Ontwerpresolutie - B6-0528/2008Ontwerpresolutie
B6-0528/2008

ONTWERPRESOLUTIE

1.10.2008

naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6‑0000/2008
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement
door Laima Liucija Andrikienė, Tunne Kelam, Eija-Riitta Korhola, John Bowis
namens de PPE-DE-Fractie
over het besturen van het Noordpoolgebied

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0523/2008

Procedure : 2008/2633(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0528/2008
Ingediende teksten :
B6-0528/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0528/2008

Resolutie van het Europees Parlement over het besturen van het Noordpoolgebied

Het Europees Parlement,

–  overwegende dat het Internationaal Pooljaar loopt van maart 2007 tot maart 2009,

–  overwegende dat van 12 tot 14 augustus 2008 de achtste conferentie van parlementsleden van het Noordpoolgebied is gehouden in Fairbanks, Alaska,

–  gezien de mededeling van de Commissie over het beleid inzake het Noordpoolgebied die dit najaar wordt verwacht,

–  onder verwijzing naar zijn voorgaande resoluties over de noordelijke dimensie van 2003, 2005 en 2006,

–  gezien de conclusies in het verslag over de beoordeling van de gevolgen voor het klimaat in het Noordpoolgebied,

–  gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.  gezien de mededeling van de Commissie over een geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie (het zogeheten Blauwboek), dat op 10 oktober 2007 is gepubliceerd,

B.  gezien het op 14 maart 2008 gepubliceerde beleidsdocument van de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie aan de Raad over klimaatverandering en internationale veiligheid,

C.  overwegende dat de geopolitieke en strategische betekenis van het Noordpoolgebied toeneemt, hetgeen wordt gesymboliseerd door het planten van een Russische vlag op de bodem van de zee onder de Noordpool in augustus 2007,

D.  gelet op het VN-zeerechtverdrag (UNCLOS) dat door de Senaat van de VS nog niet is geratificeerd,

E.  overwegende dat tijdens de onlangs gehouden conferentie van parlementsleden uit het Noordpoolgebied gekozen vertegenwoordigers van het Europees Parlement, Canada, Denemarken, Groenland, IJsland, Finland, Noorwegen, Zweden, Rusland en de Verenigde Staten bijeen zijn gekomen om van gedachten te wisselen over veiligheid op zee, gezondheidszorg, milieubescherming en duurzame ontwikkeling ,

F.  overwegende dat in het Noordpoolgebied momenteel geen multilaterale normen en regelgevingen gelden daar niet werd verwacht dat het zich ooit zou ontwikkelen tot een bevaarbare waterweg of een gebied dat commercieel zou worden geëxploiteerd,

G.  overwegende dat het scheepvaartverkeer in de wateren rond de Noordpool de afgelopen jaren exponentieel is toegenomen doordat er meer belangstelling bestaat voor booractiviteiten in open zee en doordat er steeds vaker cruiseschepen voorbij varen, alsook de vooruitzichten die de Noordwestpassage biedt,

H.  overwegende dat wellicht bijna 22% van de niet ontdekte aardolie- en gasreserves van de wereld zich in het Noodpoolgebied bevindt,

I.  overwegende de Verklaring van Ilulissat die in mei 2008 is aangenomen door de A5-landen(Denemarken, Canada, Noorwegen, de Russische Federatie en de VS),

J.  gezien de conclusies van de voorzitter van de conferentie die op 9 en 10 september 2008 door de Noordse Raad van ministers in Ilulissat (Groenland) is gehouden, en waaraan de Commissie volledig heeft deelgenomen, met als thema Het Noordpoolgebied, onze gezamenlijke verantwoordelijkheid ,

K.  overwegende dat de conferentie eveneens gericht was op de klimaatverandering in de regio, de gevolgen hiervan voor de inheemse volkeren en de mogelijke aanpassing hieraan,

L.  overwegende dat de Noordpoolgebied relatief veel sneller opwarmt dan de rest van de wereld, te weten +2° in de afgelopen honderd jaar tegen gemiddeld 0,6° elders,

M.  overwegende dat de klimatologische veranderingen in het Noordpoolgebied reeds zodanig zijn dat de Inuit bij voorbeeld niet meer op traditionele wijze kunnen jagen omdat het ijs te dun is om hun sleeën te dragen, terwijl het gevaar bestaat dat de natuurlijke woonomgeving van wilde dieren zoals ijsberen, walrussen en vossen verdwijnt,

N.  overwegende dat drie EU-landen in het Noordpoolgebeid liggen en dat nog eens twee Noordpoollanden nauw verbonden buurlanden zijn die aan de interne markt deelnemen via de EER-Overeenkomst, hetgeen inhoudt dat meer dan de helft van het aantal leden van de Arctische Raad EU-lidstaten en geassocieerde landen zijn ,

1.  is ernstig verontrust over de gevolgen van de klimaatverandering voor het duurzame bestaan van de inheemse bevolking in de regio, zowel wat betreft het algemene milieu (smeltende ijskap en permafrost, stijgende zeespiegel, overstromingen) als de natuurlijke woonomgeving (doordat de ijskap zich terugtrekt ontstaan er problemen met betrekking tot de eetgewoonten van ijsberen) en wijst erop dat alle volkeren en naties van het Noordpoolgebied ten volle moeten worden betrokken bij internationale besluiten in verband hiermee;

2.  wijst erop dat de luchttemperatuur in het Noordpoolgebied in de 20ste eeuw met ongeveer 5° is gestegen en dat deze stijging 10 maal sneller gaat dan de waargenomen stijging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur elders in de wereld; wijst erop dat voor het Noordpoolgebied de komende 100 jaar een extra opwarming van ca. 4 à 7 graden Celsius wordt voorspeld, en is derhalve van mening dat de tijd van diagnose voorbij is en dat er thans iets moet worden gedaan;

3.  wijst erop dat in het Noordpoolgebied levende soorten en maatschappijen uiterst gespecialiseerde aanpassingen hebben ontwikkeld aan de barre omstandigheden in de Poolstreken, waardoor zij bijzonder kwetsbaar zijn voor ingrijpende veranderingen van deze omstandigheden; is uiterst verontrust over walrussen, ijsberen, zeehonden en andere in zee levende zoogdieren die van het zee-ijs afhankelijk zijn voor hun rust, voedsel, jacht en voortplanting, en die in bijzondere mate worden bedreigd door de klimaatverandering;

4.  spreekt zijn waardering uit voor de slotverklaring die door de Conferentie van parlementsleden van het Noordpoolgebied op 14 augustus 2008 is aangenomen in Fairbanks;

5.  spreekt zijn waardering uit voor het feit dat het Hoge Noorden deel vormt van het beleid van de Europese Unie voor de “noordelijke dimensie” maar is ervan overtuigd dat het bewustzijn omtrent de betekenis van het Noordpoolgebied in mondiaal verband moet worden opgevoerd door de opstelling van een specifiek Noordpoolbeleid van de EU;

6.  wijst in dit verband op het belang van het Noordpoolgebied voor het klimaat van de wereld en spreekt de hoop uit dat de huidige steun voor onderzoekswerkzaamheden in deze regio ook na afloop van het Internationaal Pooljaar aanhoudt;

7.  ziet met grote belangstelling uit naar de aanstaande mededeling van de Commissie over het Noordpoolbeleid en hoopt dat hierin de basis wordt gelegd voor een zinvol Noordpoolbeleid in de EU; verzoekt de Commissie in haar mededeling in ieder geval de volgende onderwerpen ter sprake te brengen:

  • a)de stand van de klimaatverandering in de regio en de aanpassing hieraan,
  • b)beleidsalternatieven waarin rekening wordt gehouden met de inheemse bevolking en hun middelen van bestaan,
  • c)de noodzaak met onze buren in het Noordpoolgebied samen te werken met betrekking tot grensoverschrijdende problemen en met name de veiligheid van de zee,
  • d)bestudering van mogelijkheden voor een toekomstige grensoverschrijdende politieke of wettelijke structuur die kan zorgen voor milieubescherming en de geordende duurzame ontwikkeling van de regio of die kan bemiddelen bij politieke geschillen over grondstoffen en bevaarbare waterwegen in het Hoge Noorden;

8.   verzoekt de Europese Commissie het energie- en veiligheidsbeleid in het Noordpoolgebied hoog op haar agenda te plaatsen en in haar aanstaande mededeling over het Noordpoolgebied het bestek op te maken en te onderzoeken hoe de EU en de landen van het Noordpoolgebied nauw kunnen samenwerken ter verwezenlijking van gezamenlijke, hoog gestelde doelen op het gebied van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling, betere waarborging van energieleverantie en een doelmatiger interne energiemarkt;

9.   wijst erop dat het Noordpoolgebied door de gevolgen die het heeft voor het mondiale klimaat en door zijn unieke natuurlijke milieu, bijzondere aandacht verdient als de EU haar standpunt opstelt voor de in 2009 in Kopenhagen te houden COP 15 voor het Raamverdrag inzake klimaatverandering ;

10.  is van mening dat voor het scheepvaartverkeer in de regio (in verband met toerisme en boringen in open zee) geenszins de internationale minimumnormen gelden die – met het oog op de bescherming van mensenlevens en het milieu - in andere internationale wateren van kracht zijn en verzoekt de Commissie onverwijld de nodige wijzigingen aan te brengen in de regelgeving van de IMO (Internationale Maritieme Organisatie );

11.  wijst op de externe aspecten van het energiebeleid en de rol van het Noordpoolgebied bij de opstelling van het in maart 2007 door de Europese Raad voorgestelde energiebeleid voor Europa (EBE) ;

12.  steunt de Arctische Raad die wenst dat het Noordpoolgebied ook in de toekomst een regio blijft waarover weinig spanning bestaat en die open staat voor internationale samenwerking op onderzoeksgebied, zodat zijn mogelijkheden als toekomstige energie leverende regio ten volle kunnen worden ontwikkeld in een duurzaame milieukader;

13.  verzoekt de Europese Commissie in het Noordpoolgebied een proactieve rol te spelen door in ieder geval als eerste stap in de Arctische Raad de status van waarnemer te bekleden en is van mening dat de Europese Commissie een specifieke Noordpooleenheid moet opzetten;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, Noorwegen, IJsland, Rusland, Canada en de Verenigde Staten, alsook aan de regionale samenwerkingsorganen.