Ontwerpresolutie - B6-0173/2008Ontwerpresolutie
B6-0173/2008

ONTWERPRESOLUTIE

16.4.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Willy Meyer Pleite, Helmuth Markov, Giusto Catania, Jens Holm, Ilda Figueiredo en Pedro Guerreiro
namens de GUE/NGL-Fractie
over de vijfde topconferentie EU-Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in Lima

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0147/2008

Procedure : 2008/2536(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0173/2008
Ingediende teksten :
B6-0173/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0173/2008

Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de vijfde topconferentie EU-Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in Lima

Het Europees Parlement,

–  gezien de verklaringen die zijn goedgekeurd na afloop van de vier topconferenties van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en van de Europese Unie (EU) die tot dusver werden gehouden in achtereenvolgens Rio de Janeiro (28 en 29 juni 1999), Madrid (17 en 18 mei 2002), Guadalajara (28 en 29 mei 2004) en Wenen (12 en 13 mei 2006),

–  gezien het gezamenlijke communiqué van de dertiende ministeriële vergadering tussen de Groep van Rio en de Europese Unie, die op 20 april 2007 plaatsvond in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek),

–  gezien de gemeenschappelijke verklaring van de ministeriële vergadering in het kader van de Dialoog van San José tussen de EU-trojka en de ministers van de Midden-Amerikaanse landen op 19 april 2007 in Santo Domingo (Dominicaanse Republiek),

–  gezien de slotakte van de zeventiende Interparlementaire conferentie tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika die van 14 tot en met 16 juni 2005 werd gehouden te Lima,

–  onder verwijzing naar de resolutie van het Europees Parlement van 15 november 2001 over een globaal partnerschap en een gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika, en zijn resolutie van 27 april 2006 over een sterker partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika,

–  gezien de resoluties van de Parlementaire Vergadering EU-Latijns-Amerika van 20 december 2007,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de volgende topconferentie van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en van de Europese Unie, die binnenkort gehouden zal worden in Lima, aangegrepen moet worden om concrete oplossingen in te brengen die de twee regio's dichter bij elkaar brengen en hun optreden kracht bijzetten,

B.  overwegende dat de EU en Latijns-Amerika tijdens de vijfde topontmoeting in Lima op 16 en 17 mei in het bijzonder aandacht moeten besteden aan de samenwerking op gebieden als duurzame ontwikkeling, energie, klimaatverandering en andere vraagstukken op het gebied van het milieu,

C.  overwegende dat bij de exploratie en exploitatie van deze hulpbronnen de onafhankelijkheid van de staten voorop moet staan om te vermijden dat landen die energiebronnen bezitten worden geplunderd en verarmen,

D.  overwegende dat de armoede in Latijns-Amerika blijft toenemen als gevolg van de toepassing van een neoliberaal economisch beleid en dat 70% van de 1,3 miljoen mensen die in extreme armoede leven vrouwen zijn; overwegende dat armoede de belangrijkste oorzaak van migratiestromen is,

E.  uiting gevend aan zijn grote bezorgdheid over de financiële crisis in de wereld, terwijl veel landen in Latijns-Amerika steeds verder in de schulden raken, en over de toegang tot voedsel die steeds meer een probleem wordt door de prijsverhogingen van voedsel,

F.  overwegende dat de recente ontwikkeling van de financiële situatie die het gevolg is van de crisis van de risicovolle hypotheekkredieten in de Verenigde Staten slechts een symptoom is van een veel ernstiger en diepgaander crisis, die het hele mondiale financiële stelsel treft en nu nog onberekenbare gevolgen zal hebben voor de wereldeconomie en ook voor de economieën van de EU, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied,

G.  met grote belangstelling kennis nemend van de oprichting van de Banco del Sur en van een Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UNASUR), alsmede andere regionale initiatieven met het oog op meer integratie, die ten doel hebben een oplossing te bieden voor sociaal-economische problemen door zich onafhankelijk te maken van de internationale financiële instellingen,

H.  overwegende dat belangrijke regionale integratieprocessen plaatsvinden waarbij de nationale soevereiniteit en de gelijkheid tussen de staten geëerbiedigd worden en die berusten op een ambitieus sociaal beleid dat oog heeft voor de ontwikkelingsbehoeften van elk land, in het bijzonder de minst ontwikkelde, en de weg opent voor werkelijke convergentie tussen de EU-landen en de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied; overwegende dat deze akkoorden prioriteit moeten geven aan de vrede, de democratisering van de maatschappijen, de vooruitgang van de sociale rechten van de bevolkingen, de oplossing van economische en financiële crises, milieubescherming en culturele diversiteit,

I.  overwegende dat het actieplatform van Beijing het beginsel heeft vastgelegd dat het genderperspectief in alle onderdelen van het beleid een efficiënt middel is om de gelijkheid tussen de geslachten te bevorderen en dat deze richtsnoeren ook voor regeringen en andere spelers bindend zijn,

J.  overwegende dat het genot van een goede gezondheid en rechten op het gebied van voortplanting en seksualiteit van vrouwen een eerste vereiste is om tot gelijkheid tussen de geslachten te komen,

K.  overwegende dat uit de recente voorvallen in de "Andescrisis" blijkt dat er een groot gevaar is dat het gewapende conflict in Colombia ook de rest van de regio besmet; met grote bezorgdheid vaststellend dat dit conflict verder militariseert en zich verdiept, wat tot uiting komt in vele moorden, ontvoeringen - hoofdzakelijk van vakbondsmensen en strijders voor de mensenrechten - en moorden op burgers door paramilitaire groeperingen en leden van de veiligheidstroepen, alsook aanslagen en ontvoeringen door de guerrillabeweging,

L.  gezien het belang van een biregionale dialoog die ten doel heeft de wederzijdse steun en samenwerking op deze terreinen te ontwikkelen,

1.  hoopt dat de volgende topconferentie van staatshoofden en regeringsleiders van Latijns-Amerika en de Europese Unie, die midden mei gehouden zal worden in Lima, concrete vooruitgang zal brengen op zo belangrijke gebieden als vredesprocessen, verbreding van de democratie aan beide zijden, mensenrechten, migratie, sociale schuld, de huidige financiële crisis in de wereld, milieu en klimaatverandering, biodiversiteit, behoud van de culturele diversiteit en rechten van minderheden;

2.  is van mening dat de internationale financiële crisis, die is ontstaan in het Noord-Amerikaanse financiële stelsel en het gevolg is van speculatie met onroerend goed, een uiting is van toenemende financiële speculatie die losstaat van de reële economie, en ook van het waardeverlies van de inkomens van de werknemers en de koopkracht van de armste delen van de bevolking, gepaard aan het gedwongen opnemen van bankkrediet zowel om onroerend goed te kopen als voor consumptieve uitgaven; vindt het onaanvaardbaar dat het de werknemers en de achterstandsgroepen zijn die de kosten van de huidige financiële crisis betalen, waarbij de echte schuldigen die profijt hebben getrokken van de speculatiepolitiek en de overheersing van de economie door financieringsinstituten, dat wil zeggen de grote economische en financiële concerns, eens te meer buiten schot blijven;

3.  verwerpt de criminalisering van het sociale protest en de aanvallen op de rechten van de werknemers niet alleen in Latijns-Amerika, maar ook in Europa, alsmede in bepaalde gevallen de inperking van de vrijheid van meningsuiting en politieke rechten; verzoekt de regering van Peru alle garanties te geven om te zorgen dat de alternatieve top EA3 kan plaatsvinden tijdens de officiële topontmoeting van de staatshoofden in Lima, zoals ook het geval was tijdens de vorige topconferenties;

4.  veroordeelt de mensenhandel ten scherpste en wenst dat hiertegen doortastend wordt opgetreden, maar wijst de criminalisering van de emigranten strikt af en spreekt zich uit voor het vrije verkeer van personen tussen beide regio's; wenst dat tussen beide regio's meer wordt samengewerkt ter oplossing van de migratieproblemen, en wel met oplossingen die vrede en sociale rechtvaardigheid brengen en niet door "forten" of muren op te trekken en door onderdrukking van de emigranten;

5.  begroet de resultaten van de topontmoeting van staatshoofden in Rio de Janeiro en Santo Domingo, waarbij de aanwezige staatshoofden de "Andescrisis" oplosten, de schending van de soevereiniteit van derde landen door militaire invallen afwezen, zich uitspraken tegen het systeem voor de opstelling van lijsten van terroristen dat wordt gehanteerd door de Verenigde Staten, Canada en de EU, en ervoor pleitten de bestaande interne conflicten in de regio op te lossen door onderhandelingen;

6.  is van mening dat bij onderhandelingen over associatieovereenkomsten de nationale soevereiniteit en de onafhankelijkheid van de staten geëerbiedigd moeten worden, zodat de twee regio's echt nader tot elkaar kunnen komen op voet van gelijkheid, bij de onderhandelingen over de hoofdstukken politieke dialoog, samenwerking, rechtvaardige handel in het wederzijdse belang en gebaseerd op complementariteit en solidariteit, en zeker niet volgens het model van de vrijhandelsovereenkomsten die de Verenigde Staten voorstaan, zoals de CAFTA;

7.  verzoekt de Commissie om met aandacht te luisteren naar de wensen van enkele landen om niet, zoals de EU voorstelt, vrijhandelszones in te stellen, maar juist niet-wederkerige handelsakkoorden; spreekt zich uit tegen vrijhandelsverdragen en verzoekt de Commissie naar alternatieven te zoeken, bijvoorbeeld zich te beperken tot bepaalde aspecten die de handel vergemakkelijken en verbetering te brengen in het systeem van SAP+ dat beter geschikt lijkt te zijn gezien de economische en sociale situatie van veel ontwikkelingslanden;

8.  wenst dat de strategische associatie tussen beide regio's wordt uitgediept met het dubbele doel om het welzijn van de volkeren te bevorderen en de regionale integratie te intensiveren, rekening houdende met de asymmetrieën die bestaan zowel tussen de landen als tussen de twee regio's;

9.  verzoekt de staatshoofden met oplossingen te komen voor de ernstige voedselcrisis die de bevolkingen treft en de soevereiniteit op voedselgebied van de landen ondergraaft, en passende besluiten te nemen, ook gezien de grote gevolgen die biobrandstoffen hebben voor de voedselvoorziening van de bevolking en de klimaatverandering;

10.  is van mening dat de openbare diensten van essentieel belang zijn voor de bestrijding van ongelijkheid, armoede en epidemieën; acht het vooral belangrijk dat beide regio's samenwerken om de openbare diensten, die een wezenlijk onderdeel van de democratie zijn, te behouden en te ontwikkelen;

11.  pleit voor openbaar beleid dat voorziet in infrastructuur, uitrusting en openbare diensten die algemene toegang tot seksuele en reproductieve opvoeding voor vrouwen garanderen, met inbegrip van de beheersing van hun eigen vruchtbaarheid, die moederschap en vaderschap bevorderen, ervoor zorgen dat vrouwen hun gezin en de rest van hun leven kunnen plannen en alle voorwaarden scheppen voor meer participatie en gelijkheid;

12.  begroet en steunt de strijd van de volkeren, ook de inheemse, om controle te krijgen over hun natuurlijke hulpbronnen, in het bijzonder de strijd voor toegang tot water en energie, en is van oordeel dat dit essentiële mensenrechten zijn;

13.  acht het noodzakelijk dat de Europese gedelegeerden duidelijk steun betuigen aan het optreden van de regeringen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied om de mensenrechten en de sociale en milieurechten te doen eerbiedigen door Europese en andere multinationale ondernemingen die op hun grondgebied werkzaam zijn;

14.  is van mening dat de landbouw van wezenlijk belang blijft voor het grootste deel van de allerarmste mensen, waartoe ook de inheemse volkeren behoren, en acht het belangrijk dat de toegang tot land wordt vergemakkelijkt door middel van programma's voor landhervorming; is van mening dat bij de bilaterale en multilaterale onderhandelingen waaraan de twee regio's deelnemen prioriteit moet worden gegeven aan soevereiniteit en gegarandeerde voorziening op voedselgebied en aan het voortbestaan van een landbouw op basis van gezinnen of coöperaties;

15.  begroet de recente pogingen tot regionale integratie in Latijns-Amerika, zoals de Banco del Sur, Petrosur en Petrocaribe; verwelkomt de vooruitgang die is gemaakt bij het ALBA-voorstel, dat het hele leven van de Latijns-Amerikaanse volkeren omvat met een integraal ontwikkelingsmodel dat stoelt op de beginselen van solidariteit, samenwerking, complementariteit en soevereiniteit van de volkeren, dat de handel beschouwt als een middel en niet als een doel en dat de mens in het centrum plaatst;

16.  vindt het belangrijk dat het door het Europees Parlement voorgestelde biregionale fonds wordt aangewend om de bestaande sociale ongelijkheden aan te pakken, die een permanent kwaad vormen;

17.  veroordeelt de pogingen tot afscheiding van Bolivia van de kant van oligarchische sectoren die de natuurlijke rijkdommen die aan alle Bolivianen toebehoren, willen monopoliseren; herinnert eraan dat de door deze sectoren georganiseerde referenda zowel door de Boliviaanse instanties die toezien op de verkiezingen als door de speciale rapporteur van de Verenigde Naties, Rodolfo Stavenhagen, onwettig zijn verklaard;

18.  maakt zich grote zorgen over de nadruk waarmee de veiligheid in de wereld verbonden wordt met de veiligheid van de Verenigde Staten, een land dat overal ter wereld militaire bases heeft en besloten heeft de uitgaven voor defensie in 2007 te doen stijgen tot het hoogste niveau sinds het eind van de tweede wereldoorlog; maakt zich zorgen over deze militaristische escalatie die is ingezet door de Verenigde Staten en waarin de EU is meegegaan; een voorbeeld hiervan is het antiraketschild dat gebouwd zal worden in de Tsjechische Republiek en in Polen; eist dat de buitenlandse militaire bases in de twee regio's gesloten worden;

19.  bevestigt zijn steun voor de doelstellingen en beginselen die zijn vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties, bevestigt zijn besluit om steun te verlenen aan alle pogingen om de soevereine gelijkheid van alle staten te verdedigen, om hun territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid te respecteren, om zich in de internationale betrekkingen te onthouden van de dreiging met en het gebruik van geweld, omdat dit niet strookt met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties, en om geschillen op te lossen met vreedzame middelen in overeenstemming met de beginselen van rechtvaardigheid en internationaal recht;

20.  betuigt normaals steun aan het streven om het conflict in Colombia op te lossen langs politieke weg en door onderhandelingen; steunt de inspanningen van landen als Frankrijk en Venezuela om de uitwisseling van gijzelaars en gevangen FARC-leden te vergemakkelijken; laakt de invloed van de georganiseerde misdaad op de staatsmacht; veroordeelt de raid van het Colombiaanse leger tegen de FARC op Ecuadoraans grondgebied, omdat dit een schending betekent van de soevereiniteit van Ecuador en het volkerenrecht en een onaanvaardbare regionale crisissituatie heeft geschapen;

21.  spreekt zijn voldoening uit over de oprichting in januari 2008 van de Internationale Commissie tegen de straffeloosheid in Guatemala (CICIG), omdat dit voor Guatemala een goede gelegenheid is om met steun van de internationale gemeenschap opnieuw de weg in te slaan die leidt naar democratie, de rechtsstaat en de bescherming van de mensenrechten; stelt de CICIG als voorbeeld dat door alle staten waar straffeloosheid heerst nagevolgd moet worden; betreurt het dat de resultaten van de onderzoekingen na vijf maanden nog steeds niet bekend zijn als gevolg van de obstructie van bepaalde delen van het rechtswezen; acht het belangrijk dat de EU het Internationale Hof tegen de straffeloosheid in Guatemala steunt als voorbeeld van biregionale institutionele samenwerking;

22.  maakt zich zorgen over de realiteit van bepaalde kiesstelsels in Latijns-Amerika, bijvoorbeeld in El Salvador, die niet garanderen dat in de woonplaats gestemd wordt op basis van reële volkstellingcijfers en betrouwbare identiteitsbewijzen; eist dat de EU nagaat of de gegevens in de nieuwe kieswet van El Salvador wel overeenkomen met de werkelijkheid, en de verkiezingen in dit land begeleidt om mede te waarborgen dat de verkiezingen van 2009 plaatsvinden in een klimaat van transparantie en rechtvaardigheid;

23.  tekent protest aan tegen de uitspraak van het Hooggerechtshof van de Republiek El Salvador van 16 oktober 2007, waarin dit hof stelt dat de ILO-conventie 87 betreffende de vakbondsvrijheid niet van toepassing is; verzoekt de Commissie te eisen dat deze conventie van toepassing is als basisvoorwaarde om voortgang te maken met de associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika;

24.  veroordeelt met kracht alle unilaterale dwangmaatregelen met extraterritoriale werking die strijdig zijn met het volkerenrecht en algemeen aanvaarde vrijhandelsregels; is van mening dat dit type praktijken een ernstige bedreiging voor het multilateralisme vormt; herinnert aan de resolutie A/RES/62/3 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin de extraterritoriale bepalingen van de wet Helms-Burton worden afgewezen;

25.  dringt aan op de invrijheidstelling van de vijf Cubanen die al tien jaar in de Verenigde Staten gevangen worden gehouden na op willekeurige gronden gearresteerd te zijn, zoals is verklaard door de Commissie mensenrechten van de Verenigde Naties; protesteert tegen de wrede omstandigheden en het isolement waarin zij worden vastgehouden zonder het recht om bezoek van hun familie te ontvangen, wat duidelijk in strijd is met de mensenrechten en de wetten van de Verenigde Staten zelf;

26.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van alle landen van Latijns-Amerika, het voorzitterschap van de vijfde topconferentie tussen de EU en Latijns-Amerika/Caribisch gebied, de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering, het Latijns-Amerikaanse parlement, het Midden-Amerikaanse parlement, het Andesparlement en het parlement van de Mercosur.