Ontwerpresolutie - B6-0389/2006Ontwerpresolutie
B6-0389/2006

ONTWERPRESOLUTIE

3.7.2006

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Lena Ek
namens de ALDE-Fractie
over de economische en sociale gevolgen van herstructurerende bedrijven in Europa

Procedure : 2006/2592(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0389/2006
Ingediende teksten :
B6-0389/2006
Aangenomen teksten :

B6‑0389/2006

Resolutie van het Europees Parlement over de economische en sociale gevolgen van herstructurerende bedrijven in Europa

Het Europees Parlement,

–  gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name de bepalingen betreffende de sociale rechten, en artikel 136 van het EG-Verdrag, dat de lidstaten ertoe verplicht om te streven naar verwezenlijking van de volgende doelstellingen: bevordering van de werkgelegenheid, verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, adequate sociale bescherming, sociale dialoog, ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken en bestrijding van uitsluiting,

–  gezien Richtlijn 2002/14/EG betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers, Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag en Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad, overwegende dat de twee laatstgenoemde richtlijnen beide betrekking hebben op de harmonisering van de wetgeving van de lidstaten inzake instrumenten voor sociale dialoog tussen directie en werknemers,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over industriële herstructurering,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat bedrijven de vrijheid zouden moeten hebben om directiebesluiten te nemen om de zakelijke groei van hun bedrijf veilig te stellen,

B.  overwegende dat de Lissabon-strategie erop is gericht om van EU de meest concurrerende en meest dynamische kenniseconomie ter wereld te maken, met een duurzame economische groei en meer en betere werkgelegenheid en meer sociale samenhang,

C.  overwegende de mogelijkheden voor mondiale economische groei en stijgende welvaart die de mondialisering biedt,

D.  overwegende de grootschalige overheidsinvesteringen, onder andere via de Structuurfondsen, het ESF en het Aanpassingsfonds voor globalisering, die zijn bedoeld om lokale systemen en infrastructuren te ontwikkelen en om het opleidingspeil te bevorderen, waar bedrijven en werknemers direct en indirect van kunnen profiteren,

E.  overwegende dat de lidstaten zich er uit solidariteit voor moeten inzetten, zowel voor de huidige als de toekomstige generatie, om de economische en sociale samenhang te bevorderen om benadeelde gebieden te ondersteunen en de verschillen tussen bevolkingsgroepen in de Unie te verkleinen,

1.  is van mening dat bedrijven die hun personeelsbestand willen herstructureren en afslanken dit mogen doen binnen het kader van een middellange of langetermijn-bedrijfsstrategie die een dergelijk besluit rechtvaardigt en mits er adequate sociale maatregelen worden getroffen voor de werknemers die worden ontslagen;

2.  dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan een Europese dialoog te bevorderen over industriële herstructurering, alsmede over structurele hervormingen van de arbeidsmarkt om de voordelen van de mondialisering veilig te stellen en tegelijkertijd de negatieve sociale gevolgen zoveel mogelijk te beperken;

3.  is van mening dat de EU voorwaarden moet scheppen ter stimulering van de ontwikkeling van geavanceerde en high-tech-industrieën door te investeren in onderzoek en ontwikkeling, met behulp van EU-middelen zoals het Zevende Kaderprogramma voor O&O, en door nieuwe materialen, ontwerpen en processen te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat traditionele industrieën innoveren en zich ontwikkelen;

4.  acht het van vitaal belang dat geografische en baanmobiliteit voor alle werknemers wordt verbeterd om ervoor te zorgen dat zij optimaal zijn toegerust om zich aan te passen aan de uitdaging van de herstructureringen, in overeenstemming met de doelstellingen van het Europees Jaar van de Mobiliteit van de Werknemer 2006, dat het belang van werknemersmobiliteit voor de tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie nog eens benadrukt;

5.  dringt er bij de lidstaten op aan om de sociale dialoog te bevorderen en te ontwikkelen, op basis van naleving van de nationale en communautaire wetgeving, met betrekking tot de informatie en raadpleging van de werknemers;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede aan de sociale partners.