwerking is energiezekerheid en nucleaire veiligheid. De levering van natuurlijke hulpbronnen mag niet als politiek instrument worden gebruikt. Bovendien moeten, om een kernramp te voorkomen, reactoren van het type van Tsjernobyl dringend worden ontmanteld en moet in een bilaterale overeenkomst worden afgesproken dat aan de hoogste veiligheidsnormen moet worden voldaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor deze resolutie gestemd. Ik wil benadrukken dat Rusland altijd een heel belangrijke partner van de Europese Unie zal zijn en dat er daarom een strategische samenwerking tot stand gebracht moet worden, aangezien het land niet alleen economische en handelsbelangen deelt, maar tevens de doelstelling om op mondiaal niveau en in Europa nauw samen te werken. Ik hoop dat deze samenwerking gebaseerd zal zijn op respect, vertrouwen en solidariteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. (PT) Europa bestaat uit landen met een vergelijkbare achtergrond. Dat moet voor ogen gehouden worden als het gaat om de betrekkingen tussen de EU en Rusland. Deze betrekkingen, tussen de belangrijkste politieke unie van Europa en het grootste Europese land, verlopen moeizaam. Rusland is, kortweg, een onmisbare partner voor de Unie, niet alleen economisch maar ook politiek. De Unie moet daarom de banden met haar machtigste buurland aanhalen, door de handel tussen beide staten te stimuleren (wat op zichzelf al politieke toenadering bevordert) en door de uiting van fundamentele waarden te versterken.

 
  
MPphoto
 
 

  Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk.(IT) Rusland deelt met Europa de verantwoordelijkheid om de stabiliteit in de wereld te handhaven. Nauwere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland zijn zeer belangrijk voor de stabiliteit, de veiligheid en de welvaart van Europa en daarbuiten. Vele problemen op internationaal niveau, met name met betrekking tot het Midden-Oosten, Libië, Iran, terrorisme, energiezekerheid, klimaatverandering en de financiële crisis, kunnen niet worden opgelost zonder verantwoorde en coöperatieve betrekkingen met Rusland. Ik merk op dat er bezorgdheid blijft bestaan over de eerbiediging en de bescherming door Rusland van fundamentele mensenrechten, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de politieke controle op de media, onderdrukkende maatregelen tegen journalisten en oppositieleden en een eerlijk verloop van verkiezingen. Ik moedig onze Russische tegenpartij daarom aan om zich op een open en constructieve manier voor deze kwesties in te zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. – (ES) Het EP: betreurt dat, ondanks de verplichtingen van Rusland als lid van de Raad van Europa om de vrijheid van vergadering te handhaven, vreedzame bijeenkomsten van burgers nog steeds worden verboden en gewelddadig uiteengedreven, waaronder een gay pride-optocht in Moskou voor het zesde opeenvolgende jaar, waarmee een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt genegeerd; verwacht dat EU-delegaties en –diplomaten zich in de toekomst zullen inspannen voor de toepassing van de instrumenten voor het bevorderen en beschermen van het genot van alle mensenrechten door LGBT-personen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nikolaos Salavrakos (EFD), schriftelijk – (EL) Rusland is buurland en belangrijk partner. De dialoog tussen Rusland en de EU zal zich op alle terreinen moeten afspelen en wij moeten ons richten op een strategisch partnerschap voor onze gezamenlijke toekomst. Mijn mening is dat wij met Rusland gezamenlijke belangen hebben die wij constructief moeten benutten zodat we specifieke handels- en energieovereenkomsten kunnen bereiken die uitmonden in zowel een transparant en betrouwbaar energiebeleid, als in het versoepelen van het personenverkeer tussen Rusland en de EU door het makkelijker te maken om een visum te krijgen. Onderwerpen als het verminderen van de corruptie en het bestendigen van de rechtstaat in Rusland in overeenstemming met de internationale regels, zullen bijdragen tot versterking van de handelsbetrekkingen en politieke verhoudingen en wij zijn dan ook optimistisch over ontwikkelingen op deze terreinen. Wij hebben hoop dat ook Rusland zich als een modern democratisch land zal gedragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Horst Schnellhardt (PPE), schriftelijk. (DE) Tijdens de stemming over punt 17 van deze resolutie heb ik tegen het tweede deel gestemd, waarover een aparte stemming was gevraagd. Ik vind het niet zinvol om de nadruk te leggen op bepaalde groepen van benadeelde personen in de samenleving, wat hier wordt voorgesteld. Ook de mensenrechten van andere groepen, zoals politiek andersdenkenden, worden geschonden, en dat is onaanvaardbaar. De eerste passage van dat punt omvat volgens mij nu al de bescherming van alle mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders, maar we willen andere groepen niet uit het oog verliezen, zodat we ze gelijk kunnen behandelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Zbigniew Ziobro (ECR), schriftelijk. – (PL) Ik steun de uitgangspunten van de resolutie over de top EU-Rusland. We moeten praten over de onopgeloste conflicten in Moldavië, Georgië en Nagorno-Karabach. De activiteiten van Rusland in deze gebieden maken stabilisatie van de situatie en een vreedzame oplossing onmogelijk. Een ander belangrijk onderwerp is de kwestie van de energiebronnen en de kosten die de lidstaten dragen, wanneer zij Rusland hiervoor betalen. Er moet dringend een oplossing komen voor het huidige importverbod voor groenten uit de EU naar de Russische markt. In het zomerseizoen zijn de financiële gevolgen voor de producenten enorm.

Ik ben het echter niet eens met paragraaf 17 van de resolutie, waarin Rusland wordt aangevallen omdat het homo's en lesbiennes geen recht geeft op het sluiten van een huwelijk en het adopteren van een kind, en waarin Rusland ook wordt veroordeeld voor het verbieden van Gay Pride-marsen. De toekenning van dergelijke rechten behoort tot de soevereiniteit van ieder land. Levenswijzen, tradities en rolmodellen die maatschappelijk zijn geaccepteerd in sommige EU-lidstaten, zijn Rusland vreemd. De Europese Unie moet de culturele tradities van Rusland respecteren en geen druk uitoefenen op Moskou in deze zaak. Vraagstukken op het gebied van het recht van seksuele minderheden om te trouwen of een kind te adopteren moet zij overlaten aan de nationale wetgeving.

 
  
  

Ontwerpresolutie (RC-B7-0342/2011)

 
  
MPphoto
 
 

  Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) In de afgelopen jaren heeft het Europees Parlement meer dan vierhonderd verzoekschriften ontvangen over misleidende handelspraktijken van bepaalde ondernemingen die bedrijvengidsen beheren. Deze verzoekschriften komen van zelfstandig ondernemers, vrijwilligersorganisaties en ook van familiebedrijven die het slachtoffer zijn geworden van ondernemingen die misleidende bedrijvengidsen beheren. Aangezien de huidige richtlijn inzake misleidende praktijken ontoereikend blijkt te zijn, heb ik ingestemd met deze resolutie, waarin de Europese Commissie wordt verzocht om de herziening van deze richtlijn te bespoedigen om een einde te maken aan dergelijke misleidende praktijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward (ALDE), schriftelijk. – (GA) Dit is niet de eerste keer dat het Europees Parlement de kwestie van de misleidende bedrijvengidsen bespreekt en het probleem met de gidsen is vaak ter sprake gebracht bij de Commissie en de lidstaten. Ik heb hierover vaak in het Parlement gesproken en ik heb onlangs contact opgenomen met de Commissie om alle klachten uit mijn kiesdistrict over vanuit andere landen afkomstige fraudecomplotten met bedrijvengidsen op het internet te bespreken. De mensen die achter deze fraude zitten, doen alsof ze echte bedrijvengidsen samenstellen en sturen dan een rekening naar de bedrijven – die helemaal niet om deze service gevraagd hebben of zich niet gerealiseerd hebben dat ze hiervoor moeten betalen.

Hoewel Richtlijn 2006/114/EG van kracht is, wordt er door de Commissie of de lidstaten niet voldoende gedaan om bedrijven die met deze fraude te maken hebben gehad te helpen of om helemaal korte metten te maken met deze fraude. Ik steun de resolutie van het Parlement, waarin aandacht voor deze zaak wordt gevraagd en verzoek de Commissie nogmaals om snel maatregelen te nemen om een einde te maken aan deze misleidende en zeer kwalijke praktijken. De EU moet mensen en bedrijven in de Unie beschermen tegen dit soort fraude dat veel te vaak voorkomt.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. – (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd. Het Europees Parlement heeft meer dan vierhonderd verzoekschriften ontvangen met betrekking tot wijdverbreide misleidende praktijken van ondernemingen die bedrijvengidsen beheren, die duizenden, vooral kleine bedrijven in de Europese Unie treffen en ingrijpende financiële gevolgen hebben. De betreffende misleidende handelspraktijken bestaan er doorgaans in om bedrijven, maar ook beroepsbeoefenaren en entiteiten zonder winstoogmerk ertoe over te halen zich gratis te laten opnemen in een bedrijvengids, hoewel de ondertekenaars later ontdekken dat zij een contract tegen een bepaalde vergoeding hebben ondertekend. Omdat de ondernemingen die bedrijvengidsen beheren vaak in een andere EU-lidstaat gevestigd zijn dan in de lidstaat van hun slachtoffers, wordt het voor laatstgenoemden moeilijk om bij de nationale instanties bescherming te krijgen en/of verhaal te halen. Hoewel de Europese Commissie niet kan eisen dat een individu of een bedrijf de bepalingen van de richtlijn betreffende misleidende en vergelijkende reclame naleeft, dient zij, als hoedster van de Verdragen, ervoor te zorgen dat de richtlijn in de lidstaten op een juiste manier wordt uitgevoerd. Ik ben verheugd dat er een beroep wordt gedaan op de Commissie om actie te ondernemen, en te controleren of de bepalingen van de richtlijn in het nationale recht van de lidstaten zijn omgezet en of deze naar behoren worden uitgevoerd, en indien nodig corrigerend in te grijpen om deze misleidende activiteiten een halt toe te roepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Izaskun Bilbao Barandica (ALDE), schriftelijk. – (ES) Ik heb dit initiatief ondersteund omdat de Commissie moet garanderen dat de lidstaten richtlijn 2006/114 uitvoeren betreffende misleidende en vergelijkende reclame, die van toepassing is op transacties tussen bedrijven onderling. Deze richtlijn is echter ofwel ontoereikend of zij is verkeerd ten uitvoer gebracht door de lidstaten. De Commissie moet dan ook onverwijld overgaan tot herziening en verbetering van de richtlijnen teneinde dit soort praktijken te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mara Bizzotto (EFD), schriftelijk.(IT) Mijn stem vóór deze resolutie over bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden vormt een nieuwe fase in de lange campagne die de Lega Nord voert om onze ondernemers te verdedigen. De resolutie veroordeelt het zeer hoge aantal oplichtingen ten nadele van duizenden kleine ondernemingen in de gehele Europese Unie openlijk en wijst erop dat de lidstaten de richtlijn uit 2006 inzake misleidende reclame niet hebben toegepast. Met mijn stem schaar ik mij volledig achter het appèl dat de resolutie op de Commissie doet, opdat zij haar verantwoordelijkheden en plicht om de activiteiten van afzonderlijke staten goed te onderzoeken onder ogen ziet en de huidige wetgeving over de bescherming van ondernemingen verbetert.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Březina (PPE), schriftelijk. − (CS) De meer dan vierhonderd petities die inmiddels bij het Europees Parlement zijn binnengekomen, getuigen van de wijdverspreide oplichtingspraktijken van een aantal zogeheten “gegevensbankdiensten”. Zij bewegen bedrijven maar ook non-profitorganisaties ertoe om zich te laten opnemen in een bedrijvengids, waarna deze er later achter komen dat ze een contract hebben ondertekend die hen verplicht een geldbedrag te betalen. Gegevensbankdiensten zijn veelal gevestigd in een andere lidstaat dan hun slachtoffers, waardoor het voor slachtoffers moeilijk is om zich er met behulp van de nationale instanties van een land tegen te beschermen of überhaupt verhaal te halen.

Richtlijn 2006/114 inzake misleidende en vergelijkende reclame die betrekking heeft op de commerciële verhoudingen tussen bedrijven, biedt helaas onvoldoende bescherming of wordt anderszins onvoldoende door de lidstaten ten uitvoer gelegd. Aangezien het de plicht van de Commissie is om toe te zien op de juiste tenuitvoerlegging ervan door de lidstaten, dient zij een beoordeling te maken van de situatie en eventueel de nodige corrigerende maatregelen treffen. Het is bovenal haar taak en verantwoordelijkheid de misleidende handelspraktijken van de “gegevensbankdiensten” een halt toe te roepen. Daartoe zou op z’n minst een soort van zwarte lijst van dergelijke bedrijven op z’n plaats zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bufton (EFD), schriftelijk. - (UK) Ik heb gestemd tegen de ontwerpresolutie over misleidende bedrijvengidsen aangezien het Verenigd Koninkrijk zijn eigen regelgeving inzake misleidende reclame hanteert via de eigen mededingingsautoriteit, die de regulering van open en eerlijke handel en contracten binnen het Verenigd Koninkrijk beheerst. Zulke regels gelden echter niet voor misleidende contracten in andere lidstaten. Het homogeniseren van de EU-wetgeving op dit punt zou echter de Britse bevoegdheid op dit gebied ondermijnen en ook nieuwe kansen scheppen voor EU-bedrijven die de Britse markt willen exploiteren aangezien ze de EU-wetgeving zouden kunnen omzeilen. In het Verenigd Koninkrijk bieden de kamers van koophandel en bureaus van UK Trade and Investments toegang tot veilige bedrijvengidsen en netwerkkansen middels programma’s zoals de Overseas Market Introduction Service, Passport to Export en zelfs het European Enterprise Network. Het is van het grootste belang dat deze gidsen in de markt van het Verenigd Koninkrijk de boventoon voeren en niet worden uitgewist door toe te laten dat EU-bedrijven de Britse markt overstromen, beschermd door EU-handelswetgeving.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. (PT) Misleidende handelspraktijken door ondernemingen achter bedrijvengidsen treffen vooral kleine ondernemingen en hebben daarmee grote negatieve gevolgen voor de kracht en ontwikkeling van de economieën. Om die reden, en omdat dit fenomeen overal binnen de Unie wijdverbreid is, ben ik blij met deze ontwerpresolutie, die gericht is op de bestrijding ervan.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. – (IE) Leden van het Europees Parlement hebben meer dan 400 petities ontvangen betreffende wijdverbreide misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen die duizenden vooral kleine bedrijven treffen. De misleidende handelsgebruiken in kwestie bestaan normaliter uit het lokken van bedrijven en eveneens beroepsbeoefenaars en non-profitorganisaties met het aanbod zich gratis in de bedrijvengids te registreren. Later ontdekken de ondertekenaars echter dat het contract ze verplicht tot het betalen van een vergoeding. De bedrijvengidsen registreren zich zelfs vaak in een andere lidstaat, waardoor slachtoffers moeilijker bescherming of schadeloosstelling kunnen krijgen van hun nationale overheid.

Ik steun deze resolutie. De richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame (2006/114/EG), die van toepassing is op transacties tussen bedrijven, biedt geen afdoende oplossing en wordt ook onvoldoende gehandhaafd door de lidstaten. De resolutie spoort de Commissie aan om te controleren of lidstaten de richtlijn juist in het nationaal recht omzetten, ten uitvoer leggen en handhaven, en spoort de Commissie ook aan voort te maken met het herzien en verbeteren van de richtlijn en andere relevante wetgeving teneinde de misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen zo snel mogelijk een halt toe te roepen, hoofdzakelijk door het opstellen van een zwarte lijst van misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. (PT) Misleidende reclame en oneerlijke praktijken schaden het vertrouwen van de consument en verstoren daardoor de interne markt. Daarom is het van groot belang dat de consument en het bedrijfsleven tegen dit soort praktijken in bescherming genomen worden door Europese regelgeving. Met betrekking tot misleidende praktijken van bedrijvengidsen, die zeer vaak voorkomen en schadelijk zijn voor bedrijven, vind ik het positief dat de bestaande regelgeving herzien wordt teneinde een einde te maken aan de misleidende praktijken door ondernemingen achter bedrijvengidsen, met name door een “zwarte lijst” aan te leggen van praktijken die als misleidend moeten worden beschouwd.

 
  
MPphoto
 
 

  José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. (PT) In dit verslag worden de oneerlijke praktijken onder de loep genomen van ondernemingen achter bedrijvengidsen, die duizenden burgers en ondernemingen in de Europese Unie benadelen. Helaas heeft Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame niet tot de beoogde resultaten geleid. Vooral oudere mensen, kleine en middelgrote ondernemingen en zelfs goede doelen zijn hier het slachtoffer van.

Het gaat om ondernemingen die zonder enige scrupules zeer agressieve tactieken toepassen en aan deze praktijken moet onmiddellijk een halt worden toegeroepen. Omdat het hierbij om grensoverschrijdende activiteiten gaat, is het uitermate moeilijk de verantwoordelijken voor de rechter te dagen. Bovendien bestaat er geen zwarte lijst van dit soort misleidende bedrijven, terwijl dat behulpzaam zou zijn om deze praktijken te voorkómen, die nu doorgaan met medeweten van de nationale autoriteiten.

Europese regelgeving moet bescherming bieden aan de Europese burgers. We mogen niet toestaan dat dit soort bedrijven zich straffeloos verplaatst van de ene lidstaat naar de andere, of zelfs buiten de EU, en daarmee misbruik maakt van het beginsel van het vrije verkeer van personen en goederen binnen de hele Schengenruimte. Ik vind dit een zeer goed voorstel, dat mijn volledige steun krijgt. De slachtoffers wachten op praktische resultaten en ik hoop dat de Commissie de maatregelen zal nemen die nodig zijn om een einde te maken aan deze situatie.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Zoals in het verslag vermeld wordt, heeft het Europees Parlement meer dan 400 verzoekschriften ontvangen over de wijdverbreide en misleidende praktijken van ondernemingen achter bedrijvengidsen, waarvan duizenden – met name kleine – ondernemingen het slachtoffer worden. Het betreft praktijken die over het algemeen een aanzienlijke financiële impact hebben.

Deze misleidende praktijken bestaan er doorgaans uit dat ondernemingen, vaklui en entiteiten zonder winstoogmerk benaderd worden om kosteloos in te tekenen op een advertentie in een bedrijvengids. Achteraf ontdekken ze echter dat ze een contract getekend hebben waar kosten aan verbonden zijn. Daarnaast zijn ondernemingen achter bedrijvengidsen vaak gevestigd in een andere lidstaat dan hun slachtoffers, wat het voor deze laatsten moeilijk maakt bescherming te vragen en/of hun recht te halen bij de nationale autoriteiten.

De Commissie verzoekschriften betreurt in dit kader het feit dat Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame, die van toepassing is op transacties tussen bedrijven, klaarblijkelijk geen doeltreffende oplossing kan bieden ofwel niet naar behoren wordt uitgevoerd door de lidstaten.

Het Europees Parlement verzoekt de Europese Commissie in de resolutie die is aangenomen, dit probleem te onderzoeken en op te lossen, en wij steunen dit.

 
  
MPphoto
 
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D), schriftelijk (SK) De gegevensbankdiensten waarover we het hier hebben zijn niet vals en misleidend, maar pure oplichters. Want wanneer iemand zelfstandige ondernemers en bedrijven zijn bedrijvengids aansmeert ter meerdere eer en glorie van zichzelf en voor het eigen gewin, dan begaat deze een onrechtmatige daad. Krachtens de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame zijn de praktijken van dergelijke gegevensbankdiensten eenvoudigweg wederrechtelijk. Nieuwe wetgeving acht ik echter niet nodig. Er dient te worden gezorgd voor een zo snel en doeltreffend mogelijke toepassing van de wet in de praktijk en verder dienen er dusdanige voorwaarden te worden geschapen dat veelal kleine familiebedrijven zich doeltreffend juridisch beschermen kunnen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pat the Cope Gallagher (ALDE), schriftelijk. – (GA) Ik heb begrepen dat het Europees Parlement meer dan vierhonderd verzoekschriften met betrekking tot misbruik van bedrijvengidsen heeft ontvangen. Meestal gaat het zo dat een bedrijf zich inschrijft in een bedrijvengids opdat de naam van het bedrijf hierin wordt vermeld, in de veronderstelling dat hieraan geen kosten zijn verbonden. Later hoort het bedrijf pas dat het hiervoor moet betalen. Ik bied mijn volledige steun aan deze resolutie waarin de Europese Commissie wordt verzocht om de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame naar behoren uit te voeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Grech (S&D), schriftelijk. – (MT) Een juiste tenuitvoerlegging en handhaving van de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame is van het grootste belang voor het beschermen van kleine en kwetsbare organisaties en bedrijven tegen oneerlijke, misleidende of agressieve reclamepraktijken. Hoewel de richtlijn van toepassing is op misleidende reclamepraktijken tussen bedrijven, beschermt zij in bredere zin de belangen van consumenten, waarborgt zij de soepele werking van de eengemaakte markt, en verbetert zij de levens van burgers aanzienlijk. Ik heb verbetering waargenomen, maar ik geloof nog steeds dat er veel gedaan moet worden om oneerlijke misleidende praktijken een halt toe te roepen. Bedrijven in Europa zijn nog steeds het slachtoffer van onoorbaar misleidend gedrag dat leidt tot aanzienlijke financiële verliezen, vooral voor kleine bedrijven en pas opgerichte bedrijven. Vanwege de onnauwkeurige omzetting van de richtlijn in nationaal recht vrees ik dat er nog steeds weinig samenhang is in de regelgeving van de lidstaten op dit gebied. Als er geen verbetering komt zal verdere actie noodzakelijk zijn. Nauwere samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten is nodig om de richtlijn beter ten uitvoer te leggen en te handhaven. Wat ook nodig is, is betere voorlichting en training, in het bijzonder voor kleine bedrijven en ambtenaren. Flexibele regels voor sancties, klachten en schadeloosstellingsmechanismen zijn nodig om ons aan de veranderende marktomstandigheden en nieuwe handelsgebruiken aan te passen.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE), schriftelijk. – (PL) Met het aannemen van deze resolutie roept het Europees Parlement voor de zoveelste keer op tot bescherming van kleine en middelgrote ondernemingen. Het gebeurt steeds vaker dat bedrijven het aanbod krijgen om zich op te laten nemen in een bedrijvengids, terwijl de indruk wordt gewekt dat dit een gratis service is. Helaas blijkt bij het aanvullen van de informatie dat zij een verbintenis zijn aangegaan die hen verplicht gedurende een bepaalde periode een bepaalde vergoeding te betalen. Ondernemers beklagen zich bij het Europees Parlement over dit soort misleidende praktijken. Daarom willen wij dat de Europese Commissie verifieert op welke wijze de lidstaten de voorschriften uit Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame ten uitvoer hebben gelegd. Het Europees Parlement dringt er tevens op aan dat de zaak van de misleidende bedrijvengidsen meegenomen wordt bij de herziening van de deze richtlijn. In de resolutie die we vandaag hebben aangenomen, verwijzen we ook naar een voorstel dat eerder is gedaan in de door het Parlement aangenomen resolutie uit 2008 over dezelfde kwestie, namelijk het opstellen van een zwarte lijst van misleidende praktijken van ondernemers die bedrijvengidsen beheren. Ik hoop dat de Europese Commissie niet zal aarzelen met het nemen van de benodigde maatregelen om kleine en middelgrote ondernemingen te beschermen tegen deze misleidende praktijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. – (LT) Ik was verheugd over dit document omdat het Parlement meer dan vierhonderd verzoekschriften heeft ontvangen met betrekking tot wijdverbreide misleidende praktijken van ondernemingen die bedrijvengidsen beheren, die duizenden, vooral kleine bedrijven in de Europese Unie treffen en ingrijpende financiële gevolgen hebben – en het Parlement ontvangt nog steeds verzoekschriften en klachten over ondernemingen die bedrijvengidsen beheren. De betreffende misleidende handelspraktijken bestaan er doorgaans in om bedrijven, maar ook beroepsbeoefenaren en entiteiten zonder winstoogmerk ertoe over te halen zich gratis te laten opnemen in een bedrijvengids, maar de ondertekenaars ontdekken dan later dat zij een contract tegen een bepaalde vergoeding hebben ondertekend. De ondernemingen die bedrijvengidsen beheren zijn vaak in een andere EU-lidstaat gevestigd dan in de lidstaat van hun slachtoffers, waardoor het voor laatstgenoemden moeilijk wordt om bij de nationale instanties bescherming te krijgen en/of verhaal te halen. De Commissie wordt dringend verzocht haast te maken met haar activiteiten met betrekking tot de herziening en verbetering van Richtlijn 2006/114/EG en andere relevante wetgeving om zo snel mogelijk een einde te maken aan de misleidende praktijken van ondernemingen die bedrijvengidsen beheren, in het bijzonder door misleidende praktijken van dergelijke ondernemingen op een specifieke zwarte lijst te plaatsen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. – (UK) Ik heb voor deze resolutie gestemd die de Commissie aanspoort voort te maken met het herzien en verbeteren van de richtlijn en andere relevante wetgeving teneinde de misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen zo snel mogelijk een halt toe te roepen, hoofdzakelijk door het opstellen van een zwarte lijst van misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL), schriftelijk. − (CS) De ontwerpresolutie naar aanleiding van de mondelinge vraag B7-0315/2011 inzake misleidende bedrijvengidsen is beknopt en heeft betrekking op twee kwesties die om voortdurende aandacht vragen. Allereerst is er de ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf door de organen en instellingen van de Europese Unie, in dit geval de bescherming tegen misleidende handelspraktijken. Ten tweede is er de bescherming van de mededinging door de bestrijding van oneerlijke mededingingspraktijken als misleidende en vergelijkende reclame. Ik ben ingenomen met de oproep aan de Commissie om zowel richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende en vergelijkende reclame te herzien en aan te scherpen, als corrigerende maatregelen te treffen tegen eventuele onvolledige tenuitvoerlegging van deze richtlijn door de lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. (PT) Misleidende reclame en oneerlijke handelspraktijken verstoren de interne markt. Daarom hebben we regelgeving nodig om consumenten en ondernemingen tegen dit soort praktijken te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. – (LV) Het Parlement heeft meer dan 400 petities ontvangen betreffende wijdverbreide misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen die duizenden vooral kleine bedrijven treffen in de Europese Unie, met aanzienlijke financiële gevolgen. Het Parlement ontvangt nog steeds petities en klachten over bedrijvengidsen. De misleidende handelsgebruiken in kwestie bestaan normaliter uit het lokken van bedrijven en eveneens beroepsbeoefenaars en non-profitorganisaties met het aanbod zich gratis in de bedrijvengids te registreren. Later ontdekken de ondertekenaars dat het contract ze verplicht tot het betalen van een vergoeding. De bedrijvengidsen registreren zich vaak in een andere lidstaat dan hun slachtoffers, waardoor de laatstgenoemden moeilijker bescherming of schadeloosstelling kunnen krijgen van hun nationale overheid. Het Europees Parlement spoort de Commissie aan voort te maken met het herzien en verbeteren van richtlijn 2006/114/EG en andere relevante wetgeving teneinde de misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen zo snel mogelijk een halt toe te roepen, hoofdzakelijk door het opstellen van een zwarte lijst van misleidende handelsgebruiken van bedrijvengidsen. Ik ben het er volledig mee eens en heb voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) In de afgelopen jaren is er helaas een toenemende trend ontstaan van misleidende praktijken en misleidende reclame. Vroeger waren de slachtoffers van deze oplichters meestal consumenten, maar deze frauduleuze praktijken vinden intussen al vaker ook in de zakenwereld plaats. Het probleem is dat deze oplichters vaak grensoverschrijdend werken, wat het moeilijker maakt om de daders te pakken en te bestraffen. Sommige van deze bedrijven veranderen voortdurend van naam of van postbus, en dat maakt het heel moeilijk om de figuren achter de schermen te pakken te krijgen. Daarom is het belangrijk dat we de bestaande lacunes sluiten, om deze fraude beter aan te kunnen pakken. Deze maatregelen mogen echter niet beperkt blijven tot deze sector, de concreet genoemde misleidende gegevensbankdiensten, we moeten onverbiddelijk optreden tegen de verschillende vormen van fraude waarvan de consumenten het slachtoffer worden. Ik beschouw dit verzoekschrift als een eerste stap in de juiste richting, al moeten we nog meer maatregelen nemen, en daarom heb ik er mee ingestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rolandas Paksas (EFD), schriftelijk. – (LT) Ik verwelkom deze resolutie omdat we eerlijke handelspraktijken moeten aanmoedigen en de verspreiding van misleidende handelspraktijken moeten stoppen. Daartoe moeten we effectieve middelen om verhaal te halen creëren. Momenteel lijden de meeste bedrijven, met name kleine en middelgrote bedrijven, aanzienlijke financiële verliezen tengevolge van deze misleidende activiteiten. Ondernemingen ontvangen onjuiste zakelijke voorstellen en worden verleid tot ondertekening van ongewenste contracten voor het adverteren in bedrijvengidsen. In een dergelijk geval zijn de nationale instanties niet in staat om adequate bescherming te bieden of verhaal te halen, omdat de ondernemingen die bedrijvengidsen beheren vaak zijn gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van de getroffen ondernemingen. Hierdoor kunnen de ondernemingen die bedrijvengidsen beheren ongehinderd misbruik maken van de huidige situatie. Om deze oneerlijke activiteiten zo snel mogelijk een halt toe te roepen, moet de Commissie een zwarte lijst samenstellen met misleidende praktijken van ondernemingen die bedrijvengidsen beheren en relevante wetgeving aannemen, waarbij in het bijzonder moet worden gekeken naar de bepalingen van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame. Ik ben van mening dat we de juiste voorwaarden voor samenwerking tussen de nationale instanties van de lidstaten moeten creëren, waardoor de grensoverschrijdende toepassing van administratieve of wettelijke maatregelen zou worden vergemakkelijkt. De Europese Unie moet deze maatregelen uitvoeren opdat de interne markt normaal kan functioneren, de consumenten worden beschermd en ondernemingen op een eerlijke wijze zaken kunnen doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Justas Vincas Paleckis (S&D), schriftelijk. − (CS) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd omdat de huidige situatie ten aanzien van misleidende handelspraktijken - die tegen het communautaire recht indruisen - er onomwonden in aan de kaak wordt gesteld, alsook omdat deze aangeeft dat het voor de slachtoffers als gevolg van de internationale dimensie van de oplichterij moeilijk is om vervolging tegen de oplichters in te stellen en hen te bestrijden. De kwetsbare kleine bedrijven en zelfstandige ondernemers dienen broodnodig te worden beschermd tegen de misleidende bedrijvengidsen, wat betekent dat het Europees Parlement en de EU als geheel goed duidelijk dienen te maken dat het Europese recht voor iedereen geldt en iedereen het moet naleven. De Commissie wordt in onderhavige resolutie opgeroepen om de omzetting, tenuitvoerlegging en nationale handhaving van Richtlijn 2006/114/EG pro-actief te verifiëren en zo nodig corrigerende maatregelen te treffen, reden waarom deze mijn volste steun heeft. De Commissie dient ook meer vaart te zetten achter haar activiteiten inzake de herziening en verbetering van de richtlijn en andere relevante wetgeving om onverwijld een einde te maken aan de misleidende praktijken van ondernemingen die bedrijvengidsen beheren.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. (PT) In deze resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2011 over misleidende praktijken van bedrijvengidsen, wordt de Europese Commissie gevraagd voortgang te maken met de herziening en verbetering van de richtlijn en andere relevante regelgeving op dit gebied, om zo snel mogelijk een einde te maken aan de misleidende praktijken van ondernemingen achter bedrijvengidsen, in het bijzonder door een zwarte lijst aan te leggen van praktijken van bedrijvengidsen die als misleidend moeten worden beschouwd.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. (PT) Zoals de rapporteur aangeeft, heeft het Europees Parlement meer dan 400 verzoekschriften ontvangen over misleidende handelspraktijken, die het functioneren van de interne markt belemmeren. Enerzijds omdat het vertrouwen van de consument van essentieel belang is voor het goed functioneren van de economie; anderzijds, en belangrijker nog, omdat dit een praktijk is die wettelijk verboden moet worden. Dit onderwerp is zo belangrijk dat er al eerder Europese regelgeving voor is uitgewerkt. Gezien de resultaten daarvan tot op heden, moet de Commissie worden aangespoord om haar toezicht op de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2006/114/EG te verscherpen, en de beperkingen van de richtlijn in kaart te brengen om deze te kunnen verbeteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (CS) Het EP: 1. Betreurt het feit dat Richtlijn 2006/114/EG(2) inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame, die op transacties tussen bedrijven van toepassing is, blijkbaar geen doeltreffende oplossing biedt ofwel door de lidstaten niet naar behoren wordt toegepast; 2. Brengt in herinnering dat de Commissie, hoewel ze niet bevoegd is voor het rechtstreeks afdwingen van de naleving van Richtlijn 2006/114/EG door individuele personen of bedrijven, de plicht heeft erop toe te zien dat de lidstaten deze richtlijn naar behoren ten uitvoer leggen; 3. Roept de Commissie op om de omzetting, tenuitvoerlegging en nationale handhaving van Richtlijn 2006/114/EG pro-actief te verifiëren en, indien nodig, corrigerend in te grijpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor deze resolutie gestemd die onderdeel uitmaakt van de vuist van Europese politici uit de 27 landen tegen deze vorm van oplichterij. Bedrijven, vooral in mijn regio van Zuidoost-Engeland, vallen al veel te lang met de regelmaat van de klok ten slachtoffer aan deze gewetenloze praktijken. Kiezers uit mijn district hebben mij verteld dat zij een uitnodiging hadden gekregen om kosteloos reclame te maken voor hun bedrijf, om niet veel later een dikke factuur in de bus te krijgen vergezeld van juridische bedreigingen. Deze praktijken worden bedreven vanuit Spanje, maar zouden overal vandaan kunnen komen. De lokale autoriteiten in Spanje dienen zich veel meer in te spannen om dergelijke oplichters aan te pakken en bij dergelijke oplichterij betrokken personen te vervolgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Rafał Trzaskowski (PPE), schriftelijk. – (PL) Het aantal klachten dat het Europees Parlement heeft ontvangen over misleidende bedrijvengidsen en het feit dat die vaak een grensoverschrijdend karakter hebben, toont aan dat er behoefte bestaat aan verbetering van de EU-regelingen op dit gebied.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Ik heb voor de resolutie gestemd, en voor de daarin gestelde eis om de juridische situatie te verbeteren. In de tussentijd moeten we echter al besluiten nemen, om te verhinderen dat het aantal slachtoffers nog stijgt. We moeten een strategische informatiecampagne voeren om deze gehaaide zakenlieden het gras voor de voeten weg te maaien. Wie een aanbieding krijgt om te worden opgenomen in een adressenbestand, moet daar absoluut heel goed over nadenken, vooral wanneer er wordt beweerd dat dit gratis is.

 

10. Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag: zie notulen
 

(De vergadering wordt om 12:55 uur onderbroken en om 15:00 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: LIBOR ROUČEK
Ondervoorzitter

 

11. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen
Video van de redevoeringen

12. Debatten over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat
Video van de redevoeringen

12.1. Madagascar (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het debat over Madagascar(1).

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het illegale en ongekozen regime van Andry Rajoelina staat stijf van de corruptie en heeft talloze schendingen van de mensenrechten op Madagaskar op zijn kerfstok staan, ondanks het feit dat Rajoelina aan de macht kwam vol beloftes om een einde te maken aan de corruptie en de schendingen van de mensenrechten die naar verluidt onder de afgezette voormalige president Marc Ravalomanana hoogtij vierden. Deze ironie zal de reeds jarenlang lijdende bevolking van Madagaskar die voor een groot deel in deerniswekkende armoede leeft niet zijn ontgaan. De EU dient nu te bekijken hoe de doelgerichte maatregelen tegen Rajoelina en diens maatjes en gabbers kunnen worden aangescherpt en mogelijkerwijze gebruik kan worden gemaakt van de bepalingen in het Cotonouverdrag ten aanzien van wanbestuur en de nodige sancties kunnen worden opgelegd.

De Afrikaanse Unie (AU) kan veel meer doen. We hebben wel veel platitudes uit de mond van de AU kunnen optekenen, maar tot nog toe nog maar weinig concreets te zien gekregen. Zo zou de Unie kunnen bemiddelen voor een akkoord tussen Rajoelina en Ravalomanana, zodat de voormalige president zonder enig risico naar Madagaskar terugkeren kan. Rajoelina zou zijn rivaal ook de mogelijkheid moeten bieden om zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van september dit jaar.

Helaas zijn de tekenen als het om stabiliteit en verzoening in Madagaskar gaat niet bijster hoopgevend. Toch hoop ik dat er in de komende maanden een vredelievende oplossing voor de situatie tot stand komt.

 
  
MPphoto
 

  Véronique De Keyser, auteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, het is niet de eerste keer dat wij in dit Parlement over de tragische gebeurtenissen in Madagaskar spreken.

Sinds de resolutie van februari 2010 is de situatie van de bevolking van Madagaskar nauwelijks veranderd, zo niet verslechterd. Ik denk in de eerste plaats aan de bevolking, want die is het voornaamste slachtoffer. Daarnaast vindt er momenteel een machtsstrijd plaats waaraan geen einde lijkt te komen.

Het Europees Parlement heeft al meer dan een jaar geleden duidelijk zijn steun uitgesproken voor het idee van een democratisch proces dat tot verkiezingen zou kunnen leiden. Dat is nog steeds niet gebeurd. Rajoelina is nog steeds aan de macht. We bevestigen in deze resolutie nogmaals dat hij niet mag deelnemen aan nieuwe verkiezingen. Dat moet duidelijk zijn.

Ik zou ervoor willen pleiten dat de huidige onderhandelingen met de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), die tot op heden nog geen duidelijke resultaten hebben opgeleverd, nog een kans krijgen om tot een goed einde te worden gebracht. Daarom kies ik voor een gematigde toon met betrekking tot de situatie, om nog een kans te geven aan de onderhandelingen, die op zeer korte termijn zouden moeten plaatsvinden en hopelijk tot resultaten zullen leiden.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, voor deze keer kan de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links vandaag de toon van de resoluties die ons worden voorgelegd slechts betreuren. Dat geldt in het bijzonder voor de resolutie over Madagaskar. In februari 2010, bij de aanneming van de vorige spoedresolutie over dit land, ben ik al eens in de gelegenheid geweest om deze en andere resoluties te betreuren.

In dit land, zoals in veel andere Afrikaanse landen, geeft de Europese Unie blijk van haar politieke onmacht en door een verzwaring van de economische sancties tegen dit land te eisen zullen we de zaken niet vooruit helpen. De enige slachtoffers van deze situatie zijn en blijven de Malagassische burgers, die daar toch geen behoefte aan hebben. Wij hadden liever gezien dat het Europees Parlement duidelijk zijn steun had uitgesproken voor de bemiddelaar van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika, die al een jaar lang geen moeite heeft gespaard om een oplossing te vinden die zo breed mogelijk wordt gedragen.

We hadden liever een boodschap gezien waarin het bemiddelingswerk van de heer Chissano werd toegejuicht, die een routekaart heeft gepresenteerd aan de SADC voor het oplossen van de politieke crisis in Madagaskar. Zaterdag zal er in Johannesburg een nieuwe bijeenkomst van de SADC plaatsvinden in aanwezigheid van alle vertegenwoordigers van de verschillende Malagassische politieke stromingen, met als doel om deze routekaart te bekrachtigen.

We willen het opnemen voor de Malagassische bevolking en hun zeggen dat het uitsluitend aan hen is om te beslissen over hun leiders, zonder internationale druk. Het is de rol van de Europese Unie om hen daarbij te helpen. Wij sluiten ons daarom niet aan bij deze partijdige resolutie, waarmee we olie op het vuur dreigen te gooien in plaats van de inspanningen van de SADC te steunen, en wij weigeren om de verzwaring van de economische sancties te steunen.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur.(RO) Mijnheer de Voorzitter, net als de vorige sprekers wil ik vermelden dat er sinds onze vorige bespreking van de situatie in Madagaskar op 20 februari 2010 geen vooruitgang is geboekt. We zouden kunnen zeggen dat er geen transitie naar democratie heeft plaatsgevonden maar naar een nog ernstiger crisis dat een jaar en een paar maanden geleden. De bijeenkomst van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika in Gaborone werd gepresenteerd als een laatste kans. Helaas hebben we gezien dat de bijeenkomst is mislukt. Ik ben van mening dat we erop mogen hopen dat bij de bijeenkomst van dit weekend, op zaterdag, er toch een aantal positieve ontwikkelingen zullen zijn.

Daartegenover staat dat de economische en sociale situatie van Madagaskar zeer ernstig is. De meerderheid van de bevolking leeft van minder dan 1 dollar per dag. Hoe kan een uitweg uit deze situatie worden gevonden? Door een neutraal, inclusief transitieproces waarin ieder zich kan vinden. We zijn hier niet om aan een bepaalde partij onze steun te geven maar om het idee van een dergelijk proces te steunen.

 
  
MPphoto
 

  Izaskun Bilbao Barandica, auteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, na de staatsgreep heeft de regering van Rajoelina Madagascar veranderd in een brandhaard van politieke instabiliteit. Het is een land waarin geen scheiding der machten is, waarin de media onder controle staan van de regering, waarin de mensenrechten geschonden worden en de huidige veiligheidstroepen zich misdragen ten opzichte van de bevolking, die rechtstreeks te lijden heeft gekregen onder de politieke gevolgen. Dit onwettige regime veroorzaakt allerlei enorme humanitaire problemen in het land dat rijk is aan hulpbronnen, door het gebrek aan eerste levensmiddelen, water en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs.

De Europese Unie moet haar humanitaire hulp aan de bevolking voortzetten en bijdragen aan een akkoord tussen de partijen, dat gericht is op een neutrale overgangsregering die op een consensus berust en inclusief is, teneinde de grondwettelijke orde te herstellen en op te roepen tot vrije, transparante en democratische verkiezingen die alle bewegingen en politieke leiders in staat stellen om vrij deel te nemen en die Madagaskische volk zijn eigen toekomst laten bepalen.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Kiil-Nielsen, auteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie veroordeelt nogmaals de omstandigheden waaronder de heer Rajoelina aan de macht is gekomen in Madagaskar. De zeer instabiele politieke situatie van het land is uiterst verontrustend. Er vinden talrijke schendingen van de mensenrechten plaats: geweld tegen betogers, onrechtmatige arrestaties, willekeurige gevangenschap en misstanden jegens journalisten en politieke tegenstanders. De veiligheidsdiensten kunnen straffeloos hun gang gaan.

Leiders van politieke oppositiebewegingen worden gevangen genomen. Wij eisen hun vrijlating. Bovendien bedreigt het ongecontroleerde beheer van de natuurlijke rijkdommen van het land de ontwikkelingsperspectieven voor de komende generaties en kan het leiden tot een milieuramp. Wij veroordelen de illegale exploitatie van de minerale hulpbronnen, alsmede de plundering van kostbaar hout en met name rozenhout.

Het herstel van de rechtsstaat in Madagaskar is bijzonder spoedeisend en daarvoor is het noodzakelijk dat er vrije, transparante en democratische verkiezingen worden georganiseerd met internationale hulp en bovenal met hulp van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Filip Kaczmarek, namens de PPE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, in onze resolutie veroordelen wij de veelvuldige schendingen van de mensenrechten en de veelvuldige gewelddaden van de Malagassische veiligheidsdiensten tegen hun eigen bevolking en dringen wij aan op ontbinding van alle politieke milities, op volledige eerbiediging van de mensenrechten, burgerrechten, de politieke, sociale en economische rechten en het herstel van de rechtsstaat. We eisen de onmiddellijke vrijlating van politieke gevangenen en de directe terugkeer van politieke ballingen. Het herstel van de grondwettelijke orde is een voorwaarde voor terugkeer naar normaliteit in Madagaskar. Wat nodig is, zijn vrije, transparante en eerlijke verkiezingen die onder toezicht van de internationale gemeenschap zijn georganiseerd en voldoen aan democratische normen. Ons belangrijkste dilemma is op welke wijze we de humanitaire hulp aan de Malagassische bevolking kunnen opvoeren, omdat we het niet-constitutionele regime niet erkennen. Ik hoop dat deze hulp ondanks alles effectief kan zijn.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu, namens de S&D Group-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is nu twee jaar geleden dat een militair regime gewapenderhand de macht in Madagaskar heeft overgenomen. Sinds die tijd heeft het geen van haar beloftes waargemaakt en is er dus nog altijd geen democratie, geen politieke pluraliteit en geen vrijheid van meningsuiting.

Het feit dat de Afrikaanse Unie het lidmaatschap van het land heeft opgeschort met de verklaring dat ze het politieke regime illegaal acht, heeft - in combinatie met opschorting van de hulp van het IMF en de Wereldbank - geleid tot de internationale isolatie van de regering en verergering van de problemen van de bevolking, verstoken als deze nu is van buitenlandse hulp.

Met het oog daarop worden er in onze ontwerpresolutie twee pakketten maatregelen uiteengezet: een oproep aan de EU alsook de Veiligheidsraad om enerzijds het door de Afrikaanse Unie afgekondigde visumverbod uit te breiden naar al hun lidstaten en anderzijds om de humanitaire hulp aan de burgerbevolking in Madagaskar op te voeren.

Op politiek vlak dient de EU er bij de politieke partijen in Madagaskar op aan te dringen dat zij hun onmiskenbare conflicten achterlaten en zich aansluiten bij de door de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap voorgestelde routekaart om de crisis te boven te komen.

Daartoe is een besluit van de voormalige president Marc Ravalomanana om naar zijn land terug te keren van cruciaal belang, daarbij rekening houdend met het feit dat de huidige leiders hem dwingen om tussen ofwel ballingschap ofwel levenslange dwangarbeid te kiezen.

 
  
MPphoto
 

  Kristiina Ojuland, namens de ALDE Group-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, een militaire staatsgreep in Madagaskar werd gevolgd door voortdurende schendingen van mensenrechten en burgerlijke vrijheden. We hebben aan moeten zien hoe de uitvoerende, wetgevende en recht sprekende bevoegdheden alsook de media zijn samengebald in handen van Andry Rajoelina die zichzelf getooid heeft met de titel van president van de Hoge Overgangsautoriteit.

Het doet me deugd dat de EU en haar lidstaten niet zijn overgegaan tot erkenning van deze onwettelijke regering. Het is uitgesloten dat wij ooit enige autoritaire heerser om wat voor reden ook officieel erkennen door formele betrekkingen met hem aan te gaan, ook al hebben we dat in het verleden niet nagelaten. Ik ben dan ook ingenomen met de totnogtoe aan het regime opgelegde sancties en zou de internationale gemeenschap willen aanmoedigen om deze uit te breiden, teneinde de regering van Rajoelina uit het zadel te lichten en zo te zorgen voor een echte en definitieve overgang naar de democratie.

 
  
MPphoto
 

  Monica Luisa Macovei (PPE).(RO) Mijnheer de Voorzitter, de staatsgreep van maart 2009 is gevolgd door geweld, mensenrechtenschendingen waaronder willekeurige arrestaties van oppositieleiders en onveiligheid in het land. Deze zaken moeten worden onderzocht en de schuldigen moeten worden gestraft. Het regime boycot de internationale en regionale inspanningen om de vrede te herstellen en vrije verkiezingen te organiseren voor een legitieme, democratische regering. We moeten onze inspanningen om oplossingen te vinden echter niet opgeven. Daarnaast moet de politieke militie zo snel mogelijk worden ontbonden en het machtsmisbruik van de veiligheidstroepen tegen de bevolking worden beëindigd. Het is cruciaal dat er zo snel mogelijk vrije, democratische verkiezingen worden georganiseerd zodat er een legitieme, grondwettelijke orde kan worden ingesteld en de wederopbouw van het land van start kan gaan. Daarom roep ik de Commissie en de Raad op om hun inspanningen voort te zetten en sneller uit te breiden, om oplossingen te bieden en ook de randvoorwaarden voor het organiseren van vrije verkiezingen en bescherming van de mensenrechten in Madagaskar.

 
  
MPphoto
 

  Mitro Repo (S&D). (FI) Mijnheer de Voorzitter, de bevolking van het op drie na grootste eiland ter wereld lijdt al sinds de militaire coup in 2009. In Madagaskar is een illegale regering aan de macht, die niet door het volk is gekozen. Zelfs de natuurlijke rijkdommen en hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen hebben geen welvaart gebracht. De Malagassiërs leven in armoede en ellende op hun eiland.

Herhaaldelijke schendingen van de mensenrechten, het lastigvallen van politici, gelovigen en het maatschappelijk middenveld, herhaaldelijke willekeurige arrestaties, het plunderen van kerken en het intimideren van de pers zijn dagelijkse praktijken in het land. De lijst is zelfs nog langer: mediacensuur, het arm houden van de bevolking, illegale arrestaties, verdwijningen en marteling.

Naast het humanitaire leed wordt ook de biodiversiteit van Madagaskar bedreigd. De flora en fauna van het eiland hebben zich in afzondering ontwikkeld en zijn onvervangbaar en uniek in de wereld.

Het volk moet zijn toekomst zelf in de hand hebben en de Europese Unie moet de Malagassiërs op alle mogelijke manieren steunen.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). - Mijnheer de Voorzitter, de situatie in Madagaskar is een klassiek voorbeeld van oude wijn in nieuwe zakken. Dit illegale regime is in 2009 met militaire steun aan de macht gekomen en de situatie is er geen haar door beter op geworden. Alle oude slechte gewoonten zijn gewoon gebleven: wederrechtelijke dodingen, geestelijke en lichamelijke marteling van gevangenen, overbevolkte gevangenissen en te pas en te onpas gebruikte voorlopige hechtenis en natuurlijk de enorme armoede met het minimumloon van USD 35,- per maand.

De oplossing is eenvoudig. Er is daar een democratische regering nodig en wij in de Europese Unie moeten ons inspannen voor de totstandkoming daarvan, want anders is enige vooruitgang een utopie. Als we kunnen zorgen voor vrije verkiezingen en een nieuwe regering, kan de Europese Unie tezamen met andere internationale organen, de Afrikaanse Unie in het bijzonder, dit land aan de hand nemen op zijn weg naar democratie en economisch herstel.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, sinds de machtsovername in maart 2009 is de politieke situatie in Madagaskar onstabiel en zijn er voortdurend nieuwe onlusten. De regering-Rajoelina schendt de mensenrechten en onderdrukt haar eigen burgers.

In mei 2011 namen vertegenwoordigers van de ACS-EU-groep het standpunt in dat Madagaskar snel een goed functionerende overgangsregering moet hebben. Momenteel wordt geprobeerd uit deze crisis te komen en daarvoor heeft de Gemeenschap voor de ontwikkeling van Zuidelijk Afrika (SADC) elf Malagassische politieke partijen uitgenodigd voor een topbijeenkomst in Botswana. Drie van de belangrijkste oppositiepartijen hebben deze routekaart echter afgewezen, omdat Rajoelina daarin tot de volgende verkiezingen aan de macht kan blijven. Rajoelina heeft tot nu toe alle mogelijke eerdere pogingen om een overeenkomst te bereiken gefrustreerd. Waarom zou hij dit keer dan moeten worden vertrouwd? De Europese Unie en de internationale gemeenschap moeten daarom ingrijpen om een eind te maken aan de illegale regering van Rajoelina.

 
  
MPphoto
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (S&D). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de oorzaak van de huidige politieke crisis in Madagaskar is de militaire staatsgreep van twee jaar geleden, waardoor de democratisch gekozen president van Madagaskar, Marc Ravalomanana, gedwongen werd om af te treden en in ballingschap te gaan. De machtsovername door het leger is sterk veroordeeld door de internationale gemeenschap, inclusief de Europese Unie die onmiddellijk is overgegaan tot stopzetting van de ontwikkelingshulp. Bovendien is Madagaskar geschorst als lid van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika en de Afrikaanse Unie, waardoor het eiland nog verder in een isolement is geraakt. De politieke crisis in Madagaskar is nu in een beslissende fase terechtgekomen. Er bestaat een kans dat de politieke leiders in de lopende onderhandelingen een einde maken aan de crisis. Dat is een gelegenheid bij uitstek om de grondwettelijke orde te herstellen en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Deze gesprekken zijn ook van grote betekenis voor het herstel van de fondsen voor dit land dat eerder 600 miljoen euro aan EU-ontwikkelingshulp aan zijn neus voorbij zag gaan. Ik hoop dat de partijen die tot nu toe in conflict waren, in staat zijn om een routekaart in te voeren die voorziet in het ontstaan van een overgangsregering, totdat er nieuwe en naar ik hoop eerlijke verkiezingen worden uitgeschreven.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst zeggen dat ik het zeer betreur dat de Portugese versies van deze resoluties vanmiddag pas zo laat beschikbaar waren. Sommige ervan zijn nog steeds niet beschikbaar, en ik wil daar krachtig tegen protesteren.

Wat de situatie in Madagaskar betreft, kan de Europese Unie haar steun geven aan een verzoeningsproces, maar ze moet zich daarbij wel onthouden van ingrijpen of inmenging in zaken waarover alleen de bevolking van Madagaskar kan besluiten. De Europese Unie moet vooral geen partij kiezen in dit conflict. Wat we doen, moet in het belang zijn van de bevolking van Madagaskar en niet van één van de bij het conflict betrokken partijen.

Het is belangrijk om de inspanningen te steunen van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika om het conflict op te lossen en een politieke oplossing voor deze crisis te vinden, en daar een vervolg aan te geven. We willen van onze kant hier benadrukken dat het vermogen van de bevolking van Madagaskar om hun eigen toekomst te kiezen en te bepalen, gerespecteerd moet worden.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE).(RO) Mijnheer de Voorzitter, de huidige politieke crisis in Madagaskar vormt een bedreiging voor de democratie en de stabiliteit in de regio. Het afzetten van de democratisch gekozen president heeft geleid tot een klimaat van geweld en onzekerheid. Ik wijs erop dat de internationale donoren hun financiële steun aan de bevolking van het eiland hebben teruggetrokken. Dit betekent dat Madagaskar nu een armoedepercentage van 80 procent heeft. De VS zijn gestopt met belastingvrijstelling voor textielimport vanuit dit land om dezelfde reden. Dit heeft geleid tot het verdwijnen van een van de belangrijkste bronnen van het nationaal inkomen. Ik verwelkom de inspanningen van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika om een eind aan de crisis te maken en de democratie in het land te herstellen. Naar mijn mening is het cruciaal om regionale organisaties te betrekken bij het wegnemen van deze spanningen en om een politiek compromis te kunnen bereiken.

 
  
MPphoto
 

  George Sabin Cutaş (S&D).(RO) Mijnheer de Voorzitter, de politieke crisis in Madagaskar heeft ertoe geleid dat dit land internationaal geïsoleerd is geraakt. De Europese Unie heeft door middel van handhaving van de bepalingen van de Overeenkomst van Cotonou de financiële hulp stopgezet en het IMF en de Wereldbank hebben hetzelfde gedaan. Ik steun de maatregelen van de Europese Unie, nu de overgang naar een democratisch systeem voor onbepaalde tijd in gevaar wordt gebracht door de illegale en daarmee ongrondwettelijke wijze waarop Rajoelina de macht greep.

Aan de andere kant is de beslissing om sancties in te stellen altijd moeilijk, vanwege de onvermijdelijke humanitaire, economisch en sociale gevolgen. We moeten aan het Malagassische volk denken, dat onze steun nodig heeft. We moeten die laten zien door niet alleen op te roepen tot vrije, pluralistische verkiezingen en herstel van de democratie maar ook concreet, door de juiste humanitaire hulp te bieden.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, pas sinds juli 2003 is Madagaskar weer begonnen met het actief deelnemen aan het leven van de Afrikaanse Unie, aangezien het land tot aan de jaren ‘90 vooral met niet-geallieerde socialistische landen politieke en economische betrekkingen had.

Middels de militaire staatsgreep van maart 2009, echter, heeft de voormalige burgemeester van de hoofdstad zich in het presidentiële paleis geïnstalleerd, dat al was bezet door het leger dat hem steunde. Na negentien maanden van institutionele crisis in het land, juist op de dag waarop bijna acht miljoen Malagassiërs waren opgeroepen om over de hervorming van de grondwet te stemmen, is afgelopen november 2010 elke hoop op het bouwen van een echte democratie in deze voormalige Europese kolonie vervlogen. Er is nu een overgangsregering in Madagaskar, maar dat voorspelt weinig goeds, noch op economische niveau – als we bedenken dat de mensen daar minder dan een dollar per dag te besteden hebben – noch op humanitair niveau.

Omdat noch de Europese Unie noch de Afrikaanse Unie tot nu toe geen enkel compromis met de regering van Madagaskar heeft bereikt, zijn er enkele maatregelen genomen, waaronder het opschorten van hulp van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, alsook onze nagelaten erkenning van de overgangsregering. We veroordelen de staatsgreep en benadrukken de urgente noodzaak van vrije en transparante verkiezingen, gemonitord door de internationale gemeenschap.

 
  
MPphoto
 

  William (The Earl of) Dartmouth (EFD). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik koesterde veel respect voor u, maar het is toch echt aan de spreker zelf om te bepalen hoe snel hij spreekt, dat moet echt aan de spreker worden overgelaten. De sprekers in het Parlement mogen niet het risico lopen dat hun interventie gestoord wordt door onderbrekingen van de Voorzitter namens de tolken. Mag ik u daar dringend op wijzen?

(Tekenen van onrust)

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Lord Dartmouth, ik deel uw mening voor het grootste deel, maar onze tolken geven ook aan dat zij het tempo niet kunnen bijhouden. Wanneer ik een spreker onderbreek, geef ik hem uiteraard altijd extra tijd, dus is iedereen tevreden – de spreker is tevreden, u bent tevreden dat er getolkt wordt, en onze tolken zijn uiteraard ook tevreden. Dat is de bedoeling van het werk dat we hier doen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, sinds de militaire coup in maart 2009 beheersen de politieke instabiliteit en de verslechtering van de humanitaire situatie steeds meer het dagelijks leven van de Malegassiërs. Met de politieke crisis hebben ze nog meer problemen om basisvoedsel, water, hygiënische producten en gezondheidszorg te krijgen.

De huidige machthebbers hebben de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht illegaal gemonopoliseerd en controleren de media. De veiligheidsdiensten van het land maken zich schuldig aan geweld tegen burgers. Veel activisten zijn om politieke redenen gevangen gezet en voormalige politieke leiders zijn het land uit gevlucht.

De huidige onderhandelingen moeten worden opgevoerd en er moet een uitweg worden gevonden om de constitutionele orde te herstellen. De mensenrechtenschendingen vereisen onafhankelijk onderzoek. De Europese Unie moet meer humanitaire hulp aan Madagaskar geven en doorgaan met gerichte sancties, totdat er een oplossing voor de politieke crisis is gevonden.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte Parlementsleden, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger, mevrouw Ashton, maken zich grote zorgen over de situatie in Madagaskar en we hebben beloofd de mensen in dat mooie land te zullen blijven steunen.

We hechten groot belang aan het overwinnen van deze aanhoudende politieke crisis en de economische en sociale gevolgen ervan op de bevolking van Madagaskar waar de mensen van dag tot dag sterker onder gebukt gaan.

Net als u, leden van het Europees Parlement, volgen wij de ontwikkeling van zeer dichtbij en proberen we met al onze diplomatieke mogelijkheden een einde te maken aan de crisis.

De voorbije twee jaar heeft het land heel wat stappen achteruit gezet en werd vooruitgang geblokkeerd. Nu hebben we volgens mij echter een keerpunt bereikt. Twee dagen geleden, op 7 juni, gingen in Gaberone gesprekken van start tussen de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika (SADC) en de verschillende spelers in het land, om een oplossing voor de crisis te vinden die gebaseerd is op neutraliteit en consensus, waarbij alle relevante groeperingen betrokken zijn en die door de internationale gemeenschap en de brede meerderheid van de burgers van Madagaskar gesteund kan worden.

We hopen erop, rekenen erop en proberen er mee voor te zorgen dat de gesprekken succesvol verlopen, zodat de Afrikaanse Unie en de internationale gemeenschap, met inbegrip van de EU, Madagaskar kunnen helpen en steunen om terug te keren naar de grondwettelijke rechtsstaat.

We kanten ons echter tegen elke poging om een overgang naar een eenzijdige 'de facto'-regering te bewerkstellingen. Daarom heeft de Europese Raad vorige week besloten om de maatregelen die op basis van artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou werden opgelegd, met nog eens een half jaar te verlengen. Dat heeft geen gevolgen voor humanitaire hulp en maatregelen ter bestrijding van armoede, op voorwaarde dat ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van dat artikel.

We zijn nog altijd bereid om het overgangsproces politiek en financieel te steunen, op voorwaarde dat het op een consensus is gebaseerd. Het moet gestoeld zijn op een stappenplan dat door de lokale spelers is overeengekomen en de steun genieten van de SADC, de Afrikaanse Unie en de internationale gemeenschap. Tegen die achtergrond hoop ik na twee slechte en moeilijke jaren op positieve ontwikkelingen. Hartelijk dank.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt zo dadelijk plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Tadeusz Zwiefka (PPE), schriftelijk. – (PL) Al enige maanden buigt heel Europa zich over de situatie in de Noord-Afrikaanse landen en observeert zij met onverhulde bezorgdheid de processen die zich in onze directe nabijheid afspelen. Vandaag keren we terug naar een ander land van het Afrikaanse continent dat al sinds lange tijd diep is weggezakt in chaos en politieke vergetelheid.

Madagaskar is een rechteloze staat geworden, waarin een illegaal regime toestaat dat het land wordt geplunderd en ondergedompeld in chaos. Repressie en het gebrek aan eerbied voor de rechten van de eigen burgers leiden slechts tot verergering van de situatie en dat loopt helaas meestal uit op bloedvergieten. Het aandringen op herstel van de grondwettelijke orde en het houden van open en vrije verkiezingen onder toezicht van de internationale gemeenschap lijkt op demagogie, het is echter de enige weg naar normaliteit in Madagaskar. We mogen daarnaast niet vergeten dat sancties weliswaar succesvol kunnen zijn, maar dat ze wel gepaard moeten gaan met een goed voorstel voor het oplossen van de politieke crisis. Hoe langer de huidige situatie voortduurt, hoe moeilijker het wordt om in de toekomst in Madagaskar de rechtstaat in te voeren.

 
  

(1) Zie notulen


12.2. Guantánamo: nakend besluit inzake de doodstraf (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het debat over zes ontwerpresoluties over Guantánamo: nakend besluit inzake de doodstraf(1).

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de ECR-fractie is van mening dat de doodstraf een kwestie is van ieders persoonlijk geweten hier in dit Parlement. Hoewel we achter het gemeenschappelijk standpunt van de EU staan, te weten geen doodstraf ongeacht de omstandigheden, blijft het een feit dat vele miljoenen Europese burgers - onze kiezers - er nog altijd voorstander van zijn.

Verder verwijst deze resolutie naar de mogelijke voltrekking van de doodstraf op een aantal van de meest gevaarlijke terroristen ter wereld, die hun handen er niet voor om draaiden om plannen te smeden voor moord op duizenden onschuldige burgers. Toen ik deze resolutie las, moest ik denken aan mijn eigen kiezers die zes jaar geleden genadeloos door terroristen die zich hadden laten inspireren door Al-Qa'ida, in Londen werden opgeblazen. De strijd tegen het wereldwijde moslimterrorisme is een asymmetrische oorlog met niet tevoren te overziene resultaten en ongeëvenaarde gevolgen, wat dringend om nieuwe internationale jurisprudentie vraagt om daar iets aan te doen.

Het gevangenenkamp Guantánamo Bay vormt een afspiegeling van deze tragische situatie. Het is tevens een weerspiegeling van het feit dat de Verenigde Staten een onevenredig deel van de lasten van de wereldwijde oorlog tegen de terreur op hun schouders dragen. Uiteraard dienen alle dergelijke rechtszaken door de Amerikaanse autoriteiten - per slot van rekening vertegenwoordigers van een democratisch land dat onze gezamenlijke waarden deelt - eerlijk te verlopen met alle juridische waarborgen voor een eerlijk proces van dien, het allerliefst door burgerlijke rechtbanken.

 
  
MPphoto
 

  Ana Gomes, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, Europa is faliekant tegen de doodstraf. Het dient te worden afgeschaft en de EU, met name de Hoge vertegenwoordiger en het aankomende Poolse voorzitterschap, alsook alle Europese lidstaten, dienen de VS op te roepen om in de eerste rechtszaak tegen een gevangene van Guantánamo voor de militaire commissie de doodstraf niet als strafoptie op te nemen. De zaak tegen de Saoedische burger Abd al-Rahim al-Nashiri dient de toon te zetten.

Het zou niet alleen een ernstige smet zijn op het Amerikaanse mensenrechtenblazoen als ze hem de doodstraf zouden geven, maar ook zou het totaal contraproductief werken in de strijd tegen terrorisme. President Obama heeft beloofd de schandelijke erfenis van president Bush die er geen been in zag om in naam van de nationale veiligheid het internationaal recht met voeten te treden, uit te wissen. President Obama heeft de belofte om Guantánamo te sluiten nog niet ingelost, iets waar de Europese lidstatenhem meer hadden kunnen en moeten ondersteunen. Maar het Congres moet ook helpen en druk op hem uitoefenen om het besluit om het systeem van militaire commissies nieuw leven in te blazen, terug te draaien. Het biedt namelijk geen enkele garantie op een eerlijk proces. Ook het besluit om de gedetineerden waartegen geen tenlastelegging is gedaan tot in het oneindige vast te houden, moet hij terugdraaien

De moet hier heel duidelijk in zijn: ofwel tenlastelegging, ofwel vrijlating. De heer Abd al-Rahim al-Nashiri is nu al negen jaar in de Verenigde Staten in voorarrest en hij zegt in het geheim te zijn vastgehouden door de CIA in een geheim detentiecentrum in Polen. Het aanstaande Poolse voorzitterschap van de EU heeft daarom nu de buitengewone verantwoordelijkheid om een man die is blootgesteld aan marteling, wederrechtelijke detentie en die nu een oneerlijk proces tegenover een militaire rechtbank over het hoofd hangt, rechtvaardigheid geven. Het is tijd om de zaken recht te zetten, zowel in de Verenigde Staten als in Europa.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Filip Kaczmarek (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag een vraag stellen. Waar heeft mevrouw Gomes de informatie over geheime gevangenissen in Polen vandaan? In Polen wordt deze zaak op dit moment onderzocht en tot nu toe is er geen enkel bewijs gevonden voor het bestaan van dergelijke gevangenissen. Het kan best zijn dat ze hebben bestaan, maar daar is geen bewijs voor en daarom wil ik graag weten uit welke bron deze informatie afkomstig is.

 
  
MPphoto
 

  Ana Gomes, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit Parlement heeft een onderzoek uitgevoerd naar de zogeheten uitleveringsprogramma en is afgereisd naar Polen en nog twee andere landen, waaronder Roemenië, waar er geheime gevangenissen zouden staan. We weten dat er iets gevonden is in Litouwen waarna er daar een parlementair onderzoek is geopend.

Van het aankomende Poolse voorzitterschap verwachten we niet minder dan een gedegen onderzoek om de waarheid ten aanzien van deze uiterst ernstige beschuldigingen boven water te krijgen.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links heeft besloten zich niet aan te sluiten bij deze resolutie over Guantánamo. We verwerpen de inhoud niet, maar we vinden de resolutie te voorzichtig. Persoonlijk betreur ik ook de manier waarop we aan de uitwerking van deze resolutie hebben gewerkt.

Wat een omhaal van woorden gebruiken we om de schendingen van de mensenrechten door een land dat zich als de grootste democratie ter wereld beschouwt te veroordelen, een land dat nog steeds de doodstraf hanteert en waarvan Guantánamo de wereld laat zien welke schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht worden begaan in naam van de strijd tegen het terrorisme.

Er worden op dit stukje Cubaans grondgebied al bijna tien jaar lang mannen gedetineerd, met als enige doel om de Amerikaanse rechterlijke bevoegdheden te omzeilen, en terwijl er voor sommigen van hen geen enkel bewijs bestaat. Er is in het geval van deze mannen sprake van willekeurige detentie. Erger nog, veel van hen zijn gemarteld, ook op Europees grondgebied, namelijk in Roemenië, Letland en Polen. Dat mogen we echter niet zeggen. We kunnen de hele wereld de les lezen op het gebied van mensenrechten, maar we zijn niet in staat om die rechten op ons eigen grondgebied te laten eerbiedigen.

We mogen er zelfs vandaag, in deze resolutie, niet over spreken! Ik betreur dat ten zeerste en ik denk niet dat we op deze manier de eerbiediging van de mensenrechten in de wereld vooruit zullen helpen.

Ja, we moeten het doodvonnis van de heer Abd al-Rahim al-Nashiri en vele anderen voorkomen, maar we hadden de positie van de Verenigde Staten op dit terrein sterker kunnen veroordelen, ook door ten minste de gewijzigde houding van president Obama, met name voor wat betreft de militaire rechtbanken, te betreuren.

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur. – (RO) Mijnheer de Voorzitter, ik heb een vraag voor mevrouw Vergiat. Jammer genoeg kan ik hem niet ook aan mevrouw Gomes stellen. In verband met deze beschuldigingen tegen Roemenië, net als die van mevrouw Gomes tegen Polen; denkt mevrouw Vergiat dat die helpen in de zaak van al-Nashiri? Op welke wijze helpt een verwijzing naar die beschuldigingen ons bij het zoeken naar hoe we de doodstraf kunnen voorkomen? Of gaat onze resolutie niet over de doodstraf maar, op de een of andere manier, over deze beschuldigingen?

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Mijnheer Preda, wij waren beiden bij dezelfde vergadering, maar wij hebben niet dezelfde opvatting over die donderdagmiddagsessies. Ik wil niet met twee maten meten op het gebied van mensenrechten. Voor sommige landen overdrijven we en doen we radicale uitspraken, en voor andere landen bekijken we, nogal willekeurig, alleen bepaalde situaties. Die vergadering, waarin deze resolutie werd voorbereid, was in dat opzicht een farce en daarom heb ik de vergadering verlaten.

(Spreekster verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou mevrouw Vergiat willen vragen of haar haat niet toevallig gericht is tegen de Verenigde Staten van Amerika in hun oorlog tegen de terreur en niet tegen de doodstraf als zodanig. Ik heb haar fractie namelijk nooit een veroordeling horen uitspreken tegen de executie van mensen in plaatsen als Cuba, of zelfs China, waar het helaas gemeengoed is.

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Mijnheer Tannock, ik verwijs u naar mijn verklaringen over Cuba. Ik heb gezegd dat ik schendingen van de mensenrechten overal ter wereld veroordeel, in Cuba en elders.

U hoeft me niet de les te lezen op dit gebied. Ik verdedig geen christenen tegen moslims. Ik verdedig alle mensen in deze wereld, zodat zij vrij en gelijkwaardig kunnen leven, allemaal!

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur.(RO) Mijnheer de Voorzitter, ik stel voor dat we ons specifiek richten op de zaak al-Nashiri. Bij de zaak voor de militaire rechtbank zal mogelijk de doodstraf worden uitgesproken tegen Abd al-Rahim al-Nashiri. Ik wil u eraan herinneren, net als de heer Tannock zojuist, dat al-Nashiri is beschuldigd van zeer ernstige misdrijven waaronder betrokkenheid bij de aanval op een Amerikaans vliegdekschip en de olietanker MV Limburg. Vanwege ons principieel verzet tegen de doodstraf moeten we de Amerikaanse autoriteiten vragen niet de doodstraf uit te spreken.

Daarbij wil ik zeggen dat de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) een sterke trans-Atlantische relatie altijd als een prioriteit heeft beschouwd, gebaseerd op de mensenrechten en op de overtuiging dat we een aantal gedeelde waarden hebben. We zijn het in dit Parlement allemaal eens dat we terrorisme categorisch af moeten wijzen en onze steun moeten uitspreken voor de slachtoffers van deze aanvallen. Ik betreur het echter, dat een democratie als de Verenigde Staten en de dictaturen die mevrouw Vergiat verdedigt expliciet of impliciet op een hoop worden geveegd.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Ana Gomes, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de heer Preda willen vragen wat hij te zeggen heeft op het feit dat talloze collega's, waaronder ikzelf, de heer Thomas Hammarberg, de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa hier vanmorgen in dit Parlement luid en duidelijk hebben horen zeggen - in antwoord op een vraag hieromtrent - dat hij inderdaad aanwijzingen heeft dat de ernstige verdenkingen op het bestaan van geheime detentiecentra in Polen, Litouwer en Roemenië waar zijn en dat hij verwacht dat de onderzoekingen worden voortgezet.

Ik wil hier duidelijk gezegd hebben dat ik niks tegen de Verenigde Staten heb. Voor een VS die de rechtsstaat en de mensenrechten verdedigen en voor een VS die zichzelf van terroristen onderscheidt die juist die rechtsstaat wil ondermijnen en de democratie en mensenrechten schenden, heb ik alleen maar bewondering.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur.(RO) Ik betreur het zeer dat u in deze gehele discussie nooit geloof hebt gehecht aan de positie van de Roemeense autoriteiten. Ik wijs u erop dat Roemenië lid is van de Europese Unie en ik ben van mening dat we tenminste onze partners kunnen vertrouwen. Ik wil u eraan herinneren dat de Roemeense autoriteiten altijd alle gevraagde informatie hebben geleverd voor deze internationale onderzoeken. Alle onderzoekers kregen toegang tot de luchthavens Otopeni, Boekarest en Constanţa en ook tot de basis bij het satellietcentrum Torrejón. De werkzaamheden zijn zich altijd in een sfeer van samenwerking gehouden en deze acties kunnen niet op geloofwaardige wijze worden bevestigd. Ik begrijp niet echt waarom u in dit spel van steeds dezelfde verwijten maken, de autoriteiten van een partnerstaat nooit gelooft. Mevrouw Gomes, Roemenië is onderdeel van de Europese Unie en mag niet worden verward met de landen die we iedere donderdag in dit Parlement bespreken.

(Spreker verklaart zich bereid een “blauwe kaart”-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat, auteur. – (FR) Ik merk dat de heer Preda sterk afdwaalt van de situatie waarover we spraken om Roemenië te hulp te schieten, maar daar ging mijn opmerking niet over.

Ik betreur dat hij beledigende woorden aan mijn adres heeft geuit. Het spijt me, mijnheer Preda, maar ik heb noch hier in dit Parlement, noch op een ander moment in mijn leven, ook maar enige dictatuur in de wereld verdedigd. Ik heb schendingen van de mensenrechten in welke vorm dan ook, in welk land dan ook, altijd veroordeeld.

Ik verzoek hem dan ook om zijn woorden aan mijn adres terug te nemen en ik dank hem daarvoor bij voorbaat.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda, auteur.(RO) Mijnheer de Voorzitter, ik had begrepen dat mij een vraag werd gesteld maar die is niet gekomen. Wat ik wil zeggen is, dat ik nog steeds vind dat we democratieën als de Verenigde Staten of EU-lidstaten niet over een kam kunnen scheren met landen en samenlevingen waar de macht op autoritaire en totalitaire wijze wordt uitgeoefend, waarbij gewone burgers slachtoffer zijn van excessief machtsmisbruik. Dat is wat ik wilde zeggen. Als mevrouw Vergiat zich daardoor beledigd voelt, spijt mij dat zeer.

 
  
MPphoto
 

  Renate Weber, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik weet niet of we de resolutie in stemming nemen, maar daar komt het aan het einde van dit debat hoe dan ook toe. Deze kwestie is als u het mij vraagt een goed voorbeeld van wat het betekent om consistent te zijn met onze eigen principes en waarden. Dit Parlement heeft zich namelijk bij verschillende gelegenheden uitgesproken tegen de doodstraf, waar dan ook ter wereld. Het heeft zich bij herhaling uitgesproken over wat een behoorlijke rechtsgang is. In de zaak van al-Nashiri draait het nu precies om deze twee fundamentele mensenrechtenkwesties.

In een behoorlijke rechtsgang is er geen plaats voor militaire commissies. We hebben dit systeem al eerder bekritiseerd omdat het op alle fronten niet beantwoordt aan de internationale normen inzake eerlijke processen. Bovendien dreigt voor deze ingezetene van Saudi-Arabië de door een militaire commissie bevolen doodstraf, ondanks het feit dat de speciale VN-rapporteur inzake buitengerechtelijke executies de VS specifiek heeft opgeroepen militaire commissies geen bevoegdheid te geven om de doodstraf uit te spreken.

De liberale fractie van het Parlement blijft pal achter de strijd tegen het terrorisme staan, maar dan zonder enige concessie voor wat betreft de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

 
  
MPphoto
 

  Barbara Lochbihler, auteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Oettinger, de huidige regering van de VS sprak zich aanvankelijk duidelijk uit voor de sluiting van de detentie-inrichting te Guantánamo.

Helaas heeft de Amerikaanse regering niet de daad bij het woord kunnen voegen. Hetzelfde geldt voor het opdoeken van de militaire commissies die daar werden opgezet. Ze voldoen immers absoluut niet aan de normen voor een eerlijk proces. Daarom is het feit dat nu een veroordeling tot de doodstraf ophanden is en een executie dreigt plaats te vinden, des te dramatischer. In onze resolutie roepen we alle EU-instellingen en alle lidstaten daarom dringend op om al het mogelijke te doen om de executie van de heer al-Nashiri te voorkomen.

We eisen opnieuw dat de VS een moratorium op de doodstraf invoeren en zich op die manier aansluiten bij een wereldwijde beweging van momenteel 96 staten die het onomkeerbare besluit hebben genomen om de doodstraf af te schaffen. Het aantal staten dat vasthoudt aan de doodstraf en haar nog altijd toepassen, is gedaald tot 58. Dat is positief.

De heer al-Nashiri werd in Polen in een door de CIA opgezette geheime gevangenis opgesloten en zwaar gefolterd. Wij, Europeanen, moeten ons eindelijk eens ernstig en kritisch buigen over onze medeverantwoordelijkheid voor die zware mensenrechtenschendingen. We mogen ze niet meer verdringen en verzwijgen, en er moet een einde komen aan de verregaande straffeloosheid die de verantwoordelijken genieten. Uit het debat van vandaag blijkt ook dat het geen zoden aan de dijk zet om in oppervlakkige bewoordingen over anti-Amerikaans of anti-Europees sentiment te praten. In plaats daarvan moeten we de feiten onder ogen zien, met inbegrip van de bronnen waar mevrouw Gomez naar verwees. Bovendien heeft de speciale rapporteur van de VN tijdens de laatste commissievergadering een nuttig document ter beschikking gesteld waarin wordt aangetoond dat in Polen dit soort van door de CIA opgezette gevangenissen bestond.

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, de VS zijn niet de grootste democratie ter wereld, zoals een spreker zei. Ze zijn de op twee na grootste. Ik denk echter dat de VS niet onder de indruk zullen zijn wanneer de op India na grootste democratie ter wereld – de Europese Unie – bezwijkt onder interne polemieken over dit belangrijke onderwerp.

Het onderwerp is veel te ernstig en er is terecht gezegd dat ons partnerschap met de VS gebaseerd is op mensenrechten. We vechten voor het internationaal recht en Guantánamo druist daartegen in omdat het een gebied is waar nationaal en internationaal recht niet gelden, wat onaanvaardbaar is. We vechten tegen militaire jurisdictie en voor de rechtsstaat, waar militaire jurisdictie niet verenigbaar mee is. We vechten voor het recht op leven, waar de doodstraf niet mee te rijmen valt. We vechten voor mensenrechten en in Guantánamo worden die mensenrechten met de voeten getreden. Daarom moeten we ook aan een belangrijke bondgenoot als de VS duidelijk zeggen dat we niet bereid zijn om dat te aanvaarden. Dat is van meet af aan het standpunt geweest van dit Parlement, over de fractiegrenzen heen. Het is ook het standpunt van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) geweest: Guantánamo moet worden gesloten. Zelfs terroristen hebben mensenrechten, maar in het belang van hun slachtoffers moeten ze vanzelfsprekend een legitieme straf opgelegd krijgen. Die straf moet echter het onderwerp vormen van een correct proces.

(Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb een enorm respect voor Bern Posselt, maar natuurlijk is India de grootste democratie ter wereld is. Ik heb de Europese Unie nog nooit als een land horen omschrijven. Zou hij mij kunnen zeggen of dit nu de mening van zijn fractie is: dat de Europese Unie zich een land is op gelijke voet met India, Brazilië en Amerika, de grootste democratieën ter wereld?

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik volg de traditie van Winston Churchill, die zei: "We moeten een soort Verenigde Staten van Europa oprichten."

 
  
MPphoto
 

  Justas Vincas Paleckis, namens de S&D-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het voortbestaan van de doodstraf in de Verenigde Staten en de situatie in Guantánamo Bay ondermijnen de legitimiteit van de Verenigde Staten als onze partner bij het bevorderen van de mensenrechten. Ik ben zeer verheugd over eerdere oproepen van president Obama om Guantánamo te sluiten, maar we moeten nog afwachten of de Amerikaanse regering concrete maatregelen neemt naar aanleiding van die uitspraken of begint met het herzien van de wijze waarop met gevangenen wordt omgegaan, vooral in het geval van al-Nashiri.

Het is onmogelijk om de bevolking in Europa of elders in de wereld uit te leggen waarom de doodstraf, die is afgeschaft in Oekraïne, Rusland, Azerbeidzjan en overal in Europa, met uitzondering van Belarus, nog steeds bestaat in de Verenigde Staten. Ik denk dat het niet lang meer zal duren voordat we op dit gebied goed nieuws zullen vernemen uit Amerika.

 
  
MPphoto
 

  Marietje Schaake, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, niemand zal ontkennen dat terrorisme voorkomen moet worden en dat verdachten verhoord moeten worden en verantwoording af moeten leggen, dat zij een eerlijk proces moeten krijgen, maar in de zogenaamde strijd tegen het terrorisme dreigen we juist die vrijheden en waarden op het spel te zetten, die we willen verdedigen tegen vernietiging door terrorisme. Als we toestaan dat er aan de fundamentele rechten en beginselen wordt getornd, dan hebben we de terroristen laten winnen. Als we onrechtvaardig handelen, dan zijn we minder geloofwaardig en zelfs zwak.

De verklaring over het einde van de strijd tegen het terrorisme was een van de eerste mijlpalen van president Obama. Het uitblijven van de sluiting van Guantánamo Bay is echter teleurstellend en we moeten ook naar onszelf kijken in Europa. We zijn niet bereid om gevangenen over te nemen en we moeten duidelijkheid krijgen over de deelname aan uitlevering en buitengerechtelijke handelingen, waaronder marteling, op Europees grondgebied. Ja, we moeten ons aan de hoogste normen houden en deze zwarte pagina's van de recente Europese geschiedenis onder ogen zien. Dat betekent dat we openlijk moeten kunnen spreken over betrokken landen. Zelfs in dit Parlement blijkt dat nog moeilijk te zijn.

De EU en de VS moeten samenwerken, en niet door mensenrechten te schenden, maar door de meest urgente dreigingen in onze wereld aan te pakken. Over het algemeen hebben we dezelfde kernwaarden, maar het verschil in houding ten opzichte van de doodstraf, die gelukkig helemaal is uitgebannen in Europa, maakt onze gezamenlijke stem minder doeltreffend en minder geloofwaardig in de wereld. Laten we het goede voorbeeld geven in de vrije wereld en laten we bekend staan om onze eerbiediging van de mensenrechten, ongeacht of het om vrienden of vijanden gaat.

 
  
MPphoto
 

  Heidi Hautala, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alle collega's bedanken die mij eraan hebben herinnerd dat nadenken over mensenrechten alleen gebaseerd kan zijn op een niet-discriminatoire behandeling van alle schendingen van mensenrechten, waar die ook plaatsvinden. Dat is van toepassing of ze nu binnen de Europese Unie plaatsvinden of daarbuiten. Ik denk dat het tijd is dat het Parlement nog eens goed kijkt naar de mogelijke betrokkenheid van lidstaten van de EU bij de uitleveringen en de geheime gevangenissen.

Ik denk niet dat iemand bang zou moeten zijn om de waarheid onder ogen te zien en het Parlement zou, met een nieuw verslag over dit onderwerp, zeker een duidelijker licht op deze zaak kunnen werpen en een einde maken aan ongerechtvaardigde beweringen en verdenkingen.

Zoals vanmorgen is gezegd, heeft de heer Thomas Hammarberg, de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, die ik zeer bewonder, uitgelegd dat deze zaak nog niet is afgesloten, dat het nog steeds doorgaat, en dat hij graag zou zien dat het Parlement samenwerkt met de Raad van Europa in deze belangrijke zaak.

 
  
MPphoto
 

  Paul Murphy, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de hypocrisie van de imperialistische machten en hun dubbelzinnigheid over mensenrechten is het duidelijkst zichtbaar achter het prikkeldraad van Guantánamo Bay. De bestanden van WikiLeaks hebben nu een nog duidelijker beeld gegeven van de grove schendingen van mensenrechten die daar hebben plaatsgevonden, zoals het algemene gebruik van waterboarding en andere vormen van wrede marteling om bekentenissen en informatie te verkrijgen, en ze hebben onthuld dat honderden mensen werden vastgehouden in Guantánamo zonder enig echt bewijs.

Toch heeft Barrack Obama zijn belofte om die afschuwelijke gevangenis te sluiten niet alleen terzijde geschoven, maar heeft hij nu ook de hervatting van militaire berechtingen van gedetineerden goedgekeurd. Deze afschuwelijke gevangenis moet onmiddellijk worden gesloten en alle huidige gedetineerden moeten toegang krijgen tot een eerlijk proces voor een civiele rechtbank, alle geheime martelgevangenissen van de CIA in Europa moeten worden gesloten, er moet een einde komen aan het gebruik van Shannon Airport in Ierland voor militaire en uitleveringsvluchten van de CIA, en de barbaarse doodstraf moet worden afgeschaft.

Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Cristian Dan Preda (PPE).(RO) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Murphy vragen of hij ook snel kan beschrijven hoe politieke gevangenen worden gemarteld in Cuba.

 
  
MPphoto
 

  Paul Murphy, (GUE/NGL). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, evenals mevrouw Vergiat tolereer ik geen marteling. Ik tolereer geen schendingen van mensenrechten waar dan ook. Ik meen dat we hier spreken over Guantánamo Bay. Ik meen dat we spreken over geheime gevangenissen. Ik meen dat we spreken over grove schendingen van de mensenrechten en ik meen dat die plaatsvinden in de grootste imperialistische macht ter wereld, de Verenigde Staten, en dat zouden we hier moeten veroordelen.

 
  
MPphoto
 

  William (The Earl of) Dartmouth, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, Guantánamo is belangrijk, maar laten we het relativeren. Het totale aantal gedetineerden in Guantánamo sinds de opening bedraagt 775. Als u hier in deze vergaderzaal rondkijkt, dan zou er ruimte zijn voor alle 775 mensen die ooit in Guantánamo gedetineerd waren.

Natuurlijk is dit Parlement, terecht, zeer bezorgd over individuele vrijheid en een juiste rechtsgang, maar we zouden moeten erkennen dat sommige gedetineerden een probleem vormen. Zo was er bijvoorbeeld een Britse burger die, toen hij op het slagveld in Afghanistan werd gearresteerd, in het bezit van wapens en met de zwarte tulband van de Taliban op, verklaarde dat hij in Afghanistan was voor een computercursus.

De bezorgdheid van het Parlement over volkomen eerlijke processen in Guantánamo is indrukwekkend. Ik zeg het Parlement echter dat de zaak van de individuele vrijheid in de wereld beter gediend zou worden als het Parlement zich meer zou interesseren voor de gang van zaken rond het Europees aanhoudingsbevel. Door de aard van het Europees aanhoudingsbevel wordt de wettelijke bescherming tegen willekeurige aanhouding omzeild en buiten spel gezet, en daar worden 500 miljoen mensen in Europa door getroffen, terwijl er nu slechts 171 gedetineerden in Guantánamo zijn.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, vijf dagen geleden bereikte ons het nieuws dat vijf vermeende daders van de aanslagen van 11 september op de Twin Towers voor de tweede keer formeel zijn aangeklaagd en dat de regering Obama door dit te doen formeel de weg voor een rechtszaak tegen deze mensen voor militaire commissies van de gevangenis op de Guantánomo basis heeft vrijgemaakt.

Alhoewel ik alle terroristische aanslagen en ook het fundamentalistische terrorisme absoluut veroordeel en er zeer verontwaardigd over ben, denk ik dat het noodzakelijk is om te vragen om de uitbanning van de doodstraf, in alle gevallen en onder alle omstandigheden. Ik zeg dit omdat we tegen elke schendingen van fundamentele mensenrechten zijn, altijd en waar ze ook plaatsvinden.

Zo hebben we ook de schending van het recht van Guillermo Fariñas om hier in Straatsburg te komen om de Sacharov-prijs te ontvangen veroordeeld. We hebben het hier over de heer Fariñas aan wie de afgevaardigden van de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links de Sacharov-prijs niet wilden toekennen, omdat die toekenning volgens hen voor politieke doeleinden was misbruikt.

 
  
MPphoto
 

  Jacky Hénin (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dit is een typisch voorbeeld van de wijze waarop de kwestie van de mensenrechten door de Europese Unie wordt gebruikt. We weigeren om de Verenigde Staten duidelijk te veroordelen voor de criminele houding waarvan het land blijk geeft in Guantánamo. We weigeren de verantwoordelijkheid van de lidstaten van de Europese Unie ter erkennen toen zij opsluiting en marteling in geheime gevangenissen van de CIA toestonden.

We weigeren om over de minderjarigen te praten die door de Verenigde Staten in Guantánamo zijn opgesloten en worden gemarteld, hoewel ze door UNICEF worden erkend als gearresteerde kindsoldaten, terwijl we voor andere landen niet zouden aarzelen om verschrikkelijke dictaturen te veroordelen en sancties in te stellen. Als het over onszelf of de Verenigde Staten gaat, dan lijken de mensenrechten niet zo'n probleem te zijn.

Wij eisen universaliteit van de mensenrechten. Wij eisen ook dat onze houding alleen geleid wordt door de wil om volkeren te dienen en in dat kader willen wij dat de Verenigde Staten worden berecht voor schending van de mensenrechten, evenals de lidstaten van de Europese Unie die zich schuldig hebben gemaakt aan medeplichtigheid. Het internationaal recht moet altijd worden nageleefd en er moet een einde worden gemaakt aan de martelingen en doodvonnissen in naam van de strijd tegen het terrorisme.

Tot slot en bovenal – het is goed om dat te herhalen – moet de basis in Guantánamo worden gesloten en moet Cuba weer zeggenschap krijgen over zijn gehele grondgebied.

 
  
MPphoto
 

  Eduard Kukan (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, juist omdat het recht op leven een zeer speciale plaats inneemt bij de mensenrechten, is er voor de doodstraf geen plaats in democratische maatschappijen. Vandaag de dag is Europa de enige regio in de wereld waar de doodstraf is afgeschaft, met uitzondering van Belarus helaas. Ik wil benadrukken dat de Europese Unie zich sterk blijft inzetten voor het afschaffen van de doodstraf overal ter wereld.

De transatlantische betrekkingen zijn zeker van grote waarde voor de Europese Unie, evenals onze samenwerking in de strijd tegen het terrorisme. Toch wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om mijn steun uit te spreken voor de oproep aan de Amerikaanse autoriteiten om in de zaak van Abd al-Rahim al-Nashiri niet de doodstraf op te leggen.

Tot slot wil ik me aansluiten bij alle collega's die een oproep doen aan landen die de doodstraf nog toepassen, om het Europese model te volgen, de doodstraf uit te bannen en de afschaffing ervan een universeel aanvaarde waarde te maken. Alle executies, waar die ook plaatsvinden, moeten worden veroordeeld.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit me aan bij mijn collega's die zeggen dat wanneer we een dergelijke serieuze beschuldiging uiten jegens een land, we er zeker van moeten zijn dat we over alle noodzakelijke informatie beschikken. Ik denk niet dat het gaat om meten met twee maten: het gaat om eerlijkheid en goed geïnformeerd zijn.

Met betrekking tot ons onderwerp is de Verenigde Staten verantwoordelijk voor de rechten van de gedetineerden en heeft dat land de morele verplichting om de doodstraf af te schaffen. Aangezien de transatlantische betrekkingen in de eerste plaats gebaseerd zijn op een reeks gemeenschappelijke waarden, hoop ik dat de Amerikaanse autoriteiten ontvankelijker zullen zijn voor de inzet van de EU om de doodstraf overal ter wereld af te schaffen.

(RO) Ik wilde daarnaast reageren op de heer Preda. Ons standpunt voor afschaffing van de doodstraf betekent niet dat we het strategische partnerschap met de Verenigde Staten niet op waarde schatten, dat welkom is voor zowel de Europese Unie als onze eigen landen. De relaties met de Verenigde Staten zijn niet alleen voor uw fractie, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) een prioriteit, maar ook voor de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement. Dat zal ook in de toekomst zo blijven.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het vooral hebben over het geval Abd al-Nashiri. Hij is niet alleen een symbool vanwege Guantánamo en de doodstraf, maar ook omdat hij een van de slechts twee met naam en toenaam bekende slachtoffers van de geheime detenties in Europa is. Samen met Abu Zubaydah geniet hij inmiddels de status van slachtoffer in het Poolse gerechtelijke onderzoek, en hij koestert enige hoop dat er in Europa nu vooruitgang kan worden geboekt in het proces van het afleggen van verantwoording.

Het is in mijn ogen dan ook zeer belangrijk dat de resolutie in haar uiteindelijke versie in duidelijke bewoordingen oproept tot een volledig en doelgericht onderzoek naar de medeplichtigheid van EU-lidstaten en hun programma’s van uitleveringen en geheime gevangenissen. Zoals Amnesty al opperde is het van essentieel belang om een link te leggen tussen dit onderzoek, het TDIP-rapport en de follow-up die de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) zal gaan geven middels een nieuw initiatiefverslag. De werkzaamheden in het Europees Parlement die zich richten op het doen afleggen van verantwoording, zijn onmisbaar om dit onderwerp op de EU-agenda te houden.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, dit is weer zo'n treurig voorbeeld van met twee maten meten, wat zo vaak gebeurt hier in dit Parlement. Het onderwerp van dit debat zijn mensenrechtenschendingen door de VS-autoriteiten: willekeurige en illegale opsluitingen, het onthouden van het recht op een eerlijk proces, martelpraktijken en de doodstraf.

Sommige van deze schendingen zijn aantoonbaar gepleegd met de medewerking van lidstaten van de Europese Unie, die hun grondgebied ter beschikking hebben gesteld aan de CIA. Het is betreurenswaardig dat er in de gezamenlijke resolutie zelfs niet één woord staat ter veroordeling van de VS- of Europese autoriteiten die medeplichtig waren aan dit proces. Als het om andere landen gaat, ontbreekt het nooit aan dat soort woorden. In dit geval worden eisen verzoeken, en kiest men ervoor om te wijzen op de nauwe trans-Atlantische betrekkingen, gebaseerd op gemeenschappelijke kernwaarden en eerbiediging van de mensenrechten, zoals onder punt 1 van de resolutie gebeurt. Het is wel duidelijk wat die eerbiediging voorstelt. Het is betreurenswaardig, maar wel zeer verhelderend.

Mijnheer de Voorzitter, ter afronding zou ik nog willen zeggen dat we beter kunnen eisen dat Cuba de soevereiniteit over dit deel van haar grondgebied terugkrijgt, dat illegaal bezet wordt door de VS, in plaats van op te roepen tot sluiting van Guantánamo.

 
  
MPphoto
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, we zijn het er zeker allemaal mee eens dat de Europese Unie nauw moet blijven samenwerken om het internationaal terrorisme uit te roeien. We moeten echter veel duidelijker maken dat er geen oorlog tegen het terrorisme kan worden gevoerd ten koste van de mensenrechten en andere fundamentele waarden.

De Europese Unie verzet zich al lang tegen marteling en de doodstraf en dat geldt ook in het geval van al-Nashiri. We moeten twee belangrijke beginselen in acht nemen: een onvoorwaardelijk ‘nee’ tegen de doodstraf en het feit dat de oorlog tegen het terrorisme ook een oorlog tegen de oorzaken van terrorisme moet zijn. Zoals u weet, zijn onze trans-Atlantische betrekkingen gebaseerd op waarden die we al heel lang delen, zoals de universele rechten van de mens en het recht op een eerlijk proces. Daarom moeten de Verenigde Staten hun militaire rechtbanken onder de loep nemen, Guantánamo sluiten en in alle gevallen afzien van marteling.

 
  
MPphoto
 

  Filip Kaczmarek (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, veel afgevaardigden hebben gesproken over bewijzen voor het bestaan van gevangenissen in Polen en Roemenië en bewijzen voor het toepassen van martelingen. Ik doe een dringend beroep op u om deze bewijzen over te dragen aan het Poolse openbaar ministerie, omdat op dit moment in Polen een onderzoeksprocedure loopt. Het openbaar ministerie is onafhankelijk, ook van de regering. Het onderzoek staat onder toezicht van de Helsinki Federatie van Mensenrechten. Twee Guantánamo-gevangenen worden in dit onderzoek vertegenwoordigd door hun advocaten. Als er bewijzen bestaan, dan moeten ze terechtkomen bij het Poolse openbaar ministerie, zodat ze kunnen worden onderzocht. In de vorige zittingsperiode van het parlement heeft een parlementaire commissie deze zaak onderzocht. Een van de leden van die commissie vertelt op dit moment in Polen dat er schriftelijk bewijs bestaat waarin de kwestie van de gevangenissen is geregeld en dat is ondertekend door de gewezen socialistische premier van Polen. Op de vraag of hij dit document heeft gezien, antwoordde hij dat hij het niet heeft gezien, maar er wel over heeft gehoord. Ik hoop dus dat de mensen die beschikken over bewijzen en documenten, er niet alleen over praten maar ze ook overdragen aan het Poolse openbaar ministerie.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik moet zeggen dat dit debat en het onderlinge politieke krakeel de doelstelling van deze resolutie misschien niet op de beste manier een dienst heeft bewezen. Het heeft echter wel aangetoond dat we in dit Parlement en eensgezind in de hele Europese Unie het recht van elk persoon op een onpartijdig proces willen verdedigen en dat we tegen de doodstraf zijn.

We zijn categorisch tegen de doodstraf, ongeacht de misdaden waaraan de gedaagde zich mogelijk schuldig heeft gemaakt. Zoals hier uit veel interventies is gebleken, zijn de aanklachten tegen al-Nahiri zeer ernstig. Hij wordt beschuldigd van terroristische aanslagen waarbij vele tientallen mensen zijn omgekomen. Met deze resolutie willen we ook duidelijk maken dat we zijn daden absoluut niet goedkeuren. We steunen geen terrorisme, maar we willen het beginsel verdedigen dat elk persoon het recht heeft op een onpartijdig proces en pleiten voor de afschaffing van de doodstraf.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte Parlementsleden, de Europese Unie werkt in de strijd tegen het terrorisme nauw samen met de Verenigde Staten van Amerika. Desalniettemin hechten we het grootste belang aan de bescherming van de mensenrechten als onderdeel van de strijd tegen het terrorisme. In juni vorig jaar stelden we – de EU en de VS – een gezamenlijke verklaring op over terrorismebestrijding, waarin staat dat de strijd tegen het terrorisme in overeenstemming moet zijn met de fundamentele waarden en het beginsel van de rechtsstaat. Volgens de overeenkomst moeten alle gerechtelijke procedures tegen van terrorisme verdachte personen plaatsvinden binnen een juridisch kader dat de eerbiediging van het toepasselijke procesrecht verzekert en een eerlijk en, in de mate van het mogelijke, openbaar en efficiënt proces garandeert.

De Europese Unie dringt al veel jaren aan op de sluiting van de detentie-inrichting te Guantánamo Bay. Volgens ons is een lange opsluiting zonder proces niet verenigbaar met het internationaal recht. De EU was daarom ingenomen met het feit dat president Obama meer dan twee jaar geleden de sluiting, binnen het jaar, van de inrichting aankondigde en gelastte. We hebben met de VS een gezamenlijk kader afgesproken dat aan de basis ligt voor de vrijlating van een aantal voormalige gevangenen en hun opname in de EU-lidstaten. We zijn nog altijd bereid om nauw met de Verenigde Staten samen te werken aan verdere maatregelen voor het sluiten van de detentie-inrichting.

Ondanks het in maart van dit jaar uitgevaardigd besluit, waarin de president officieel de langere opsluiting van een aantal gevangenen goedkeurde, hoopt – of beter: verwacht – de Europese Unie dat de regering van de Verenigde Staten dit onderwerp in het Congres blijft bespreken en ernaar streeft om die gevangenis zo snel mogelijk te sluiten.

De Europese Unie en de lidstaten zijn sterk gekant tegen de doodstraf, ongeacht de omstandigheden. Voor dat standpunt komen we op in het kader van onze betrekkingen met alle landen ter wereld. Overeenkomstig de EU-richtsnoeren betreffende de doodstraf, dringen we er bij de Verenigde Staten met klem op aan om de doodstraf op nationaal niveau en het niveau van alle deelstaten van de VS af te schaffen, en we roepen op tot gratie in individuele gevallen. We maken ons daarom zorgen over de gevangenen tegen wie de doodstraf uitgesproken zou kunnen worden.

We gaan ervan uit dat de Amerikaanse autoriteiten nog niet hebben besloten of Muhammed al-Nashiri en de vijf personen die worden beschuldigd van medeplichtigheid aan de terreuraanslagen van tien jaar geleden, door het gerecht tot de doodstraf kunnen worden veroordeeld. Ik kan u verzekeren dat de Europese Unie de rechtszaken op de voet volgt en haar bedenkingen met betrekking tot de doodstraf en het eerlijke verloop van het proces regelmatig en op een gepaste manier aankaart bij de Amerikaanse autoriteiten.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt zo dadelijk plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Luisa Macovei (PPE), schriftelijk. (RO) De Saoediër Abd al-Rahim al-Nashiri is in 2002 door de Verenigde Staten gearresteerd en in 2006 overgebracht naar de basis in Guantánamo onder beschuldigingen van oorlogsmisdaden en terrorisme. De Amerikaanse openbaar aanklager heeft de doodstraf gevraagd. De Amerikaanse autoriteiten beslissen op 30 juni 2011 of zij deze straf steunen voor een militaire commissie die vonnis moet wijzen. Terrorisme moet worden veroordeeld en de schuldigen eraan moeten zonder uitzondering worden gestraft. Alle verdachten moeten echter een eerlijk proces krijgen. De doodstraf heeft geen plaats in een land dat de menselijke waardigheid verdedigt, de kern van de mensenrechten. Ik deel de overtuiging van hen die de Commissie en de Raad oproepen er bij de Amerikaanse autoriteiten op aan te dringen om de doodstraf af te schaffen en te zorgen dat deze Saoediër een eerlijk proces krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Kristiina Ojuland (ALDE), schriftelijk. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Amerikaanse ministerie van Defensie en zijn diensten hebben het internationaal recht, en dan vooral de Verdragen van Genève, op grove wijze geschonden waar het gaat om de detentie-inrichting Guantánamo Bay. Het is onacceptabel dat de Verenigde Staten van Amerika – die worden beschouwd als de grote inspirator van mensenrechten en democratie – zich hebben bezondigd aan mishandeling en marteling van de gedetineerden in dit kamp. De Europese Unie moet er bij de VS op aandringen het kamp onmiddellijk te sluiten en een onafhankelijk en onpartijdig onderzoek uit te voeren naar de vermeende mensenrechtenschendingen in het kamp. De doodstraf mag in geen enkel democratisch land worden voltrokken; we verzoeken de VS-autoriteiten dan ook niet de doodstraf op te leggen aan Abd al-Rahim al-Nashiri, noch aan een van de andere personen in kwestie. De Europese Unie en haar lidstaten moeten de Verenigde Staten ertoe overhalen een moratorium op de doodstraf in te stellen. Willen we als Europese Unie onze geloofwaardigheid behouden, dan moeten we koste wat het kost voorkomen dat we in principiële kwesties als deze dubbele standaarden hanteren.

 
  

(1) Zie notulen


12.3. Oekraïne: de zaken van Yulia Tymoshenko en andere leden van de voormalige regering (debat)
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het debat over vijf ontwerpresoluties over Oekraïne: de zaken van Yulia Tymoshenko en andere leden van de voormalige regering(1).

 
  
MPphoto
 

  Kristian Vigenin, auteur. – (BG) Mijnheer de Voorzitter, namens de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement wil ik officieel verklaren dat de ontwikkeling van de democratie in Oekraïne een prioriteit voor ons is ten aanzien waarvan we geen compromissen kunnen sluiten. Wat het volk van Oekraïne tot stand heeft gebracht mag niet in twijfel worden getrokken, noch door externe, noch door interne factoren.

De huidige regering probeert door middel van een reeks initiatieven zowel de wettelijke basis als de effectiviteit van de strijd tegen corruptie te verbeteren. Daarom moet zij steun krijgen. Het gevoel van straffeloosheid bij de Oekraïense elite wegnemen kan een kans bieden voor de heilzame hervormingen die het land dichter bij de Europese Unie zullen brengen en zijn burgers toekomstperspectief zullen bieden.

Wij lopen nu echter het gevaar ervan beschuldigd te worden dat wij de prominente figuren uit de vorige regering met een Europees politiek ‘scherm’ beschermen, onder wie de voormalige minister-president Timosjenko zelf. Als wij in de grond verwachten dat de Oekraïense regering zich niet mengt in het werk van de onafhankelijke rechter en het Openbaar Ministerie, welk recht heeft de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) dan om het Europees Parlement vandaag te vragen zelf betrokken te worden bij zo’n politieke inmenging? Ik kan niet accepteren dat wij alle besluiten die door de vorige Oekraïense regering zijn genomen door de vingers moeten zien. Dat is precies de strekking van de ingediende tekst, waarin in praktische termen wordt opgeroepen om individuele gevallen van machtsmisbruik achter collectieve schuld te verhullen.

Door een meer evenwichtige benadering hebben we vandaag een gezamenlijke ontwerpresolutie kunnen krijgen die constructief is en gericht op de kansen voor nauwere samenwerking tussen Oekraïne en de Europese Unie, terwijl er in het land gerechtelijke hervormingen worden doorgevoerd en anticorruptiemaatregelen ten uitvoer worden gelegd. Zij is echter op een aanpak van ideologische confrontatie gebaseerd.

Ik vraag om een verwerping van de zogenoemde ‘gezamenlijke ontwerpresolutie’ en om steun voor het voorstel van de S&D-Fractie.

(Spreker verklaart zich bereid een ‘blauwe kaart’-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou mijn collega slechts willen vragen wat de waarde is van de voortdurende verklaringen met betrekking tot de rechten van de mens, als deze kwestie in Oekraïne nu plotseling een interne aangelegenheid is. Zeggen dat men zich niet mag mengen in de interne aangelegenheden van een land, is het oude Sovjetargument. Als het om mensenrechten gaat, zullen we altijd tussenbeide komen, met name als het om een zo belangrijke partner als Oekraïne gaat.

 
  
MPphoto
 

  Kristian Vigenin, auteur. – (BG) Mijnheer de Voorzitter, ik willen zeggen dat we het niet hebben over inmenging in de interne zaken van Oekraïne, maar over niet-inmenging in het functioneren van de onafhankelijke rechter en het Openbaar Ministerie in Oekraïne. Ik vind dat daar een duidelijk verschil tussen zit. Wij willen geen politieke inmenging, noch van de regering in Oekraïne, noch van het Europees Parlement. Dat is echter precies wat we doen met de teksten die in de zogenoemde ‘gezamenlijke ontwerpresolutie’ zijn ingediend.

Als we praten over universaliteit – ik weet niet hoeveel minuten ik heb, mijnheer de Voorzitter – maar als we om ons heenkijken, zijn er lidstaten van de Europese Unie waarin het er op min of meer dezelfde wijze aan toegaat. Ik geloof u, mijnheer Posselt, dat u zich aan de beginselen houdt en wilt dat wij overal op de naleving van de mensenrechten toezien, zowel in de Europese Unie als in Oekraïne, als u een dergelijke resolutie ook voor Bulgarije indient, waar onderzoek wordt gedaan naar minister-presidenten en voormalige ministers op basis van absurde beschuldigingen.

 
  
MPphoto
 

  Jaromír Kohlíček, Auteur. − (CS) Mijnheer de Voorzitter, er zijn van die momenten waarop ik maar niet bijkom van verbazing. Toen ik de ontwerpresolutie over Oekraïne las, beleefde ik zo’n moment. Ik had er tot op dat moment volstrekt geen weet van dat ministers en premiers van sommige landen levenslange immuniteit genieten.

Het is absoluut opmerkelijk dat het Europees Parlement aan de ene kant een voortvarende bestrijding van de corruptie eist en dat het aan de andere kant op het moment dat een lid van de voormalige regering, de heer Danilisjin, daarvan beschuldigd wordt zowaar politiek asiel krijgt. En dat nog wel in mijn Tsjechische Republiek en zonder enig voorlopig onderzoek naar het geval in kwestie. Trouwens, de heer Danilisjin is nooit en te nimmer lid van een politieke partij geweest en de beschuldigingen tegen hem zijn van puur economische aard.

We moeten ons inzetten voor een consequente vervolging van corrupte praktijken zowel binnen als buiten de Europese Unie. Dat is niet meer dan logisch en terecht. Maar lees de grondwet van het land in kwestie maar eens en laten we proberen de feiten boven water te halen. En als de corruptie in de Europese lidstaten echt is uitgeroeid, laten we dan proberen de keizerlijke orders opnieuw in te voeren. Die kunnen we dan in onze resoluties uitdelen aan uiteenlopende landen.

De GUE/NGL-fractie staat achter de algemene delen van de resolutie, maar heeft ernstige bedenkingen tegen de concreet genoemde punten en zal de resolutie dan ook niet steunen.

 
  
MPphoto
 

  Michael Gahler, auteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, we hebben helaas reden om de politieke situatie in Oekraïne, en met name de middelen waarmee de grondwettelijke rechten van tot de oppositie behorende politici worden gekortwiekt, zwaar aan de kaak te stellen.

Met politiek gemotiveerde strafzaken en een achterhaald procesrecht worden de mensenrechten van de oppositieleider, mevrouw Tymosjenko, en anderen geschonden en wordt het hun onmogelijk gemaakt om politiek actief te zijn. Wie het grondwettelijke recht van een beschuldigde op toegang tot zijn dossier in het tegendeel verandert, met andere woorden, in de verplichting tot toegang tot het dossier, en wie dit doet door middel van opsluiting, zoals in het geval van de heer Lutsenko, of door iemand 44 keer te dagvaarden, zoals in het geval van mevrouw Tymosjenko, kan niet verbergen wat zijn achtergrond is en dat hij op ouderwetse manier het rechtswezen voor politieke disputen misbruikt.

President Janoekovitsj en zijn autoriteiten moeten een einde maken aan deze vervolging. Hij is persoonlijk verantwoordelijk voor het welzijn van mevrouw Tymosjenko, de heer Lutsenko en hun collega's en aanhangers.

Mijnheer Janoekovitsj, uw gedrag in dezen is de lakmoesproef voor uw geloofwaardigheid en uw vastberadenheid om in Oekraïne Europese waarden te introduceren.

(Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Paweł Robert Kowal (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het in veel zaken met de afgevaardigde eens. Iedereen weet hoe belangrijk de toetreding tot de Europese Unie, en in een eerder stadium het perspectief van toetreding tot de Europese Unie, is geweest voor de consolidering van de democratie en de mensenrechten in de landen van Midden- en Oost-Europa. Ik wil de heer Gahler vragen of hij bereid is te verklaren dat hij positief staat tegenover het bieden van een dergelijk perspectief aan de Oekraïense samenleving en politici van alle partijen en hen te vertellen dat de weg naar de Europese Unie voor hen open ligt, en of hij bereid is om dit soort standpunten in het Europees Parlement te steunen.

 
  
MPphoto
 

  Michael Gahler, auteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, het huidige gedrag van de Oekraïense regering effent niet bepaald de weg van het land naar de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Kristiina Ojuland, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, we zijn hier vandaag niet om ons uit te spreken over de vraag of Joelija Tymosjenko nu wel of niet schuldig is. Dit gaat veel verder: de Oekraïense autoriteiten zijn voorbijgegaan aan de correcte juridische procedures en hebben maatregelen getroffen die een schending van de rechtsstaat inhouden.

We protesteren tegen de uitschakeling van politieke tegenstanders in Oekraïne met behulp van het gerechtelijk systeem. De wettelijke rechten van verdachten moeten gewaarborgd worden en de tegen hen getroffen maatregelen moeten in verhouding staan tot de aard en ernst van de misdrijven waarvan zij worden beschuldigd.

Deze resolutie wil de aandacht van de Oekraïense autoriteiten vestigen op een aantal duidelijke schendingen van de rechtsstaat, die Oekraïne verder van de Europese waarden hebben afgebracht en die, als zij gemeengoed worden, de vooruitzichten van het land op de Europese integratie bepaald geen goed doen.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda, auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de reden waarom wij, de Groenen, deze gezamenlijke resolutie steunen is dat wij de strijd tegen corruptie zien als een fundamentele factor bij de totstandbrenging en consolidatie van de rechtsstaat in Oekraïne, juist met het oog op de versterking van de betrekkingen met de Europese Unie en van de integratie van het land in het EU-beleid.

Wij benadrukken dan ook dat hiervoor eerlijke, onpartijdige en onafhankelijke juridische procedures nodig zijn. Daarom nemen wij met bezorgdheid kennis van de wijdverbreide opvatting dat de recente zaken tegen mevrouw Tymosjenko en een aantal leden van de voormalige regering politiek gemotiveerd zijn, en waarschuwen wij voor het mogelijke gebruik van het strafrecht als instrument voor het bereiken van politieke doelen. Daarom ook verzoeken wij de Oekraïense autoriteiten ervoor te zorgen dat justitiële instrumenten niet selectief worden ingezet en dat een zo groot mogelijke transparantie wordt betracht bij strafrechtelijke onderzoeken, vervolgingen en processen.

Tot slot is dit tevens de reden waarom wij de Oekraïense autoriteiten verzoeken de verdenking te vermijden dat justitiële instrumenten selectief worden ingezet, en erop aandringen dat een zo groot mogelijke transparantie bij strafrechtelijke onderzoeken, vervolgingen en processen wordt gewaarborgd; voorts verzoeken wij de Commissie steun te verlenen aan de hervorming van de rechterlijke macht in Oekraïne door gebruik te maken van de programma’s van de EU voor capaciteitsopbouw, en de oprichting te overwegen van een adviesgroep op hoog niveau van de EU voor Oekraïne, om het land bij te staan bij zijn inspanningen om zich aan te passen aan de wetgeving van de EU, ook voor wat betreft de rechterlijke macht.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu, namens de PPE-Fractie.(RO) Mijnheer de Voorzitter, de beperkende maatregelen tegen Joelija Tymosjenko zijn een voortzetting van een serie maatregelen van de huidige regering tegen leden van de vorige regering, om de oppositie te intimideren en te verzwakken. Wij zijn diep bezorgd over het aanwenden van justitie voor politieke doeleinden door selectieve maatregelen tegen leden van de oppositie. Deze brengen de stabiliteit van de rechtsstaat en de democratie in Oekraïne in gevaar.

Wij roepen de autoriteiten in Kiev op om te zorgen dat justitie onpartijdig, onafhankelijk en transparant functioneert door de verdachten een eerlijk proces te geven. Ook roepen we hen op om zich te houden aan de regels van een democratische staat en de mensenrechten te respecteren, verplichtingen die zij op zich hebben genomen als onderdeel van het Oostelijk partnerschap. We moeten benadrukken dat respect voor deze beginselen cruciaal is voor het bevorderen van de samenwerking tussen de EU en Oekraïne, ook met het oog op ondertekening van de associatieovereenkomst.

 
  
MPphoto
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, namens de S&D-Fractie. – (PL) Een van de prioriteiten van het komende Poolse voorzitterschap is de versterking van het oostelijk partnerschap. Oekraïne, de naaste buur van Polen, is een van de belangrijkste partners en heeft de gelegenheid om hier het meest van te profiteren. Ik deel het standpunt dat Oekraïne dichter bij de EU moet worden gebracht, maar ben tegelijkertijd van mening dat dit gepaard moet gaan met aanvaarding van de Europese normen op het gebied van de rechtstaat en transparantie in het openbare leven. Met grote bezorgdheid volg ik de corruptieschandalen en de rechtszaken van politici in Oekraïne, waarin de partijen elkaar soms op potsierlijke wijze beschuldigen. De EU is bijzonder voorzichtig in haar commentaar op de gebeurtenissen in Oekraïne. Ook de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid over de zaak van mevrouw Tymosjenko was bijzonder voorzichtig van karakter.

Ik denk echter dat we in het kader van de toekomstige samenwerking van de EU met Oekraïne, instrumenten moeten ontwikkelen die op de lange termijn bijdragen aan de versterking van de rechtstaat in dit land. Ik denk hierbij aan de oprichting van bijvoorbeeld een adviesgroep om het Oekraïense recht dichter bij de Europese normen te brengen, en hulp op verschillende juridische gebieden, waaronder het trainen van rechters. Enerzijds zijn de Europese aspiraties van Oekraïne aan allerlei voorwaarden gebonden, anderzijds vind ik dat de EU zich hulpvaardig moet tonen. Ik hoop dat het Poolse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie deze houding aanneemt.

 
  
MPphoto
 

  Leonidas Donskis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, Oekraïne is een democratie, en daarom brengen we onze bezorgdheid over aan een partner, een bondgenoot, een vriend. Zoals we allemaal weten is niemand volmaakt in deze wereld, maar overeenkomstig de politieke standaarden en normen van Europa, en de logica en waarden van de democratie verwachten we dat de Oekraïense autoriteiten hun macht niet misbruiken door het aanmoedigen en houden van politiek gemotiveerde processen, en dat zij de verdachten een eerlijk proces gunnen in plaats van uit te zijn op politieke vergelding.

Joelija Tymosjenko en andere leden van de voormalige regering van Oekraïne, die lang de rivalen waren van president Janoekovitsj, mogen niet worden geacht collectief, of door vereniging, schuldig te zijn aan en verantwoordelijk te zijn voor iets dat wordt gezien als aansprakelijkheid in de uitoefening van een politiek ambt. Zij zijn vóór alles burgers van een democratische staat. Wij voeren hier op geen enkele manier een verweer voor hen. Wij willen onze vrienden er alleen maar aan herinneren hoe de democratie werkt.

 
  
MPphoto
 

  Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, zes jaar na de Oranjerevolutie wordt de Oekraïense politiek nog altijd gekenmerkt door rivaliteit en spanningen. Voormalig premier Tymosjenko en andere leden van haar voormalige regering worden nu in rechte vervolgd wegens strafbare handelingen die zij zouden hebben gepleegd tijdens hun ambtstermijn. Aan deze aanklachten zit voor mij het luchtje dat ze door politieke motieven zijn ingegeven. Ik vrees dat president Janoekovitsj uit is op het uitschakelen van de enige Oekraïense politieke figuren met voldoende gewicht, moed en populariteit om hem en zijn autoriteit uit te dagen. We mogen niet vergeten dat de Oranjerevolutie een rechtstreeks antwoord was op de poging van Janoekovitsj om de presidentsverkiezingen in 2004 door fraude te stelen, een misdrijf waar hij nooit voor is vervolgd.

Mevrouw Tymosjenko geniet aanzienlijke steun onder de bevolking in het westen van Oekraïne en is een baken van hoop voor miljoenen van haar landgenoten. Het mag uiterst curieus heten dat de meest recente aanklachten wegens fraude betreffende het geneesmiddelenbudget niet op eendere wijze zijn ingediend tegen Zinovii Mytnyk, destijds onderminister van Volksgezondheid, die zijn handtekening zette onder de deal, en wel omdat hij inmiddels, even curieus, weer is opgedoken als de nieuwe minister van Volksgezondheid in de regering-Janoekovitsj.

Als Janoekovitsj de politieke invloed van mevrouw Tymosjenko wil terugdringen, moet hij dat doen via een open en democratische ideeënstrijd en niet door de politieke manipulatie van justitie. Tot slot heb ik een vraag voor de heer Vigenin, aangezien de socialistische fractie banden heeft met de Partij van de Regio’s van Janoekovitsj: hebt u vertrouwen in de politieke neutraliteit van het openbaar ministerie in Oekraïne? Mijnheer Vigenin, kunt u daar antwoord op geven?

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška, namens de EFD-Fractie (SK) De Oekrainse politieke scène wordt gedomineerd door een gouverneursachtige manier van regeren die diepgeworteld is in de voormalige Sovjettijdperk. Ook de leiders van de Oranjerevolutie, president Joesjtsjenko en premier Timosjenko hadden eigenlijk een soortgelijke politieke stijl.

Het is een publiek geheim, niet alleen in de Oekraïne, dat rivaliteiten tussen de familieclans van premier Timosjenko en president Joesjtsjenko over de winsten uit het gastransport de ware oorzaak waren van de gascrisis die ons in 2009 trof. Misbruik van ongefundeerde criminalisering van politieke opponenten ter onderdrukking van de oppositiekrachten is ook voor mij onaanvaardbaar. Maar beweren dat geen enkele vertegenwoordiger van Timosjenko’s team geen enkele misstap maakte tijdens hun wilde regeerperiode gaat echter veel te ver.

Timosjenko’s groep verloor de verkiezingen namelijk vanwege het feit dat het gewone volk genoeg had van de omvangrijke corruptie en de plundering van gemeenschappelijk eigendom door een aantal staatsleiders.

Willen we Oekraïne daadwerkelijk helpen een democratische samenleving te ontwikkelen, dan moeten we ons concentreren op systemische aanbevelingen en we ze niet gaan vertellen dat de prominenten die een aantal onder ons misschien wat sympathieker toelijken of naderbij staan anders behandeld moeten worden dan de overige van strafbare feiten verdachte personen. Want ook hier in de EU gaan we er per slot van rekening van uit dat iedereen gelijk is, ook voor de wet.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Mijnheer de voorzitter, de manier waarop de onderzoeken naar de vermeende schendingen van de wet door mevrouw Timosjenko en andere oppositiepolitici gevoerd worden, maken de Oekraïense rechtspraak, politie en huidige regering absoluut ongeloofwaardig. Dergelijke vervolgingspraktijken kennen we nog van het totalitaire communistische regime van de vorige eeuw. En daar zijn de EU-burgers die toentertijd onder dat regime leefden, buitengewoon gevoelig voor. Wat wij zien, is opnieuw misbruik van de openbare macht om politieke tegenstanders in het diskrediet te brengen. Dat is absoluut onaanvaardbaar in een democratische samenleving. Het wordt ons voor de ogen van de hele wereld volledig onmogelijk gemaakt om nog te geloven in de onafhankelijkheid van de Oekraïense rechtspraak.

 
  
MPphoto
 

  Paweł Robert Kowal (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, wij vragen ons af waar we eigenlijk over praten, de feiten zijn immers algemeen bekend. Wij komen op voor degenen die op dit moment in de problemen zitten en voor degenen die het slachtoffer zijn van machtsmisbruik. Niet alleen wij moeten onze conclusies trekken uit deze situatie, het zijn vooral de Oekraïense autoriteiten die hun eigen conclusies moeten trekken. Het respecteren van de rechten van de oppositie is een voorwaarde om een normaal democratisch systeem op te kunnen bouwen in Oekraïne, dat is de boodschap die we luid en duidelijk moeten laten horen. We moeten onszelf echter nog iets anders duidelijk maken. Het gaat om de ervaring van Tsjechië, Slowakije en ook van Oost-Duitsland. In dit deel van Europa kan er geen sprake zijn van echte modernisering, wanneer we niet in staat zijn om te zeggen dat er in Europa plaats is voor de Oekraïners, niet voor een of andere autoriteit. Misschien nog niet vandaag, misschien nog niet over een aantal jaar, maar het perspectief is er. Als we niet duidelijk over dit perspectief spreken - en ik praat nu tegen alle vrienden uit alle hoeken van Europa - werken wij de facto mee aan de instandhouding van slecht functionerende democratische systemen in het oosten. Daar hoeven we ons geen illusies over te maken, zo simpel is het. Naast dit debat hebben we dus nog iets anders te doen, we moeten duidelijk zeggen: wees maar niet bang, de deur staat open.

 
  
MPphoto
 

  Marek Henryk Migalski (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag beginnen met de woorden van de heer Donskis, die de Oekraïners onze vrienden en bondgenoten noemde. Hij heeft gelijk, zo moeten we onze vrienden in Kiev behandelen. Ik wil u allen graag een vraag stellen. Ik heb vergelijkbare opmerkingen en deel de dilemma's van de meeste sprekers van vandaag. Ook ik ben niet tevreden over de naleving van de mensenrechten en het functioneren van de democratie in Kiev. Maar wat hebt u gedaan, wat heeft dit huis gedaan, wat hebben al degenen gedaan die vandaag zo principieel de situatie met mevrouw Tymosjenko hebben veroordeeld, wat hebt u gedaan om een duidelijk signaal te laten klinken in Kiev en andere steden in Oekraïne, het signaal dat wij hun vrienden en bondgenoten zijn, dat wij op hen wachten, dat dit huis ooit zal worden uitgebreid met Oekraïense afgevaardigden? Ik vraag dit omdat naleving van de mensenrechten en respect voor de democratie in Oekraïne in hoge mate van ons afhankelijk zijn. Ik zou graag willen dat u zich dit realiseert.

(Spreker verklaart zich bereid een "blauwe kaart"-vraag krachtens artikel 149, lid 8 van het Reglement te beantwoorden)

 
  
MPphoto
 

  Bernd Posselt (PPE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou mijn collega slechts willen vragen of hij niet weet dat we in dit Parlement met een grote meerderheid – waar ikzelf ook deel van uitmaakte – een resolutie hebben aangenomen, waarin we het Europese perspectief van Oekraïne duidelijk onderstreepten. Dat hebben we niet een keer gedaan, maar meermaals.

 
  
MPphoto
 

  Marek Henryk Migalski (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Posselt, ten eerste weet ik dat en ten tweede dank ik u daarvoor. De vraag is alleen of we niet meer zouden moeten doen. Is dit inderdaad de boodschap die dit huis en de EU-instellingen kunnen sturen naar de Oekraïners, die op dit moment dezelfde strijd voeren als de Polen en de Tsjechen in het verleden? Tot slot, hoeveel van dergelijke positieve signalen over het lidmaatschap van de Europese Unie voor de Oekraïners heeft bijvoorbeeld de Duitse regering uitgezonden?

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de weg naar democratie is vaak lang en bezaaid met hobbels. Sommige landen gaan sneller dan andere, iets wat we ook zien bij de landen van de voormalige Sovjet-Unie, aangezien mensen uit een aantal van die landen nu onze gewaardeerde collega’s zijn hier in het Europees Parlement.

Andere landen gaan weer wat trager – misschien is Oekraïne daar een voorbeeld van. Toch is het belangrijk te onderkennen dat ook Oekraïne vooruitgang heeft geboekt, hoewel het nog stappen moet zetten. Om een echte democratie te vestigen moet het land ten eerste het maatschappelijk middenveld naar een hoger plan tillen, ten tweede een eind maken aan de staatscontrole, met name over ngo’s, ten derde een echt onafhankelijke rechterlijke macht op poten zetten en ten vierde een vrije en sterke oppositie mogelijk maken.

Ware democratie is niet mogelijk zonder een vrije en krachtige oppositie die haar stem luid en duidelijk laat horen. Wij in de Europese Unie moeten alle middelen aanwenden om Oekraïne aan te sporen het hele traject af te leggen en een ware democratie te vestigen. Het land heeft stappen gezet, maar het moet nog wat verder gaan.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, de drie aanklachten tegen Julia Timosjenko zijn, zoals ze zelf zei, zuiver politiek van aard. We moeten ook beseffen dat ook enkele andere voormalige leden van haar kabinet zijn aangeklaagd van corruptie worden beschuldigd of verdacht.

Zoals volgens mij mevrouw Ojuland hier al zei, zijn we geen rechtbank. We zijn hier niet om te beslissen of deze personen schuldig of onschuldig zijn. We willen iedereen er wel op wijzen hoe belangrijk het is dat deze hoorzittingen in geen geval selectief mogen zijn en dat de rechtshandelingen open en non-discriminatoir moeten zijn.

Ik wil Lady Ashton bedanken voor het feit dat zij al in mei haar bezorgdheid uitsprak over de aanklachten tegen de Oekraïense oppositieleiders en de mogelijk politieke redenen ervoor. We moeten op deze weg voortgaan en ervoor zorgen dat deze hoorzittingen in Oekraïne niet selectief worden of tegen de oppositie zijn gericht.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Paolo Francesco Silvestris (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, Oekraïne is een democratie, een bevriend land, een partner van deze Europese Unie. Oekraïne zal echter ook moeten kiezen voor Europese normen in het bestuur van de rechterlijke macht, die wordt gekenmerkt door gepolitiseerde rechtszaken waarin de aangeklaagden niet alle rechten en instrumenten hebben die nodig zijn om een rechtszaak, die in sommige gevallen puur politiek is, tegemoet te treden. Er is een criminalisering van politieke tegenstanders van de huidige regering, die er alleen op is gericht de oppositie te vernietigen en tot zwijgen te brengen. Julia Timosjenko, de voormalige premier, en haar ministers worden door middel van showprocessen aangevallen in plaats van door middel van een politiek debat dat, alhoewel ook fel, serieus en transparant zou zijn. De Oekraïense regering moet eerbied hebben voor de oppositie, zonder met het wapen van de rechterlijke macht te zwaaien, en de regels van een democratische staat en mensenrechten eerbiedigen, zoals ook ondertekend in de Oostelijk Partnerschap overeenkomsten.

 
  
MPphoto
 

  Eija-Riitta Korhola (PPE). (FI) Mijnheer de Voorzitter, de voormalige premier van Oekraïne, Julia Timosjenko, heeft zich dit voorjaar moeten verdedigen tegen verscheidene aanklachten wegens corruptie. In februari kon ze wegens een reisverbod niet naar Brussel komen om ons te ontmoeten. Als Timosjenko definitief schuldig wordt bevonden, dan hangt haar een gevangenisstraf van maar liefst tien jaar boven het hoofd.

De achtergrond en context roepen echter lastige vragen op en wekken zorg over de deels politiek gemotiveerde aard van de aanklachten. In onze resolutie brengen we terecht de kwestie van de steeds selectiever lijkende aanklachten tegen de leiders van de politieke oppositie ter sprake en benadrukken we dat de transparantie van de onderzoeken en de rechtszaken moet worden gewaarborgd.

Corruptiebestrijding en het versterken van de rechtsstaat zijn niet alleen voorwaarden voor nauwere betrekkingen tussen de Europese Unie en Oekraïne, maar ook noodzakelijk voor een snellere democratische ontwikkeling van Oekraïne. De nieuwe politieke leiders van Oekraïne moeten ook verantwoordelijkheid tonen en de hervormingen doorvoeren die sinds de Oranjerevolutie zijn blijven liggen.

 
  
MPphoto
 

  Iosif Matula (PPE).(RO) Mijnheer de Voorzitter, de ontwerpresolutie in verband met de zaak van de leden van de voormalige regering van Oekraïne is nodig om respect te waarborgen voor de grondbeginselen van de Europese Unie, om te beginnen de mensenrechten. Niet de Oekraïense justitie is de grootste zorg, maar de mogelijke inmenging van de politiek in de rechtspraak. De Europese Unie moet, als gemeenschap van recht en waarden, de leden van de voormalige Oekraïense regering steunen om te zorgen dat het principe wordt gerespecteerd van onschuld tot het tegendeel is bewezen en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Ik wil benadrukken dat het nodig is om de lopende hervormingen in Oekraïne door te zetten en op te voeren, en de wetgeving te laten aansluiten op de bepalingen en verplichtingen van de EU, als kernelementen die het land dichter bij de Europese Unie brengen. Het succes van het Oekraïense hervormingsproces hangt af van de bevordering van en het respect voor democratische beginselen, de rechtsstaat en transparantie. Voor wat betreft de beschuldigingen tegen Joelija Tymosjenko en de leden van de voormalige regering: voor maatregelen tegen een beschuldiging van machtsmisbruik mag geen machtsmisbruik worden gepleegd. Democratie moet vooruitgang boeken in Oekraïne en wij kunnen dat proces ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte Parlementsleden, net als u in dit Parlement en in de fracties volgt de Commissie van nabij de ontwikkelingen in Oekraïne met betrekking tot de voormalige Oekraïense regeringsleden, mevrouw Tymosjenko, de heer Lutsenko en anderen. Sinds het begin van het jaar hebben wij onze bedenkingen geuit met betrekking tot de mogelijk politieke motieven die aan de basis liggen van deze rechtszaken. De EU is met een delegatie aanwezig in het land en volgt de ontwikkelingen op de voet.

In het voortgangsverslag over Oekraïne dat we enkele dagen geleden publiceerden, schetsen we uitvoerig hoe de situatie er het voorbije jaar in het land uitzag. Uit onze evaluatie van de situatie, die onveranderd is, blijkt dat verregaande hervormingen van het rechtsstelsel en maatregelen ter bestrijding van corruptie noodzakelijk zijn. In het verslag benadrukken we dat de eerbiediging van de rechtsstaat bij strafrechtelijke onderzoeken en bij strafrechtelijke vervolgingen en eerlijke, onpartijdige en onafhankelijke processen verzekerd moeten zijn om te garanderen dat het strafrecht niet voor politieke doeleinden wordt misbruikt.

In rechtszaken waarin voormalige regeringsleden betrokken zijn, moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen strafrechtelijke en politieke aansprakelijkheid. Door het als buitensporig ervaren gebruik van hechtenis, voorarrest en reisbeperkingen ontstaat de indruk dat het rechtswezen willekeurig optreedt.

Tezelfdertijd is een groot deel van het maatschappelijke middenveld in Oekraïne, van deskundigen in de hele wereld en van buitenlandse zakenlieden die in Oekraïne actief zijn, er rotsvast van overtuigd dat de rechtbanken in Oekraïne van verschillende kanten sterk onder druk worden gezet. We hopen dat de verklaring van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa in aanmerking zal worden genomen bij toekomstige wijzigingen van de wetgeving inzake hervorming van het rechtswezen en dat er zo een einde wordt gemaakt aan onze twijfels.

Ik zou willen benadrukken dat we groot belang hechten aan het verzekeren van de rechtsstaat in Oekraïne, een land waarmee we een nauwere contractuele band willen aanknopen op basis van associatie en economische integratie. Daarvoor is een naar behoren werkend, onafhankelijk en transparant gerechtswezen essentieel.

We willen in geen enkel individueel geval partij kiezen, maar we verwachten van Oekraïne dat het zijn systeem fundamenteel wijzigt om onpartijdige, eerlijke en transparante processen te garanderen. We zijn ervan overtuigd dat de stabiliteit in Oekraïne en het vertrouwen van de burgers in de overheidsorganen afhankelijk zullen zijn van de vooruitgang die op dit gebied wordt geboekt.

De snelheid en omvang van onze toenadering tot Oekraïne, en vice versa, zullen afhangen van het feit of Oekraïne volledig kan garanderen dat het de mensenrechten, de beginselen van democratie en de beginselen van de rechtsstaat eerbiedigt. Die beginselen mogen op geen enkele manier in twijfel worden getrokken. Die vaststelling strookt met de resultaten van de herziening van ons Europees nabuurschapsbeleid.

De vergadering van de samenwerkingsraad EU-Oekraïne, die in de loop van volgende week plaatsvindt, biedt ons de kans om talrijke kwesties te bespreken die belangrijk zijn voor onze betrekkingen, en om Oekraïne duidelijke signalen – die dezelfde zijn als de uwe – te geven met betrekking tot het belang van hervormingen op dit gebied.

We zijn blij met de vastberadenheid van Oekraïne om de onderhandelingen over een associatieovereenkomst nog voor het einde van dit jaar af te ronden. Dat is allemaal goed en wel, maar om de vruchten te kunnen plukken die deze overeenkomst op het gebied van associatie en economische integratie met de EU kan bieden, moet Oekraïne de noodzakelijke verregaande hervormingen doorvoeren, met name van het rechtswezen, het kiesstelsel en de grondwet. Daarnaast moet het land resoluter maatregelen nemen ter bestrijding van de corruptie.

Wat dat betreft, wordt Oekraïne niet aan zijn lot overgelaten, maar het moet bewijzen dat het onvoorwaardelijk de weg wil bewandelen van omvangrijkere en inclusievere hervormingen als het dichter bij de EU wil komen. Wij zullen Oekraïne aanzienlijke steun blijven geven in zijn inspanningen om interne hervormingen tot stand te brengen.

Tot slot zou ik nog willen zeggen dat we een correcte gerechtelijke procedure ten volle en zonder commentaar respecteren. We vertrouwen erop dat we in Kiev en Brussel onze dialoog over interne hervormingen in Oekraïne en over de toenadering van het land tot de EU zowel met de Oekraïense autoriteiten als met de oppositie open en transparant zullen kunnen voortzetten. Hartelijk dank!

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt zo dadelijk plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D) , schriftelijk. – (EN) Ik werd verrast door de wens van een aantal politieke krachten in het Europees Parlement om morele en politieke steun te geven aan de voormalige leiders van Oekraïne. Het is bekend dat de Europese Volkspartij een samenwerkingsovereenkomst heeft met het blok van Joelija Tymosjenko. Het zou interessant zijn om te weten of in die overeenkomst ook iets staat over rechtsbescherming en dienstverlening als advocaat?

De resolutie van vandaag lijkt meer op een beroepschrift dan op een document van het Europees Parlement. Ik vind het noodzakelijk om te verklaren dat niemand het recht heeft zich te mengen in gerechtelijke procedures en vervolging. Wij staan de rechtsgang in de weg als wij op voorhand, nog voordat het onderzoek is afgerond, al een oordeel uitspreken over het werk van de openbaar aanklager.

Het Europees Parlement is geen advocatenkantoor. In gevallen als deze moeten we wachten totdat het onderzoek is afgerond. We moeten de verdachten adviseren samen te werken met de onderzoeksinstanties. We hebben niet het recht om druk uit te oefenen op het gerechtelijk apparaat van Oekraïne, omdat dit als inmenging in binnenlandse aangelegenheden kan worden aangemerkt.

Ik ben categorisch tegen resolutie P7_TA-PROV(2011)0272, omdat ik vind dat die grove druk uitoefent op de Oekraïense regering.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. – (PL) De prioriteiten van het Oekraïense voorzitterschap van het Comité van Ministers van de Raad van Europa zijn onder andere het voorkomen van schending van de mensenrechten en de beginselen van de rechtsstaat. Oekraïne neemt het verder op zich om de democratie op lokaal niveau op te bouwen en het lokale bestuur te versterken. Ondertussen waarschuwt het Helsinki Comité dat het land het Europees Verdrag voor de rechten van de mens schendt. De voorlopige arrestaties en het uitreisverbod dat is opgelegd aan de meest prominente oppositieleden en voormalige leden van de regering doen twijfelen aan de objectiviteit van het Oekraïense openbaar ministerie. Volgens het Europees Parlement ontbreekt het aan transparantie in de onderzoeken en zijn de aangenomen procedurele middelen buiten alle proportie. Het Parlement moet daarom een beroep doen op de Oekraïense procureur-generaal om dit verbod op te heffen.

De kern van het probleem is echter dat er nog steeds geen democratische hervormingen plaatsvinden in dit land. Tijdens het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa in maart 2011 hebben de vertegenwoordigers van Oekraïne uitgelegd dat ze meer tijd nodig hebben om zich te ontdoen van het communistische verleden. Ik ben het er mee eens dat het niet eenvoudig is om democratie te bereiken, maar daar is wel de wil om te veranderen en het nemen van dynamische maatregelen voor nodig. Sinds het uiteenvallen van de USSR is voldoende tijd verstreken en andere voormalige socialistische landen hebben al aanzienlijke vooruitgang geboekt. Voor de vorming van een pluralistische rechtsstaat moet Oekraïne beginnen met wijziging van de kieswet en het strafrecht. De EU moet erop staan dat voldaan wordt aan de gestelde eisen, hoofdzakelijk omdat zij zelf veel te bieden heeft in het kader van het oostelijk partnerschap en het nabuurschapsbeleid.

 
  

(1) Zie notulen


13. Stemmingen
Video van de redevoeringen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Wij gaan nu over tot de stemming.

(Uitslagen en nadere bijzonderheden betreffende de stemmingen: zie notulen)

 

13.1. Madagascar (B7-0353/2011)

13.2. Guantánamo: nakend besluit inzake de doodstraf (B7-0361/2011)
 

Vóór de stemming over amendement 12

 
  
MPphoto
 

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, staat u mij toe deze stemming even te onderbreken. Ik wil vragen om amendement 9 in paragraaf 7 in te voegen en niet in paragraaf 4.

Ik denk dat het een vergissing is. Amendement 9 heeft betrekking op het recht op een eerlijk proces en als het zou worden aangenomen – wat me zou verbazen, maar toch – dan zou amendement 12, dat op een heel ander onderwerp betrekking heeft, vervallen.

 
  
 

(De technische correctie wordt aanvaard)

 

13.3. Oekraïne: de zaken van Yulia Tymoshenko en andere leden van de voormalige regering (B7-0363/2011)

14. Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag: zie notulen

15. Ingekomen stukken: zie notulen

16. In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 123 van het Reglement): zie notulen

17. Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten: zie notulen

18. Rooster van de volgende vergaderingen: zie notulen
Video van de redevoeringen

19. Onderbreking van de zitting
Video van de redevoeringen
 

(De vergadering wordt gesloten om 16:55 uur)

 

BIJLAGE (Schriftelijke antwoorden)
VRAGEN AAN DE RAAD (Het fungerend voorzitterschap van de Raad van de EU is verantwoordelijk voor deze antwoorden.)
Vraag nr. 1 van Bernd Posselt (H-000195/11)
 Betreft: EULEX-missie in Noord-Kosovo
 

Hoe denkt de Raad over de prestaties van de EULEX-missie inzake de ontwikkeling van de rechtsstaat in Kosovo, en met name in Noord-Kosovo en Mitrovica, en wat wordt er ondernomen om het werk van deze belangrijke instantie te verbeteren

 
  
 

(EN) Het onderhavige antwoord, dat door het voorzitterschap van de Raad is opgesteld en dat noch voor de Raad, noch voor de lidstaten bindend is, is niet mondeling gepresenteerd tijdens het vragenuur met de Raad in de vergaderperiode van juni 2011 van het Europees Parlement in Straatsburg.

Op 26 april 2010 heeft de Raad met tevredenheid kennisgenomen van de resultaten die EULEX tot nu toe onder moeilijke omstandigheden in Kosovo bereikt heeft door steun te verlenen aan justitiële en rechtshandhavingsorganen en door hervormingen in de rechtsstaat te bevorderen, onder meer bij de vervolging en berechting van gevoelige strafrechtzaken. De Raad heeft zijn steun uitgesproken voor de wijze waarop de missie haar inspanningen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie tracht te intensiveren.

Sinds de aanvankelijke operationele capaciteit in december 2008 is bereikt, heeft de EULEX-missie aanzienlijk bijgedragen aan de totstandbrenging van een omgeving waarin de bevolking van Kosovo steeds nadrukkelijker eist dat niemand boven de wet staat. Door onderzoek te doen naar belangrijke ministers, politici, hoge ambtenaren, onder wie de president van de centrale bank, voormalige commandanten van het UCK en zakenmensen, heeft de missie de perceptie van straffeloosheid fors ondermijnd.

Er lopen op het ogenblik honderden onderzoeken. Er zijn door rechters van EULEX al meer dan 180 vonnissen uitgesproken in heel uiteenlopende zaken, onder andere op het gebied van corruptie en georganiseerde misdaad. Er zijn ongeveer 1 150 hoorzittingen gehouden en EULEX-aanklagers zijn betrokken geweest bij meer dan 1 300 zaken, waaronder zo'n 50 gevallen van georganiseerde misdaad en bijna 100 gevallen van corruptie.

De missie heeft ook belangrijke vooruitgang geboekt in de strijd tegen mensen- en orgaansmokkel, waarbij de meest concrete stappen zijn gezet in grote zaken zoals het Tisza-proces (mensensmokkel) en de zaak-Medicus (orgaansmokkel).

Een aantal lopende zaken heeft betrekking op criminele activiteiten in het noorden. Sinds EULEX in december 2008 na bijna negen maanden sluiting de rechtbank in Mitrovica heeft heropend, hebben internationale rechters en aanklagers, gesteund door een multi-etnisch team van Kosovaars-Servische and Kosovaars-Albanese lokale medewerkers, niet minder dan 35 rechtszaken afgerond. Strafbare feiten onder het mandaat van EULEX worden naar behoren onderzocht en adequaat beoordeeld door een team van EULEX-rechters en -aanklagers, zelfs al zijn de lokale rechters en aanklagers nog niet teruggekeerd. Een lokaal multi-etnisch inventarisatieteam heeft grote voortgang geboekt bij het zoeken, vinden, rangschikken en registreren van dossiers.

Er zijn continu EULEX-agenten van de douane en de grenspolitie aanwezig bij de grensovergangen 'Gate 31' en 'Gate 1'. Sinds EULEX hier operationeel is, is de smokkel in het noorden afgenomen met maar liefst 60 procent, als gevolg waarvan de inkomsten voor zowel Belgrado als Pristina reëel zijn gestegen. Alle bij de grensovergangen verzamelde gegevens worden gedeeld met Belgrado en Pristina en de registratie van inkomende personen geschiedt in een gecentraliseerde databank.

Onlangs heeft de missie, in overeenstemming met de prioriteiten van haar nieuwe hoofd Xavier Bout de Marnhac, de Task Force Mitrovica (TFM) opgericht, een EULEX-eenheid van politie- en douanerechercheurs en aanklagers. Doel van de TFM is de bestrijding van zware criminaliteit door middel van politieonderzoek op basis van inlichtingen teneinde de rechtsstaat zowel ten noorden als ten zuiden van de Ibar te versterken. De arrestatie, op 17 mei in Zubin Potok, van een verdachte die betrokken zou zijn bij georganiseerde misdaad, is een bewijs te meer van de activiteiten van EULEX.

De activiteiten van EULEX in het noorden van Kosovo gaan ook gepaard met actieve public relations, bijvoorbeeld in de vorm van antidrugscampagnes.

 

Vraag nr. 2 van Jim Higgins (H-000198/11)
 Betreft: Verkeersveiligheid
 

In het programma van het Hongaarse voorzitterschap staat dat het alles in het werk zal stellen om tot een bespoediging te komen van de lopende onderhandelingen over de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsrelevante verkeersovertredingen.

Welke stappen heeft de Raad tijdens het ten einde lopende Hongaarse voorzitterschap ondernomen om te bereiken dat het bovenstaande wordt gerealiseerd?

 
  
 

(EN) Het onderhavige antwoord, dat door het voorzitterschap van de Raad is opgesteld en dat noch voor de Raad, noch voor de lidstaten bindend is, is niet mondeling gepresenteerd tijdens het vragenuur met de Raad in de vergaderperiode van juni 2011 van het Europees Parlement in Straatsburg.

Zoals de geachte afgevaardigde weet, is de totstandbrenging van een richtlijn die grensoverschrijdende informatie-uitwisseling over voor de verkeersveiligheid relevante verkeersovertredingen mogelijk maakt, een prioriteit van het Hongaarse voorzitterschap.

De bevoegde voorbereidende instanties van de Raad hebben voornoemd voorstel voor een richtlijn bestudeerd en het voorzitterschap heeft verscheidene informele bijeenkomsten met de EP-rapporteur en de schaduwrapporteurs belegd met de bedoeling om op informele wijze mogelijke compromissen te onderzoeken teneinde vóór eind juni 2011 overeenstemming in tweede lezing mogelijk te maken.

Het Hongaarse voorzitterschap zal zich, zoals eerder aangekondigd, tot het uiterste inspannen om voor de afloop van zijn termijn overeenstemming met het EP te bereiken.

 

Vraag nr. 3 van Vilija Blinkevičiūtė (H-000202/11)
 Betreft: Verwijdering van de obstakels voor de vrije en onbelemmerde toegang tot verkiezingen van personen met een handicap zodat zij hun wensen als burgers kunnen uiten
 

Hongarije, dat dit halfjaar voorzitter is van de Raad van de Europese Unie, heeft in zijn programma de Europese strategie ten behoeve van personen met een handicap (2010-2020) als een van zijn belangrijkste prioriteiten vermeld. Deze strategie heeft in het bijzonder als doel discriminatie tegen personen met een handicap te bestrijden en ervoor te zorgen dat hun grond- en burgerrechten ten uitvoer worden gelegd.

Is het land dat het voorzitterschap waarneemt niet van mening dat de belemmeringen in de lidstaten waardoor personen met een handicap geen vrije en onbelemmerde toegang tot verkiezingen hebben moeten worden weggenomen zodat zij hun wensen als burgers kunnen uiten en hun burgerrechten kunnen uitoefenen? Helaas kan vanwege de onaangepaste infrastructuur slechts een klein percentage van de personen met een handicap gaan stemmen.

 
  
 

(EN) Het onderhavige antwoord, dat door het voorzitterschap van de Raad is opgesteld en dat noch voor de Raad, noch voor de lidstaten bindend is, is niet mondeling gepresenteerd tijdens het vragenuur met de Raad in de vergaderperiode van juni 2011 van het Europees Parlement in Straatsburg.

De specifieke regelingen die worden getroffen om te waarborgen dat alle burgers hun stem kunnen uitbrengen, zijn een zaak die tot de bevoegdheden van de lidstaten behoort. De Raad hecht echter groot belang aan de volwaardige en gelijkwaardige participatie van personen met een handicap in het openbare leven. In het door de Raad en de lidstaten op 7 en 8 juni 2010 goedgekeurde besluit(1) wordt de toegang tot het openbare leven aangewezen als een voorwaarde voor volledige integratie en participatie van personen met een handicap in de samenleving. Evenzo wordt in het besluit van 29 februari 2008(2) verbetering van de toegankelijkheid als voorwaarde genoemd voor zelfstandigheid, integratie en participatie, en als manier om personen met een handicap in staat te stellen hun mensenrechten en fundamentele vrijheden uit te oefenen.

De Raad bespreekt momenteel het voorstel van de Commissie(3) voor een nieuwe antidiscriminatierichtlijn, die ook bepalingen bevat voor verbeterde toegankelijkheid.

Verder heeft de Raad de lidstaten en de Commissie herhaaldelijk uitgenodigd(4) om de ratificatie en toepassing te bevorderen van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD), dat zich specifiek(5) richt op het vraagstuk van doeltreffende en volledige participatie in het politieke en openbare leven door het waarborgen van passende en toegankelijke stemprocedures, -voorzieningen en -materialen, door het vereenvoudigen van het gebruik van ondersteunende en nieuwe technologieën en door het toestaan van persoonlijke hulp bij het stemmen.

Ten slotte heeft het Hongaarse voorzitterschap in het kader van de nieuwe Europese strategie van de Commissie ten behoeve van personen met een handicap (2010-2020)(6), die grotendeels geconcentreerd is op de tenuitvoerlegging van het UNCRPD, een reeks voorstellen voor besluiten van de Raad opgesteld, die thans in bespreking zijn bij de voorbereidende instanties van de Raad.

 
 

(1) 10173/10.
(2) 6769/08.
(3) 11531/08. Meest recente voortgangsverslag: 16335/10.
(4) 10173/10.
(5)UNCRPD, PB L 23/36 van 27.1.2010, artikel 29.
(6) 16489/10.

 

Vraag nr. 4 van Gay Mitchell (H-000204/11)
 Betreft: Verkeersveiligheid
 

Ook deze zomer zullen veel Britse en Ierse gezinnen naar Zuid-Europa reizen om daar hun vakantie door te brengen. Veel Ierse toeristen zullen de boot van Cork of Rosslare naar Roscoff en Cherbourg nemen, terwijl veel Britse toeristen de kanaaltunnel van Dover naar Calais zullen nemen. Deze reizigers zullen enkele weken doorbrengen in Frankrijk, Duitsland, Spanje en andere EU-landen waar rechts gereden wordt. Aangezien Ieren en Britten links rijden en geen ervaring hebben met het rechts rijden, is er reden tot bezorgdheid. Ongevallen zijn veel waarschijnlijker omdat het lastiger is rechts te rijden met een auto waarin het stuur rechts zit. Heeft de Raad een strategie ter verbetering van de veiligheid van deze weggebruikers die met hun auto naar het buitenland rijden?

 
  
 

(EN) Het onderhavige antwoord, dat door het voorzitterschap van de Raad is opgesteld en dat noch voor de Raad, noch voor de lidstaten bindend is, is niet mondeling gepresenteerd tijdens het vragenuur met de Raad in de vergaderperiode van juni 2011 van het Europees Parlement in Straatsburg.

In zijn conclusies inzake verkeersveiligheid(1), vastgesteld tijdens zijn vergadering van 2 en 3 december 2010, is de Raad van mening dat het aantal doden en gewonden in het verkeer nog altijd onaanvaardbaar hoog is en benadrukt hij hoe belangrijk het is om autosnelwegen, wegen, straten en voertuigen aan te passen aan de menselijke mogelijkheden.

De Raad meent verder dat infrastructuur en voertuigen zo moeten worden ontworpen dat de gevolgen van menselijke fouten en ongepast gedrag worden voorkomen of beperkt, en erkent de noodzaak om een wegeninfrastructuur aan te leggen en wegennetten te ontwikkelen die voldoen aan strenge normen van verkeersveiligheid.

De Raad heeft echter niet het specifieke onderwerp bestudeerd dat de geachte afgevaardigde aan de orde stelt.

 
 

(1) Doc. 16951/10.

 

Vraag nr. 5 van Marian Harkin (H-000213/11)
 Betreft: Europa dichter bij de burger brengen
 

Welke initiatieven heeft de Raad genomen om een van zijn prioriteiten te verwezenlijken, te weten Europa dichter bij de burger brengen?

 
  
 

(EN) Het onderhavige antwoord, dat door het voorzitterschap van de Raad is opgesteld en dat noch voor de Raad, noch voor de lidstaten bindend is, is niet mondeling gepresenteerd tijdens het vragenuur met de Raad in de vergaderperiode van juni 2011 van het Europees Parlement in Straatsburg.

In artikel 10 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is het volgende bepaald: "Iedere burger heeft het recht aan het democratisch bestel van de Unie deel te nemen. De besluitvorming vindt plaats op een zo open mogelijke wijze, en zo dicht bij de burgers als mogelijk is." Volgens artikel 11 VEU bieden de instellingen "de burgers en de representatieve organisaties … de mogelijkheid hun mening over alle onderdelen van het optreden van de Unie kenbaar te maken en daarover in het openbaar in discussie te treden."

Om deze doelen te verwezenlijken en de participerende democratie te versterken, voorziet artikel 11 VEU in het burgerinitiatief, een van de belangrijkste vernieuwingen in het Verdrag van Lissabon. Deze Verdragsbepaling is ten uitvoer gelegd met een verordening van het Europees Parlement en de Raad(1). De lidstaten en de Commissie moeten de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen treffen vóór 1 april 2012, wanneer de verordening in werking treedt. Naast deze maatregelen voorziet artikel 12 VEU in de betrokkenheid van de nationale parlementen bij het besluitvormingsproces van de Unie.

Verder verwelkomt en ondersteunt de Raad het initiatief van het Europees Parlement en de Commissie om een gezamenlijk 'transparantieregister' op te zetten. De Raad zal een unilaterale verklaring afleggen in juni, wanneer het transparantieregister van start moet gaan. In de verklaring worden de waarde van dit nieuwe hulpmiddel en de steun van de Raad voor dit initiatief benadrukt.

De Raad is bereid tot driepartijenoverleg om de modaliteiten voor de mogelijke rol van de Raad in het register te onderzoeken.

Bovendien zijn op grond van artikel 15 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie alle beraadslagingen en stemmingen van de Raad over ontwerpen van wetgevingshandelingen openbaar en op internet toegankelijk.

Wat betreft de toegankelijkheid van documenten heeft de Commissie een herschikking voorgesteld van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie(2) teneinde het recht van openbare toegang uit te breiden tot documenten van alle instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie. Het voorstel wordt besproken in het kader van de gewone wetgevingsprocedure. Verder toont het toenemende aantal raadplegingen van het openbare register van Raadsdocumenten aan dat dit instrument nog altijd een belangrijk hulpmiddel is voor burgers die de activiteiten van de Europese Unie willen volgen.

Meer in het algemeen is het de bedoeling van de Raad om op heldere en transparante wijze met de burgers te communiceren. In dit verband blijft de Raad actief betrokken bij de tenuitvoerlegging van de politieke verklaring 'Communiceren over Europa in partnerschap', die door het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie is ondertekend op 22 oktober 2008(3).

Volgens deze verklaring selecteren de drie instellingen, onder eerbiediging van de individuele verantwoordelijkheid van alle EU-instellingen en -lidstaten voor hun eigen communicatiestrategie en -prioriteiten, in de Interinstitutionele Groep Voorlichting jaarlijks een beperkt aantal gemeenschappelijke communicatieprioriteiten.

Bij de vaststelling van zijn standpunt ter zake neemt de Raad de gezichtspunten van de lidstaten mee om te waarborgen dat de communicatieactiviteiten en voorlichtingscampagnes het nodige nationale, regionale en lokale belang hebben om alle burgers te bereiken.

 
 

(1) PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1.
(2) PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.
(3) 13712/08.

 

VRAGEN AAN DE COMMISSIE
Vraag nr. 16 van Liam Aylward (H-000207/11)
 Betreft: Veiligheid en ongevallen op het werk
 

In de 27 lidstaten van de EU komen ieder jaar enkele duizenden personen om het leven op de plaats waar zij werken en ongeveer 2,9% van de werknemers zijn ten gevolge van een ongeval op het werk meer dan drie dagen afwezig.

Kan de Commissie mededelen via welke maatregelen deze tragische situatie wordt aangepakt?

Hoe beoordeelt de Commissie de huidige strategie 2007-2012? Is er vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van de doelen van de strategie waardoor het gevaar van dodelijke ongevallen tijdens het werk in de hele EU afneemt?

Hoe staat momenteel het overleg over een nieuwe strategie inzake gezondheid en veiligheid op het werk voor Europa voor de periode 2013-2020?

 
  
 

(EN) Hoewel de Europese statistieken op een substantiële daling van het aantal dodelijke en ernstige ongevallen op het werk duiden(1), is ook de Commissie van mening dat er ruimte voor verbetering bestaat in de vorm van vermindering van het aantal ongevallen op het werk en werkgerelateerde ziektegevallen in de hele EU.

De Europese strategie voor gezondheid en veiligheid op het werk voor 2007-12(2) is gericht op een vermindering van het aantal ongevallen op het werk gedurende die periode met 25 procent, een ambitieuze doelstelling gezien de totale vermindering van het aantal ongevallen op het werk gedurende de looptijd van de vorige EU-strategie(3). De nationale strategieën die de lidstaten moeten vaststellen op grond van de strategie voor 2007-12 spelen een belangrijke rol bij het bereiken van die doelstelling. Ze moeten de lidstaten en de nationale autoriteiten de richting wijzen bij hun inspanningen om ongevallen op het werk te voorkomen. In aanvulling hierop is in 2007 een aanbeveling van de Raad over letselpreventie en bevordering van veiligheid(4) goedgekeurd, waarin de lidstaten ook worden opgeroepen nationale plannen voor letselpreventie te maken.

Bij de tussentijdse evaluatie(5) is bevestigd dat de huidige strategie voor gezondheid en veiligheid grotendeels het beoogde resultaat oplevert, ondanks de veranderingen die zich sinds 2007 in de EU hebben voltrokken en in het bijzonder het effect van de financiële en economische crisis. Een definitief oordeel over de doeltreffendheid van de strategie bij het bereiken van die vermindering met 25 procent is pas mogelijk nadat de officiële gegevens voor het referentiejaar 2012 beschikbaar zijn gekomen(6), maar voorlopige ramingen zullen al eerder worden gepresenteerd. Volgens gegevens voor 2007 tot 2009(7) is het aantal ongevallen gedaald in 15, ongewijzigd gebleven in 4 en gestegen in 3 lidstaten, terwijl de variatie in de overige 5 niet significant is.

Er is een brede raadpleging begonnen om de prioriteiten voor de strategie voor de jaren 2013-20 te selecteren, terwijl een speciale werkgroep van het tripartiete Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats de Commissie bijstaat bij de definitieve evaluatie van de huidige strategie en de ontwikkeling van de toekomstige strategie.

 
 

(1)Gebaseerd op de EASO-methodiek (Europese Statistiek inzake Arbeidsongevallen) in de Eurostat-database op: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/health/health_safety_work/data/database
(2)Mededeling van de Commissie - Verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit: communautaire strategie 2007-2012 voor de gezondheid en veiligheid op het werk (COM(2007)0062 definitief van 21 februari 2007).
(3)Volgens de geharmoniseerde EASO-gegevens over ongevallen op het werk daalde het aantal ongevallen op het werk van 2000 tot 2006 met 25 procent. Van 1995 tot 2005 daalde het aantal ongevallen op het werk in de EU-15 met 27,4 procent, en het aantal dodelijke ongevallen met 42,4 procent (zie 'Causes and circumstances of accidents at work in the EU', Europese Commissie, DG EMPL, 2009).
(4)(2007/C 164/01) – 31 mei 2007
(5)Werkdocument van de diensten van de Europese Commissie van 24 april 2011 over de tussentijdse evaluatie van de Europese strategie 2007-2012 voor de gezondheid en veiligheid op het werk (SEC(2011)0547).
(6)In beginsel is dat, als gevolg van de bestaande Eurostat-procedure voor het verzamelen en verwerken van gegevens uit de lidstaten, pas in 2014. De lidstaten moeten ongevallen op het werk binnen 18 maanden aan Eurostat melden.
(7)'Scoreboard 2009', met de uitkomsten van een onderzoek dat de belangengroep voor nationale instanties van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats in mei 2009 heeft uitgevoerd op basis van een vragenlijst die naar de ministeries van Arbeid en Sociale zaken van de lidstaten was gezonden, is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=153&langId=nl&intPageId=683

 

Vraag nr. 17 van Jutta Steinruck (H-000211/11)
 Betreft: Situatie van stagiairs in Europa
 

In een recente studie van de DGB, het Duitse vakverbond, is opnieuw onthuld hoe precair de situatie van stagiairs is. Van de afgestuurde studenten heeft 28% een stageplaats, die in 40% van de gevallen onbetaald is. De situatie is nijpend, want bij bedrijven ontwikkelt zich de gewoonte om reguliere werknemers te vervangen door hoogopgeleide stagiairs zonder een adequaat salaris te betalen. Dit probleem speelt in heel Europa. In Italië heeft bijna de helft van alle stagiairs een mastersdiploma en de situatie is vergelijkbaar in andere lidstaten, zoals Frankrijk, Oostenrijk en het VK: het heeft er alle schijn van dat het aantal slecht betaalde stageplaatsen voortdurend toeneemt.

Gaat de Commissie, afgezien van de lopende uitgebreide studie, op korte termijn iets ondernemen om een einde te maken aan de exploitatie van jonge werknemers in Europa?

Hoe kan de Commissie de lidstaten verzoeken om voor meer duidelijkheid in hun wettelijke voorschriften te zorgen en uitwisselingen gemakkelijker maken voor stagiairs die hun opleiding in een andere lidstaat volgen?

In het initiatief "Jeugd in beweging" is sprake van een "kwaliteitskader voor stages". Wanneer precies kan dit kader worden verwacht? Zijn er plannen voor andere initiatieven om de integratie van jonge werknemers op de arbeidsmarkt te ondersteunen?

 
  
 

(EN) De Commissie is bekend met het vraagstuk dat door de geachte afgevaardigde aan de orde wordt gesteld en weet dat stageplaatsen vaak worden gebruikt ter vervanging van gewone banen. Tezelfdertijd meent de Commissie dat goede stages kunnen bijdragen aan het overbruggen van de kloof tussen de theoretische kennis die in het onderwijs wordt verworven en de vaardigheden en competenties die op de werkplek vereist zijn. Daarom heeft de Commissie zich binnen het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief 'Jeugd in beweging' verplicht om in 2012 een kwaliteitskader voor stages te presenteren, waarin onder meer de wettelijke en administratieve belemmeringen voor internationale stages worden aangepakt.

Daarnaast omvat 'Jeugd in beweging' een reeks initiatieven ter bevordering van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt, waaronder een uitnodiging aan de lidstaten om te overwegen eenmalige contracten voor onbepaalde tijd in te voeren ter bestrijding van de arbeidsmarktsegmentatie; het initiatief 'Your first EURES job' en de nieuwe Europese vacaturemonitor ter bevordering van de mobiliteit van jongeren in de EU; de uitnodiging aan de lidstaten om zogenoemde 'jeugdgaranties' te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat jongeren binnen vier maanden nadat zij van school zijn gekomen een baan hebben, voortgezet onderwijs volgen of profiteren van activeringsmaatregelen; een nieuw wederzijds leerprogramma van de Europese overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening waardoor zij jongeren beter kunnen bereiken; en de benutting van de recente Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit ter verbetering van de toegang tot financiering voor nieuwe ondernemers, met inbegrip van jongeren.

 

Vraag nr. 18 van Marian Harkin (H-000214/11)
 Betreft: Fusie EGF en ESF
 

Kan de Commissie, tegen de achtergrond van voorstellen het Europese Fonds voor mondialisering samen te voegen met het Europees Sociaal Fonds, de wezenlijke verschillen tussen beide fondsen uiteenzetten en kan zij eveneens mededelen hoe zij aankijkt tegen een dergelijk voorstel?

 
  
 

(EN) Met het oog op de na 2013 uit te voeren evaluatie van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) bestudeert de Commissie verschillende mogelijkheden om de twee problemen op te lossen waardoor het huidige financieringsmechanisme van het fonds wordt geteisterd, te weten de lengte van de besluitvormingsprocedure en het risico dat de toegewezen kredieten onvoldoende blijken.

De Commissie herinnert eraan dat het Europees Sociaal Fonds (ESF) is opgericht om bij te dragen aan de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie door verbetering van de werkgelegenheid en de kans op werk, bevordering van een hoge arbeidsparticipatie en meer en betere banen. Het ondersteunt zowel de Europese werkgelegenheidsstrategie als het beleid van de lidstaten dat is gericht op volledige werkgelegenheid, kwaliteits- en productiviteitsverhoging op het werk, bevordering van sociale insluiting en verkleining van nationale, regionale en lokale verschillen in werkgelegenheid. Het belangrijkste verschil met het EFG is dat het ESF bestaat uit meerjarige programma's ter ondersteuning van strategische langetermijndoelen, in het bijzonder de voorbereiding en het beheer van verandering en herstructurering. Het EFG op zijn beurt verstrekt eenmalige, tijdelijke individuele steun, direct gericht op werknemers die worden getroffen door ontslag als gevolg van de mondialisering van de handel of de financiële en economische crisis.

Als wordt besloten het EFG voor de periode vanaf 2014 binnen het ESF te vestigen, blijft het mogelijk om de identiteit, zichtbaarheid en doelstellingen van het EFG te waarborgen. Dit zou kunnen worden bereikt door binnen het ESF een EU-lijn op te zetten met een specifiek toegewezen begroting. Opname van het EFG in het ESF zou het beheer van afzonderlijke aanvragen vereenvoudigen doordat gebruik zou kunnen worden gemaakt van de bestaande beheers- en controlesystemen van het ESF. Ook zou de samenhang tussen preventieve (ESF) en curatieve (EFG) steun worden vergroot.

De Commissie zal haar voorstellen over de opvolger van het EFG presenteren als onderdeel van het volgende meerjarige financiële kader, dat eind juni moet worden goedgekeurd.

 

Vraag nr. 21 van Giovanni La Via (H-000217/11)
 Betreft: Het tijdige gebruik van de structuurfondsen in de Europese regio's
 

Uit officiële gegevens van vele Europese regio's over de uitgaven van de kredieten uit fondsen zoals het ESF, het EFRO enz. blijkt dat regelmatig vertraging wordt opgelopen bij de tijdige en effectieve verwezenlijking van de uitgavendoelstellingen vastgesteld in de desbetreffende regionale operationele programma's.

Kan de Commissie in het licht van deze vertragingen, vastgesteld door de toezichtdiensten van de verschillende lidstaten, aangeven welke lessen kunnen worden geleerd van de laatste financiële programmeringsperiode en kunnen worden toegepast op de komende programmeringsperiode (2013-2020) om de uitgaven te versnellen en te zorgen voor een nauwkeuriger toezicht op de daadwerkelijke verwezenlijking van de doelstellingen?

 
  
 

(EN) De Commissie deelt de opvatting van de geachte afgevaardigde dat het waarborgen van de doelmatige absorptie van fondsen voor het cohesiebeleid zonder de doeltreffendheid van het middelengebruik in gevaar te brengen, een heel belangrijke zaak is. De Commissie heeft zich afgevraagd waarom sommige lidstaten problemen ondervinden bij de absorptie van fondsen en bestudeert momenteel mogelijke oplossingen voor dit vraagstuk.

De regel inzake automatische intrekking is bedoeld om ervoor de zorgen dat de projecten binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd en de financiële discipline versterkt wordt. De regels die van kracht zijn voor de periode 2007-2013 en de mogelijkheden om uitzonderingen op die regels toe te staan, zijn ingewikkelder geworden; de oorspronkelijke eenvoud die aan de regel ten grondslag lag, is verminderd. Een heldere, ondubbelzinnige regel inzake automatische intrekking, zonder uitzonderingen of vrijstellingen, zou het financiële beheer voor zowel de lidstaten als de Commissie eenvoudiger maken. Om een redelijke opstart- en introductieperiode voor programma's mogelijk te maken, denkt de Commissie na over manieren waarop de regel inzake automatische intrekking voor alle programma's vanaf het tweede jaar zou kunnen ingaan.

De Commissie meent dat vereenvoudiging van de regel inzake automatische intrekking een evenwicht tot stand zou kunnen brengen tussen het waarborgen van de investeringskwaliteit enerzijds en een soepele, snelle uitvoering anderzijds.

 

Vraag nr. 22 van Silvia-Adriana Ţicău (H-000218/11)
 Betreft: Vaststelling strategische projecten en financiële middelen voor Donaustrategie
 

Overeenkomstig de besluiten van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009 en de resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2010 heeft de Commissie op 8 december 2010 de EU-strategie voor de Donauregio gepresenteerd. De Raad heeft de strategie op 13 april 2011 goedgekeurd en het Parlement drong er in zijn resolutie van 15 februari 2011 op aan dat de lidstaten en de Commissie de uitvoering van de Donaustrategie ter hand zouden nemen, zodat de inwoners van de regio van de gemeenschappelijke strategische projecten profijt zouden kunnen trekken in de vorm van werkgelegenheid en sociaal-economische ontwikkeling. Op 3 februari 2011 heeft de Commissie de namen bekendgemaakt van de landen en regio's die als coördinator voor de prioritaire acties van de Donaustrategie zullen fungeren. De coördinatoren moeten samen met de betrokken staten kwantificeerbare doelstellingen en strategische projecten voor de uitvoering van de strategie formuleren en met name de daarvoor benodigde financiële middelen aangeven.

Kan de Commissie mededelen hoe het staat met de formulering van de kwantificeerbare doelstellingen en strategische projecten en de raming van de daarvoor benodigde financiële middelen? Kan de Commissie aangeven wanneer hierover een besluit valt en wanneer een en ander bekend wordt gemaakt?

 
  
 

(EN) De voorbereiding van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie voor het Donaugebied is in volle gang. Nadat de Commissie de strategie op 8 december vorig jaar had goedgekeurd, zijn in februari prioritaire gebieden aan de Donaulanden toegewezen. De Raad Algemene zaken heeft op 13 april zijn conclusies over de strategie vastgesteld. Een eerste bijeenkomst van de Commissie met coördinatoren voor prioritaire gebieden is op 8 en 9 mei gehouden in Hongarije. In juni zullen voor elk prioritair gebied startbijeenkomsten worden georganiseerd. De meeste stuurgroepen zijn geïnstalleerd. Nu worden de werkprogramma's opgesteld.

De succesvolle uitvoering ligt in handen van de lidstaten en de Commissie zal het proces mede faciliteren. Het is de taak van de coördinatoren om samen met de betrokken staten de kwantificeerbare doelstellingen, de projecten voor de uitvoering van de strategie en bovenal de nodige financiële middelen te selecteren. Coördinatoren van prioritaire gebieden beschikken voor de uitvoering van hun taken over een budget voor technische bijstand. Daarbij zijn met name cohesiebeleidsprogramma's, IPA-coördinatoren, vertegenwoordigers van ENPI-programma's, nationale financieringsbronnen en de belangrijkste internationale financiële instellingen betrokken. Voor de periode 2007-2013 is in het Donaugebied een bedrag van meer dan 100 miljard euro beschikbaar in het kader van structuurfonds- en cohesiefondsprogramma's. De strategie zelf verschaft geen specifieke financiering.

Wat doelen betreft is de Commissie van mening dat het stellen van specifieke doelen het uitvoeringsproces zal verbeteren. Over de gepresenteerde voorbeelden is discussie mogelijk. De uiterste termijn waarop doelen moeten worden gesteld, is eind juni 2011. Het werk van de coördinatoren van de prioritaire gebieden aan de doelstellingen wordt door de Commissie in september voor nadere bespreking medegedeeld aan de groep op hoog niveau van lidstaten van de EU-27 en de overige deelnemende landen. De doelstellingen moeten eind 2011 zijn vastgesteld.

 

Vraag nr. 23 van Gilles Pargneaux (H-000201/11)
 Betreft: Omzetting van Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties
 

Nucleaire veiligheid valt momenteel onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten. In 2009 is een richtlijn aangenomen die als doel heeft de nucleaire veiligheid in de lidstaten te verhogen. Op grond van deze richtlijn worden de lidstaten verplicht gesteld nationale kaders op het gebied van nucleaire veiligheid vast te stellen en te blijven verbeteren. De tekst versterkt de rol en de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instanties en bevestigt dat de verantwoordelijkheid op het gebied van nucleaire veiligheid in de eerste plaats bij de vergunninghouders ligt. De lidstaten zijn verplicht een hoog niveau van transparantie te bevorderen bij het vaststellen van regelgeving en te waarborgen dat de nucleaire veiligheid regelmatig door onafhankelijke instanties wordt beoordeeld. De richtlijn moet door de lidstaten vóór 22 juli 2011 ten uitvoer worden gelegd.

Kan de Commissie aangeven of het proces van tenuitvoerlegging van deze richtlijn normaal verloopt? En zo ja, kan de Commissie bevestigen dat de richtlijn in alle lidstaten vóór 22 juli 2011 zal worden omgezet?

 
  
 

(EN) De formele uiterste termijn waarop de lidstaten verplicht zijn de noodzakelijke wetten, verordeningen en administratieve bepalingen voor de omzetting van de richtlijn over nucleaire veiligheid(1) in werking te doen treden, is 22 juli 2011.

De Commissie bevindt zich niet in de positie om commentaar te geven op de definitieve omzettingsmaatregelen vóór afloop van de omzettingsperiode.

 
 

(1) Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009).

 

Vraag nr. 24 van Laima Liucija Andrikienė (H-000210/11)
 Betreft: Gevolgen van de Richtlijn traditionele kruidengeneesmiddelen voor de productie en het gebruik van deze kruidengeneesmiddelen in de EU
 

Richtlijn 2004/24/EG betreffende traditionele kruidengeneesmiddelen is goedgekeurd op 31 maart 2004. De richtlijn bevat een aantal strenge eisen waaraan traditionele kruidengeneesmiddelen moeten voldoen om een toelating te krijgen (met name op het gebied van goede medische praktijken). Deze eisen hebben voor grote belemmeringen gezorgd voor de productie en het gebruik in de EU van kruidensubstanties uit verschillende traditionele culturen.

Hoe beoordeelt de Commissie de implementatie van deze richtlijn vanaf 31 maart 2004? Wat is de invloed van deze richtlijn op kleine en middelgrote ondernemingen die traditionele kruidengeneesmiddelen produceren, en helpt de Commissie deze ondernemingen op enigerlei wijze bij het verkrijgen van toelatingen? Op welke wijze beïnvloeden de toelatingseisen de prijzen van kruidengeneesmiddelen? Staat de richtlijn het gebruik (bijv. middels injecties) toe van geneesmiddelen die worden geproduceerd op basis van kruiden die met succes worden gebruikt bij de behandeling van patiënten met kanker en andere ernstige ziekten? Is deze richtlijn van invloed op de productie en het gebruik van homeopathische geneesmiddelen?

 
  
 

(EN) Alvorens in te gaan op de details van elk van de gestelde vragen, wil de Commissie twee punten benadrukken.

Voor alle geneesmiddelen, met inbegrip van kruidengeneesmiddelen, is een vergunning nodig voordat ze op de EU-markt in de handel mogen worden gebracht. Dit is een fundamenteel voorschrift in de Europese farmaceutische wetgeving en een belangrijke les die is geleerd van het thalidomide-incident in de jaren zestig.

Traditionele kruidengeneesmiddelen hebben bepaalde kenmerken, met name hun lange gebruikstraditie. Omdat zij daarmee rekening wil houden, heeft de EU voor deze middelen een lichtere, vereenvoudigde en goedkopere registratieprocedure ingevoerd, waarbij toch de nodige garanties voor kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid worden geboden.

Verder wil de Commissie benadrukken dat de registratie van traditionele kruidengeneesmiddelen een nationale procedure onder verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties in de lidstaten is.

De Commissie zal nu ingaan op de afzonderlijke vragen van de geachte afgevaardigde.

1. Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft een verslag samengesteld uit de informatie die de lidstaten hebben verstrekt over het aantal toegelaten of geregistreerde kruidengeneesmiddelen per ultimo 2010. Uit deze gegevens blijkt een toename van het aantal geregistreerde kruidengeneesmiddelen en van de aanvragen voor registratie die zijn ontvangen door de bevoegde instanties van de lidstaten. In het tweede halfjaar van 2011 wordt een nieuw verslag samengesteld om de situatie aan het eind van de overgangsperiode in kaart te brengen.

2. De richtlijn inzake traditionele kruidengeneesmiddelen verlicht de administratieve last voor het bedrijfsleven, wat met name relevant is voor kleine en middelgrote ondernemingen. De Commissie wil nogmaals benadrukken dat een vereenvoudigde registratieprocedure is ingevoerd om het in de handel brengen van traditionele kruidengeneesmiddelen voor alle ondernemingen, van groot tot klein, te vergemakkelijken.

De vereenvoudigde procedure maakt de registratie van traditionele kruidengeneesmiddelen mogelijk zonder gegevens en documenten over tests en proefnemingen met betrekking tot veiligheid en werkzaamheid, die de aanvrager anders moet overleggen krachtens de toestemmingsprocedure voor het in de handel brengen. In plaats daarvan hoeft de aanvrager slechts voldoende bewijs te verschaffen voor de medicinale toepassing van het middel gedurende een periode van ten minste dertig jaar, waarvan ten minste vijftien jaar in de Europese Unie.

De procedure wordt verder vergemakkelijkt door de publicatie van monografieën over verschillende stoffen. Ondernemingen kunnen daarnaar verwijzen om hun registratieaanvraag in de lidstaten te voltooien en te voldoen aan de voorschriften van de vereenvoudigde procedure.

3. Ten aanzien van de kosten van registratie of toelating moet de Commissie erop wijzen dat het de verantwoordelijkheid van de lidstaten is om de vergoedingen vast te stellen die ondernemingen moeten betalen voor de registratie van traditionele kruidengeneesmiddelen, die op nationaal niveau plaatsvindt.

4. Richtlijn 2004/24/EG geldt niet voor geneesmiddelen die door inspuiting worden toegediend, aangezien de werkingssfeer van deze richtlijn zich beperkt tot traditionele kruidengeneesmiddelen die bestemd zijn voor orale toediening, extern gebruik en/of inhalatie.

5. De richtlijn is niet van invloed op de productie en het gebruik van homeopathische geneesmiddelen. Ook voor homeopathische geneesmiddelen is een specifieke vereenvoudigde registratieprocedure voorzien in de farmaceutische wetgeving van de EU.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid